Voorganger dhr Hans Dickhof organist Joh de Vries luister mee via kerknoordwolde.nl of audioserver.nl

1. Welkom Voorganger dhr Dickhof organist Johannes de Vries Thema:” Weinig dingen zijn nodig”

2. Voor de dienst ELB 187 't Scheepke onder Jezus'hoede, met zijn kruisvlag hoog in top,

3. 't Scheepke onder Jezus'hoede, met zijn kruisvlag hoog in top, neemt als arke der verlossing allen, die in nood zijn, op. Al staat de zee ook hol en hoog en zweept de storm ons voort, wij hebben's Vaders Zoon aan boord en veilig strand voor 't oog.

4. Zon, bestraal het kleine scheepke; winden, stuwt het zacht vooruit; golven, draagt het naar de verten, waar Gods einder zich ontsluit.

5. Dat nooit 't geloof bezwijken moog'; God houdt zich aan zijn woord; wij hebben 's Vaders Zoon aan boord en veilig strand voor't oog.

6. Elb. 187 : 3 Zie, o zondaar, hoe de kruisvlag wappert boven d'oceaan! Kom tot Jezus; wie Hem volgen, kan geen storm ooit doen vergaan.

7. Wij wenden ons tot God omhoog: 'O Heer, geleid ons voort!' Wij hebben's Vaders Zoon aan boord en veilig strand voor 't oog!

8. Welkom Voorganger dhr Dickhof organist Johannes de Vries Thema:” Weinig dingen zijn nodig”

9. Intochtslied is Gezang 328 Here Jezus om uw woord

10. Gez. 328 : 1 Here Jezus, om uw woord zijn wij hier bijeengekomen. Laat in 't hart dat naar U hoort uw genade binnenstromen. Heilig ons, dat wij U geven hart en ziel en heel ons leven.

11. 2. Ons gevoel en ons verstand zijn, o Heer, zo zonder klaarheid, als uw Geest de nacht niet bant, ons niet stelt in 't licht der waarheid. 't Goede denken, doen en dichten moet Gij zelf in ons verrichten.

12. Gez. 328 : 3 O Gij glans der heerlijkheid, licht uit licht, uit God geboren, maak ons voor uw heil bereid, open hart en mond en oren, dat ons bidden en ons zingen tot de hemel door mag dringen.

13. Stil gebed Votum en groet daarna gezang 323 – 1, 2, 8

14. 1. God is tegenwoordig, God is in ons midden, laat ons diep in 't stof aanbidden. God is in ons midden, laat nu alles zwijgen alles in ons voor Hem neigen. Wie de stem heft tot Hem sla de ogen neder, geve 't hart Hem weder.

15. 2. God is tegenwoordig, die in 't licht daarboven dag en nacht de engelen loven. Heilig, heilig, heilig, zingen Hem ter ere al de hoge hemelsferen. Laat o Heer, U ter eer, ons lied ook U prijzen, lof en dank bewijzen.

16. 8. Heer kom in mij wonen, zij mijn hart en leven, U ten heiligdom gegeven. Gij die zo nabij zijt, wend mij toe uw wezen, dat Ge in mij uw beeld moogt lezen. Waar ik ga, zit of sta, laat mij U aanschouwen met een stil vertrouwen.

17. Gebed om de verlichting met de Heilige Geest

27. Opw 32 Dit is de dag, dit is de dag,

28. Dit is de dag, dit is de dag, die de Heer ons geeft, die de Heer ons geeft. Weest daarom blij, weest daarom blij en zingt verheugd en zingt verheugd.

29. Dit is de dag die de Heer ons geeft. Weest daarom blij en zingt verheugd. Dit is de dag, dit is de dag, die de Heer ons geeft.

30. Dit is de dag, dit is de dag, die de Heer ons geeft, die de Heer ons geeft. Weest daarom blij, weest daarom blij en zingt verheugd en zingt verheugd.

31. Dit is de dag die de Heer ons geeft. Weest daarom blij en zingt verheugd. Dit is de dag, dit is de dag, die de Heer ons geeft.

32. We lezen Johannes 11 : 1 t-m 5 (NBG ´51)

33. De opwekking van Lazarus 11 1 Er was iemand ziek, Lazarus van Betanië, het dorp van Maria en haar zuster Marta. 2 Maria was het, die de Here gezalfd had met mirre en zijn voeten met haar haren had afgedroogd.

34. En haar broeder Lazarus was ziek. 3 De zusters dan zonden Hem bericht: Here, zie, die Gij liefhebt, is ziek. 4 Toen Jezus het hoorde, zeide Hij: Deze ziekte is niet ten dode, maar ter ere Gods, opdat de Zoon van God erdoor verheerlijkt worde.

35. 5 Jezus nu had Marta en haar zuster en Lazarus lief. Zingen Joh de Heer 125 Heer, Gij zijt mijn eeuwig erfdeel

36. 1 Heer, Gij zijt mijn eeuwig erfdeel meer dan 't leven zijt Gij mij. Laat mij op mijn pelgrimsreize altijd wand'len aan Uw zij.

37. Refrein Aan Uw zij, dicht nabij, Aan Uw zij dicht nabij; Alles, alles wil ik lijden, Mag 'k slechts wand'len aan Uw zij.

38. 2 Heer, ik vraag geen aardse schatten, 'k vraag geen eer of heerschappij; wat ik bid, het is genade, om te wand'len aan Uw zij.

39. Refrein Aan Uw zij, dicht nabij, Aan Uw zij dicht nabij; Alles, alles wil ik lijden, Mag 'k slechts wand'len aan Uw zij.

40. 3 Draag mij door de zee des levens, draag mij door het dodendal, tot ik kom in 's hemels zalen, waar 'k U eeuwig loven zal.

41. Refrein Aan Uw zij, dicht nabij, Aan Uw zij dicht nabij; Alles, alles wil ik lijden, Mag 'k slechts wand'len aan Uw zij.

42. Lezen Lukas 10 : 38 t-m 42

43. Maria en Marta 38 Terwijl zij op reis waren, kwam Hij in een zeker dorp. En een vrouw, Marta geheten, ontving Hem in haar huis. 39 En deze had een zuster, genaamd Maria, die, aan de voeten des Heren gezeten, naar zijn woord luisterde.

44. 40 Marta echter werd in beslag genomen door het vele bedienen. En zij ging bij Hem staan en zeide: Here, trekt Gij het U niet aan, dat mijn zuster mij alleen laat dienen? Zeg haar dan, dat zij mij komt helpen.

45. 41 Maar de Here antwoordde en zeide tot haar: Marta, Marta, gij maakt u bezorgd en druk over vele dingen, 42 maar weinige zijn nodig of slechts één; want Maria heeft het goede deel uitgekozen, dat van haar niet zal worden weggenomen.

46. Opw 249 Heer wat een voorrecht

47. Heer, wat een voorrecht om in liefde te gaan, schouder aan schouder in uw wijngaard te staan, samen te dienen, te zien wie U bent, want uw woord maakt uw wegen bekend.

48. Samen op weg gaan, dat is ons gebed, als een volk, dat juist daarvoor door U apart is gezet. Vol van uw liefde, genade en kracht, als een lamp, die nog schijnt in de nacht.

49. Samen te strijden in woord en in werk. Eén zijn in U, dat alleen maakt ons sterk. Delen in vreugde, in zorgen, in pijn, als uw kerk, die waarachtig wil zijn.

50. Samen op weg gaan, dat is ons gebed, als een volk, dat juist daarvoor door U apart is gezet. Vol van uw liefde, genade en kracht, als een lamp, die nog schijnt in de nacht.

51. `Weinig dingen zijn nodig`

52. Joh de Heer 80 Elk uur, elk ogenblik, Steun ik op U;

53. 1 Elk uur, elk ogenblik, Steun ik op U; Uw woord alleen, o Heer, vertroost mij nu.

54. Refrein Mijn ziel heeft U van node, elk uur, elk ogenblik! O zegen mij, mijn Heiland! Tot U kom ik!

55. 2 Mijn ziel behoeft Uw hulp, in vreugd' en pijn; wil elke dag O Heer, nabij mij zijn.

56. Refrein Mijn ziel heeft U van node, elk uur, elk ogenblik! O zegen mij, mijn Heiland! Tot U kom ik!

57. 3 Leer mij Uw wil te doen steeds meer en meer; wil aan mijn ziel Uw woord vervullen Heer!

58. Refrein Mijn ziel heeft U van node, elk uur, elk ogenblik! O zegen mij, mijn Heiland! Tot U kom ik!

59. Danken en bidden Daarna zingen ELB 413 Lichtstad met uw paarlen poorten

60. Elb. 413 : 1 Lichtstad met uw paarlen poorten, wond're stad zo hoog gebouwd, nimmer heeft men op deze aarde, ooit uw heerlijkheid aanschouwd.

61. Refrein: Daar zal ik mijn Heer ontmoeten, luist'ren naar zijn liefdesstem, daar geen rouw meer en geen tranen in het nieuw Jeruzalem.

62. Elb. 413 : 2 Heilig oord vol licht en glorie, waar de boom des levens bloeit en de stroom van levend water door de gouden Godsstad vloeit.

63. Refrein: Daar zal ik mijn Heer ontmoeten, luist'ren naar zijn liefdesstem, daar geen rouw meer en geen tranen in het nieuw Jeruzalem.

64. Elb. 413 : 3 Schoon tehuis voor moede pelgrims, komend uit de zandwoestijn, waar zij rusten van hun werken bij de springende fontein.

65. Refrein: Daar zal ik mijn Heer ontmoeten, luist'ren naar zijn liefdesstem, daar geen rouw meer en geen tranen in het nieuw Jeruzalem.

66. Elb. 413 : 4 Wat een vreugde zal dat wezen straks vereend te zijn met Hem in de stad met paarlen poorten in het nieuw Jeruzalem.

67. Refrein: Daar zal ik mijn Heer ontmoeten, luist'ren naar zijn liefdesstem, daar geen rouw meer en geen tranen in het nieuw Jeruzalem.

68. Collecte 1 ste voor 3 x M 2 de voor de eigen gemeente

69. Slotlied Abba Vader

70. 1 Abba, Vader, U alleen, U behoor ik toe. U alleen doorgrondt mijn hart, U behoort het toe. Laat mijn hart steeds vurig zijn. U laat nooit alleen. Abba, Vader, U alleen, U behoor ik toe.

71. 2 Abba, Vader, laat mij zijn, slechts voor U alleen. Dat mijn wil voor eeuwig zij d' Uwe en anders geen. Laat mijn hart nooit koud zijn, Heer. Laat mij nimmer gaan. Abba, Vader, laat mij zijn slechts van U alleen.

72. Fijne zondag en tot vanavond dan gaat voor ds Rozeboom