1. Opdracht 1: Sint-Brixiuskerk
We bevinden ons in de Sint-Brixiuskerk. Er gelden enkele
afspraken voor we aan de opdracht beginnen: in de kerk
roepen we niet en raken we niets aan! We hebben respect
voor alles rondom ons.
Zoek deze kaars in de kerk:
Hoe heet deze kaars?
………………………………………………………
Welke betekenis heeft deze kaars?
…………………………………………………………………………………………………
De week van Pasen heeft een speciale naam, hoe heet deze
week?
…………………………………………………………………………………………………
In die week krijgen de weeknamen zondag, donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag een
speciale naam, weten jullie welke naam ze krijgen?
.....…………………………………….zondag
…………………………………………donderdag
………………………………………...vrijdag
…………………………………………zaterdag
………………………………………..(zondag)
In de envelop vinden jullie enkele foto’s, de namen van de weekdagen en de betekenissen
van die dagen. Kunnen jullie de juiste weekdagen met de foto’s en betekenissen aan elkaar
linken?
In de kerk vinden jullie achteraan dit boek:
Ga naar pagina 90 (tot pagina 101). Lees het paasverhaal samen (of één
iemand leest dit voor aan de anderen). Controleer aan de hand van het
verhaal of jullie vorige opdracht (afbeeldingen, weekdagen en
betekenissen aan elkaar linken) kloppen.
Wanneer jullie deze opdracht gemaakt hebben, steken jullie alle materialen terug in de zak.
2. Palmzondag
Jezus komt aan in
Jeruzalem.
Witte donderdag
Jezus zit aan tafel met zijn
12 apostelen. Ze vieren het
laatste avondmaal.
3. Goede vrijdag
Jezus wordt gekruisigd.
Stille zaterdag
Jezus is gestorven aan het
kruis. De mensen begraven
hem.
5. Opdracht 2: La place du village
Bonjour tout le monde!
Ik heet Marie en ben 12 jaar oud. Ik woon hier in de buurt
net zoals jullie!
In de zomervakantie ga ik samen met mijn ouders en
jongere broer op reis naar Frankrijk.
We verblijven in een klein dorpje, Vézelay. In de klas
oefende ik net zoals jullie al enkele Franse woordjes die ik
zou kunnen tegenkomen in een dorp.
Kunnen jullie mij helpen met het herhalen van deze
woordjes? Beschrijf goed in het Nederlands wat er op de
foto staat en vertaal het daarna in het Frans. Als je daarmee
klaar bent leg je de kaartjes met de Franse woordjes bij de
bijpassende foto. Klaar? De oplossing kan je bekijken op het oplossingenblad.
Als jullie daarmee klaar zijn mag je memory spelen. Leg alle kaartjes met de witte kant naar boven en draai
om beurt 2 kaartjes om. Heb je een foto met een bijpassend Frans woord omgedraaid? Goed zo! Heb je niet
2 dezelfde kaartjes omgedraaid? Jammer, de volgende keer beter. De persoon links van jou is de volgende!
De jongste speler mag beginnen.
Veel succes en dank je wel voor jullie hulp!
Bisous,
Marie.
12. Opdracht 3: Oorlogsgedenkteken
Zoek op het Sint-Brixiusplein naar dit oorlogsgedenkteken:
Welke jaartallen staan er in het goudgeel op het
gedenkteken?
…………………………………………………………………………………………..
Welke eeuw zijn die jaartallen?
………………………………………………………………………………………….
In welke tijdsperiode kunnen we die jaartallen terugvinden?
(prehistorie – middeleeuwen – nieuwe tijden – onze tijd)
………………………………………………………………………………………….
Welk dier staat op het gedenkteken? ……………………………………………………………………………………
Waarvoor staat het woord PAX, denk je?...................................................................................
Waarvoor werd dit gedenkteken gebouwd? ………………………………………………………………………….
Één keer per jaar wordt hulde gebracht aan dit monument, op welke dag?
………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Vind je de spreuk ‘voor God en vaderland’ gepast? Waarom wel/niet?
………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Indien je zelf een spreuk mocht kiezen, welke zou jij op het gedenkteken plaatsen?
………………………………………………………………………………………………………………………………………………
13. Opdracht 4: Bushalte ‘plaats’
Zoek naar dit plakkaat van De Lijn:
Op dit plakkaat kan je zien welk bussen naar waar rijden op
welke lijn.
Naar waar rijdt lijn 54? ………………………………………………………
Naar waar rijdt lijn 81?..........................................................
Naar waar rijdt lijn 88? ………………………………………………………
Naar waar rijdt lijn 53? …………………………………………………….
Op het einde van het schooljaar gaat het 4de leerjaar op
bezoek in het rusthuis van Wakken . De leerkrachten willen
om 9.30u in het rusthuis zijn. De lessen starten om 8.40u in de klas, dus dan pas kunnen we
vertrekken vanuit school om naar deze bushalte te gaan. Als je weet dat een gemiddelde
busrit van bushalte Ooigem Plaats naar bushalte Wakken Rustoord 18 minuten duurt,
kunnen we dan op tijd onze bus nemen, indien ja om hoe laat moeten we de bus nemen?
(1) Met welke lijn nemen we de bus? (2) Om hoe laat moeten we op school vertrekken als je
weet dat we 5 minuten stappen van school tot aan de bushalte? (3) Let op: de leerkrachten
zijn graag goed op tijd en willen 10 minuten op voorhand aanwezig zijn in het rusthuis!
(Opgelet: er zijn 3 vragen, dus er moeten 3 antwoorden zijn!)
Noteer hier je berekeningen:
Antwoord:
1: …………………………………………………………………………………………………………………………………………
2: …………………………………………………………………………………………………………………………………………
3: …………………………………………………………………………………………………………………………………………
14. Opdracht 5: Acaciaboom
Zoek deze boom:
Deze boom is een acaciaboom en is al zo’n 100 jaar
oud! Hij is kort na de eerste WereldOorlog
aangeplant geweest als vredesboom. De boom
heeft zo’n omtrek van 414 cm en de hoogte is ….
Dat mogen jullie zelf onderzoeken! Volg
onderstaand stappenplan en zo komen jullie te
weten wat de hoogte is van de boom.
1. Ga voor de boom gaan staan.
2. Gebruik de geodriehoek en houd hem vast zoals op de foto. De rechthoekige punt
moet dus wijzen naar de boom en één van de scherphoekige punten moet wijzen
naar de takken van de boom. Houd de driehoek zo recht mogelijk!
3. Kijk langs de schuine zijde naar de boom en stap
achteruit tot je met het punt van de geodriehoek tot
aan de top van de boom komt. (zie tekening)
4. Meet met de plooimeter hoe ver je van de boom
staat (A). Meet daarna je eigen lengte met de
plooimeter (B). Tel A en B op, zo bekom je de hoogte
van de boom. Doe dit voor elke leerling van je groep.
Leerling A:……………………………………………….
Leerling B:..………………………………………………
Leerling C:..………………………………………………
Leerling D:..………………………………………………