SlideShare a Scribd company logo
1 of 7
Download to read offline
247Tijdschrift voor Compliance - oktober 2016
DE COMPLIANCE OFFICER ALS CULTUURADVISEUR BIJ EEN FUSIE OF OVERNAME PRAKTIJK
Inleiding: De rol van Compliance
Compliance gaat over gedrag
Iedere organisatie moet voldoen aan relevante wetten
en regels. Deze wetten en regelgeving vormen het
kader waarbinnen de organisatie zich kan en mag
bewegen. Het bewaken van dit kader is het uitgangs-
punt van de functie van de compliance officer. Hij/zij
dient op de hoogte te zijn van deze relevante wetten
en regels en de daaruit voorvloeiende vereisten voor
de organisatie in de vorm van interne regelgeving en
richtlijnen. Compliance is echter meer dan dat.
Integriteit komt voort uit de gedachte dat moreel juist
handelen meer behelst dan enkel het voldoen aan
normen.1
Vanuit het perspectief van integriteit wordt
compliant zijn gedefinieerd als integer zijn. Integriteit
is de na te streven waarde die geldt als oriëntatiepunt
voor alles wat een ieder binnen de organisatie doet:
gedrag. Dit betekent dat de compliance officer zich
ook moet richten op gedrag.
Integriteit is de na te streven waarde die
geldt als oriëntatiepunt voor alles wat
een ieder binnen de organisatie doet:
gedrag. Dit betekent dat de compliance
officer zich ook moet richten op gedrag
Het bewaken van het kader waarbinnen de organisatie
zich mag bewegen is het uitgangspunt maar niet de
invulling van het kader. De invulling ontstaat door
het gedrag dat vertoond wordt door de bestuurder en
medewerkers. Gedrag in termen van hoe keuzes
worden gemaakt, problemen worden opgelost, hoe zij
met elkaar en met klanten omgaan, etcetera. Anders
gezegd, het is het organisatiegedrag dat uiteindelijk
de beweging van de organisatie bepaalt. Daarmee kan
worden gesteld dat compliance oftewel to comply with
uiteindelijk gaat over welk gedrag binnen de organisa-
tie door de top en werkvloer wordt vertoond. Integri-
teit en compliance zijn daarmee sterk met elkaar
verbonden.
Het is voor de compliance officer niet alleen van
belang dat het gedrag ‘binnen de lijntjes’ van het
wettelijke kader valt. Voldoen aan wetgeving is niet
hetzelfde als integer handelen. Het actief zoeken naar
mazen in de wet en het ontwikkelen van weinig
transparante producten zijn gedragingen die veelal
niet als integer worden beschouwd, zo bleek onlangs
nog uit de ophef die is ontstaan naar aanleiding van
de Panama papers. Het gedrag conform de wetgeving
en externe regels gaat over required behavior (demand),
het integer handelen over desired behavior (desire). Het is
de taak van de compliance officer om hier een goede
balans in te vinden.
Binnen de organisatie moet duidelijk zijn welk gedrag
als wenselijk wordt beschouwd en welk gedrag niet.
Dit staat vermeld in het integriteitsbeleid en de
gedragscode van de organisatie. De compliance officer
heeft een belangrijke functie in het vaststellen van de
code en er op toe te zien dat medewerkers zich hier
aan houden. De gedragscode is veelal gebaseerd op de
waarden en normen die de organisatie zichzelf stelt,
de zogenaamde guiding values. Deze kernwaarden
vormen het fundament van de gewenste organisatie-
cultuur.
Tijdens een fusie van twee organisaties of een
overname van de ene organisatie door een andere
heeft de compliance officer, naast de legale taken een
belangrijke rol bij het integreren van de gedragscodes
van beide organisaties. Dit impliceert dat de guiding
values die hier aan ten grondslag liggen moeten
worden heroverwogen, zodat het voor iedereen
binnen de nieuwe organisatie duidelijk is wat er op
welke manier wordt nagestreefd. De samenvoeging
van de guiding values van twee organisaties, oftewel het
integreren van twee fundamenten tot één geheel, gaat
in de regel niet zonder slag of stoot. Tijdens het fusie-
of overnameproces kan daardoor niet-integer gedrag
ontstaan dat tegen het gewenste gedrag, zoals
* Wouter Smit is promovendus cultuurtransitie en docent gedrag
en organisatie aan de Hogeschool van Amsterdam. Mirna Sivro is
als Compliance & Ethics professional werkzaam bij Ahold
Delhaize. Dit artikel is geschreven op persoonlijke titel en bevat
geen directe voorbeelden uit de praktijk.
1
L.S. Paine, ‘Managing for Organizational Integrity’, Harvard
Business Review 1994.
De compliance officer als
cultuuradviseur bij een fusie
of overname
drs. W. Smit en MSc. M. Sivro*
Trefwoorden: integriteit, compliance, cultuur, fusie, overname
248 Tijdschrift voor Compliance - oktober 2016
DE COMPLIANCE OFFICER ALS CULTUURADVISEUR BIJ EEN FUSIE OF OVERNAME PRAKTIJK
beschreven staat in de gedragscode, indruist. Dit
gedrag wordt in dit artikel beschouwd als het
‘risicogedrag’ dat kan plaatsvinden tijdens een fusie of
overname. Naast het integreren van de gedragscode,
zou het mogelijke risicogedrag de focus moeten zijn
van compliance.
Daarnaast is het belangrijk dat het gewenste integere
gedrag gestimuleerd wordt zodat dit binnen de
organisatie breder wordt vertoond.
Opbouw van dit artikel
Als eerste zal worden ingegaan op het risicogedrag dat
plaats kan vinden tijdens een overname of een fusie.
Gedrag kan worden beschouwd als een uiting van de
organisatiecultuur, zoals zal blijken uit de theoreti-
sche achtergrond. Dit impliceert dat, wil de compli-
ance officer risicogedrag vermijden en integer gedrag
stimuleren, hij/zij zich/haar moet richten op de
integratie van de twee organisatieculturen. Dit kan de
compliance officer doen in de rol van cultuuradviseur.
Deze rol wordt verder toegelicht waarna enkele
handvatten worden gegeven hoe compliance het
organisatiegedrag tijdens de fusie kan beïnvloeden.
Risicogedrag tijdens het fusie- of overname-
proces
Vormen van risicogedrag
Wanneer het ene bedrijf door een ander bedrijf wordt
overgenomen of twee partijen besluiten om met
elkaar te fuseren kunnen er bij de uitwerking van de
integratie diverse gedragsconflicten op de loer liggen.2
Bijvoorbeeld als er een situatie ontstaat waarbij de ene
partij probeert haar ziens- en werkwijze aan de ander
op te leggen. Dit zal bij een overname eerder aan de
orde zijn dan bij een fusie van twee evengrote
bedrijven. Omdat de top van de organisatie zich richt
op het (inhoudelijk en financieel) managen van het
fusie- of overnameproces kan er minder aandacht zijn
voor het adresseren van deze conflicten.3, 4
De
conflicten kunnen zich uiten in risicogedrag.
Risicogedrag wordt in deze context beschouwd als
onwenselijke gedragingen tijdens het fusie- of
overnameproces die een negatieve invloed hebben op
het succes van de algehele integratie. Voorbeelden van
deze gedragingen kunnen zijn elkaar actief negeren of
juist constant opzoeken (‘confronteren’). Deze vormen
van organisatorische strijd kunnen leiden tot
onwenselijk gedrag dat tegen de gedragscode indruist.
Een concreet voorbeeld uit een willekeurige gedrag-
code is het bieden van een veilige werkplek voor
medewerkers. Indien deze norm geschonden wordt
bestaat het risico van integriteitschending.
Risicogedrag wordt in deze context
beschouwd als onwenselijke gedragin-
gen tijdens het fusie- of overnamepro-
ces die een negatieve invloed hebben
op het succes van de algehele integratie
Risicogedrag kan een negatieve invloed hebben op het
bereiken van synergie tussen de organisaties.5
Immers,
de tijd en aandacht die wordt besteed aan intern
‘gedoe’, kan niet aan het primaire proces worden
besteed. Bovendien draagt dit risicogedrag een
belangrijk compliancerisico. Wanneer beide partijen
meer met zichzelf en elkaar bezig zijn dan met het
resultaat van de gezamenlijke inspanning bestaat het
risico dat wet- en regelgeving wordt overtreden,
alsmede dat normen en gedragscodes binnen de
organisatie worden overschreden. Met andere
woorden, er ontstaat een onwenselijke dynamiek die
de nieuw gevormde organisatie direct gevoelig kan
maken voor integriteitsschendingen.
Risicogedrag als gevolg van misinterpretatie
Risicogedrag kan het fusie- of overnameproces
vertragen of bedreigen. Vanuit complianceperspectief
impliceert risicogedrag een bedreiging voor de
integriteit van de organisatie. Dit gedrag kan ontstaan
doordat beide partijen hun eigen identiteit en
werkwijze willen behouden of na het besef dat de
andere partij te weinig meebeweegt richting een
gezamenlijke integratie. Risicogedrag kan echter ook
voortkomen uit onbegrip. Het gaat hierbij om
onbegrip over de gedragingen van de andere partij;
waarom gedragen zij zich zoals zij zich gedragen? Dit
onbegrip kan om belangrijke zaken gaan, bijvoorbeeld
de wijze waarop de strategie wordt vastgesteld. Echter,
ook kleine gedragingen kunnen leiden tot veel
wederzijdse onduidelijkheid en daarmee ‘gevoelig’
liggen. Het gaat daarbij om arbitrair lijkende gedra-
gingen zoals de wijze waarop vragen van de klant
worden beantwoord of het tijdstip waarop de
nieuwsbrief wordt uitgestuurd. Het niet begrijpen van
elkaars gedrag kan leiden tot negatieve emoties en
wantrouwen, wat weer resulteert in een verhoogd
risico op miscommunicatie, onbegrip en risicogedrag.
In plaats van actief werken aan integratie ontstaat er
risicogedrag zoals de ander negeren of kleineren,
2
J. Boonstra, Leiders in cultuurverandering. Assen: Van
Gorcum 2010, en A.J.M. Straathof, Zoeken naar de kern
van cultuurverandering, Delft: Eburon 2009.
3
K. Bijlsma-Frankema, ‘On managing cultural integration
and cultural change processes in mergers and acquisiti-
ons’, Journal of European Industrial Training 2001/25(2/3/4).
4
Global Business Ethics Survey, 2016: http://www.ethics.
org/eci/research/eci-research/gbes.
5
R. Larsson & S. Finkelstein, ‘Integrating strategic,
organizational, and human resource perspectives on
mergers and acquisitions: A case survey of synergy
realization’, Organization science 1999-10.
249Tijdschrift voor Compliance - oktober 2016
DE COMPLIANCE OFFICER ALS CULTUURADVISEUR BIJ EEN FUSIE OF OVERNAME PRAKTIJK
waardoor de onderlinge relatie onder druk wordt
gezet en de kans op onbegrip alleen maar toeneemt.
Figuur 1: Afstand nemen van het fusieproces (Smit, 2016).
Gedrag als representant van de organisatie-
cultuur
Gedrag komt voort uit cultuur
Een onderscheid dat bestaat tussen het gedrag dat
door beide partijen vertoond wordt is het gevolg van
een onderscheid in organisatiecultuur.
De ‘organisatiecultuur’ is een begrip dat voortkomt
uit de antropologische wetenschap. In de jaren ’80
kwam het begrip in zwang binnen de management-
theorie. De definitie van Deal & Kennedy uit 1982
wordt nog veel gehanteerd. Zij stellen de organisatie-
cultuur gelijk aan ‘the way we do things around here’.6
Het
do refereert aan een onderliggende gemeenschappe-
lijkheid, begrip en identiteit die er bestaat tussen de
leden van cultuur. Deze gemeenschappelijkheid uit
zich in organisatiegedrag.
Het do refereert aan een onderliggende
gemeenschappelijkheid, begrip en
identiteit die er bestaat tussen de
leden van cultuur. Deze gemeenschap-
pelijkheid uit zich in organisatiegedrag
Edgar Schein7
introduceerde een model dat tot op de
dag van vandaag als zeer invloedrijk wordt be-
schouwd. In zijn model wordt de organisatiecultuur
beschouwd als een ‘ijsberg’, waarvan slechts een klein
gedeelte zichtbaar en daarmee objectief waarneem-
baar is. In Nederland introduceerde Straathof een
afgeleide van het model van Schein, gericht op het
meetbaar maken van cultuur en cultuurverandering.8
Beide auteurs beschouwen cultuur als een permanen-
te interactie van drie verschillende ‘lagen’.
1. Het gedrag binnen de organisatie wordt be-
schouwd als de bovenste meest zichtbare laag van
de cultuur, oftewel het gedeelte van de ijsberg dat
boven het water uitsteekt. Gemeenschappelijke
gedragspatronen ontstaan doordat de groepsleden
elkaars gedrag overnemen, met name het gedrag
dat leidt tot oplossingen en uitkomsten die binnen
de organisatie succesvol zijn en de onderlinge
binding versterken. Bij de ene organisatie kan het
bijvoorbeeld normaal zijn dat alle beslissingen
voorafgaand aan vergaderingen worden voorbereid
en beklonken, terwijl bij de andere organisatie
men gewend is pas na lange vergaderingen te
komen tot besluiten op basis van consensus.
2. Het gedrag van de groep komt voort en wordt
gelegitimeerd door een eigen mindset, oftewel een
combinatie van kernwaarden die binnen de groep
worden gedeeld. De mindset betreft de diepste
laag van cultuur en bestaat uit de waarden en
overtuigingen die de groep belangrijk vindt en
waar men naar handelt. Binnen de ene organisa-
tiecultuur kan bijvoorbeeld de nadruk liggen op
‘rechtvaardigheid’ en ‘gelijkheid’, terwijl bij de
andere organisatie het gedrag voortkomt uit een
behoefte aan ‘kwaliteit’ of ‘persoonlijke voldoe-
ning’.
3. De derde cultuurlaag wordt door Straathof ook
wel de arena genoemd. De arena betreft de
betrekkingen die bestaan tussen de groepsleden.
Hierbij gaat het om machtsrelaties, loyaliteitsver-
houdingen en vormen van groepsdruk die bestaan
tussen de groepsleden. In de organisatie bestaat er
bijvoorbeeld een grote machtsafstand tussen
leidinggevenden en medewerkers en in andere
organisaties zijn deze verhoudingen meer egalitair
verdeeld.
Zowel Schein als Straathof beschrijven de organisatie-
cultuur als een conserverend krachtenveld. Culturele
patronen, ofwel de bestendiging tussen en binnen de
drie cultuurlagen, zorgen voor duidelijkheid voor de
organisatieleden en construeren een gezamenlijke
identiteit en betekenis. Anders gezegd, het is voor de
organisatieleden duidelijk wie bij de groep hoort en
welk gedrag door wie gewenst is.
6
T.E. Deal & A.A. Kennedy, (1982). Corporate cultures:
The rites and rituals of organizational life. Reading/T.
Deal, A. Kennedy.–Mass: Addison-Wesley, 2, 98-103. Deloitte
& Touche (2002). Solving the merger mystery. Financial
Times, 12 februari.
7
E.H. Schein, ‘Coming to a new awareness of organizati-
onal culture’, Sloan Management Review 1984-25.
8
A.J.M. Straathof, Zoeken naar de kern van cultuurverande-
ring, Del–: Eburon 2009.
misinterpretatie
attributie:wij
begrijpenhun
gedrag niet
negatieve
emoties
weerstand
tegen
samenwerking
250 Tijdschrift voor Compliance - oktober 2016
DE COMPLIANCE OFFICER ALS CULTUURADVISEUR BIJ EEN FUSIE OF OVERNAME PRAKTIJK
Figuur 2: Cultuuranalyse aan de hand van het cultuur arena
model (Straathof, 2009).
Integratie van twee culturen kan leiden tot risi-
cogedrag
Als een organisatiecultuur wordt beschouwd als een
ijsberg, kan worden gesteld dat het integreren van
twee ijsbergen tijdens een fusie of overname geen
gemakkelijke opgave is. Onder water, op het niveau
van de groepsdynamiek en de kernwaarden, vinden
botsingen plaats die in eerste instantie niet zichtbaar
zijn.
Als de cultuur kan worden beschouwd
als het DNA van de organisatie bete-
kent het ter discussie stellen van de
cultuur in essentie het ter discussie
stellen van de organisatie an sich
Zeker als er sprake is van twee ‘sterke’ culturen
waarbij binnen iedere partij veel overeenstemming
bestaat over wat op welke manier wordt nagestreefd,
bestaat er weerstand om aan de eigen mindset te
tornen c.q. de cultuur ‘uit evenwicht te brengen’. Een
verandering in de mindset is een zeer ingrijpend
proces. Als de cultuur kan worden beschouwd als het
DNA van de organisatie9
betekent het ter discussie
stellen van de cultuur in essentie het ter discussie
stellen van de organisatie an sich. Omdat binnen elke
organisatie sprake is van een unieke combinatie van
waarden binnen de mindset wordt het werken vanuit
andere c.q. nieuwe waarden veelal als bedreigend
ervaren. Deze fundamentele verandering impliceert
het loslaten van bestaande overtuigingen, perspectie-
ven, zekerheden en het experimenteren met nieuw
gedrag. Dit verstoort de psychologische basisbehoefte
van veiligheid binnen de groep.10
Dit verklaart
waarom cultuurverschillen tot ingrijpende conflicten
en bijbehorend risicogedrag kunnen leiden en een
risico vormen voor het fusiesucces.
Dit verklaart waarom cultuurverschil-
len tot ingrijpende conflicten en bijbe-
horend risicogedrag kunnen leiden en
een risico vormen voor het fusiesucces
Gedrag is moeilijk veranderbaar
Vanuit het cultuurperspectief kan gedrag beschouwd
worden als een uiting of een verwezenlijking van de
waarden binnen de mindset. Daarmee vindt gedrag
niet ‘zomaar’ plaats, het is onderdeel van een
cultureel evenwicht dat er voor zorgt dat er gemeen-
schappelijkheid bestaat in een organisatie en er
duidelijkheid bestaat over wat op welke manier wordt
nagestreefd. Het aanpassen van gedrag impliceert
daarmee dat de cultuur uit evenwicht moet worden
gebracht. Anders gezegd, de verhoudingen binnen de
verschillende cultuurlagen moeten worden aangepast.
Dit is een moeilijk proces dat gepaard gaat met veel
onzekerheid en onduidelijkheid. Geen wonder dat een
cultuurverandering van een organisatie meestal
meerdere jaren in beslag neemt.11
De robuustheid van cultuur is de be-
langrijkste verklaringen voor het
ontstaan van onderlinge strijd waarin
beide culturen zo weinig mogelijk
eigenheid en balans proberen op te
geven
Eenzelfde redenering kan worden gemaakt voor
risicogedrag. De robuustheid van de organisatiecul-
tuur maakt dat het bedreigingen van buitenaf, zoals
een overname door een ander bedrijf of een door een
deel van de organisatie niet gewenste fusie, in eerste
instantie probeert te neutraliseren. Dat komt overeen
met de menselijke natuur; mensen willen in principe
wel veranderen maar willen niet veranderd worden.
De robuustheid van cultuur is de belangrijkste
verklaringen voor het ontstaan van onderlinge strijd
waarin beide culturen zo weinig mogelijk eigenheid
en balans proberen op te geven. Tussen beide partijen
kan een us versus them-mentaliteit ontstaan die zich
9
M. Pezzillo Iacono, Cultural Due Diligence as a
Proactive Strategy of Organizational Change: An
Empirical Analysis 2012.
10
H. Strikwerda, ‘Het realiseren van een cultuuromslag’,
Holland Management Review 2011.
11
E.H. Schein, Organizational culture and leadership (Vol. 2).
John Wiley & Sons, 2010-2.
251Tijdschrift voor Compliance - oktober 2016
DE COMPLIANCE OFFICER ALS CULTUURADVISEUR BIJ EEN FUSIE OF OVERNAME PRAKTIJK
dan uit in risicogedrag.12
In een poging van één of
beide partijen het conflict te ‘winnen’ ontstaan er
nieuwe integriteitsrisico’s. Er kan een klimaat
ontstaan waarin regels onduidelijk zijn of zelfs
conflicteren en de wijze waarop doelen worden
bereikt volledig ondergeschikt worden gemaakt aan
het doel zelf.
Het ethisch geweten mag niet gesust
worden maar moet tegenkracht
(countervailing power) bieden
De rol van compliance tijdens het overname- of
fusieproces
De hoofddoelstelling van compliance is het bewaken
van de integriteit van de organisatie. Zoals gesteld in
de inleiding gaat deze rol verder dan het voldoen aan
wettelijke en andere externe regelgeving. Het ethisch
geweten mag niet gesust worden maar moet tegen-
kracht (countervailing power) bieden.13
Zeker in tijden
van verandering, onzekerheid en de dynamiek die een
fusie met zicht meebrengt is de tegenkracht belang-
rijk voor het beschermen van de checks and balances,
het voorkomen van informatie-asymmetrie en het
gevaar van ongewenste groepsprocessen die goede
besluitvorming aantasten.
Voor het beschermen van de integriteit van de
organisatie is het van belang dat er aandacht is voor
het gedrag van de medewerkers. In de rol van
cultuuradviseur biedt de compliance officer hier
invulling aan door risicogedrag te voorspellen, te
monitoren en bewustwording te creëren over
onethisch gedrag gedurende het overname- of
fusieproces. Dit aandachtspunt in de rol van compli-
ance wordt op meerdere plaatsen bevestigd. In de
Global Business Ethics Survey van 2016 wordt gepleit
om prioriteit te leggen bij de human impact van de
fusie en deze te verbinden aan compliance. Wielenga
& van den Hout stelden in een eerder artikel van TvCO
dat compliance haar focus moet verbreden naar
gedrag en cultuur.14
De auteurs hebben daartoe
zogenaamde ‘richtlijnen’ opgesteld ten aanzien van de
relatie tussen compliance en de organisatiecultuur. Bij
deze richtlijnen ligt de nadruk op het bewaken van de
integriteit vanuit het culturele perspectief.
Op basis van bovenstaande beweringen kan geconclu-
deerd worden dat het van belang is dat de compliance
officer een impressie heeft van de aanwezige bedrijfs-
cultuur en in staat is de daarbij behorende complian-
cerisico’s op te merken. Daarmee wordt gesteld dat
compliance tijdens het fusie- of overnameproces de rol
moet nemen van een cultuuradviseur, in het streven
de integriteit van de nieuw gevormde organisatie te
bewaken.
In de rol van cultuuradviseur fungeert
de compliance officer als sparrings-
partner van het management of de
stuurgroep die verantwoordelijk is voor
het fusieproces
Invulling van de rol van cultuuradviseur
Vanuit een toezichthoudende functie kan de compli-
ance op verschillende manieren de rol van cultuurad-
viseur vervullen. De essentie van deze rol is zoals
eerder gesteld het signaleren dan wel vermijden van
risicogedrag. In de rol van cultuuradviseur fungeert
de compliance officer als sparringspartner van het
management of de stuurgroep die verantwoordelijk is
voor het fusieproces. Onderstaand worden ten behoeve
van de invulling van deze rol vijf voorbeelden gegeven:
• Het stellen van de juiste vragen
De compliance officer zorgt ervoor dat steeds de
juiste vragen worden gesteld: waarom bestaat deze
organisatie, waarom hebben de medewerkers van
de nieuwe organisatie uiteindelijk profijt van de
fusie of overname? Wat is de ‘raison d’ être’,
waarom hebben onze klanten profijt van de
overname of fusie, wat kunnen we onze klanten
hierna extra bieden?15
De antwoorden op deze
vragen moeten verder gaan dan het behalen van
synergieën en het maken van meer winst. Het
continue bewustzijnsproces dient niet slechts
getraind te worden, compliant gedrag staat in
dienst van de verwezenlijking van de kerndoelstel-
ling die slechts in de gezamenlijkheid van de
organisatie bereikt kan worden. De link tussen het
organisatiebelang en het persoonlijk belang van
de medewerkers en klanten is cruciaal voor een
succesvolle integratie. In die gezamenlijkheid
dienen de integrerende organisaties de sleutel te
vinden voor een verhoogd bewustzijn van het
belang van een correcte en daarmee duurzame
verwezenlijking van de fusie dan wel overname.
Hierdoor wordt het gedrag aanvullend gestut door
een motiverende factor waarbij de nadruk ligt op
de wortel en niet de stok.16
12
K. Bijlsma-Frankema, ‘On managing cultural integra-
tion and cultural change processes in mergers and
acquisitions’, Journal of European Industrial Training 2001.
13
S. Bleker-van Eyk, Van Holbewoner tot Marsverkenner
2015.
14
C.A. Wielenga en drs. H.T.J.M. van den Hout, ‘De rol van
de compliance officer ten aanzien van gedrag en
cultuur. De stand tot nu toe en de verwachtingen voor
2013-2014’, Tijdschrift voor Compliance 4 december 2012.
15
F. Trompenaars & M. Nijhoff Asser, (2011), The Global
M&A Tango, How to Reconcile Cultural Differences in Merger,
Acquisitions and Strategic Partnerships, McGraw – Hill.
16
S. Bleker-van Eyk, Van Holbewoner tot Marsverkenner
2015.
252 Tijdschrift voor Compliance - oktober 2016
DE COMPLIANCE OFFICER ALS CULTUURADVISEUR BIJ EEN FUSIE OF OVERNAME PRAKTIJK
• Signaleren van onderlinge gedrag/cultuurverschillen
Een fusie of een grote overname vraagt om het
integreren en vormgeven van een nieuwe geza-
menlijke gedragscode en onderliggende guiding
values. Ter voorbereiding hierop is het van belang
gaps en blind spots te identificeren die in de
praktijk over het hoofd kunnen worden gezien en
mogelijk gevoelig liggen. Door deze verschillen in
gedragscodes te benoemen en te bespreken met
beide partijen kunnen er gezamenlijke overtuigin-
gen ontstaan die het fundament vormen voor de
gezamenlijke code. Bovendien leidt de bespreking
van wenselijk gedrag tot meer draagvlak bij beide
partijen voor het naleven van de nieuwe code.
Draagvlak ontstaat tevens door medewerkers de
mogelijkheid te geven om input te geven op deze
nieuwe code in de vorm van kritiek, zorgen en
vragen alvorens deze definitief wordt vastgesteld.
• Versterken van de legitimering
Het implementeren van nieuw beleid of stimule-
ren van (gedrags)verandering heeft weinig zin als
daar geen legitimering voor wordt gegeven.
Mensen zijn intrinsiek gemotiveerd op het
moment dat duidelijk is ‘waarom’ zij hun gedrag
moeten veranderen. Organisaties zijn vaak goed in
staat om te omschrijven wat ze doen, maar niet
waarom ze bepaalde dingen doen. De why, zoals
beschreven door Simon Sinek is de guiding star op
de horizon die de organisatie altijd zal nastreven,
maar nooit zal bereiken.17
Daaruit volgt dat de
why van de fusie en van het gewenste gedrag
duidelijk door de top aan de medewerkers moet
worden gecommuniceerd.18
Hierdoor zijn de
medewerkers in staat een nieuwe betekenis te
geven voor hun dagelijkse werkzaamheden. Deze
‘herinterpretatie’ is nodig om tot nieuw gedrag te
komen.19
• Stimuleren van voorbeeldgedrag.
‘Goed voorbeeld doet volgen’ is een bekende
uitdrukking die in deze context van groot belang
is.
Steun van het topmanagement voor het bewaken
van integer gedrag en het naleven van de nieuwe
gedragscode is cruciaal. Zij ‘dragen’ de nieuwe
cultuur uit door het tonen van (voorbeeld)gedrag
en de manier waarop zij omgaan met conflicten
en risico’s. Wanneer de top zich committeert aan
de nieuwe gedragscode en deze zichtbaar naleeft,
zal dit tot navolging leiden in de andere delen van
de organisatie. In de regel heeft de top tijdens de
fusie haar handen vol aan het inhoudelijk en
financieel aansturen van het fusieproces. Het is
daarom van belang dat compliance het manage-
ment bewust maakt van de aandacht die er in het
fusieproces moet zijn voor integer handelen en dat
zij bewust worden gemaakt van de impact van hun
eigen gedrag tijdens het fusieproces.
• Training/ bespreekbaar maken van ethische dilemma’s
Een grote organisatieverandering zoals een fusie
of een significante overname biedt de mogelijk-
heid om medewerkers (hernieuwd) kennis te laten
maken met de gedragscode en de onderliggende
guiding values van de organisatie. Het bespreek-
baar maken van de gezamenlijke values en de
ethische dilemma’s die dat met zich meebrengt is
een manier om de gedragscode te activeren. Met
andere woorden, door ruimte te bieden voor
tegenspraak kan er een dialoog ontstaan over wat
als wenselijk gedrag wordt beschouwd en wat niet.
Medewerkers kunnen daarbij een beter beeld
krijgen van hoe de code toegepast kan worden in
hun specifieke (werk)situatie. Bijvoorbeeld door
het bespreken van casuïstiek en te onderzoeken
wat de uitgangspunten in die situatie betekenen.
Vereist mandaat vanuit het management
De compliance officer is niet alleen vanuit legal maar
ook vanuit cultuurperspectief een actieve partner voor
het management. Als partner van het management
moet de compliance officer ook aan kunnen geven
wanneer de koers moet veranderen of activiteiten zelfs
deels tot stilstand gebracht moet worden. De compli-
ance officer dient daarom direct toegang te hebben tot
de Raad van Bestuur en in sommige gevallen zelfs tot
de Raad van Commissarissen. Dit betekent niet dat de
compliance officer hier zelf de besluiten over neemt,
dat ligt bij de bestuurders. Wel dient het perspectief
en aandachtspunten van de compliance officer in
termen van cultuur en integriteit meegewogen te
worden in de besluitvorming.
De toegang tot en het mandaat om vanuit cultuurper-
spectief adviezen te geven over de voortgang van de
voorbereidingen van een overname of fusie dient te
gelden voor de compliance officers van beide organisa-
ties. De afstemming en samenwerking tussen beide
officers tijdens de voorbereiding van een integratie is
van groot belang. Indien het beeld bestaat dat de
compliance officer van partij 1 de guiding values en
business principles oplegt aan partij 2 kan dit door
partij 2 ervaren worden als ongewenste bemoeienis of
indoctrinatie.
De essentie van het werk van de com-
pliance officer is het beschermen van
de integriteit van de organisatie
Ten slotte
De essentie van het werk van de compliance officer is
het beschermen van de integriteit van de organisatie.
Het toezichtkader wordt ingegeven door externe
wet- en regelgeving maar de invulling van het kader is
een resultante van het organisatiegedrag dat wordt
vertoond. Daarmee zijn compliance en gedrag met
elkaar verbonden. Als ‘tegenkracht’ van de nieuwe
organisatie beschermt de compliance officer ten eerste
17
S. Sinek, Start with why: How great leaders inspire everyone to take
action, Penguin UK 2011.
18
V. Smeets, K. Ierulli & M. Gibbs, Mergers of equals and unequals,
IZA Discussion Paper, Bonn: Leibniz Gemeinschaft 2006.
19
K.E. Weick, Sensemaking in organizations, Sage 1995.
253Tijdschrift voor Compliance - oktober 2016
DE COMPLIANCE OFFICER ALS CULTUURADVISEUR BIJ EEN FUSIE OF OVERNAME PRAKTIJK
de organisatie voor non-compliance van externe regels
en richtlijnen. Ten tweede dient de compliance officer
als het ‘geweten’ van de organisatie waarbij hij/zij de
taak heeft om het gewenste gedrag te bewaken.20
Tijdens een overname of een fusie van twee organisa-
ties kan er risicogedrag ontstaan. Dit komt voort uit
de behoefte van beide partijen om hun eigen cultuur
te behouden. Beiden zijn er op gericht zo weinig
mogelijk van hun eigen cultuur op de geven zodat de
eigen identiteit, de onderliggende verhoudingen en de
eigen manier van handelen niet in gevaar komen.
Om risicogedrag en daarmee de inte-
griteit van de organisatie te bescher-
men is het noodzakelijk dat compliance
zich richt op de organisatiecultuur
Om risicogedrag en daarmee de integriteit van de
organisatie te beschermen is het noodzakelijk dat
compliance zich richt op de organisatiecultuur.
Daartoe kan de compliance officer zijn/haar focus
verbreden door de rol aan te nemen van cultuuradvi-
seur. In deze rol zorgt compliance er voor dat er een
nieuwe door beide partijen gedragen gedragscode
wordt opgesteld, gebaseerd op de guiding values die
het fundament vormen van de nieuwe organisatie.
Integer gedrag wordt daarmee iets dat bespreekbaar
en bediscussieerbaar is, in plaats van dat het verdwijnt
in documenten, beleid en handleidingen alleen.
Daarnaast zorgt de cultuuradviseur ervoor dat het
gedrag zoals beschreven in de code gestimuleerd
wordt. Daartoe dient de compliance officer mandaat
te krijgen van het management om hier op te acteren.
Daarnaast is het belangrijk om nauw samen te werken
met het topmanagement en HR. Het management
heeft een belangrijke voorbeeldrol, waarvan zij
bewust moet worden gemaakt. Bovendien is bekend
dat bij een overname of een fusie de topprioriteit legt
bij de inhoud en financiën21
, waardoor de aandacht
voor communicatie (het ‘waarom’ van de fusie of
overname) en gewenst organisatiegedrag beperkt blijft
met integriteitsrisico’s tot gevolg. HR kan de aandacht
voor wenselijke gedrag integreren in het trainingsaan-
bod voor de medewerkers, bijvoorbeeld als onderdeel
van het (opnieuw) kennis laten maken met de guiding
values die de nieuwe organisatie zichzelf heeft gesteld.
Bij het invullen van de rol van cultuuradviseur
worden tenslotte nog twee opmerkingen gemaakt:
Het veranderen van gedrag is geen sinecure. Omdat
gedrag een uiting is van onderliggende waarden
betekent een verandering van gedrag een ingrijpend
en langdurig proces. Als medewerkers gedwongen
worden zich anders te gedragen maar het hier niet
mee eens zijn, bestaat de kans dat de oude cultuur
zich eerder bestendigd dan dat er beweging ontstaat
naar de gewenste cultuur. Gedragsverandering raakt
menselijke basiszekerheden zoals identiteit en
veiligheid, waardoor het een uiterst gevoelig traject
betekent dat meestal meerdere jaren in beslag neemt.
Integriteit is een van de (weinige)
dingen die na een fusie of een grote
overname niet verandert en niet on-
derhandelbaar is. Het is juist hetgeen
de twee samensmeltende organisaties
(ver)bindt
De aanpassing van gedrag, bijvoorbeeld aan de
ethische standaard of gedragscode die de organisatie
stelt, wordt uiteindelijk door de organisatieleden zelf
gedaan. De compliance officer kan dat niet voor hen
doen. Dat betekent dat compliance niet verantwoorde-
lijk kan worden gehouden voor het bereiken van de
gewenste gedragsverandering. De verantwoordelijk-
heid gaat in deze over het proces, waarbij bewustwor-
ding wordt gecreëerd en de organisatieleden worden
gefaciliteerd hun gedrag en daarmee hun cultuur te
verbinden aan de nieuwe guiding values.
Integriteit is een van de (weinige) dingen die na een
fusie of een grote overname niet verandert en niet
onderhandelbaar is. Het is juist hetgeen de twee
samensmeltende organisaties (ver)bindt.
20
S. Bleker – van Eyk, Compliance Officer 2.0.
21
J. Bultsma, Focus op fusie, Uitgeverij Van Gorcum 2004.

More Related Content

Similar to De compliance officer als cultuuradviseur bij een fusie

Principled performance
Principled performancePrincipled performance
Principled performance
Koen Smit
 
November 2015 - PPR
November 2015 - PPRNovember 2015 - PPR
November 2015 - PPR
Pascal Laven
 
Artikel Synthetron_WSENE
Artikel Synthetron_WSENEArtikel Synthetron_WSENE
Artikel Synthetron_WSENE
Leo Dijkema CMC
 
De paradox tussen Controle en Vertrouwen
De paradox tussen Controle en VertrouwenDe paradox tussen Controle en Vertrouwen
De paradox tussen Controle en Vertrouwen
Hans Kwakman
 

Similar to De compliance officer als cultuuradviseur bij een fusie (20)

Win Win
Win WinWin Win
Win Win
 
Whitepaper business rules
Whitepaper business rulesWhitepaper business rules
Whitepaper business rules
 
Frank van der Geld
Frank van der GeldFrank van der Geld
Frank van der Geld
 
Principled performance
Principled performancePrincipled performance
Principled performance
 
Congres Mobbing Nov. 08
Congres Mobbing Nov. 08Congres Mobbing Nov. 08
Congres Mobbing Nov. 08
 
Entrepreneurial governance in het MKB
Entrepreneurial governance in het MKBEntrepreneurial governance in het MKB
Entrepreneurial governance in het MKB
 
Over het ontwerpen van organisatie, structuren en controle van de output. Een...
Over het ontwerpen van organisatie, structuren en controle van de output. Een...Over het ontwerpen van organisatie, structuren en controle van de output. Een...
Over het ontwerpen van organisatie, structuren en controle van de output. Een...
 
Principled Performance
Principled PerformancePrincipled Performance
Principled Performance
 
Zijn zzp'ers medemerkbouwers
Zijn zzp'ers medemerkbouwersZijn zzp'ers medemerkbouwers
Zijn zzp'ers medemerkbouwers
 
Waardig Organiseren Artikel
Waardig Organiseren ArtikelWaardig Organiseren Artikel
Waardig Organiseren Artikel
 
November 2015 - PPR
November 2015 - PPRNovember 2015 - PPR
November 2015 - PPR
 
Artikel Synthetron_WSENE
Artikel Synthetron_WSENEArtikel Synthetron_WSENE
Artikel Synthetron_WSENE
 
Governance 2.0 in het onderwijs. modernisering bestuur en organisatie prakti...
Governance 2.0 in het onderwijs. modernisering bestuur en organisatie  prakti...Governance 2.0 in het onderwijs. modernisering bestuur en organisatie  prakti...
Governance 2.0 in het onderwijs. modernisering bestuur en organisatie prakti...
 
Op zoek naar de leider in jezelf
Op zoek naar de leider in jezelfOp zoek naar de leider in jezelf
Op zoek naar de leider in jezelf
 
De paradox tussen Controle en Vertrouwen
De paradox tussen Controle en VertrouwenDe paradox tussen Controle en Vertrouwen
De paradox tussen Controle en Vertrouwen
 
Paper trail als toe-gevoegde waarde in toezichtsproces
Paper trail als toe-gevoegde waarde in toezichtsprocesPaper trail als toe-gevoegde waarde in toezichtsproces
Paper trail als toe-gevoegde waarde in toezichtsproces
 
Duurzaamheid_AKD
Duurzaamheid_AKDDuurzaamheid_AKD
Duurzaamheid_AKD
 
Presentatie deugdethiek
Presentatie deugdethiekPresentatie deugdethiek
Presentatie deugdethiek
 
De leider als volger
De leider als volgerDe leider als volger
De leider als volger
 
Whitepaper Troubleshooting in Allianties - Wat als het tegenvalt met je strat...
Whitepaper Troubleshooting in Allianties - Wat als het tegenvalt met je strat...Whitepaper Troubleshooting in Allianties - Wat als het tegenvalt met je strat...
Whitepaper Troubleshooting in Allianties - Wat als het tegenvalt met je strat...
 

More from Hogeschool van Amsterdam | Amsterdam University of Applied Sciences

'De storm doorstaan'. Longitudinaal onderzoek naar cultuurverandering tijdens...
'De storm doorstaan'. Longitudinaal onderzoek naar cultuurverandering tijdens...'De storm doorstaan'. Longitudinaal onderzoek naar cultuurverandering tijdens...
'De storm doorstaan'. Longitudinaal onderzoek naar cultuurverandering tijdens...
Hogeschool van Amsterdam | Amsterdam University of Applied Sciences
 
Taminiau Smit De Lange 2009
Taminiau Smit De Lange 2009Taminiau Smit De Lange 2009

More from Hogeschool van Amsterdam | Amsterdam University of Applied Sciences (19)

De transitie naar hybride werken
De transitie naar hybride werkenDe transitie naar hybride werken
De transitie naar hybride werken
 
Klaar om te wenden: onderzoek naar veranderbereidheid van ambtenaren.
Klaar om te wenden: onderzoek naar veranderbereidheid van ambtenaren.Klaar om te wenden: onderzoek naar veranderbereidheid van ambtenaren.
Klaar om te wenden: onderzoek naar veranderbereidheid van ambtenaren.
 
Werkdruk onder de loep: Van algemene aanpak naar gerichte interventies
Werkdruk onder de loep: Van algemene aanpak naar gerichte interventiesWerkdruk onder de loep: Van algemene aanpak naar gerichte interventies
Werkdruk onder de loep: Van algemene aanpak naar gerichte interventies
 
insights in cultural change during organizational transformation
insights in cultural change during organizational transformationinsights in cultural change during organizational transformation
insights in cultural change during organizational transformation
 
'De storm doorstaan'. Longitudinaal onderzoek naar cultuurverandering tijdens...
'De storm doorstaan'. Longitudinaal onderzoek naar cultuurverandering tijdens...'De storm doorstaan'. Longitudinaal onderzoek naar cultuurverandering tijdens...
'De storm doorstaan'. Longitudinaal onderzoek naar cultuurverandering tijdens...
 
samenvatting proefschrift 'de storm doorstaan'
samenvatting proefschrift 'de storm doorstaan'samenvatting proefschrift 'de storm doorstaan'
samenvatting proefschrift 'de storm doorstaan'
 
7 'red flags' voor fraude en corruptie
7 'red flags' voor fraude en corruptie7 'red flags' voor fraude en corruptie
7 'red flags' voor fraude en corruptie
 
Maakt gelegenheid de dief?
Maakt gelegenheid de dief? Maakt gelegenheid de dief?
Maakt gelegenheid de dief?
 
gastcolumn M&C: Grote Schoonmaak
gastcolumn M&C: Grote Schoonmaakgastcolumn M&C: Grote Schoonmaak
gastcolumn M&C: Grote Schoonmaak
 
creating an innovative culture
creating an innovative culturecreating an innovative culture
creating an innovative culture
 
Vijf fusiemythes over organisatiecultuur ontkracht
Vijf fusiemythes over organisatiecultuur ontkracht Vijf fusiemythes over organisatiecultuur ontkracht
Vijf fusiemythes over organisatiecultuur ontkracht
 
141205 presentatie cultuur en cultuurverandering
141205 presentatie cultuur en cultuurverandering141205 presentatie cultuur en cultuurverandering
141205 presentatie cultuur en cultuurverandering
 
140909 gastcollege organisatiefusie minor
140909 gastcollege organisatiefusie minor 140909 gastcollege organisatiefusie minor
140909 gastcollege organisatiefusie minor
 
Splits de onderwijskolom naar doelstelling van onderwijs
Splits de onderwijskolom naar doelstelling van onderwijsSplits de onderwijskolom naar doelstelling van onderwijs
Splits de onderwijskolom naar doelstelling van onderwijs
 
130628 resultaat workshop m&o congres
130628 resultaat workshop m&o congres130628 resultaat workshop m&o congres
130628 resultaat workshop m&o congres
 
130526 congres lectoraat management van cultuurverandering
130526 congres lectoraat management van cultuurverandering130526 congres lectoraat management van cultuurverandering
130526 congres lectoraat management van cultuurverandering
 
Onderwijslab A
Onderwijslab AOnderwijslab A
Onderwijslab A
 
Wereld Proeftuinen Samenwerking Met 4 Focuslanden
Wereld Proeftuinen Samenwerking Met 4 FocuslandenWereld Proeftuinen Samenwerking Met 4 Focuslanden
Wereld Proeftuinen Samenwerking Met 4 Focuslanden
 
Taminiau Smit De Lange 2009
Taminiau Smit De Lange 2009Taminiau Smit De Lange 2009
Taminiau Smit De Lange 2009
 

De compliance officer als cultuuradviseur bij een fusie

  • 1. 247Tijdschrift voor Compliance - oktober 2016 DE COMPLIANCE OFFICER ALS CULTUURADVISEUR BIJ EEN FUSIE OF OVERNAME PRAKTIJK Inleiding: De rol van Compliance Compliance gaat over gedrag Iedere organisatie moet voldoen aan relevante wetten en regels. Deze wetten en regelgeving vormen het kader waarbinnen de organisatie zich kan en mag bewegen. Het bewaken van dit kader is het uitgangs- punt van de functie van de compliance officer. Hij/zij dient op de hoogte te zijn van deze relevante wetten en regels en de daaruit voorvloeiende vereisten voor de organisatie in de vorm van interne regelgeving en richtlijnen. Compliance is echter meer dan dat. Integriteit komt voort uit de gedachte dat moreel juist handelen meer behelst dan enkel het voldoen aan normen.1 Vanuit het perspectief van integriteit wordt compliant zijn gedefinieerd als integer zijn. Integriteit is de na te streven waarde die geldt als oriëntatiepunt voor alles wat een ieder binnen de organisatie doet: gedrag. Dit betekent dat de compliance officer zich ook moet richten op gedrag. Integriteit is de na te streven waarde die geldt als oriëntatiepunt voor alles wat een ieder binnen de organisatie doet: gedrag. Dit betekent dat de compliance officer zich ook moet richten op gedrag Het bewaken van het kader waarbinnen de organisatie zich mag bewegen is het uitgangspunt maar niet de invulling van het kader. De invulling ontstaat door het gedrag dat vertoond wordt door de bestuurder en medewerkers. Gedrag in termen van hoe keuzes worden gemaakt, problemen worden opgelost, hoe zij met elkaar en met klanten omgaan, etcetera. Anders gezegd, het is het organisatiegedrag dat uiteindelijk de beweging van de organisatie bepaalt. Daarmee kan worden gesteld dat compliance oftewel to comply with uiteindelijk gaat over welk gedrag binnen de organisa- tie door de top en werkvloer wordt vertoond. Integri- teit en compliance zijn daarmee sterk met elkaar verbonden. Het is voor de compliance officer niet alleen van belang dat het gedrag ‘binnen de lijntjes’ van het wettelijke kader valt. Voldoen aan wetgeving is niet hetzelfde als integer handelen. Het actief zoeken naar mazen in de wet en het ontwikkelen van weinig transparante producten zijn gedragingen die veelal niet als integer worden beschouwd, zo bleek onlangs nog uit de ophef die is ontstaan naar aanleiding van de Panama papers. Het gedrag conform de wetgeving en externe regels gaat over required behavior (demand), het integer handelen over desired behavior (desire). Het is de taak van de compliance officer om hier een goede balans in te vinden. Binnen de organisatie moet duidelijk zijn welk gedrag als wenselijk wordt beschouwd en welk gedrag niet. Dit staat vermeld in het integriteitsbeleid en de gedragscode van de organisatie. De compliance officer heeft een belangrijke functie in het vaststellen van de code en er op toe te zien dat medewerkers zich hier aan houden. De gedragscode is veelal gebaseerd op de waarden en normen die de organisatie zichzelf stelt, de zogenaamde guiding values. Deze kernwaarden vormen het fundament van de gewenste organisatie- cultuur. Tijdens een fusie van twee organisaties of een overname van de ene organisatie door een andere heeft de compliance officer, naast de legale taken een belangrijke rol bij het integreren van de gedragscodes van beide organisaties. Dit impliceert dat de guiding values die hier aan ten grondslag liggen moeten worden heroverwogen, zodat het voor iedereen binnen de nieuwe organisatie duidelijk is wat er op welke manier wordt nagestreefd. De samenvoeging van de guiding values van twee organisaties, oftewel het integreren van twee fundamenten tot één geheel, gaat in de regel niet zonder slag of stoot. Tijdens het fusie- of overnameproces kan daardoor niet-integer gedrag ontstaan dat tegen het gewenste gedrag, zoals * Wouter Smit is promovendus cultuurtransitie en docent gedrag en organisatie aan de Hogeschool van Amsterdam. Mirna Sivro is als Compliance & Ethics professional werkzaam bij Ahold Delhaize. Dit artikel is geschreven op persoonlijke titel en bevat geen directe voorbeelden uit de praktijk. 1 L.S. Paine, ‘Managing for Organizational Integrity’, Harvard Business Review 1994. De compliance officer als cultuuradviseur bij een fusie of overname drs. W. Smit en MSc. M. Sivro* Trefwoorden: integriteit, compliance, cultuur, fusie, overname
  • 2. 248 Tijdschrift voor Compliance - oktober 2016 DE COMPLIANCE OFFICER ALS CULTUURADVISEUR BIJ EEN FUSIE OF OVERNAME PRAKTIJK beschreven staat in de gedragscode, indruist. Dit gedrag wordt in dit artikel beschouwd als het ‘risicogedrag’ dat kan plaatsvinden tijdens een fusie of overname. Naast het integreren van de gedragscode, zou het mogelijke risicogedrag de focus moeten zijn van compliance. Daarnaast is het belangrijk dat het gewenste integere gedrag gestimuleerd wordt zodat dit binnen de organisatie breder wordt vertoond. Opbouw van dit artikel Als eerste zal worden ingegaan op het risicogedrag dat plaats kan vinden tijdens een overname of een fusie. Gedrag kan worden beschouwd als een uiting van de organisatiecultuur, zoals zal blijken uit de theoreti- sche achtergrond. Dit impliceert dat, wil de compli- ance officer risicogedrag vermijden en integer gedrag stimuleren, hij/zij zich/haar moet richten op de integratie van de twee organisatieculturen. Dit kan de compliance officer doen in de rol van cultuuradviseur. Deze rol wordt verder toegelicht waarna enkele handvatten worden gegeven hoe compliance het organisatiegedrag tijdens de fusie kan beïnvloeden. Risicogedrag tijdens het fusie- of overname- proces Vormen van risicogedrag Wanneer het ene bedrijf door een ander bedrijf wordt overgenomen of twee partijen besluiten om met elkaar te fuseren kunnen er bij de uitwerking van de integratie diverse gedragsconflicten op de loer liggen.2 Bijvoorbeeld als er een situatie ontstaat waarbij de ene partij probeert haar ziens- en werkwijze aan de ander op te leggen. Dit zal bij een overname eerder aan de orde zijn dan bij een fusie van twee evengrote bedrijven. Omdat de top van de organisatie zich richt op het (inhoudelijk en financieel) managen van het fusie- of overnameproces kan er minder aandacht zijn voor het adresseren van deze conflicten.3, 4 De conflicten kunnen zich uiten in risicogedrag. Risicogedrag wordt in deze context beschouwd als onwenselijke gedragingen tijdens het fusie- of overnameproces die een negatieve invloed hebben op het succes van de algehele integratie. Voorbeelden van deze gedragingen kunnen zijn elkaar actief negeren of juist constant opzoeken (‘confronteren’). Deze vormen van organisatorische strijd kunnen leiden tot onwenselijk gedrag dat tegen de gedragscode indruist. Een concreet voorbeeld uit een willekeurige gedrag- code is het bieden van een veilige werkplek voor medewerkers. Indien deze norm geschonden wordt bestaat het risico van integriteitschending. Risicogedrag wordt in deze context beschouwd als onwenselijke gedragin- gen tijdens het fusie- of overnamepro- ces die een negatieve invloed hebben op het succes van de algehele integratie Risicogedrag kan een negatieve invloed hebben op het bereiken van synergie tussen de organisaties.5 Immers, de tijd en aandacht die wordt besteed aan intern ‘gedoe’, kan niet aan het primaire proces worden besteed. Bovendien draagt dit risicogedrag een belangrijk compliancerisico. Wanneer beide partijen meer met zichzelf en elkaar bezig zijn dan met het resultaat van de gezamenlijke inspanning bestaat het risico dat wet- en regelgeving wordt overtreden, alsmede dat normen en gedragscodes binnen de organisatie worden overschreden. Met andere woorden, er ontstaat een onwenselijke dynamiek die de nieuw gevormde organisatie direct gevoelig kan maken voor integriteitsschendingen. Risicogedrag als gevolg van misinterpretatie Risicogedrag kan het fusie- of overnameproces vertragen of bedreigen. Vanuit complianceperspectief impliceert risicogedrag een bedreiging voor de integriteit van de organisatie. Dit gedrag kan ontstaan doordat beide partijen hun eigen identiteit en werkwijze willen behouden of na het besef dat de andere partij te weinig meebeweegt richting een gezamenlijke integratie. Risicogedrag kan echter ook voortkomen uit onbegrip. Het gaat hierbij om onbegrip over de gedragingen van de andere partij; waarom gedragen zij zich zoals zij zich gedragen? Dit onbegrip kan om belangrijke zaken gaan, bijvoorbeeld de wijze waarop de strategie wordt vastgesteld. Echter, ook kleine gedragingen kunnen leiden tot veel wederzijdse onduidelijkheid en daarmee ‘gevoelig’ liggen. Het gaat daarbij om arbitrair lijkende gedra- gingen zoals de wijze waarop vragen van de klant worden beantwoord of het tijdstip waarop de nieuwsbrief wordt uitgestuurd. Het niet begrijpen van elkaars gedrag kan leiden tot negatieve emoties en wantrouwen, wat weer resulteert in een verhoogd risico op miscommunicatie, onbegrip en risicogedrag. In plaats van actief werken aan integratie ontstaat er risicogedrag zoals de ander negeren of kleineren, 2 J. Boonstra, Leiders in cultuurverandering. Assen: Van Gorcum 2010, en A.J.M. Straathof, Zoeken naar de kern van cultuurverandering, Delft: Eburon 2009. 3 K. Bijlsma-Frankema, ‘On managing cultural integration and cultural change processes in mergers and acquisiti- ons’, Journal of European Industrial Training 2001/25(2/3/4). 4 Global Business Ethics Survey, 2016: http://www.ethics. org/eci/research/eci-research/gbes. 5 R. Larsson & S. Finkelstein, ‘Integrating strategic, organizational, and human resource perspectives on mergers and acquisitions: A case survey of synergy realization’, Organization science 1999-10.
  • 3. 249Tijdschrift voor Compliance - oktober 2016 DE COMPLIANCE OFFICER ALS CULTUURADVISEUR BIJ EEN FUSIE OF OVERNAME PRAKTIJK waardoor de onderlinge relatie onder druk wordt gezet en de kans op onbegrip alleen maar toeneemt. Figuur 1: Afstand nemen van het fusieproces (Smit, 2016). Gedrag als representant van de organisatie- cultuur Gedrag komt voort uit cultuur Een onderscheid dat bestaat tussen het gedrag dat door beide partijen vertoond wordt is het gevolg van een onderscheid in organisatiecultuur. De ‘organisatiecultuur’ is een begrip dat voortkomt uit de antropologische wetenschap. In de jaren ’80 kwam het begrip in zwang binnen de management- theorie. De definitie van Deal & Kennedy uit 1982 wordt nog veel gehanteerd. Zij stellen de organisatie- cultuur gelijk aan ‘the way we do things around here’.6 Het do refereert aan een onderliggende gemeenschappe- lijkheid, begrip en identiteit die er bestaat tussen de leden van cultuur. Deze gemeenschappelijkheid uit zich in organisatiegedrag. Het do refereert aan een onderliggende gemeenschappelijkheid, begrip en identiteit die er bestaat tussen de leden van cultuur. Deze gemeenschap- pelijkheid uit zich in organisatiegedrag Edgar Schein7 introduceerde een model dat tot op de dag van vandaag als zeer invloedrijk wordt be- schouwd. In zijn model wordt de organisatiecultuur beschouwd als een ‘ijsberg’, waarvan slechts een klein gedeelte zichtbaar en daarmee objectief waarneem- baar is. In Nederland introduceerde Straathof een afgeleide van het model van Schein, gericht op het meetbaar maken van cultuur en cultuurverandering.8 Beide auteurs beschouwen cultuur als een permanen- te interactie van drie verschillende ‘lagen’. 1. Het gedrag binnen de organisatie wordt be- schouwd als de bovenste meest zichtbare laag van de cultuur, oftewel het gedeelte van de ijsberg dat boven het water uitsteekt. Gemeenschappelijke gedragspatronen ontstaan doordat de groepsleden elkaars gedrag overnemen, met name het gedrag dat leidt tot oplossingen en uitkomsten die binnen de organisatie succesvol zijn en de onderlinge binding versterken. Bij de ene organisatie kan het bijvoorbeeld normaal zijn dat alle beslissingen voorafgaand aan vergaderingen worden voorbereid en beklonken, terwijl bij de andere organisatie men gewend is pas na lange vergaderingen te komen tot besluiten op basis van consensus. 2. Het gedrag van de groep komt voort en wordt gelegitimeerd door een eigen mindset, oftewel een combinatie van kernwaarden die binnen de groep worden gedeeld. De mindset betreft de diepste laag van cultuur en bestaat uit de waarden en overtuigingen die de groep belangrijk vindt en waar men naar handelt. Binnen de ene organisa- tiecultuur kan bijvoorbeeld de nadruk liggen op ‘rechtvaardigheid’ en ‘gelijkheid’, terwijl bij de andere organisatie het gedrag voortkomt uit een behoefte aan ‘kwaliteit’ of ‘persoonlijke voldoe- ning’. 3. De derde cultuurlaag wordt door Straathof ook wel de arena genoemd. De arena betreft de betrekkingen die bestaan tussen de groepsleden. Hierbij gaat het om machtsrelaties, loyaliteitsver- houdingen en vormen van groepsdruk die bestaan tussen de groepsleden. In de organisatie bestaat er bijvoorbeeld een grote machtsafstand tussen leidinggevenden en medewerkers en in andere organisaties zijn deze verhoudingen meer egalitair verdeeld. Zowel Schein als Straathof beschrijven de organisatie- cultuur als een conserverend krachtenveld. Culturele patronen, ofwel de bestendiging tussen en binnen de drie cultuurlagen, zorgen voor duidelijkheid voor de organisatieleden en construeren een gezamenlijke identiteit en betekenis. Anders gezegd, het is voor de organisatieleden duidelijk wie bij de groep hoort en welk gedrag door wie gewenst is. 6 T.E. Deal & A.A. Kennedy, (1982). Corporate cultures: The rites and rituals of organizational life. Reading/T. Deal, A. Kennedy.–Mass: Addison-Wesley, 2, 98-103. Deloitte & Touche (2002). Solving the merger mystery. Financial Times, 12 februari. 7 E.H. Schein, ‘Coming to a new awareness of organizati- onal culture’, Sloan Management Review 1984-25. 8 A.J.M. Straathof, Zoeken naar de kern van cultuurverande- ring, Del–: Eburon 2009. misinterpretatie attributie:wij begrijpenhun gedrag niet negatieve emoties weerstand tegen samenwerking
  • 4. 250 Tijdschrift voor Compliance - oktober 2016 DE COMPLIANCE OFFICER ALS CULTUURADVISEUR BIJ EEN FUSIE OF OVERNAME PRAKTIJK Figuur 2: Cultuuranalyse aan de hand van het cultuur arena model (Straathof, 2009). Integratie van twee culturen kan leiden tot risi- cogedrag Als een organisatiecultuur wordt beschouwd als een ijsberg, kan worden gesteld dat het integreren van twee ijsbergen tijdens een fusie of overname geen gemakkelijke opgave is. Onder water, op het niveau van de groepsdynamiek en de kernwaarden, vinden botsingen plaats die in eerste instantie niet zichtbaar zijn. Als de cultuur kan worden beschouwd als het DNA van de organisatie bete- kent het ter discussie stellen van de cultuur in essentie het ter discussie stellen van de organisatie an sich Zeker als er sprake is van twee ‘sterke’ culturen waarbij binnen iedere partij veel overeenstemming bestaat over wat op welke manier wordt nagestreefd, bestaat er weerstand om aan de eigen mindset te tornen c.q. de cultuur ‘uit evenwicht te brengen’. Een verandering in de mindset is een zeer ingrijpend proces. Als de cultuur kan worden beschouwd als het DNA van de organisatie9 betekent het ter discussie stellen van de cultuur in essentie het ter discussie stellen van de organisatie an sich. Omdat binnen elke organisatie sprake is van een unieke combinatie van waarden binnen de mindset wordt het werken vanuit andere c.q. nieuwe waarden veelal als bedreigend ervaren. Deze fundamentele verandering impliceert het loslaten van bestaande overtuigingen, perspectie- ven, zekerheden en het experimenteren met nieuw gedrag. Dit verstoort de psychologische basisbehoefte van veiligheid binnen de groep.10 Dit verklaart waarom cultuurverschillen tot ingrijpende conflicten en bijbehorend risicogedrag kunnen leiden en een risico vormen voor het fusiesucces. Dit verklaart waarom cultuurverschil- len tot ingrijpende conflicten en bijbe- horend risicogedrag kunnen leiden en een risico vormen voor het fusiesucces Gedrag is moeilijk veranderbaar Vanuit het cultuurperspectief kan gedrag beschouwd worden als een uiting of een verwezenlijking van de waarden binnen de mindset. Daarmee vindt gedrag niet ‘zomaar’ plaats, het is onderdeel van een cultureel evenwicht dat er voor zorgt dat er gemeen- schappelijkheid bestaat in een organisatie en er duidelijkheid bestaat over wat op welke manier wordt nagestreefd. Het aanpassen van gedrag impliceert daarmee dat de cultuur uit evenwicht moet worden gebracht. Anders gezegd, de verhoudingen binnen de verschillende cultuurlagen moeten worden aangepast. Dit is een moeilijk proces dat gepaard gaat met veel onzekerheid en onduidelijkheid. Geen wonder dat een cultuurverandering van een organisatie meestal meerdere jaren in beslag neemt.11 De robuustheid van cultuur is de be- langrijkste verklaringen voor het ontstaan van onderlinge strijd waarin beide culturen zo weinig mogelijk eigenheid en balans proberen op te geven Eenzelfde redenering kan worden gemaakt voor risicogedrag. De robuustheid van de organisatiecul- tuur maakt dat het bedreigingen van buitenaf, zoals een overname door een ander bedrijf of een door een deel van de organisatie niet gewenste fusie, in eerste instantie probeert te neutraliseren. Dat komt overeen met de menselijke natuur; mensen willen in principe wel veranderen maar willen niet veranderd worden. De robuustheid van cultuur is de belangrijkste verklaringen voor het ontstaan van onderlinge strijd waarin beide culturen zo weinig mogelijk eigenheid en balans proberen op te geven. Tussen beide partijen kan een us versus them-mentaliteit ontstaan die zich 9 M. Pezzillo Iacono, Cultural Due Diligence as a Proactive Strategy of Organizational Change: An Empirical Analysis 2012. 10 H. Strikwerda, ‘Het realiseren van een cultuuromslag’, Holland Management Review 2011. 11 E.H. Schein, Organizational culture and leadership (Vol. 2). John Wiley & Sons, 2010-2.
  • 5. 251Tijdschrift voor Compliance - oktober 2016 DE COMPLIANCE OFFICER ALS CULTUURADVISEUR BIJ EEN FUSIE OF OVERNAME PRAKTIJK dan uit in risicogedrag.12 In een poging van één of beide partijen het conflict te ‘winnen’ ontstaan er nieuwe integriteitsrisico’s. Er kan een klimaat ontstaan waarin regels onduidelijk zijn of zelfs conflicteren en de wijze waarop doelen worden bereikt volledig ondergeschikt worden gemaakt aan het doel zelf. Het ethisch geweten mag niet gesust worden maar moet tegenkracht (countervailing power) bieden De rol van compliance tijdens het overname- of fusieproces De hoofddoelstelling van compliance is het bewaken van de integriteit van de organisatie. Zoals gesteld in de inleiding gaat deze rol verder dan het voldoen aan wettelijke en andere externe regelgeving. Het ethisch geweten mag niet gesust worden maar moet tegen- kracht (countervailing power) bieden.13 Zeker in tijden van verandering, onzekerheid en de dynamiek die een fusie met zicht meebrengt is de tegenkracht belang- rijk voor het beschermen van de checks and balances, het voorkomen van informatie-asymmetrie en het gevaar van ongewenste groepsprocessen die goede besluitvorming aantasten. Voor het beschermen van de integriteit van de organisatie is het van belang dat er aandacht is voor het gedrag van de medewerkers. In de rol van cultuuradviseur biedt de compliance officer hier invulling aan door risicogedrag te voorspellen, te monitoren en bewustwording te creëren over onethisch gedrag gedurende het overname- of fusieproces. Dit aandachtspunt in de rol van compli- ance wordt op meerdere plaatsen bevestigd. In de Global Business Ethics Survey van 2016 wordt gepleit om prioriteit te leggen bij de human impact van de fusie en deze te verbinden aan compliance. Wielenga & van den Hout stelden in een eerder artikel van TvCO dat compliance haar focus moet verbreden naar gedrag en cultuur.14 De auteurs hebben daartoe zogenaamde ‘richtlijnen’ opgesteld ten aanzien van de relatie tussen compliance en de organisatiecultuur. Bij deze richtlijnen ligt de nadruk op het bewaken van de integriteit vanuit het culturele perspectief. Op basis van bovenstaande beweringen kan geconclu- deerd worden dat het van belang is dat de compliance officer een impressie heeft van de aanwezige bedrijfs- cultuur en in staat is de daarbij behorende complian- cerisico’s op te merken. Daarmee wordt gesteld dat compliance tijdens het fusie- of overnameproces de rol moet nemen van een cultuuradviseur, in het streven de integriteit van de nieuw gevormde organisatie te bewaken. In de rol van cultuuradviseur fungeert de compliance officer als sparrings- partner van het management of de stuurgroep die verantwoordelijk is voor het fusieproces Invulling van de rol van cultuuradviseur Vanuit een toezichthoudende functie kan de compli- ance op verschillende manieren de rol van cultuurad- viseur vervullen. De essentie van deze rol is zoals eerder gesteld het signaleren dan wel vermijden van risicogedrag. In de rol van cultuuradviseur fungeert de compliance officer als sparringspartner van het management of de stuurgroep die verantwoordelijk is voor het fusieproces. Onderstaand worden ten behoeve van de invulling van deze rol vijf voorbeelden gegeven: • Het stellen van de juiste vragen De compliance officer zorgt ervoor dat steeds de juiste vragen worden gesteld: waarom bestaat deze organisatie, waarom hebben de medewerkers van de nieuwe organisatie uiteindelijk profijt van de fusie of overname? Wat is de ‘raison d’ être’, waarom hebben onze klanten profijt van de overname of fusie, wat kunnen we onze klanten hierna extra bieden?15 De antwoorden op deze vragen moeten verder gaan dan het behalen van synergieën en het maken van meer winst. Het continue bewustzijnsproces dient niet slechts getraind te worden, compliant gedrag staat in dienst van de verwezenlijking van de kerndoelstel- ling die slechts in de gezamenlijkheid van de organisatie bereikt kan worden. De link tussen het organisatiebelang en het persoonlijk belang van de medewerkers en klanten is cruciaal voor een succesvolle integratie. In die gezamenlijkheid dienen de integrerende organisaties de sleutel te vinden voor een verhoogd bewustzijn van het belang van een correcte en daarmee duurzame verwezenlijking van de fusie dan wel overname. Hierdoor wordt het gedrag aanvullend gestut door een motiverende factor waarbij de nadruk ligt op de wortel en niet de stok.16 12 K. Bijlsma-Frankema, ‘On managing cultural integra- tion and cultural change processes in mergers and acquisitions’, Journal of European Industrial Training 2001. 13 S. Bleker-van Eyk, Van Holbewoner tot Marsverkenner 2015. 14 C.A. Wielenga en drs. H.T.J.M. van den Hout, ‘De rol van de compliance officer ten aanzien van gedrag en cultuur. De stand tot nu toe en de verwachtingen voor 2013-2014’, Tijdschrift voor Compliance 4 december 2012. 15 F. Trompenaars & M. Nijhoff Asser, (2011), The Global M&A Tango, How to Reconcile Cultural Differences in Merger, Acquisitions and Strategic Partnerships, McGraw – Hill. 16 S. Bleker-van Eyk, Van Holbewoner tot Marsverkenner 2015.
  • 6. 252 Tijdschrift voor Compliance - oktober 2016 DE COMPLIANCE OFFICER ALS CULTUURADVISEUR BIJ EEN FUSIE OF OVERNAME PRAKTIJK • Signaleren van onderlinge gedrag/cultuurverschillen Een fusie of een grote overname vraagt om het integreren en vormgeven van een nieuwe geza- menlijke gedragscode en onderliggende guiding values. Ter voorbereiding hierop is het van belang gaps en blind spots te identificeren die in de praktijk over het hoofd kunnen worden gezien en mogelijk gevoelig liggen. Door deze verschillen in gedragscodes te benoemen en te bespreken met beide partijen kunnen er gezamenlijke overtuigin- gen ontstaan die het fundament vormen voor de gezamenlijke code. Bovendien leidt de bespreking van wenselijk gedrag tot meer draagvlak bij beide partijen voor het naleven van de nieuwe code. Draagvlak ontstaat tevens door medewerkers de mogelijkheid te geven om input te geven op deze nieuwe code in de vorm van kritiek, zorgen en vragen alvorens deze definitief wordt vastgesteld. • Versterken van de legitimering Het implementeren van nieuw beleid of stimule- ren van (gedrags)verandering heeft weinig zin als daar geen legitimering voor wordt gegeven. Mensen zijn intrinsiek gemotiveerd op het moment dat duidelijk is ‘waarom’ zij hun gedrag moeten veranderen. Organisaties zijn vaak goed in staat om te omschrijven wat ze doen, maar niet waarom ze bepaalde dingen doen. De why, zoals beschreven door Simon Sinek is de guiding star op de horizon die de organisatie altijd zal nastreven, maar nooit zal bereiken.17 Daaruit volgt dat de why van de fusie en van het gewenste gedrag duidelijk door de top aan de medewerkers moet worden gecommuniceerd.18 Hierdoor zijn de medewerkers in staat een nieuwe betekenis te geven voor hun dagelijkse werkzaamheden. Deze ‘herinterpretatie’ is nodig om tot nieuw gedrag te komen.19 • Stimuleren van voorbeeldgedrag. ‘Goed voorbeeld doet volgen’ is een bekende uitdrukking die in deze context van groot belang is. Steun van het topmanagement voor het bewaken van integer gedrag en het naleven van de nieuwe gedragscode is cruciaal. Zij ‘dragen’ de nieuwe cultuur uit door het tonen van (voorbeeld)gedrag en de manier waarop zij omgaan met conflicten en risico’s. Wanneer de top zich committeert aan de nieuwe gedragscode en deze zichtbaar naleeft, zal dit tot navolging leiden in de andere delen van de organisatie. In de regel heeft de top tijdens de fusie haar handen vol aan het inhoudelijk en financieel aansturen van het fusieproces. Het is daarom van belang dat compliance het manage- ment bewust maakt van de aandacht die er in het fusieproces moet zijn voor integer handelen en dat zij bewust worden gemaakt van de impact van hun eigen gedrag tijdens het fusieproces. • Training/ bespreekbaar maken van ethische dilemma’s Een grote organisatieverandering zoals een fusie of een significante overname biedt de mogelijk- heid om medewerkers (hernieuwd) kennis te laten maken met de gedragscode en de onderliggende guiding values van de organisatie. Het bespreek- baar maken van de gezamenlijke values en de ethische dilemma’s die dat met zich meebrengt is een manier om de gedragscode te activeren. Met andere woorden, door ruimte te bieden voor tegenspraak kan er een dialoog ontstaan over wat als wenselijk gedrag wordt beschouwd en wat niet. Medewerkers kunnen daarbij een beter beeld krijgen van hoe de code toegepast kan worden in hun specifieke (werk)situatie. Bijvoorbeeld door het bespreken van casuïstiek en te onderzoeken wat de uitgangspunten in die situatie betekenen. Vereist mandaat vanuit het management De compliance officer is niet alleen vanuit legal maar ook vanuit cultuurperspectief een actieve partner voor het management. Als partner van het management moet de compliance officer ook aan kunnen geven wanneer de koers moet veranderen of activiteiten zelfs deels tot stilstand gebracht moet worden. De compli- ance officer dient daarom direct toegang te hebben tot de Raad van Bestuur en in sommige gevallen zelfs tot de Raad van Commissarissen. Dit betekent niet dat de compliance officer hier zelf de besluiten over neemt, dat ligt bij de bestuurders. Wel dient het perspectief en aandachtspunten van de compliance officer in termen van cultuur en integriteit meegewogen te worden in de besluitvorming. De toegang tot en het mandaat om vanuit cultuurper- spectief adviezen te geven over de voortgang van de voorbereidingen van een overname of fusie dient te gelden voor de compliance officers van beide organisa- ties. De afstemming en samenwerking tussen beide officers tijdens de voorbereiding van een integratie is van groot belang. Indien het beeld bestaat dat de compliance officer van partij 1 de guiding values en business principles oplegt aan partij 2 kan dit door partij 2 ervaren worden als ongewenste bemoeienis of indoctrinatie. De essentie van het werk van de com- pliance officer is het beschermen van de integriteit van de organisatie Ten slotte De essentie van het werk van de compliance officer is het beschermen van de integriteit van de organisatie. Het toezichtkader wordt ingegeven door externe wet- en regelgeving maar de invulling van het kader is een resultante van het organisatiegedrag dat wordt vertoond. Daarmee zijn compliance en gedrag met elkaar verbonden. Als ‘tegenkracht’ van de nieuwe organisatie beschermt de compliance officer ten eerste 17 S. Sinek, Start with why: How great leaders inspire everyone to take action, Penguin UK 2011. 18 V. Smeets, K. Ierulli & M. Gibbs, Mergers of equals and unequals, IZA Discussion Paper, Bonn: Leibniz Gemeinschaft 2006. 19 K.E. Weick, Sensemaking in organizations, Sage 1995.
  • 7. 253Tijdschrift voor Compliance - oktober 2016 DE COMPLIANCE OFFICER ALS CULTUURADVISEUR BIJ EEN FUSIE OF OVERNAME PRAKTIJK de organisatie voor non-compliance van externe regels en richtlijnen. Ten tweede dient de compliance officer als het ‘geweten’ van de organisatie waarbij hij/zij de taak heeft om het gewenste gedrag te bewaken.20 Tijdens een overname of een fusie van twee organisa- ties kan er risicogedrag ontstaan. Dit komt voort uit de behoefte van beide partijen om hun eigen cultuur te behouden. Beiden zijn er op gericht zo weinig mogelijk van hun eigen cultuur op de geven zodat de eigen identiteit, de onderliggende verhoudingen en de eigen manier van handelen niet in gevaar komen. Om risicogedrag en daarmee de inte- griteit van de organisatie te bescher- men is het noodzakelijk dat compliance zich richt op de organisatiecultuur Om risicogedrag en daarmee de integriteit van de organisatie te beschermen is het noodzakelijk dat compliance zich richt op de organisatiecultuur. Daartoe kan de compliance officer zijn/haar focus verbreden door de rol aan te nemen van cultuuradvi- seur. In deze rol zorgt compliance er voor dat er een nieuwe door beide partijen gedragen gedragscode wordt opgesteld, gebaseerd op de guiding values die het fundament vormen van de nieuwe organisatie. Integer gedrag wordt daarmee iets dat bespreekbaar en bediscussieerbaar is, in plaats van dat het verdwijnt in documenten, beleid en handleidingen alleen. Daarnaast zorgt de cultuuradviseur ervoor dat het gedrag zoals beschreven in de code gestimuleerd wordt. Daartoe dient de compliance officer mandaat te krijgen van het management om hier op te acteren. Daarnaast is het belangrijk om nauw samen te werken met het topmanagement en HR. Het management heeft een belangrijke voorbeeldrol, waarvan zij bewust moet worden gemaakt. Bovendien is bekend dat bij een overname of een fusie de topprioriteit legt bij de inhoud en financiën21 , waardoor de aandacht voor communicatie (het ‘waarom’ van de fusie of overname) en gewenst organisatiegedrag beperkt blijft met integriteitsrisico’s tot gevolg. HR kan de aandacht voor wenselijke gedrag integreren in het trainingsaan- bod voor de medewerkers, bijvoorbeeld als onderdeel van het (opnieuw) kennis laten maken met de guiding values die de nieuwe organisatie zichzelf heeft gesteld. Bij het invullen van de rol van cultuuradviseur worden tenslotte nog twee opmerkingen gemaakt: Het veranderen van gedrag is geen sinecure. Omdat gedrag een uiting is van onderliggende waarden betekent een verandering van gedrag een ingrijpend en langdurig proces. Als medewerkers gedwongen worden zich anders te gedragen maar het hier niet mee eens zijn, bestaat de kans dat de oude cultuur zich eerder bestendigd dan dat er beweging ontstaat naar de gewenste cultuur. Gedragsverandering raakt menselijke basiszekerheden zoals identiteit en veiligheid, waardoor het een uiterst gevoelig traject betekent dat meestal meerdere jaren in beslag neemt. Integriteit is een van de (weinige) dingen die na een fusie of een grote overname niet verandert en niet on- derhandelbaar is. Het is juist hetgeen de twee samensmeltende organisaties (ver)bindt De aanpassing van gedrag, bijvoorbeeld aan de ethische standaard of gedragscode die de organisatie stelt, wordt uiteindelijk door de organisatieleden zelf gedaan. De compliance officer kan dat niet voor hen doen. Dat betekent dat compliance niet verantwoorde- lijk kan worden gehouden voor het bereiken van de gewenste gedragsverandering. De verantwoordelijk- heid gaat in deze over het proces, waarbij bewustwor- ding wordt gecreëerd en de organisatieleden worden gefaciliteerd hun gedrag en daarmee hun cultuur te verbinden aan de nieuwe guiding values. Integriteit is een van de (weinige) dingen die na een fusie of een grote overname niet verandert en niet onderhandelbaar is. Het is juist hetgeen de twee samensmeltende organisaties (ver)bindt. 20 S. Bleker – van Eyk, Compliance Officer 2.0. 21 J. Bultsma, Focus op fusie, Uitgeverij Van Gorcum 2004.