Sesión clínica realizada en el CS Salvador Caballero - Doctores en enero 2016 en la que se describe el concepto de apego seguro y las medidas para promocionarlo en el contexto del Plan de Salud Infantil y del Adolescente de Andalucía.
Sesión clínica realizada en el CS Salvador Caballero - Doctores en enero 2016 en la que se describe el concepto de apego seguro y las medidas para promocionarlo en el contexto del Plan de Salud Infantil y del Adolescente de Andalucía.
2. INHOUD
Sociaal-emotionele
ontwikkeling: hechtingstheorie
• Pasgeborene ‘lacht/praat’ tegen iedereen
• Moeder-kind interactie:
– Groeit
– Vooral geleid door moeder
– Moeder > vader
• Noodzaak van contact
– Onderzoek Ferdinand de 2de
– Onderzoek Harlow
https://kiind.nl/liefde-is-belangrijker-dan-
voeding/
1. Sociaal-emotionele
ontwikkeling:
hechtingstheorie
2. Sociaal-emotionele
ontwikkeling in de
babyfase
3. Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de
peuter
4. Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de
kleuter
5. Sociaal-emotionele
ontwikkeling in de
lagere schoolperiode
4. INHOUD
Sociaal-emotionele
ontwikkeling: hechtingstheorie
• Hechting
= emotionele band tussen kind-verzorger
• Hoe?
– Gehechtheidsgedrag van baby om verzorger
te ‘roepen’ en nabij te houden
Bv. huilen, glimlachen, brabbelen
– Sensitieve responsiviteit van verzorger
= positieve reactie op behoefte baby
1. Sociaal-emotionele
ontwikkeling:
hechtingstheorie
2. Sociaal-emotionele
ontwikkeling in de
babyfase
3. Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de
peuter
4. Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de
kleuter
5. Sociaal-emotionele
ontwikkeling in de
lagere schoolperiode
5. INHOUD
Sociaal-emotionele
ontwikkeling: hechtingstheorie
• Hechting
– Is opvoeder beschikbaar en responsief?
– Invloed op persoonlijkheid, latere
vriendschappen, eigen ouderschap, …
1. Sociaal-emotionele
ontwikkeling:
hechtingstheorie
2. Sociaal-emotionele
ontwikkeling in de
babyfase
3. Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de
peuter
4. Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de
kleuter
5. Sociaal-emotionele
ontwikkeling in de
lagere schoolperiode
Ja, altijd
responsief
Neen, niet
altijd
responsief
Veilige hechting Onveilige hechting
6. INHOUD
Sociaal-emotionele
ontwikkeling: hechtingstheorie
• Gehechtheidspatronen
– Veilige gehechtheid (Basis)
– Vermijdende gehechtheid (Afstand)
– Afwerende gehechtheid (Contact)
– Gedesoriënteerde gehechtheid
(Desoriëntatie)
• Onderzoek van Ainsworth
https://www.youtube.com/watch?v=QTsewNrHUHU
1. Sociaal-emotionele
ontwikkeling:
hechtingstheorie
2. Sociaal-emotionele
ontwikkeling in de
babyfase
3. Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de
peuter
4. Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de
kleuter
5. Sociaal-emotionele
ontwikkeling in de
lagere schoolperiode
Onveilige
hechting
7. INHOUD
Sociaal-emotionele
ontwikkeling in de babyfase
• Vreemdenangst
– < 6-8 m: baby lacht naar iedereen
– 6-8 m: baby wordt selectief
• Gehechtheidsfiguur centraal
• Bij vreemde: afwenden, huilen, vastklampen aan
gehechtheidsfiguur
• Separatieangst
– Oplossing: kiekeboespelletjes, eigen
knuffelbeer in vreemde context
1. Sociaal-emotionele
ontwikkeling:
hechtingstheorie
2. Sociaal-emotionele
ontwikkeling in de
babyfase
3. Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de
peuter
4. Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de
kleuter
5. Sociaal-emotionele
ontwikkeling in de
lagere schoolperiode
8. INHOUD
Sociaal-emotionele
ontwikkeling in de babyfase
• Social referencing
– = kijken naar gevoelens van anderen bij
onduidelijke situaties
– Doel: begrijpen van onduidelijke situatie
– Rond 8 à 9 maanden
1. Sociaal-emotionele
ontwikkeling:
hechtingstheorie
2. Sociaal-emotionele
ontwikkeling in de
babyfase
3. Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de
peuter
4. Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de
kleuter
5. Sociaal-emotionele
ontwikkeling in de
lagere schoolperiode
9. INHOUD
Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de peuter
• Zelfbewustzijn
– Bv. zichzelf herkennen op foto/in spiegel
• ‘Zelf doen’
‘Niet willen’, ‘nee zeggen’,
driftbuien, gilpartijen
peuterfase = koppigheidsfase
1. Sociaal-emotionele
ontwikkeling:
hechtingstheorie
2. Sociaal-emotionele
ontwikkeling in de
babyfase
3. Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de
peuter
4. Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de
kleuter
5. Sociaal-emotionele
ontwikkeling in de
lagere schoolperiode
10. INHOUD
Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de peuter
• Conflict zelfstandigheid - afhankelijkheid
– Bv. in de war bij vertrek ouders
– Transitionele objecten: vervanging ‘ouders’ bij
afwezigheid
• Gevoelens
– Schaamte versus trots
– Afgunst / jaloezie
– Agressie
1. Sociaal-emotionele
ontwikkeling:
hechtingstheorie
2. Sociaal-emotionele
ontwikkeling in de
babyfase
3. Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de
peuter
4. Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de
kleuter
5. Sociaal-emotionele
ontwikkeling in de
lagere schoolperiode
11. INHOUD
Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de kleuter
• Gehechtheidsgedrag
• Lange(re) periodes zonder GHH-figuren
• Intern werkmodel:
– Gebaseerd op vorige ervaringen
Cf. Baby en peuter
– Invloed op nieuwe relaties
Veilige gehechtheid = ! voor latere relaties
1. Sociaal-emotionele
ontwikkeling:
hechtingstheorie
2. Sociaal-emotionele
ontwikkeling in de
babyfase
3. Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de
peuter
4. Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de
kleuter
5. Sociaal-emotionele
ontwikkeling in de
lagere schoolperiode
12. INHOUD
Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de kleuter
• Sociale omgeving wordt uitgebreid
• Vriendschap
– Oppervlakkig
– Tijdelijk
– Vriend = iemand die aardig tegen
je is en met wie je leuk kunt spelen
• Relaties met andere volwassenen
– ≠ relatie met ouders
1. Sociaal-emotionele
ontwikkeling:
hechtingstheorie
2. Sociaal-emotionele
ontwikkeling in de
babyfase
3. Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de
peuter
4. Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de
kleuter
5. Sociaal-emotionele
ontwikkeling in de
lagere schoolperiode
13. INHOUD
Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de kleuter
Intermezzo: Artikel: ‘slecht gehecht’
• Waarover gaat het artikel?
• Hoe kan je gedrag dat gelinkt is aan onveilige hechting
herkennen, als leerkracht op school?
• Hoe ontstaat dan veilige hechting?
• Kan een kind dat een onveilige hechtingsstijl heeft op
school nog een vertrouwensband creëren? Leg uit.
• Formuleer bij iedere tip voor het omgaan met het gedrag
van een onveilig gehecht kind een concreet voorbeeld.
1. Sociaal-emotionele
ontwikkeling:
hechtingstheorie
2. Sociaal-emotionele
ontwikkeling in de
babyfase
3. Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de
peuter
4. Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de
kleuter
5. Sociaal-emotionele
ontwikkeling in de
lagere schoolperiode
14. INHOUD
Sociaal-emotionele
ontwikkeling tijdens de lagere
schoolperiode
• In groep omgaan met leeftijdgenoten
– Sociale voorkeur wijzigt
• Van ouders naar leeftijdgenoten
• Maar: ouders = belangrijke referentiefiguren
– Omgang leeftijdgenoten = sociale leerschool
• Bv. leren omgaan met verschillende karakters, met
groepsnormen, leren hoe conflicten ontstaan en
hoe ermee om te gaan, leren hoe agressie te
controleren, … etc.
1. Sociaal-emotionele
ontwikkeling:
hechtingstheorie
2. Sociaal-emotionele
ontwikkeling in de
babyfase
3. Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de
peuter
4. Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de
kleuter
5. Sociaal-emotionele
ontwikkeling in de
lagere schoolperiode
15. INHOUD
Sociaal-emotionele
ontwikkeling tijdens de lagere
schoolperiode
• Sterke invloed van leeftijdgenoten
– Aanpassen aan verwachtingen
– Leren over zichzelf
Want leeftijdgenoten = spiegel
– Zelfbeeld en zelfvertrouwen
– Sociale aanvaarding
• Populariteit: Word ik graag gezien?
• Status: Heb ik veel invloed?
Ster, vervelend, middenmoot, onzichtbaar
1. Sociaal-emotionele
ontwikkeling:
hechtingstheorie
2. Sociaal-emotionele
ontwikkeling in de
babyfase
3. Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de
peuter
4. Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de
kleuter
5. Sociaal-emotionele
ontwikkeling in de
lagere schoolperiode
16. INHOUD
Sociaal-emotionele
ontwikkeling tijdens de lagere
schoolperiode
• Eén-sekse-groepen
– Meisjes met meisjes, jongens met jongens
• Einde LS: groepjes mengen zich meer
Van plagen en uitdagen naar flirten en hofmakerij
1. Sociaal-emotionele
ontwikkeling:
hechtingstheorie
2. Sociaal-emotionele
ontwikkeling in de
babyfase
3. Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de
peuter
4. Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de
kleuter
5. Sociaal-emotionele
ontwikkeling in de
lagere schoolperiode
17. INHOUD
Sociaal-emotionele
ontwikkeling tijdens de lagere
schoolperiode
• Geen integratie in de groep
– Inadequate omgangsstijl
• De pester
• De clown
• De vleier
• De pseudo-volwassene
1. Sociaal-emotionele
ontwikkeling:
hechtingstheorie
2. Sociaal-emotionele
ontwikkeling in de
babyfase
3. Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de
peuter
4. Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de
kleuter
5. Sociaal-emotionele
ontwikkeling in de
lagere schoolperiode
18. INHOUD
Sociaal-emotionele
ontwikkeling tijdens de lagere
schoolperiode
• Vriendschappen
– Vriendschap kent evolutie
• Samen dingen doen/delen en dezelfde dingen leuk
vinden
iemand ‘nodig’ hebben, problemen oplossen en
geheimen vertellen
– Einde vriendschap
– Bv. door verhuis, ruzie, …
= pijnlijke ervaring ~ liefdesverdriet
– Geen vrienden ≠ normaal & negatief voor ontwikkeling!
1. Sociaal-emotionele
ontwikkeling:
hechtingstheorie
2. Sociaal-emotionele
ontwikkeling in de
babyfase
3. Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de
peuter
4. Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de
kleuter
5. Sociaal-emotionele
ontwikkeling in de
lagere schoolperiode
19. INHOUD
Sociaal-emotionele
ontwikkeling tijdens de lagere
schoolperiode
• Pesten
= proces waarbij een groep/pestkop zich tegen een
enkeling keert die zich niet (meer) kan verweren
– Drie partijen:
• De pester(s)
• De gepeste
• De middengroep
1. Sociaal-emotionele
ontwikkeling:
hechtingstheorie
2. Sociaal-emotionele
ontwikkeling in de
babyfase
3. Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de
peuter
4. Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de
kleuter
5. Sociaal-emotionele
ontwikkeling in de
lagere schoolperiode
20. INHOUD
Sociaal-emotionele
ontwikkeling tijdens de lagere
schoolperiode
• Pesten
– Pesten ≠ Plagen
• Ongelijke machtsverdeling
• Desastreuze gevolgen voor gepeste
– Pesten = Groepsnorm?
– Zondebokverschijnsel
– Wie?
– Hoe herken je ze?
– Levenslange gevolgen voor pesters en gepesten
1. Sociaal-emotionele
ontwikkeling:
hechtingstheorie
2. Sociaal-emotionele
ontwikkeling in de
babyfase
3. Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de
peuter
4. Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de
kleuter
5. Sociaal-emotionele
ontwikkeling in de
lagere schoolperiode
21. INHOUD
Sociaal-emotionele
ontwikkeling tijdens de lagere
schoolperiode
• Pesten: overzicht?
1. Sociaal-emotionele
ontwikkeling:
hechtingstheorie
2. Sociaal-emotionele
ontwikkeling in de
babyfase
3. Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de
peuter
4. Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de
kleuter
5. Sociaal-emotionele
ontwikkeling in de
lagere schoolperiode
22. INHOUD
Sociaal-emotionele
ontwikkeling tijdens de lagere
schoolperiode1. Sociaal-emotionele
ontwikkeling:
hechtingstheorie
2. Sociaal-emotionele
ontwikkeling in de
babyfase
3. Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de
peuter
4. Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de
kleuter
5. Sociaal-emotionele
ontwikkeling in de
lagere schoolperiode
23. INHOUD
Sociaal-emotionele
ontwikkeling tijdens de lagere
schoolperiode
• Pesten aanpakken: hoe?
1. Sociaal-emotionele
ontwikkeling:
hechtingstheorie
2. Sociaal-emotionele
ontwikkeling in de
babyfase
3. Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de
peuter
4. Sociaal-emotionele
ontwikkeling van de
kleuter
5. Sociaal-emotionele
ontwikkeling in de
lagere schoolperiode
Preventief (om pesten te
vermijden)
- Erover ‘praten’, liefst algemeen
- Pesten ‘op zich’ = ! en dat willen
we niet op school (= anti-pest
beleid)
- Alle partijen betrekken bij
preventie van pesten
- Duidelijke afspraken en gedeelde
verantwoordelijkheid
-Sociometrische schaal risico-
kinderen detecteren
Curatief (om pesten op te
lossen)
- Erover praten, algemeen (!) om
vermijdingsreacties of minimaliseren
te ontwijken
- Alle partijen betrekken in oplossing
-Eventueel individuele gesprekken met
pesters, gepeste(n) (en ouders?):
waarom? + afspraken
- Andere school Niet altijd een
oplossing! Integendeel: ‘nieuwe’
leerlingen = ‘anders’.