1. JEUGDCRIMINALITEIT
Meer dan het verleden interesseert mij de toekomst, want
daarin ben ik van plan te leven.
Albert Einstein
Duits - Amerikaans natuurkundige 1879-1955
2. HOEVEEL JONGEREN PLEGEN
JEUGDCRIMINALITEIT?
Bijna één op de twee jongeren (45%) van de eerste
drie klassen in het voortgezet onderwijs: ooit een
strafbaar feit gepleegd.
Ongeveer 30%: afgelopen jaar iets strafbaars
gepleegd.
3. OM WELKE DELICTEN GAAT HET?
Vier delicten (vooral lichte delicten)
1. vechtpartijen
2. winkeldiefstal
3. het dragen van een wapen
4. Vandalisme
Zwaardere delicten: diefstal, afpersing, inbraak en
mishandeling: minder dan 5%
5. HOE VAAK PLEGEN ZE DELICTEN
Meer dan de helft: eenmalig incident
Jongeren die een ernstig delict gepleegd hebben:
slechts eenmaal voorgekomen
Kleine groep jongeren (8%): plegen vaker delicten
combinatie van lichte en ernstige projecten
Jongens: tweemaal zo vaak een delict als meisjes
Jongens en meisjes: hetzelfde soort delicten
6. MET WAT HANGT CRIMINALITEIT
SAMEN?
Kwaliteit buurt Jongeren uit probleembuurten
nemen vaker deel aan jeugdbendes
Gezin allerlei problemen: werkloosheid, armoede;
schulden, minder goede gezondheid…
mislukking op school, spijbelen, schooluitval, lage
status, marginalisering en weinig perspectief op
een redelijke baan
gebruik alcohol en drugs: aangemoedigd delinquent
gedrag = normaal vriendengroep (jeugdbende)
7. MET WAT HANGT CRIMINALITEIT
SAMEN?
Kwaliteit buurt Jongeren uit probleembuurten
nemen vaker deel aan jeugdbendes
Gezin allerlei problemen: werkloosheid, armoede;
schulden, minder goede gezondheid…
mislukking op school, spijbelen, schooluitval, lage
status, marginalisering en weinig perspectief op
een redelijke baan
gebruik alcohol en drugs: aangemoedigd delinquent
gedrag = normaal vriendengroep (jeugdbende)