SlideShare a Scribd company logo
Visie op ICT
Zoek uit wat de onderstaande zaken betekenen en los de bijhorende vragen op.
Je kiest zelf hoe je dit op je Portfolio rapporteert.
Dat kan in een Powerpoint presentatie, een andere presentatietool (Genial.ly, Prezi,…) of in een
Word document (PDF, Bookcreator,…) of indien je dat al kan in een leerfilm.
Onderwerp 1: Blended learning en hybride leren: Wat is het? Waarom zegt professor Jan Elen van
KUL "onderwijs zal blended zijn of zal niet zijn"? Wat kan het veranderen in je school? Waarom is het
zinvol om een cursus te redesignen aan de hand van blended learning? Wat met Corona? Wat is een
MOOC?
Blended learning en hybride leren combineren traditioneel face-to-face onderwijs met online
leermethoden. In een blended learning omgeving kunnen studenten zowel in een klaslokaal als
online leren, waarbij ze gebruik maken van digitale tools, interactieve modules en multimediale
content. Hybride leren verwijst specifiek naar een mix van fysiek aanwezig zijn in de klas en online
deelname aan lessen.
Professor Jan Elen van de KU Leuven benadrukt dat "onderwijs blended zal zijn of zal niet zijn"
omdat hij gelooft dat een effectieve combinatie van face-to-face interactie en online
leermogelijkheden essentieel is voor toekomstig onderwijs. Dit benadrukt de noodzaak om moderne
leertechnologieën te omarmen en te integreren om het onderwijs te verbeteren.
Blended learning kan verschillende aspecten van het onderwijs veranderen. Het kan leiden tot meer
flexibiliteit voor studenten en docenten, het bevorderen van zelfgestuurd leren, het verbeteren van
de toegang tot educatieve materialen, en het stimuleren van interactie en betrokkenheid bij het
leerproces.
Het redesignen van een cursus met behulp van blended learning kan vele voordelen bieden. Het
stelt docenten in staat om effectiever in te spelen op diverse leerstijlen van studenten, het
bevordert actief leren en kritisch denken, en het biedt mogelijkheden voor gepersonaliseerd leren
door het gebruik van adaptieve leertechnologieën.
Met de opkomst van de COVID-19 pandemie heeft blended learning een nog grotere relevantie
gekregen. Het stelt scholen en onderwijsinstellingen in staat om continuïteit te bieden in het
onderwijsproces, zelfs tijdens periodes van fysieke afstand en lockdowns. Het biedt een flexibele
aanpak waarbij lessen zowel online als offline kunnen worden voortgezet.
Een MOOC (Massive Open Online Course) is een online cursus die openbaar toegankelijk is voor een
onbeperkt aantal deelnemers via internet. MOOC’s bieden vaak hoogwaardige educatieve content,
interactieve elementen, en kunnen worden gevolgd op flexibele tijdstippen en locaties. Ze worden
aangeboden door universiteiten, onderwijsinstellingen en online platforms en zijn bedoeld om
wereldwijd toegankelijk en schaalbaar te zijn.
Onderwerp 2: SAMR: wat is het en geef een voorbeeld van toepassing in je onderwijscontext.
Bedenk een analoge activiteit (bijv. taak op papier) en digitaliseer ze via SAMR tot op niveau van
Redefinition.
SAMR staat voor Substitution, Augmentation, Modification, Redefinition, een model ontwikkeld door
Dr. Ruben Puentedura om de manier te begrijpen waarop technologie het leren kan verbeteren. Het
model categoriseert verschillende niveaus van technologie-integratie in het onderwijs, van
eenvoudige vervanging tot transformatie van leren.
- Substitution: In dit niveau wordt technologie gebruikt als directe vervanging voor een
bestaande activiteit zonder verandering in het proces. Bijvoorbeeld, het gebruik van een
tekstverwerkingsprogramma in plaats van een typemachine voor het schrijven van een
opstel.
- Augmentation: Hier wordt technologie gebruikt om een verbetering of verrijking van de
bestaande activiteit te bieden. Een voorbeeld hiervan is het gebruik van een
spellingscontrole in een tekstverwerkingsprogramma om fouten te identificeren en te
corrigeren.
- Modification: Op dit niveau wordt de activiteit herzien door technologie, waardoor nieuwe
mogelijkheden ontstaan die eerder niet mogelijk waren. Bijvoorbeeld, samenwerken aan
een document in real-time via een online platform zoals Google Docs, waardoor gelijktijdige
bewerkingen en feedback mogelijk zijn.
- Redefinition: Dit is het hoogste niveau van SAMR, waar technologie wordt gebruikt om
volledig nieuwe taken en activiteiten te creëren die voorheen niet mogelijk waren. Het gaat
om het heroverwegen van het leren en het herdefiniëren van de hele activiteit. Een
voorbeeld hiervan kan zijn het transformeren van een traditionele presentatie op papier
naar een interactieve multimediale presentatie met video, animatie en live data-integratie.
Een analoge activiteit die kan worden gedigitaliseerd tot op het niveau van Redefinition via SAMR is
een klassiek boekverslag:
- Analoge activiteit (Substitution/Augmentation): Studenten schrijven een papieren
boekverslag waarin ze hun gedachten en analyse van een boek opschrijven.
- Digitale activiteit (Modification/Redefinition): Om deze activiteit te digitaliseren tot het
niveau van Redefinition, kunnen studenten bijvoorbeeld een interactieve online
boekbespreking maken. Ze kunnen een multimediale presentatie ontwerpen waarbij ze
video's, audiofragmenten, interactieve kaarten, afbeeldingen en hyperlinks integreren. Dit
kan verder gaan dan een traditioneel boekverslag door nieuwe manieren te bieden om de
inhoud te begrijpen en te communiceren, zoals het toevoegen van discussieforums voor
peers, virtuele book clubs, of zelfs het ontwikkelen van een interactieve website over het
boek.
Door technologie op deze manier te gebruiken, wordt de activiteit getransformeerd tot een rijke en
diepgaande leerervaring die studenten uitdaagt om creatief te denken, samen te werken en kritisch
te reflecteren op de inhoud
Onderwerp 3: T-Pack: wat is het en wat betekent het voor jou als leraar. Argumenteer waarom het
nog zo vaak fout loopt in lagere scholen wanneer ICT (Media) wordt geïntegreerd. Op welke van de
drie componenten moet jij nog het meeste leerwinst boeken?
T-PACK staat voor Technological Pedagogical Content Knowledge en verwijst naar het begrip van de
interacties tussen technologische kennis, pedagogische kennis en inhoudelijke kennis om effectief
les te geven met behulp van technologie. Als leraar betekent T-PACK dat ik moet begrijpen hoe
technologieën kunnen worden ingezet om de lesinhoud effectief over te brengen en de
leerresultaten te verbeteren.
Het gaat vaak fout bij de integratie van ICT in lagere scholen vanwege beperkte technologische
kennis en vaardigheden bij leraren, beperkte technologische infrastructuur op scholen en het gebrek
aan integratie van technologie met pedagogische principes.
Om het meeste leerwinst te boeken, moet ik mij waarschijnlijk nog het meest richten op het
verbeteren van mijn technologische kennis (TK) zodat ik meer vertrouwd en vaardig word in het
effectief gebruik van verschillende technologische tools in mijn lespraktijk.
Onderwerp 4: Eindtermen ICT: Wat zijn in Vlaanderen de eindtermen. Wat is er aan het gebeuren in
het secundaire onderwijs?
In Vlaanderen zijn de eindtermen voor ICT geformuleerd als vaardigheden en kennis die leerlingen
moeten verwerven tegen het einde van het secundair onderwijs. De eindtermen ICT zijn bedoeld om
leerlingen voor te bereiden op een samenleving waarin digitale vaardigheden steeds belangrijker
worden. Enkele belangrijke aspecten van de eindtermen ICT zijn onder meer:
1) Basisvaardigheden: Leerlingen moeten vertrouwd zijn met de basisprincipes van informatica,
zoals werken met computers, internet, softwaretoepassingen en digitale apparaten.
2) Informatievaardigheden: Leerlingen moeten in staat zijn om informatie te zoeken,
evalueren, verwerken en presenteren met behulp van digitale bronnen.
3) Computational thinking: Leerlingen moeten begrip ontwikkelen van algoritmes,
probleemoplossend denken en logisch redeneren, vaak ondersteund door het gebruik van
programmeerconcepten.
4) Mediawijsheid: Leerlingen moeten kritisch kunnen omgaan met media, informatiebronnen
en technologieën, en zich bewust zijn van ethische, juridische en sociale aspecten van het
gebruik van digitale middelen.
Wat er momenteel gebeurt in het secundair onderwijs met betrekking tot de eindtermen ICT is dat
er een herziening en actualisatie plaatsvindt om deze beter aan te laten sluiten bij de hedendaagse
digitale samenleving. Dit houdt in dat de eindtermen worden herzien om te reflecteren op recente
technologische ontwikkelingen en trends, en om ervoor te zorgen dat leerlingen de nodige
vaardigheden en kennis ontwikkelen om succesvol deel te nemen aan een digitale en informatierijke
wereld.
De herziening van de eindtermen ICT in het secundair onderwijs is gericht op het versterken van
digitale geletterdheid en het integreren van moderne technologieën en pedagogische benaderingen
in het curriculum. Dit omvat mogelijkheden zoals meer nadruk op computational thinking, actief
gebruik van digitale tools in verschillende vakgebieden, en een betere integratie van mediawijsheid
en kritisch denken in het ICT-onderwijs.
Kortom, de eindtermen ICT in het secundair onderwijs worden herzien en aangepast om leerlingen
voor te bereiden op de uitdagingen en kansen van de digitale wereld, met een sterke focus op het
ontwikkelen van relevante en actuele digitale vaardigheden.
Onderwerp 5:. Vier in balans: Wat is het en wat loopt er vaak fout in scholen? Pas dit toe op een
stageschool of een school die je kent. Waar zitten de problemen? Wanneer ik zeg dat alles staat en
valt met een goeie visie, klopt dat dan? Geef een voorbeeld van techniekgedreven beslissingen.
Het Vier in Balans-model benadrukt vier belangrijke elementen voor succesvolle ICT-integratie in het
onderwijs: visie, deskundigheid, inhoud en infrastructuur.
- Vaak gaat het fout in scholen door:
1) Gebrek aan een duidelijke visie op hoe ICT het onderwijs moet ondersteunen.
2) Onvoldoende deskundigheid bij leraren om ICT effectief te gebruiken.
3) Slechte integratie van ICT in het curriculum.
4) Technische problemen met de infrastructuur, zoals verouderde apparatuur of trage
netwerken.
Toepassing op een stageschool:
Bij een stageschool kunnen problemen optreden zoals:
1) Leraren die moeite hebben met het effectief inzetten van ICT vanwege een gebrek aan
training.
2) Gebrek aan visie en duidelijke doelen voor ICT-integratie in het onderwijs.
3) Onduidelijke integratie van ICT in het lesprogramma, waardoor technologie oppervlakkig
wordt gebruikt.
Belang van een goede visie:
Ja, een goede visie is cruciaal voor succesvolle ICT-integratie in het onderwijs. Zonder een heldere
visie ontbreekt de richting en samenhang in het gebruik van ICT, waardoor het moeilijk is om de
juiste strategieën en middelen te kiezen.
Voorbeeld van techniekgedreven beslissingen:
Een voorbeeld van een techniekgedreven beslissing is het aanschaffen van dure software of
apparatuur zonder een duidelijk educatief doel. Dit kan leiden tot verspilling van middelen en een
gebrek aan effectieve integratie van technologie in het onderwijs.
Onderwerp 6: Fake news en clickbait: krijg je als gewone mens nog neutraal nieuws? Wanneer ik zeg
dat je zoekresultaten in Google beperkt worden zoals je filmkeuze in Netflix wat bedoel ik daar dan
mee? Wat is deepfake en waarom moet het je verontrusten? We hebben de natuurlijke reflex om
tekst kritisch te bekijken en beelden te aanvaarden als waarheid, is dat nog steeds een goed idee?
Als gewone persoon is het steeds moeilijker om neutraal nieuws te vinden vanwege de overvloed
aan fake news en clickbait op internet. Het is belangrijk om bronnen kritisch te evalueren en te
vertrouwen op betrouwbare nieuwsorganisaties.
Beperkte zoekresultaten in Google zoals filmkeuze in Netflix: Dit betekent dat zoekalgoritmen zoals
die van Google je zoekresultaten kunnen beperken op basis van je eerdere zoekgeschiedenis en
voorkeuren, vergelijkbaar met hoe Netflix films aanbeveelt op basis van je kijkgedrag. Dit kan leiden
tot een 'filterbubbel', waarin je vooral informatie ziet die je bestaande opvattingen bevestigt.
Deepfake is een technologie waarbij kunstmatige intelligentie wordt gebruikt om audio, video of
afbeeldingen te manipuleren om ze er authentiek uit te laten zien. Dit kan worden gebruikt om
nepvideo's te maken van personen die dingen zeggen of doen die ze niet echt hebben gedaan. Dit
fenomeen moet verontrustend zijn omdat het de mogelijkheid creëert om misleidende en
schadelijke content te verspreiden.
Kritisch kijken naar tekst en beelden: Het is nog steeds een goed idee om zowel tekst als beelden
kritisch te bekijken en niet zomaar alles als waarheid te accepteren. In het tijdperk van digitalisering
is het belangrijk om bronnen te verifiëren, feiten te controleren en gezond scepticisme te behouden
om misinformatie te vermijden.
Onderwerp 7: Auteursrecht en plagiaat: wat mag nu eigenlijk wel en wat niet? Wat zijn de meest
gemaakte fouten in onderwijs? Hoe kan je nakijken of een leerling iets al dan niet zelf heeft
geschreven?
Auteursrecht beschermt de rechten van makers van originele werken. Plagiaat is het overnemen van
iemands werk zonder toestemming of juiste bronvermelding. Het is belangrijk om origineel werk te
produceren of bronnen correct te citeren.
De meest voorkomende fouten bij studenten zijn het niet correct citeren van bronnen, het kopiëren
van online tekst zonder bronvermelding en het niet begrijpen van wat als plagiaat wordt beschouwd.
Je kunt controleren of een leerling iets al dan niet zelf heeft geschreven door gebruik te maken van
plagiaatdetectiesoftware zoals Turnitin of Plagscan. Deze tools vergelijken de tekst van een student
met online bronnen en geven aan of er overeenkomsten zijn met bestaande content.
Onderwerp 8: Flipped Classroom: wat is het? Bedenk een goede case voor je school (instructie wel in
de klas, niet thuis). Moet je die filmpjes als onderwijzer zelf maken? Kan dit door kinderen (Jonatan
academie)? Zie je een verband en /of mogelijkheden bij verbeteren of differentiatie? Mogelijkheden
bij Corona?
Bij een Flipped Classroom worden traditionele lesmethoden omgekeerd. Leerlingen bekijken thuis
instructievideo's en bestuderen lesmateriaal, terwijl ze in de klas actief werken aan opdrachten en
discussies.
Case voor school (instructie in de klas, niet thuis): Een geschikte case kan zijn om in de klas
interactieve instructies te geven, waarbij leraren complexe onderwerpen behandelen en leerlingen
actief betrekken bij discussies en praktische oefeningen.
Zelf maken van filmpjes als onderwijzer: Leraren kunnen zelf instructievideo's maken, maar ze
kunnen ook bestaande educatieve video's gebruiken van betrouwbare bronnen.
Het is mogelijk om leerlingen te betrekken bij het maken van educatieve content, bijvoorbeeld door
ze te laten samenwerken aan projecten of presentaties die als instructiemateriaal kunnen dienen.
Verband en/of mogelijkheden bij verbeteren of differentiatie: Flipped Classroom biedt
mogelijkheden voor differentiatie doordat leerlingen in de klas meer gepersonaliseerde begeleiding
kunnen krijgen op basis van hun behoeften en niveaus. Het kan ook helpen bij het verbeteren van de
leerresultaten doordat leerlingen actiever betrokken zijn bij het leerproces.
Mogelijkheden bij Corona: Tijdens de COVID-19-pandemie heeft Flipped Classroom meer relevantie
gekregen, omdat het leerlingen in staat stelt thuis te leren met behulp van online middelen en
interactieve video's, terwijl in de klas praktische activiteiten en discussies kunnen plaatsvinden met
inachtneming van social distancing-maatregelen.
Onderwerp 9: Onderzoek heeft uitgewezen dat wie schrijft bij het noteren in de les meer onthoudt
dan wie tikt op een pc. Hoe zou dat kunnen komen? (denk aan hoe traag je schrijft en hoe snel
sommigen kunnen tikken tov wat de leerkracht zegt)
In dat geval geef ik aan studenten steeds het advies dat ze leerlingen moeten doen vertalen. Van het
ene medium naar het andere (tekst, stilstaand beeld, bewegend beeld en geluid) Leg uit waarom je
dat beter zo doet.
Schrijven dwingt leerlingen tot actiever en bewuster verwerken van informatie, doordat het
langzamer gaat dan typen. Hierdoor wordt de inhoud beter verwerkt en onthouden.
Het vertalen van informatie tussen verschillende media (tekst, stilstaand beeld, bewegend beeld,
geluid) dwingt leerlingen om informatie op verschillende manieren te verwerken en te begrijpen. Dit
versterkt het leerproces en verbetert het vermogen om informatie te analyseren en toe te passen in
diverse contexten.
Onderwerp 10: Webquests: Wat is het? Wat zijn de bouwstenen? Goeie voorbeelden en
verzamelsites? Onder welke Eindterm (diamant) valt dit? Zie je kansen voor differentiatie? Binnen
welke vakgebieden?
Een webquest is een educatieve activiteit waarbij leerlingen zelfstandig informatie op internet
zoeken om een specifiek doel te bereiken, vaak in de vorm van een gestructureerde opdracht of
onderzoek.
Bouwstenen van een webquest: De bouwstenen van een webquest omvatten een inleiding,
taakomschrijving, processtappen, informatiebronnen, beoordelingscriteria en een conclusie.
Voorbeelden en verzamelsites van webquests: Enkele goede voorbeelden van webquests zijn te
vinden op sites zoals WebQuest.org, ZUNAL (zunal.com) en TeachersFirst (teachersfirst.com). Deze
sites bieden een verzameling webquests voor verschillende onderwerpen en leeftijdsgroepen.
Webquests vallen onder de eindterm "Informatievaardigheden", die leerlingen in staat stelt om
effectief informatie te zoeken, evalueren en verwerken.
Webquests bieden kansen voor differentiatie doordat leerlingen zelfstandig kunnen werken aan
projecten die aangepast zijn aan hun niveau, interessegebied en leerstijl.
Webquests kunnen worden toegepast in verschillende vakgebieden zoals geschiedenis,
aardrijkskunde, wetenschappen, talen en kunstvakken, waarbij leerlingen onderzoek doen naar
specifieke onderwerpen en hun bevindingen presenteren.
Eens je werk klaar is ga je het moeten op het internet krijgen.
Zorg dat het daar publiek staat (niet verborgen) zodat ik het kan zien.
Van dar uit zet je het dan op je portfolio.
Probeer zelfredzaam te zijn en een oplossing te bedenken. Google het indien je niet weet hoe het
moet.
Pas als je er zelf niet uit geraakt gebruik je medestudenten als hulplijn.
Als ook zij het niet weten, kan je uiteraard ook nog bij mij terecht.

More Related Content

Similar to Visie op ICT(1).docx vvvvvvvvvvvvvvvvvv

Seminar Ict En Onderwijs April 2009
Seminar Ict En Onderwijs April 2009Seminar Ict En Onderwijs April 2009
Seminar Ict En Onderwijs April 2009
Kennisnet
 
Workshop I&I ICT-rijk onderwijs
Workshop I&I ICT-rijk onderwijsWorkshop I&I ICT-rijk onderwijs
Workshop I&I ICT-rijk onderwijs
Jaap Walhout
 

Similar to Visie op ICT(1).docx vvvvvvvvvvvvvvvvvv (20)

Visie op ICT
Visie op ICTVisie op ICT
Visie op ICT
 
Visie op ICT pdf .pdf
Visie op ICT pdf .pdfVisie op ICT pdf .pdf
Visie op ICT pdf .pdf
 
Kennisnet en onderwijsadviseurs
Kennisnet en onderwijsadviseursKennisnet en onderwijsadviseurs
Kennisnet en onderwijsadviseurs
 
visie op ICT.pdf
visie op ICT.pdfvisie op ICT.pdf
visie op ICT.pdf
 
Workshop TPACK I&I Conferentie
Workshop TPACK I&I ConferentieWorkshop TPACK I&I Conferentie
Workshop TPACK I&I Conferentie
 
Visie op ICT afgewerkt.pdf
Visie op ICT afgewerkt.pdfVisie op ICT afgewerkt.pdf
Visie op ICT afgewerkt.pdf
 
Visie op ICT.pdf
Visie op ICT.pdfVisie op ICT.pdf
Visie op ICT.pdf
 
Visie op ICT.pdf
Visie op ICT.pdfVisie op ICT.pdf
Visie op ICT.pdf
 
Visie op ICT (1).pdf
Visie op ICT (1).pdfVisie op ICT (1).pdf
Visie op ICT (1).pdf
 
Ict startcollege jaar 3
Ict startcollege jaar 3Ict startcollege jaar 3
Ict startcollege jaar 3
 
Seminar Ict En Onderwijs April 2009
Seminar Ict En Onderwijs April 2009Seminar Ict En Onderwijs April 2009
Seminar Ict En Onderwijs April 2009
 
Ict In De Basisschool
Ict In De BasisschoolIct In De Basisschool
Ict In De Basisschool
 
Visie op ICT.docx
Visie op ICT.docxVisie op ICT.docx
Visie op ICT.docx
 
Visie op ICT.pdf
Visie op ICT.pdfVisie op ICT.pdf
Visie op ICT.pdf
 
Visie op ICT.docx
Visie op ICT.docxVisie op ICT.docx
Visie op ICT.docx
 
Visie op ICT: 26Sep.docx
Visie op ICT: 26Sep.docxVisie op ICT: 26Sep.docx
Visie op ICT: 26Sep.docx
 
visie op ICT B Noa Savoné.pdf
visie op ICT B Noa Savoné.pdfvisie op ICT B Noa Savoné.pdf
visie op ICT B Noa Savoné.pdf
 
Visie op ICT.pdf
Visie op ICT.pdfVisie op ICT.pdf
Visie op ICT.pdf
 
Blended learning: Dj's are you ready Jet? - Next Higher Eduaction 8.12.15 l...
Blended learning:  Dj's are you ready Jet? - Next Higher Eduaction 8.12.15  l...Blended learning:  Dj's are you ready Jet? - Next Higher Eduaction 8.12.15  l...
Blended learning: Dj's are you ready Jet? - Next Higher Eduaction 8.12.15 l...
 
Workshop I&I ICT-rijk onderwijs
Workshop I&I ICT-rijk onderwijsWorkshop I&I ICT-rijk onderwijs
Workshop I&I ICT-rijk onderwijs
 

Visie op ICT(1).docx vvvvvvvvvvvvvvvvvv

  • 1. Visie op ICT Zoek uit wat de onderstaande zaken betekenen en los de bijhorende vragen op. Je kiest zelf hoe je dit op je Portfolio rapporteert. Dat kan in een Powerpoint presentatie, een andere presentatietool (Genial.ly, Prezi,…) of in een Word document (PDF, Bookcreator,…) of indien je dat al kan in een leerfilm. Onderwerp 1: Blended learning en hybride leren: Wat is het? Waarom zegt professor Jan Elen van KUL "onderwijs zal blended zijn of zal niet zijn"? Wat kan het veranderen in je school? Waarom is het zinvol om een cursus te redesignen aan de hand van blended learning? Wat met Corona? Wat is een MOOC? Blended learning en hybride leren combineren traditioneel face-to-face onderwijs met online leermethoden. In een blended learning omgeving kunnen studenten zowel in een klaslokaal als online leren, waarbij ze gebruik maken van digitale tools, interactieve modules en multimediale content. Hybride leren verwijst specifiek naar een mix van fysiek aanwezig zijn in de klas en online deelname aan lessen. Professor Jan Elen van de KU Leuven benadrukt dat "onderwijs blended zal zijn of zal niet zijn" omdat hij gelooft dat een effectieve combinatie van face-to-face interactie en online leermogelijkheden essentieel is voor toekomstig onderwijs. Dit benadrukt de noodzaak om moderne leertechnologieën te omarmen en te integreren om het onderwijs te verbeteren. Blended learning kan verschillende aspecten van het onderwijs veranderen. Het kan leiden tot meer flexibiliteit voor studenten en docenten, het bevorderen van zelfgestuurd leren, het verbeteren van de toegang tot educatieve materialen, en het stimuleren van interactie en betrokkenheid bij het leerproces. Het redesignen van een cursus met behulp van blended learning kan vele voordelen bieden. Het stelt docenten in staat om effectiever in te spelen op diverse leerstijlen van studenten, het bevordert actief leren en kritisch denken, en het biedt mogelijkheden voor gepersonaliseerd leren door het gebruik van adaptieve leertechnologieën. Met de opkomst van de COVID-19 pandemie heeft blended learning een nog grotere relevantie gekregen. Het stelt scholen en onderwijsinstellingen in staat om continuïteit te bieden in het onderwijsproces, zelfs tijdens periodes van fysieke afstand en lockdowns. Het biedt een flexibele aanpak waarbij lessen zowel online als offline kunnen worden voortgezet. Een MOOC (Massive Open Online Course) is een online cursus die openbaar toegankelijk is voor een onbeperkt aantal deelnemers via internet. MOOC’s bieden vaak hoogwaardige educatieve content, interactieve elementen, en kunnen worden gevolgd op flexibele tijdstippen en locaties. Ze worden aangeboden door universiteiten, onderwijsinstellingen en online platforms en zijn bedoeld om wereldwijd toegankelijk en schaalbaar te zijn. Onderwerp 2: SAMR: wat is het en geef een voorbeeld van toepassing in je onderwijscontext. Bedenk een analoge activiteit (bijv. taak op papier) en digitaliseer ze via SAMR tot op niveau van Redefinition.
  • 2. SAMR staat voor Substitution, Augmentation, Modification, Redefinition, een model ontwikkeld door Dr. Ruben Puentedura om de manier te begrijpen waarop technologie het leren kan verbeteren. Het model categoriseert verschillende niveaus van technologie-integratie in het onderwijs, van eenvoudige vervanging tot transformatie van leren. - Substitution: In dit niveau wordt technologie gebruikt als directe vervanging voor een bestaande activiteit zonder verandering in het proces. Bijvoorbeeld, het gebruik van een tekstverwerkingsprogramma in plaats van een typemachine voor het schrijven van een opstel. - Augmentation: Hier wordt technologie gebruikt om een verbetering of verrijking van de bestaande activiteit te bieden. Een voorbeeld hiervan is het gebruik van een spellingscontrole in een tekstverwerkingsprogramma om fouten te identificeren en te corrigeren. - Modification: Op dit niveau wordt de activiteit herzien door technologie, waardoor nieuwe mogelijkheden ontstaan die eerder niet mogelijk waren. Bijvoorbeeld, samenwerken aan een document in real-time via een online platform zoals Google Docs, waardoor gelijktijdige bewerkingen en feedback mogelijk zijn. - Redefinition: Dit is het hoogste niveau van SAMR, waar technologie wordt gebruikt om volledig nieuwe taken en activiteiten te creëren die voorheen niet mogelijk waren. Het gaat om het heroverwegen van het leren en het herdefiniëren van de hele activiteit. Een voorbeeld hiervan kan zijn het transformeren van een traditionele presentatie op papier naar een interactieve multimediale presentatie met video, animatie en live data-integratie. Een analoge activiteit die kan worden gedigitaliseerd tot op het niveau van Redefinition via SAMR is een klassiek boekverslag: - Analoge activiteit (Substitution/Augmentation): Studenten schrijven een papieren boekverslag waarin ze hun gedachten en analyse van een boek opschrijven. - Digitale activiteit (Modification/Redefinition): Om deze activiteit te digitaliseren tot het niveau van Redefinition, kunnen studenten bijvoorbeeld een interactieve online boekbespreking maken. Ze kunnen een multimediale presentatie ontwerpen waarbij ze video's, audiofragmenten, interactieve kaarten, afbeeldingen en hyperlinks integreren. Dit kan verder gaan dan een traditioneel boekverslag door nieuwe manieren te bieden om de inhoud te begrijpen en te communiceren, zoals het toevoegen van discussieforums voor peers, virtuele book clubs, of zelfs het ontwikkelen van een interactieve website over het boek. Door technologie op deze manier te gebruiken, wordt de activiteit getransformeerd tot een rijke en diepgaande leerervaring die studenten uitdaagt om creatief te denken, samen te werken en kritisch te reflecteren op de inhoud Onderwerp 3: T-Pack: wat is het en wat betekent het voor jou als leraar. Argumenteer waarom het nog zo vaak fout loopt in lagere scholen wanneer ICT (Media) wordt geïntegreerd. Op welke van de drie componenten moet jij nog het meeste leerwinst boeken? T-PACK staat voor Technological Pedagogical Content Knowledge en verwijst naar het begrip van de interacties tussen technologische kennis, pedagogische kennis en inhoudelijke kennis om effectief les te geven met behulp van technologie. Als leraar betekent T-PACK dat ik moet begrijpen hoe
  • 3. technologieën kunnen worden ingezet om de lesinhoud effectief over te brengen en de leerresultaten te verbeteren. Het gaat vaak fout bij de integratie van ICT in lagere scholen vanwege beperkte technologische kennis en vaardigheden bij leraren, beperkte technologische infrastructuur op scholen en het gebrek aan integratie van technologie met pedagogische principes. Om het meeste leerwinst te boeken, moet ik mij waarschijnlijk nog het meest richten op het verbeteren van mijn technologische kennis (TK) zodat ik meer vertrouwd en vaardig word in het effectief gebruik van verschillende technologische tools in mijn lespraktijk. Onderwerp 4: Eindtermen ICT: Wat zijn in Vlaanderen de eindtermen. Wat is er aan het gebeuren in het secundaire onderwijs? In Vlaanderen zijn de eindtermen voor ICT geformuleerd als vaardigheden en kennis die leerlingen moeten verwerven tegen het einde van het secundair onderwijs. De eindtermen ICT zijn bedoeld om leerlingen voor te bereiden op een samenleving waarin digitale vaardigheden steeds belangrijker worden. Enkele belangrijke aspecten van de eindtermen ICT zijn onder meer: 1) Basisvaardigheden: Leerlingen moeten vertrouwd zijn met de basisprincipes van informatica, zoals werken met computers, internet, softwaretoepassingen en digitale apparaten. 2) Informatievaardigheden: Leerlingen moeten in staat zijn om informatie te zoeken, evalueren, verwerken en presenteren met behulp van digitale bronnen. 3) Computational thinking: Leerlingen moeten begrip ontwikkelen van algoritmes, probleemoplossend denken en logisch redeneren, vaak ondersteund door het gebruik van programmeerconcepten. 4) Mediawijsheid: Leerlingen moeten kritisch kunnen omgaan met media, informatiebronnen en technologieën, en zich bewust zijn van ethische, juridische en sociale aspecten van het gebruik van digitale middelen. Wat er momenteel gebeurt in het secundair onderwijs met betrekking tot de eindtermen ICT is dat er een herziening en actualisatie plaatsvindt om deze beter aan te laten sluiten bij de hedendaagse digitale samenleving. Dit houdt in dat de eindtermen worden herzien om te reflecteren op recente technologische ontwikkelingen en trends, en om ervoor te zorgen dat leerlingen de nodige vaardigheden en kennis ontwikkelen om succesvol deel te nemen aan een digitale en informatierijke wereld. De herziening van de eindtermen ICT in het secundair onderwijs is gericht op het versterken van digitale geletterdheid en het integreren van moderne technologieën en pedagogische benaderingen in het curriculum. Dit omvat mogelijkheden zoals meer nadruk op computational thinking, actief gebruik van digitale tools in verschillende vakgebieden, en een betere integratie van mediawijsheid en kritisch denken in het ICT-onderwijs. Kortom, de eindtermen ICT in het secundair onderwijs worden herzien en aangepast om leerlingen voor te bereiden op de uitdagingen en kansen van de digitale wereld, met een sterke focus op het ontwikkelen van relevante en actuele digitale vaardigheden. Onderwerp 5:. Vier in balans: Wat is het en wat loopt er vaak fout in scholen? Pas dit toe op een stageschool of een school die je kent. Waar zitten de problemen? Wanneer ik zeg dat alles staat en valt met een goeie visie, klopt dat dan? Geef een voorbeeld van techniekgedreven beslissingen.
  • 4. Het Vier in Balans-model benadrukt vier belangrijke elementen voor succesvolle ICT-integratie in het onderwijs: visie, deskundigheid, inhoud en infrastructuur. - Vaak gaat het fout in scholen door: 1) Gebrek aan een duidelijke visie op hoe ICT het onderwijs moet ondersteunen. 2) Onvoldoende deskundigheid bij leraren om ICT effectief te gebruiken. 3) Slechte integratie van ICT in het curriculum. 4) Technische problemen met de infrastructuur, zoals verouderde apparatuur of trage netwerken. Toepassing op een stageschool: Bij een stageschool kunnen problemen optreden zoals: 1) Leraren die moeite hebben met het effectief inzetten van ICT vanwege een gebrek aan training. 2) Gebrek aan visie en duidelijke doelen voor ICT-integratie in het onderwijs. 3) Onduidelijke integratie van ICT in het lesprogramma, waardoor technologie oppervlakkig wordt gebruikt. Belang van een goede visie: Ja, een goede visie is cruciaal voor succesvolle ICT-integratie in het onderwijs. Zonder een heldere visie ontbreekt de richting en samenhang in het gebruik van ICT, waardoor het moeilijk is om de juiste strategieën en middelen te kiezen. Voorbeeld van techniekgedreven beslissingen: Een voorbeeld van een techniekgedreven beslissing is het aanschaffen van dure software of apparatuur zonder een duidelijk educatief doel. Dit kan leiden tot verspilling van middelen en een gebrek aan effectieve integratie van technologie in het onderwijs. Onderwerp 6: Fake news en clickbait: krijg je als gewone mens nog neutraal nieuws? Wanneer ik zeg dat je zoekresultaten in Google beperkt worden zoals je filmkeuze in Netflix wat bedoel ik daar dan mee? Wat is deepfake en waarom moet het je verontrusten? We hebben de natuurlijke reflex om tekst kritisch te bekijken en beelden te aanvaarden als waarheid, is dat nog steeds een goed idee? Als gewone persoon is het steeds moeilijker om neutraal nieuws te vinden vanwege de overvloed aan fake news en clickbait op internet. Het is belangrijk om bronnen kritisch te evalueren en te vertrouwen op betrouwbare nieuwsorganisaties. Beperkte zoekresultaten in Google zoals filmkeuze in Netflix: Dit betekent dat zoekalgoritmen zoals die van Google je zoekresultaten kunnen beperken op basis van je eerdere zoekgeschiedenis en voorkeuren, vergelijkbaar met hoe Netflix films aanbeveelt op basis van je kijkgedrag. Dit kan leiden tot een 'filterbubbel', waarin je vooral informatie ziet die je bestaande opvattingen bevestigt. Deepfake is een technologie waarbij kunstmatige intelligentie wordt gebruikt om audio, video of afbeeldingen te manipuleren om ze er authentiek uit te laten zien. Dit kan worden gebruikt om nepvideo's te maken van personen die dingen zeggen of doen die ze niet echt hebben gedaan. Dit fenomeen moet verontrustend zijn omdat het de mogelijkheid creëert om misleidende en schadelijke content te verspreiden.
  • 5. Kritisch kijken naar tekst en beelden: Het is nog steeds een goed idee om zowel tekst als beelden kritisch te bekijken en niet zomaar alles als waarheid te accepteren. In het tijdperk van digitalisering is het belangrijk om bronnen te verifiëren, feiten te controleren en gezond scepticisme te behouden om misinformatie te vermijden. Onderwerp 7: Auteursrecht en plagiaat: wat mag nu eigenlijk wel en wat niet? Wat zijn de meest gemaakte fouten in onderwijs? Hoe kan je nakijken of een leerling iets al dan niet zelf heeft geschreven? Auteursrecht beschermt de rechten van makers van originele werken. Plagiaat is het overnemen van iemands werk zonder toestemming of juiste bronvermelding. Het is belangrijk om origineel werk te produceren of bronnen correct te citeren. De meest voorkomende fouten bij studenten zijn het niet correct citeren van bronnen, het kopiëren van online tekst zonder bronvermelding en het niet begrijpen van wat als plagiaat wordt beschouwd. Je kunt controleren of een leerling iets al dan niet zelf heeft geschreven door gebruik te maken van plagiaatdetectiesoftware zoals Turnitin of Plagscan. Deze tools vergelijken de tekst van een student met online bronnen en geven aan of er overeenkomsten zijn met bestaande content. Onderwerp 8: Flipped Classroom: wat is het? Bedenk een goede case voor je school (instructie wel in de klas, niet thuis). Moet je die filmpjes als onderwijzer zelf maken? Kan dit door kinderen (Jonatan academie)? Zie je een verband en /of mogelijkheden bij verbeteren of differentiatie? Mogelijkheden bij Corona? Bij een Flipped Classroom worden traditionele lesmethoden omgekeerd. Leerlingen bekijken thuis instructievideo's en bestuderen lesmateriaal, terwijl ze in de klas actief werken aan opdrachten en discussies. Case voor school (instructie in de klas, niet thuis): Een geschikte case kan zijn om in de klas interactieve instructies te geven, waarbij leraren complexe onderwerpen behandelen en leerlingen actief betrekken bij discussies en praktische oefeningen. Zelf maken van filmpjes als onderwijzer: Leraren kunnen zelf instructievideo's maken, maar ze kunnen ook bestaande educatieve video's gebruiken van betrouwbare bronnen. Het is mogelijk om leerlingen te betrekken bij het maken van educatieve content, bijvoorbeeld door ze te laten samenwerken aan projecten of presentaties die als instructiemateriaal kunnen dienen. Verband en/of mogelijkheden bij verbeteren of differentiatie: Flipped Classroom biedt mogelijkheden voor differentiatie doordat leerlingen in de klas meer gepersonaliseerde begeleiding kunnen krijgen op basis van hun behoeften en niveaus. Het kan ook helpen bij het verbeteren van de leerresultaten doordat leerlingen actiever betrokken zijn bij het leerproces. Mogelijkheden bij Corona: Tijdens de COVID-19-pandemie heeft Flipped Classroom meer relevantie gekregen, omdat het leerlingen in staat stelt thuis te leren met behulp van online middelen en interactieve video's, terwijl in de klas praktische activiteiten en discussies kunnen plaatsvinden met inachtneming van social distancing-maatregelen. Onderwerp 9: Onderzoek heeft uitgewezen dat wie schrijft bij het noteren in de les meer onthoudt dan wie tikt op een pc. Hoe zou dat kunnen komen? (denk aan hoe traag je schrijft en hoe snel sommigen kunnen tikken tov wat de leerkracht zegt) In dat geval geef ik aan studenten steeds het advies dat ze leerlingen moeten doen vertalen. Van het
  • 6. ene medium naar het andere (tekst, stilstaand beeld, bewegend beeld en geluid) Leg uit waarom je dat beter zo doet. Schrijven dwingt leerlingen tot actiever en bewuster verwerken van informatie, doordat het langzamer gaat dan typen. Hierdoor wordt de inhoud beter verwerkt en onthouden. Het vertalen van informatie tussen verschillende media (tekst, stilstaand beeld, bewegend beeld, geluid) dwingt leerlingen om informatie op verschillende manieren te verwerken en te begrijpen. Dit versterkt het leerproces en verbetert het vermogen om informatie te analyseren en toe te passen in diverse contexten. Onderwerp 10: Webquests: Wat is het? Wat zijn de bouwstenen? Goeie voorbeelden en verzamelsites? Onder welke Eindterm (diamant) valt dit? Zie je kansen voor differentiatie? Binnen welke vakgebieden? Een webquest is een educatieve activiteit waarbij leerlingen zelfstandig informatie op internet zoeken om een specifiek doel te bereiken, vaak in de vorm van een gestructureerde opdracht of onderzoek. Bouwstenen van een webquest: De bouwstenen van een webquest omvatten een inleiding, taakomschrijving, processtappen, informatiebronnen, beoordelingscriteria en een conclusie. Voorbeelden en verzamelsites van webquests: Enkele goede voorbeelden van webquests zijn te vinden op sites zoals WebQuest.org, ZUNAL (zunal.com) en TeachersFirst (teachersfirst.com). Deze sites bieden een verzameling webquests voor verschillende onderwerpen en leeftijdsgroepen. Webquests vallen onder de eindterm "Informatievaardigheden", die leerlingen in staat stelt om effectief informatie te zoeken, evalueren en verwerken. Webquests bieden kansen voor differentiatie doordat leerlingen zelfstandig kunnen werken aan projecten die aangepast zijn aan hun niveau, interessegebied en leerstijl. Webquests kunnen worden toegepast in verschillende vakgebieden zoals geschiedenis, aardrijkskunde, wetenschappen, talen en kunstvakken, waarbij leerlingen onderzoek doen naar specifieke onderwerpen en hun bevindingen presenteren. Eens je werk klaar is ga je het moeten op het internet krijgen. Zorg dat het daar publiek staat (niet verborgen) zodat ik het kan zien. Van dar uit zet je het dan op je portfolio. Probeer zelfredzaam te zijn en een oplossing te bedenken. Google het indien je niet weet hoe het moet. Pas als je er zelf niet uit geraakt gebruik je medestudenten als hulplijn. Als ook zij het niet weten, kan je uiteraard ook nog bij mij terecht.