SlideShare a Scribd company logo
Chapter 3
Entertain me
Grammar
Stepping Stones 3gt
What en which
What betekent wat of welke. Je gebruikt what als je vraagt
naar mensen of dingen in het algemeen.
• What sort of games do you like?
• What do you do in your spare time?
Which betekent welke. Je gebruikt which als je moet
kiezen uit een beperkt aantal personen of dingen.
• Which colour paint should I use, blue or red?
• Which part of Lord of the Rings is your favourite, part I, II
or III?
What met voorzetsels in vragen
Veel vragen in het Engels die met what beginnen eindigen
met een voorzetsel:
• What is this book about? Waar gaat dit boek over?
• What is she looking at? Waar kijkt ze naar?
• What kind of DVDs are Naar wat voor dvd’s ben
you looking for? je op zoek?
• What crime was he Bij wat voor misdaad was
involved in? hij betrokken?
• What are you dreaming of? Waar droom je van?
In deze vragen vertaal je what vaak als waar. Het
voorzetsel vertaal je vaak ook.
Now show what you know!
(Zet het juiste voorzetsel of like achteraan in de zin. Soms
zijn meerdere antwoorden goed.)
1. What hotel are you staying ______?
2. What kind of books are you interested ______?
3. What does this rose smell ______?
4. What is this game show ______?
(Kies uit which of what)
5. ______ book do you prefer, Alice in Wonderland or
Mathilda?
6. ______ did you do yesterday?
7. Do you know_______ team from London plays in that
stadium?
8. ______ animal is more dangerous, a lion or an alligator?
9. ______ is your father’s job?

More Related Content

Viewers also liked

Woordvolgorde
WoordvolgordeWoordvolgorde
Woordvolgordewendydej
 
Theme 3 lidwoorden
Theme 3   lidwoordenTheme 3   lidwoorden
Theme 3 lidwoordenwendydej
 
Chapter 1 future
Chapter 1   futureChapter 1   future
Chapter 1 future
wendydej
 
Nederlands enkelvoud, engels meervoud
Nederlands enkelvoud, engels meervoudNederlands enkelvoud, engels meervoud
Nederlands enkelvoud, engels meervoudwendydej
 
Bezittelijke voornaamwoorden
Bezittelijke voornaamwoordenBezittelijke voornaamwoorden
Bezittelijke voornaamwoorden
wendydej
 
Present perfect
Present perfectPresent perfect
Present perfect
wendydej
 
Woordvolgorde
WoordvolgordeWoordvolgorde
Woordvolgorde
wendydej
 
Theme 1 persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
Theme 1   persoonlijke en bezittelijke voornaamwoordenTheme 1   persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
Theme 1 persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
wendydej
 
Chapter 1 present simple
Chapter 1   present simpleChapter 1   present simple
Chapter 1 present simple
wendydej
 
Present continuous en present simple
Present continuous en present simplePresent continuous en present simple
Present continuous en present simple
wendydej
 
Chapter 1 present continuous + present simple
Chapter 1   present continuous + present simpleChapter 1   present continuous + present simple
Chapter 1 present continuous + present simple
wendydej
 

Viewers also liked (14)

Woordvolgorde
WoordvolgordeWoordvolgorde
Woordvolgorde
 
Theme 3 lidwoorden
Theme 3   lidwoordenTheme 3   lidwoorden
Theme 3 lidwoorden
 
Chapter 1 future
Chapter 1   futureChapter 1   future
Chapter 1 future
 
The
TheThe
The
 
Nederlands enkelvoud, engels meervoud
Nederlands enkelvoud, engels meervoudNederlands enkelvoud, engels meervoud
Nederlands enkelvoud, engels meervoud
 
Bezittelijke voornaamwoorden
Bezittelijke voornaamwoordenBezittelijke voornaamwoorden
Bezittelijke voornaamwoorden
 
Present perfect
Present perfectPresent perfect
Present perfect
 
Future
FutureFuture
Future
 
Woordvolgorde
WoordvolgordeWoordvolgorde
Woordvolgorde
 
Theme 1 persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
Theme 1   persoonlijke en bezittelijke voornaamwoordenTheme 1   persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
Theme 1 persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
 
Chapter 1 present simple
Chapter 1   present simpleChapter 1   present simple
Chapter 1 present simple
 
Future
FutureFuture
Future
 
Present continuous en present simple
Present continuous en present simplePresent continuous en present simple
Present continuous en present simple
 
Chapter 1 present continuous + present simple
Chapter 1   present continuous + present simpleChapter 1   present continuous + present simple
Chapter 1 present continuous + present simple
 

More from wendydej

Chapter 5 - Gerund
Chapter 5  - GerundChapter 5  - Gerund
Chapter 5 - Gerund
wendydej
 
Chapter 5 - Woordvolgorde
Chapter 5  - WoordvolgordeChapter 5  - Woordvolgorde
Chapter 5 - Woordvolgorde
wendydej
 
Chapter 2 past continuous + past simple
Chapter 2   past continuous + past simpleChapter 2   past continuous + past simple
Chapter 2 past continuous + past simple
wendydej
 
Chapter 1 woordvolgorde
Chapter 1   woordvolgordeChapter 1   woordvolgorde
Chapter 1 woordvolgorde
wendydej
 
Some en any
Some en anySome en any
Some en anywendydej
 
Can, could, to be able to
Can, could, to be able toCan, could, to be able to
Can, could, to be able to
wendydej
 
Theme 3 vragen met to be
Theme 3   vragen met to beTheme 3   vragen met to be
Theme 3 vragen met to be
wendydej
 
Rangtelwoorden
RangtelwoordenRangtelwoorden
Rangtelwoordenwendydej
 
Present simple
Present simplePresent simple
Present simple
wendydej
 
Voorzetsels van plaats en tijd
Voorzetsels van plaats en tijdVoorzetsels van plaats en tijd
Voorzetsels van plaats en tijdwendydej
 

More from wendydej (10)

Chapter 5 - Gerund
Chapter 5  - GerundChapter 5  - Gerund
Chapter 5 - Gerund
 
Chapter 5 - Woordvolgorde
Chapter 5  - WoordvolgordeChapter 5  - Woordvolgorde
Chapter 5 - Woordvolgorde
 
Chapter 2 past continuous + past simple
Chapter 2   past continuous + past simpleChapter 2   past continuous + past simple
Chapter 2 past continuous + past simple
 
Chapter 1 woordvolgorde
Chapter 1   woordvolgordeChapter 1   woordvolgorde
Chapter 1 woordvolgorde
 
Some en any
Some en anySome en any
Some en any
 
Can, could, to be able to
Can, could, to be able toCan, could, to be able to
Can, could, to be able to
 
Theme 3 vragen met to be
Theme 3   vragen met to beTheme 3   vragen met to be
Theme 3 vragen met to be
 
Rangtelwoorden
RangtelwoordenRangtelwoorden
Rangtelwoorden
 
Present simple
Present simplePresent simple
Present simple
 
Voorzetsels van plaats en tijd
Voorzetsels van plaats en tijdVoorzetsels van plaats en tijd
Voorzetsels van plaats en tijd
 

What en which

  • 2. What en which What betekent wat of welke. Je gebruikt what als je vraagt naar mensen of dingen in het algemeen. • What sort of games do you like? • What do you do in your spare time? Which betekent welke. Je gebruikt which als je moet kiezen uit een beperkt aantal personen of dingen. • Which colour paint should I use, blue or red? • Which part of Lord of the Rings is your favourite, part I, II or III?
  • 3. What met voorzetsels in vragen Veel vragen in het Engels die met what beginnen eindigen met een voorzetsel: • What is this book about? Waar gaat dit boek over? • What is she looking at? Waar kijkt ze naar? • What kind of DVDs are Naar wat voor dvd’s ben you looking for? je op zoek? • What crime was he Bij wat voor misdaad was involved in? hij betrokken? • What are you dreaming of? Waar droom je van? In deze vragen vertaal je what vaak als waar. Het voorzetsel vertaal je vaak ook.
  • 4. Now show what you know! (Zet het juiste voorzetsel of like achteraan in de zin. Soms zijn meerdere antwoorden goed.) 1. What hotel are you staying ______? 2. What kind of books are you interested ______? 3. What does this rose smell ______? 4. What is this game show ______? (Kies uit which of what) 5. ______ book do you prefer, Alice in Wonderland or Mathilda? 6. ______ did you do yesterday? 7. Do you know_______ team from London plays in that stadium? 8. ______ animal is more dangerous, a lion or an alligator? 9. ______ is your father’s job?