Bij het doorrekenen van wetsvoorstellen en verkiezingsprogramma’s zet het Centraal Planbureau (CPB) ons op het verkeerde spoor. Om het "Banencijfer" te berekenen worden structureel de effecten op de beroepsbevolking uitgerekend die vervolgens onterecht worden vertaald met “Werkgelegenheidseffecten”. Kort door de bocht zou je dus kunnen zeggen: CPB noemt wat wij "werklozen" noemen: "banen"!
Faillissement van gezin, economie en maatschappijMartijnHofman
In Nederland worden doorgaans de kabinetsplannen inclusief amendementen daarop doorgerekend door het Centraal PlanBureau (CPB). Het is mijns inziens goed als een onafhankelijke partij de politieke plannen doorrekend. Vraag is wel hoe onafhankelijk en hoe betrouwbaar de uitkomsten zijn. Het CPB gebruikt voor de doorrekening van belastingeffecten op de werkgelegenheid het MICSIM model . Is de uitkomst inderdaad dat, wat we verwachten?
Bovenstaande vraag heeft mij de laatste jaren bezig gehouden. Uitkomsten van de laatste tijd waren namelijk volstrekt onlogisch. Los daarvan werden er wel beslissingen in de politiek genomen op basis van deze uitslagen. Wat als we ons zouden leiden door onjuiste beeldvorming? Wat als we vervolgens miljoenen investeren in zaken met een uitkomst die we eigenlijk niet willen?
Ook de politiek zelf en de publieke media stelden vragen aan het CPB m.b.t. de betrouwbaarheid van de doorrekeningen. Daarom heeft het CPB op 12 februari 2016 een informatiebijeenkomst gehouden voor politici en journalisten. Daarbij is een toelichting gegeven op de gehanteerde modellen. Naar aanleiding van de daarbij gegeven presentatie heb ik een eerste document geschreven. Naar aanleiding van het zoveelste rapport wat de problematiek aangeeft, dit keer van de SER heb ik dit document geschreven om nogmaals te wijzen op de negatieve effecten van deze modellen en de besluitvorming naar aanleiding daarvan.
Rapport SER volatiliteit
“De afgelopen twintig jaar is er beperkte vooruitgang geboekt met het verhogen van de groei van het vrij besteedbare inkomen van huishoudens.” heeft de SER in hun publicatie geconstateerd. Vervolgens volgt er een analyse waarom dit zo is. Het blijkt dat een veelheid aan diverse maatregelen ervoor heeft gezorgd dat economische groei geen persoonlijke welvaartsgroei betekende voor een groot deel van de burgers.
Logisch huishoudens minder geld
Hoe komt het toch dat economische groei niet leidt tot groei in de welvaart voor een groot deel van de burgers? De generieke oorzaak zit in het de CPB modellen die de grondslag zijn voor de besluitvorming in de “democratische” besluitvormingsorganen van de regering. Heel kort samengevat leiden de modellen ertoe dat de wetgeving gericht is op minder verdiensten, meer belastingheffing om te zorgen dat iedereen betaalde arbeid gaat verrichten. De samenvatting hier weer van is dat burgers steeds armer worden en bedrijven / instellingen / de regering steeds rijker.
In dit document willen we u meenemen in de technische kant van de CPB modellen en de uitwerking daarvan in onze maatschappij.
Banenplan 2014 - 300 duizend extra banen in 2020 CNV Vakcentrale
De werkloosheid is onaanvaardbaar hoog, bijna 700.000 mensen zitten zonder werk. FNV, CNV en VCP hebben woensdag een Banenplan gepresenteerd om mensen op een goede manier aan het werk te helpen en te houden. Deze maatregelen voor echte banen moeten de werkloosheid in 2020 naar minder dan 400.000 mensen brengen. De vakcentrales willen snel afspraken maken met werkgevers en de politiek om voor zekerheid te kiezen voor meer mensen. Werk moet snel topprioriteit nummer 1 worden in Nederland.
De vakcentrales stellen concrete maatregelen voor om werk te scheppen, werk eerlijk te verdelen en goed werk te behouden.
De CNV-bonden zetten in 2014 in op koopkrachtverbetering voor de af te sluiten cao’s, waarbij het aan de slag houden van mensen de grootste prioriteit heeft. Daar waar het mogelijk is wordt niet nagelaten een hoge loonvraag neer te leggen
Inbreng vakcentrale's FNV en CNV bij Algemeen Overleg ParticipatiewetCNV Vakcentrale
Gezamenlijke brief van de vakcentrale's van FNV en CNV aan de vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid in de Tweede Kamer over beschutte werkplekken.
Bij het doorrekenen van wetsvoorstellen en verkiezingsprogramma’s zet het Centraal Planbureau (CPB) ons op het verkeerde spoor. Om het "Banencijfer" te berekenen worden structureel de effecten op de beroepsbevolking uitgerekend die vervolgens onterecht worden vertaald met “Werkgelegenheidseffecten”. Kort door de bocht zou je dus kunnen zeggen: CPB noemt wat wij "werklozen" noemen: "banen"!
Faillissement van gezin, economie en maatschappijMartijnHofman
In Nederland worden doorgaans de kabinetsplannen inclusief amendementen daarop doorgerekend door het Centraal PlanBureau (CPB). Het is mijns inziens goed als een onafhankelijke partij de politieke plannen doorrekend. Vraag is wel hoe onafhankelijk en hoe betrouwbaar de uitkomsten zijn. Het CPB gebruikt voor de doorrekening van belastingeffecten op de werkgelegenheid het MICSIM model . Is de uitkomst inderdaad dat, wat we verwachten?
Bovenstaande vraag heeft mij de laatste jaren bezig gehouden. Uitkomsten van de laatste tijd waren namelijk volstrekt onlogisch. Los daarvan werden er wel beslissingen in de politiek genomen op basis van deze uitslagen. Wat als we ons zouden leiden door onjuiste beeldvorming? Wat als we vervolgens miljoenen investeren in zaken met een uitkomst die we eigenlijk niet willen?
Ook de politiek zelf en de publieke media stelden vragen aan het CPB m.b.t. de betrouwbaarheid van de doorrekeningen. Daarom heeft het CPB op 12 februari 2016 een informatiebijeenkomst gehouden voor politici en journalisten. Daarbij is een toelichting gegeven op de gehanteerde modellen. Naar aanleiding van de daarbij gegeven presentatie heb ik een eerste document geschreven. Naar aanleiding van het zoveelste rapport wat de problematiek aangeeft, dit keer van de SER heb ik dit document geschreven om nogmaals te wijzen op de negatieve effecten van deze modellen en de besluitvorming naar aanleiding daarvan.
Rapport SER volatiliteit
“De afgelopen twintig jaar is er beperkte vooruitgang geboekt met het verhogen van de groei van het vrij besteedbare inkomen van huishoudens.” heeft de SER in hun publicatie geconstateerd. Vervolgens volgt er een analyse waarom dit zo is. Het blijkt dat een veelheid aan diverse maatregelen ervoor heeft gezorgd dat economische groei geen persoonlijke welvaartsgroei betekende voor een groot deel van de burgers.
Logisch huishoudens minder geld
Hoe komt het toch dat economische groei niet leidt tot groei in de welvaart voor een groot deel van de burgers? De generieke oorzaak zit in het de CPB modellen die de grondslag zijn voor de besluitvorming in de “democratische” besluitvormingsorganen van de regering. Heel kort samengevat leiden de modellen ertoe dat de wetgeving gericht is op minder verdiensten, meer belastingheffing om te zorgen dat iedereen betaalde arbeid gaat verrichten. De samenvatting hier weer van is dat burgers steeds armer worden en bedrijven / instellingen / de regering steeds rijker.
In dit document willen we u meenemen in de technische kant van de CPB modellen en de uitwerking daarvan in onze maatschappij.
Banenplan 2014 - 300 duizend extra banen in 2020 CNV Vakcentrale
De werkloosheid is onaanvaardbaar hoog, bijna 700.000 mensen zitten zonder werk. FNV, CNV en VCP hebben woensdag een Banenplan gepresenteerd om mensen op een goede manier aan het werk te helpen en te houden. Deze maatregelen voor echte banen moeten de werkloosheid in 2020 naar minder dan 400.000 mensen brengen. De vakcentrales willen snel afspraken maken met werkgevers en de politiek om voor zekerheid te kiezen voor meer mensen. Werk moet snel topprioriteit nummer 1 worden in Nederland.
De vakcentrales stellen concrete maatregelen voor om werk te scheppen, werk eerlijk te verdelen en goed werk te behouden.
De CNV-bonden zetten in 2014 in op koopkrachtverbetering voor de af te sluiten cao’s, waarbij het aan de slag houden van mensen de grootste prioriteit heeft. Daar waar het mogelijk is wordt niet nagelaten een hoge loonvraag neer te leggen
Inbreng vakcentrale's FNV en CNV bij Algemeen Overleg ParticipatiewetCNV Vakcentrale
Gezamenlijke brief van de vakcentrale's van FNV en CNV aan de vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid in de Tweede Kamer over beschutte werkplekken.
Speech van Jan Pieter De Nul bij de uitreiking van HR Manager van het jaarSoliday das Sonnensegel
Hij spreekt niet veel in het openbaar maar Mr De Nul heeft zijn fileermes even boven gehaald om het ondernemersklimaat en de Belgische politiek te ontleden. Een zeer juiste en vooral pijnlijke analyse.
'Alle werknemers moeten komend jaar kunnen merken dat het beter gaat met de Nederlandse economie. Ik wil in 2015 cao-afspraken met een fatsoenlijke loonontwikkeling, goede scholingsbudgetten en herstel van het derde WW-jaar. Het geld dat vrijkomt door lagere pensioenpremies moet bij werknemers terechtkomen’, zegt CNV voorzitter Maurice Limmen in een toelichting op de vandaag in het Algemeen Bestuur gepresenteerde conceptarbeidsvoorwaardennota 2015 ‘Werkenden op waarde geschat!’.
Lees het laatste nieuws over de economie en conjunctuur, marktontwikkelingen en de beroepsbevolking, branchespecifieke informatie en informatie over de uitzendbranche in de Marktbrief editie november 2013!
Kom je er niet elke ochtend aan toe om de krant van voor tot achter door te spitten? Geen probleem: de marktbrief brengt je elke maand op de hoogte van het belangrijkste nieuws.
Wat zijn de ontwikkelingen in de markt? Wat kun je verwachten in jouw branche? In de marktbrief vind je elke maand het laatste nieuws op het gebied van:
economie & conjunctuur
marktontwikkeling
beroepsbevolking
branche-informatie
Het CNV staat voor belangenbehartiging van werknemers en voor het streven naar een samenleving waarin mensen zoveel mogelijk gelijke kansen hebben en duurzaamheid een centraal begrip is. Deze elementen komen goed naar voren in het werk wat we doen op het gebied van pensioenen. Onze bestuurders in pensioenfondsen zetten zich in voor een goed pensioen voor werknemers, maar tegelijkertijd vragen we aan pensioenfondsen dat ze verder kijken dan alleen het rendement. De rendementen op pensioenen mogen niet 'verdient' worden door werknemers die werken onder erbarmelijke omstandigheden en fabrieken die geen oog hebben voor milieuvervuiling.
Om deze reden stuurt het CNV haar bestuurder op pad met een beleggingscode. In de beleggingscode staan de randvoorwaarden voor duurzaam beleggen waaraan minimaal moet worden voldaan in de ogen van het CNV. Daarnaast gaat de beleggingscode over de wijze waarop verantwoording afgelegd dient te worden aan de deelnemers van een pensioenfonds. Doel van de code is te komen tot een rechtvaardig en duurzaam beleggingsbeleid.
Accelerating Your Mastery of APM Through Skills Self-Analysis - AppSphere16AppDynamics
The problem that an organization wants to solve with application performance management (APM) is spread across many divisions. Developers are needed to investigate issues hidden deep in the code. QA has to uncover performance-related issues. And operations has to deal with the day-to-day triage of production issues.
To be successful with APM and deliver on its core capabilities—including rapid deployments, solution sizing, application audit, triage, and assessments—engineers and managers need to build critical skills. In this presentation, we will explore ways to grow from a cost center to a profit center by delivering value-added services like capacity planning, 100% uptime, and rapid deployments.
Key takeaways:
o Understand APM maturity model, skill matrix, and concepts of APM as collaboration application
o Changing the perception of APM as a cost center to a profit center by delivering value-added services
o Matching these critical skills to AppDynamics features
For more information go to: www.appdynamics.com
Speech van Jan Pieter De Nul bij de uitreiking van HR Manager van het jaarSoliday das Sonnensegel
Hij spreekt niet veel in het openbaar maar Mr De Nul heeft zijn fileermes even boven gehaald om het ondernemersklimaat en de Belgische politiek te ontleden. Een zeer juiste en vooral pijnlijke analyse.
'Alle werknemers moeten komend jaar kunnen merken dat het beter gaat met de Nederlandse economie. Ik wil in 2015 cao-afspraken met een fatsoenlijke loonontwikkeling, goede scholingsbudgetten en herstel van het derde WW-jaar. Het geld dat vrijkomt door lagere pensioenpremies moet bij werknemers terechtkomen’, zegt CNV voorzitter Maurice Limmen in een toelichting op de vandaag in het Algemeen Bestuur gepresenteerde conceptarbeidsvoorwaardennota 2015 ‘Werkenden op waarde geschat!’.
Lees het laatste nieuws over de economie en conjunctuur, marktontwikkelingen en de beroepsbevolking, branchespecifieke informatie en informatie over de uitzendbranche in de Marktbrief editie november 2013!
Kom je er niet elke ochtend aan toe om de krant van voor tot achter door te spitten? Geen probleem: de marktbrief brengt je elke maand op de hoogte van het belangrijkste nieuws.
Wat zijn de ontwikkelingen in de markt? Wat kun je verwachten in jouw branche? In de marktbrief vind je elke maand het laatste nieuws op het gebied van:
economie & conjunctuur
marktontwikkeling
beroepsbevolking
branche-informatie
Het CNV staat voor belangenbehartiging van werknemers en voor het streven naar een samenleving waarin mensen zoveel mogelijk gelijke kansen hebben en duurzaamheid een centraal begrip is. Deze elementen komen goed naar voren in het werk wat we doen op het gebied van pensioenen. Onze bestuurders in pensioenfondsen zetten zich in voor een goed pensioen voor werknemers, maar tegelijkertijd vragen we aan pensioenfondsen dat ze verder kijken dan alleen het rendement. De rendementen op pensioenen mogen niet 'verdient' worden door werknemers die werken onder erbarmelijke omstandigheden en fabrieken die geen oog hebben voor milieuvervuiling.
Om deze reden stuurt het CNV haar bestuurder op pad met een beleggingscode. In de beleggingscode staan de randvoorwaarden voor duurzaam beleggen waaraan minimaal moet worden voldaan in de ogen van het CNV. Daarnaast gaat de beleggingscode over de wijze waarop verantwoording afgelegd dient te worden aan de deelnemers van een pensioenfonds. Doel van de code is te komen tot een rechtvaardig en duurzaam beleggingsbeleid.
Accelerating Your Mastery of APM Through Skills Self-Analysis - AppSphere16AppDynamics
The problem that an organization wants to solve with application performance management (APM) is spread across many divisions. Developers are needed to investigate issues hidden deep in the code. QA has to uncover performance-related issues. And operations has to deal with the day-to-day triage of production issues.
To be successful with APM and deliver on its core capabilities—including rapid deployments, solution sizing, application audit, triage, and assessments—engineers and managers need to build critical skills. In this presentation, we will explore ways to grow from a cost center to a profit center by delivering value-added services like capacity planning, 100% uptime, and rapid deployments.
Key takeaways:
o Understand APM maturity model, skill matrix, and concepts of APM as collaboration application
o Changing the perception of APM as a cost center to a profit center by delivering value-added services
o Matching these critical skills to AppDynamics features
For more information go to: www.appdynamics.com
Mastering the Administration of your AppDynamics Deployment - AppSphere16AppDynamics
Enterprises rely on AppDynamics to drive intelligent monitoring across their applications. As deployments scale to tens of thousands of agents, and many million metrics per minute, we have re-imagined every touch point to help administrators better manage the AppDynamics environment. We start from deployment, and touch upgrades, role-based access control, and a completely re-imagined license management model. We will highlight the different ways AppDynamics is making it easier for administrators and business owners to manage their AppDynamics deployment as it scales throughout the enterprise. Key takeaways:
•The future of deploying and upgrading the AppIQ platform
•Reimagined license management
•A service-oriented architecture that enables operating at even greater scale and more granular control
For more information, go to: www.appdynamics.com
011209 AV Presentation given in cooperation with Randstad HR Solutions and Ecabo. Audience, educators (teachers and coordinators) of several dutch ROC\'s
Onderzoeksrapport Digitalisering en robotisering vragen om
employagility. In dit rapport staan de resultaten van het onderzoek van PWC naar de toekomst van werk en de
arbeidsmarkt in de Nederlandse zakelijke en financiële dienstverlening.
Het jaarlijkse onderzoek van Berenschot en Elsevier, dat al sinds het begin van deze eeuw wordt uitgevoerd, biedt een overzicht van 257 functies plus beloningen. Samen vormen deze een dwarsdoorsnede van de bedragen die werkend Nederland verdiende in 2015.
In deze snel veranderende en onzekere wereld komt het CNV, vanuit zijn christelijk-sociale waarden, op voor de belangen van werkenden, anders actieven en gepensioneerden in het algemeen en onze leden in het bijzonder. In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen publiceert het CNV daarom zijn Sociaal Politiek Program: ‘De tijden veranderen: we doen het weer samen’. Het CNV wil met dit program een bijdrage leveren aan de verkiezingsprogramma’s van de verschillende politieke partijen.
Het doel is dat de parlementsverkiezingen van 2021, en het daaruit volgende regeerakkoord, een bijdrage leveren aan de rechtvaardige samenleving die het CNV voor ogen heeft.
De CNV Vakcentrale eist voor 2012 de totale loonruimte op. Deze moet worden aangewend voor harde werkgelegenheidsafspraken en inflatiecorrectie. Als werkgevers niet of onvoldoende bereid zijn werkgelegenheidsafspraken te maken, verhoogt het CNV de looneis voor de werknemers in het bedrijf.
Lees meer op:
http://www.cnv.nl/arbeidsvoorwaardennota/
Kredietcrisis versus ICT (arbeids)markt UPDATE JAN 09Jose Tomas
Hoe reageert de ICT (arbeids)markt op de huidige kredietcrisis? Zijn we volwassen geworden na de 2000-2001 internetbubble? Er heerst veel sentiment, voornamelijk gevoed door de media. Maar wat zjin de feiten? Een korte reis door de wereld van (hoopvolle) berichten. Laat het sentiment niet leidend zijn! Laten we waken voor de self-fulfiling prophecies. Aanvullingen welkom!
De vakbonden zijn ontevreden met de kabinetsplannen uit het regeerakkoord. Met name aan de plannen voor Flex, WW en ontslagrecht kan er veel verbeterd worden. Maar er zijn meer onderwerpen waar ruimte is voor verbetering.
Daarom wordt er sinds eind 2012 wordt door vakbonden, werkgevers en het kabinet gesproken over de zogenoemde sociale agenda.
fd | Grote bedrijven sturen ZZP'ers massaal weg onderd druk van nieuwe wetgeving
Zzp update-juni-2016 | ABN-AMRO
1. ZZP - focus
Economisch Bureau Nederland
Madeline Buijs | +31 20 383 82 01
Nieuwe realiteit arbeidsmarkt
De Nederlandse arbeidsmarkt is de afgelopen
jaren fundamenteel veranderd. Vaste contracten
voor werknemers zijn veel minder
vanzelfsprekend geworden. Zoals in de grafiek
rechts te zien is, daalde de afgelopen jaren het
aantal werknemers in vaste dienst flink, van 5,66
miljoen in het eerste kwartaal van 2003 tot 5,15
miljoen in het eerste kwartaal van 2016. Een
afname van 510.000.
Uiteindelijk blijft de arbeidsmarkt in Nederland er
nog wel een van vaste dienstverbanden, 62%
van de werkenden heeft een vast dienstverband.
In de leeftijdsgroepen 15-25 jaar en 65-75 jaar
zijn er weinig werkenden met een vast
dienstverband. Maar in de groep 25-65 jaar
heeft de meerderheid van de werkenden een
vast contract.
Vaste dienst uit de gratie
Aantal x1000
Bron: CBS
Dit loopt uiteen van 64% voor de groep tussen
25 en 35 jaar tot 71% voor de groep tussen 35
en 45 jaar. Er kan daarom ook niet worden
geconcludeerd dat jongeren geen vaste
contracten meer krijgen en dat dit alleen
voorbehouden is aan oudere werknemers.
Zzp’ers steeds grotere groep
De beroepsbevolking nam tussen het eerste
kwartaal van 2003 en het eerste kwartaal van
2015 met 516.000 toe. Omdat het aantal
werknemers in vaste dienst afnam, betekent dit
dat andere contracten in zwang zijn geraakt. Dit
zijn de werknemers met een flexibele
arbeidsrelatie, de zelfstandig ondernemers en
zzp’ers. Dit is in onderstaande grafiek te zien.
Flexwerk groeit
% groei, 2003kw1-2015kw1
Bron: CBS, ABN AMRO Economisch Bureau
28 juni 2016
Opmars zzp’ers zet door ondanks nieuwe regelgeving
Ondanks dat het merendeel van de Nederlandse beroepsbevolking nog een vast dienstverband heeft, is
het aantal werkenden met een flexibel contract in opmars. Ook zijn er steeds meer ondernemers. De
zzp’ers zijn hier een sprekend voorbeeld van. Het zzp-schap wordt in Nederland door de overheid
gestimuleerd, maar ook de digitalisering en de verschuiving van het belang van sectoren spelen een rol bij
de opkomst van zzp’ers. De nieuwe wet DBA zorgt op dit moment voor onzekerheid, wat deze opkomst op
korte termijn kan stuiten. De wet beoogt het tegengaan van schijnzelfstandigheid. Dit is een positieve
ontwikkeling, omdat schijnzelfstandigheid concurrentievervalsing in sectoren veroorzaakt.
2. Na het aantal oproepkrachten is het aantal
zzp’ers het hardst gestegen. Het aantal zzp’ers
groeit sinds 2003 gestaag, zoals in de grafiek
hieronder te zien is. In het eerste en tweede
kwartaal van 2016 daalde het aantal iets, maar
het is te vroeg om van een trend te kunnen
spreken. Dit gebeurde bijvoorbeeld in het eerste
kwartaal van 2014 en 2015 ook, maar daarna
steeg het aantal weer.
Gestage groei zzp’ers
Aantal x1000
Bron: CBS
Het aantal leerkrachten in het basisonderwijs dat
als zzp’er werkt is het sterkst gestegen, gevolgd
door HR-specialisten. Er is ook een aantal
beroepen waar in 2003 nog geen zzp’ers actief
waren en in 2015 wel. Zoals beleidsadviseurs,
productieleiders in bouw en industrie en
verpleegkundigen. Ook zijn er nog beroepen
waar nog steeds geen zzp’ers actief zijn,
bijvoorbeeld bij de brandweer, politie en
apothekersassistenten.
De meeste zzp’ers werken voltijds, zo’n 55%. Dit
aantal is in de afgelopen jaren wel afgenomen.
In 2008 was dit nog ruim 59%. Dit is in
onderstaande grafiek te zien. De sterkste groei
is te zien in het aantal zzp’ers dat 28-35 uur per
week werkt. Gemiddeld werken zzp’ers nog
minder uren dan voor de crisis.
Percentage zzp’ers die voltijd werken daalt
%
Bron: CBS, ABN AMRO Economisch Bureau
Ondanks de populariteit, kunnen niet alle zzp’ers
leven van hun zzp-schap alleen. Volgens het
CBS heeft 38% een hoofdinkomen uit het ZZP-
schap. De rest vult dit aan met een
neveninkomen of het inkomen uit ZZP-
werkzaamheden is een neveninkomen. 61% van
de zzp’ers is man, zij hebben een hoger
inkomen uit zzp-werkzaamheden dan vrouwen.
Waarom stijgt het aantal zzp’ers zo
sterk?
Er is een aantal redenen aan te wijzen waarom
het aantal zzp’ers in Nederland zo hard is
gegroeid de afgelopen jaren. Onder andere het
Centraal Planbureau (CPB) en de Sociaal-
Economische Raad (SER) hebben hier
onderzoek naar gedaan.
Ten eerste verschuift het belang van sectoren in
de Nederlandse economie. In sommige
sectoren, zoals de dienstverlening, ICT en
gezondheidszorg zijn relatief veel zzp’ers actief.
Deze sectoren worden in de Nederlandse
economie steeds belangrijker, waardoor de
werkgelegenheid relatief meer toeneemt. Dat
heeft een positieve invloed op het totaal aantal
zzp’ers in Nederland.
Daarnaast is het door de digitalisering veel
eenvoudiger geworden om als zzp’er te werken.
Je hoeft niet meer in een kantoor te werken, dit
kan overal. Dit geldt met name voor veel
dienstverlenende beroepen waar zzp’ers hun
kennis inzetten. Zzp’ers in bijvoorbeeld de bouw
en gezondheidszorg kunnen dit natuurlijk niet.
Ten slotte heeft de overheid geholpen door
vanaf het jaar 2000 (fiscale) regelgeving op te
stellen die het aantrekkelijk maakt om als zzp’er
aan de slag te gaan. Zoals de
zelfstandigenaftrek en de MKB-winstvrijstelling.
3. Hierdoor hoeven zzp’ers minder belasting te
betalen over hun winst. Ook is het voor
werkgevers aantrekkelijk om zzp’ers in dienst te
nemen, omdat zij minder premies en belastingen
hoeven af te dragen.
Heeft de conjunctuur effect?
De conjunctuur kan voor zowel een toename als
een afname van het aantal zzp’ers veroorzaken.
Als het goed gaat met de economie neemt het
aantal zzp'ers toe doordat er meer werk is. Maar
tegelijkertijd treden er dan ook zzp’ers in dienst
van bedrijven die als gevolg van een neergang
van de economie noodgedwongen zzp’er zijn
geworden. En dit geldt natuurlijk andersom in
een neergaande economie. In Nederland lijkt het
positieve effect van een hoogconjunctuur de
overhand te hebben. Het aantal zzp’ers is
namelijk het sterkst gestegen in de periode
2006-2008. Dit zijn jaren waarin het met de
Nederlandse economie goed ging.
Een goede illustratie hiervan is te vinden in de
bouwsector. De bouw is van alle sectoren in de
Nederlandse economie het zwaarst getroffen
door de crisis. Er wordt vaak gezegd dat er
tijdens de crisis veel zzp’ers bij zijn gekomen
doordat bouwbedrijven massaal hun
werknemers ontsloegen. Maar als we kijken
naar de ontwikkeling van het aantal zzp’ers in de
bouw was de sterkste groei te zien in de periode
2004-2008. Dit waren jaren van sterke groei in
de bouw. De jaarlijkse groei van het aantal
zzp’ers is in de grafiek hieronder te zien.
Groei aantal zzp’ers neemt sinds 2008 af in
de bouw
% groei
Bron: CBS, ABN AMRO Economisch Bureau
Een opgaande conjunctuur heeft in Nederland in
positieve zin bijgedragen aan de groei van het
aantal zzp’ers, zoals hierboven is gebleken.
Maar om de groei van de afgelopen 15 jaar te
kunnen verklaren, zijn de verschuiving van het
belang van sectoren, nieuwe regelgeving en de
digitalisering van groter belang. De conjunctuur
is namelijk van alle tijden.
Wat is de toekomst van de zzp’er?
Zoals hiervoor beschreven is de groei van het
aantal zzp’ers afhankelijk van verschillende
factoren. Deze factoren hebben daarom ook
invloed op de ontwikkeling van het aantal
zzp’ers de komende jaren.
De digitalisering is nog niet ten einde, wat
positief is voor de ontwikkeling van het aantal
zzp’ers. Ook het feit dat de dienstverlenende
sectoren zoals ICT en zakelijke dienstverlening
de komende jaren naar verwachting de sterkste
groei laten zien heeft een positief effect op het
aantal zzp’ers. Daarnaast heeft de opgaande
conjunctuur een positief effect. Het feit dat veel
zzp’ers weer in dienstverband gaan werken bij
een opgaande conjunctuur dempt dit effect iets.
Concluderend is het onze verwachting dat het
aantal zzp’ers de komende twee jaar zal
groeien.
Maar nieuwe wetgeving zorgt voor
onduidelijkheid…
Er is nog wel een factor die voor veel
onduidelijkheid zorgt, namelijk de veranderende
wetgeving omtrent zzp’ers. Per 1 mei is de Wet
deregulering beoordeling arbeidsrelaties (wet
DBA) ingegaan. Deze wet vervangt de
Verklaring arbeidsrelatie (VAR). Door de nieuwe
wet is de zzp’er niet meer alleen
verantwoordelijk voor het beoordelen van de
arbeidsrelatie, maar ook de opdrachtgever
(werkgever). De Belastingdienst gaat de nieuwe
wet handhaven en kan volgens de nieuwe wet
zowel de zzp’er als de werkgever
verantwoordelijk houden. Zzp’er en werkgever
kunnen met modelovereenkomsten gaan
werken. Dit zorgt voor duidelijkheid over de
arbeidsrelatie. Beide partijen moeten zich aan
4. de modelovereenkomst houden. Het gebruik van
een modelovereenkomst is niet verplicht
wanneer duidelijk is dat er geen sprake is van
loondienst.
Er heerst op dit moment onduidelijkheid over
hoe de Belastingdienst gaat handhaven en hoe
de modelovereenkomsten opgesteld moeten
worden. Er zijn signalen dat werkgevers
hierdoor geen zzp’ers meer willen inhuren en
hen alleen nog maar via uitzendbureaus
inhuren. Er geldt wel een overgangstermijn van
1 jaar voordat de Belastingdienst de nieuwe wet
actief gaat handhaven. Hierdoor zouden zzp’ers
en werkgever voldoende tijd moeten hebben om
volgens de nieuwe wet te gaan werken. Het is
dan wel noodzakelijk dat de Belastingdienst
voldoende capaciteit beschikbaar heeft voor
voorlichting. De onzekerheid die de nieuwe wet
met zich meebrengt, kan op korte termijn
remmend werken op de ontwikkeling van het
aantal zzp’ers in Nederland.
Wij verwachten dat ondanks deze
onduidelijkheid de opmars van zzp’ers op de
langere termijn doorzet. De Belastingdienst gaat
pas na een jaar handhaven, waardoor er nog
voldoende tijd moet zijn om te zien hoe de wet in
de praktijk zal uitpakken. Dit is wel afhankelijk
van de snelheid van het beoordelen van
modelovereenkomsten door de Belastingdienst.
Tegengaan schijnzelfstandigheid moet
doel zijn
De Tweede- en Eerste Kamer hebben met deze
wet beoogd om schijnzelfstandigheid tegen te
gaan. Schijnzelfstandigheid houdt in dat een
zzp’er in feite in dienst is bij de werkgever en
dus eigenlijk een werknemer is. Onze
verwachting is dat de Belastingdienst dan ook
op deze gevallen gaat handhaven. Gezien het
grote aantal zzp’ers in Nederland zullen naar
verwachting vooral de heldere en grootschalige
gevallen van schijnzelfstandigheid aan worden
gepakt.
De Organisatie voor Economische
Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) heeft
onderzoek gedaan naar schijnzelfstandigheid
van zzp’ers in verschillende Europese landen.
Zij hebben onderzocht hoeveel zzp’ers maar
één opdrachtgever hebben, bij grote werklast
geen extra personeel kunnen inhuren en niet
autonoom kunnen beslissen over hun eigen
bedrijfsvoering. Gemiddeld is in Europa 1,3%
van alle werkenden schijnzelfstandige, terwijl dat
in Nederland 1,7% is. Volgens het IBO rapport
komt dit overeen met 15% van de zzp’ers in
Nederland. Aangezien er in Nederland in het
eerste kwartaal van 2016 1.024.000 zzp’ers
actief zijn, zouden er ruim 153.000
schijnzelfstandigen zijn.
SEOR heeft ook onderzoek gedaan naar
schijnzelfstandigheid van zzp’ers. Zij hebben
naar vier sectoren gekeken die in de tabel
hieronder zijn benoemd.
In deze sectoren ligt de schijnzelfstandigheid
tussen de 3-15%. Relatief de grootste groep
schijnzelfstandigen bevindt zich in de zorg en
het wegvervoer. Volgens deze cijfers zou het
aantal schijnzelfstandigen in Nederland uiteen
lopen van 31.000-153.000.
Schijnzelfstandigheid is marktverstorend
Schijnzelfstandigheid zorgt voor
concurrentievervalsing. Omdat werkgevers
minder premies en belastingen hoeven af te
dragen voor zzp’ers die zij in dienst hebben,
hebben zij minder personeelskosten. Dit
belemmert de marktwerking, omdat zij de
schijnzelfstandige eigenlijk als werknemer in
5. dienst hadden moeten nemen. In het IBO
rapport is berekend wat het verschil is tussen de
kosten van een werknemer en een zzp’er. Als er
wordt uitgegaan van een gelijk netto inkomen
van de werknemer en de zzp’er kost een
werknemer de werkgever 140% van het netto
besteedbaar inkomen, terwijl een zzp’er 116%
kost. Ervan uitgaande dat de zzp’er een opslag
hanteert voor premies die betaald moeten
worden. Wanneer de zzp’er dit niet doet, dat
kost de zzp’er slechts 97% van zijn netto
besteedbaar inkomen. Dit laat zien dat er een
groot verschil is tussen de kosten van een
werknemer en een zzp’er. Dit verschilt van 21%
in het geval de zzp’er wel premies en dergelijke
in rekening brengt tot 44% als hij dat niet doet.
Door via de nieuwe wet ook de werkgever
verantwoordelijk te houden voor de
arbeidsrelatie, is het eenvoudiger geworden om
schijnzelfstandigheid en dus
concurrentievervalsing aan te pakken. Zeker als
het op grote schaal gebeurt. Dit zou een prikkel
voor werkgevers moeten zijn om geen
schijnzelfstandigen meer in dienst te nemen, wat
effect kan hebben in sectoren waar de
schijnzelfstandigheid hoog is. En ook zzp’ers
moeten zich hier bewust van zijn.
Nieuwe wet heeft gevolgen
Gemiddeld kwamen er in de periode 2004-2015
jaarlijks 32.000 zzp’ers bij, een jaarlijkse groei
van 4%. Gezien het grote aantal
schijnzelfstandigen, zal dit percentage
waarschijnlijk in 2016 en 2017 niet gehaald
worden. Een deel van de schijnzelfstandigen zal
naar verwachting stoppen als zzp’er. Wel is de
verwachting dat er groei te zien zal zijn, omdat
de introductie van de wet DBA geleidelijk gaat.
De Belastingdienst gaat pas in 2017 handhaven
en zal zich naar verwachting richten op de
duidelijke en grootschalige gevallen.
Bronnen
CPB (2015). Position paper t.b.v. ‘IBO Zelfstandigen
zonder personeel’.
Eindrapport IBO Zelfstandigen zonder personeel
(2015). In opdracht van het Ministerie van Financiën.
OECD (2016). OECD Economic Surveys The
Netherlands.
SEOR (2013). ZZP tussen werknemer en
ondernemer. In opdracht van het Ministerie van
Economische Zaken.
SER (2010). Zzp’ers in beeld. Een integrale visie op
zelfstandigen zonder personeel.