2. Met een grote glimlach stapt Ellen van de bus. Haar eerste schooldag was helemaal niet om bang voor het zijn, het was juist geweldig!
3. “Mama, mama! Het was superleuk op school! Ik zit bij Véronique in de klas, en Merlijn, Kaat en Lien hebben tijdens de pauze ook met me gespeeld!”, roept ze enthousiast, wanneer ze binnenkomt.
4. “En dan heb ik ook nog leuk nieuws voor je, Ellentje!”, lacht Tess, terwijl ze opstaat, “Kom hier eens even kijken!”
5. “Je hebt weer een baby in je buik!”, roept Ellen uit, wanneer ze haar moeder eens goed bekijkt, “Ik hoop dat hij net zo lief wordt als Arne en Hazel!”
6. Ze stopt met ratelen, wanneer ze Milan ziet binnenkomen. Vrolijk loopt ze op hem af: “Papa, wil je weten wat ik vandaag op school gedaan heb?”
7. “We hebben onze naam leren schrijven, en ik kan ook al een beetje rekenen! Eén en één is twee, wist je dat?”
8. Milan lacht: “Wat een knappe dochter heb ik toch! Zal ik je even helpen met je huiswerk?” “Niet nodig, papa! Ik kan het zelf wel!”
9. En Ellen zet zich aan haar bureau en begint ijverig haar rekenoefeningen te maken.
10. “Wat een geweldige kinderen hebben we toch!”, zegt Milan vertederd, terwijl hij naar de spelende tweeling op de grond kijkt, “Zo mogen er gerust nog een paar bijkomen!”
11. Maar dan is de rust weer voorbij, als de twee jongsten van die ‘geweldige kinderen’ beginnen jengelen dat ze op het potje moeten. Tess bereikt met Arne nog net op tijd de juiste bestemming.
12. Maar Milan komt met Hazel te laat bij het potje. En reken maar dat de kleine meid laat horen dat ze het niet leuk vindt om weer op de commode te moeten verschoond worden!
13. Als de kleintjes in bed liggen, kunnen Milan, Tess en Ellen genieten van een lekkere maar vooral rustige maaltijd.
14. Hoewel… rustig??? Tess zorgt meteen voor wat oproer door met haar gezicht in haar bord in slaap te vallen!
15. “Mama! Mama, wakker worden, je gezicht hangt gewoon helemaal onder de saus en de sla!”, giechelt Ellen, terwijl ze haar moeder zachtjes heen en weer schudt.
16. “O help, nu moet ik eerst nog in de douche voordat ik kan gaat slapen…”, mompelt Tess, nog half in slaap. Ze staat op en strompelt als een zombie naar de badkamer.
17. Ook Ellen zoekt niet veel later haar bed op. Ze is doodmoe van de lange schooldag, maar kan haast niet wachten om morgen weer te gaan.
18. Voor Milan begint de avond echter pas. De tweeling staat te schreeuwen in hun bedjes, en hij probeert hen dan maar zo goed mogelijk bezig te houden.
20. “Ikke dorst! Ikke wil flesje!” Milan lacht. Nu zijn dochtertje kan praten, is ze heel wat verstaanbaarder voor hem.
21. “Kijk eens, Hazel. Papa heeft iets heel speciaals voor jou.”, draagt Milan zijn dochtertje naar het breinmelkapparaat.
22. Voor Hazel maakt het niet uit of haar melk nu wit of groen is. Ze heeft dorst, dus zolang ze maar kan drinken is alles in orde!
23. Maar in Milans geval maakt het wel een verschil. Zeker omdat blijkt dat Hazel na één flesje breinmelk al meteen zindelijk is!
24. Haar broertje, dat is een ander verhaal. Arne was net iets te laat komen zeggen dat hij naar zijn potje moest, en dus moet Milan weer eens een luier verschonen.
25. En nadat hij Arne in zijn bedje heeft gelegd, kan Milan zelf ook eindelijk gaan slapen. Net op het moment dat… Tess weer wakker wordt!
26. “Hé meisje, ben je nog wakker?”, vraagt ze, wanneer ze Hazel aan de speeltafel ziet zitten. Ze neem t de handjes van haar dochtertje vast, en trekt haar zachtjes omhoog: “En nu stappen hoor, Hazeltje!”
27. Tess is verbaasd over het effect van de breinmelk. Want tegen de tijd dat het weer licht wordt, kan Hazel perfect stappen!
28. Net op het moment dat Tess het meisje weer neerzet, voelt ze een schopje in haar buik. “Volgens mij is jouw broertje of zusje ook heel blij dat je kan lopen, Hazeltje!”
29. Ellen loopt haastig voorbij: “Dag mama, ik moet snel zijn want anders mis ik de bus!”
30. En ook Milan vertrekt een uurtje later naar zijn werk, hopend op promotie.
31. Ook voor Tess is het werk nog niet gedaan: vlak nadat ze Hazel in haar bedje heeft gelegd, is Arne weer wakker geworden.
32. “We zullen er eens voor zorgen dat jij net zo goed kan praten als je tweelingzus!”, lacht Tess terwijl ze het ventje op de grond zet. “Ja! Praten zoals Hazel!”, roept Arne, en hij begint ijverig de woordjes na te zeggen.
33. En het werkt: niet veel later zegt Arne perfect alles wat Tess hem vraagt!
34. “En nu gaan wij eens een lekker flesje breinmelk halen!”, zegt Tess, terwijl ze met haar zoontje op de arm de trap afloopt.
35. En ook bij Arne blijkt de breinmelk goed te werken, want net als zijn zusje is hij meteen zindelijk!
36. Ellen komt vrolijk van de bus gestapt: “Straks ga ik Merlijn uitnodigen! Ik wil haar vragen hoe het is om tiener te zijn!”
37. Haar huiswerk kan vandaag niet vlug genoeg gemaakt zijn! Ellen zet zich aan haar bureau, en kijkt niet op voordat ze al haar oefeningen gemaakt heeft.
38. Dan is het tijd voor wat ontspanning, en ze gaat zo op in haar spel, dat ze niet eens gemerkt heeft dat er iemand achter haar is komen staan.
39. “Merlijn, wat ben je groot geworden!”, loopt Milan naar zijn jongste zus toe, “Ik kan al bijna niet maar van mijn ‘zusje’ spreken!”
40. Ellen omhelst haar tante: “En nu wil ik alles weten over hoe het is om tiener te zijn!”
41. “Wel… het opgroeien is zoals wanneer je kind wordt: je krijgt een taart met kaarsjes, en daarna spring je de lucht in.”
42. “Alleen moet je na het opgroeien wel een levenswens kiezen. En ik,” zegt Merlijn trots, “Ik ben een Genotssim!”
43. “En mag jij nu ook zelf kiezen wat je aantrekt? En zelf kleren gaan kopen? En je opmaken? En uitgaan?”, wil Ellen weten.
44. “Dat mag ik!”, lacht Merlijn, “En als je wil, vraag ik wel eens aan je ouders of jij met me mee mag gaan shoppen!”
45. “O ja!”, roept Ellen enthousiast uit, eens te vragen, ik ga gewoon mee!”
46. “Dat zou ik niet proberen, Ellentje!”, lacht Merlijn, “Maar ik wil het wel gewoon eens vragen aan je ouders!”
47. “Dat zou super zijn!”, vliegt Ellen haar tante om de hals, “Ga het maar meteen vragen!”
48. Enkele minuten later, staat Merlijn alweer in haar slaapkamer met de boodschap dat het mag! “Yeeeeeesss!”, roept Ellen uit, “Wanneer gaan we?”
49. “Dit weekend!”, belooft Merlijn, “Maar nu moet ik wel weg, en jij moet trouwens dringen je bedje in! Het is morgen school! Tot binnen een paar dagen!”