SlideShare a Scribd company logo
Vragen maken met to be, can, to do 
1. John and Karen are your friends. 
2. Are John and Karen your friends? 
3. He is a nice boy. 
4. Is he play the piano? 
Bij zinnen met am/are/is maak je vragen 
door de vorm van to be vooraan de zin te 
zetten.
Now, show what you know! 
(Maak vraagzinnen) 
1 I am calling you tonight. 
2 You are crazy about dogs and cats. 
3 He is at school. 
4 Pete is a large dog. 
5 My friends are cool.

More Related Content

Viewers also liked

Present continuous
Present continuousPresent continuous
Present continuous
wendydej
 
Bezittelijke voornaamwoorden
Bezittelijke voornaamwoordenBezittelijke voornaamwoorden
Bezittelijke voornaamwoorden
wendydej
 
Nederlands enkelvoud, engels meervoud
Nederlands enkelvoud, engels meervoudNederlands enkelvoud, engels meervoud
Nederlands enkelvoud, engels meervoud
wendydej
 
Theme 3 lidwoorden
Theme 3   lidwoordenTheme 3   lidwoorden
Theme 3 lidwoorden
wendydej
 
Past continuous en past simple
Past continuous en past simplePast continuous en past simple
Past continuous en past simple
wendydej
 
Woordvolgorde
WoordvolgordeWoordvolgorde
Woordvolgorde
wendydej
 
Present perfect
Present perfectPresent perfect
Present perfect
wendydej
 
Present continuous en present simple
Present continuous en present simplePresent continuous en present simple
Present continuous en present simple
wendydej
 
Theme 1 persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
Theme 1   persoonlijke en bezittelijke voornaamwoordenTheme 1   persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
Theme 1 persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
wendydej
 
If en when
If en whenIf en when
If en when
wendydej
 
Present perfect
Present perfectPresent perfect
Present perfect
wendydej
 

Viewers also liked (20)

Present continuous
Present continuousPresent continuous
Present continuous
 
Bezit
BezitBezit
Bezit
 
Bezittelijke voornaamwoorden
Bezittelijke voornaamwoordenBezittelijke voornaamwoorden
Bezittelijke voornaamwoorden
 
Nederlands enkelvoud, engels meervoud
Nederlands enkelvoud, engels meervoudNederlands enkelvoud, engels meervoud
Nederlands enkelvoud, engels meervoud
 
Chapter 1 present simple
Chapter 1   present simpleChapter 1   present simple
Chapter 1 present simple
 
Chapter 1 future
Chapter 1   futureChapter 1   future
Chapter 1 future
 
Theme 3 lidwoorden
Theme 3   lidwoordenTheme 3   lidwoorden
Theme 3 lidwoorden
 
Future
FutureFuture
Future
 
Past continuous en past simple
Past continuous en past simplePast continuous en past simple
Past continuous en past simple
 
Woordvolgorde
WoordvolgordeWoordvolgorde
Woordvolgorde
 
Present perfect
Present perfectPresent perfect
Present perfect
 
Present continuous en present simple
Present continuous en present simplePresent continuous en present simple
Present continuous en present simple
 
The
TheThe
The
 
Chapter 2 present perfect
Chapter 2   present perfectChapter 2   present perfect
Chapter 2 present perfect
 
Future
FutureFuture
Future
 
Theme 1 persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
Theme 1   persoonlijke en bezittelijke voornaamwoordenTheme 1   persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
Theme 1 persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
 
Chapter 2 past simple
Chapter 2   past simpleChapter 2   past simple
Chapter 2 past simple
 
Chapter 1 present continuous
Chapter 1   present continuousChapter 1   present continuous
Chapter 1 present continuous
 
If en when
If en whenIf en when
If en when
 
Present perfect
Present perfectPresent perfect
Present perfect
 

More from wendydej

More from wendydej (12)

Chapter 5 - Gerund
Chapter 5  - GerundChapter 5  - Gerund
Chapter 5 - Gerund
 
Chapter 5 - Woordvolgorde
Chapter 5  - WoordvolgordeChapter 5  - Woordvolgorde
Chapter 5 - Woordvolgorde
 
Chapter 2 past continuous + past simple
Chapter 2   past continuous + past simpleChapter 2   past continuous + past simple
Chapter 2 past continuous + past simple
 
Chapter 1 woordvolgorde
Chapter 1   woordvolgordeChapter 1   woordvolgorde
Chapter 1 woordvolgorde
 
Chapter 1 present continuous + present simple
Chapter 1   present continuous + present simpleChapter 1   present continuous + present simple
Chapter 1 present continuous + present simple
 
Some en any
Some en anySome en any
Some en any
 
What en which
What en whichWhat en which
What en which
 
Can, could, to be able to
Can, could, to be able toCan, could, to be able to
Can, could, to be able to
 
Theme 3 vragen met to have (got)
Theme 3   vragen met to have (got)Theme 3   vragen met to have (got)
Theme 3 vragen met to have (got)
 
Rangtelwoorden
RangtelwoordenRangtelwoorden
Rangtelwoorden
 
Present simple
Present simplePresent simple
Present simple
 
Voorzetsels van plaats en tijd
Voorzetsels van plaats en tijdVoorzetsels van plaats en tijd
Voorzetsels van plaats en tijd
 

Theme 3 vragen met to be

  • 1. Vragen maken met to be, can, to do 1. John and Karen are your friends. 2. Are John and Karen your friends? 3. He is a nice boy. 4. Is he play the piano? Bij zinnen met am/are/is maak je vragen door de vorm van to be vooraan de zin te zetten.
  • 2. Now, show what you know! (Maak vraagzinnen) 1 I am calling you tonight. 2 You are crazy about dogs and cats. 3 He is at school. 4 Pete is a large dog. 5 My friends are cool.