1. ‘s om bezit aan te geven
Je gebruikt ‘s om bezit aan te geven van mensen en
dieren. ‘s betekent in het Nederlands eigenlijk van.
The dog’s tail De staart van de hond
The cat’s ears De oren van de kat
Susan’s book Het boek van Susan
LET OP:
Als het woord waar je ‘s aan vast wil plakken al
eindigt op een –s, dan zet je alleen ‘.
Bas’ glasses De bril van Bas
2. Show that you know
• The birds’ feathers are grey
1 My cat – fur – is soft
2 The boys – dogs are fighting
3 Mila – shoes are red
4 The children – toys are new
5 The boy – dog – is playing
6 Pete – nose – is wet
7 Silvie – cats – are young