1. Zorg voor beweging 2007
Overzichtsformulier vier motorische vaardigheden Naam Geboortedatum Bijlage 5.1
niveau -I
2.0 jaar
niveau 0
3.0 jaar
niveau I
4.0 jaar
niveau II
5.0 jaar
niveau III
6.0 jaar
niveau IV
7.0 jaar
niveau VI
9.0 jaar
Niveau VIII
11.0 jaar
niveau X
13.0 jaar
Stilstaan
kan over 4 cm
stappen
schiet zonder
te vallen een
bal
staat 3 sec.
op één been
staat 10 sec.
op één been,
wiebelen mag
rechts
links
staat 10 sec.
op één been,
stabiel
rechts
links
staat 30 sec.
op één been,
wiebelen mag
rechts
links
staat 30 sec.
op één been,
stabiel
rechts
links
staat 60 sec. op
één been,
stabiel
rechts
links
staat 10 sec. op
één been,
met ogen dicht
rechts
links
Springen -
Kracht
stapt van een
verhoging van
20 cm
springt van
een bank
(30 cm) en
blijft staan
hinkelt 3 x hinkelt 10 x hinkelt 10 x op
het 'andere'
been
Hinkelen over
9 meter
11 x
12 x
Hinkelen over
9 meter
9 x
10 x
Hinkelen over 9
meter
7 x
8x
Hinkelen over 9
meter
5/6 x
6/7 x
Springen -
Coördinatie
trappelt als het
kind omhoog
wil springen
springt met 2
benen tegelijk
omhoog
als een
kangoeroe
3 x vooruit
springen
huppelt maakt 10 x
een ski-sprong
maakt snelle
wisselsprongen
kan in ritme
huppelen en in
de handen
klappen
kan in ritme
kruis - spreid -
kruisspringen +
handen klap
kan in ritme
spreid-sluit-
sprong maken
klap op spreid
Stuiten
raakt
(regelmatig)
een goed aan-
gespeelde
ballon
houdt een
ballon 3 tot 5
keer hoog
houdt een
ballon 6 keer
hoog
'laat vallen -
stuit - pak'
stuit 15 x met
de voorkeurs-
hand
rechts
links
stuit 15 x
achter elkaar
met de 'andere'
hand
kan 10 x
dribbelen in 8-
baan (30 sec.)
stuit meer dan
15 x zonder
naar de bal te
kijken
rechts links
kan 12 x
dribbelen in 8-
baan (30 sec.)
2. Zorg voor beweging 2007
Overzichtsformulier angsten (globale score) Naam Geboortedatum Bijlage 5.2
Angst 2.0 jaar 3.0 jaar 4.0 jaar 5.0 jaar 6.0 jaar 7.0 jaar 9.0 jaar 11.0 jaar 13.0 jaar
Hoogte
Rollen
Bal
Andere
kinderen
Opmerkingen
Hoogte
Rollen
Bal
Andere
Kinderen
3. Zorg voor beweging 2007
Overzichtsformulier angsten (precieze score) Naam Geboortedatum Bijlage 5.3
Angst niveau -I
2.0 jaar
niveau 0
3.0 jaar
niveau I
4.0 jaar
niveau II
5.0 jaar
niveau III
6.0 jaar
niveau IV
7.0 jaar
niveau VI
9.0 jaar
Niveau VIII
11.0 jaar
niveau X
13.0 jaar
Hoogte
gaat de trap op,
zonder hulp
gaat trap op
zonder de handen
op de trap te
zetten
beklimt de berg -
in speelzaal - tot
bovenaan
gaat klimraam in
speelzaal tot
bovenaan
klimt tot bovenaan
in de berg - in
gymzaal
klimt vlot tot
bovenaan in de
berg - in gymzaal -
klimt vlot tot bovenaan
in schuin klimraam – in
gymzaal
klimt vlot tot
bovenaan in recht
klimraam – in
gymzaal
-gaat zwengelraam
tot 6e
sport in
- rondje om het
klimraam ter hoogte
van de 6e
sport
Bal
speelt met rollende
bal
durft een
aangegooide
ballon weg te
slaan
durft een
aangegooide
zachte bal weg te
slaan
durft een grote
zachte bal te
vangen
durft een grote
harde bal te
vangen
durft een zachte
grote bal in een
balspel met
klasgenoten te
vang
en
durft een hard
gegooide zachte grote
bal af te weren bij een
trefbalspel
durft hard gegooide
ballen, als keeper,
tegen te houden
durft een hard
gegooide softbal te
vangen
Rollen
durft om de lengte-
as te rollen
durft een koprol
met hulp te
maken
durft (zonder hulp)
een koprol te
maken op een
dikke mat
durft een koprol te
maken op een
dikke mat schuin
durft een koprol te
maken op een
matje
durft een koprol te
maken op 30 cm.
durft een koprol te
maken op 60 cm.
durft een tipsalto te
maken op 60 cm.
durft een salto te
maken met twee
hulpverleners
Andere
kinderen
durft
bewegingssituaties
in te gaan , waar
andere kinderen
spelen en waar
een ouder of
vertrouwd persoon
toezicht houdt
durft naast of met
andere kinderen
te spelen waar
een ouder of
vertrouwd
persoon toezicht
houdt
durft naast of met
andere kinderen
te spelen met de
leerkracht in de
buurt
durft mee te
spelen in een
tikspel met een
klein groepje
kinderen, waarin
een veilig gebied
kan worden
opgezocht
durft ook zelf
tikker te zijn en
risico’s te nemen
in een tikspel.
speelt actief mee
op het schoolplein,
waar de leerkracht
meer op afstand is
neemt initiatief in spel-
en bewegingssituaties
in een kleine groep.
Durft te stoeien met
wisselende partners
kan zich staande
houden en voor
zichzelf opkomen in
een sociaal
moeilijke situatie,
zoals in een
overlegsituatie met
andere kinderen
neemt soms de
leiding en durft
andere kinderen te
corrigeren.
Vertrouwt op eigen
oordeel