1. De eindtermen in Vlaanderen met betrekking tot Informatie-en
communicatietechnologie (ICT)
1. Leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om hen
te ondersteunen bij het leren
Het is belangrijk dat leerlingen weten dat ICT niet alleen gaat over
hoe een computer werkt, of hoe je het kan gebruiken, maar dat ICT
ook gaat over vele andere dingen, en dat ICT kan voorkomen in de
klas voor diverse dingen zoals het zoeken van informatie, spelen van
leerrijke en doelgerichte spelletjes, online oefeningen maken op
bijvoorbeeld Bingel,…
2. De leerlingen gebruiken ICT op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier.
Als leerkracht is het zeer belangrijk dat je ervoor zorgt dat al je leerlingen
beschikken over een veilige leeromgeving op en rond het internet. Zo kun
je er bijvoorbeeld voor zorgen dat de laptop, ipad,… bijvoorbeeld veilig op
één bepaalde plaats staat, en dat het daar moet blijven staan en dat er niet
mee rondgelopen mag worden. Maar ook maak je gebruik van veilige sites
en kijk je ook na of een kleuter op een veilige site zit vooraleer je hem
hiermee laat aan de slag gaan.
3. De leerlingen kunnen zelfstandig oefenen in een door ICT ondersteunende leeromgeving
(smartschool, bingel,…)
Je kan een software, applicatie en online oefenplatformen
gebruiken om leerlingen de nieuwe leerstof te laten inoefenen. De
meerwaarde van deze vorm van ICT-integratie bestaat uit: variatie
(in oefenvormen, het inspelen op verschillende leerstijlen …),
differentiatie (op het vlak van tempo en niveau),
geïndividualiseerde feedback of tijdswinst bij de evaluatie. Hierbij
kan je bijvoorbeeld leerlingen oefeningen laten maken op Bingel.
4. De leerlingen kunnen zelfstandig leren in een door ICT ondersteunende leeromgeving
Op deze manier kunnen leerlingen nieuwe leerstof
krijgen en verwerken, waarbij de computer als het
ware de rol van de leraar overneemt. Heel wat
websites hebben een groot aanbod van leerrijke
video’s en spelletjes, denk bijvoorbeeld aan Schooltv.
2. 5. De leerlingen kunnen ICT gebruiken om eigen ideeën creatief vorm te geven
Je kan ICT creatief inzetten om met beelden, woorden en klanken om te gaan.
Denk maar aan het maken van een leuk affiche met woord en beeld, een
menukaart, het illustreren van een zelfgemaakte tekst, een online collage of
digitale fotografie,… De leerlingen leren daarbij gebruik maken van de
basismogelijkheden die allerlei tekst-, beeld- en tekenprogramma’s bieden.
Door het gebruik van verschillende media krijgen leerlingen bijkomende
kansen om hun ideeën te verwezenlijken. Zo kan je bijvoorbeeld ook online
prenten zoeken, afprinten en de leerlingen ze laten inkleuren.
6. De leerlingen kunnen met behulp van ICT voor hen bestemde digitale informatie opzoeken,
verwerken en bewaren
De leerkracht kan een opdracht geven om over een bepaald onderwerp informatie te zoeken op
het internet. Op deze manier leert de leerling het internet beter kennen en omgaan met
zoekrobots. Hierna kan de leerkracht de opdracht geven om alle informatie die de leerling
gelezen heeft in een oefening te stoppen; een Word document, een PowerPoint, een affiche,….
7. De leerlingen kunnen ICT gebruiken bij het voorstellen van informatie aan anderen
Hierbij is het de bedoeling dat leerlingen, zowel alleen als in groep,
in staat zijn om informatie aan anderen mee te delen of te tonen
met ondersteuning van multimedia. Dit kan op diverse manieren;
een PowerPoint, foto’s online,…. Wel gaat het hier alleen over het
voorstellen, niet over het ‘maken van de presentatie’.
Bijvoorbeeld: een leerling vertelt in de kring op maandagmorgen iets
over het voorbije weekend en toont een paar digitale foto’s.
8. De leerlingen kunnen ICT gebruiken om op een veilige verantwoorde en doelmatige manier te
communiceren
Je kan als docent leerlingen tonen hoe ze online kunnen communiceren op verschillende
platformen; Whatsapp, Messenger, Mail,… maar ook kan je ze
hierbij leren wat de regels zijn van het internet, en dat er ook
mogelijke gevaren zijn zoals Catfishing, Spam,… Ook kan de
leerling op deze manier bij allerlei situaties zich afvragen wat
het beste communicatiemiddel is voor het doel dat hij wil
bereiken. Het is aan de scholen om te oordelen welke de
meest gangbare communicatiemiddelen en -applicaties zijn op
school.