8. Meetniveau
• Kwalitatief: geen getallen
Nominaal (geen rangorde)
Ordinaal (rangorde zonder onderlinge afstand)
• Kwantitatief: met getallen
Interval (geen nulpunt)
Ratio (wel een nulpunt)
12. Voor en na de enquête
• Proefenquête
– Leidt de vraag tot het gewenste resultaat?
– Hoeveel tijd hebben de respondenten nodig?
– Welke indruk maakt je enquête op de respondent?
• Controle veldwerk
– Zijn de enquêtes afgenomen?
– Zijn alle vragen gesteld?
– Zijn de antwoorden juist ingevuld?