2. Eindtermen ICT lager onderwijs
1. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te
gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren.
2. De leerlingen gebruiken ICT op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier.
3. De leerlingen kunnen zelfstandig oefenen in een door ICT ondersteunde
leeromgeving.
4. De leerlingen kunnen zelfstandig leren in een door ICT ondersteunde
leeromgeving.
5. De leerlingen kunnen ICT gebruiken om eigen ideeën creatief vorm te geven.
6. De leerlingen kunnen met behulp van ICT voor hen bestemde digitale informatie
opzoeken, verwerken en bewaren.
7. De leerlingen kunnen ICT gebruiken bij het voorstellen van informatie aan
anderen.
8. De leerlingen kunnen ICT gebruiken om op een veilige, verantwoorde en
doelmatige manier te communiceren.
3. Eindterm ICT 1
• De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT
en zijn bereid ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij
het leren.
• Voorbeeld 1: de kinderen leren al spelend blind typen met
10 vingers. (https://www.tyyp.be/)
• Voorbeeld 2: tijdens de boswandeling gebruiken de
kinderen een tablet van school om via een app plantjes te
fotograferen en te determineren.
4. Eindterm ICT 2
• De leerlingen gebruiken ICT op een veilige, verantwoorde
en doelmatige manier.
• Voorbeeld 1: PEGI klasuitdaging
▪ De leerlingen vertellen welke games ze spelen. Na een introductie
over de PEGI leeftijdsclassificatie voor games praten de leerlingen
over deze leeftijdsclassificatie en de inhoud van hun videogames.
• Voorbeeld 2: de kinderen leren over ‘fake news’ en gaan
samen op zoek naar betrouwbare websites met nieuws op
kindermaat.
5. Eindterm ICT 3
• De leerlingen kunnen zelfstandig oefenen in een door ICT
ondersteunde leeromgeving.
• Voorbeeld 1: de meester maakt extra oefeningen
beschikbaar op het ICT-platform van de school. De
kinderen kunnen zelfstandig deze oefeningen maken. De
meester kan online opvolgen.
• Voorbeeld 2: de kinderen leren zelf een quiz op te stellen
over een gekozen onderwerp. De rest van de klas vult de
quiz in na de voorstelling van het onderwerp.
6. Eindterm ICT 4
• De leerlingen kunnen zelfstandig leren in een door ICT
ondersteunde leeromgeving.
• Voorbeeld 1: de school neemt deel aan de First Lego
League. Hierin leren de jongeren oplossend denken,
programmeren, samenwerken, etc.
• Voorbeeld 2: de leerlingen leren plannen met een online
schoolagenda of planner.
7. Eindterm 5
• De leerlingen kunnen ICT gebruiken om eigen ideeën
creatief vorm te geven.
• Voorbeeld 1: de leerlingen leren programmeren in Scratch
en maken hun eigen spelletje. Wie haalt de hoogste score?
• Voorbeeld 2: de leerlingen maken een filmpje over hun
uitstap naar het museum. Ze combineren daarbij eigen
beelden, rechtenvrije beelden en muziek van het internet
en ze gebruiken voice-over. Uiteindelijk publiceren ze het
filmpje op de beveiligde website van de school.
8. Eindterm 6
• De leerlingen kunnen met behulp van ICT voor hen
bestemde digitale informatie opzoeken, verwerken en
bewaren.
• Voorbeeld 1: De meester maakt een webquest. De
leerlingen gaan hiermee aan de slag.
• Voorbeeld 2: Aan de slag met ChatGPT. Wat is het? Wat
kan het (voor mij)? En waar moet je voor oppassen?
9. Eindterm 7
• De leerlingen kunnen ICT gebruiken bij het voorstellen van
informatie aan anderen.
• Voorbeeld 1: de leerlingen leren hoe je op een goede
manier een onderwerp kan presenteren. De leerlingen
kiezen in groepjes van 4 een onderwerp en maken
vervolgens een presentatie die ze aan de klas voorstellen.
• Voorbeeld 2: de kinderen maken een instructiefilmpje van
hoe je onze getallen omzet naar Romeinse getallen.
10. Eindterm 8
• De leerlingen kunnen ICT gebruiken om op een veilige,
verantwoorde en doelmatige manier te communiceren.
• Voorbeeld 1: na een les over ‘net-etiquette’ maken de
leerlingen een chatgroep waarin ze online bespreken naar
waar de volgende klasuitstap zal gaan. De leerlingen zijn in
groepjes verdeeld en iedere groep heeft een andere
bestemming (museum, boswandeling, etc.). Het doel is om
jouw bestemming te laten kiezen.
• Voorbeeld 2: de klas spreekt over sexting. Wat is het?
Hoe ga je ermee om?