OPLEIDING TOT RESTAURATEUR VAN SCHILDERIJEN CURSUS RESTAURATIE VAN SCHILDERIJEN OP DOEK .
lesgever; Frederik Cnockaert
INHOUDSTAFEL:
Deel I/* Inleidingsdocumentatie over oppervlaktevervuiling;
Algemene inleiding over oppervlakte vervuiling;
OORSPRONG van de vervuiling; Achterblijfselen van oude restauraties, uitbloeiingen, aantasting door schimmel, stofdeeltjes,uitwerpselen van insecten
1.a)Luchtverontreiniging; Oorzaken, schoonmaken van de vertrekken, publiek.
2.b) Neerslag en aanhechting; Adhesieproces, luchtstroming, grootte van de (stof)deeltjes, verplaatsing van de aerosolen, thermoforesis, elektrostatische krachten, capillaire krachten,adhesie, vervorming van de stofdeeltjes, teerachtige neerslag
3.c) Bescherming; achter glas zetten.
* REININGING VAN SCHILDERIJEN ; Oppervlaktevervuiling;
H 1. Oppervlakte reiniging;
1.1 Oorsprong van de vervuiling
1.1.1. Door de lucht gedragen/ verplaatst vuil
1.1.2. Accidenteel of bewust aangebrachte toevoegingen
1.1.3. Vuil afkomstig van het werk zelf
1.1.4. Vuil afkomstig van biologische activiteit
1.2. Afzetting van vuil op de verflaag
1.2.1. Transport
1.2.2. Adhesie krachten
1.3. Conservatie
1.3.1 Passieve conservering
Deel II/Inleidingsdocumentatie gebreken aan de vernislaag;
Voorafgaandelijk;
Welke vormen van schade aan de vernislaag bestaan er ?
Vergelen van vernis, bevuiling door aanslag, vuilaanslag veroorzaakt door vroegere “reinigingsactiviteit”, bevuiling door biologische processen, blind slaan van vernis “chanci”,” blauwe ziekte” van een schilderij, gecraqueleerde vernissen, onregelmatige dikte van de vernislaag en ophoping van vernis in het relief van de verf, opzettelijke beschadiging en vervalsing, onoordeelkundig verniste schilderijen.
Deel II/ Inleidingsdocumentatie over reiniging;
a) Oplosmiddelen, werking, zuiverheidsgraden,oplosmiddelen voor aanmaak en verwijdering van vernis,
* Alifatische koolwaterstoffen, samenstelling van witte spiritus, handelsnamen, aromatengehalte, opslag
* Aromatische koolwaterstoffen
* Cyclische koolwaterstoffen; Terpentijn-olien, zuiverheid,invloed van licht en zuurstof, opslag , toepassing
* Gechloreerde koolwaterstoffen
* Alcoholen
* Ketonen
* Ester
* Ether
* Stikstofhoudende verbindingen, basen, zuren
b) Risico’s ; Letsels door dampen en oplosmiddelen, meting van de luchtbelasting, mac-waarden, vlampunt
c) Beschermingsmaatregelen; Algemene- en individuele bescherming, etikettering, gevarensymbolen, afzuiginstallaties, spuitcabine, verwijdering van oplosmiddelen, beschermende zalf, beschermende handschoenen, bescherming van de luchtwegen, filters.
d) Inleidingsdocumentatie over oppervlakte reiniging; Droogreiniging, natreiniging, tensiden, retentie van reinigingsmiddelen, ph-waarde, regenereren,
e) Inleidingsdocumentatie over vernis verwijderen; Risico’s voor de verflaag, eigenschappen van drogende oliën, oplosmiddelendriehoek, nieuwe reinigingsmethoden,
f) Inleidingsdocumentatie over verwijdering van retouches en overschilderingen;
g) Inleidingsdocumentatie over vernis verwijdering met organische oplosmiddelen; Oplosprocede, uitlogen,de Oplosbaarheidsparameter, penetratie van oplosmiddelen, retentie van oplosmiddelen, drogen en slinken, oliegebonden verflagen, werking van vernissen,
h ) Inleidingsdocumentatie over de oplosbaarheidsparameter; Cohesieve densiteit, mengsels van oplosmiddelen,
i ) Inleidingsdocumentatie over de oplosmiddelen driehoek; Oplosbaarheidsparameter, ruimtelijk diagram, oplosmiddelendriehoek, werking van het mengsel van oplosmiddelen.
j ) Inleidingsdocumentatie over de re-forming
Jigs exert considerable lengthwise tension on the fabric and are more suitable for the dyeing of woven than knitted fabrics. Since the fabric is handled in open-width, a jig is very suitable for fabrics which crease when dyed in rope form. Jigg or jigger dyeing machine is the most commonly used for dyeing all kinds of cotton fabric. There are mainly two types of jigger dyeing machine
Glitter is recent developed printing. Glitter is a unique, clear digital print and cut material for full-color printing that adds the bold look of sparkly glitter. Glitters add on the garment with paste and fixed by heat on a specific area.
Jigs exert considerable lengthwise tension on the fabric and are more suitable for the dyeing of woven than knitted fabrics. Since the fabric is handled in open-width, a jig is very suitable for fabrics which crease when dyed in rope form. Jigg or jigger dyeing machine is the most commonly used for dyeing all kinds of cotton fabric. There are mainly two types of jigger dyeing machine
Glitter is recent developed printing. Glitter is a unique, clear digital print and cut material for full-color printing that adds the bold look of sparkly glitter. Glitters add on the garment with paste and fixed by heat on a specific area.
In this slides we know about process control of spinning. How to control process in Blowroom, Preparatory and Ringframe Machines. And also we learn flowchart of spinning machines. This slides also helps us for learn about cotton spinning, and cotton process of spinning. We learn all stages of spinning like as blowroom, carding, drawframe, comber, simplex, ringframe, winding etc. and also learn about waste control in spinning each and every stage.
#ProcessControl #Spinning #Textile #TextileSpinning
Foil printing is to print some pattern with the foil on the fabric for shiny effect. There are two kind of foil printing method. This printing method is based on the use of metallic foil paper of aluminum or copper one. Foil is applied by adhesive. The print fixation method is similar to transfer printing.
Syntra west brugge opleiding restauratie van schilderijen op andere dan gewev...bvba kerat
SYNTRA-WEST, BRUGGE
OPLEIDING RESTAURATIE VAN SCHILDERIJEN OP ANDERE DAN GEWEVEN DRAGERS
Voorbeeld van schriftelijk eindexamen
1. Beschrijf drager en schildertechniek van de Fayoem portretten.
2. Onder welke vorm worden Christus en Maria (als alleenstaande beeltenis) voorgesteld in de Iconen kunst? Geef de verschillende benamingen.
3. Is er beïnvloeding van de iconen kunst op de vroeg Italiaanse schilderkunst? Beschrijf en geef, zo mogelijk, voorbeelden.
4. 4. Welke “ontdekking” deed Brunelleschi in 1413? Welke invloed had deze op de schilderkunst? Geef en omschrijf één kenmerkend voorbeeld uit zowel Italië als uit de Zuidelijke Nederlanden.
5. Vergelijk opbouw en schildertechniek in Italië en in de Zuidelijke Nederlanden in de 15de eeuw.
6. Een klant brengt een schilderij binnen voor oppervlaktereiniging. Hij beweert dat het een “Vlaamse primitief” is uit de 15de eeuw. Onderzoek het schilderij en trek op basis van dit onderzoek uw conclusies.
7. Duidt de kenmerkende verschillen aan tussen werken geschilderd in ei-tempera en in olieverf.
8. Wat is: Een mandorla; typologie ; een antependium ; een trompe l’oeil
een sacra conversatione ; een sfumato ; een allegorie ; een vanitas
symboliek; églomisé ;
geef, zo mogelijk, telkens hiervan een voorbeeld.
9. Aan welke kenmerken, resp. Attributen herkennen wij volgende heiligen:
Johannes de Doper; Johannes de apostel; Judocus; Joris; Michaël; Barbara; Ursula; Catharina; Elisabeth; Margaretha; de Apostelen (algemeen kenmerk)
10. Van een paneelschilderij zijn de planken gekromd en van mekaar los gekomen; onderzoek dit schilderij en stel oplossingen voor met beschrijving van de techniek met daarbij de vermelding welke methodes u niet zou toepassen (en waarom).
11. U stelt vast dat een werk op paneel is aangetast door houtworm. Stel een behandelingsmethode voor en vermeldt ook de methodes die, volgens u, niet geschikt zijn (en waarom).
12. Maak een voorstel van restauratie van een paneelschilderij op, met vermelding van de verschillende onderzoeksmethodes en de voorgestelde oplossingen.
SYNTRA-WEST, BRUGGE
OPLEIDING RESTAURATIE VAN SCHILDERIJEN OP ANDERE DAN GEWEVEN DRAGERS
Voorbeeld vragen voor het schriftelijk eindexamen theoretische kennis
1. Beschrijf drager en schildertechniek van de Fayoemportretten
2. Is er beïnvloeding van de ikonenkunst op de vroeg Italiaanse schilderkunst? Beschrijf en geef, zo mogelijk, voorbeelden.
3. Welke “ontdekking” deed Bruneleschi in 1413? Welke invloed had deze op de schilderkunst? Geef en omschrijf één kenmerkend voorbeeld uit zowel Italië als uit de Zuidelijke Nederlanden.
4. Vergelijk opbouw en schildertechniek in Italië en in de Zuidelijke Nederlanden in de 15de eeuw.
5. Een klant brengt een schilderij binnen voor oppervlaktereiniging. Hij beweert dat het een “Vlaamse primitief” is uit de 15de eeuw. Onderzoek het schilderij en trek op basis van dit onderzoek uw
In this slides we know about process control of spinning. How to control process in Blowroom, Preparatory and Ringframe Machines. And also we learn flowchart of spinning machines. This slides also helps us for learn about cotton spinning, and cotton process of spinning. We learn all stages of spinning like as blowroom, carding, drawframe, comber, simplex, ringframe, winding etc. and also learn about waste control in spinning each and every stage.
#ProcessControl #Spinning #Textile #TextileSpinning
Foil printing is to print some pattern with the foil on the fabric for shiny effect. There are two kind of foil printing method. This printing method is based on the use of metallic foil paper of aluminum or copper one. Foil is applied by adhesive. The print fixation method is similar to transfer printing.
Syntra west brugge opleiding restauratie van schilderijen op andere dan gewev...bvba kerat
SYNTRA-WEST, BRUGGE
OPLEIDING RESTAURATIE VAN SCHILDERIJEN OP ANDERE DAN GEWEVEN DRAGERS
Voorbeeld van schriftelijk eindexamen
1. Beschrijf drager en schildertechniek van de Fayoem portretten.
2. Onder welke vorm worden Christus en Maria (als alleenstaande beeltenis) voorgesteld in de Iconen kunst? Geef de verschillende benamingen.
3. Is er beïnvloeding van de iconen kunst op de vroeg Italiaanse schilderkunst? Beschrijf en geef, zo mogelijk, voorbeelden.
4. 4. Welke “ontdekking” deed Brunelleschi in 1413? Welke invloed had deze op de schilderkunst? Geef en omschrijf één kenmerkend voorbeeld uit zowel Italië als uit de Zuidelijke Nederlanden.
5. Vergelijk opbouw en schildertechniek in Italië en in de Zuidelijke Nederlanden in de 15de eeuw.
6. Een klant brengt een schilderij binnen voor oppervlaktereiniging. Hij beweert dat het een “Vlaamse primitief” is uit de 15de eeuw. Onderzoek het schilderij en trek op basis van dit onderzoek uw conclusies.
7. Duidt de kenmerkende verschillen aan tussen werken geschilderd in ei-tempera en in olieverf.
8. Wat is: Een mandorla; typologie ; een antependium ; een trompe l’oeil
een sacra conversatione ; een sfumato ; een allegorie ; een vanitas
symboliek; églomisé ;
geef, zo mogelijk, telkens hiervan een voorbeeld.
9. Aan welke kenmerken, resp. Attributen herkennen wij volgende heiligen:
Johannes de Doper; Johannes de apostel; Judocus; Joris; Michaël; Barbara; Ursula; Catharina; Elisabeth; Margaretha; de Apostelen (algemeen kenmerk)
10. Van een paneelschilderij zijn de planken gekromd en van mekaar los gekomen; onderzoek dit schilderij en stel oplossingen voor met beschrijving van de techniek met daarbij de vermelding welke methodes u niet zou toepassen (en waarom).
11. U stelt vast dat een werk op paneel is aangetast door houtworm. Stel een behandelingsmethode voor en vermeldt ook de methodes die, volgens u, niet geschikt zijn (en waarom).
12. Maak een voorstel van restauratie van een paneelschilderij op, met vermelding van de verschillende onderzoeksmethodes en de voorgestelde oplossingen.
SYNTRA-WEST, BRUGGE
OPLEIDING RESTAURATIE VAN SCHILDERIJEN OP ANDERE DAN GEWEVEN DRAGERS
Voorbeeld vragen voor het schriftelijk eindexamen theoretische kennis
1. Beschrijf drager en schildertechniek van de Fayoemportretten
2. Is er beïnvloeding van de ikonenkunst op de vroeg Italiaanse schilderkunst? Beschrijf en geef, zo mogelijk, voorbeelden.
3. Welke “ontdekking” deed Bruneleschi in 1413? Welke invloed had deze op de schilderkunst? Geef en omschrijf één kenmerkend voorbeeld uit zowel Italië als uit de Zuidelijke Nederlanden.
4. Vergelijk opbouw en schildertechniek in Italië en in de Zuidelijke Nederlanden in de 15de eeuw.
5. Een klant brengt een schilderij binnen voor oppervlaktereiniging. Hij beweert dat het een “Vlaamse primitief” is uit de 15de eeuw. Onderzoek het schilderij en trek op basis van dit onderzoek uw
Deel 1 cursus restauratie pagina 1 tot 16.bvba kerat
Anatomie van een schilderij.
Een schilderij is opgebouwd uit verschillende delen. Deze delen bestaan uit een drager en de verflaag met de geschilderde voorstelling. De verflaag is onderverdeeld in een grondlaag, de verflaag en een vernislaag. De levensduur van een schilderij hangt onder meer af van
de gebruikte materialen en de wijze waarop deze zijn toegepast.
De drager van een schilderij is meestal gemaakt van hout, doek, koper, papier of karton. Al deze materialen hebben hun eigen structuur die in de schildering het karakter meebepaalt. De meest gebruikte beelddragers zijn hout en doek.
Hout is het oudste materiaal dat gebruikt wordt als drager voor schilderijen. Omstreeks de derde eeuw na Christus werden in Egypte mummieportretten gemaakt op houten panelen. In de Byzantijnse kunst werden iconen geschilderd op hout. Uit de gebruikt houtsoort kan worden afgeleid waar en wanneer een schilderij is ontstaan. In Zuid Europa gebruikte men in de 14e en 15e eeuw zachte houtsoorten zoals linde en populier.
Eikenhout werd in die tijd gebruikt in Nederland en Vlaanderen. En in Duitsland werd in de 14e tot de 16e eeuw naast eikenhout ook beukenhout en dennenhout toegepast. Vanaf de 17e en 18e eeuw werd onder andere mahoniehout geïmporteerd uit Amerika.
Grote panelen werden meestal opgebouwd uit planken en aan elkaar gelijmd. Tot aan de 12e eeuw beplakte men het oppervlak vaak met runder- of paardenhuiden. Daarna werden panelen soms met linnen beplakt. Dit verminderde de kans op barstvorming in de verflaag. Tot aan de vijftiende eeuw is in de Europese schilderkunst het gebruik van houten dragers vrij algemeen. Tegenwoordig worden houten dragers gebruikt die gemaakt zijn van plaatmaterialen zoals multiplex.
Omstreeks 1500 wordt in Europa doek als drager toegepast in de schilderkunst. Daarvoor werd doek opgeplakt op houten panelen om daarna te worden beschilderd. Het schilderen op doek wordt algemeen vanaf de zeventiende eeuw en verdringt langzamerhand het gebruik van panelen. Tot aan de negentiende eeuw zijn bijna alleen linnenweefsels uit hennep en vlas als schildersdoek gebruikt. Het gebruik van doek heeft verschillende redenen. Bij grote formaten, bijvoorbeeld bij vroegkerkelijke kunst, was en is dit gemakkelijk voor het vervoer. Doek is minder zwaar en kan worden opgerold. Aanvankelijk was het linnen grof geweven van structuur. Rond 1900 begon de machinale productie en kwam een grotere regelmaat in de structuur van het weven. Ook de keuze in de fijnheid van het weefsel werd groter. Synthetische vezels, eventueel in combinatie met linnen, worden tegenwoordig ook gebruikt.
De doeken worden voor het schilderen opgespannen op een houten raamwerk. Tot in de 18e eeuw werden doeken gespannen op spanramen. Dit gebeurde door kleine
gaten te maken in de randen van het doek. Er werd dan een touw getrokken door de gaten en gespannen om het houten raamwerk. Vanaf de tweede helft van de 18e eeuw worden spieramen gebruikt. Hierbij heeft men de
Deel van cursus restauratie van schilderijen op andere dan geweven dragers sy...bvba kerat
Schilderijenrestauratie kan een heel avontuur zijn. Een schilderij wordt best van aan alle kanten bekeken.
Want een restauratie van een kunstwerk is net als de verbouwing van een oud huis: je hebt een bepaald plan voor ogen en je begint er welgemoed aan, maar je weet nooit wat je zoal tegenkomt.
Een behandeling is nodig om het schilderij weer in een goede staat te krijgen.
het blijft altijd spannend, ook voor een ervaren restaurator.
Wat mankeert er zoal aan het schilderij?
Het eerste wat in het oog springt is de gelige kleur van de voorstelling, veroorzaakt door de verkleurde vernis. Olieverfschilderijen worden altijd van een beschermende vernislaag voorzien. Die zorgt ervoor dat de verf niet beschadigt en dat de voorstelling glans krijgt. Maar vernis vergeelt op den duur en het resultaat daarvan zien we hier. De blauwe en grijze tinten die in de lucht zitten worden door de gele vernis afgedekt, waardoor het schilderij er een beetje duf uitziet. Een vernisafname zorgt altijd voor een mooi effect, waarbij het net is alsof er een vitrage voor het schilderij wordt weggetrokken.
Maar met alleen het weghalen van de oude vernislaag zijn we er niet. Onder die laag kun je pas echt zien wat er met het schilderij aan de hand is. En daar beginnen dan ook de problemen. Zo is de verflaag tamelijk dun, bijvoorbeeld in de hemel, waar het linnen van het schildersdoek doorheen is te zien. Dat is op zich niet zo erg, ware het niet dat het schilderij in de eerste helft van de twintigste eeuw al eens een keer is gerestaureerd. Daarbij is de oorspronkelijke vernislaag verwijderd, waardoor de verflaag op een aantal plaatsen is aangetast. De restaurator van destijds heeft geprobeerd daar wat aan te doen, door gedeeltelijke overschilderingen of retouches aan te brengen.
Op de lange duur gaan die retouches verkleuren en dat levert storende vlekken in de voorstelling op, die het kijkplezier niet bepaald verhogen.
Hoe erg de dunne verflaag is aangetast door de eerdere restauratie, is pas te zien als alle retouches zijn verwijderd. Alweer de analogie met een verbouwing: als het behang en het pleisterwerk is verwijderd, kun je pas goed zien hoe de muren er aan toe zijn.
Ook de tuigage van de schepen kan door de eerdere restauratie zijn aangetast en gedeeltelijk zijn weggepoetst. Dat hebben we meer aan de hand gehad. In het ergste geval roept de restauratrice dan de hulp van onze modelrestaurator in, om aanwijzingen te krijgen hoe de tuigage moet hebben gelopen zodat ze die kan reconstrueren.
Bij de restauratie worden de beschadigde delen in de voorstelling opnieuw geretoucheerd. Maar voordat dat gebeurt, wordt er eerst een beschermende vernislaag aangebracht over de oorspronkelijke voorstelling. Het wachtwoord hierbij is reversibiliteit: een mooi woord voor het uitgangspunt dat een restauratie altijd ongedaan moet kunnen worden gemaakt. Want ook een nieuwe vernislaag vergeelt op den duur weer en over een goede eeuw moet het schilderij ook een nieuwe
Een samenvatting van de seminars over de Zeven Eigenschappen van Effectief Leiderschap van Stephen Covey, die ik in 2013/2014 heb gegeven voor ondernemers.
SlideShare now has a player specifically designed for infographics. Upload your infographics now and see them take off! Need advice on creating infographics? This presentation includes tips for producing stand-out infographics. Read more about the new SlideShare infographics player here: http://wp.me/p24NNG-2ay
This infographic was designed by Column Five: http://columnfivemedia.com/
No need to wonder how the best on SlideShare do it. The Masters of SlideShare provides storytelling, design, customization and promotion tips from 13 experts of the form. Learn what it takes to master this type of content marketing yourself.
10 Ways to Win at SlideShare SEO & Presentation OptimizationOneupweb
Thank you, SlideShare, for teaching us that PowerPoint presentations don't have to be a total bore. But in order to tap SlideShare's 60 million global users, you must optimize. Here are 10 quick tips to make your next presentation highly engaging, shareable and well worth the effort.
For more content marketing tips: http://www.oneupweb.com/blog/
Are you new to SlideShare? Are you looking to fine tune your channel plan? Are you using SlideShare but are looking for ways to enhance what you're doing? How can you use SlideShare for content marketing tactics such as lead generation, calls-to-action to other pieces of your content, or thought leadership? Read more from the CMI team in their latest SlideShare presentation on SlideShare.
How to Make Awesome SlideShares: Tips & TricksSlideShare
Turbocharge your online presence with SlideShare. We provide the best tips and tricks for succeeding on SlideShare. Get ideas for what to upload, tips for designing your deck and more.
Frederik cnockaert restaurateur des oeuvres d'art Kerat sprl Depuis 2002 bvba kerat
FREDERIK CNOCKAERT Restaurateur
Restauration d’œuvres d’art Wervik
Kerat sprl Depuis 2002
Frederik Cnockaert travaille à Wervik. Il y dispose d’un atelier spacieux et lumineux perdu dans la verdure un cadre idéal pour rafraîchir, restaurer ou préserver des œuvres d’art en tous genres. Cnockaert a appris le métier dans des écoles spécialisées et s’est forgé une sérieuse expérience en travaillant pour de prestigieux musées de villes d’art flamandes. La plus belle œuvre qu’il a été appelé à restaurer jusqu’à présent, est une peinture de Theodoor van Loon, un contemporain de Rubens.
Pour restaurer des œuvres d’art, il faut connaître l’ensemble des techniques picturales et matériaux utilisés au fil des siècles. Il faut aussi avoir l’expérience requise pour réparer les dégâts en bonne et due forme. Frederik Cnockaert possède ces acquis pour avoir suivi une formation d’arts plastiques monumentaux à l’Institut supérieur des Arts plastiques Saint-Luc à Gand, pour avoir fait ensuite une maîtrise de conservation-restauration à l’Académie royale des Beaux-Arts, également à Gand, et pour s’être enfin spécialisé dans les techniques de dorure et dans la restauration de statues polychromes à l’Académie royale des Beaux-Arts d’Anvers.
Avec une telle formation, Cnockaert aurait pu devenir artiste plasticien. Mais cela ne l’attirait pas. Sa vocation n’est pas de créer des œuvres d’art, mais d’en restaurer. Après ses études, il restaure des tableaux pour le Musée des Beaux-Arts et le MIAT (le musée d’archéologie industrielle et du textile) de Gand. Il travaille aussi dans des musées anversois et, pendant huit ans, comme conservateur-restaurateur des musées historiques de Bruges, dont le musée Groeninge et le musée Gruuthuse.
Un moment choisi à bon escient En 2002, il s’installe à Wervik comme restaurateur indépendant, sous l’enseigne de Kunst En Restauratie Atelier (Kerat). Le moment était apparemment bien choisi car les commandes ne tardent pas à affluer. Depuis, il enchaîne les restaurations d’œuvres d’art ancien et moderne : des huiles sur toile, cuivre ou bois et leurs encadrements, mais aussi des statues polychromes en pierre, plâtre ou bois et des œuvres sur papier. Il les nettoie et retouche, remplace le vernis, élimine d’anciennes restaurations, traite le bois contre les xylophages, pose une couche de protection, répare, entoile, etc.
Il a une clientèle très diversifiée, composée aussi bien de professionnels (galeristes, antiquaires, architectes, experts-conseils en patrimoine) que de collectionneurs particuliers qui font appel à ses services ou conseils. Au fil des ans, les commandes émanant d’administrations publiques, de musées et de fabriques de l’Église se sont également multipliées. Parmi ses clients, il compte aussi des compagnies d’assurances qui lui de- mandent d’expertiser une œuvre endommagée de l’un de leurs clients ou de faire un devis pour la réparer ou restaurer.
Frederik cnockaert art restoration since 2002 bvba kerat
As a restaurateur ask my self the question. Is it a painting that needs in-depth cleaning?
-a canvas with rents, rips or dents ?
-a panel showing cracks?
-a frame missing pieces of ornament?
-are past interventions very visible?
-have past retouches discoloured?
-is the pictorial layer coming loose from its support?
Scope of work
A conservator restores damaged, contaminated and obliterated paintings. To
provide appropriate cure and care the state of repair is analysed, the
painting is separated from its frame or support, the picture support
(canvas, panel, copper, cardboard) is examined and the pictorial (paint,
pigments, charcoal, pastel) layer is conservated and /or restored.
A conservator carries out assignments both on site (in case this would be
required because of exceptional art-historical and/or insurance value or if
transport cannot be justified due to large dimensions and/or state of the
masterpiece) as well as in his own atelier.
Conservation of old and modern masters on panel, canvas, copper and other
supports
Depending on the type and degree of damages, previous treatments and the
techniques applied by the artist, a detailed treatment plan is defined based
on an extensive preliminary examination.
Conservation relates to those operations during which the painting is
consolidated against further deterioration by means of minimal, reversible
direct interventions (curative conservation) or indirect measures
(preventive conservation).
Restoration implies that in addition to the conservation more thorough
interventions like relining, cleaning and retouching are performed with
regard for the aesthetic, historic and physical integrity of the work of
art.
I am specialised in 16th, 17th, 18th century paintings.
One needs to draw a distinction between paintings on canvas and those on
wood. The interventions to the front side by the artist and later on, by the
conservator, are almost identical as they relate to the pictorial layer. The
conservation of a panel however requires highly specialized conservation
expertise and know-how. A conservator specializing in panel paintings has to
know and sense the peculiarities of woodwork to be able to treat the
backside of the panel professionally and effectively.
Rules of engagement
Care and cure of our national heritage honours the principle that the
proprietary importance of cultural heritage relates to the transfer of
information; a work of art being a messenger. This is extremely true if we
consider paintings in this context. Our mission encompasses the preservation
of those messages as legible and undamaged as possible, for the benefit of
present and future generations. Conservation strives to preserve the
historical message with maximum care and cure for the physical messenger.
Focus is cle
Folder Kerat art expert kunstrestaurateur Frederik Cnockaert Kerat art studio...bvba kerat
Hallo, Ik heet je hartelijk welkom op onze opendeurdag van zondag 2 augustus.
Op deze dag kun je restauratie expertises krijgen van uw kunstwerk (en) in ons atelier “ Kerat ”, door Frederik Cnockaert.
Met vriendelijke groeten van het kunst atelier Kerat
Hoogweg 42
8940 Wervik
Tel. 056 22 67 97
GSM 0495 51 33 87
www.kerat.be
www.art-restaurateur.fr
Kerat art studio
Restauration & Conservation
Frederik Cnockaert is kunstrestaurateur expert sinds 1992. Hij heeft een opleiding genoten aan diverse scholen zoals het Hoger instituut Sint-Lucas en de Koninklijke Academie voor Schone kunsten. Hij heeft praktijk stages restauratie gedaan bij Georges Messens (ere- Hoofdrestaurator bij het Koninklijk Instituut te Brussel), alsook kunstexpertise bij Roger Marijnissen ere-directeur KIK / IRPA. Hij werkte 8 jaar voltijds in museum verband samen met Dr. Valentin Vermeersch en Dr. Dirk De vos ( Ere-Hoofdconservators Brugse Musea).
Kunstwerken hebben vaak te lijden onder verwaarlozing, veroudering, verkeerd uitgevoerde restauraties, ongevallen, enz. Kostbare werken staan bloot aan licht, temperatuur- en vochtigheidsschommelingen. Daarom is een regelmatig onderzoek door een deskundige gewenst.
Wij stellen hoge eisen aan zijn restauratiemethodes. Wij passen de nieuwste technieken toe op het vlak van duurzame maar toch omkeerbare restauratiemethodes.
Kerat beschikt talrijke referenties in openbare en private collecties. Bij ons kan u er van op aan dat uw kunstwerk op een verantwoorde manier wordt verzorgd en opgeknapt. Na een onderzoek van uw kunstwerk stellen wij een behandelingsvoorstel op met een prijsofferte. In samenspraak met u bepalen wij een redelijke termijn voor de restauratie.
Tijdens de restauratie stellen we eveneens een dossier op met foto’s die het restauratieproces weergeven en alle nuttige informatie over het kunstwerk. Dit is zeer belangrijk voor latere identificatie na een ongeval, diefstal of brandschade.
Wij geven u graag advies omtrent het goed bewaren van uw gerestaureerde werken.
Opleiding; Frederik Cnockaert 1986-1990: Hoger Instituut voor Beeldende Kunsten, schilder en beeldhouwkunst + pedagogisch Getuigschrift aggregaat. Sint-Lucas Gent.
1990-1992: Specialisatie: Restauratie van Kunstwerken, Postgraduaat “conservatie - restauratie van schilderijen , beelden en kunstvoorwerpen”. Koninklijke Academie voor Schone Kunsten. Gent.
1993: Specialisatie cursus voor vergulding en restauratie polychromie op kunstwerken. Koninklijke Academie voor Schone Kunsten. AntwerpenErvaring ; 1995 -2003: Voltijds kunstrestaurateur beelden en schilderijen voor de Brugse Musea.
2003- 2015 : Docent en jury lid antiek restauratie aan het Vormingsinstituut Syntra.
2015 : Onafhankelijk zelfstandig kunstconservator restaurateur.
Kerat kan officiële instanties nationaal en internationaal zoals voor rechtbanken, kunstgalerijen, verzekerings- en openbare instellingen en privépersonen tot zijn klanten rekenen
Manufactum nl fr cnockaert frederik art restorateur conservator expert of artsbvba kerat
Kunst En Restauratie ATelier (Kerat), sinds 2002.
Frederik Cnockaert
De kunst van het restaureren van kunst. In Wervik, verscholen in het groen, ligt het atelier waar Frederik Cnockaert kunstwerken restaureert. Het is een ruim pand met volop licht en plaats om uiteenlopende kunstwerken op te frissen, te restaureren of te conserveren. Cnockaert leerde het vak aan gespecialiseerde scholen en bouwde in belangrijke musea in Vlaamse kunststeden een indrukwekkende ervaring op. Het mooiste werk dat hij voor restauratie in handen kreeg is een schilderij van Theodoor van Loon, een tijdgenoot van Rubens.
Kunstwerken restaureren vereist kennis van alle schildertechnieken en materialen en ervaring om schade feilloos te herstellen. Frederik Cnockaert beschikt over beide. Aan het Hoger Instituut voor Beeldende Kunsten Sint-Lucas in Gent volgde hij de opleiding Monumentale Beeldende Kunsten. En aansluitend het postgraduaat conservator en restaurateur van kunstvoorwerpen aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten, eveneens in Gent. Aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen vervolmaakte hij zich dan weer in bladgoudtechnieken en in de restauratie van polychromie op beelden.
Dankzij zijn vorming zou Cnockaert natuurlijk ook kunstschilder kunnen zijn. Maar dat trekt hem niet aan, het is niet zijn roeping. Restaureren is dat des te meer. Na zijn opleiding restaureerde hij schilderijen voor het Museum van Schone Kunsten en het Museum voor Industriële Archeologie en Textiel (MIAT) in Gent. Hij ging ook in Antwerpse musea aan de slag en in Brugge was hij acht jaar lang conservator-restaurator voor de historische stedelijke musea, zoals het Groeninge Museum, het Gruuthuse Museum en andere.
De tijd was rijp.
In 2002 vestigde hij zich in Wervik als zelfstandig restaurateur, vanuit zijn bedrijf Kunst En Restauratie ATelier, kortweg Kerat. De tijd was er rijp voor en de opdrachten lieten niet lang op zich wachten. Sindsdien werkt hij aan oude en moderne kunstobjecten: schilderijen op doek, koper, papier of hout en hun lijsten; al dan niet gepolychromeerde beelden in steen, gips of hout; en diverse papieren dragers. Hij reinigt, retoucheert, vervangt vernis, haalt oude herstellingen weg, behandelt tegen houtworm en schimmels, brengt een beschermlaag aan, herstelt, bedoekt …
Zijn opdrachtgevers voor restauratie of advies zijn bijzonder divers. Zowel professionelen (galeriehouders, antiquairs, architecten, erfgoedconsulenten) als privéverzamelaars vinden hun weg naar Kerat. In de loop van de jaren nam ook het aantal overheidsopdrachten toe (openbare besturen, musea en kerkfabrieken). Verzekeringsbedrijven kloppen bij hem aan voor expertises van beschadigde kunst die het voorwerp van een polis is. Of voor de herstelling of de restauratie ervan.
Restauratie hoeft niet altijd duur te zijn. Vaak geeft alleen al de vervanging van doffe of verkleurde vernis het werk een heel andere, frissere u
Voorstelling Atelier van Frederik Cnockaert restaurateur van kunstvoorwerpen....bvba kerat
De kunst van het restaureren van kunst.
In Wervik, verscholen in het groen, ligt het atelier waar Frederik Cnockaert kunstwerken restaureert. Het is een ruim pand met volop licht en plaats om uiteenlopende kunstwerken op te frissen, te restaureren of te conserveren.
Cnockaert leerde het vak aan gespecialiseerde scholen en bouwde in belangrijke musea in Vlaamse kunststeden een indrukwekkende ervaring op. Het mooiste werk dat hij voor restauratie in handen kreeg is een schilderij van Theodoor van Loon, een tijdgenoot van Rubens.
Kunstwerken restaureren vereist kennis van alle schilder technieken en materialen en ervaring om schade feilloos te herstellen.
Frederik Cnockaert beschikt over beide. Aan het Hoger Instituut voor Beeldende Kunsten Sint-Lucas in Gent volgde hij de opleiding Monumentale Beeldende Kunsten. En aansluitend het postgraduaat conservator en restaurateur van kunstvoorwerpen aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten, eveneens in Gent. Aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen vervolmaakte hij zich dan weer in bladgoudtechnieken en in de restauratie van polychromie op beelden.
Dankzij zijn vorming zou Cnockaert natuurlijk ook kunstschilder kunnen zijn. Maar dat trekt hem niet aan, het is niet zijn roeping. Restaureren is dat des te meer. Na zijn opleiding restaureerde hij schilderijen voor het Museum van Schone Kunsten en het Museum voor Industriële Archeologie en Textiel (MIAT) in Gent. Hij ging ook in Antwerpse musea aan de slag en in Brugge was hij acht jaar lang conservator-restaurator voor de historische stedelijke musea, zoals het Groeninge Museum, het Gruuthuse Museum en andere.
De tijd was rijp.
In 2002 vestigde hij zich in Wervik als zelfstandig restaurateur, vanuit zijn bedrijf Kunst En Restauratie ATelier, kortweg Kerat. De tijd was er rijp voor en de opdrachten lieten niet lang op zich wachten. Sindsdien werkt hij aan oude en moderne kunstobjecten: schilderijen op doek, koper, papier of hout en hun lijsten; al dan niet gepolychromeerde beelden in steen, gips of hout; en diverse papieren dragers. Hij reinigt, retoucheert, vervangt vernis, haalt oude herstellingen weg, behandelt tegen houtworm en schimmels, brengt een beschermlaag aan, herstelt, bedoekt …
Zijn opdrachtgevers voor restauratie of advies zijn bijzonder divers. Zowel professionelen (galeriehouders, antiquairs, architecten, erfgoedconsulenten) als privéverzamelaars vinden hun weg naar Kerat. In de loop van de jaren nam ook het aantal overheidsopdrachten toe (openbare besturen, musea en kerkfabrieken). Verzekeringsbedrijven kloppen bij hem aan voor expertises van beschadigde kunst die het voorwerp van een polis is. Of voor de herstelling of de restauratie ervan.
Restauratie hoeft niet altijd duur te zijn. Vaak geeft alleen al de vervanging van doffe of verkleurde vernis het werk een heel andere, frissere uitstraling. Bovendien blijkt soms dat het schilderij waardevoller is dan de eigenaar dacht.
Zichtbaar authentiek.
Restauratie van het portret van johannes fredericus lumnius, pastoor van het ...bvba kerat
Samenvatting beknopt RESTAURATIE DOSSIER
PORTRET JOANNES FREDERICUS LUMNIUS
Ter restauratie wordt een portret van een oude gebaarde man met eronder een Latijnse tekst aangeboden. De opdracht is het portret te reinigen. De eigenares weet weinig over het werk, alleen dat het met uiterste zorg moet behandeld worden, het is oud en waardevol voor haar. Daarbij levert ze een getypte tekst (volgens haar opgesteld door een pater JezuIet) met de vertaling en commentaar op de Latijnse tekst.
1. Beschrijving van het werk
2. Identificatie van de geportretteerde
3. De Latijnse tekst
4. Origine en datering
5. Toestand voor restauratie
6. Restauratie
1. BESCHRIJVING VAN HET WERK
Het kleine paneeltje stelt ten halve lijve een bejaarde geestelijke met grijze baard voor in zwarte priesterdracht. Een eenvoudige witte boord steekt onder de zwarte mantel. Onder het portret bevindt zich een Latijns opschrift. (zie bijlage)
Hetzelfde portret komt voor op de titelpagina van zijn werken. Het werk is geschilderd op een dik paneel van ongeveer 0,5 cm dik. Er zijn geen sporen van een mechanische vervaardiging van het paneel.
2. IDENTIFICATIE VAN DE GEPORTRETTEERDE
In de bijgevoegde vertaling meld de auteur dat “lumnius” zou kunnen wijzen op de plaats van herkomst of afkomst. De bijgeleverde verklaring en vertaling is een zuivere linguïstische benadering. Er werd blijkbaar geen verder onderzoek verricht naar de persoon in kwestie. In handschrift staat “Hasselt Begijnhof” vermeld op het document. Deze taalkundige interpretatie blijkt wel te kloppen. “Lumnius” is wel degelijk een plaats van herkomst. Het zou de gemeente Lummen zijn. Op “Hasselt Begijnhof” komen we later terug.
De geportretteerde kan vereenzelvigd worden met een historische figuur die geboren is te Lummen. Het gaat over pastoor Joannes Fredericus Lumnius. De naam die we in gedachten hebben, komt letterlijk overeen met de pastoor uit Lummen: Joannes Fredericus Lumnius (terug te vinden in verschillende contexten: als auteur, pastoor,”aalmoezenier”). Joannes Lumnius wordt geboren in 1533 te Lummen. (…..) Hij geniet een humanistische en theologische vorming in Diest bij een privé persoon ter voorbereiding van zijn wijding.
In 1557 wordt hij gewijd. In 1562 wordt hij pastoor van het Begijnhof in Antwerpen. In 1579 zijn er in Antwerpen godsdiensttroebelen en verlaten de Begijnen in 3 groepen Antwerpen. Op dit punt zijn de bronnen het niet eens: volgens de ene gaat Lumnius mee met een groep naar Luik, volgens een andere bron naar Leuven.
Daarna keert hij terug naar Antwerpen en blijft zijn leven lang pastoor van het Begijnhof te Antwerpen tot zijn dood in februari 1602.
Ondertussen schrijft hij theologische en kerkelijke werken die bij verschillende uitgevers in Antwerpen gepubliceerd worden. (zie lijst in bijlage). Opmerkelijk is dat zijn werk zelfs bij Plantijn in de smaak valt, wat toch aangeeft dat Lumnius een gerespecteerd auteur was. Hij schrijft werken zowel in het Latijn
Brief naar Mevrouw de Minister van Cultuurbvba kerat
RESTAURATIE VAN KUNSTWERKEN.
Alvorens men beslist tot de restauratie van zijn kunstwerk, kan men zich de vraag stellen of de kostprijs van de restauratie de waarde van het kunstwerk niet overstijgt. Het is dus belangrijk om de waarde van het werk te kennen en, zo niet, om die waarde eerst te laten schatten door een onafhankelijk expert deskundige.
Los van het financiële aspect, kunnen uiteraard ook esthetische of emotionele motieven een restauratie verantwoorden.
Men moet er zich wel van bewust zijn dat een restauratie hoe dan ook invloed heeft op de waarde van het werk.
Die kan positief, maar ook negatief zijn.
Daarom is het van belang om bij de aanschaf van een kunstwerk speciaal te letten op de staat waarin het kunstwerk zich bevindt.
Tot wie kan men zich richten ?
Wanneer u besluit tot restauratie van uw kunstwerk over te gaan, is het wel raadzaam om u heel goed te laten informeren en de referenties op te vragen van de conservator-restaurator.
Musea hebben doorgaans wel contacten om hun kunstwerken te laten restaureren. Ze wisselen ervaringen, technieken of restaurateurs uit. U zou er kosteloos advies moeten kunnen
inwinnen. Er is ook het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium in Brussel (KIK) , dat is gespecialiseerd in het restaureren van Belangrijke kunstwerken.
Ze moeten als federale instelling gratis advies en onafhankelijk advies verlenen. Daar kan men ook diepgaande analyses laten uitvoeren.
Er worden wetenschappelijke technieken toegepast, waarbij bijvoorbeeld kunstwerken worden doorgelicht met ultraviolet of infrarood licht of met röntgenstralen.
U zou er gratis ( wel met ons belasting geld) een raming van de kosten van een restauratie moeten krijgen.
Het KIK kan u ook in contact brengen met zelfstandige gespecialiseerde restaurateurs van de verschillende beroepsverenigingen.
In dit domein zijn geen vaste tarieven gelden. Elk kunstwerk is immers verschillend en vergt een aangepaste expertise.
De kunst conservator restaurator moet in ieder geval een eerste kostenbestek kunnen opmaken, met inachtneming
van de uitvoeringstermijn en de te gebruiken materialen.
De ethische code van de Europese Confederatie van Conservatie- en Restauratieverenigingen geeft een duidelijke omschrijving van de rol van de restaurateur.
Hij is “verantwoordelijk voor het onderzoek naar de conservatie en de restauratie van het culturele erfgoed en moet in de mate van het mogelijke
de historische en esthetische integriteit van het object bewaren. Zijn werk bestaat er bovendien in om de meest geschikte preventieve bewaringsmaatregelen
te nemen om nieuwe schade later te vermijden.”
Wat is restauratie?
De Dikke van Dale geeft als definitie: res•tau•re•ren: (bouw- of kunstwerken) in de vroegere toestand herstellen.
Letterlijk terugbrengen in de vroegere toestand is echter onmogelijk omdat niemand over de gave beschikt om de tijd terug te kunnen draaien.
We kunnen wel een kunstwerk herstellen in een
Raadgevingen voor onderhoud polychrome beeldenbvba kerat
Conservatie van kunst.
Voor restauratie van kunstwerken worden jaarlijks serieuze bedragen neergeteld. Veel problemen zijn o.a. ontstaan door onoordeelkundig bewaring van kunstwerken. Soms in minder goede tot soms ronduit slechte omstandigheden. Vooral werken op papier zijn altijd aangewezen op een delicate behandeling en zijn hiervan vaak de dupe.
De belangrijkste factoren die de bewaring van een kunstwerk beïnvloeden zijn:
• de schommelingen in temperatuur en vochtigheid • de inwerking van het licht d.w.z. ; de UV straling in dag- en kunstlicht • de bescherming tegen stof en vuil • de invloed van de ph-waarde van de materialen (zuurtegraad) die in contact komen met de kunstwerken (oorzaak van verzuring )
De ideale temperatuur voor de conservatie van kunstwerken ligt tussen de 14 en 18 °C bij een luchtvochtigheidsgraad van 48 tot 55 %.
Op de meeste locaties is dit praktisch alleen te realiseren door klimatisatie.
Conservatie van kunstwerken op doek en paneel.
Bij het conserveren van kunstwerken op doek en paneel is te hoge vochtigheid de basis voor het ontstaan van schimmels. Extreme droogte daarentegen leidt tot barsten en kromtrekken van panelen en spieramen. Ook de aantasting door houtworm blijft een reële bedreiging, regelmatige controle is zeker aan te raden. Houten panelen, spieramen en lijsten kunnen echter relatief gemakkelijk behandeld worden tegen schimmels en houtworm. Vermijd vochtige en rokerige ruimtes voor de bewaring van kunstwerken maar hang ze ook niet op boven verwarmingsbronnen zoals open haarden en radiatoren of in direct zonlicht.
Restauratie van kunstwerken.
Bij restauratie wordt alles in het werk gesteld om het kunstwerk zoveel mogelijk in de oorspronkelijke toestand terug te brengen. Beschadigingen aan doek, papier of verf bij schilderijen en gravures worden hersteld en eventueel ontbrekende delen ingevuld. Ook scheuren en builen in het doek kunnen hersteld en weggewerkt worden. Indien de toestand van het doek bv. te slecht is kan het schilderij ook verdoekt worden. Het uitzicht van het kunstwerk kan door een restauratie ingrijpend veranderen. Het is puur vakwerk en vergt een grondige kennis van materialen en technieken naast een gedegen stijlbesef.
Een nieuwe tekst over restaureren voor monumentendag in bijlage
Opleiding tot restaurateur van schilderijen cursus restauratie van schilderijen op doek
1. OPLEIDING TOT RESTAURATEUR VAN SCHILDERIJEN CURSUS RESTAURATIE VAN SCHILDERIJEN OP DOEK . <br />lesgever; Frederik Cnockaert <br />INHOUDSTAFEL:<br />Deel I/* Inleidingsdocumentatie over oppervlaktevervuiling; <br />Algemene inleiding over oppervlakte vervuiling;<br />OORSPRONG van de vervuiling; Achterblijfselen van oude restauraties, uitbloeiingen, aantasting door schimmel, stofdeeltjes,uitwerpselen van insecten<br />1.a)Luchtverontreiniging; Oorzaken, schoonmaken van de vertrekken, publiek.<br />2.b) Neerslag en aanhechting; Adhesieproces, luchtstroming, grootte van de (stof)deeltjes, verplaatsing van de aerosolen, thermoforesis, elektrostatische krachten, capillaire krachten,adhesie, vervorming van de stofdeeltjes, teerachtige neerslag<br />3.c) Bescherming; achter glas zetten.<br />* REININGING VAN SCHILDERIJEN ; Oppervlaktevervuiling; <br />H 1. Oppervlakte reiniging; <br />1.1 Oorsprong van de vervuiling <br /> 1.1.1. Door de lucht gedragen/ verplaatst vuil<br /> 1.1.2. Accidenteel of bewust aangebrachte toevoegingen<br /> 1.1.3. Vuil afkomstig van het werk zelf<br /> 1.1.4. Vuil afkomstig van biologische activiteit<br />1.2. Afzetting van vuil op de verflaag<br /> 1.2.1. Transport<br /> 1.2.2. Adhesie krachten<br />1.3. Conservatie<br /> 1.3.1 Passieve conservering <br />Deel II/Inleidingsdocumentatie gebreken aan de vernislaag; <br />Voorafgaandelijk;<br />Welke vormen van schade aan de vernislaag bestaan er ?<br /> Vergelen van vernis, bevuiling door aanslag, vuilaanslag veroorzaakt door vroegere “reinigingsactiviteit”, bevuiling door biologische processen, blind slaan van vernis “chanci”,” blauwe ziekte” van een schilderij, gecraqueleerde vernissen, onregelmatige dikte van de vernislaag en ophoping van vernis in het relief van de verf, opzettelijke beschadiging en vervalsing, onoordeelkundig verniste schilderijen. <br />Deel II/ Inleidingsdocumentatie over reiniging;<br />a) Oplosmiddelen, werking, zuiverheidsgraden,oplosmiddelen voor aanmaak en verwijdering van vernis, <br />* Alifatische koolwaterstoffen, samenstelling van witte spiritus, handelsnamen, aromatengehalte, opslag<br />* Aromatische koolwaterstoffen<br />* Cyclische koolwaterstoffen; Terpentijn-olien, zuiverheid,invloed van licht en zuurstof, opslag , toepassing<br />* Gechloreerde koolwaterstoffen<br />* Alcoholen<br />* Ketonen<br />* Ester<br />* Ether<br />* Stikstofhoudende verbindingen, basen, zuren<br />b) Risico’s ; Letsels door dampen en oplosmiddelen, meting van de luchtbelasting, mac-waarden, vlampunt<br />c) Beschermingsmaatregelen; Algemene- en individuele bescherming, etikettering, gevarensymbolen, afzuiginstallaties, spuitcabine, verwijdering van oplosmiddelen, beschermende zalf, beschermende handschoenen, bescherming van de luchtwegen, filters.<br />d) Inleidingsdocumentatie over oppervlakte reiniging; Droogreiniging, natreiniging, tensiden, retentie van reinigingsmiddelen, ph-waarde, regenereren,<br />e) Inleidingsdocumentatie over vernis verwijderen; Risico’s voor de verflaag, eigenschappen van drogende oliën, oplosmiddelendriehoek, nieuwe reinigingsmethoden, <br />f) Inleidingsdocumentatie over verwijdering van retouches en overschilderingen;<br />g) Inleidingsdocumentatie over vernis verwijdering met organische oplosmiddelen; Oplosprocede, uitlogen,de Oplosbaarheidsparameter, penetratie van oplosmiddelen, retentie van oplosmiddelen, drogen en slinken, oliegebonden verflagen, werking van vernissen, <br />h ) Inleidingsdocumentatie over de oplosbaarheidsparameter; Cohesieve densiteit, mengsels van oplosmiddelen, <br />i ) Inleidingsdocumentatie over de oplosmiddelen driehoek; Oplosbaarheidsparameter, ruimtelijk diagram, oplosmiddelendriehoek, werking van het mengsel van oplosmiddelen.<br />j ) Inleidingsdocumentatie over de re-forming-methode; Losweken. <br />k) Inleidingsdocumentatie over vernis verwijderen met enzymgels; “sleutel-slotprincipe”, buffer-oplossingen.<br />l) Inleidingsdocumentatie over vernis verwijderen met harszepen.<br />o) Inleidingsdocumentatie over oplosmiddelgels of –emulsies; aanmaak.<br />p) Inleidingsdocumentatie over afbijtpasta’s; Afbijtmiddel van oplosmiddelen, afbijtmiddel op basis van loog, gecombineerde afbijtmiddelen verdikkingsmiddelen, oplosmiddelcompressen<br />q) Inleidingsdocumentatie over afpoeieren,afpoederen.<br />r) Inleidingsdocumentatie over reinigen met scalpel; Uiterst giftige stofdeeltjes.<br />s) Inleidingsdocumentatie over fijnstraalprocédé.<br />A) Reinigen van het schilderijoppervlak. <br /> Oplosmiddelen en oplosmengsels om vernis te verwijderen.<br /> Classificatie van de oplosmiddelen die bij restauratie van schilderijen worden gebruikt.<br /> _ a) De alkanen of de alifatische koolwaterstofverbindingen.<br />De ketonen. <br />De amiden.<br />De multifunctionele oplosmiddelen. <br />De gechloreerde oplosmiddelen. <br />In de groep van de alkanen: white spirit.<br />Veiligheids- voorschriften en milieu- technische gegevens over de oplosmiddelen die in de schilderijenrestauratie <br />worden gebruikt. Huidbescherming. Bescherming van de ogen. Vergiftigingen. <br />Technische fiches en toxicologische gegevens aangaande de meest voorkomende restauratie- produkten.<br />2,2,4- Trimethylpentaan, Benzine en white-spirit,,dimethylbenzeen.,methylbenzeen,dichloormethaan.,trichlooretheen.,ethanol,iso- propanol,methanol,methyl-ethyl-keton,diacetonalcohol,diëthylether.,acetone,triëthanolamine,dimethylformamide.,terpentijnolie,ammoniak <br /> Algemene kenmerken van oplosmiddelen. <br /> 1) kookpunt, 2) relatieve vluchtigheid, 3) dampspanning, 4) viskositeit, 5) oppervlaktespanning, 6) polariteit,<br /> 7) oplossend vermogen, 8) azeotropisch mengsel, 9) adsorptie, 10) diffusie, 11) polariteit.<br />Oplosmiddelen en oplosmiddelmengsels voor het verwijderen van schilderijenvernis.<br />Vernisafname, werkwijze.<br />B) Reinigen van het schilderijoppervlak en vernis;<br />1) Overzicht van de oplosmiddelmengsels voor vernisafname en verwijderen van overschilderingen.<br />2) Onderzoek van een vernis met het oog op de afname ervan. <br />3) Enkele typegevallen van vernisafname of reiniging; Wateraureolen, zeer verdonkerde dikke vernis,verbruinde vernisophopingen op ruw geweven doek. <br />VERNISAFNAME- BIJZONDERE METHODEN.<br /> 1) Mechanische vernisverwijdering. <br /> 2) Vernisafname met chemisch actieve middelen.<br /> 3) Het gebruik van gegeleerde oplosmengsels voor vernisafname en/ of reiniging. <br /> 4) Carbopol als indikkingsmiddel voor oplosmengsels bij vernisafname.<br /> 5) Tensioactifs<br /> 6) Lijst van de test-oplosmiddelen. <br /> 7) Lijst gevaarlijke produkten. <br />DE HANDELS PRODUCTEN; VULPEX liquid zeep, concentrato anionico miriam studio, akapad trockenreinigungs-systemen<br />C) De lijmen en harsen ;<br />Algemeen;<br />1.Hoe kleven dingen aan elkaar ?<br />2.Breuken<br /> a) Mechanisch vergrendelen<br /> b) Lijmen<br />3.Wat verstaan we onder “een goede hechting”?<br />4.Hoe de Lijm helpen Maximaal te hechten ?<br />5.Polymeren<br /> a) keten-polymeer<br /> b) netwerkpolymeren<br />Bespreking van de lijmen per applicatie type;<br />Solvent lijmen<br />Reactie lijmen<br />Thermische lijmen<br />Drukgevoelige lijmen<br />Bespreking van de individuele lijmen;<br />A. Lijmen van natuurlijke oorsprong;<br /> 1. De lipiden<br /> a) Drogende oliën<br /> b) wassen<br />2. De gluciden<br /> a) polysaccharide goms<br /> b) plantenslijmen<br />3. Proteine lijmen<br /> a) Gelatine lijmen<br /> b) Vislijmen<br /> c) Kaseine<br /> d) Eiwit<br /> e) Eigeel<br />4. De terpenen of Harsen<br />5. Pekachtige stoffen: bitumen en teren <br />B. Lijmen van synthetische oorsprong;<br />1.De polyvinylacetaten PVAC<br />2.De polyvinylalcoholen PVAL<br />3. Acrylharsen<br />4. Lijmen op basis van ethyleen vinylacetaat<br />5. De polyamiden<br />6. De epoxyharsen<br />7. De synthetische wassen.<br />III ) HERSTELLEN VAN GEBREKEN AAN DE DRAGER: DOEK<br /> inleiding .<br /> 1) Herstellen van scheuren in het doek.<br /> 2) Randversteviging of striplining.<br /> 3) Verwijderen van oude herstellingen of aangekleefde delen.<br /> 4) Vlakken van vervormde doeken.<br /> 5) Vlakken van schilderijen met de onderdruk-tafel (vacuüm-tafel).<br /> 6) Beschermen van een schilderij alvorens restauratieve ingrepen aan de drager te verrichten.<br /> 7) Onderzoek van het spieraam en bescherming.<br /> 8) Verpakken van het schilderij.<br /> 9) Beschermen van de beeldzijde tijdens het transport of tijdens bewerkingen aan de drager.<br /> 10) Wegwerken van de scheur aan de beeldzijde van het schilderij.<br />B) HERSTELLEN VAN GEBREKEN AAN DE PREPARATIELAGEN EN AAN DE CONTACTZONE VERF-DOEK<br /> 1) Herstellen van gebreken aan de preparatielaag.<br /> 2) Vooronderzoek.<br />3) Verwijderen van oude bedoekingen.<br />4) Het reinigen van de rugzijde.<br />5) Strekken of vlakken van een vervormd doek.<br />6) Vlakken van naden in het doek.<br />7) Verwijderen van de gronderingsknobbels op de achterkant van het schilderij.<br />8) Voorbereiding van scheuren ( vooraleer te bedoeken).<br />9) Vastleggen van losgekomen delen van de verf. Fixeren.<br /> <br />C) HERSTELLEN VAN SCHADE IN DE CONTACTZONE VERF-PREPARATIELAAG.<br /> 1) Herstellen van gebreken tussen de preparatielaag en de verflaag.<br /> D) HERSTELLEN VAN GEBREKEN AAN DE PREPARATIELAAG EN AAN DE VERF.<br /> 1) Verkleuring of ontkleuring van de verffilm: verkleuring van het blauw, kopergroen.<br /> 2) Verftechnische schade-oorzaken. <br /> 3) Bevuiling, vastzetting,passieve conservering, aktieve behandeling,soorten vernis, veroudering van de vernissen, probleemgevallen bij oppervlakkige reiniging,fysische droging, chemische droging, katalysator, synersie, bedoeken.<br />H) RETOUCHEREN. <br /> 1) Vullen van gaten, scheuren en ontbrekende verfschilfers.<br /> 1) hoe deze oude ingrepen verwijderen, 2) vullen van de schade, 3) voorbereiding van het te vullen gedeelte,<br /> 4) vulmiddelen en de wijze om ze aan te brengen, plastische gesso, mastiek op basis van dierlijke lijm, oliehoudende <br /> mastiek, 5) was- mastiek, 6) mastiek op basis van beva 371, 7) mastiek op basis van acryl-dispersie, 8) bewerken <br /> van het oppervlak van de invulling,<br /> 2) Vergelijking van enkele retoucheermaterialen en –technieken.<br /> 3) Integratie en struktuur van de retouche.<br /> 4) Eigenschappen.<br />I) RETOUCHEERTECHNIEKEN.<br />Retoucheertechnieken.<br />Enkele retoucheer- methodes. Illusionistische, zichtbare, neutrale , Trattegio , pointillistische methode.<br />Kwaliteit en kwantiteit: acrylverf.<br />J) BEDOEKINGSMETHODES.<br />Doubleren of bedoeken. <br />Voorbereiding van het te bedoeken oppervlak.<br />Bedoekingsmaterialen.<br />Diverse bedoekingssystemen. A) warme bedoekingsmethoden:_-1) was- hars doublering, recepten, was-hars-mengsel om oude en vervormde doeken te verstijven.<br />-2)warm bedoeken met een bijenwas/harsmengsel: praktische uitvoering.<br /> -3)voorbereiden van het doubleerweefsel en aanbrengen op een strecher, linnenweefsel, synthetische weefsels,<br /> glasvezel weefsel<br /> -4)welk doek gebruiken voor bedoekingen.<br /> -5)afwerken van het bedoekte schilderij.<br /> -6)voor- en nadelen van de warme was/ hars- bedoeking.<br /> -7)gebruik van de vacuümtafel bij het warm bedoeken, a) ‘koude’ vacuümtafel, b) ‘verwarmde’ vacuümtafel.<br /> -8)andere warme kleefmassa’s: Lascaux- Klebewachs 443-95, Beva 371 - Beva 371 heat- activated adhesive - Gustav Berger Beva…. studie bedoeking<br />en facing. - Beva voor strip-lining<br />- Beva- gesso<br />- Beva als impregneer of fixeermiddel - Beva retouche<br /> 5) A) Kartonnage voor bedoekingen<br />behandeling van schotelvorming.<br />behandeling van vervorming van doek. <br /> B) Bedoeken: barrièredoek, marouflage, Colettabereiding, stijfselpapbedoeking, Franse kartonnage,italiaanse bedoekingslijm,bedoeking met dierlijke lijm,bedoeking met krijt-lijmmengsel,koude bedoekingen met kunsthars-dispersielijmen,kunststofdispersies gebruikt bij bedoekingen,werkwijzen voor bedoekingen met lijm dispersies <br />bedoekingsmethode met lascaux acrylkleber 360 hv,apparatuur voor bedoekingen,praktijkoefeningen<br />IV )Bijzondere problemen<br />Kunst ervaren, bezitten, verzekeren en beveiligen<br /> Bijzondere technische problemen <br />Woordenboek<br />V )Het Beroep van restaurator-conservator<br />a. De leefwereld van de restaurator; De titel en het beroep, de deontologie, de beroepsverenigingen, het K.I.K,..<br />b. De restaurator en de praktijk; De vestiging als restaurator,de prijsoffertes, de restauratieovereenkomst, het verslag, de juridische problematiek,… <br />