Onlangs gastcollege Omgevingswet mogen verzorgen aan de Avans Hogeschool te Breda.
De Omgevingswet is nog toekomst, maar dat neemt niet weg dat deze wet op dit moment onbelangrijk is voor studenten. Door studenten nu al mee te nemen in de betekenis van de wet, dragen we zorg voor een passend kennisniveau van onze toekomstige werknemers/-gevers.
2. Even voorstellen…
Chiel Mensink
Adviseur Beleid & Organisatie
Deventer
Achtergrond
Bachelor in Planologie [Saxion Hogeschool]
Master in Bestuurskunde [Universiteit Twente]
Wat is en doet Antea Group?
Veelzijdig advies- en ingenieursbureau leefomgeving
Projecten voor burgers, bedrijven en overheid
Mijn projecten: overheid gerelateerd
Omgevingswet
VTH-beleidsvraagstukken
Organisatievraagstukken
Risicomanagement
3. Programma
DEEL 1
• Op weg naar de Omgevingswet
o Ontwikkelingen in de maatschappij
o Omgevingswet, een nieuwe benadering
o ESSET in relatie tot de Omgevingswet
PAUZE
DEEL 2
• Spelen Omgevingswetspel
• Plenaire afsluiting
4. Op weg naar de Omgevingswet
Ontwikkelingen in de maatschappij
Nachtwakerstaat
(19de eeuw)
Welvaartstaat
(20de eeuw)
Sociale ongelijkheid werd maatschappelijk probleem
Industrialisatie resulteert in transitie naar Welvaartstaat
Interventionisme (sociaal beleid en sociale wet- en
regelgeving)
Enorme groei landbouweconomie en industriële economie
5. Op weg naar de Omgevingswet
Ontwikkelingen in de maatschappij
Economische groei leidde tot
grootschalige milieubelasting en
volksgezondheid
Jaren 60 nam belangstelling voor
milieuverontreiniging toe
Wens tot planmatig regelen
ruimtelijke ontwikkelingen
1971 > Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne
Vanaf jaren 70 werd milieubeleid taak van de Rijksoverheid
Steeds meer belangstelling milieu en duurzaamheid
Brundtland-rapport ‘Our common future’ 1987
6. Op weg naar de Omgevingswet
Ontwikkelingen in de maatschappij
Wetsontwikkeling milieu van 1970 tot 1980
1970 > Wet verontreiniging oppervlaktewateren
1970 > Wet inzake luchtverontreiniging
1979 > Wet geluidhinder
Wetsontwikkeling milieu van 1980 tot 1990
1983 > Interimwet bodemsanering
1985 > Wet milieugevaarlijke stoffen
1986 > Meststoffenwet
1986 > Wet bodembescherming
Wetsontwikkeling milieu van 1990 tot 2000
1993 > Wet milieubeheer
1994 > Wet bodembescherming (gewijzigd)
1994 > Wet belastingen op milieugrondslag
1998 > Natuurbeschermingswet
1998 > Flora- en faunawet
7. Op weg naar de Omgevingswet
Ontwikkelingen in de maatschappij
Ontwikkeling in ruimtelijke ordening en planologie
1962 > Wet op de ruimtelijke ordening
1966 > Nota op ruimtelijke ordening
1992 > Technische bouwvoorschriften (Bouwbesluit 1992)
2003 > Bouwbesluit 2003 (later Bouwbesluit 2012)
2006 > Wet ruimtelijke ordening
2010 > Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
Samenbundeling (niet sectoraal, maar integraal)
Zowel ruimtelijk als milieutechnisch
Gericht op omgeving
8. Op weg naar de Omgevingswet
Omgevingswet, een nieuwe benadering
Ontwikkelingen in de
samenleving
Verbeterdoelen
Omgevingswet
Knelpunten in het
omgevingsrecht
Groeiende samenhang
tussen opgaven
Transitie naar duurzame
samenleving
Regionale verschillen
Behoefte aan ruimte voor
initiatieven
Vergroten inzichtelijkheid,
voorspelbaarheid en
gebruiksgemak
Complexe en versnipperde
regelgeving
Bewerkstelligen
samenhangende
benadering leefomgeving
Onbalans tussen zekerheid
en dynamiek
Bestuurscultuur en
kwaliteit van uitvoering
Vergroten bestuurlijke
afwegingsruimte door
actieve en flexibele aanpak
Versnellen en verbeteren
besluitvorming over
projecten
9. Op weg naar de Omgevingswet
Omgevingswet, een nieuwe benadering
120 AMvB’s
26 wetten
4.700 artikelen
120 ministeriële
regelingen
1 wet
349 artikelen
4 AMvB’s
10 ministeriële
regelingen
VAN NAAR
10. Op weg naar de Omgevingswet
Instrumentarium Omgevingswet (6 kerninstrumenten)
Omgevingsvisie
Omgevingsplan
Programma
AMvB’s
Omgevingsvergunning
Projectbesluit
Centrale begrippen in Omgevingswet (2 kernbegrippen)
Omgevingswaarden
Instructieregels
Omgevingswet, een nieuwe benadering
11. Op weg naar de Omgevingswet
OMGEVINGSVISIE
Integrale langetermijnvisie (gemeen-
schappelijke kernwaarden en –doelen)
fysieke leefomgeving
Enkel bindend voor het orgaan dat het vaststelt
Instrument voor Rijk, provincie en gemeente
Krijgt (juridische) doorwerking in omgevingsplan
Verplicht om op te stellen op basis van participatie
Omgevingswet, een nieuwe benadering
12. Op weg naar de Omgevingswet
OMGEVINGSPLAN
Opvolger bestemmingsplan (bredere zin)
Juridisch bindend document
Evenwichtige toedeling van functies (globale functies)
Gericht op gehele grondgebied (enkel instrument gemeente)
Bevat omgevingswaarden (verplichte en eventueel autonome)
(lucht, geluid, bodem, geur, fijnstof, energie, duurzaamheid, groen, verkeer, etc.)
Omgevingswet, een nieuwe benadering
13. Op weg naar de Omgevingswet
Omgevingswet, een nieuwe benadering
14. Op weg naar de Omgevingswet
PROGRAMMA
Bedoeld om doelen van Omgevingswet
concreet te maken (programmatische
aanpak)
Verplichte programma’s (vanuit Rijk en Europese Unie)
Bij overschrijden omgevingswaarde, programma verplicht
Enige sectorale instrument van de Omgevingswet
Omgevingswet, een nieuwe benadering
15. Op weg naar de Omgevingswet
AMVB’S
Omgevingswet, een nieuwe benadering
16. Internationaal
Decentraal
Nationaal
Bezien vanuit wet- en regelgeving
Vormt de basis in regels voor
Directe bindende doorwerking
(wettelijk kader)
Internationale/EU verdragen en richtlijnen
Omgevingswet
BAL
BBL
BKL
Omgevingsplan
Omgevings-
verordening
Waterschaps-
verordening
AMvB ‘s Rijksoverheid Provincie/Waterschap
Vindt haar
vertaling in Vindt haar doorwerking in
Geen
mogelijkheid
tot afwijken,
mits in
verdrag/rich
tlijn bepaald
Mogelijkhed
en tot
afwijken,
beslissing
door
bevoegd
gezag
Omgevingsvergunning
Toetsingskader voor
Algemenezorgplicht
Omgevingsbesluit
(procedurelebep.)
Omgevingsvisie
Projectbesluit
Programma
Gemeente
Voorgenomen ontwikkeling
17. Op weg naar de Omgevingswet
Waarom is de Omgevingswet voor ons (ESSET-studenten) van belang?
ESSET in relatie tot de Omgevingswet
Weten waar je in het wetstelsel invloed kunt uitoefenen
Kennis van instrumentarium en verhouding tussen de instrumenten
Filosofie van de wet begrijpen
Kansen en mogelijkheden ontdekken en gebruiken
Zie jij een (directe) relatie tussen de Omgevingswet en je studie? Zo ja, waar dan?
Biedt de Omgevingswet mogelijkheden voor duurzaamheid, klimaatadaptatie,
energie(transitie) en het tegengaan van verontreinigingen?
18. Op weg naar de Omgevingswet
ESSET in relatie tot de Omgevingswet
Uitdaging 1 > Doel van de gemeente is om in 2030 CO2 neutraal te zijn!
Uitdaging 2 > De fijnstofnormering wordt overschreden (op de woningen alsmede op het natuurgebied).
Persoonlijk voorstellen en uitleg wat Antea Group is en wat het doet.
Programma. Tot de pauze (deel 1) voornamelijk introductie Omgevingswet (inclusief aanloop en relatie met ESSET). Deel 2 bestaat uit het spelen van het spel en een plenaire afsluiting waarbij we terugblikken op de wet en waar de studenten kansen, gevaren en vooral relaties zien met de studie en de carrière die daaruit voort vloeit.
In de 19de eeuw kenmerkte de Nederlandse staat zich als ‘staatsonthouding’. Dit betekent dat de staat zich weinig bemoeide met de maatschappij en dus ook weinig wetten, regels en beleid kende. Dit noemt men de Nachtwakerstaat. De staat waakt enkel over haar inwoners door grondwetten en het instellen van politie en leger. Tijdens de industrialisatie kwam hier verandering in. De industrialisatie leidde tot grote sociale ongelijkheid in de maatschappij. Als reactie daarop werden sociale wetten geïntroduceerd en gingen overheden steeds meer ‘regelen’ (interventionisme). Dit wordt ervaren als de transitie van nachtwakerstaat naar welvaarstaat. Naast de sociale ongelijkheid, resulteerde de industrialisatie wel tot enorme groei in de landbouweconomie alsmede in de industriële economie; de wereld was in groei.
Na de tweede wereldoorlog groeide de economie verder door. Dit leidde tot veel milieuvervuiling, watervervuiling en slechte volksgezondheid. De maatschappij reageerde hier op door steeds meer belangstelling te uiten ten aanzien van het milieu. In 1971 werd in Nederland voor het eerst een ministerie in het leven geroepen die zich ook ontfermt over milieu. In jaren 70 wordt dan ook voor het eerst milieubeleid als taak van de overheid gezien. Vele nieuwe beleidsvelden werden bij de overheid geïntroduceerd. In 1987 werd hier internationaal ook veel aandacht aan gegeven door het Brundtland-rapport ‘Our Common Future’ op te stellen waar Millennium Goals werden geformuleerd.
Milieu wet- en regelgeving wordt steeds meer beleidsmatig geregeld en genormeerd.
Maar naast milieuwetgeving werden ook steeds meer regels gebonden aan het bouwen en gebruiken van gebouwen. Planologie en ruimtelijke ordening vormt dus een belangrijk onderdeel van de wijze waarop gronden worden gebruiken. Dit geheel is het ‘omgevingsrecht’ welke zich specifiek richt op de ‘fysieke leefomgeving’.
Kortom, er zijn verscheidene wetten en een groot scala aan regelgeving omtrent milieu en ruimtelijke ordening.
In 2010 is de eerste stap gemaakt om veel wetten en regels samen te bundelen en niet sectoraal naar zaken te kijken, maar integraal. Het is een bundeling van ruimtelijk en milieutechnische issues en is daarmee gericht op de omgeving > omgevingsrecht.
Het verbinden van de ontwikkelingen in het verleden naar de behoeften van vandaag (wegnemen knelpunten) en totstandkoming verbeterdoelen Omgevingswet.
Overzicht toelichten op basis van samenbundeling wet- en regelgeving.
Uitleg kerninstrumenten Omgevingswet (in dit college worden enkel stilgestaan bij de onderstreepte instrumenten (omgevingsvisie, omgevingsplan, programma en AMvB’s). Omgevingsvergunning en projectbesluit worden in uitleg achterwege gelaten vanwege het feit dat deze minder interessant zijn. Daarnaast zijn er twee kernbegrippen die een belangrijke rol spelen in het instrumentarium: omgevingswaarden (opgenomen in omgevingsplan en bindend voor gemeentelijke organisatie en verplichting tot monitoring) en instructieregels (regels waaraan lagere overheden moeten voldoen, maar bijvoorbeeld ook de zorgplicht waar een ieder aan dient te voldoen (ook particulieren en bedrijven).
Uitleg aan de hand van de opsomming. Kenbaar maken dat in eerste instantie omgevingsvisie niet verplicht was voor een gemeente, maar dat dat later in een motie wel ‘doorgedrukt’ is. Reden hiervoor is dat enkel een integraal omgevingsplan kan worden opgesteld als het bovenliggende beleid ook samenhangend en integraal is neergezet. De omgevingsvisie is dus nodig voor het correct kunnen opstellen van een omgevingsplan. Een gemeente kent één omgevingsvisie. Naast een gemeente dienen provincies en het Rijk ook een omgevingsvisie vast te stellen, een waterschap niet.
Voorheen was vele milieuwetgeving gericht op een inrichting, onder de Omgevingswet kijkt men niet naar de regels die verbonden zouden moeten worden aan inrichtingen, maar aan de activiteiten die uitgevoerd worden (andere benadering). Van toelatingsplanologie (onder bestemmingsplan) naar uitnodigingsplanologie (onder omgevingsplan).
Uitleg werking omgevingswaarden. Omgevingswaarden waarbij een maximale waarden kan worden opgelegd door de Rijksoverheid in het BKL of een streefwaarde eveneens opgenomen in het BKL. Daartussen heeft een gemeente zelf ‘vrije regelruimte’ om (autonome) omgevingswaarden vast te stellen met een eigen normering. Monitoring van de omgevingswaarden blijft een verplichting, ook voor de autonome omgevingswaarden.
Uitleg geven aan de hand van voorbeeld gerelateerd aan studie.
Meer algemene regels met oog op maatwerk en flexibiliteit lagere overheden. Minder vergunningsplichten, meldingsplichten en onderzoekslasten.
Toelichting model (verhouding instrumentarium).
Deze situatie aan de hand van twee ‘uitdagingen’ toelichten. Het is aan de studenten om te bedenken hoe zij deze problemen kunnen oplossen kijken naar de Omgevingswet en de kansen daarin.
Uitdaging 1: doel van de gemeente is om in 2030 CO2 neutraal te zijn, hoe kan de gemeente dat bewerkstelligen?
Antwoord: omgevingsplan aanpassen (gemeentelijke taak), jij kunt hier als adviseur/specialist invloed op uitoefenen door te participeren in het opstellen van de omgevingsvisie (welke doorvertaald wordt in het omgevingsplan).
Uitdaging 2: de fijnstofnormering wordt overschreden (op de woningen alsmede op het natuurgebied).
Antwoord: we praten hier dus over een omgevingswaarde en indien deze overschreden wordt, dient een programma opgesteld te worden waarin de gemeente op basis van een programmatische aanpak (tijd, geld en acties) binnen tien jaar aangeeft hoe zij gaat voldoen aan de waarde. Als adviseur kunnen jullie advisering over het effect van te vele fijnstof op mens en natuur in het kader van duurzaamheid (ecologie, gezondheid).
Vertellen dat onlangs (vorige week) duidelijk is geworden dat senator uit de Eerste Kamer (Groen Links) een motie heeft ingediend met het verzoek aan de regering om ook broeikasgassen en energiebesparing op te nemen als verplichte omgevingswaarde.