In het net 'vrijgegeven' politieke dagboek van Achiel Van Acker staan veel concrete notities over de financiële transacties van de leden van de koninklijke familie. Het beeld van een roedel prinselijke en koninklijke geldwolven komt zeker naar voor.
1. Achiel Van Acker verafschuwde geldzucht Coburgs
Thierry Debels
@thierryd
21/4/19
In het politieke dagboek van Achiel Van Acker staan
veel concrete notities over de financiële transacties van
de leden van de koninklijke familie. Het beeld van een
roedel prinselijke en koninklijke geldwolven komt zeker
naar voor. Van Acker kan zijn afkeer niet verbergen bij
het schrijven van zijn dagboek. Op 25 juni 1951 noteert
Van Acker dat de Koninklijke Schenking over bijzonder
veel geld beschikt. Het gaat om 1 miljard frank.
Omgerekend naar vandaag gaat het om 7 miljard frank of
173,5 miljoen euro. Van Acker is gechoqueerd door het
hoge bedrag en vooral door de spilzucht van Coburgs.
Eind 1951 valt Van Acker van zijn stoel: vanuit Laken
1
2. komt de vraag om een aquarium te installeren op kosten
van de burgers. Kostprijs: 5 miljoen frank.
Van Acker heeft erg weinig sympathie voor Lilian Baels.
Zij ligt volgens Van Acker aan de basis van de ruzie met
Josephine Charlotte, zus van Leopold en Karel. Baels
verkoopt immers een juweel van 20 miljoen frank zonder
toestemming van de prinses.
Het beeld van de op geld beluste Coburgs wordt door
Van Acker voortdurend bevestigd. Hij vindt die
geldzucht verwerpelijk en stelt op verscheidene plaatsen
in het dagboek dat de burgers dat niet meer zullen blijven
slikken. ‘Sedert hij (in 1951) begon, heeft Boudewijn (in
1959) al 70 miljoen frank gespaard.’ Van Acker stelt
duidelijk dat de Civiele Lijst te ruim is en dat de koning
het overschot van die vergoeding op zijn spaarrekening
kan zetten. Van Acker vindt dat onkies. Maar hij kan er
niets aan veranderen. Concreet heeft Boudewijn dus elk
jaar van zijn beginperiode als koning zowat 10 miljoen
frank kunnen sparen of omgerekend naar vandaag zowat
2 miljoen euro. Toch ‘verteren ze (de andere leden van
de familie) veel geld’, ook van de Koninklijke
Schenking. Het geld gaat naar dure reizen, kledij (Dior)
en het huren van grote jachten. Van Acker vindt het ook
onethisch dat het hof ‘miljoenen’ uitgeeft aan nieuwe
juwelen met ‘geld van de burger’.
Ook Albert is door geld bezeten. Van Acker is boos als
Albert een boot verkoopt. Hij kreeg het vaartuig als
huwelijksgeschenk. De boot heeft een waarde van
240.000 frank en wordt door de prins verkocht aan een
parlementslid voor 30.000 frank. En Van Acker is
woedend als Albert zijn naam voor 800.000 frank per
jaar aan een automerk verbindt.
Van Acker vindt het geen goed idee dat ALbert in 1959
2
3. een dotate van 3,5 miljoen frank krijgt, maar hij kan er
niets aan vernaderen aangezien hij op dat ogenblik geen
premier is.
Voor Leopold III is bezeten voor geld. Hij is de vader
van Albert en Boudewijn. Hij krijgt vanaf het begin van
de jaren vijftig eveneens een dotatie. Toch is dat niet
voldoende. Volgens Van Acker verdient Leopold 6
miljoen frank per jaar extra met diverse commerciële
activiteiten. Bovendien heeft Leopold aandelen in de
Generale Maatschappij en Solvay ten belope van 50
miljoen frank en doet hij voortdurend
aandelentransacties. Zo verkoopt hij op een bepaald
moment 1000 aandelen van Union Minière. Leopold had
het niet van een vreemde. Van Acker noteert in 1959 dat
Albert I een miljoen ‘geriskeerd’ had in Régie
Allumettes. Leopold heeft ook diverse buitenechtelijke
relaties. Zo is hij met ‘vrouw Azief’ aan wie hij
‘miljoenen’ heeft uitgegeven. Kortom, het beeld dat we
hadden over het koningshuis wordt bevestigd door de
notities van de voormalige premier. De Coburgs zijn op
geld belust en wentelen elke uitgave lachend op de
burger af.
3