presentaties opleiding 'inleiding tot de archeologie en CAI' van 23 maart 2017Onroerend Erfgoed
Op 23 maart 2017 organiseerde het agentschap opnieuw een infosessie ‘Inleiding tot de archeologie en de Centrale Archeologische Inventaris (CAI)’ voor ruimtelijk planners, stafmedewerkers van een intergemeentelijke onroerenderfgoeddienst, MER-deskundigen en stedenbouwkundig ambtenaren. Bekijk de presentaties hier.
Presentatie bij de werkgroep IJs en Klimaat, gegeven door Ton van der Valk van het Junior College Utrecht op de Woudschotenconferentie Natuurkundedidactiek 2010.
presentaties opleiding 'inleiding tot de archeologie en CAI' van 23 maart 2017Onroerend Erfgoed
Op 23 maart 2017 organiseerde het agentschap opnieuw een infosessie ‘Inleiding tot de archeologie en de Centrale Archeologische Inventaris (CAI)’ voor ruimtelijk planners, stafmedewerkers van een intergemeentelijke onroerenderfgoeddienst, MER-deskundigen en stedenbouwkundig ambtenaren. Bekijk de presentaties hier.
Presentatie bij de werkgroep IJs en Klimaat, gegeven door Ton van der Valk van het Junior College Utrecht op de Woudschotenconferentie Natuurkundedidactiek 2010.
Laten we eens samen afdalen naar het rijk van de atomen. Hebben we er wel enig idee van hoe groot een atoom eigenlijk wel is? Laten we even een vergelijking maken. Er zijn ongeveer 100 miljard sterren in ons melkwegstelsel. En men raamt het aantal sterrenstelsels in het heelal eveneens van de orde van 100 miljard. Dus is het totaal aantal sterren van de grootteorde van een getal met 22 nullen. Maar dit getal is nog steeds kleiner dan het getal van Avogadro met 23 nullen. Dat betekent dat bijvoorbeeld 1 gram silicium meer atomen bevat dan er sterren zijn in het heelal.
En dus kan het afdalen in die wereld even boeiend zijn als de exploratie naar de uiteinden van het universum.
Reeds in 1959 gaf de latere Nobelprijswinnaar en visionair Richard Feynman een zeer opmerkelijke lezing onder de titel: “There's Plenty of Room at the Bottom”. An Invitation to Enter a New Field of Physics
“Wanneer we die zeer kleine wereld betreden dan merken we plots dat de atomen zich niet meer gedragen volgens de klassieke wetmatigheden van onze dagelijks wereld. Ze volgen de wetten van de kwantumechanika. En nieuwe wetten geven ook mogelijkheden om nieuwe dingen te maken…Ik durf zelfs de vraag stellen of we ooit atomen één voor één zouden kunnen stapelen op de plaats waar wij hetzelf willen..”.
Feynman heeft het niet meer mogen meemaken. Maar de dag van vandaag is zijn droom werkelijkheid geworden. Met moderne elektronenmicroskopen slaagt men er in individuele atomen zichtbaar te maken, een prestatie die vergelijkbaar is met het waarnemen van pingpongballetjes op het maanopervlak. Sterker nog, men slaagt er zelfs in individuele atomen te verplaatsen en daarmee nieuwe strukturen te maken met nieuwe eigenschappen. Dus als het ware opbouwen van onderuit. Dat is het terrein van de nanotechnologie.
In de lezing gaan we samen dat onbekend terrein verkennen. En de kwantumechanika is daarbij onze handleiding. Maar het is een hele uitdaging om kwantummechanica uit te leggen zodat een leek die kan begrijpen. Immers zelfs Richard Feynman zei daarover in 1965 “Ik kan gerust stellen dat niemand eigenlijk kwantummechanika begrijpt”.
Toch ben ik die uitdaging aangegaan.
Presentatie behorende bij de lessen Analytische chemie voor Laboratoriumtechnologen gedoceerd aan de opleiding Biomedische Laboratoriumtechnologie van de UC Leuven-Limburg.
Presentatie 6, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Onroerend Erfgoed
Het geschrankt vierbeukig gebouwtype: een studie naar bewoning in de late ijzertijd en vroeg-Romeinse periode in Vlaanderen. Door Bart Lauwers (Erfpunt, cel onderzoek). Presentatie over dit syntheseonderzoek, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek op 1 april 2022.
Presentatie 5, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Onroerend Erfgoed
Potstallen, een landbouwinnovatie uit de Romeinse tijd van Vlaamse bodem? Door Henk van der Velde (Vlaams Erfgoed Centrum bvba). Presentatie over dit syntheseonderzoek, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek op 1 april 2022.
Presentatie 1, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Onroerend Erfgoed
MerovingerDNA - DNA uit de vroege middeleeuwen, door Maarten Larmuseau (KU Leuven, UAntwerpen en Histories vzw). Presentatie over dit syntheseonderzoek, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek op 1 april 2022.
Presentatie 5, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Onroerend Erfgoed
Op zoek naar de Gentse pijpenbakker. Een synthese en analyse van de historische en archeologische gegevens, door Davy Herremans (Stad Gent/Goed in erfgoed). Presentatie over dit syntheseonderzoek, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek op 26 maart 2021.
Laten we eens samen afdalen naar het rijk van de atomen. Hebben we er wel enig idee van hoe groot een atoom eigenlijk wel is? Laten we even een vergelijking maken. Er zijn ongeveer 100 miljard sterren in ons melkwegstelsel. En men raamt het aantal sterrenstelsels in het heelal eveneens van de orde van 100 miljard. Dus is het totaal aantal sterren van de grootteorde van een getal met 22 nullen. Maar dit getal is nog steeds kleiner dan het getal van Avogadro met 23 nullen. Dat betekent dat bijvoorbeeld 1 gram silicium meer atomen bevat dan er sterren zijn in het heelal.
En dus kan het afdalen in die wereld even boeiend zijn als de exploratie naar de uiteinden van het universum.
Reeds in 1959 gaf de latere Nobelprijswinnaar en visionair Richard Feynman een zeer opmerkelijke lezing onder de titel: “There's Plenty of Room at the Bottom”. An Invitation to Enter a New Field of Physics
“Wanneer we die zeer kleine wereld betreden dan merken we plots dat de atomen zich niet meer gedragen volgens de klassieke wetmatigheden van onze dagelijks wereld. Ze volgen de wetten van de kwantumechanika. En nieuwe wetten geven ook mogelijkheden om nieuwe dingen te maken…Ik durf zelfs de vraag stellen of we ooit atomen één voor één zouden kunnen stapelen op de plaats waar wij hetzelf willen..”.
Feynman heeft het niet meer mogen meemaken. Maar de dag van vandaag is zijn droom werkelijkheid geworden. Met moderne elektronenmicroskopen slaagt men er in individuele atomen zichtbaar te maken, een prestatie die vergelijkbaar is met het waarnemen van pingpongballetjes op het maanopervlak. Sterker nog, men slaagt er zelfs in individuele atomen te verplaatsen en daarmee nieuwe strukturen te maken met nieuwe eigenschappen. Dus als het ware opbouwen van onderuit. Dat is het terrein van de nanotechnologie.
In de lezing gaan we samen dat onbekend terrein verkennen. En de kwantumechanika is daarbij onze handleiding. Maar het is een hele uitdaging om kwantummechanica uit te leggen zodat een leek die kan begrijpen. Immers zelfs Richard Feynman zei daarover in 1965 “Ik kan gerust stellen dat niemand eigenlijk kwantummechanika begrijpt”.
Toch ben ik die uitdaging aangegaan.
Presentatie behorende bij de lessen Analytische chemie voor Laboratoriumtechnologen gedoceerd aan de opleiding Biomedische Laboratoriumtechnologie van de UC Leuven-Limburg.
Presentatie 6, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Onroerend Erfgoed
Het geschrankt vierbeukig gebouwtype: een studie naar bewoning in de late ijzertijd en vroeg-Romeinse periode in Vlaanderen. Door Bart Lauwers (Erfpunt, cel onderzoek). Presentatie over dit syntheseonderzoek, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek op 1 april 2022.
Presentatie 5, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Onroerend Erfgoed
Potstallen, een landbouwinnovatie uit de Romeinse tijd van Vlaamse bodem? Door Henk van der Velde (Vlaams Erfgoed Centrum bvba). Presentatie over dit syntheseonderzoek, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek op 1 april 2022.
Presentatie 1, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Onroerend Erfgoed
MerovingerDNA - DNA uit de vroege middeleeuwen, door Maarten Larmuseau (KU Leuven, UAntwerpen en Histories vzw). Presentatie over dit syntheseonderzoek, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek op 1 april 2022.
Presentatie 5, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Onroerend Erfgoed
Op zoek naar de Gentse pijpenbakker. Een synthese en analyse van de historische en archeologische gegevens, door Davy Herremans (Stad Gent/Goed in erfgoed). Presentatie over dit syntheseonderzoek, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek op 26 maart 2021.
Presentatie 1, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Onroerend Erfgoed
Functioneel onderzoek van laat-paleolithische en vroeg-mesolithische sites in Vlaanderen, door Veerle Rots (Tracéolab, Universiteit Luik). Presentatie over dit syntheseonderzoek, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek op 26 maart 2021.
Presentatie 3, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Onroerend Erfgoed
Door de bomen het bos zien. Een landschapsreconstructie van een microregio in de Zuid-Vlaamse leemstreek tussen de late ijzertijd en het begin van de late middeleeuwen, door Bart Cherretté en Wouter van der Meer (Intergemeentelijk samenwerkingsverband SOLVA). Presentatie over dit syntheseonderzoek, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek op 26 maart 2021.
Presentatie 4, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Onroerend Erfgoed
Op zoek naar nieuw geluk. Onderzoek naar de betekenis van een klein grafveld aan de rand van Romeins Tongeren, door Henk van der Velde (Vlaams Erfgoedcentrum bvba). Presentatie over dit syntheseonderzoek, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek op 26 maart 2021.
Presentatie 1, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Onroerend Erfgoed
Het Romeins wegennet in Vlaanderen, door Walter Sevenants (Triharch onderzoek en advies). Presentatie over dit syntheseonderzoek, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek op 22 januari 2021.
Presentatie 2, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek o...Onroerend Erfgoed
Vroegmiddeleeuws Maalte onder The Loop: Een nieuwe blik op het grootschalig archeologisch onderzoek van de 7de- tot 9de-eeuwse nederzetting in Sint-Denijs-Westrem, door Ewoud Deschepper (Archeo The Loop). Presentatie over dit syntheseonderzoek, gegeven op de studiedag over archeologisch syntheseonderzoek op 22 januari 2021.
4. Een atoom bestaat uit een kern en een wolk van elektronen (-)
Radioactiviteit speelt zich af in de kern.
Chemische reacties spelen zich
af bij de elektronen.
DUS radioactieve atomen reageren chemisch op dezelfde wijze
als niet radioactieve.
5. De kern is samengesteld uit
protonen (+) en neutronen
6. De kern is stabiel als er ongeveer even veel neutronen als
protonen in zitten
Anders wordt de kern onstabiel
7. In de natuur komen er 3 soorten koolstof voor
12C = 98,99 % stabiel
13C = 1,11 % stabiel
14C = 10-10 % onstabiel = radioactief
= ONGELOOFLIJK WEINIG
8. 14C ontstaat in de atmosfeer
door een reactie van stikstofkernen (N)
met thermische neutronen (n).
Stikstof is er overvloedig in de atmosfeer,
maar waar komen die neutronen vandaan?
10. Na een zekere tijd valt het 14C atoom uiteen in
Stikstof (N) en een β-deeltje
11. HET RADIOACTIEVE VERVAL
HALFWAARDETIJD (T).
Dit is de tijd die nodig is opdat van een
bepaalde hoeveelheid radioactieve deeltjes
de helft zou desintegreren.
Voor 14C bedraagt deze
5730 ± 40 jaar.
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
0 10000 20000 30000 40000 50000
Activiteit(%)
Tijd (jaren BP)
12. 0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
0 10000 20000 30000 40000 50000
Tijd (jaren BP)
Activiteit(%)
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
0 10000 20000 30000 40000 50000
Tijd (jaren BP)
Activiteit(%)
5730
50%
Dus… na 5730 jaar blijft er nog de helft
van het oorspronkelijke 14C over
13. 0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
0 10000 20000 30000 40000 50000
Tijd (jaren BP)
Activiteit(%)
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
0 10000 20000 30000 40000 50000
Tijd (jaren BP)
Activiteit(%)
25%
11460
Na 11460 jaar nog 25%.
14. 0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
0 10000 20000 30000 40000 50000
Tijd (jaren BP)
Activiteit(%)
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
0 10000 20000 30000 40000 50000
Tijd (jaren BP)
Activiteit(%)
12%
17190
Na 17190 jaar nog 12%, enz…
Na 45/50.000 jaar is de resterende hoeveelheid te klein
om nog gemeten te kunnen worden.
15. 14C in de koolstofcyclus
Assimilatie:
fotosynthese > voedselketen > planten > dier > mens
16. 14C in de koolstofcyclus
De 14C-klok tikt vanaf het moment dat het materiaal
de koolstofcyclus verlaat = dood object
17. 14C in de koolstofcyclus
WAT KAN ER GEMETEN WORDEN?
In principe alles wat zijn koolstof uit de atmosfeer betrekt.
Verschil tussen archeologische/menselijk gebeurtenis en
14C gebeurtenis = keuze staal
18. 14C in de koolstofcyclus
WAT KAN ER GEMETEN WORDEN?
In principe alles wat zijn koolstof uit de atmosfeer betrekt.
Verschil tussen archeologische/menselijk gebeurtenis en
14C gebeurtenis = keuze staal
Bouw Gebruik Verwoesting
19. 14C in de koolstofcyclus
UITWISSELING i.p.v. ASSIMILATIE.
Het 14C-gehalte in oceanen,
zeeën, meren, rivieren (mariene biosfeer)
≠
Terrestrische biosfeer
20. 14C in de koolstofcyclus
WAT KAN ER GEMETEN WORDEN?
In principe alles wat zijn koolstof uit de zee betrekt indien men
rekening houdt met de reservoir ouderdom.
Straks meer daarover
21. GEVOLG: als de 14C concentratie in het bot van
de dode kat maar 50% is van dat in de levende
kat dan zijn de katte-beenderen 5730 jaar oud.
22. het 14C gehalte in de atmosfeer was vroeger anders dan nu
PROBLEEM
De belangrijkste redenen:
-1 veranderend aardmagnetisme
-2 veranderende zonneactiviteit
-3 menselijke invloed
23. Aardmagneetveld in het verleden
Verandering 14C productie in het verleden
Een INVERSE relatie
-1 veranderend aardmagnetisme
24. Aardmagneetveld in het verleden
Verandering 14C productie in het verleden
Praktisch gezien heeft dat
niet zoveel invloed op het
dateringsresultaat.
Het geeft niet meer dan
een harmonica effect op
de eeuwen.
-1 veranderend aardmagnetisme
29. … en veranderingen in de productie van 14C
-2 veranderende zonneactiviteit
30. Deze veranderingen zijn wel belangrijk omdat er schommelingen
voorkomen die soms binnen 1 eeuw gebeuren en dus binnen de
meetonzekerheid vallen.
-2 veranderende zonneactiviteit
31. Atmospheric data from Reimer et al (2013);OxCal v3.10 Bronk Ramsey (2005); cubr:5 sd:12 probusp[chron]
1500CalBC 1000CalBC 500CalBC CalBC/CalAD 500CalAD
Calibrated date
1500BP
2000BP
2500BP
3000BP
3500BP
Radiocarbondetermination
Hallstatt plateau
-2 veranderende zonneactiviteit
Deze veranderingen zijn wel belangrijk omdat er schommelingen
voorkomen die soms binnen 1 eeuw gebeuren en dus binnen de
meetonzekerheid vallen.
32. -2 veranderende zonneactiviteit
He kent men het 14C gehalte in het verleden:
Dendrochronologie (tot ca. 10.000)
Varven (meerafzettingen)
Koraaldateringen
33. -3 menselijke invloeden
Bij de aanvang van de 20ste eeuw
was de 14C-concentratie lager dan
normaal door het gebruik van
fossiele brandstof.
34. -3 menselijke invloedenTen gevolge van de nucleaire testen in de
atmosfeer stijgt het gehalte snel in het
midden van de 20ste eeuw.
Zakt nu terug zeer snel:
1) Geen nieuwe testen
2) Extra fossiele CO2
35. -3 menselijke invloeden
Voordeel:
Heel nauwkeurige echt of vals testen
mogelijk. Nadeel:
Natuurlijke 14C activiteit van modern
materiaal is niet gekend
DUS:
Moderne standaard
is een artificiële
standaard
14C?
36. PROBLEEM
Bij elke chemische reactie verandert de verhouding 13C/12C en
de verhouding 14C/12C
Atmosfeer
Plant
Vrucht
Vogel
Kat
Is een kwantummechanisch fenomeen, maar komt erop neer dat de 14 groter en
zwaarder is dan de 13, en de 13 groter en zwaarder dan de 12.
39. PROBLEEM
Elke verschuiving in de verhouding 14C/12C is tweemaal zo
groot als de verschuiving in 13C/12C.
Dit is een gegeven waar het laboratorium
rekening mee houdt en corrigeert.
MAAR:
40. Het laat ons wel toe om aan paleodieet reconstructie te doen.
δ 15N δ 13C
41. PROBLEEM
Toen Willard Libby de eerste metingen
uitvoerde (1950) gebruikte hij een foute
halfwaardetijd.
Alle metingen waren dus 3% fout!
-In die tijd wist men dat niet.
-In die tijd wist men ook niet dat het
gehalte aan 14C in de loop der tijd
veranderd is.
GEVOLG
42. CONVENTIONELE Radiokoolstof ouderdom
Men definieerde een radiokoolstof ouderdom als de ouderdom
gemeten vertrekkende van het jaar 1950.
(artificiële 0-jaar van de methode).
Een ouderdom werd genoemd BP (Before Present) = voor 1950.
DIT WAS EIGENLIJK EEN HISTORISCHE FOUT WANT EEN
RADIOKOOLSTOFOUDERDOM IS GEEN OUDERDOM.
Het gehalte aan 14C verandert in de tijd.
Dus een 14C resultaat moet GEKALIBREERD WORDEN vooraleer
het een kalenderouderdom wordt.
De conventie werd behouden omdat dit het meetresultaat is.
Kalibratie is al een interpretatie van het meetresultaat.
43. In het laboratorium deze namiddag
1) Het monster moet ‘gekuist’ worden.
De methode kan eenvoudig zijn…. OPGELET
Inschatting hoeveelheid
materiaal
moeilijk
bewaringsgraad
(oxidatie of niet)
Hout na malen wassen met zuur, base, zuur.
45. In het laboratorium
2) Preparatie en meting
VROEGER: meting van de
radioactieve straling.
NADEEL: * traag 2 dagen meten per
staal
(wegens heel lage radioactiviteit)
* veel materiaal;
(meer dan 1 gram C, voor de voor-
behandeling 8 gram hout en tot
300 gram bot!)
46. In het laboratorium
Wat als we i.p.v. de radioactiviteit te meten de deeltjes zelf kunnen
tellen?
Meettijd van > 2 dagen 50 min.
Staal van >1 gram C 1mg C
47. In het laboratorium
Tot voor kort waren deze machines groot, duur en moeilijk te
onderhouden.
49. Meten en REKENEN
1) Een radioactiviteit meting geeft nooit een EXACT GETAL
maar een WAARSCHIJNLIJKHEID.
2) Deze wordt weergegeven in een KANSVERDELINGSCURVE
of GAUSS curve,
3) De kans zelf is het OPPERVLAK
onder de curve
51. Meten en REKENEN
Een meetresultaat wordt weergegeven door het gemiddelde (A)
en de Standaardafwijking (a).
Dit wil zeggen dat er 68,2% kans bestaat dat de echte waarde
begrepen is tussen A+a en A-a of A ± a
(A)
(a)
52. Meten en REKENEN
Waarom 68,2% kans ?
Wiskundig gemakkelijk te berekenen!
Geen enkel andere reden!
(A)
(a)
Curve van
convex naar concaaf
53. Meten en REKENEN
2 maal standaardafwijking (2σ) is 95,4%.
Is voor ons veel werkbaarder gegeven, maar heeft helemaal geen
wiskundige betekenis.
54. Meten en REKENEN
Een hogere PRECISIE geeft een kleinere standaardafwijking:
A±a vb: 2000±25
A±a vb: 2000±50
Zegt enkel iets over de spreiding van het resultaat
en is ENKEL het gevolg van de MEETPRESICIE.
55. Meten en REKENEN zijsprong: PRECISIE en ACCURAATHEID
PRECISIE
hangt af van de meting
ACCURAATHEID
hierbij speelt ook de
chemie, staalname en
preparatie een rol.
56. Meten en REKENEN
-Een 14C datering wordt dus weergeven door het
gemiddelde en 1 standaardafwijking en gecorrigeerd voor
isotopen fractionatie.
-Als BP waarde alhoewel dit geen echte ouderdom is.
-Het resultaat wordt gegeven met de laboratorium code,
belangrijk voor de traceerbaarheid van de datering.
-Eventueel met de stabiele isotopen indien belangrijk
(vb.: beenderen).
RICH – 21973: 1532 ±30 BP
59. Atmospheric data from Reimer et al (2013);OxCal v3.10 Bronk Ramsey (2005); cub r:5 sd:12 prob usp[chron]
200CalAD 300CalAD 400CalAD 500CalAD 600CalAD 700CalAD 800CalAD
Calibrateddate
1300BP
1400BP
1500BP
1600BP
1700BP
1800BP
Radiocarbondetermination
RICH-21973 (KTN 1478-01) : 1532±30BP
68.2%probability
430AD(34.4%) 490AD
530AD(33.8%) 580AD
95.4%probability
420AD(95.4%) 600AD
Meten en REKENEN
Resultaat in calAD,
calBC,
calBP
Bij 68,2% verdeelt de
waarschijnlijkheid zich in 2 blokken.
Straks meer daarover
X
60. Meten en REKENEN: haal meer uit je data
Een vrij ingewikkelde wiskundig model
waarbij de gegevens die je reeds
weet (prior) samen met de data
leiden tot een posterior.
Wordt vaak toegepast dankzij OxCal.
Gevaar is wel dat je prior JUIST moet zijn.
VOORBEELD
Thomas Bayes (1702-1761)
)(
)(*)|(
)|(
BP
APABP
BAP =
61. 3 dateringen moeten gekalibreerd worden
RICH-4001: 1500±30
RICH-4002: 1550±30
RICH-4003: 1600±30
Atmospheric data from Reimer et al (2013);OxCal v3.10 BronkRamsey (2005); cub r:5 sd:12 prob usp[chron]
CalBC/CalAD 200CalAD 400CalAD 600CalAD 800CalAD
Calibrated date
Sequence VOORBEELD
RICH-4003 1600±30BP
RICH-4001 1500±30BP
RICH-4002 1550±30BP
62. Atmospheric data from Reimer et al (2013);OxCal v3.10 BronkRamsey (2005); cub r:5 sd:12 prob usp[chron]
CalBC/CalAD 200CalAD 400CalAD 600CalAD 800CalAD
Calibrated date
Sequence VOORBEELD
RICH-4003 1600±30BP
RICH-4001 1500±30BP
RICH-4002 1550±30BP
Atmospheric data from Reimer et al (2013);OxCal v3.10 BronkRamsey (2005); cub r:5 sd:12 prob usp[chron]
BC/AD 200AD 400AD 600AD 800AD
Calendar date
Sequence VOORBEELD {A= 63.6%(A'c= 60.0%)}
RICH-4003 96.3%
RICH-4001 70.6%
RICH-4002 67.1%
3 dateringen moeten gekalibreerd worden
RICH-4001: 1500±30 middelste laag
RICH-4002: 1550±30 bovenste laag
RICH-4003: 1600±30 onderste laag
63. Atmospheric data from Reimer et al (2013);OxCal v3.10 Bronk Ramsey (2005); cub r:5 sd:12 prob usp[chron]
CalBC/CalAD 200CalAD 400CalAD 600CalAD 800CalAD
Calibrated date
Sequence VOORBEELD
RICH-4003 1600±30BP
RICH-4001 1500±30BP
C_Date TEKST 500±1
RICH-4002 1550±30BP
Atmospheric data from Reimer et al (2013);OxCal v3.10 Bronk Ramsey (2005); cub r:5 sd:12 prob usp[chron]
BC/AD 200AD 400AD 600AD 800AD
Calendar date
Sequence VOORBEELD {A= 38.8%(A'c= 60.0%)}
RICH-4003 91.2%
RICH-4001 21.3%
C_Date TEKST 92.1%
RICH-4002 84.3%
3 dateringen moeten gekalibreerd worden
RICH-4001: 1500±30 middelste laag
RICH-4002: 1550±30 bovenste laag
RICH-4003: 1600±30 onderste laag
Tussen twee lagen een ‘nota’ met daarop de tekst
dat het in het jaar 500 AD geschreven is.
1 – VI – 500AD
64. Wiggle-matching is een speciale vorm van Bayesiaanse analyse.
De ‘prior’ is dat je het ouderdomsverschil tussen de
verschillende dateringen exact kent.
Straks meer daarover
65. Atmospheric data from Stuiver et al. (1998); OxCal v3.5 Bronk Ramsey (2000); cub r:4 sd:12 prob usp[chron]
500CalBC CalBC/CalAD 500CalAD 1000CalAD
Calibrated date
DM113D 1630±60BP
DM88B 1615±40BP
DM88C 1590±40BP
DM119D 1585±30BP
DM123 1540±60BP
DM119 1530±70BP
DM88D 1485±40BP
DM88E 1470±35BP
DM119C 1450±50BP
DM119B 1420±60BP
DM88 1380±40BP
DM85 1350±70BP
Hoe lang was dit speciaal type van wollen tunica in gebruik?
DICHTHEIDS DIAGRAMMEN
(som probabiliteit)
Inschatting van de duurtijd van een
periode
66. Som probabiliteit
Inschatting van de duurtijd van een periode
Atmospheric data from Stuiver et al. (1998); OxCal v3.5 Bronk Ramsey (2000); cub r:4 sd:12 prob usp[chron]
500CalBC CalBC/CalAD 500CalAD 1000CalAD
Calibrated date
DM113D 1630±60BP
DM88B 1615±40BP
DM88C 1590±40BP
DM119D 1585±30BP
DM123 1540±60BP
DM119 1530±70BP
DM88D 1485±40BP
DM88E 1470±35BP
DM119C 1450±50BP
DM119B 1420±60BP
DM88 1380±40BP
DM85 1350±70BP
S
U
M
67. Atmospheric data from Stuiver et al. (1998); OxCal v3.5 Bronk Ramsey (2000); cub r:4 sd:12 prob usp[chron]
BC/AD 200AD 400AD 600AD 800AD 1000AD 1200AD
Calendar date
Sum tunics
0.0
0.2
0.4
0.6
0.8
Relativeprobability
95% probabiliteit 350 750 = 400 years
Quartile Interval /floruit
(robuuste indicator) = mid 50%
450 650 = 200 years
Introduction Blooming Decline
Phase period
Inschatting van de duurtijd van een periode
68. 0
0,0025
0,005
0,0075
0,01
0 100 200 300 400 500 600 700 800 900 1000
cal AD
probability 0
0,25
0,5
0,75
1
SHOES
SANDALS
Een speciaal type schoenen en sandalen: diachroon or synchroon?
95% QI
SHOES 274-606 420-530
SANDALS 351-693 488-648
OPGELET: NOOIT de vorm van de curve gebruiken voor densiteiten af
te lezen = vorm van de kalibratiecurve
69. Condities met betrekking tot het gebruik van 14C densiteits diagrammen
De “prior” in deze oefening is wat de onderzoeker definieert als “gerelateerde stalen”
(stilistisch, technologisch maar ook herkomst, site, ….)
De dataset moet:
1- unbiased zijn= er mag geen voorkeur zijn.
2- zo nauwkeurig als mogelijk = kleine standaardafwijking.
3-minstens 50/1000 jaar.
Inschatting van de duurtijd van een periodeInschatting van de duurtijd van een periodeInschatting van de duurtijd van een periodeInschatting van de duurtijd van een periode