Vroeger werd de prostaat via een snee in de onderbuik verwijderd, later met een kijkoperatie. Bij het Maasstad Ziekenhuis opereren we nog steeds via een kijkoperatie, maar ook met behulp van de Da Vinci robot. Deze operatierobot is een verdere verbetering van de kijkoperatie.
3. 3
Door middel van deze informatiefolder wil het Maasstad Ziekenhuis u
informeren over het verwijderen van de prostaat met behulp van
robotchirurgie. Wij adviseren u deze informatie zorgvuldig door te
lezen. Het is goed u te realiseren dat bij het vaststellen van een
aandoening de situatie voor iedereen weer anders kan zijn.
Wat is de prostaat?
De prostaat is een klier die varieert van de grootte van een walnoot tot
die van een kleine sinaasappel. Deze klier bevindt zich rondom de
plasbuis en ligt onder de blaas. De sluitspier van de blaas zit onder de
prostaat en maakt deel uit van de bekkenbodem. De functie van de
prostaat is het produceren van vloeistof, dat samen met de zaadcellen,
afkomstig uit de teelballen tijdens een zaadlozing naar buiten komt
(sperma).
PSA (prostaat specifiek antigen) is een eiwit, dat bijna uitsluitend wordt
gemaakt door de prostaat. De functie van het PSA is het vloeibaar
houden van het zaadvocht tijdens een zaadlozing. Bij afwijkingen aan
de prostaat kan dit eiwit uit de prostaat “lekken”en in de
bloedsomloop terecht komen. Dit is dan meetbaar via een
bloedanalyse.
Er zijn in grote lijn drie oorzaken die een PSA stijging kunnen geven:
−− De prostaat kan vergroot zijn (“goedaardige prostaat vergroting).
−− De prostaat kan ontstoken zijn (“prostatitis”).
−− En er kan er sprake zijn van prostaatkanker.
VERWIJDEREN VAN DE PROSTAAT
Laparoscopische prostatectomie met behulp van robotchirurgie
4. 4
In deze folder gaan we dieper in op de behandeling van prostaatkanker
met behulp van robotchirurgie.
Wat is prostaatkanker?
Bij prostaatkanker is er sprake van een ongeremde groei van
prostaatcellen. In Nederland wordt per jaar bij ongeveer 9.000 mannen
prostaatkanker vastgesteld. Deze kwaadaardige tumor komt voor bij
mannen vanaf 45 jaar, maar wordt meestal op latere leeftijd vastgesteld.
De kans op prostaatkanker is sterk aan leeftijd gebonden. De medisch
specialist stelt vast of een behandeling mogelijk is. Dit wordt onder
andere bepaald door de leeftijd van de patiënt en de agressiviteit van
de tumor.
Zekerheid over de diagnose van prostaatkanker kan alleen worden
verkregen door het nemen van stukjes weefsel uit de prostaat (biopten).
Hierbij kijkt de patholoog naar de aanwezigheid van kankercellen en
naar de agressiviteit van deze cellen. Dit wordt aangegeven door de
zogenaamde Gleasonscore.
Symptomen
Prostaatkanker geeft in het begin meestal geen klachten. Plasklachten
(zoals bijvoorbeeld vaker moeten plassen) worden veelal veroorzaakt
door goedaardige prostaatvergrotingen. Vaak is er bij prostaatkanker
alleen sprake van een verhoogde PSA. Indien men in deze beginfase al
prostaatkanker ontdekt, is de kans groter dat de ziekte volledig te
genezen valt.
5. 5
Wanneer prostaatkanker in een vergevorderd stadium is, kunnen er
klachten ontstaan door de uitbreiding van de ziekte elders in het
lichaam. Zo kunnen er rugklachten optreden als gevolg van uitzaaiingen
in de wervels. Prostaatkanker dat uitgezaaid is, kan helaas niet meer
worden genezen. Er bestaan hier nog wel goede onderdrukkende
behandelingen voor.
Behandelingsmogelijkheden
Zodra uit uw onderzoeken is gebleken dat u een kwaadaardige tumor
aan uw prostaat heeft, zijn er twee mogelijkheden:
−− U komt niet in aanmerking voor een operatie:
Indien de levensverwachting beperkt is (door bijvoorbeeld
ouderdom) en er geen agressieve tumor aanwezig is, wordt er vaak
geen actieve behandeling meer gestart. Dan wordt het PSA in de
gaten gehouden en worden er op regelmatige basis biopten (= er
wordt een stukje weefsel weggenomen en onderzocht) gedaan. Dit
noemt men actief afwachten (active surveillance).
−− U komt wel in aanmerking voor een operatie:
Wanneer er geen uitzaaiingen zijn, kunt u behandeld worden door
middel van een operatie. Bij deze operatie worden de prostaat en
de zaadblaasjes volledig verwijderd. Ook kunnen de prostaat en de
zaadblaasjes worden behandeld met behulp van radiotherapie
(uitwendig of inwendig). Echter het operatief verwijderen van de
prostaat geeft tot op heden de beste resultaten op langere termijn.
Wij stellen dan ook aan patiënten met een goede levensverwachting
(>5 jaar) het liefst een operatieve behandeling voor.
6. 6
Indien de diagnose van prostaatkanker in een vroeg stadium wordt
vastgesteld, waarbij de ziekte zich nog beperkt tot de prostaat, is een
behandeling met behulp van robotchirurgie een mogelijke optie. De
specialist bespreekt dit met u tijdens het spreekuur.
Voorbereiding
Voor de operatie en de anesthesie zijn meestal enige voorbereidingen
noodzakelijk, dit wordt ook wel pre-operatieve screening genoemd.
Daarom bezoekt u vooraf het spreekuur van de anesthesioloog.
Meer informatie vindt u ook in de folder ‘Anesthesie’ dat het Maasstad
Ziekenhuis hierover uitgeeft.
Op de dag van de operatie wordt u ontvangen door een
verpleegkundige. Hij/zij vertelt u alles over de gang van zaken op de
afdeling. U krijgt steunkousen aangetrokken om de kans op trombose
te verkleinen. Ook krijgt u premedicatie.
U wordt naar de operatiekamer gebracht, waar de verpleegkundigen
van de operatiekamer u verder begeleiden. Er wordt een infuusnaald in
uw arm of hand geprikt en u krijgt de narcose.
De operatie
Vroeger werd de prostaat via een snee in de onderbuik verwijderd, later
met een kijkoperatie. Bij het Maasstad Ziekenhuis opereren we nog
steeds via een kijkoperatie, maar ook met behulp van de Da Vinci
robot. Deze operatierobot is een verdere verbetering van de
kijkoperatie. De belangrijkste verbeteringen zijn het 3D-zicht, waardoor
7. 7
de uroloog diepte kan zien en een innovatie van de instrumenten
waardoor hij sneller en nauwkeuriger kan opereren.
De Da Vinci robot is niet computer gestuurd en voert ook geen
zelfstandige handelingen uit. De uroloog stuurt vanuit een console de
robotarmen aan.
Om ruimte te krijgen wordt de buik opgeblazen met koolzuurgas (CO2).
Via een aantal kleine sneetjes in de onderbuik worden buisjes in de buik
gebracht. Door deze sneetjes worden chirurgische instrumenten
ingebracht waarmee de operatie wordt uitgevoerd. De operatierobot
heeft een speciale camera waarmee in de buikholte kan worden
gekeken. Het camerabeeld is driedimensionaal en vergroot het beeld
ongeveer 10 maal. Zo kan elk detail van het operatiegebied uitvergroot
worden. De gewrichtjes van de instrumenten kunnen meer dan 360
graden draaien.
Nadat de prostaat is verwijderd, wordt de blaas weer aan de plasbuis
gehecht. De prostaat wordt tenslotte uit de buik verwijderd door één
van de sneetjes iets te vergroten. Het bloedverlies is door deze
techniek vaak zeer beperkt. Het herstel na de operatie is sneller in
vergelijking met een open ingreep. Als u bijvoorbeeld op dinsdag
wordt geopereerd, gaat u meestal op vrijdag weer naar huis. De
ingreep veroorzaakt ook minder complicaties. Ook kan de ingreep,
indien de omvang van het gezwel dit toelaat, zenuwsparend worden
uitgevoerd, met een grotere kans op erectieherstel na de operatie.
8. 8
In 1% van de gevallen blijkt tijdens de kijkoperatie toch een klassieke
open operatie nodig te zijn. Dit omdat de ingreep technisch niet
mogelijk is. De ingreep wordt dan via een open snede voortgezet.
Na de operatie
U wordt wakker op de uitslaapkamer. De bloeddruk, het hartritme en
de urineproductie worden gecontroleerd. Ook wordt gekeken of u pijn
heeft. Indien u pijn heeft, krijgt u medicijnen toegediend. U heeft een
infuus, een slangetje in de buik (drain) om wondvocht af te voeren en
een blaaskatheter. Als u aandrang krijgt om te plassen moet u de
verpleegkundige waarschuwen, de katheter moet dan gecontroleerd
worden. Als de controles goed zijn, kunt u terug naar de
verpleegafdeling.
Terug op de verpleegafdeling
Ook hier worden de controles voortgezet, maar minder frequent. De
verpleegkundige helpt u met de verzorging. U kunt ’s avonds, als u niet
misselijk bent, beginnen met drinken.
−− Eerste dag na de operatie: u kunt een aantal keren uit bed, op de
stoel zitten. Wanneer u trek heeft, kunt u beginnen met eten of
drinken. Bij het krijgen van ontlasting moet u niet te hard persen.
−− Tweede dag na de operatie: uw activiteiten kunnen worden
uitgebreid. U kunt proberen uzelf te wassen en vaker uit bed te
komen. Ook kunt u, uitsluitend onder begeleiding van een
verpleegkundige, beginnen met lopen. Waarschijnlijk kunt u normaal
eten en drinken. Gewoonlijk wordt de drain deze dag verwijderd.
9. 9
Soms bent u al voldoende opgeknapt en kunt u het ziekenhuis
verlaten.
−− Derde dag na de operatie: u kunt uzelf waarschijnlijk zelfstandig
verzorgen. De verpleegkundige legt u uit hoe u de wondjes en de
katheter kunt verzorgen. Als dat goed gaat kunt u naar huis. De
katheter moet zeven dagen blijven zitten. U gaat dus met de
katheter naar huis.
Mogelijke complicaties
Geen enkele ingreep is vrij van de kans op complicaties. De meest
voorkomende complicaties zijn:
−− Een nabloeding of een infectie.
−− Kort na de ingreep kan er schouderpijn ontstaan door het
ingeblazen koolzuurgas.
−− Wat zelden voorkomt is een beschadiging aan andere organen, zoals
bijvoorbeeld de dikke darm. Dit risico is echter erg klein (minder dan
1 procent).
−− Omdat de wondjes klein zijn, komen ook littekenbreuken slechts
zelden voor.
Nabehandeling
Na een week komt u terug op de afdeling voor een dagbehandeling.
Uw katheter wordt dan verwijderd. Daarna kunt u weer zelf plassen. Als
het plassen goed gaat en u plast de blaas goed leeg kunt u weer naar
huis. In het begin kan het nog wel eens wat lastig zijn de urine op te
houden. U krijgt incontinentiemateriaal mee en een afspraakkaart voor
de controle op de polikliniek.
10. 10
In de loop van de dagen tot weken na de operatie zult u merken dat u
de urine steeds beter kunt ophouden. Indien de ingreep zenuwsparend
is uitgevoerd en u nog goede erecties had voor de operatie, is de kans
circa 50 tot 80 procent dat dit na de operatie herstelt. Dit duurt in de
regel drie maanden tot één jaar. Geduld is dus de boodschap. U kunt
dit verder bespreken met uw uroloog.
Adviezen voor thuis
De eerste twee weken na de operatie moet u rustig aan doen. U mag
zes weken na de operatie geen zware lichamelijke inspanning verrichten
en niet fietsen. De elastische kousen hoeft u na de ingreep niet meer te
dragen. U krijgt voor de drie weken na de operatie spuitjes mee tegen
het ontwikkelen van trombosebenen. Bij mannen lichter dan 60 kg is de
dosis 2.500 E Fragmin per dag. Bij mannen zwaarder dan 60 kg is de
dosis 5.000 E Fragmin per dag. Het is erg belangrijk dat u deze spuitjes
toedient of krijgt toegediend!
Na de operatie kunt u enkele weken tot maanden vermoeidheids
klachten hebben. Het kan een half jaar duren voordat u uw conditie van
voor de operatie terug heeft. Dat is heel normaal.
Neem altijd contact op als:
−− De katheter eruit is gegaan (uw huisarts mag deze niet vervangen).
−− Als u koorts heeft boven de 38,5°C;
−− De urine erg bloederig is met stolsels en dit met veel drinken (2½
liter) niet verdwijnt;
11. 11
Vragen
Heeft u nog vragen, stel ze gerust aan uw behandelende arts of
huisarts. Bij dringende vragen of problemen vóór uw behandeling kunt
u zich het beste wenden tot de afdeling waar de behandeling plaats
moet vinden. Wanneer zich thuis na de operatie problemen voordoen,
neem dan contact op met uw huisarts of het ziekenhuis.
Tijdens kantoortijden belt u de polikliniek urologie: 010 – 291 22 65.
Buiten kantoortijden belt u met de verpleegafdeling urologie op
telefoonnummer: 010 – 291 13 28 of 010 – 291 13 29.
12. Maasstad Ziekenhuis
Postbus 9100, 3007 AC Rotterdam
Telefoon 010 – 291 19 11
www.maasstadziekenhuis.nl
info@maasstadziekenhuis.nl
Locatie Zuider
Groene Hilledijk 315, 3075 EA Rotterdam
Locatie Clara
Olympiaweg 350, 3078 HT Rotterdam
mzp2357 juni 2010