1. Erkende maat-regelen
uit
Activiteitenbesluit
Selina Roskam
Energievakbeurs
7 oktober 2014
Aan deze presentatie kunnen
geen rechten of plichten
worden ontleend. Alleen voor
communicatieve doeleinde.
2. Voorstellen: Selina Roskam
• Adviseur Energiebesparing en Duurzame
Energie in de Gebouwde Omgeving
• Secretaris Platform Duurzame Huisvesting
• selinaroskam
3.
4. Activiteitenbesluit Afdeling 2.6.
Energiebesparing
Artikel 2.15
1. Degene die de inrichting drijft neemt alle energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van
vijf jaar of minder.
2. Het bevoegd gezag kan bij maatwerkvoorschrift een gefaseerde uitvoering van de verplichting, bedoeld in
het eerste lid, toestaan waarbij rekening wordt gehouden met de bedrijfseconomische omstandigheden van
de inrichting. Hierbij stelt het bevoegd gezag per maatregel een redelijke termijn vast waarbinnen die
maatregel moet zijn uitgevoerd.
3. Indien aannemelijk is dat niet wordt voldaan aan het eerste lid, kan het bevoegd gezag degene die de
inrichting drijft waarvan het energieverbruik in enig kalenderjaar groter is dan 200.000 kilowatt uur aan
elektriciteit of groter is dan 75.000 kubieke meter aardgasequivalenten aan brandstoffen, verplichten om
binnen een door het bevoegd gezag te bepalen termijn, onderzoek te verrichten of te laten verrichten waaruit
blijkt of aan het eerste lid wordt voldaan.
4. Indien uit het onderzoek, bedoeld in het derde lid, blijkt dat niet wordt voldaan aan het eerste lid, neemt
degene die de inrichting drijft de in het eerste lid bedoelde maatregelen binnen een door het bevoegd gezag
te bepalen redelijke termijn.
5. Het eerste lid is niet van toepassing indien het energiegebruik in de inrichting in enig kalenderjaar
kleiner is dan 50.000 kilowatt uur aan elektriciteit en kleiner is dan 25.000 kubieke meter
aardgasequivalenten aan brandstoffen.
6. Het eerste lid is niet van toepassing op een inrichting waarop de verboden, bedoeld in artikel 16.5 van
de wet, betrekking hebben en op een inrichting als bedoeld in artikel 15.51, eerste lid, van de wet.
5. Activiteitenbesluit
met andere woorden
• Als je meer dan 50.000 kWh
verbruikt, dan moet je alle
energiebesparende maat-regelen
met een korte
terugverdientijd nemen
• Je bent verplicht om het
laaghangend fruit te plukken.
9. Erkende lijst voor overheids- en
defensiekantoren
Type maatregelen nummers
maatregelen met betrekking tot de gebouwschil 1
maatregelen met betrekking tot ruimteventilatie 2-4
maatregelen met betrekking tot ruimte- en
buitenverlichting
8-13
Activiteit
In werking hebben van een stookinstallatie
(emissies naar de lucht)
5-7,14
10. 1. Maatregelen aan gebouwschil
Type maatregel Maatregelen aan de gebouwschil
Nummer maatregel 1
Omschrijving maatregel
Verlies van warmte en koude via de buitenmuur beperken
Mogelijke technieken ten
opzichte van
uitgangssituatie
Spouwmuur isoleren
Uitgangssituatie op basis
van een referentietechniek
Spouwmuur is niet geïsoleerd
Technische
randvoorwaarden
Gebouw wordt verwarmd of verwarmd en gekoeld.
Er is een spouw aanwezig.
Economische
randvoorwaarden
Het gasverbruik < 170.000 m3 per jaar.
Op een zelfstandig moment geldt aanvullend: gebouwoppervlak <
600 m2.
Toepasbaar op een
zelfstandig moment?
Ja
Alternatieve erkende
maatregelen
N.v.t.
Bijzondere
omstandigheden
Bedrijven en instellingen met een gebouw met minimaal
Energielabel C dan wel nieuwbouw niet ouder dan 2003 worden
geacht deze maatregel reeds te hebben genomen
11. 2. Ruimteventilatie
Type maatregel Ruimteventilatie
Nummer maatregel 2
Omschrijving maatregel
Draaiuren ventilatiesysteem beperken
Mogelijke technieken
ten opzichte van
uitgangssituatie
a) Tijdschakelaar toepassen
b) Tijdschakelaar met
weekschakeling
toepassen
c)
Overwerktimer
toepassen
Uitgangssituatie op
basis van een
referentietechniek
Ventilatiesysteem zonder automatische aan- en uitregeling.
Technische
randvoorwaarden N.v.t.
Economische
randvoorwaarden
N.v.t.
Toepasbaar op een
zelfstandig moment?
Ja
Alternatieve erkende
maatregelen
N.v.t.
Bijzondere
omstandigheden
Bedrijven en instellingen met een gebouw met minimaal Energielabel C dan wel
nieuwbouw niet ouder dan 2003 worden geacht deze maatregel reeds te hebben
genomen
12. 3. Ruimteventilatie
Type maatregel
Ruimteventilatie
Nummer maatregel 3
Omschrijving maatregel
Vollasturen ventilatoren beperken
Mogelijke technieken ten
opzichte van uitgangssituatie
Cascaderegeling toepassen voor afschakelen van ventilatoren bij lager
ventilatiedebiet.
Uitgangssituatie op basis van
een referentietechniek
Ventilatiesysteem zonder cascaderegeling
Technische randvoorwaarden
N.v.t.
Economische randvoorwaarden Gebouwoppervlak > 600 m2.
Toepasbaar op een zelfstandig
moment?
Nee, alleen op een natuurlijk moment.
Alternatieve erkende
maatregelen
N.v.t.
Bijzondere omstandigheden
Bedrijven en instellingen met een gebouw met minimaal Energielabel C
dan wel nieuwbouw niet ouder dan 2003 worden geacht deze
maatregel reeds te hebben genomen
13. 4. Ruimteventilatie
Type maatregel
Ruimteventilatie
Nummer maatregel 4
Omschrijving maatregel
Warmte uit ventilatielucht terugwinnen
Mogelijke technieken ten opzichte van
uitgangssituatie
Twin-coil toepassen
Uitgangssituatie op basis van een
referentietechniek
Balansventilatie via luchtbehandelingskast, zonder warmteterugwinning
Technische randvoorwaarden
Toe- en afvoerkasten staan in dezelfde ruimte.
Geventileerde ruimten worden ook gekoeld en/of verwarmd.
Ventilatiedebiet luchtbehandelingskast > 1.000 m3 per uur en < 90.000 m3 per uur.
Economische randvoorwaarden
Er is een CV-ketel aanwezig met efficiëntie op de bovenwaarde < 100% (verbeterd
rendement (VR) of conventioneel rendement (CR) ketel). Alleen rendabel indien het
gebouw niet of beperkt geïsoleerd is (isolatiewaarde: Rc < 1,3).
Gebouwoppervlak > 600 m2.
Gasverbruik < 170.000 m3 per jaar.
Toepasbaar op een zelfstandig
moment?
Ja
Alternatieve erkende maatregelen [7] Energiezuinige warmteopwekking toepassen
Bijzondere omstandigheden
Bedrijven en instellingen met een gebouw met minimaal Energielabel C dan wel
nieuwbouw niet ouder dan 2003 worden geacht deze maatregel reeds te hebben
genomen
14. 5. Stookinstallatie
Activiteit
In werking hebben van een stookinstallatie
Nummer maatregel 5
Omschrijving maatregel Aanvoertemperatuur CV-water aanpassen aan buitentemperatuur
Mogelijke technieken ten
Weersafhankelijke regeling CV-watertemperatuur toepassen
opzichte van uitgangssituatie
Uitgangssituatie op basis van
een referentietechniek
CV-installatie zonder weersafhankelijke regeling
Technische randvoorwaarden Verwarming door middel van een CV-ketel
Economische randvoorwaarden N.v.t.
Toepasbaar op een zelfstandig
Ja
moment?
Alternatieve erkende
maatregelen
N.v.t.
Bijzondere omstandigheden N.v.t
15. 6. Stookinstallatie
Activiteit
In werking hebben van een stookinstallatie
Nummer maatregel 6
Omschrijving maatregel
Opstarttijd installatie aanpassen op buitentemperatuur en interne
warmtelast
Mogelijke technieken ten
opzichte van uitgangssituatie
Optimaliserende regeling toepassen
Uitgangssituatie op basis van
een referentietechniek
Klimaatinstallatie zonder optimaliserende regeling
Technische randvoorwaarden CV-installatie zonder optimaliserende regeling
Economische randvoorwaarden Gasverbruik < 170.000 m3 per jaar.
Toepasbaar op een zelfstandig
Ja
moment?
Alternatieve erkende
maatregelen
N.v.t.
Bijzondere omstandigheden N.v.t.
16. 7. Stookinstallatie
Activiteit In werking hebben van een stookinstallatie
Nummer maatregel 7
Omschrijving maatregel Energiezuinige warmteopwekking toepassen
Mogelijke technieken ten opzichte van
uitgangssituatie
Hoog rendement- (HR) ketel (rendement > 107%) toepassen
Technische randvoorwaarden
De minimale aanvoertemperatuur is niet beperkt door een gekoppeld warmtapwater
systeem of hoge temperatuur (HT) stralingspanelen.
Het is mogelijk om condens- en rookafvoer aan te leggen.
Uitgangssituatie op basis van een
referentietechniek
a) Er is een verbeterd rendement- (VR) of
een conventioneel rendement- (CR) ketel
aanwezig.
b) Er is een Hoog rendement-(HR) ketel
(rendement < 100%) aanwezig.
Economische randvoorwaarden
Het betreft een ketel voor de basislast en geen piekketel (> 500 draaiuren per jaar).
Alleen rendabel indien het gebouw niet of beperkt geïsoleerd is (isolatiewaarde: Rc <
1,3).
a) Voor een zelfstandig moment geldt
aanvullend: gebouwoppervlak < 600 m2.
b) N.v.t.
Toepasbaar op een zelfstandig
moment?
a) Ja
a) Nee, alleen op een natuurlijk
moment.
Alternatieve erkende maatregelen [4] Warmte uit ventilatielucht terugwinnen
Bijzondere omstandigheden
Bedrijven en instellingen met een gebouw met minimaal Energielabel C dan wel
nieuwbouw niet ouder dan 2003 worden geacht deze maatregel reeds te hebben
genomen
17. 8. Ruimteverlichting
Type maatregel Ruimteverlichting
Nummer maatregel 8
Omschrijving maatregel
Branduren binnenverlichting verlagen
Mogelijke technieken ten
opzichte van uitgangssituatie
Veegschakeling toepassen (in pauzes en na werktijd)
Uitgangssituatie op basis van
een referentietechniek
Verlichting aan in ongebruikte ruimten (in pauzes en na werktijd).
Geen veeg- of aanwezigheidschakeling op verlichting aanwezig.
Technische randvoorwaarden N.v.t.
Economische randvoorwaarden N.v.t.
Toepasbaar op een zelfstandig
Ja
moment?
Alternatieve erkende
maatregelen
N.v.t.
Bijzondere omstandigheden
Bedrijven en instellingen met een gebouw met minimaal Energielabel C
dan wel nieuwbouw niet ouder dan 2003 worden geacht deze
maatregel reeds te hebben genomen
18. 9. Ruimteverlichting
Type maatregel Ruimteverlichting
Nummer maatregel 9
Omschrijving maatregel Geïnstalleerd elektrische vermogen van de lampen beperken
Mogelijke technieken ten
opzichte van uitgangssituatie
Hoogfrequente (HF) T5 lamp en adapter toepassen in bestaande
armatuur
Uitgangssituatie op basis van
een referentietechniek
Conventioneel armatuur met TL lamp(en)
Technische randvoorwaarden N.v.t.
Economische randvoorwaarden N.v.t.
Toepasbaar op een zelfstandig
Ja
moment?
Alternatieve erkende
maatregelen
N.v.t.
Bijzondere omstandigheden
Bedrijven en instellingen met een gebouw met minimaal Energielabel C
dan wel nieuwbouw niet ouder dan 2003 worden geacht deze
maatregel reeds te hebben genomen
19. 10. Ruimteverlichting
Type maatregel Ruimteverlichting
Nummer maatregel 10
Omschrijving maatregel Geïnstalleerd vermogen accentverlichting beperken
Mogelijke technieken ten
opzichte van uitgangssituatie
a) Gloeilampen door spaarlampen vervangen
b) Gloeilampen
door
halogeenlampen
vervangen
Uitgangssituatie op basis van
een referentietechniek
a) Gloeilampen b) Gloeilampen
Technische randvoorwaarden a) Opstarttijd moet geen probleem zijn b) N.v.t.
Economische randvoorwaarden N.v.t.
Toepasbaar op een zelfstandig
Ja
moment?
Alternatieve erkende
maatregelen
N.v.t.
Bijzondere omstandigheden N.v.t.
20. 11. Buitenverlichting
Type maatregel Buitenverlichting
Nummer maatregel 11
Omschrijving maatregel Branduren buitenverlichting beperken
Mogelijke technieken ten
opzichte van
uitgangssituatie
a) Schemerschakelaar
toepassen op
buitenverlichting zodat de
lampen alleen branden als het
donker is, in plaats van
tussen 18.00 en 8.00 uur
b) IR sensor toepassen op
buitenverlichting die de
lampen tussen 23.00 en
5.00 uur alleen bij
beweging inschakelt
c) Schemerschakelaar
en tijdschakelaar
toepassen op buiten-verlichting
zodat de
lampen tussen 23.00
en 5.00 uur uitschakelt
en alleen branden als
het donker is
d) Schemerschakelaar
en tijdschakelaar
toepassen op
reclameverlichting
zodat de lampen tussen
23.00 en 5.00 uur uit
zijn en alleen branden
als het donker is
Uitgangssituatie op basis
van een
referentietechniek
a) Buitenlamp met alleen
tijdschakelklok
b) Buitenlamp met alleen
schemerschakelaar
c) Buitenlamp met
alleen
schemerschakelaar
d) Reclameverlichting
zonder schakeling
Technische
randvoorwaarden
b) niet voor langzaam startende lampen (natrium- en spaarlampen)
Economische
randvoorwaarden
a) Minimaal 20 armaturen
aanwezig.
Op een zelfstandig moment
geldt aanvullend: Minimaal 50
armaturen aanwezig
b) Minimaal 20 armaturen
aanwezig.
Op een zelfstandig
moment geldt
aanvullend: Minimaal 50
armaturen aanwezig
c) Minimaal 20
armaturen aanwezig. d) N.v.t.
Toepasbaar op een
zelfstandig moment?
Ja
Alternatieve erkende
maatregelen
N.v.t.
Bijzondere
omstandigheden
N.v.t.
21. 12. Buitenverlichting
Type maatregel Buitenverlichting
Nummer maatregel 12
Omschrijving maatregel Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken
Mogelijke technieken ten opzichte
van uitgangssituatie
a) Halogeenspots
door LED-spots
vervangen
b) Halogeen door
natriumlampen
vervangen
c) Hoge druk kwik
door metaal
halogenide lampen
vervangen
d) Hoge druk
kwik door hoge
druk
natriumlampen
vervangen
Uitgangssituatie op basis van een
referentietechniek
a) Halogeenspots b) Halogeenspots
c) Hoge druk
kwiklampen
d) Hoge druk
kwiklampen
Technische randvoorwaarden
a) LED-lamp past
(met adapter) in
bestaande
armatuur
b) Kleurechtheid
is niet van belang
c) N.v.t.
d) Kleurechtheid
is niet van
belang
Economische randvoorwaarden N.v.t.
Toepasbaar op een zelfstandig
moment?
Ja
Alternatieve erkende maatregelen N.v.t.
Bijzondere omstandigheden N.v.t.
22. 13. Buitenverlichting
Type maatregel Buitenverlichting
Nummer maatregel 13
Omschrijving maatregel Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken
Mogelijke technieken ten
a) Gloeilampen door LED
b) Gloeilampen door
opzichte van uitgangssituatie
vervangen
TL vervangen
c) Halogeen door LED
vervangen
Uitgangssituatie op basis van
een referentietechniek
a) Gloeilampen b) Gloeilampen c) Halogeenspots
Technische randvoorwaarden a) N.v.t. b) N.v.t.
c) Indien dit past in
de bestaande
armatuur
Economische randvoorwaarden N.v.t.
Toepasbaar op een zelfstandig
Ja
moment?
Alternatieve erkende
maatregelen
N.v.t.
Bijzondere omstandigheden N.v.t.
23. 14. Stookinstallatie
Activiteit In werking hebben van een stookinstallatie
Nummer maatregel 14
Omschrijving maatregel
Efficiënte warmwatertoestellen toepassen
Mogelijke technieken ten
opzichte van uitgangssituatie
Gasgestookt Hoog rendement (HR)-boiler toepassen
Uitgangssituatie op basis van
een referentietechniek
Conventionele gasgestookte boiler
Technische randvoorwaarden Indien het mogelijk is om condensafvoer te maken.
Economische randvoorwaarden
Voor een zelfstandig moment geldt aanvullend: Het gebouwoppervlak <
600 m2.
Toepasbaar op een zelfstandig
moment?
Ja
Alternatieve erkende
maatregelen
N.v.t.
Bijzondere omstandigheden
Bedrijven en instellingen met een gebouw met minimaal Energielabel C
dan wel nieuwbouw niet ouder dan 2003 worden geacht deze
maatregel reeds te hebben genomen
24. Opvallend
• Label C
• Verlichting
• Wél doelmatig beheer en onderhoud blijven
doen
25. Andere kantoren
• Verwachting is dat deze lijst één op één
wordt overgenomen voor andere kantoren
• Medio 2015 in werkingtreding
26. Expertisecentrum en EPK
• Er komt een kenniscentrum over
energiebesparing
• EPK is een soort APK voor een gebouw om
te kijken of je deze maatregelen hebt
toegepast