Baseline Study of Private Drug Shops in Bangladesh-Findings and RecommendationsMd. Tarek Hossain
Retail drug shops are the preferred first point of contact for a majority of the population in developing countries including Bangladesh. Currently in Bangladesh, 1,03,451 licensed retail drug shops and approximately an equal number of unlicensed retail drug shops are involved in selling drugs "over-the-counter". Most of the salespeople and dispensers at those retail drug shops do not have training in dispensing drugs or in offering diagnoses and treatment, which they frequently do.
Because those drug shop salespeople have no other channel of information beyond the formal sectors open to them, they fall easy prey to the aggressive marketing strategies of the pharmaceutical companies. Irrational use of drugs such as over-prescribing, multi-drug prescribing, using unnecessarily expensive drugs, dispensing drugs without a prescription, and overusing antibiotics and injections have been the most common problems found with those retailers for a long time.
Given the importance of the informal sector, including retail drug shops in Bangladesh, improved regulation of this sector offers an important opportunity to improve community health. Experiences in other parts of world have demonstrated that private-sector drug seller initiatives that are based on an accreditation and regulation model are feasible, improve access to medicines, and can be scaled up.
This study aims to fill in the knowledge gaps about those unregulated drug shops in the private sector and about management of them through the informed design of an accredited drug shop model in Bangladesh. The inclusion of the tuberculosis-related assessment in this study is a result of the priority for a TB program that will increase the number of cases that are detected and referred early to a TB treatment and diagnosis center for proper management.
De vereffenaars bevestigden eind juni 2014 dat er voor de ARCO-beleggers uiteindelijk slechts 'enkele tientallen miljoenen euro's' zullen overblijven, terwijl ze 1,3 miljard euro te goed hebben. 'Dat komt dus neer op hoogstens tientallen euro's per coöperant', aldus Joost Van Elsuwé, voorzitter van de actiegroep Arcopar Actieteam in De Tijd. Het resterende gat van ruim 1,2 miljard euro zou opgevangen moeten worden door de overheidswaarborg.
Een piste die door sommigen gevolgd wordt, is om eerst de aanwezige middelen van het ACW aan te spreken.
Op het adres van ARCO vinden we heel wat vennootschappen van de Christelijke zuil. Over een aantal ondernemingen is er geen financiële informatie beschikbaar bij de balanscentrale van de NBB.
Over een aantal wel. In onderstaande tabel hebben we voor deze ondernemingen de beleggingen, cash en financiële vaste activa opgelijst.
Bron: de recentste gegevens beschikbaar in de balanscentrale van de NBB
Uit de tabel blijkt dat vooral Femma over financiële middelen beschikt. De totale positie cash en beleggingen van deze ondernemingen bedraagt 19 miljoen euro.
Een andere piste is de verkoop van het vastgoed van het ACW. Vooral N-VA parlementslid Peter Dedecker volgt deze piste.
In De Morgen stelt hij dit: "Ze (AVW,td) hebben nog altijd luxehotels in Frankrijk en Zwitserland. Loop eens over de Korenmarkt in Gent, het postkaartbeeld van de stad. De helft van de gebouwen daar zijn hun eigendom. Ook in Brugge en Hasselt bezitten ze historische panden. Het ACW kan de Arco-coöperanten voor een groot stuk vergoeden."
Belfius betaalt het ACW volgens De Tijd ook jaarlijks vier miljoen euro als de christelijke arbeidersbeweging en de deelorganisaties zich onthouden van publieke verklaringen die de reputatie en het imago van de staatsbank kunnen schaden.
Conclusie is dat het ACW inderdaad over de nodige financiële slagkracht beschikt om een deel van de ARCO-beleggers te vergoeden. De echte discussie zou dan kunnen gaan over het aandeel van het ACW hierbij.