1. Eindtermen ICT kleuteronderwijs
Laura D’Haens 1BaKo3
1. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid
ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren.
De kleuters zijn enthousiast als ze online iets mogen doen. Ze komen vertellen over
de spelletjes die ze speelden of de video’s die ze bekeken.
2. De leerlingen gebruiken ICT op een veilige, verantwoorde en doelmatige
manier.
De kleuters zitten op een veilige website, toegewezen door de leerkracht of ouders.
Ze blijven ook enkel op deze website tenzij anders wordt gevraagd.
3. De leerlingen kunnen zelfstandig oefenen in een door ICT ondersteunde
leeromgeving.
De kleuters kunnen zelf aan de slag met een website. Ze kunnen bv. zelf getallen van
1 tot 5 aanduiden om te leren tellen.
4. De leerlingen kunnen zelfstandig leren in een door ICT ondersteunde
leeromgeving.
De kleuters kunnen bv. zelf dieren van groot naar klein swipen op een spelletje.
5. De leerlingen kunnen ICT gebruiken om eigen ideeën creatief vorm te
geven.
De kleuters kunnen online tekeningen maken op spelletjes of op door de leerkracht
aangewezen sites.
6. De leerlingen kunnen met behulp van ICT voor hen bestemde digitale
informatie opzoeken, verwerken en bewaren.
De kleuters kunnen filmpjes of spelletjes openen en spelen op een website voor hen
gemaakt.
7. De leerlingen kunnen ICT gebruiken bij het voorstellen van informatie
aan anderen.
De kleuters kunnen een PowerPoint met foto’s voorstellen aan hun klasgenootjes
8. De leerlingen kunnen ICT gebruiken om op een veilige, verantwoorde en
doelmatige manier te communiceren.
De kleuters kunnen via een veilige, afgesproken site berichtjes, foto’s of
spraakberichten naar elkaar sturen.