2. Voordat ze naar school vertrekt, zit Iris nog aan het schaakbord. Ze wil absoluut haar skill van Inzicht vol krijgen voordat ze tiener wordt.
3. “Saai kind! Speel toch gewoon even leuk een spelletje in plaats van zo vroeg in de morgen al na te denken!”, roept Anke haar zus toe vanaf het spelbord ‘Maak de Lama niet Wakker’.
4. Niet veel later vertrekken de twee zusjes naar school. Voor Iris is het de laatste keer dat ze naar de lagere school gaat…
5. En nadat ook Yasmine naar haar werk vertrokken is, begint Nathan alvast met voorbereidingen voor Iris’ verjaardag.
6. “Irisje is dol op pannenkoeken, dus zal ze deze vast en zeker ook wel lekker vinden!”
7. Als de meisjes van school komen, vliegt Iris meteen naar het schaakbord. En jawel hoor: niet lang daarna heeft ze ook haar vaardigheid Inzicht helemaal vol!
8. Haar zusje is niet zo’n leergierig type: Anke speelt veel liever even op de flipperkast om te ontspannen.
9. En een paar uur later, nadat de meisjes hun huiswerk gemaakt hebben, is het dan zover: Iris gaat opgroeien! Over haar levenswens moet ze niet meer nadenken, die had ze lang geleden al bedacht.
10. Dan blaast ze, onder luid gejuich van de rest van haar familie, de kaarsjes uit.
12. … komt als grote Iris Sophia Normal weer op de grond terecht! “Nee, hé! Wat een vreselijke kleren! En die lelijke haarkleur is ook weer terug!”, is het eerste wat ze roept.
13. Meteen loopt ze naar de spiegel om haar kapsel en make-up bij te werken.
14. Als ze even later, met een ander kapsel en kleding, weer de keuken binnenkomt, omhelst Yasmine haar. “Wat heb ik toch een knappe dochter!”, fluistert ze in Iris’ oor.
15. Iris is inderdaad een heel knappe jonge vrouw geworden. Ze is – zoals verwacht – een Kennissim, en haar levenswens is haar Gouden Bruiloft vieren. (vreemde wens voor een Kennissim, ik weet het. Maar die had ze zelfs al toen ze nog kind was…)
16. Na de taart blijkt iedereen nog niet genoeg gegeten te hebben, en met het hele gezin genieten ze van de pannenkoeken die Nathan had klaargemaakt.
17. “Jammer dat het morgen zaterdag is.”, denkt Iris, terwijl ze even later in haar nieuwe bed kruipt, “Ik verheug me er zo op om naar de middelbare school te gaan!”
18. Maar de volgende dag vindt ze meteen wat anders om zich op te concentreren. “Mmm… een baantje in de Wetenschap lijkt me wel wat…”
19. Jammer genoeg begint ze al meteen met een vrije dag. Ze had zo graag vandaag al voor het eerst willen gaan werken! Maar die vrije dag geeft haar al wel de gelegenheid om op voorhand al wat te leren.
20. Even later roept Yasmine haar twee dochters samen. “Wat wil je ons vertellen, mama?”, vraagt Anke nieuwsgierig, terwijl ze naast haar grote zus in de zetel gaat zitten.
21. “Wel, mijn lieve schat”, zegt Yasmine opgewekt, “Ik wou jullie vertellen, dat jullie binnen een paar maanden allebei grote zus worden!”
22. Verwachtingsvol kijkt ze haar dochters aan, maar Anke lijkt helemaal niet zo blij te zijn. “Waarom? Ik wou niet eens een klein broertje of zusje!”
23. Ze springt op, en spurt de kamer uit. “Waarom vraag je niet eerst aan mij eens wat ik wil?”, horen Yasmine en Iris haar nog roepen.
24. “Ze draait wel bij, hoor.”, zegt Iris, terwijl ze opstaat, “Maar intussen heb ik je zelf nog helemaal niet gefeliciteerd!”
25. Ze omhelst Yasmine. “En wat geweldig dat ik nog een keer grote zus word!”, gaat ze enthousiast verder.
26. Later die middag, besluit Iris te gaan shoppen. Ze wil nog wat nieuwe kleren, en bovendien heeft ze haar ouders eindelijk kunnen overtuigen om een iPhone te mogen kopen.
27. In de winkel aangekomen, is de iPhone het eerste waarnaar ze op zoek gaat.
28. Maar wanneer ze naar de volgende winkel wil lopen om kleren te kopen… “Oeps! Loop ik zomaar tegen me op! Het spijt me!”
29. “Als iedereen die tegen me botste zo knap zou zijn als jij… dan wil ik nog vaak tegen iemand oplopen!”, antwoordt de jongen meteen, “En… mag ik weten met wie ik de eer heb?”
30. Een beetje overdonderd staart Iris de jongen aan. “Iris… Iris Sophia…”, stamelt ze dan verlegen.
31. “Mmm… Iris Sophia… en leuke naam. Voor een al even leuk meisje…”, slijmt de jongen verder, “Ik heet Lex.”
32. Ze staan een tijdje te praten, en het blijkt echt goed te klikken tussen Iris en Lex.
33. Even later moet Lex naar huis. Iris kijkt nog even om, en ziet dat hij naar haar glimlacht. Een warm gevoel overspoelt haar hele lichaam.
34. Een baan, een leuke jongen, én binnenkort nog een klein broertje of zusje… Veel beter kan het leven niet meer worden…