3. 3
Rouw
Na een schokkende gebeurtenis doet zich
bij de persoon allereerst een gevoel van
verbijstering, schrik en ongeloof voor
Sommige kinderen blijven uiterst kalm en
kunnen rustig vertellen wat is gebeurd,
anderen klappen dicht, huilen, lachen of
doen gewoon alsof er niets aan de hand
is.
4. Opbouw
1. Vragenrondje
2. Praktijk
3. Definitie
4. Schoolplan
5. Handreikingen voor ondersteuning na een
4
verlies
6. Rouwteam
7. Wat te doen?
8. Protocol school, ja of nee?
6. 1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Verlies en rouw
Verlies komt in elke school
voor
‘Doodgewoon’
Elke keer weer moeilijk
7. Wat is dood? Einde? Overgang?
Wat is verlies?
Wat is de rol van geloof?
Welke gewoonten en gebruiken?
7
1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
8. 1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Je zit als team aan de middagkoffie, na
schooltijd, als een vader binnenkomt. Zijn
zoon, leerling uit groep 7, is onder een
bus gekomen en op slag dood.
Dat is een donderslag bij heldere hemel.
Zomaar, ineens, plotseling, onverwacht:
dood! Jullie zijn ontzet, verslagen, weten
haast geen woord uit te brengen.
8
Uit de praktijk
9. 1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Eerst, nadat de eerste emoties wat geluwd
zijn, moet je als collega's kijken wat jullie
te doen staat. Hoe vertellen we dit de
volgende ochtend in de klas(sen), hoe
vangen we de kinderen op, hoe geven we
ruimte aan de emoties, hoe zien de dagen
erna er uit, wat doen we richting het
getroffen gezin, enz. enz
9
Uit de praktijk
10. 10
1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
School
“De gebeurtenis overkomt je, maar de
manier waarop je ermee omgaat, daar kun
je de regie over hebben”
Directeur bs Wormerwieken
11. 11
1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Gebrek aan
kennis en
aanvoelen
kan leiden
tot
onbedoelde
wreedheid.
12. 12
1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Is rouw een probleem voor
volwassenen of voor
kinderen?
13. 1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
‘De reacties die optreden als gevolg van een definitief
verlies van een persoon (of ‘zaak’), waarmee een
betekenisvolle relatie/band bestond’
En dus:
als je geen banden hebt, zul je ook geen rouwreacties
hebben. Rouw is ‘ont-hechting’.
‘Rouw is de prijs die je betaalt voor een aangegane
band’
Echter: ook al heb je banden, dan betekent dat niet dat
je altijd (intense) rouwreacties moet hebben.
13
Definitie van verliesverwerking/
rouw
15. 1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
ca 9.000 kinderen verliezen jaarlijks een ouder.
Groot aantal gezinnen wordt geconfronteerd met
het overlijden van één van de kinderen; dit zijn
er ongeveer 1500.
+ schokkende ervaring van een doodgeboren
kind.
In totaal worden jaarlijks ongeveer 12.000
kinderen binnen hun gezin geconfronteerd met
de dood.
15
Dood
17. Ongeveer 70.000 thuiswonende kinderen
waren in 2012 betrokken bij ouderlijke scheiding.
Ongeveer 14.000 kinderen verliezen per jaar het
contact met hun uitwonende ouder (meestal de
vader) en ongeveer 7.000 kinderen komen per
jaar door de scheiding in ernstige problemen.
20% vd kinderen woont niet bij beide ouders.
17
1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Scheiding
(CBS, 2013)
18. 18
1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Scheiding
De zevenjarige Jet woont bij haar moeder. Haar vader heeft ze door alle
problemen van de scheiding een tijdlang niet gezien. Nu moet de omgang
met hem weer op gang komen maar dat lukt de ouders nog niet zelfstandig.
Jets moeder vindt het in haar hart niet fijn dat haar dochter naar haar vader
gaat. Maar ze wil het ook niet tegenhouden. Daarom is er nu een begeleide
omgangsregeling. Dat betekent dat een vrijwilliger het meisje heen en weer
brengt.
Als deze haar na haar tweede bezoek aan vader ophaalt, zegt Jet heel
spontaan: “Zo, dát was leuk!” Bij thuiskomst vraagt haar moeder hoe het
was. “Niks aan”, is het antwoord. “Ga je de volgende keer weer?” vraagt
haar moeder ook nog. “Nee”, zegt Jet, “ik wil nooit meer naar pappa.”
*) Toelichting: Jet vond het fijn bij haar vader maar durft dat niet tegen haar moeder
te zeggen. Want dat betekent voor haar gevoel dat ze niet loyaal (trouw) is aan haar
moeder. En dat wil ze ook niet. Jet zit dus klem en ziet geen andere oplossing dan
maar te zeggen dat het niet leuk was. Want ze heeft het idee dat dat is wat haar
moeder wil horen.
19. 19
1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Groep 8
20. 20
1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Schoolplan
Dit alles gebeurt
dus op
iedere school!!!
Kortom:
hier moet een school dus iets
mee in hun schoolplan.
21. 21
1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Schoolplan
Een voorbeeld:
“We willen dat kinderen op hun zoektocht
door het leven nadenken over een thema
als dood en verlies door jaarlijks gebruik te
maken van de leskist over de dood.”
22. 1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Is er op school door het jaar heen
aandacht voor verlies?
Worden kinderen voorbereid op omgaan
met rouw en verlies?
22
Door het jaar heen
23. 23
1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Als het je overkomt
Na een druk weekend gaat de telefoon.
“Voor jou, iemand van de MR.” “Ik bel je
om te vragen hoe je het morgen gaat
regelen.” “Hoezo?” vraag ik niets
vermoedend. Dan wordt het stil en ik krijg
een angstig voorgevoel. Aarzelend wordt
mij verteld dat Davey vandaag gestorven
is. Ik voel de grond onder mijn voeten
wegzakken.
24. 24
1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Video 1
25. 25
1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Video 2
26. 1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Met welke vragen kunnen
rouwende kinderen worstelen?
• Is het besmettelijk? Krijg ik het nu
ook?
• Ga jij nu dood? En ik?
• Is het mijn schuld?
• Wie gaat er voor mij zorgen?
• Waar ga je naar toe als je dood
bent?
27. 27
1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Secundaire victimisatie
Joris(5) gaat enkele dagen na het
dodelijke ongeval met zijn mama terug
naar school. Tijdens de speeltijd zit hij
stilletjes te huilen in een hoekje. De
andere kinderen kijken niet naar hem om.
De juf vraagt de kinderen wat er aan de
hand is. De kinderen vertellen dat
wanneer je met Joris speelt, je mama ook
zal sterven.
28. 1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Reacties van rouwende
kinderen
Verdringing
Rolovername
Regressie: terug naar de tijd van voor het
overlijden (duimzuigen, in bed plassen e.d.)
Concentratiestoornissen
Psychosomatische klachten (buikpijn,
hoofdpijn)
Psychische uitingen (boosheid, verdriet,
schaamte)
Schuldgevoel: ‘zoeken’ naar straf door
afwijkend gedrag
Angst
29. 29
1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Na een verlies
Benoem na enige tijd het verband
tussen negatieve gevoelens
en onredelijke/ onhandige gedachten
Verlies
impliceert
verbreken
band, en dat
doet
Schuldgevoelens: ‘is mijn fout pijn/verdriet
geweest, ik heb het fout gedaan, ik
mag geen fouten maken’ (evt.: >
dus deug ik niet, ben niet OK >
depressie
Somberheid/depressie: ‘dit
gaat nooit meer over, mijn
leven is voorbij’. Of: ‘ik ben
niets waard’.
Angst: ‘ik red het niet
alleen, ik houd
niemand over’.
Woede/kwaadheid: ‘is niet
eerlijk (en de wereld zou
eerlijk/rechtvaardig
moeten zijn [op mijn
manier]’.)
30. 30
1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Stadiagewijze verwerking
Bekende fasentheorie van Kübler-Ross.
(= de belangrijkste ‘rouw-theorie’)
31. Fasen van rouwverwerking
1. De schok
2. Desoriëntatie
3. Ontkenning
Wanhoop, huilen,schreeuwen
Rusteloosheid en sterk
wisselende gevoelens
Concentratieproblemen
Werkelijkheid doet teveel pijn
Alleen willen zijn
32. Fasen van rouwverwerking
4. Opstandigheid
5. Aanvaarding
6. Integratie
Boosheid
Regressie
Spullen van overledenen
koesteren
Na idealisering nu
realistischer beeld
Verdriet is verwerkt
Genieten is weer mogelijk
33. Rouwverwerking bij kinderen
Kinderen jonger dan twee jaar
Doen alles op het gevoel en hebben nog niet
het cognitieve vermogen om te begrijpen of te
vragen
Pikken de spanningen op van de
volwassenen
Voorkom dat kinderen hun herinneringen
kwijtraken: bewaar foto’s, video’s etc.
34. Rouwverwerking bij kinderen
Kinderen van een tot vijf jaar
Deze leeftijdsgroep denkt animistisch: alles
leeft en kan (Klaas Vaak strooit zand,
Sinterklaas gaat nooit dood)
Dood is iets tijdelijks (“Misschien komt mama
wel op mijn verjaardag”)
Wees helder en duidelijk. Benoem concreet
wat er gebeurt wanneer iemand dood is. De
overledene komt niet meer terug
35. Rouwverwerking bij kinderen
Kinderen van vijf tot dertien jaar
Zijn volop bezig met cognitieve ontwikkeling
Stellen vragen en willen weten
Dood is definitief en niet te vermijden
Meer angsten dan fantasieën
Bespreek verschil tussen leven en dood
Eerlijk antwoord en uitleg geven
36. Richtlijnen om kinderen te helpen
bij het rouwen
1. Geef eerlijke informatie
2. Geef direct antwoord op vragen
3. Controleer of de boodschap is begrepen
4. Houd een open communicatie
5. Creëer zo groot mogelijke betrokkenheid
6. Geef ruimte voor uiten van gevoelens
7. Vraag wat het kind nodig heeft
37. 37
1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Vier taken in het
verliesverwerkingsproces
(‘rouwtaken’-model van William Worden)
1. Het accepteren van de realiteit van het verlies
2. Het doorleven van het leed (pijn, verdriet,
angst)
3. Het aanpassen aan een nieuw leven waarin
het verlorene niet meer aanwezig is
4. Het verlorene emotioneel een plaats geven en
het oppakken van de draad van het leven
38. 1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Rouwtaken
Rouwtaak 1: erkennen van verlies
Geef kinderen feitelijke informatie
Dood is dood en niet ‘weg gegaan’
Laat kinderen afscheid nemen
Laat kinderen ‘uitvaartje’ spelen
Hij is net zo koud als dit water.
Slaapt hij?
Beweegt zijn voet wel of niet?
Gaat papa naar zijn werk in de hemel?
39. 1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Rouwtaken
Rouwtaak 2: herkennen van de pijn
Kinderen reageren op een manier die
eigen is aan hun persoon, leeftijd en
mogelijkheden.
Volwassenen nodig om contact te maken
met de pijn van het verlies.
Hoe jonger het kind, hoe meer
begeleiding nodig, zowel affectief als
cognitief, bij de verwerking van
ervaringen.
40. 1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Rouwtaken
Rouwtaak 2: herkennen van de pijn
Intens verdriet, woede, schuldgevoel,
jaloezie
Een groot verlangen naar de
aanwezigheid van de overledene.
Durf te praten, blijf vragen beantwoorden.
Adviezen als ‘tijd heelt alle wonden’, of
‘denk liever aan iets leuks’ werken vaak
tegengesteld.
Benoem het verdriet van het kind.
41. 1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Rouwtaken
Rouwtaak 3: verkennen van het leven
zonder de overledene
Wat doe je op de verjaardag van de
overledene? Wat doe je op de sterfdag?
Kinderen zijn vaak bang om te vergeten
Houd de herinnering levend; blijf kinderen
bijvoorbeeld steeds bij activiteiten
betrekken (bijvoorbeeld bij het knutselen
voor moederdag)
Het is belangrijk om te praten!
Wie brengt me naar paardrijden?
Met wie moet ik voetbal kijken?
Gaat mijn vader me nu knuffelen?
Mag je wel lachen?
42. 1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Rouwtaken
Rouwtaak 4: de persoon emotioneel
een plek geven
De veerkracht van kinderen is verrassend groot.
Maar tegelijkertijd zijn er ook veel kinderen die
er moeite mee hebben.
Kinderen zijn vaak bang dat iedereen van wie ze
houden dood zal gaan
Opnieuw vertrouwen in het leven krijgen
Benoem de angsten van het kind
Wijs het kind op alle zaken die doorgaan in het
leven, mensen die van het kind houden etc.
43. 1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Afgeronde rouw
Het kind ervaart nog steeds, bij
vlagen, intens verdriet maar er
is ruimte voor andere relaties en
het kind heeft doorgaans plezier
in het leven
44. 1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Afgeronde rouw
Het kind heeft het gevoel dat het weer
mag genieten
Het kind heeft een nieuw evenwicht
gevonden.
De rouw wordt bij elke nieuwe levensfase
geactiveerd: geboorte broertje / zusje,
overgang naar voortgezet onderwijs,
eerste relatie, zelf ouder worden etc..
45. De duur en intensiteit
van rouw wordt door de
persoon (en de
omgeving) doorgaans
zeer onderschat.
Een verliesgebeurtenis
heeft vaak secundaire
verliezen tot gevolg.
45
1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Géén uniform proces
46. 1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Misvattingen
1. Er treden vaste, uniforme (negatieve) reacties op.
2. Het proces loopt exact volgens een fasen- of
46
stadiagewijze verwerking.
3. Het verlies dient ‘doorgewerkt’ te worden.
4. De band met het verlorene dient verbroken te
worden.
5. De getroffene hervindt het evenwicht c.q. herstelt
redelijk snel.
6. Positieve emoties zijn nagenoeg afwezig
7. Rituelen zijn volstrekt onbelangrijk voor goede
verliesverwerking
47. 1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Rouwteam
Vorm op je school een team van
betrokkenen die meteen in actie kunnen
komen
Niet teveel mensen: directie, vertrouwens-persoon,
47
groepsleerkracht
Zorg voor deskundigheid
Stelt een draaiboek samen
48. 1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Rituelen zijn van alle tijden en van alle
samenlevingen
In de 2e helft van de afgelopen eeuw is er (in de
westerse wereld) een kaalslag t.a.v. rituelen
geweest
Mondiaal gezien is de westerse ‘rouw-cultuur’
wat dit betreft afwijkend geworden (in feite een
‘ontwikkelingsland’)
Rouwrituelen komen steeds meer terug
48
Rouwrituelen
49. 49
1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Laat de lege stoel staan
54. 1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Opstellen concept draaiboek.
Bespreken en vaststellen van het draaiboek met het
personeel.
Vaststellen wie in geval van calamiteiten de leiding heeft.
Wie maken deel uit van het crisisteam?
Wat zijn de taken en bevoegdheden van het crisisteam?
Persvoorlichter benoemen.
Op welke externe deskundigen kan een beroep worden
gedaan?
Draaiboek ligt klaar op (vaste) plekken en in digitale
vorm.
54
Vooraf
55. 1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Een draaiboek moet liefst in meerdere
exemplaren in en buiten de school aanwezig zijn
op plaatsen die iedereen bekend zijn. Het moet
duidelijke aanwijzingen voor handelingen en zo
compleet mogelijke (adres-)gegevens bevatten:
mensen die ten tijde van een calamiteit moeten
worden gewaarschuwd, liefst met naam en
toenaam.
55
Exemplaren
56. 1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Een goed en op maat gemaakt draaiboek is van
groot belang wanneer de school te maken krijgt
met een dramatische gebeurtenis. Een
draaiboek geeft houvast in paniektijden en helpt
scholen zicht te houden op de aspecten die bij
calamiteiten een rol spelen.
Maak je eigen draaiboek als school, niet
zo maar knippen en plakken!
56
Wel of niet?
58. 1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Het bericht komt binnen.
Bericht verifiëren.
58
Stap 0: het bericht
59. 1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Kun je het zelf aan?
Indien het ongeval op school is gebeurd; ouders,
familie inlichten.
Sleutelteam vormen van directeur, leerkracht,
Intern Begeleider (IB'er) en een
vertegenwoordiger van de oudercommissie.
59
Stap 1: eerste reactie
60. 1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Wie is er overleden?
Wat is er precies gebeurd?
Waar, wanneer en hoe is het gebeurd?
Zijn er broers of zussen op school en in welke
groep?
Contact opnemen met de familie.
Welke informatie mag van de familie bekend
worden gemaakt?
Welke andere wensen liggen er bij de familie?
Eventueel contact opnemen met aan school
verbonden geestelijke.
JGZ-arts/verpleegkundige en
60
Schoolmaatschappelijk Werk inlichten.
Stap 2: duidelijkheid krijgen
61. Stap 3: informeren betrokkenen
Collega’s informeren (liefst als team),
overblijfkracht en conciërge.
Bestuur informeren
Niet alleen de getroffen groep maar de hele
school informeren.
Bij melding van het sterfgeval in de vakantie of
aan het begin van het weekend bepalen
of/hoe de groep geïnformeerd moet worden door
de groepsleerkracht of de directeur.
61
1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
62. 1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Ouders van de leerlingen (brief)
Afwezige leerlingen informeren (gymzaal,
schoolreisje, ziekte)
Ouders die hun kind brengen en/of halen
informeren.
Administratie/ouderraad en anderen die contact
zouden kunnen hebben met de overledene.
62
Stap 3: informeren
63. 1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Rooster aanpassen
Geplande activiteit (feesten) uitstellen.
Leerlingen kunnen toestemming krijgen om
onder schooltijd naar de uitvaart te gaan
Aanvraag inspecteur voor evt. vrije dag
63
Stap 4: organisatie
64. 1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Opvang getroffen groep, neem er de tijd voor.
Verwerkingsopdrachten
Emoties bespreken
Plannen uitwerken herdenkingsbijeenkomst/
begrafenis/crematie
Kinderen voorbereiden op datgene dat komen
gaat.
Creëren van een herdenkingsplek/ruimte.
Opletten dat leerkrachten die de kinderen
opvangen hun eigen emoties kunnen verwerken
Advertentie, bloemen
64
Stap 5: verwerkingsproces
65. 1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Heeft de school behoefte aan meer
begeleiding?
Ouderavond beleggen?
Slachtofferhulp?
65
Stap 5a: hulp van buitenaf
66. 1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Sommige kinderen zijn extra kwetsbaar wanneer
het gaat om verdriet en rouw.
Deze leerlingen hebben vaak individuele
aandacht nodig.
66
Stap 6: individuele begeleiding
67. 1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Een leerkracht die zich intensief heeft bezig
gehouden met het overlijden van een kind of
collega kan na de uitvaart in een diep gat vallen.
67
Stap 7: nazorg leraar en team
68. Stap 8: evalueren en terugkijken
Het is belangrijk terug te kijken op de
gebeurtenis en de gang van zaken te evalueren
Evalueren met de betrokken familie
Eventueel deelnemen aan een cursus Verdriet
en Rouw.
68
1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
69. 1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Denk ook aan omgaan met pers en media
Alles gebeurt in nauw overleg met de
familie!
69
Protocol
70. 1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Het ligt voor de hand deze gegevens regelmatig
te actualiseren. Een draaiboek is geen stoffig
instrument: er moet immers mee worden
gewerkt.
Vrijwel iedere keer wanneer het nodig is om het
draaiboek te gebruiken, blijkt achteraf dat er
aanpassingen nodig zijn. Een draaiboek wordt
immers altijd weer achterhaald door de
werkelijkheid.
70
Protocol
71. 1. Vragenrondje 2. Praktijk 3. Definitie 4. Schoolplan 5. Handreikingen 6. Rouwteam 7. Wat 8. Protocol
Valkuilen
Denk ook aan de leerkracht die het bericht net ontvangen heeft
Op weg naar de directie het nieuws vertellen aan iedereen die het wil horen
De school vergeet het bericht te controleren
Het draaiboek in onvindbaar
De leerlingen in de gymzaal worden vergeten
De school heeft allerlei ideeën voor de dienst, de ouders willen er niet van
71
weten
De groep waarin het zusje van het overleden kind zit, besteedt nauwelijks
aandacht aan het gebeuren
De leraar heeft zichzelf emotioneel niet meer in de hand, waardoor een
aantal kinderen hysterisch worden
Op de eerste dag dat er les gegeven wordt, zijn de tafel en de stoel van de
leerling al weggehaald
De leerlingen willen de eerste dag na de uitvaart nog even napraten. De
leerkracht besteedt er geen aandacht aan en begint gewoon met de les
De gekozen vertrouwenspersoon kan het niet aan om ondersteuning te
bieden
Omgaan met pers en media