2. De 5 boeken van de Psalmen
1-41 Genesis de mens
42-72 Exodus het volk
73-89 Leviticus het heiligdom
90-106 Numeri Israël en volken
107-150 Deuteronomium God en Zijn woord
3. Psalm 62
2-3 Vertrouwen in God
4-5 Vijandschap van mensen
6-9 Vertrouwen in God
10-11 Valsheid van mensen
12-13 Vertrouwen in God
5. 2. Alleen tot God (Alueim) is mijn ziel stil;
van Hem komt mijn redding
Alleen = zeker (slechts) – (2,3,5,6,7,10)
God = Onderschikkers (Alueim)
mijn ziel = denken, willen, voelen
stil = stilheid, geen geluid ( onrust)
6. van Hem komt mijn redding
mijn redding jesjuathi
7. 3. Zeker, Hij is mijn rots en mijn redding,
mijn onneembare toevlucht;
ik zal niet al te zeer wankelen.
scherpe rots onneembare toevlucht
ik zal niet al te zeer wankelen: vast staan - geloof
8. 4. Hoe lang zullen jullie vijandig zijn tegen een man?
Jullie allen, dat jullie hem mogen vermoorden
Alsof hij een hellende wand, een instortende muur is?
Absalom en anderen tegen David
Het volk en anderen tegen de Zoon van David
Vurige pijlen vd tegenwerker op gelovigen/zonen
9. 5. Zeker, zij beraadslagen om hem van zijn
hoogte af te stoten.
Zij keuren leugen goed; met hun mond zegenen zij,
en in hun binnenste verwensen zij.
beraadslagen
keuren leugen goed
hun mond zegent
hun binnenste verwenst
doel heiligt middelen
10. Hun keel is een open graf, met hun tong plegen zij
bedrog, addergif is onder hun lippen.
Hun mond is vol vervloeking en bitterheid, hun voeten
zijn scherp om bloed te vergieten.
oude mens….
12. 6. Alleen tot God (Alueim): wees stil, mijn ziel
want van Hem komt mijn verwachting.
storm stilte
vrede van God (Fil.4:6,7)
Verwachting
tiqva
13. 7. Zeker, Hij is mijn rots en mijn redding,
mijn onneembare toevlucht; ik zal niet wankelen.
Redding gisteren,
vandaag, morgen!
niet wankelen: wij wandelen
in geloof/vertrouwen, zoals …..
14. 8. Op God (Alueim) rust mijn redding en mijn
heerlijkheid; de rots van mijn sterkte,
mijn toevlucht is in God (Alueim).
heerlijkheid
15. 9. Vertrouw op Hem in alle tijden, volk;
giet jullie harten uit voor Zijn aangezicht.
God (Alueim) is ons een toevlucht.
17. 10. Gewone zonen van Adam zijn slechts ijdelheid,
opmerkelijke zonen van een man een leugen;
Indien in de weegschaal gewogen, zijn zij
tezamen lichter dan ijdelheid/leegte.
18. 11. Vertrouw niet op onderdrukking, stel geen
ijdele hoop op roof.
Als het vermogen toeneemt, zet er het hart niet op.
19. 12. God (Alueim) heeft één ding gesproken,
ik heb dit tweemaal gehoord:
dat de sterkte van God is
en U O Ieue behoort goedgunstigheid toe.
spreken = dabar, woorddaad
Hij roept dat tevoorschijn
alsof het er al was
God eer geven: in geloof niet twijfelen aan de
beloften van God
20. 13.en U O Ieue behoort goedgunstigheid toe.
want U zult eenieder vergelden naar zijn daden.
vergelden: compleet, een toestand van heelheid,
herstellen of rechtzetten door betaling
תשלם