9. Wat gaat CLARIAH doen?
Data – cureren en beter vindbaar maken
Tools – cureren en beter bruikbaar maken
Data en tools behouden via CLARIAH Centra
Samenwerken
- Cursussen (laten) opzetten en Training geven
(crashcourses, workshops, summerschools,
masterclasses enz) voor div doelgroepen
(docenten, phd’s, engineers enz.
10. CLARIAH zal resulteren in:
1. Met behulp van deze infrastructuur kunnen we grote
complexe vragen in de GW beantwoorden.
2. Nederland versterkt haar internationaal leidende
positie in Digitale GW.
3. Deze infrastructuur biedt een unieke kans voor
samenwerking, duurzame ontwikkeling en methodische
interoperabiliteit in de GW.
4. CLARIAH maakt de GW interessant voor het
bedrijfsleven en leidt mogelijk tot interessante spinoffs.
11. Common Lab Research Infrastructure for the Arts and Humanities
Relatie Nationale Strategie Digitaal
Erfgoed:
CLARIAH beoogt de schakel te zijn
tussen het digitale erfgoed en het
gebruik ervan in het
geesteswetenschappelijke
onderzoek.
1. CLARIAH is in 2014 gehonoreerd door NWO onder de Roadmap Grootschalige onderzoeksfaciliteiten met 12,6 miljoen voor vier jaar. Clariah is een gedistribueerde onderzoeksinfrastructuur waarin digitale tools en data beschikbaar komen voor geesteswetenschappelijk onderzoekers. Hierdoor zal het geesteswetenschappelijk onderzoek een enorme sprong voorwaarts maken.
2. De centrale vraag die in de Geesteswetenschappen willen beantwoorden is: What is the nature of human culture?
We doen vanuit vele invalshoeken onderzoek naar de bouwstenen van cultuur (teksten, beelden, historisch data): het zijn stukjes van een immense puzzel. Fundamentele vragen zoals: wie sluiten we in en uit in onze samenleving en op welke gronden? hoe definiëren we bekenden en vreemden? wat zijn de grote bewegingen in de Europese migratie? zijn van groot wetenschappelijk en sociaal belang. Maar cultuur is ook een heel belangrijke economische sector, waarin grote bedragen omgaan. Door cultureel erfgoed en kennis over cultuur met digitale instrumenten beter te ontsluiten, genereren we niet alleen nieuwe inzichten maar ook nieuwe instrumenten: we willen beelden, teksten en data met elkaar laten praten.
De vraag wat de aard van menselijke cultuur is, is natuurlijk complex. De traditionele manier waarop geesteswetenschappers die vraag aanpakten was hem te verdelen in heel veel kleine, wel behapbarevragen. De ene GWer hield zich bezig met muziek, de andere met Spaans, en dan binnen Spaans weer een verdeling naar literatuur en taalkunde, enzovoort. En dus werkten de meeste geesteswetenschappers geïsoleerd aan beperkte vraagstukken.
Traditioneel moest de geesteswetenschappelijke onderzoeker alle data met eigen ogen lezen of zien, resp. met eigen oren aanhoren. Daarvan aantekeningen maken en die ordenen en publiceren. Dat leidde tot individuen met zeer veel kennis over een heel klein gebied: één schrijver, historische periode, kunststroming.
In het digitale tijdperk zijn er mogelijkheden om veel grotere hoeveelheden data dan voorheen te bevragen. Vroeger onderzocht je één klassieke tekst of een beperkt aantal jaargangen van een krant => nu maken we gebruik van veel grotere bestanden taal, historische gegevens, romans of
audiovisuele data. Dit is een revolutie in de geesteswetenschappen.
Deze revolutie leidt tot veelbelovende nieuwe kansen voor samenwerking. Onderzoekers kunnen gaan samenwerken in teams die uiteenlopende geesteswetenschappelijke en computationele expertise. De verschillende typen data die zij gebruiken moeten bewerkt worden om geschikt te worden voor onderzoek: gedigitaliseerd, bevraagbaar met tools, goed vindbaar. De tools moeten met elkaar kunnen samenwerken (interoperabel worden) zodat ze de onderzoeker helpen de data te vinden, ordenen, verbinden, analyseren, visualiseren en interpreteren. De verbinding van verschillende typen data, tools en expertise zal leiden tot wetenschappelijke vragen die voorheen niet onderzocht konden worden.
Kortom, er is een flinke investering nodig in een gezamenlijke infrastructuur, maar die investering rendeert dan ook voor zoveel mogelijk onderzoekers. Kernwoord van deze investering is Interoperabiliteit: zo veel mogelijk onderzoekers moeten de data en tools kunnen vinden en gebruiken.
Wat zijn de voorwaarden?
1. Eenvoudige toegang: iedere geesteswetenschapper die begint met digitaal onderzoek heeft meteen toegang tot grote
databestanden die voor onderzoek voorbewerkt zijn. De faciliteit die we maken is virtueel en gedistribueerd: iedere onderzoeker kan er vanaf iedere werkplek gebruik van maken.
2. Duurzaamheid: Wij maken een infrastructuur zodat de data steeds opnieuw gebruikt kunnen worden in nieuwe onderzoeken. In CLARIN hebben we hiermee al ervaring opgedaan vanuit de taalkunde. Die benadering willen we ook uitrollen over andere disciplines in de GW.
3. Samenwerking: Die combinatie maakt ook onderzoek naar veel grotere vragen mogelijk, waarbij samenwerking tussen vele onderzoekers nodig is, en de grenzen van disciplines overschreden worden. Kortom: grotere vragen, van groter wetenschappelijk en maatschappelijk belang.
Die leidt er trouwens ook toe dat de geesteswetenschappen de stap maken van beschrijving naar hypothesetoetsing.
Om die samenwerking vorm te geven hebben we gekozen voor drie wetenschapsgebieden die toonaangevend zijn in de digital humanities. Nederland heeft op die gebieden al een wereldpositie. Met CLARIAH willen we die gebieden versterken, en tegelijkertijd andere delen van de geesteswetenschappen de gelegenheid geven aan te haken. Bovendien werkt ieder van die drie gebieden vooral met één van de soorten data die van belang zijn voor de geesteswetenschappen: teksten, gestructureerde data en beeld en geluid.
1. Samengevat: elk van de disciplines levert unieke bouwstenen voor de complexe onderzoeksvraag, waardoor steeds weer een stukje van de puzzel duidelijker wordt. Ondertussen leren geesteswetenschappers samenwerken op het gebied van methoden en technieken. Deze aanpak levert nieuwe wetenschappelijke inzichten op over de samenhang van sociale, economische en culturele processen (dus over de relatie tussen migratie, minderhedenbeleid en integratie).
2. Maar het onderzoek naar deze vraagstukken is ook maatschappelijk relevant: door vragen rondom de positie van minderheden, sociaal-culturele processen van in- en uitsluiting, beter te onderzoeken, kunnen ook beleidsmakers hun voordeel met de resultaten doen.