SlideShare a Scribd company logo
PAST CONTINUOUS
We gaan weer eens iets doen met dat stukje wat Engels zo lekker Engels
laat klinken: -ING!
Hoewel een zinnetje met –ING altijd wel lekker Engels klinkt, is het niet
altijd goed om te gebruiken.

Vorig jaar heb je geleerd hoe je –ING (ookwel continuous genoemd) moet
gebruiken in de tegenwoordige tijd. Dit jaar gaan we leren hoe en wanneer
je –ING gebruikt in de verleden tijd. We noemen deze tijd in het Engels de
PAST CONTINUOUS.

Wanneer gebruik je de past continuous?
Als je in het verleden iets aan het doen was. (keyword = aan het)
         Susan was reading a book last night.
         Susan was gisteren avond een boek aan het lezen

        They were having dinner.
        Zij waren aan het eten.
Hoe maak je een past continuous?
Voor een continuous heb je 3 dingen nodig:
1.   Een vorm van to be, in de verleden tijd is dat was of were
2.   Een heel werkwoord
3.   Ing

Wat is de verleden tijd van to be?
I       was
You     were
Shit    was
We      were
They were

Dan krijg je dus:
Peter was doing his homework.
My parents were watching TV.
The kids were making a phone call (LET OP SPELLING, de E gaat weg!)
MINI SHOW THAT YOU KNOW
Even een korte oefening tussendoor om te kijken of je het snapt. Vul op
    de open plekken de past continuous in van het werkwoord dat
    tussen haakjes staat. Zorg ervoor dat je antwoord bestaat uit:

     was/were wwing

1.   He _________ (do) his homework yesterday.
2.   Kelly ________ (read) a magazine last night.
3.   My parents _______ (be) too nosy about my whatsapps.
4.   The children ________ (play) football.
5.   I _________ (look) at the nice boy.
Maar....
Er is ook een ‘gewone’ verledentijd, die ze in het Engels de PAST
   SIMPLE noemen (omdat hij zo makkelijk is...)

Wanneer gebruik je de past simple?
- Bij feiten of gewoonten in de verleden tijd
  When I was young I liked the Teletubbies
  Toen ik jong was vond ik de Teletubbies leuk
- Als iets in het verleden kort duurde.
  Peter sneezed because he had a cold.
  Peter nieste omdat hij verkouden was.

Hoe maak je de past simple ook alweer?
- ww+ed
- Of 2e rijtje van de onregelmatige werkwoorden
EN WORDT HET LEUK!
Het komt in het Engels namelijk redelijk vaak voor dat de PAST
  CONTINUOUS en de PAST SIMPLE in 1 zin zitten. Dit krijg je als je
  vertelt wat je aan het doen was toen er plotseling iets anders
  gebeurde...

   Mr Moon was watching a movie when Mrs Maes walked in.
   Mr Moon was een film aan het kijken toen Mrs Maes binnen kwam.

   Mrs De Kock was reading a book when Mrs Kops called.
   Mrs De Kock was een boek aan het lezen toen Mrs Kops belde

Het keyword in dit soort zinnen is when.

Je kan ook 2 keer past continuous krijgen. Dit is als er 2 dingen tegelijk
   gebeurde. Het keyword is dan while.
Mr Moon was watching a movie while Mrs Maes was talking to him
SHOW THAT YOU KNOW
(maak zinnen met de past continuous én de past simple)

1. I (to type) when my computer (to crash).
I was typing when my computer crashed.

2.   Bess (to sleep) when the accident (to happen).
3.   They (to eat) when the mail (to come).
4.   Nick (to watch) a movie when I (to call).
5.   We (to fly) when we (to see) the volcano.
6.   You (to wait) when the shop (to open).
7.   I (to read) when Joe (to go) out.
8.   Bo (to brush) her hair when the brush (to break).
Past continuous
Past continuous

More Related Content

More from missie_maes

Present continuous voor toekomst
Present continuous voor toekomstPresent continuous voor toekomst
Present continuous voor toekomstmissie_maes
 
Oefening past continuous
Oefening past continuousOefening past continuous
Oefening past continuous
missie_maes
 
Vragende voornaamwoorden
Vragende voornaamwoordenVragende voornaamwoorden
Vragende voornaamwoorden
missie_maes
 
Lidwoorden
LidwoordenLidwoorden
Lidwoorden
missie_maes
 
Extra oefening met aangeplakte vragen
Extra oefening met aangeplakte vragenExtra oefening met aangeplakte vragen
Extra oefening met aangeplakte vragen
missie_maes
 
Voorzetsels van tijd
Voorzetsels van tijdVoorzetsels van tijd
Voorzetsels van tijdmissie_maes
 
Aangeplakte vragen
Aangeplakte vragenAangeplakte vragen
Aangeplakte vragen
missie_maes
 
Future
FutureFuture
Future
missie_maes
 
Telwoorden
TelwoordenTelwoorden
Telwoorden
missie_maes
 
Alphabet days-months-the clock
Alphabet days-months-the clockAlphabet days-months-the clock
Alphabet days-months-the clock
missie_maes
 
Wanneer gebruik je the
Wanneer gebruik je theWanneer gebruik je the
Wanneer gebruik je the
missie_maes
 
One
OneOne
S om bezit aan te geven
S om bezit aan te gevenS om bezit aan te geven
S om bezit aan te gevenmissie_maes
 
Ontkenningen met to have got
Ontkenningen met to have gotOntkenningen met to have got
Ontkenningen met to have got
missie_maes
 
Vragen maken met to be en can
Vragen maken met to be en canVragen maken met to be en can
Vragen maken met to be en can
missie_maes
 
Shouldmust
ShouldmustShouldmust
Shouldmust
missie_maes
 
Ontkenningen maken in de verleden tijd
Ontkenningen maken in de verleden tijdOntkenningen maken in de verleden tijd
Ontkenningen maken in de verleden tijd
missie_maes
 
Vragen maken
Vragen makenVragen maken
Vragen maken
missie_maes
 
Have got
Have gotHave got
Have got
missie_maes
 

More from missie_maes (20)

Present continuous voor toekomst
Present continuous voor toekomstPresent continuous voor toekomst
Present continuous voor toekomst
 
Oefening past continuous
Oefening past continuousOefening past continuous
Oefening past continuous
 
Vragende voornaamwoorden
Vragende voornaamwoordenVragende voornaamwoorden
Vragende voornaamwoorden
 
Lidwoorden
LidwoordenLidwoorden
Lidwoorden
 
Extra oefening met aangeplakte vragen
Extra oefening met aangeplakte vragenExtra oefening met aangeplakte vragen
Extra oefening met aangeplakte vragen
 
Voorzetsels van tijd
Voorzetsels van tijdVoorzetsels van tijd
Voorzetsels van tijd
 
Aangeplakte vragen
Aangeplakte vragenAangeplakte vragen
Aangeplakte vragen
 
Future
FutureFuture
Future
 
Telwoorden
TelwoordenTelwoorden
Telwoorden
 
Alphabet days-months-the clock
Alphabet days-months-the clockAlphabet days-months-the clock
Alphabet days-months-the clock
 
Wanneer gebruik je the
Wanneer gebruik je theWanneer gebruik je the
Wanneer gebruik je the
 
One
OneOne
One
 
One
OneOne
One
 
S om bezit aan te geven
S om bezit aan te gevenS om bezit aan te geven
S om bezit aan te geven
 
Ontkenningen met to have got
Ontkenningen met to have gotOntkenningen met to have got
Ontkenningen met to have got
 
Vragen maken met to be en can
Vragen maken met to be en canVragen maken met to be en can
Vragen maken met to be en can
 
Shouldmust
ShouldmustShouldmust
Shouldmust
 
Ontkenningen maken in de verleden tijd
Ontkenningen maken in de verleden tijdOntkenningen maken in de verleden tijd
Ontkenningen maken in de verleden tijd
 
Vragen maken
Vragen makenVragen maken
Vragen maken
 
Have got
Have gotHave got
Have got
 

Past continuous

  • 1. PAST CONTINUOUS We gaan weer eens iets doen met dat stukje wat Engels zo lekker Engels laat klinken: -ING! Hoewel een zinnetje met –ING altijd wel lekker Engels klinkt, is het niet altijd goed om te gebruiken. Vorig jaar heb je geleerd hoe je –ING (ookwel continuous genoemd) moet gebruiken in de tegenwoordige tijd. Dit jaar gaan we leren hoe en wanneer je –ING gebruikt in de verleden tijd. We noemen deze tijd in het Engels de PAST CONTINUOUS. Wanneer gebruik je de past continuous? Als je in het verleden iets aan het doen was. (keyword = aan het) Susan was reading a book last night. Susan was gisteren avond een boek aan het lezen They were having dinner. Zij waren aan het eten.
  • 2. Hoe maak je een past continuous? Voor een continuous heb je 3 dingen nodig: 1. Een vorm van to be, in de verleden tijd is dat was of were 2. Een heel werkwoord 3. Ing Wat is de verleden tijd van to be? I was You were Shit was We were They were Dan krijg je dus: Peter was doing his homework. My parents were watching TV. The kids were making a phone call (LET OP SPELLING, de E gaat weg!)
  • 3. MINI SHOW THAT YOU KNOW Even een korte oefening tussendoor om te kijken of je het snapt. Vul op de open plekken de past continuous in van het werkwoord dat tussen haakjes staat. Zorg ervoor dat je antwoord bestaat uit: was/were wwing 1. He _________ (do) his homework yesterday. 2. Kelly ________ (read) a magazine last night. 3. My parents _______ (be) too nosy about my whatsapps. 4. The children ________ (play) football. 5. I _________ (look) at the nice boy.
  • 4. Maar.... Er is ook een ‘gewone’ verledentijd, die ze in het Engels de PAST SIMPLE noemen (omdat hij zo makkelijk is...) Wanneer gebruik je de past simple? - Bij feiten of gewoonten in de verleden tijd When I was young I liked the Teletubbies Toen ik jong was vond ik de Teletubbies leuk - Als iets in het verleden kort duurde. Peter sneezed because he had a cold. Peter nieste omdat hij verkouden was. Hoe maak je de past simple ook alweer? - ww+ed - Of 2e rijtje van de onregelmatige werkwoorden
  • 5. EN WORDT HET LEUK! Het komt in het Engels namelijk redelijk vaak voor dat de PAST CONTINUOUS en de PAST SIMPLE in 1 zin zitten. Dit krijg je als je vertelt wat je aan het doen was toen er plotseling iets anders gebeurde... Mr Moon was watching a movie when Mrs Maes walked in. Mr Moon was een film aan het kijken toen Mrs Maes binnen kwam. Mrs De Kock was reading a book when Mrs Kops called. Mrs De Kock was een boek aan het lezen toen Mrs Kops belde Het keyword in dit soort zinnen is when. Je kan ook 2 keer past continuous krijgen. Dit is als er 2 dingen tegelijk gebeurde. Het keyword is dan while. Mr Moon was watching a movie while Mrs Maes was talking to him
  • 6. SHOW THAT YOU KNOW (maak zinnen met de past continuous én de past simple) 1. I (to type) when my computer (to crash). I was typing when my computer crashed. 2. Bess (to sleep) when the accident (to happen). 3. They (to eat) when the mail (to come). 4. Nick (to watch) a movie when I (to call). 5. We (to fly) when we (to see) the volcano. 6. You (to wait) when the shop (to open). 7. I (to read) when Joe (to go) out. 8. Bo (to brush) her hair when the brush (to break).