De vrijstelling van central clearing voor pensioenfondsen loopt op 16 augustus 2017 af. Diverse pensioenfondsen hebben zich nog onvoldoende voorbereid op het verdwijnen van de vrijstelling. In dit dubbelinterview over de impact van EMIR gaan Roger Coenen, consultant en Erik-Jan van Dijk van Achmea Investment Management vooral in op de vraag hoe we EMIR ingeregeld krijgen.
Eigen risicodragen is de WGA-risico’s op een andere manier verzekeren. In veel gevallen kan het fors goedkoper en de premie is stabiel gedurende contractperiode. Maar het vereist wel gedegen onderzoek naar alle risicofactoren op korte en middellange termijn om tot een gewogen en gefundeerd besluit te komen
Eigen risicodragen is de WGA-risico’s op een andere manier verzekeren. In veel gevallen kan het fors goedkoper en de premie is stabiel gedurende contractperiode. Maar het vereist wel gedegen onderzoek naar alle risicofactoren op korte en middellange termijn om tot een gewogen en gefundeerd besluit te komen
SEM2 Bidmanagement: Waardecreatie voor alle betrokken partijen. Draagt bidmanagement bij aan korte termijn resultaat (winst en omzet) of aan echte waardecreatie? 2e Shared Expertise Meeting van CINFIELD, in samenwerking met ConQuaestor, PLUC! en Q&A, 112 deelnemers.
Wanneer u een ontslagvergoeding, vertrekpremie of 'Gouden Handdruk' krijgt, is het oprichten van een Stamrecht BV vaak de meest efficiente oplossing. Deze presentatie van M&R Adviseurs toont u de diverse mogelijkheden.
Nederland overweegt anno 2013 invoering van het Reële Pensioencontract. Naast het bestaande Nominale en voorgenomen Reële Contract, blijkt er behoefte aan een derde variant: Nominaal Plus
Nominaal Plus betekent: Nominaal + Voorwaardelijke indexatie + Onvoorwaardelijke reële indexatie zoveel als mogelijk en pas wanneer dat ook met voldoende
zekerheid duurzaam gegeven kan worden (geen kortingen)
Presentatie van Jos Berkemeijer zoals gegeven op een expert meeting die bestond uit een brede bestuurlijke vertegenwoordiging van organisaties uit de pensioensector.
Als uw incassopartner failliet gaat, dreigt ernstige financiële- en reputatie...DAS
In het nieuwe CFO Magazine van november doet Charles Staats van DAS een beroep op de aanbieders van creditmanagementdiensten en CFO’s van opdrachtgevers om te komen tot een gezonde en verantwoorde spreiding van financiële risico’s in de samenwerking tussen incasso-bureaus en hun opdrachtgevers.
Trends in Bedrijfsfinanciering 2013; visie & tips voor het MKB NederlandMark Elbertse
Diverse trends en tips m.b.t. financiering van MKB bedrijven als ook onze visie ten aanzien van enkele van die trends. Het spel is radicaal veranderd; wie zal nu het stokje overnemen van de banken? Wat gaat er veranderen in de dynamische wereld van de financiering van bedrijven?
Wij hopen dat we een tipje van de sluier hebben kunnen optillen, en zullen zeker nog aanvullende publicaties omtrent bedrijfsfinanciering / groei en bedrijfsovername ter beschikking stellen. Voor suggesties of vragen zijn wij uiteraard bereikbaar.
Mark Elbertse
Rhijnborgh BV
Met de verwachting dat de balansen van de Europese banken onder druk van de Bazel III regelgeving zullen krimpen, blijft de vrees voor een algehele kredietschaarste niet van de lucht. Recent VKW-onderzoek onderbouwt trouwens deze stelling.
SEM2 Bidmanagement: Waardecreatie voor alle betrokken partijen. Draagt bidmanagement bij aan korte termijn resultaat (winst en omzet) of aan echte waardecreatie? 2e Shared Expertise Meeting van CINFIELD, in samenwerking met ConQuaestor, PLUC! en Q&A, 112 deelnemers.
Wanneer u een ontslagvergoeding, vertrekpremie of 'Gouden Handdruk' krijgt, is het oprichten van een Stamrecht BV vaak de meest efficiente oplossing. Deze presentatie van M&R Adviseurs toont u de diverse mogelijkheden.
Nederland overweegt anno 2013 invoering van het Reële Pensioencontract. Naast het bestaande Nominale en voorgenomen Reële Contract, blijkt er behoefte aan een derde variant: Nominaal Plus
Nominaal Plus betekent: Nominaal + Voorwaardelijke indexatie + Onvoorwaardelijke reële indexatie zoveel als mogelijk en pas wanneer dat ook met voldoende
zekerheid duurzaam gegeven kan worden (geen kortingen)
Presentatie van Jos Berkemeijer zoals gegeven op een expert meeting die bestond uit een brede bestuurlijke vertegenwoordiging van organisaties uit de pensioensector.
Als uw incassopartner failliet gaat, dreigt ernstige financiële- en reputatie...DAS
In het nieuwe CFO Magazine van november doet Charles Staats van DAS een beroep op de aanbieders van creditmanagementdiensten en CFO’s van opdrachtgevers om te komen tot een gezonde en verantwoorde spreiding van financiële risico’s in de samenwerking tussen incasso-bureaus en hun opdrachtgevers.
Trends in Bedrijfsfinanciering 2013; visie & tips voor het MKB NederlandMark Elbertse
Diverse trends en tips m.b.t. financiering van MKB bedrijven als ook onze visie ten aanzien van enkele van die trends. Het spel is radicaal veranderd; wie zal nu het stokje overnemen van de banken? Wat gaat er veranderen in de dynamische wereld van de financiering van bedrijven?
Wij hopen dat we een tipje van de sluier hebben kunnen optillen, en zullen zeker nog aanvullende publicaties omtrent bedrijfsfinanciering / groei en bedrijfsovername ter beschikking stellen. Voor suggesties of vragen zijn wij uiteraard bereikbaar.
Mark Elbertse
Rhijnborgh BV
Met de verwachting dat de balansen van de Europese banken onder druk van de Bazel III regelgeving zullen krimpen, blijft de vrees voor een algehele kredietschaarste niet van de lucht. Recent VKW-onderzoek onderbouwt trouwens deze stelling.
In aanloop naar de invoering van banksparen is er veel gespeculeerd over effecten van deze wet op de markt. Volgens de één betekende banksparen het definitieve eind van beleggingsverzekeringen, voor de ander was het initiatief bij voorbaat een mislukking. IG&H heeft onderzocht wat er daadwerkelijk gebeurde. Via eigen onderzoek en door middel van interviews met de belangrijkste spelers hebben wij de balans opgemaakt van één jaar banksparen; het resultaat van dit onderzoek is samengevat in dit boekje.
Nog niet alle pensioenfondsen klaar voor central clearing
1. NUMMER 3 / 201644 FINANCIAL
INVESTIGATOR
// THEMA NIEUWE WET- EN REGELGEVING
NOG NIET ALLE
PENSIOENFONDSEN KLAAR
VOOR CENTRAL CLEARING
De vrijstelling van ‘central clearing’ voor pensioenfondsen loopt op 16 augustus
2017 af. Diverse pensioenfondsen hebben zich nog onvoldoende voorbereid op
het verdwijnen van de vrijstelling. In dit dubbelinterview over de impact van EMIR
gaan Roger Coenen, consultant en Erik-Jan van Dijk van Achmea Investment
Management vooral in op de vraag hoe we EMIR goed ingeregeld krijgen.
PENSIOENFONDSEN ZIJN VOORALSNOG
UITGEZONDERD VAN ‘CENTRAL CLEARING’. WORDT
ER DRUK OP DE FONDSEN UITGEOEFEND OM TOCH
AAN CENTRAL CLEARING TE DENKEN?
Erik-Jan van Dijk: ‘Pensioenfondsen hebben nu een
uitzonderingspositie en ze worden daarom ook niet
gedwongen om aan central clearing te doen. De
kosten van bilaterale transacties, tussen de
pensioenfondsen en zakenbanken, gaan echter
omhoog. De vrijheid van pensioenfondsen komt dus
met een prijs. Er is formeel geen druk van
toezichthouders, maar er is wel druk op pensioen-
fondsen om zich alvast goed voor te bereiden. Er is
een grote uitvraag van DNB geweest, met vragen als
hoever het pensioenfonds is met de voorbereiding,
welke stresstests worden uitgevoerd, et cetera.’
Roger Coenen: ‘Voor alle duidelijkheid: die vrijstelling
van centrale clearing gaat verdwijnen. De druk komt
meer vanuit de zakenbanken. Er is terughoudendheid
– bijvoorbeeld in de prijsvorming (lees: minder
gunstige prijzen voor pensioenfondsen) bij het
afsluiten van nieuwe swaps. De banken hebben
namelijk te maken met extra kapitaalbeslagen vanuit
CRD IV op alles dat niet centraal wordt gecleard.’
ZIJN PENSIOENFONDSEN OPERATIONEEL GEZIEN
KLAAR VOOR CENTRAL CLEARING?
Van Dijk: ‘Onze klanten zijn er klaar voor. Meer in het
algemeen denk ik dat veel fondsen er nog niet klaar
voor zijn. Diverse pensioenfondsen hebben gedacht
Door Harry Geels
Roger Coenen is zelfstandig consultant Financiële
Regelgeving en Risicomanagement. Hij heeft
uiteenlopende ervaring opgedaan in de
beleggingsindustrie, van private banking en
vermogensbeheer tot aan de operationele kant.
Hij is nu onder meer actief betrokken bij projecten
zoals EMIR, MiFID2 en MAD/MAR.
CV
Foto:ArchiefRCConsultancy
2. NUMMER 3 / 2016 45FINANCIAL
INVESTIGATOR
Erik-Jan van Dijk is sinds maart 2011 in dienst bij
Achmea Investment Management, waar hij nu
manager Treasury & Derivaten is en verantwoordelijk
voor onder andere de uitvoering van en advisering
over de uitvoering van afdekkingstrategieën. Hij
begon zijn carrière in 1997 bij Rabobank
International als quantitative analyst.
CV
dat de vrijstelling wel zou blijven, of dat die
vrijstelling hen in ieder geval in staat zou stellen om
een paar jaar de kat uit de boom te kijken. Ze zijn zich
er onvoldoende van bewust dat het een langdurig
proces is om central clearing ingeregeld te krijgen.
Het selecteren van een of enkele clearing members
– de banken die toegang bieden tot de centrale
tegenpartij – met alles wat er juridisch bij komt
kijken, is geen sinecure, vooral voor veel kleine
pensioenfondsen.’
Coenen: ‘Daar ben ik het mee eens: diverse
pensioenfondsen zijn er nog niet klaar voor. Een
aantal van hen heeft wel het proces opgestart. Dat is
goed, want de doorlooptijden zijn lang. Een
pensioenfonds kan natuurlijk altijd bij het kruisje in
het contract een krabbel zetten, maar dan zullen de
voorwaarden verre van gunstig zijn. Denk dan aan
hogere fees, langere doorlooptijden bij het afsluiten
van nieuwe swapcontracten, ongunstigere condities
voor het collateral, et cetera. De doorlooptijd om
central clearing goed ingeregeld te krijgen, bedraagt
twaalf tot achttien maanden. Met de verdwijning van
de vrijstelling, waarschijnlijk op 16 augustus 2017,
zijn pensioenfondsen die nu pas beginnen eigenlijk al
te laat. Wat vooral kleinere pensioenfondsen niet zal
helpen, is dat een aantal clearing members een
minimum vergoeding vraagt, bijvoorbeeld €100.000
per jaar, ongeacht hoeveel swaps er worden gesloten
in de toekomst. En dan te bedenken dat EMIR eigenlijk
de aanstelling van twee clearing members verlangt,
een ‘principal’ en een ‘backup’.’
MAAKT EMIR HET LASTIGER VOOR
PENSIOENFONDSEN OM RISICO’S AF TE DEKKEN?
Coenen: ‘Dat zou niet de essentie van EMIR moeten
zijn, maar alles afwegende zou dat best weleens het
geval kunnen zijn. Kijk ook naar de eis om variation
margin in cash aan te houden. Een pensioenfonds
houdt echter weinig tot geen cash aan. Het levert niets
op en gezien de grootte van de potentiële bedragen is
cash risicovol. Er geldt geen depositogarantiestelsel.
Laten we het positief houden: het leidt tot een
heroverweging van het inzetten van swaps.
Daarentegen krijgen kleinere pensioenfondsen te
maken met meer kosten, waarbij uiteindelijk de
deelnemer de dupe wordt.’
Van Dijk: ‘We zouden zelfs het nut van deze hele
wetgeving ter discussie kunnen stellen. Als
transparantie het doel van deze wetgeving is, zouden
we kunnen volstaan met goede rapportages, waarmee
toezichthouders een middel in handen krijgen om te
beoordelen waar de risico’s in het systeem worden
opgebouwd. Central clearing versimpelt de wereld
natuurlijk wel, maar vooral pensioenfondsen worden
opgescheept met nieuwe problemen. En let wel, de
risico’s bij central clearing verdwijnen niet, maar
komen te liggen bij andere partijen, waaronder clearing
houses en pensioenfondsen. Maar goed, dat is een
gepasseerd station. Pensioenfondsen moeten zich nu
zo goed mogelijk voorbereiden op de nieuwe regels.’
HEBBEN PENSIOENFONDSEN EEN ANALYSE
GEMAAKT VAN DE BENODIGDE LIQUIDITEIT BIJ
EEN STRESS SCENARIO IN DE MARKT?
Van Dijk: ‘Ja, en hieruit blijkt dat een gemiddelde
klant die 60% van zijn renterisico afdekt, 9% aan cash
nodig heeft voor de variation margin om een
renteschok van honderd basispunten op te vangen.
Daarnaast heeft deze gemiddelde klant meer dan 4%
nodig voor de initial margin. De initial margin mag
overigens ook in stukken, hoewel sommige clearing
members hier minder flexibel in zijn, vooral in stress
scenario’s. Maar die 9% is al veel. Stel dat een
pensioenfonds gemiddeld 7% rendement per jaar
maakt, dan betekent dat 63 basispunten per jaar
minder rendement, ervan uitgaande dat cash niets
Foto:ArchiefAchmeaIM
3. // THEMA NIEUWE WET- EN REGELGEVING
oplevert. Voor de duidelijkheid, dit is een voorbeeld
voor het geval het swapboek centraal wordt gecleard.
Dit is nog niet meteen vanaf het begin het geval, want
bestaande contracten mogen blijven doorlopen totdat
ze aflopen of doorgerold moeten worden. Het kan nog
wel tien jaar duren voordat het hele boek centraal
wordt gecleard. Een pensioenfonds hoeft overigens
in zijn beleid niet uit te gaan van een schok van
honderd basispunten. Als bijvoorbeeld een deel van de
portefeuille snel liquide kan worden gemaakt, kan het
ook uitgaan van bijvoorbeeld een schok van veertig
basispunten, mits beleidsmatig goed onderbouwd.’
Coenen: ‘De boodschap moet hier zijn: ga als
pensioenfonds beleid ontwikkelen. Stressmarkten
leiden in scenarioanalyses inderdaad tot schrikbarend
hoge variation margins. Het kan zijn dat een
pensioenfonds in zijn beleid besluit dat er meer moet
worden afgedekt als er stress in de markten ontstaat.
Dat betekent dus nog hogere variation margins
aanhouden, en dat impliceert - zolang er nog geen
andere oplossingen zijn - het liquide maken van delen
van de portefeuille, met marktverstorende effecten
tot gevolg. Dat is zorgwekkend.’
WELKE ALTERNATIEVEN HEEFT EEN
PENSIOENFONDS OM TE VOORZIEN IN DE
LIQUIDITEITSBEHOEFTE ALS HOGERE VARIATION
MARGINS HIEROM VRAGEN?
Coenen: ‘Er zijn partijen die kredietlijnen hebben bij
hun custodians. De repomarkten of securities lending
worden ook genoemd als alternatieven. Maar het zijn
pleisters. Hetzelfde geldt voor een liquide
staatsleningenportefeuille met hoge rating. Het lijkt
me niet de bedoeling die te verkopen om aan cash te
komen. Dat is het tafelzilver verkopen. Bij stress in de
markt zijn er geen alternatieven en zal er pijn worden
gevoeld. Overigens hebben clearing houses wel de
opdracht gekregen om met een oplossing voor
pensioenfondsen te komen. Maar die heb ik nog niet
voorbij zien komen.’
Van Dijk: ‘Het grote probleem van de alternatieven is
dat er meestal in tijden van stress iets moet worden
geregeld, of liquide moet worden gemaakt. De vraag is
of die liquiditeit er is als die nodig is. Sterker nog: er
is allerlei andere wetgeving, zoals het eerder
genoemde extra kapitaalbeslag op de handel van
diverse instrumenten, die bepaalde markten, zoals de
in dit kader veel genoemde repomarkt, doet krimpen.
Stel dat een pensioenfonds een dertigjarige swap sluit
en repo’s gebruikt om in de noodzakelijke liquiditeiten
te voorzien. Dat betekent over de hele looptijd van de
swap dat de repo’s heel vaak moeten worden
doorgerold. Als de repomarkt maar één keer op slot
zit, is er een probleem. Als de clearing member dan
niet coulant is, wordt de swap beëindigd. Het
liquiditeitsrisico wordt zo feitelijk doorgeschoven van
bank naar pensioenfonds. De enige oplossing in een
stress scenario is eigenlijk dat de centrale banken
liquiditeit verschaffen aan pensioenfondsen. Centrale
banken worden dan ook ‘lender of last resort’ voor
pensioenfondsen.’
Coenen: ‘Het valt officieel niet binnen het mandaat
van de centrale banken, maar er zijn oplossingen,
bijvoorbeeld dat centrale banken wel de repo’s of
staatsleningen opkopen, zodat de markten niet op
slot gaan en de liquiditeiten ter beschikking kunnen
komen. De Bank of England heeft al aangegeven dat
ze als lender of last resort gaat optreden als clearing
houses in de problemen komen. Het is dan ook maar
een kleine stap naar het eventueel redden van
pensioenfondsen. Centrale banken kunnen voor hun
interventie mogelijk ook nog boeterentes vragen. Dat
zou geen probleem zijn.’
WAAR MOETEN PENSIOENFONDSEN NOG
REKENING MEE HOUDEN BIJ HET INGEREGELD
KRIJGEN VAN CENTRAL CLEARING?
Van Dijk: ‘Pensioenfondsen moeten proberen
contractueel zoveel mogelijk tegen te houden,
bijvoorbeeld de initial margin ‘multiplier’ waarbij de
clearing member bijvoorbeeld eenzijdig tot soms wel
tweemaal zoveel initial margin kan vragen. En als een
pensioenfonds dat niet tegen kan houden, is het
belangrijk dat er een goede notificatietijd wordt
afgesproken zodat het pensioenfonds op tijd stukken
kan vrijmaken in de portefeuille. Als het pensioen-
fonds operationeel en juridisch klaar is om te clearen,
is het zaak om stil te staan bij de portefeuille. Kunnen
delen van de portefeuille makkelijk liquide worden
gemaakt of is het zelfs mogelijk om bepaalde passieve
beleggingen te repliceren met een Total Return Swap,
zodat de onderliggende cash als liquiditeitsbuffer kan
worden ingezet? Ten slotte zullen matchingportefeuilles
steeds meer volgens het concept van ‘integraal
balansmanagement’ worden beheerd, waarbij
rekening wordt gehouden met de cashbehoefte.’
Coenen: ‘Bij dergelijke aanpassingen van de
portefeuilles kijken de toezichthouders graag mee, zo is
mijn indruk. Als een pensioenfonds bijvoorbeeld ineens
in grondstoffenderivaten gaat handelen – vanuit
liquiditeitsoogpunt – wil DNB wel graag de beweeg-
redenen kennen. Verder moeten vooral kleinere
partijen zich juridisch goed laten adviseren. Denk
daarnaast goed na over stressmarkten. Als het een keer
misgaat, komen de kleine lettertjes naar boven. Dan
moet het allemaal goed geregeld zijn.’ «
NUMMER 3 / 201646 FINANCIAL
INVESTIGATOR