SlideShare a Scribd company logo
september 2016mijnzakengids.nl
Langdurig
ziekteverzuim:
grote kostenpost
voor bedrijven en
de samenleving
Normen voor
assessments:"In
de markt wordt
het gezien als een
kwaliteitsgarantie"
Optimale
bewapening in
‘war on talent’
Pagina 13 Pagina 14 Pagina 23
Werkgevers willen
extra pensioenpotje
voor werknemers
Pagina 4 Pagina 7
Aanpassing van
de WGA per 1-1-
2017 vraagt om
zorgvuldige keuzes
2
KENNISPARTNERS
INHOUDSOPGAVE
Colofon
Media adviseur Rick van Gelder Vormgeving Gydo Veeke Hoofdredacteur Marianne Rijke
Redactie Ruby Sanders, Petra Lageman, Cor Dol, Mirjam Streefkerk, Wouter Boonstra, Irina Mak en Miriam van Coblijn Foto's Wioleta Brynkus en Bigstockphoto.com
Commercieel directeur Maarten le Fevre Directeur-uitgever Paul van Vuuren Drukker Janssen/Pers Rotatiedruk, Gennep
De inhoud van de commerciële bijdragen zoals profielen, expertinterviews, expertbijdrage en advertorials beschrijven de meningen en standpunten van de geïnterviewden. De redactie van PMG tracht alle
fouten te voorkomen, maar de redactie kan niet instaan voor eventuele fouten of onvolkomenheden in deze bijdragen. PMG aanvaardt hierdoor geen aansprakelijkheid.
Pulse Media Group B.V. www.pulsemedia-group.com info@pulsemedia-group.com
PULSE MEDIA GROUP HR-STRATEGIEËN EN PENSIOEN
Pensioenen
4
6
12
12
13
14
14
15
15
16
22
23
21
20
17
19
6
7
8
10
10
11
Algemeen Pensioenfonds officieel van start
Oplossing voor pensioenfondsen
Richten op snellere re-integratie
Vitaliteit van medewerkers duurzaam verbeteren
Ziekteverzuim, van preventie tot re-integratie
Wat zijn jouw drijfveren?
Optimale bewapening in ‘war on talent’
Talentmanagement: “doormodderen is geen optie meer”
Talentmanagement blijft mensenwerk
Persoonlijk leiderschap is de missing link
Analytics geven toegang tot talent
Matchen van wederzijdse ambities
Minder onderbuikgevoel dankzij big data in HR
Een schat aan potentieel in HR-data
Talenmanagement draait om menselijke verbindingen
Smart Industry, Smart People
De weg naar WGA Totaal
Aanpassing WGA vraagt om zorgvuldige keuzes
WGA-flex voor ondernemers
WGA-beoordeling: een black-box?
WGA 2017: geen haast, niets moet
Bezwaar tegen WIA-uitkering kan hoge kosten voorkomen
COLUMN
Het beste voorbeeld van deze verandering is de
sterke groei van flex- en zelfstandige arbeid in de
afgelopen tien jaar. Deze groei is deels verklaarbaar
door de manier waarop rechtsbescherming
en risicodeling zijn georganiseerd op onze
arbeidsmarkt. De onderliggende waarde, het delen
van risico’s op basis van solidariteit, wordt steeds
minder herkend en gewaardeerd. Niet alleen door
werkgevers, maar ook door werknemers die op zoek
zijn naar minder bevoogding en meer eigen keuze.
De collectieve bescherming van risico’s voor
werknemersstaathierdoorvoortdurendonderdruk.
De risicodeling en de daarmee samenhangende
kosten kunnen worden ontweken door gebruik van
zzp’ers en flexkrachten. Tegelijkertijd wordt er door
cao-partijen en werkgevers en ook werknemers
gezocht naar nieuwe manieren om risico’s met
elkaar te delen en werknemers optimaal fit te
houden. Het besef is inmiddels ontstaan dat
sommige risico’s niet zomaar door individuele
werkgevers en werknemers kunnen worden
gedragen.
De eerste contouren van een nieuwe verdeling
van verantwoordelijkheden op de arbeidsmarkt
worden steeds meer zichtbaar. Werknemers
hebben zelf een grote verantwoordelijkheid voor de
ontwikkeling van hun talenten en hun duurzame
inzetbaarheid, waarbij zij moeten nadenken over
hun ontwikkeling en belastbaarheid. Daarbij horen
ook meer faciliteiten, zoals persoonlijke scholings-
en opleidingsbudgetten, en meer mogelijkheden in
combinaties van verlof en deeltijdpensioen.
Voor pensioen als collectief verplichte regeling zijn
de contouren van een nieuw tijdperk nog minder
scherp. De verhouding tussen verplicht collectief
en keuzevrijheid staan wel enigszins haaks op
elkaar. Ook hier geldt dat veel werkgevers hun
balansrisico vanwege de pensioenregeling hebben
afgebouwd door premieovereenkomsten in plaats
van uitkeringsovereenkomsten af te sluiten. Een
volgende stap is overdracht naar een APF, waardoor
de uitvoering van de regeling los staat van de
bedrijfsvoering van een werkgever. Het volgende
kabinet zal echte fundamentele keuzes maken op
gebied van pensioenen. De beweging zal voorlopig
nog wel even aanhouden.
Auteur: Marcel Hulsegge
Penningmeester CNV Vakmensen
Een onafhankelijke publicatie van Pulse Media Group, gedistribueerd bij Management Team op 16 september.
gebied van pensioenen. De beweging zal voorlopig
nog wel even aanhouden.
Talentmanagement
HR analytics
Verzuimmanagement
Assessments
Duurzame inzetbaarheid
Sociaal zekerheidsrecht
3PENSIOENENPULSE MEDIA GROUP HR-STRATEGIEËN EN PENSIOEN
Nederland is per 1 januari 2016 een
nieuw soort pensioenuitvoerder
rijker: het algemeen pensioenfonds (APF).
Centraal Beheer is een van de partijen die
een algemeen pensioenfonds opricht.
Zeven vragen hierover aan Rob ter Mors,
directeur Pensioen bij Centraal Beheer.
Wat is een APF?
“Een algemeen pensioenfonds (APF)
is een nieuw type pensioenfonds
en een aanvulling op bestaande
pensioenuitvoerders, zoals verzekeraars,
premiepensioeninstellingen en pensioen-
fondsen (bedrijfstak -, ondernemings-
en beroepspensioenfondsen). Een
APF bestaat uit collectiviteitskringen.
Deze collectiviteitskringen bieden de
mogelijkheid om verscheidene pensioen-
regelingen te bundelen in één kring,
zonder dat dit invloed heeft op een andere
kring binnen hetzelfde APF. Binnen die
kring delen de deelnemers de risico’s
en de resultaten. Daarbij kun je denken
aan de resultaten van beleggingen en
de risico’s van arbeidsongeschiktheid,
overlijden of lang leven.”
Waarom een nieuwe pensioenuitvoerder?
“Het APF is in eerste instantie in het leven
geroepenomdeconsolidatievanmetname
pensioenfondsen te vergemakkelijken.
Die behoefte zien we in het bijzonder bij
de ondernemingspensioenfondsen. Van
alle ondernemingspensioenfondsen die
er zijn, heeft een groot aantal te maken
met uitdagingen op het gebied van
toekomstbestendigheid. Zo hebben ze
moeite om te voldoen aan steeds hogere
eisen die aan fondsbestuurders worden
gesteld. Daarnaast hebben ze te maken
met de lage rente, waardoor beleggingen
minder opbrengen. Ook nemen de
uitvoeringskosten toe. Bovendien moeten
ze meer uitkeren, doordat mensen langer
leven, en dus langer gebruikmaken van
een pensioenuitkering. Tegelijkertijd
neemt de instroom van nieuwe premies
af omdat er minder jonge werkenden zijn,
terwijl het aantal ouderen toeneemt.”
Voor wie is het APF interessant?
“Naast ondernemingspensioenfondsen
kunnen ook beroepspensioenfondsen,
niet-verplichtgestelde bedrijfstakpen-
sioenfondsen en natuurlijk werkgevers
met een verzekerde pensioenregeling
toetreden tot het APF. We zien zeker
ook bij deze laatste groep een grote
belangstelling. Werkgevers met een
verzekerde uitkeringsovereenkomst (DB),
zowel eind- als middelloonregelingen,
zien de premies de afgelopen jaren flink
stijgen. Dat komt met name door de lage
rente en stijgende levensverwachting.
Hierdoor worden de ‘nominale garanties’
steeds duurder. Maar naast uitkerings-
overeenkomsten mogen APF’en ook
(netto-)premieovereenkomsten (DC)
Zeven vragen aan Rob ter Mors over het
algemeen pensioenfonds aanbieden.
Eigenlijk is het APF dus interessant voor
alle werkgevers die niet bij een verplicht
gesteld bedrijfstakpensioenfonds zijn
aangesloten.“
Waaruit blijkt deze interesse?
“Naast onze eigen gesprekken met
werkgevers en pensioenfondsen en de
vele vragen die wij ontvangen lieten wij
onlangs onderzoek doen door Motivaction
onder deze doelgroep. Van de werkgevers
met een ondernemingspensioenfonds
vindt meer dan de helft zijn pensioen niet
toekomstbestendig. Zij overwegen hun
pensioenregeling te wijzigen of bij een
andere uitvoerder onder te brengen. Die
onzekerheid over de houdbaarheid van
pensioenenheerstookbijeengrootdeelvan
de grote werkgevers met een verzekerde
regeling. Bij pensioenfondsbestuurders
speelt dit nog meer. Zo blijkt dat
zij bijna allemaal twijfelen over de
toekomstbestendigheid van de eigen
regelingen. Het APF biedt uitkomst voor
veel van de uitdagingen waar werkgevers
en pensioenfondsen voor staan.”
Wat zijn de voordelen van een APF?
“Het APF biedt een platform voor
consolidatie van pensioenfondsen en
daarmee schaalvoordelen in besturing,
administratie en vermogensbeheer. Ten
opzichte van bedrijfstakpensioenfondsen
biedt het APF meer flexibiliteit, bredere
toegankelijkheid en mogelijkheden voor
behoud van de eigen identiteit. Als je een
APF vergelijkt met verzekeraars, zie je dat
een APF geen nominale garanties biedt
en daar dus ook geen kosten voor maakt.
Omdat het APF onder een ander toezicht
valt, namelijk het Financieel
Toetsingskader, zijn er meer mogelijk-
heden om te beleggen. Dat vertaalt zich
in een hoger verwacht pensioen en een
indexatieambitie. Vergeleken met een
premiepensioeninstelling (PPI) voert
het APF niet alleen DC- maar ook DB-
regelingen uit, wordt niet alleen de
opbouwfase, maar ook de uitkeringsfase
aangeboden, en werkt een APF met slechts
één overeenkomst voor alle regelingen.
Alles onder één dak dus. Als je kijkt
naar de gemiddelde werkgever, heeft
deze vanuit het verleden verscheidene
pensioentoezeggingen open. Vaak een
uitkeringsovereenkomst (DB), en voor
nieuwe medewerkers en/of vanaf een
bepaald salaris, een premieovereenkomst
(DC). Juist het APF kan en mag alle soorten
regelingen geïntegreerd aanbieden en
uitvoeren.”
Wat maakt het Centraal Beheer APF
bijzonder voor werknemers?
“Ten eerste is dat ons streven naar zoveel
mogelijk pensioen per euro inleg. Want
daar draait het uiteindelijk om. Dat
bereikenwenietalleendankzijlagekosten
door onder meer schaalgrootte, maar ook
door goed fiduciair management en slim
vermogensbeheer. Wat daar ook
aan bijdraagt, is een nieuwe manier
van beleggen bij DC regelingen;
‘automatisch sturen’ en daarnaast ook
de mogelijkheid om door te beleggen
door de pensioendatum. Ten tweede
willen wij werknemers meer de regie
geven over hun pensioen. Dat doen
we door inzicht te bieden in de totale
oudedag, plus de mogelijkheden om
(bij) te sturen. Werknemers krijgen
online een samenhangend inzicht in alle
pensioenpotjes.Daarvooriseenkoppeling
gemaakt met het Pensioenregister,
waardoor ook pensioenen van vorige
werkgevers naar voren komen. Verder
komen ook de AOW-gegevens in beeld.
Tot slot kan de werknemer spaargeld
en andere (individuele) pensioenpotjes
toevoegen. Zo ontstaat een totaalbeeld
van de oudedag. Ook bijzonder is dat
we communiceren in termen van netto
besteedbaar inkomen van vandaag.
Hiervoor hebben we een koppeling met
het Nibud en geven we een indicatie van
de uitgaven, die de werknemer natuurlijk
kan aanpassen. De cijfers straks rekenen
we terug naar bedragen van vandaag
de dag, dus het netto reëel besteedbaar
inkomen.”
Zijn er nog bijzonderheden aan het
Centraal Beheer APF voor werkgevers
en pensioenfondsen?
“Jazeker, ik noem er drie. Ten eerste ons
streven om werkgevers te ontzorgen.
Zij kunnen bij ons terecht voor alle
pensioenvormen (DB en DC), ook in
combinatie met elkaar. De communicatie
daarover verloopt digitaal en via één
portaal, waarbij een koppeling kan worden
gemaakt naar de salarisadministratie van
dewerkgever.Eentweedepluspuntvanhet
Centraal Beheer APF is dat van inspraak en
zeggenschap. Dit vindt plaats zowel vanuit
het belanghebbendenorgaan, als via de
digitale community ‘SamenPensioen’.
Ook via deze community willen wij
werknemers en werkgevers betrekken
bij hun pensioen. Als derde noem ik
nog de wijze waarop we tegemoet
komen aan de consolidatiebehoefte
van pensioenfondsen; we bieden een
eigen kring met een eigen belang-
hebbendenorgaan. Vanuit deze Eigen
kring kunnen zij later ook toetreden tot
een of meer van de standaard kringen.
Welke keuze ze ook maken; via een
uitgebreide transitieservice ondersteunen
wij hen daarbij.”
Zeven vragen aan Rob ter Mors over het algemeen pensioenfonds
ADVERTORIAL
Wilt u meer weten over de
pensioenoplossingen van het Centraal
Beheer Algemeen Pensioenfonds?
Kijk dan op www.centraalbeheer.nl/apf
Meer informatie
Rob ter Mors
“Het APF is in eerste instantie
in het leven geroepen om
de consolidatie van met
name pensioenfondsen te
vergemakkelijken”
“Wij willen werknemers
meer de regie geven over hun
pensioen”
S
inds 1 januari 2016 is het mogelijk een
Algemeen Pensioenfonds op te richten. Een
APF is een pensioenfonds dat een of meer
pensioenregelingen uitvoert. Het APF heeft drie
‘doelgroepen’: ondernemingspensioenfondsen
en bedrijven die defined benefit (DB)- of defined
contribution (DC)-pensioenregelingen hebben bij een
verzekeraar. Inmiddels heeft De Nederlandsche Bank
de eerste vergunningen verleend voor de oprichting
van een APF.
Het aantal ondernemingspensioenfondsen is de
afgelopen tien jaar met zo’n 75 procent afgenomen.
De druk op de resterende fondsen blijft aanhouden
en naar alle waarschijnlijkheid zal ook de komende
jaren menig fonds besluiten te liquideren. Premies
voor DB-regelingen stijgen als gevolg van de lage
marktrente en de hoge levensverwachting fors. En in
de uitvoering van een DC-regeling gelden beperkingen
ten aanzien van de beleggingen. Deze moeten in de
aanloop naar de pensioendatum worden afgebouwd
en tijdens de uitkeringsfase mag zelfs helemaal niet
belegd worden. Die laatste regel kan, zeker als het
pensioenkapitaal tegenvalt, grote gevolgen hebben
voor de uiteindelijke pensioenuitkering. Doorbeleggen
na de pensioendatum biedt deelnemers immers
de kans op een hoger, maar ook het risico op een
lager, pensioen. In al die gevallen kan een APF een
alternatief zijn.
Collectiviteitskringen
Werkgevers kunnen bij een APF hun pensioenregeling
in afzonderlijke collectiviteitskringen onderbrengen.
Door de strikte vermogensscheiding ontstaat
er geen overdracht tussen de kringen. De
pensioenbeleggingen worden alleen gebruikt
voor pensioenuitkeringen van de deelnemers aan
de betreffende kring. Een multi-clientkring kan
bestaan uit diverse bedrijven maar ook uit kleine
en middelgrote pensioenfondsen. Voor iedere kring
wordt een ander beleggingsbeleid, dekkingsgraad,
premie- en indexatiebeleid gehanteerd. Grote
pensioenfondsen en grote ondernemingen kunnen
ervoor kiezen hun pensioenregeling onder te brengen
in een single-clientkring. Op die manier kunnen zij
een bestaande regeling indien gewenst zelfs een op
een voortzetten.
Keuze kring van groot belang
Soms zal een APF starten met diverse kringen met
een aantal opties voor regelingen. Een ander APF
start wellicht met slechts één kring en zal dat aantal
in een later stadium uitbreiden. Het beleid van een
kring is direct van invloed op de premiehoogte en
de potentiële waardeontwikkeling door offensief
of juist defensief te beleggen. Een kring die kiest
voor een hoge dekkingsgraad kent een hoge premie.
Een kring die een lagere dekkingsgraad accepteert,
berekent een lagere premie, maar het risico op een
korting is aanmerkelijk groter. “Welk beleid past
bij jouw bedrijf en wat wil je je werknemers bieden?
Dat is de vraag waar het om draait”, stelt hoogleraar
pensioenrecht Erik Lutjens. “Ga je voor zekerheid
of wil je je medewerkers de kans bieden op een
hoger pensioen met het risico dat het ook lager kan
uitvallen.”
Invloed op beleid
Net als andere pensioenfondsen valt ook een APF
onder de governancewetgeving. Het APF is een
stichting met een onafhankelijk bestuur, een raad van
toezicht en per kring een belanghebbendenorgaan.
Dit orgaan bestaat uit vertegenwoordigers van
de werkgevers, de werknemers in actieve dienst
en de werknemers die al met pensioen zijn. Het
belanghebbendenorgaan heeft over sommige
onderwerpen adviesrecht. Op het moment dat
het bestuur niets doet met een negatief advies
kan het orgaan de kwestie voorleggen aan de
Ondernemingskamer. Deze instantie kan het besluit
blokkeren indien het in redelijkheid niet genomen
had kunnen worden.
Algemeen Pensioenfonds officieel van start
4 PENSIOENEN PULSE MEDIA GROUP HR-STRATEGIEËN EN PENSIOEN
Steedsmeerbedrijvenwillenwerknemers
compenseren voor de versoberingen
in de pensioenregeling die de afgelopen
jaren zijn doorgevoerd. Ook een overgang
van een DB naar een DC-pensioen is voor
werkgevers aanleiding om een extra
pensioenpotje voor de medewerkers op te
tuigen. “Wij zien een groeiende trend om
hierin te faciliteren”, aldus Ronald Sminia
van NN Investment Partners.
Werkgevers op zoek naar compensatie-
mogelijkheden
“Wij merken dat steeds meer werkgevers
op zoek zijn naar een manier om hun
medewerkerstecompenserenenvoorhen
iets extra’s te regelen”, vertelt Sminia, bij
NN IP verantwoordelijk voor beleggings-
platform FitVermogen.nl. “Wij bieden
sinds ruim een jaar een aanvullende
pensioenoplossing aan en hebben
inmiddels al tientallen werkgevers als
klant. De belangstelling is groot: er zijn op
dit moment ook diverse ondernemingen
die zich op de oplossing oriënteren of
bezig zijn met de implementatie.”
Flexibele invulling voor werkgevers
Hoe de extra opbouw precies wordt
ingevuld verschilt van werkgever tot
werkgever. Als het gaat om compensatie
voor de overgang van DB naar DC,
wordt vaak alle werknemers een extra
pensioenpakket in de derde pijler
aangeboden. “Bij ons kan dat op zowel
individuele als collectieve basis. In
de laatste variant kan de werkgever
direct vanuit de salarisadministratie
op de beleggingsrekeningen van de
werknemers storten”, legt Sminia uit.
Sommige bedrijven kiezen ervoor
om alleen de groep medewerkers te
compenseren met een salaris boven
de €101.519,- (2016). Hiervoor heeft
FitVermogen een fiscaal vriendelijke
pensioenvariant beschikbaar in de vorm
van een nettolijfrente.
Mailtje sturen niet voldoende
Veel ondernemingen ervaren zorgplicht
richting het pensioen van hun
werknemers. Een goed pensioen is ook een
mooi uithangbord voor een bedrijf. Het valt
echter niet altijd mee om de boodschap
over te brengen dat pensioen echt iets
is om je (regelmatig) in te verdiepen.
“Weinig mensen zijn direct ontvankelijk
voor het onderwerp. Een mailtje sturen
of een bericht op intranet plaatsen is niet
voldoende, blijkt in de praktijk. Wij helpen
ondernemingen graag om het onderwerp
aan te kaarten. Voor bedrijven loont het
echt om mensen bewust te maken van het
onderwerp pensioen. Het is een grote stap
richting verantwoord werkgeverschap.”
Sparen of beleggen?
Is sparen voor pensioen niet beter?
“Beleggen is al geruime tijd de enige
manier om op (middel-)lange termijn
voldoende rendement te genereren. Niet
voornietsbeleggenallepensioenfondsen”,
vindt Sminia. “Aan beleggen zijn
natuurlijk risico’s verbonden: je kan
je inleg (gedeeltelijk) kwijtraken. Maar
beleggen is voor pensioenopbouw meer
dan een interessant alternatief.”
FitVermogen biedt met FitVoorLater
een beleggingsoplossing die speciaal
is ingericht om extra vermogen voor
pensioen op te bouwen. “Deelnemers
profiteren van transparantie, lage
kosten en bekroonde beleggingsfondsen.
De sterke prijs-kwaliteitverhouding
is recent ook weer bevestigd in
onderzoeken van de Consumentenbond
en Beleggingsmatch.nl”, aldus Sminia.
“Wij bieden daarnaast een reguliere én
fiscaal-vriendelijke beleggingsrekening
(netto-lijfrente) en de mogelijkheid om
collectief te storten.”
Vrijblijvend op de koffie
Lezen over pensioen is één, maar een
gesprek werkt vaak extra verhelderend,
vindtSminia.“Ikkomgraagopdekoffieom
vrijblijvend van gedachten te wisselen over
de wensen die in uw organisatie leven.”
ADVERTORIAL
Werkgevers willen extra pensioenpotje voor werknemers
Webpagina FitVoorLater.nl
Brochure werkgevers
Uitlegvideo (02:17)
FitVermogen.nl
info@FitVermogen.nl
070 – 379 19 19
Ronald Sminia
Ronald.Sminia@NNIP.com
06 – 52 42 01 30
Meer informatie
Winnaar cash innovatieprijs 2016 Ronald Sminia, directeur FitVermogen.nl
PULSE MEDIA GROUP | MVO
Mogelijkheden en risico’s
Wie overweegt over te stappen naar een APF moet
goed op de hoogte zijn van de mogelijkheden en
van de risico’s. “In tegenstelling tot verzekerde
regelingen is het, net als bij andere pensioenfondsen,
ook bij een APF niet uitgesloten dat pensioenrechten
worden gekort”, stelt Lutjens. “Daar staat tegenover
dat een APF, net als pensioenfondsen, het vermogen
belegt en dat daarmee ook de kans bestaat op een
zodanig resultaat dat indexatie tot de mogelijkheden
behoort.” Voordeel van een nieuw gestart APF is dat
er geen resultaten uit het verleden meetellen. Een
APF moet bij aanvang beschikken over een houdbare
financiële opzet. Dat biedt de mogelijkheid om direct
vanaf de start beter te sturen in de financiële positie.
De andere kant van de medaille is dat een APF ook
nog geen ‘bewijs’ kan leveren voor goede prestaties.
Kosten en opbrengsten
Het APF is niet de oplossing voor alle problematiek
die in het verleden is ontstaan. Als een pensioenfonds
een weinig rooskleurige financiële positie heeft,
zal dat niet direct veranderen in een florerend
geheel. Wel kan een APF, dankzij de bundeling van
krachten, schaalvoordelen behalen bij beleggen en is
het mogelijk de werkzaamheden uit te voeren tegen
een lager kostenniveau. Daardoor kunnen, zeker
voor deelnemers die overstappen uit een verzekerde
regeling, aanmerkelijke voordelen worden behaald.
Verzekeraars vragen momenteel garantieopslagen
die soms tot een derde van de totaal te betalen premie
kunnen oplopen. Dat betekent dat slechts twee derde
van de premie beschikbaar is voor het pensioen. Bij
een APF wordt, afgezien van een klein deel van kosten
en risicopremies, vrijwel de volledige premie belegd.
Details
Net als bij het aangaan van andere contracten
is het verstandig om aandacht te besteden aan
details. “Stel veel vragen en neem niet zonder
meer genoegen met een standaardregeling”,
adviseert bijzonder hoogleraar pensioenrecht Mark
Heemskerk. “En zorg dat de financiële en juridische
gevolgen van entree en exit duidelijk zijn voordat
je iets ondertekent.” Garanties voor wat betreft
resultaten kan niemand geven. Maar er kunnen
en moeten wel afspraken worden gemaakt op het
gebied van bijvoorbeeld beperking van kosten en
de premieontwikkeling tijdens en na de eerste
contractperiode. Ook welke partij bevoegd is om
de regeling te wijzigen en op welke punten, dient
te worden vastgelegd. “Je kunt contractbepalingen
laten wijzigen en extra bepalingen laten opnemen in
de uitvoeringsovereenkomst zodat duidelijk is wie
bevoegd is dingen te wijzigen.”
Relatie beëindigen
Hoewel het de opzet is om een langdurige relatie
aan te gaan, is het van belang op voorhand rekening
te houden met de mogelijkheid dat het contract na
korte of langere tijd wordt beëindigd. Hoe zit het met
de opzegtermijn? Welke financiële verplichtingen
resteren nadat je hebt opgezegd? Wat gebeurt er met
het belegd vermogen? Ook hiervoor dienen in de
overeenkomst bepalingen te worden opgenomen. Net
als de transitie bij toetreding moet ook de transitie bij
uittreding zorgvuldig plaatsvinden.
Van onze redactie
Auteur: Petra Lageman
5PENSIOENENPULSE MEDIA GROUP HR-STRATEGIEËN EN PENSIOEN
Nu het bewustzijn rondom pensioenen
groeit, stijgt de vraag naar flexibiliteit
en keuzevrijheid. Tel daarbij op de
veranderende wetgeving en groeiende
groep 65-plussers, en het is duidelijk dat
we niet meer om pensioen heen kunnen.
Allianz heeft haar pensioenassortiment
daaromuitgebreid.“Daarbijisnadrukkelijk
geluisterd naar de wensen van adviseurs
en klanten”, vertelt Mart Vreven,
directeur Pensioen bij Allianz Leven.
“Allianz heeft voor alle klanten nieuwe
pensioenproducten ontwikkeld: de dga
(directeur-grootaandeelhouder), het mkb
en ook de zzp’er, nu met BrightPensioen
een samenwerking is gestart”, zegt Henk
Boeve, CEO Allianz Leven.
Optimale lifecycle
Allianz biedt voor pensioenen uitsluitend
beschikbare premieregelingen, ook wel
defined contribution (DC)-regelingen
genoemd. Dit type pensioenregeling
wordt veelvuldig genoemd in de
pensioendialoog over het toekomstige
pensioenstelsel. Boeve: “Wij geloven
dat DC de beste pensioenregeling is,
en de lifecycles (beleggingsprofielen)
daarbinnen cruciaal. We hebben alle tijd
en energie gestoken in het ontwikkelen
van lifecycles die leiden tot een optimale
risico-rendementsverhouding. De
expertise van Allianz als een van de
grootste beleggers ter wereld zorgt
ervoor dat we de premies zo beleggen
dat we een maximaal pensioenresultaat
voor de deelnemer behalen met zo
min mogelijk kans op negatieve
schokken.” Hoe Allianz de premies
precies voor een deelnemer belegt, dát
hangt af van de keuzemogelijkheden
die de werkgever beschikbaar
stelt. Een werkgever kan kiezen uit
verschillende beleggingsprofielen voor
de deelnemer: actieve en passieve life-
cycles en zelf beleggen. Naast de eigen
beleggingsfondsen, stelt Allianz ook
beleggingsfondsen van BlackRock en
Lyxor beschikbaar. Hiermee wordt een
maximale risicospreiding bereikt.
Heldere communicatie
Om deelnemers de juiste keuzes te laten
maken, is de pensioencommunicatie
flink op de schop gegaan. Via een nieuwe
persoonlijke online portal kunnen
deelnemers hun voorkeuren voortaan
aangeven. En er valt veel te kiezen. In de
opbouwfase van het pensioen is de Allianz
Pensioenklik een mogelijkheid voor de
deelnemer die 100 procent zekerheid
wil. Ook doorbeleggen behoort tot de
mogelijkheden.Zodradepensioendatumin
zicht komt, kan de deelnemer kiezen voor
een hoog/laag-constructie en wel of geen
stijgendeuitkering.Eenfinancieeladviseur
wordt daarom door Allianz aangeraden
voor werkgevers en deelnemers. “De
nieuwe online portal is met oog op de
deelnemerszogebruiksvriendelijkmogelijk
ingericht”, vertelt Boeve. Vreven, eerder
jarenlang werkzaam als pensioenadviseur
en daarom als geen ander bekend met
het perspectief van de klant, beaamt dit:
“Deelnemers zien in hun persoonlijke
portal grafieken, afbeeldingen en heldere
bedragen. Waar vaak alleen brutobedragen
worden genoemd, toont Allianz ook de
nettobedragen, zodat het werkelijke bedrag
dat straks op de rekening komt, geen
verrassing zal zijn.”
Deelnemer meer aan het roer
“De tijd dat werkgevers alle pensioen-
beslissingen namen, ligt achter ons”,
zegt Boeve. De deelnemer staat meer zelf
aan het roer. Voor de deelnemer die geen
keuze wil maken, is een default passieve
lifecycle mogelijk: een pensioenprofiel
geschikt voor de gemiddelde deelnemer.
Allianz heeft geluisterd naar de markt
en het pensioenassortiment hierop
aangepast. “Bij Allianz zijn er meer
smaken, meer krachtige oplossingen én
meer verantwoordelijkheden”, besluit
Vreven. De taak van Allianz is eigenlijk
eenvoudig: zo goed mogelijk beleggen en
zo helder mogelijk communiceren.
ADVERTORIAL
Uw pensioen bij Allianz: ‘Goed beleggen, helder communiceren’
Mart Vreven
088 – 577 60 31
mart.vreven@allianz.nl
Meer informatie
Mart Vreven
Henk Boeve
PULSE MEDIA GROUP HR-STRATEGIEËN EN PENSIOEN6 SOCIAAL ZEKERHEIDSRECHT
Het APF is een nieuwe
pensioenoplossing voor fondsen
en bedrijven in de tweede pijler
van de pensioenmarkt. “Het is een
toekomstbestendige oplossing die een
antwoord biedt op een aantal problemen
waarmee fondsen en bedrijven momen-
teel kampen”, vertelt Maarten van der
Tuin, directeur van AZL. AZL is met NN
Investment Partners de oprichter van De
Nationale APF “Pensioenfondsen worden
in toe-nemende mate geconfronteerd
met zwaardere eisen aan deskundigheid
van de bestuurders, hogere kosten en een
complexere beleggingsomgeving.”
Waarom overwegen werkgevers de
overstap naar een APF?
“Het besturen van een ondernemings-
fonds vereist niet alleen steeds meer
kennis en ervaring maar vergt ook
steeds meer tijd. Het is niet iets wat je
erbij doet en daarom is het voor veel
bedrijven moeilijk om mensen bereid te
vinden zitting te nemen in een bestuur.
Daarnaast worden bedrijven die hun
regeling hebben ondergebracht bij een
verzekeraar nog weleens geconfronteerd
met steeds hogere premies.”
Kunnen fondsen hun eigen regeling en
hun opgebouwde vermogen binnen een
APF apart houden van andere fondsen?
“Een APF biedt multi-cliëntkringen
waarbinnen verschillende fondsen en
werkgevers kunnen samenwerken.
Dankzij die samenwerking ontstaan
schaalvoordelen en dat biedt mogelijk-
heden tot, soms aanzienlijke, kosten-
reductie. Een multicliëntkring biedt de
meeste schaalvoordelen. Maar een APF
biedt grotere fondsen ook de mogelijkheid
om een eigen kring te realiseren en zo
het vermogen afgescheiden te houden
van andere kringen en deelnemers. Zo’n
eigen kring kan een van de aangeboden
beleggingsstrategieën volgen maar ook
kiezen voor een eigen strategie.”
Hoe verloopt een eerste gesprek met
een APF?
“Het is heel belangrijk dat een
inventarisatie wordt gemaakt van de
huidige regeling. Daarna is de vraag
wat de wensen zijn. En vervolgens
moet duidelijk worden hoe dat alles
inpasbaar is in het alternatief dat
wordt geboden. De Nationale Algemeen
Pensioenfonds biedt veel keuzevrijheid.
Maar hoe meer wordt afgeweken van
de standaardmogelijkheden die wij
hebben ontwikkeld, hoe minder van het
kostenvoordeel kan worden geprofiteerd.
Bij De Nationale APF worden de
keuzemogelijkheden en de consequenties
van die keuzes tot in detail duidelijk
gemaakt zodat de werkgever tot een goed
besluitvormingsproces kan komen.”
Is het belangrijk dat de werkgever zich
laat begeleiden door een onafhankelijke
expert?
“Natuurlijk zal De Nationale APF
de diensten van experts zoals van
experts zoals actuarissen, juristen en
beleggingsexperts aanbieden om vragen
te beantwoorden en de werkgever
en werknemers zo goed mogelijk te
voorzien van informatie. Maar het is
niet meer dan logisch dat werkgevers
een onafhankelijke consultant mee laten
kijken en denken. Het gaat immers om
een beslissing die grote gevolgen heeft
voor de financiële toekomst van de
werknemers.”
Wat zijn de vervolgstappen bij een
positieve beslissing?
“De transitie moet goed worden
voorbereid en foutloos worden
uitgevoerd. Het is geen kwestie van een
offerte sturen en ondertekend retour
krijgen waarna een APF het wel eventjes
zal regelen. Overstappen naar een APF
is niet simpelweg het onderbrengen
van de pensioenregeling bij een andere
organisatie. Het gaat ook en zelfs vooral
om de wijze waarop wordt omgegaan
met de beleggingen en de al opgebouwde
rechten van werknemers. Doorgaans
zijn daar grote bedragen mee gemoeid.
De gevolgen van die transitie moet
je vooraf goed doorrekenen zodat bij
besluitvorming iedereen al op de hoogte
is van de financiële gevolgen.”
INTERVIEW met Maarten van der Tuin
Oplossing voor pensioenfondsen
De Nationale APF (vetgedrukt)
Contactpersoon: Dennis van Dinter
06-50280135
dennis.van.dinter@denationaleapf.nl
www.denationaleapf.nl
Meer informatie
Maarten van der Tuin
Per 1 januari 2017 treedt het slotstuk
van de BeZaVa in werking en worden
WGA Vast en WGA Flex samengevoegd.
Eigenrisicodrager voor de WGA worden
of blijven is een vraag die vele werkgevers,
met de naderende deadline, momenteel
bezighoudt. Wat hebben werkgevers nodig
omtoteenhelderadviestekomen,rekening
houdend met de wet- en regelgeving?
Deskundige ondersteuning is noodzakelijk
om de vraag te kunnen beantwoorden of
WGA-eigenrisicodragerschap ook na 1
januari 2017 strategisch de beste keuze is,
legt Daniel Classen, RADI – Recura, uit.
De werkgever is twaalf jaar ver-
antwoordelijk voor een arbeidsongeschikte
(ex-)werknemer en krijgt de kosten o.a.
toegerekend middels de gedifferentieerde
werkhervattingskaspremie (WHK). Dat is
eenfinancieelrisicowaarvandekostenfors
kunnen oplopen. Door een aantal recent
doorgevoerde wetswijzigingen neemt de
omvang van dit risico verder toe. Hoe gaat
u als werkgever om met deze risico’s?
Een overzicht van de situatie per 1
januari 2017:
• Samenvoegen WGA Vast en WGA
Flex tot één WGA Totaalpremie
• Invoering publieke terugkeerpremie
WGA op basis van de zogenaamde T-2
systematiek. Geen minimumpremie
meer bij terugkeer naar het UWV
• De staartlasten blijven per 2017 voor
de (middel)grote werkgever achter
bij het UWV. Ontstaat daarmee een
gelijker speelveld tussen UWV en
verzekeraar?
• Bij terugkeer naar het UWV blijft men
verplicht drie jaar publiek verzekerd
Garantieverklaring ook voor WGA-flex
Als WGA-eigenrisicodrager bent u wettelijk
verplichtomeenbank-ofgarantieverklaring
te overleggen aan de Belastingdienst.
Deze wordt meestal verstrekt door een
private verzekeraar. Wanneer u vanaf 2017
eigenrisicodrager wilt blijven of worden,
moet u uw garantieverklaring voor WGA
uitbreiden met WGA Flex. Doet u dit niet
(of niet tijdig) dan wordt u voor een periode
van drie jaar automatisch bij het UWV
verzekerd voor de WGA. Bestaande WGA-
eigenrisicodragers hebben tot 1 januari
2017 de tijd om een garantieverklaring in te
dienen bij de Belastingdienst. Werkgevers
die nog publiek verzekerd zijn hebben tot 1
oktober 2016 de tijd om een keuze te maken.
Voor die werkgevers is geen uitstel tot 1
januari 2017. Dit betekent dat de adviseur
rekening dient te houden met verschillende
termijnen.
WGA en Ziektewet
Eigenrisicodragerschap voor de WGA staat
los van eigenrisicodragerschap voor de
Ziektewet. Dit betekent dat u kunt kiezen
om wel eigenrisicodrager te worden voor
de Ziektewet, maar niet voor de WGA
en andersom. De meeste verzekeraars
zullen echter een combinatie van WGA
en Ziektewet verlangen. Daarnaast dient
voor het Ziektewet-eigenrisicodragerschap
vóór 1 oktober 2016 een definitieve
keuze gemaakt te zijn. Er moet dus
rekening gehouden worden met de
WGA in combinatie met Ziektewet en de
geldende termijnen. Daarnaast blijkt het
acceptatiebeleid van de verzekeraars in
de praktijk weerbarstig te zijn. Er worden
vaak eisen gesteld met betrekking tot een
verplichte combinatie ziekteverzuim,
Ziektewet-eigenrisicodragerschap
(verzekering)ofarbo-/ZW-dienstverlening.
Premievergelijk of inzetbaarheid?
Momenteel komen verzekeraars met
voorstellen ter verlenging van WGA-
contracten. Opvallend is dat er nog
veelvuldig op basis van premie een
advies wordt samengesteld. Daarnaast
wordt er veel gedifferentieerd naar
grootte van de loonsom van organisaties
in de advieswereld. Mede door
samenvoegen van WGA Vast en WGA
Flex wordt inzetbaarheid, re-integratie
en schadelastbeheer steeds belangrijker.
Focus op inzetbaarheid start niet bij
arbeidsverzuim van een medewerker
maar is een continu proces binnen uw
organisatie. Het is ook niet samen te vatten
naar één verantwoordelijke (afdeling),
maar is de verantwoordelijkheid van
ieder betrokken persoon. Op die manier
blijven de kosten structureel laag en
wordt niet enkel naar een ‘hokje’ gekeken,
maar wordt inzetbaarheid een duurzaam
begrip. Hierdoor kan een strategisch en
goed onderbouwd besluit naar WGA Totaal
worden genomen.
EXPERTBIJDRAGE van Daniel Classen
De weg naar WGA Totaal
Recura
Marshalllaan 2
2625 GZ Delft
0800 66 55 333
info@recura.nl
www.recura.nl
Meer informatie
PULSE MEDIA GROUP | MVO
D
e wet WGA (Werkhervatting Gedeeltelijk
Arbeidsongeschikten) gaat per 1 januari
2017 veranderen. Het hybride stelsel, waarbij
verzekeren via het UWV of private verzekeraars
mogelijk is, blijft gehandhaafd. Maar met name voor
tijdelijk personeel verandert er veel en dat heeft
gevolgen voor elk bedrijf. Daar komt bij dat werkgevers
bepaalde keuzes al voor 1 oktober 2016 moeten maken.
Een overzicht
De Wet BeZaVa (beperking ziekteverzuim en
arbeidsongeschiktheid vangnetters) bepaalt dat een
werkgever twaalf jaar lang financieel verantwoordelijk
is voor een zieke (ex-)medewerker. Ook als die maar
tijdelijk in dienst is of was. Na twee jaar ziekte
(en verplichte doorbetaling door de werkgever)
ontstaat voor werknemers een gewijzigde situatie.
Een werkgever is dan nog tien jaar financieel
verantwoordelijk en hij betaalt mee aan de kosten voor
re-integratie en uitkering. Hoe ziet die uitkering er
momenteel uit?
De website van de Rijksoverheid geeft een simpele
weergave van de huidige situatie. De WIA is de wet
Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen. Er zijn
binnen de WIA twee verschillende uitkeringen: de WGA
(Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsongeschikten)
en de IVA (Inkomensvoorziening Volledig
Arbeidsongeschikten). Iemand krijgt een WGA-
uitkering als hij minstens 35 procent, maar maximaal
voor 80 procent arbeidsongeschikt is. Een WGA wordt
ook uitgekeerd als de werknemer minstens 80 procent
arbeidsongeschikt is, maar een redelijke kans op herstel
heeft: de werknemer is tijdelijk arbeidsongeschikt. Een
IVA wordt uitgekeerd als de kans op herstel heel klein
of nul is. Minder dan 35 procent arbeidsongeschikt?
Helaas, dan is er geen WIA-uitkering en blijft de
werknemer ‘gewoon’ in dienst, eventueel in een andere
of aangepaste functie. Maar het ontslagverbod bij ziekte
vervalt na twee jaar en de werknemer zal vaak alsnog
zijn baan verliezen.
Een werkgever kan ervoor kiezen om de kosten voor
WGA (en ook de Ziektewet trouwens) te verzekeren
via het UWV of om eigenrisicodrager (ERD) te worden.
De werkgever kiest er in het tweede geval bijna altijd
voor om een verzekering af te sluiten met een private
verzekeringsmaatschappij.
Wet vernieuwd
Tot zover de wet. Maar ook wetten zijn er om aangepast
te worden. In de Wet BeZaVa staat dat werkgevers
eigenrisicodrager kunnen worden voor de totale WGA-
lasten (vast en flex samen). Dit deel van de wet gaat
in op 1 januari 2017. Paul Koopman van het Verbond
van Verzekeraars stelt dat de wetgever na evaluatie
concludeerde dat de invoering van de WGA, tien jaar
geleden, een positief effect had op de beperking van
de instroom in de arbeidsongeschiktheidsregeling.
De instroom van werknemers in de WGA is hiermee
aanzienlijk lager dan tijdens het voorgaande regime
van de WAO. “Alleen profiteerden mensen met een
tijdelijk contract onvoldoende van deze ontwikkeling.
Daarom is besloten om voor de zogenaamde
flexwerkers dezelfde prikkels in te voeren als voor vast
personeel.” Voor de duidelijkheid: er zijn twee soorten
flexwerkers: de uitzendkrachten die verzekerd zijn
via de uitzendwerkgever en de mensen met tijdelijke
contracten die verzekerd zijn bij reguliere werkgevers.
Wibaut Jeurissen, econometrist en verbonden aan het
UWV, stelt dat er in feite sprake is van drie wijzingen
in de WGA. Ten eerste: de WGA-verzekering voor de
tienjaarslasten, zoals we die nu kennen voor vaste en
voor tijdelijke dienstverbanden, wordt samengevoegd
tot één verzekering. Dat heeft een aantal gevolgen.
Voor de WGA is er dus nog maar één premie, al zal dat
voor werkgevers die via het UWV verzekerd zijn niet tot
grote verschillen leiden. “Geen lastenverzwaring”, aldus
Jeurissen. “Maar voorheen konden werkgevers voor
WGA-vast, dus voor werknemers met een vast contract,
wél eigenrisicodrager worden en voor WGA-flex niet.
Dat gaat nu veranderen.” Eigenrisicodragers moeten
daardoor hun garantieverklaring uitbreiden, omdat
WGA-flex erbij komt.
Dat moet voor het eind van 2016 geregeld worden. Wie
eigenrisicodrager wil worden, kan dat elk jaar doen
per 1 januari en 1 juli. Dat moet drie maanden van
tevoren aangevraagd worden. Wie per 1 januari 2017
eigenrisicodrager wil worden, moet dat dus uiterlijk 1
oktober 2016 aanvragen. Een consequentie van deze
wijziging: een werkgever neemt iemand in dienst
met een tijdelijk contract. Als deze werknemer na een
maand ziek wordt en niet meer terugkeert, blijft de
werkgever twaalf jaar lang financieel verantwoordelijk.
Voorheen was het zo dat het contract van deze
werknemer niet werd verlengd, zodat hij ziek uit dienst
ging. Dit geldt nog steeds, maar het verschil is dat de
werkgever in kwestie de financiële consequenties voor
de ZW en eventueel later de WGA niet kan ontlopen.
Gelijk speelveld
De tweede en derde wijziging hebben te maken met
de Wet verbetering hybride marktwerking WGA. Deze
nieuwe wet is bedoeld om een aantal ongewenste
negatieve mechanismen in het huidige systeem weg
te werken. Jeurissen: “Het UWV heeft een aantal
onbedoelde voordelen ten opzichte van verzekeraars,
die ervoor zorgen dat het voor werkgevers heel
aantrekkelijk is om de overstap te maken van een
private verzekeraar naar het UWV.” Een ander punt
is dat overstappen moeilijk werd als er inmiddels
uitkeringen waren ontstaan, omdat de werkgever
deze staartlasten dan bij een verzekeraar moest
onderbrengen. Die rekende dat uiteraard door in
de offerte voor de premie. De nieuwe wet zegt dat
deze staartlasten kunnen achterblijven bij het UWV,
zodat het switchen van de ene naar de andere partij
makkelijker wordt. Werkgevers die terug willen
naar het UWV, krijgen een premie op basis van het
hele schadeverleden, terwijl zij voorheen ‘schoon’
terugkeerden. De schade bepaalt hiermee de hoogte
van de premie, maar wordt niet meegenomen, want
de uitkeringen blijven gewoon door de verzekeraar
betaald worden. Voorwaarde is wel dat zij minstens drie
jaar bij het UWV blijven. Overigens gaat de premie van
het UWV bij het achterlaten van de staartlasten niet
omhoog, omdat hiervoor de rentehobbel, een spaarpotje
dat in de eerste jaren van de WIA is opgebouwd, voor
ingezet wordt.
Van onze redactie
Auteur: Cor DolAanpassing WGA vraagt om zorgvuldige keuzes
7SOCIAAL ZEKERHEIDSRECHTPULSE MEDIA GROUP HR-STRATEGIEËN EN PENSIOEN
DE KRACHT VAN
DUURZAME
INZETBAARHEID
Goede keuze
Een resumé. Voor vaste én tijdelijke contracten kan
een werkgever straks dus kiezen voor verzekeren
van de WGA via het UWV, of om eigenrisicodrager
te worden en de WGA desgewenst te verzekeren bij
een private verzekeringsmaatschappij. Dan is de
volgende vraag: hoe maak je een goede keuze? Kees
Boer is partner bij een adviesbureau, dat verbonden
is met de Noordeloos Groep, en lid van Adfiz, de
branchevereniging van onafhankelijk financieel
adviseurs. “Of je nu de premie aan het UWV of aan
een verzekeringsmaatschappij betaalt, uiteindelijk
betaal je als werkgever toch”, stelt hij. De keuze wordt
daarom vooral ingegeven door de wens in hoeverre
de werknemer grip wil houden op de situatie rondom
zieke werknemers. “Wil je in control zijn? En de vraag
die dan volgt is of je al in control bent en bijvoorbeeld
een goed en gericht verzuimmanagement voert.”
Koopman noemt eveneens de grip op verzuim en re-
integratie als belangrijkste argument. Op die manier
neem je als werkgever de verantwoordelijkheid voor
preventie en re-integratie van arbeidsongeschikte
werknemers. Een werkgever kan zo meer invloed
uitoefenen om zoveel mogelijk mensen te behouden
voor de arbeidsmarkt en, niet onbelangrijk, op de
premielast. Boer nogmaals: “Veel werkgevers vinden
het onprettig om het uit te besteden aan het UWV,
waarvan ze geen idee hebben wat er vervolgens
gebeurt, maar wel de rekening op hun bordje
krijgen.” Hoewel tot nu toe niet is gebleken dat re-
integratie door commerciële partijen effectiever is
dan door het UWV, liggen hier wel kansen. Anderzijds
geldt weer dat het UWV, dat zonder winstoogmerk
werkt, een lager kostenniveau kan hanteren.
Mkb of groot bedrijf
Veel kleinere bedrijven missen de ervaring en routine
om actief beleid te voeren op verzuim en re-integratie.
De algemene tendens is dan ook dat zij kiezen voor
het UWV. Grote bedrijven hebben die routine en
mankracht (of zelfs complete afdeling) wel. Zij maken
in de regel andere keuzes. Maar zeker voor veel
ondernemers van middelgrote bedrijven is het zaak
om de keuze bewust te maken. Wim van den Boomen
(portefeuille sociaaleconomisch beleid LTO Nederland)
geeft een voorbeeld voor zijn branche. “Het merendeel
van de agrarische bedrijven is relatief klein en heeft
ook na 1 januari 2017 te maken met de sectorale WGA-
premie van het UWV. Hierdoor worden kleine bedrijven
minder zwaar belast. Middelgrote en grote bedrijven
krijgen door de samenvoeging meer keuzevrijheid
inzake de WGA-flex.” Het UWV publiceert de eigen
premies vanaf 1 september 2016. De organisatie stelt
online tools beschikbaar voor ondernemers om een
goede afweging te maken. Aan het overstappen van
privaat naar publiek zijn geen extra kosten verbonden.
Bij een overgang van publiek naar privaat
dient een garantieverklaring overlegd
te worden. Hier zijn in de regel
wel kosten aan verbonden.
Aangezien de keuze voor 1
oktober gemaakt moet
worden, verwacht Boer
een druk najaar. “In
een maand tijd moet
je beslissen of je
eigenrisicodrager
wilt worden
en overzien
wat daar de
consequenties
van zijn. Mijn
advies is dan
ook: laat je goed
informeren.”
Gevolgen voor
bedrijfsleven
Wat de
gevolgen voor
het Nederlandse
bedrijfsleven als geheel
zullen zijn, is vooralsnog
speculeren. Maar toch.
“Wij zien dat werknemers van
werkgevers die eigenrisicodrager
zijn, minder kans hebben om
arbeidsongeschikt te raken en dat er meer
werk wordt gemaakt om mensen die eenmaal
arbeidsongeschikt zijn geraakt, te re-integreren naar
betaald werk”, vertelt Koopman. Hij verwacht wel
8 SOCIAAL ZEKERHEIDSRECHT PULSE MEDIA GROUP HR-STRATEGIEËN EN PENSIOEN
Per 1 januari 2017 worden belangrijke
wijzigingen in de WGA doorgevoerd.
Met name voor het verzekeren van
tijdelijke arbeidskrachten verandert er
veel. Wat betekent dit voor ondernemers?
Theo van der Helm is commercieel
manager van SAZAS, gespecialiseerd in
verzuimmanagement. SAZAS heeft als
verzekeraar zijn roots in de agrarische
sector, maar is ook in andere markten
actief. Van der Helm geeft een toelichting.
Wat zijn de belangrijkste wijzigingen in
de WGA per 1 januari aanstaande?
“Je kon altijd al kiezen tussen
verzekeren van WGA via het UWV of
als eigenrisicodrager (ERD) en dan
desgewenst via een verzekeraar. Dit gold
echter alleen voor vast personeel, de
WGA voor tijdelijk personeel kon je niet
privaat verzekeren. Per 1 januari wordt
dit voor vast én voor tijdelijk personeel
één regeling. Dat betekent dat je als
werkgever vóór 1 januari opnieuw aan
moet geven of je WGA bij het UWV of
privaat wilt verzekeren. Het risico wijzigt
dus.”
Wat zijn andere overwegingen om deze
afweging juist nu opnieuw te maken?
“Als je voorheen bij het UWV weg wilde
en een eigenrisicodrager wilde worden,
moest je de staartlasten meenemen. Dit
zijn de oude lasten van de WGA-instroom
uit het verleden. Dat ging een verzekeraar
je dan uiteraard doorberekenen. Het
gevolg was dat er lange tijd geen sprake
was van een eerlijk speelveld. Dat gaat
nu veranderen: je kunt de staartlasten
bij het UWV achterlaten, dus je kunt
‘schoon’ naar een verzekeraar stappen
om het eigen risico te verzekeren. Je kunt
de stap ook andersom maken, van ERD
naar UWV. Dan zit je vervolgens wel drie
jaar aan het UWV vast. Dat zijn allemaal
afwegingen waar je je als ondernemer
bewust van moet zijn.”
Ook in de agrarische en groene sector is
veel sprake van tijdelijk personeel. Hoe
ziet u de ontwikkelingen?
“De kleine bedrijven zullen niet zo snel
bewegen en dat hoeft ook niet. Maar
voor middelgrote en grote bedrijven
is het wel zaak om zich bewust te
zijn van de keuzemogelijkheden en
consequenties. SAZAS is gespecialiseerd
in het verzekeren van het financiële
risico van arbeidsongeschiktheid en helpt
de werkgever met vraagstukken rondom
verzuim en arbeidsongeschiktheid.
Hoe kun je als werkgever bepalen wat
voor jou de beste keuze is?
“Met onze WGA-ERD keuzehulp kun je aan
de hand van enkele vragen bepalen of een
overstap interessant kan zijn. Verder zou
ik ondernemers in hun overweging willen
meegeven zich af te vragen hoe ze de regie
op de verzuimaanpak kunnen vergroten.
Dat helpt arbeidsongeschiktheid
en WGA-instroom te voorkomen en
daarmee bespaart de ondernemer
uiteindelijk het meeste geld. Dat is
ook de reden dat SAZAS WGA altijd in
combinatie met een verzuimverzekering
aanbiedt: onze 12-jaars aanpak. Dat
zorgt voor de beste regie op verzuim
en arbeidsongeschiktheid. Langdurige
arbeidsongeschiktheid voorkom je aan
de voorkant: door vanaf dag één te sturen
op reïntegratie. Dat vergt tijd en ervaring.
Die zorg kunnen wij de werkgever uit
handen nemen. In bepaalde gevallen
belandt een werknemer helaas in
de WGA. Ook dan is er nog veel wat
we kunnen doen voor werkgever en
werknemer. Onze WIA-expert geeft uitleg
en hulp over de WIA en WGA. Ook kan hij
ondersteunen bij een beschikking waar
de werkgever en werknemer zich niet in
kunnen vinden. Dat kan soms financieel
veel beter uitpakken voor de werkgever
en werknemer.”
INTERVIEW met Theo van der Helm
WGA-flex voor ondernemers
www.sazas.nl
Meer informatie
Theo van der Helm
PULSE MEDIA GROUP | MVO
dat met het toevoegen van werknemers met
een tijdelijk contract aan het hybride
stelsel WGA, een werkgever een
sterkere prikkel krijgt om in te
zetten op preventie en re-
integratie voor het totale
personeelsbestand. Voor
een werkgever die al
eerder een keuze
heeft gemaakt en bij
die keuze blijft, zijn
de veranderingen
volgens Jeurissen
niet immens.
De aanpassing
en vernieuwing
van de wet
werkt niet
lastenverzwarend
en is puur
bedoeld om de
hybride markt een
zetje te geven. “We
verwachten dat de
meeste werkgevers die
nu al eigenrisicodrager
zijn voor WGA-vast, dat straks
ook zullen zijn voor vast én flex.
Er ontstaat een wat gelijkmatigere
markt en werkgevers worden aangespoord
om een keuze te maken voor de langere termijn,
doordat kortetermijnpremievoordelen wegvallen.”
Kleine werkgevers (minder dan 10 man personeel)
betalen bij het UWV en bij verzekeraars bijna altijd
een sectorale premie; in de nieuwe situatie zal die
niet veel gaan veranderen. Middelgrote bedrijven - tot
100 man - hebben vaak dezelfde sectorale premie,
maar met een individuele component. Voor grote
werkgevers geldt een puur individuele premie. “Als
ik puur vanuit het UWV kijk, hebben de wijzigingen
weinig of geen effect op de sectorale premies.”
Van den Boom constateert dat de BeZaVa vanaf de
introductie in 2013 bij werkgevers in de agrarische
sector tot veel ongenoegen heeft geleid. “Er dient
WGA-flexpremie betaald te worden voor vangnetters,
terwijl werkgevers geen of nauwelijks invloed
hebben op de kwaliteit van de re-integratie.” Door de
invoering van de nieuwe wet kunnen middelgrote en
grote werkgevers ervoor kiezen om eigenrisicodrager
te worden en kunnen zij zelf afspraken maken over
de re-integratie. Hierdoor kunnen de WGA-kosten
worden beheerst. “Hoewel het ongenoegen over
de WGA-flex bij werkgevers blijft, zorgt de nieuwe
BeZaVa ervoor dat de belangrijkste pijnpunten worden
weggenomen.”
Contractengedoe
Op dit moment is het mogelijk om vrij eenvoudig
een eigenrisicodrager te worden, al zullen er in de
praktijk sectoren zijn die de private verzekeraars
moeilijk verzekerbaar vinden. Ook Boer verwacht in
dat kader geen al te grote wijzigingen. Wel: “Het idee
is dat de arbeidsmarkt uiteindelijk wat soepeler gaat
lopen. Veel werkgevers zitten met cao’s waarbij alles
zo ongeveer in beton is gegoten, terwijl van het mkb
nu juist gevraagd wordt om heel flexibel te reageren
op de veranderende marktomstandigheden.” En dat
betekent dat je je als ondernemer (pro-)actief op zult
moeten stellen: flexibel, soepel en alert reageren.
Dat vraagt om een arbeidsmarkt die daar in enige
mate in mee kan gaan. Als je als ondernemer sneller
mensen aan kunt nemen en kunt inleveren, zou die
gewenste soepelere arbeidsmarkt in de hand werken,
verwacht hij. Door mensen met een tijdelijk contract
en vast contract samen te voegen in één WGA, kan
het gesjoemel met contracten mogelijk tot een einde
komen. Het komt voor dat iemand met een contract
voor een oproepkracht standaard elke week 20 uur
op dezelfde dagen werkt. Maar als deze werknemer
ziek en/of arbeidsongeschikt wordt, is het niet de
verantwoordelijkheid voor de werkgever. Terwijl in
feite sprake is van een vast parttimedienstverband.
9SOCIAAL ZEKERHEIDSRECHTPULSE MEDIA GROUP HR-STRATEGIEËN EN PENSIOEN
Dit jaar maken werkgevers een
keuze voor de Wet Gedeeltelijke
Arbeidsongeschiktheid (WGA) in 2017.
Vóór 1 oktober kiezen zij of ze volgend
jaar eigenrisicodrager (ERD) zijn of niet.
Als een werkgever geen beslissing neemt,
keert hij terug naar of blijft bij UWV. Als
ERD is een werkgever maximaal twaalf
jaar financieel verantwoordelijk voor
zieke werknemers, dat kan oplopen
tot €200.000 per persoon. De private
uitvoering van de sociale zekerheid
verloopt aanzienlijk succesvoller,
ondervindt Maudie Derks, algemeen
directeur van Acture, de grootste private
uitvoerder van sociale zekerheid.
Waardoor slaagt Acture erin een drie
keer lagere doorstroom naar de WGA
van UWV te realiseren?
“Samen met UWV hebben wij medio
2014 een onafhankelijk onderzoek
laten uitvoeren om de uitstroom uit de
Ziektewet te vergelijken. Daaruit bleek dat
Acture gemiddeld een 50 procent kortere
verblijfsduur in de uitkering realiseerde
dan UWV. Dankzij de directe aanpak
vanaf de eerste dag van de melding en
door weer werk te gaan zoeken. Wij
ondersteunen de inzet van jobcoaches
die uitkeringsgerechtigden helpen bij het
vinden van werk.”
Welke geluiden bereiken Acture vanuit
het werkgeverskamp?
“Niet alle werkgevers realiseren zich dat
zij voor de keuze staan voor publiek of
privaat verzekeren, al voelen zij wel aan
dat er iets significants staat te gebeuren.
Draait de werkgever in toenemende
mate op voor de lasten van ziekte en
arbeidsongeschiktheid?
“Dat is een misverstand: de lasten
worden zichtbaarder voor de werkgever
door individuele toerekening van
premies. Altijd al werden alle lasten
van ziekte- en arbeidsongeschiktheid
betaald door de werkgevers, via een
omslagstelsel in de premies van UWV
dan wel privaat verzekerd. Omdat de
lastentoerekening directer plaatsvindt,
lijkt het in de perceptie van de werkgever
alsof de lasten toenemen. De werkgever
ervaart wel een lastenverzwaring in
betrokkenheid en verantwoordelijkheid.
Acture tracht de balans te vinden
tussen werkgeversverantwoordelijkheid,
professionele uitvoering en lagere totale
kosten. Daarbij ondersteunen we de
werkgever in de uitvoering van de sociale
zekerheid en kiest hij zelf het risico
dat hij bij de verzekeraar neerlegt. Met
direct zicht op de totale kosten profiteert
de werkgever mee wanneer de WGA-
uitkeringen in premies dalen.
Hoe zorg je voor de juiste prikkels bij de
werkgever?
“In de ontwikkeling van de private
verzekeringsmarkt voor de WGA is er in
eerste instantie een scheefgroei ontstaan
in de financiële prikkels. De risicodrager
had de volledige verantwoording voor
de schade maar geen rechten richting
de WGA-er om deze te beïnvloeden.
De werkgever heeft deze rechten wel,
maar benutte deze nauwelijks omdat
de financiële verantwoording bij de
risicodragerwasweggelegd.Metalsgevolg
een toenemende schade, forse verliezen
bij de risicodragers en daarna sterk
stijgende premies voor de werkgevers.
Via de door Acture in samenwerking met
VSZ assuradeuren ontwikkelde propositie
WGA deels verzekerd wordt geprobeerd
deze ontstane scheefgroet te corrigeren.
Met de WGA deels verzekerd oplossing
kiest de werkgever voor een eigen risico
van 25, 50 of 75%. Dat maakt dat wanneer
de kosten van de WGA uitkering dalen,
de werkgever dit direct terugziet op
zijn eigen rekening. De prikkel om zijn
rechten uit te oefenen is daarmee veel
rechtstreekser aanwezig en leidt tot
betere resultaten. Door een verdeling
van de risico’s tussen werkgever en
risicodrager is ook de samenwerking
vanzelfsprekend gericht op het bereiken
van de totale laagste kosten en leidt goed
gedrag tot een financiële beloning voor
alle partijen. Niet voor niets resulteert
de inzet van de Acture methode al in een
realisatie van 30% uitstroom uit de WGA.”
Over Acture:
• Acture realiseert 30% uitstroom uit
WGA (UWV 5,5% en vergelijkbare
uitvoerders 18%)
• De gemiddelde uitkeringsduur is bij
Acture 50% korter dan bij UWV
• Acture realiseert een drie keer lagere
doorstroom naar de WGA dan UWV
• Acture is de grootste private uitvoerder
van sociale zekerheid in Nederland
(ruim 70.000 dossiers per jaar)
ADVERTORIAL
De nieuwe WGA vraagt eigen regie werkgever
Acture BV
Kerkenbos 12-38
6546 BE Nijmegen
024 - 890 94 70
www.acture.nl
Meer informatie
Maudie Derks
SOCIAAL ZEKERHEIDSRECHT10 PULSE MEDIA GROUP HR-STRATEGIEËN EN PENSIOEN
De door veel adviseurs veroorzaakte
druk voor publiek verzekerden om vóór
2 oktober de overstap naar privaat te
maken is volkomen onterecht. Ook in
2017 of 2018 kan de keuze gemaakt
worden, zodat er tijd is om de organisatie
voor te bereiden op een eventueel
eigenrisicodragerschap, het verzuim
omlaag te brengen (o.a. voor een beter
risicoprofiel) en de financiële gevolgen
rustig te analyseren.
De keuze voor eigenrisicodragerschap is
niet alleen een financiële, althans voor
de werkgever. Met eigenrisicodrager-
schap wordt een werkgever immers
eindverantwoordelijk voor de financiële
gevolgen van verzuim binnen de
organisatie. Het is essentieel om zowel de
financiële, beleidsmatige, operationele
als administratieve meerjarige gevolgen
van de diverse scenario’s in kaart te
brengen. Hierbij hoort ook het maken van
een inschatting van eventuele kosten bij
terugkeer naar het publieke systeem.
Bovendien is het op dit moment slecht
kiezen. Mocht een private oplossing
de beste keuze zijn: het aanbod van
verzekeraars is nog beperkt en naar
verwachting zal dat aanbod volgend jaar
volwassener zijn. Nog een reden dus om
rustig de tijd te nemen.
Voor een totaalbeeld van de gevolgen
van de keuze voor publiek of privaat is
een objectief, onafhankelijk en volledig
onderzoek onontbeerlijk!
Voor werkgevers die al per 1 janauri 2017
ERD willen worden of blijven, biedt Juiszt
de mogelijkheid van een second opinion
op de aanbiedingen. Het is namelijk
in veel gevallen essentieel om een
vertaalslag te maken, zodat appels met
appels vergeleken worden.
PROFIEL
WGA 2017: geen haast, niets moet
Advies is op veel plekken te verkrijgen.
Misschien zelfs ook goed advies. Maar
goed, objectief én onafhankelijk advies
is lastiger te vinden. Hoe weet je, dat
een advies niet gekleurd wordt door het
commerciële belang van een verzekering-
sopdracht? Dat weet je vaak niet zeker. Bij
Juiszt.nu wel, omdat Juiszt niet bemiddelt
in verzekeringen..
Meer informatie
Marco Lodders
Veel bij het UWV publiek verzekerde
werkgevers denken dat WGA-
schadelast in het publieke domein
nauwelijks beïnvloedbaar is. Dat is een
grote misvatting.
50 procent reductie van schadelast
Het strategische concept van WGA Control
behelst het consequent controleren van
WGA-dossiers op medische, arbeids-
deskundige en juridische correctheid
waardoor in vier jaar de initiële schadelast
met 50 procent wordt gereduceerd. WGA
Control pakt alle WGA-dossiers op en voert
bezwaar- en beroepsprocedures. WGA
Control heeft een ‘stevig’ imago en een
goede naam bij het UWV, als hoogwaardige
inhoudelijke partij.
Terug naar het UWV: direct een
verhoogde premie
Als een werkgever per 1 janauri a.s.
terugkeert naar het UWV, dan betaalt hij
direct een verhoogde premie. Deze premie
is gebaseerd op de uitkeringslasten van twee
jaar geleden.
Het is van het grootste belang om de WGA-
dossiers die deze verhoging veroorzaken zo
snel mogelijk op te pakken, zodat de premie
kan dalen. Overigens, de wereld is essentieel
veranderd op dit punt. Vroeger betaalde de
werkgever na terugkeer pas na vier jaar een
verhoogde premie. Nu dus per direct.
Zuivere eigenrisicodragers
Ook voor zuivere eigenrisicodragers is het
conceptvanWGAControlideaal.Zijmerken
directresultaatvaneensucces(bijvoorbeeld
omzetting van een WGA-uitkering naar een
IVA-uitkering). Op het declaratieoverzicht
van het UWV is na ingrijpen door WGA
Control de betreffende uitkeringslast
namelijk niet meer aanwezig.
Betalen bij Succes
WGA Control is de enige aanbieder die deze
specifieke, hoogwaardige dienstverlening
aanbiedt op basis van Betalen bij Succes.
Oftewel: bij de inzet op dossiers waar voor de
werkgever geen financieel voordeel behaald
wordt,volgtgeenrekening.Indienerweleen
voordeelbehaaldwordt,vraagtWGAControl
een percentage van het gerealiseerde
voordeel. Indien gewenst werkt WGA
Control op basis van urendeclaratie.
Privacy en vertrouwelijkheid
Het UWV erkent WGA Control als
professioneel rechtshulpverlener, evenals
de rechtbanken. Voor WGA Control is
bescherming van verkregen gegevens het
hoogste goed en zij heeft daarom heeft de
organisatie beveiligd om de privacy van
haar relaties optimaal te beschermen.
ADVERTORIAL
WGA Control: uw partner in het publieke domein
WGA Control realiseert voor de werkgever,
die bij het UWV zit, duurzaam de laagste
WGA-lasten. WGA Control checkt en stuurt
op alle WGA-dossiers d.m.v. een medische,
arbeidskundige en juridische controle.
www.wgacontrol.nl
010-5191573
Meer informatie
Wouter Nieuwenhuizen
Het toekennen van een WGA-uitkering
aan een werknemer kan voor de
werkgever een kostbare aangelegenheid
zijn. “Ook hier geldt: voorkomen is beter
dan genezen”, vertelt Martijn Vaessen van
Sprengers Advocaten.
Hoe voorkom je de toekenning van een
WGA-uitkering?
“Inzetten op re-integratie tegen een
zo hoog mogelijke loonwaarde is de
beste manier om te voorkomen dat een
werknemer in de WGA komt. In de praktijk
zien wij dat het voor werkgevers vaak lastig
is om hierin de juiste stappen te zetten.
Mijn ervaring is dan ook dat veel kansen
worden gemist doordat werkgevers maar
ook Arbodiensten onvoldoende bekend
zijn met de richtlijnen en toetsingskaders
van het UWV. Je ziet dit bijvoorbeeld bij het
aanvragen van een deskundigenoordeel.
Juist daarbij is het van groot belang om
op het juiste moment de juiste vragen te
stellen. Wij begeleiden vaak dergelijke
aanvragen.”
Wat als er toch een WGA- uitkering
wordt toegekend?
“Een werkgever kan binnen zes weken
bezwaar maken tegen een WGA-beslissing.
Dit bezwaar kan ertoe leiden dat het
arbeidsongeschiktheidspercentage wordt
verlaagd of dat de WGA-uitkering wordt
ingetrokken. Met als resultaat minder
kosten voor de werkgever. Bezwaar maken
kan dus zeker de moeite waard zijn. Het is
wel zinvol om eerst te laten onderzoeken
of een bezwaar kans van slagen heeft en of
het voor de werkgever daadwerkelijk iets
oplevert.”
Bezwaar maken is het enige wat een
werkgever kan doen?
“Nee, zeker niet. Een werkgever kan ook
altijd om een herbeoordeling bij het UWV
vragen. Dat doe ik in de praktijk vaak
namens een werkgever. Het voordeel is dat
een advocaat inzage heeft in het rapport
van de verzekeringsarts en dat aan de
hand van de wet, rechtspraak en diverse
protocollen kan beoordelen. Ook hierbij
is kennis van het toetsingskader van het
UWV van groot belang.”
INTERVIEW met Martijn Vaessen
WGA-beoordeling: een black-box?
Sprengers advocaten is gespecialiseerd
in zowel het arbeidsrecht als het
socialezekerheidsrecht. De advocaten
doceren op deze terreinen andere
advocaten. Het kantoor beschikt over alle
kennis en proceservaring die nodig is
om een werkgever optimaal bij te staan
in re-integratie en sociale zekerheids-
vraagstukken.
Voor meer vrijblijvende informatie belt
u Sprengers Advocaten te Utrecht op
030-2520900. U kunt vragen naar Suzanne
Broens, Pauline Burger, Annette Terpstra,
Martijn Vaessen of Erica Wits. Zie ook:
www.sprengers.nl
Meer informatie
Martijn Vaessen
PULSE MEDIA GROUP | MVO SOCIAAL ZEKERHEIDSRECHT 11PULSE MEDIA GROUP HR-STRATEGIEËN EN PENSIOEN
W
erkgevers die te maken hebben met langdurig
zieke werknemers dragen daarvoor in elk
geval de eerste twee jaar de lasten: zij moeten
immers het loon gewoon doorbetalen. Minder bekend is
dat er ook nog behoorlijke financiële gevolgen kunnen
zijn als de werknemer daarna een WIA-uitkering krijgt
van het UWV, omdat de werknemer helemaal niet
meer kan werken of slechts deels. Vandaar dus dat
werkgevers regelmatig in beroep gaan tegen een WIA-
toekenning.
In 2004 ging de WAO (Wet op de arbeids-
ongeschiktheidsverzekering) over in de WIA, de
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
De WIA bestaat uit twee soorten uitkeringen.
Als iemand nauwelijks nog kan werken en er is
weinig kans op herstel, kan diegene een beroep
doen op de Inkomensvoorziening Volledig
Arbeidsongeschikten (IVA-uitkering). Als iemand
gedeeltelijk arbeidsongeschikt is, kan hij een beroep
doen op de uitkering Werkhervatting Gedeeltelijk
Arbeidsgeschikten (WGA).
Er zijn verschillende types WGA-uitkeringen. De
werknemer kan eerst in aanmerking komen voor een
loongerelateerde uitkering (LGU), die gebaseerd is op
het vroegere en huidige loon en het arbeidsverleden.
Als deze uitkering is afgelopen kan hij in aanmerking
komen voor een Loonaanvullingsuitkering of een
Vervolguitkering.
Gedifferentieerde premie
De werkgever betaalt net als bij de WAO via premies
mee aan de uitvoering van deze wet. Alleen waar
vroeger iedereen hetzelfde percentage van de
loonsom af moest dragen, is er nu differentiatie in
de premie. “Hun premie wordt nu afgestemd op de
uitkeringslast die in hun bedrijf wordt gegenereerd”,
zegt Willemijn Roozendaal, bijzonder hoogleraar
socialezekerheidsrecht en universitair hoofddocent
arbeidsrecht aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.
“Hiermee wil de wetgever werkgevers een financiële
prikkel geven om eraan bij te dragen dat zo min
mogelijk mensen in de WIA terecht komen.” Die prikkel
wordt alleen gegeven bij werknemers die in de WGA
terechtkomen, omdat de overheid de werkgever niet
wil afrekenen op mensen die echt niet meer kunnen
werken.
Werkgevers hebben echter een alternatief. Ze kunnen er
ook voor kiezen om eigenrisicodrager (ERD) te worden.
Eigenrisicodragers kunnen vervolgens hun risico
verzekeren bij een private verzekeraar. Doen zij dit niet,
dan moeten zij de volledige WIA-uitkering zelf betalen
aan de (ex-)werknemer. “In de praktijk zijn het vooral
de grote bedrijven die hiervoor kiezen”, legt Barend
Barentsen, hoogleraar sociaal recht aan de Universiteit
Leiden, uit. “Zij kunnen door de wet van de grote
getallen veel beter hun risico’s inschatten en de kosten
hiervoor dragen.” Kleinere bedrijven die zo’n risico niet
(volledig) willen lopen en toch eigenrisicodrager willen
zijn, zullen het WIA-risico privaat verzekeren. Eventueel
kunnen ze in die verzekering nog een eigen risico
opnemen.
Bezwaar maken
Door de financiële gevolgen die de toekenning van een
WIA-uitkering heeft, zijn werkgevers er bij gebaat dat
die toekenning zeer zorgvuldig gebeurt. Daarom wordt
er regelmatig bezwaar gemaakt tegen de toekenning
van een uitkering. “Je moet van goeden huize komen
om zo’n proces te winnen en dus goed kunnen aantonen
waarom je denkt dat de medische beoordeling niet goed
in elkaar zit”, zegt Barentsen. “De rechter neemt het
oordeel van de arts van het UWV over het algemeen
zeer serieus, dus dan sta je in de rechtszaal al met 1-0
achter.”
Volgens Roozendaal heeft het om diezelfde reden ook
alleen zin om bezwaar te maken als beoordeeld is dat
iemand net in de WGA valt, omdat hij ofwel net iets
meer dan 35 procent - de ondergrens - of net iets minder
dan 80 procent - de bovengrens - arbeidsongeschikt
is. Enorm afwijken van het oorspronkelijke oordeel
zal namelijk niet zo snel gebeuren. Wanneer een
werknemer volgens oordeel van de rechter niet in de
WGA, maar in de IVA valt, doordat hij duurzaam meer
dan 80 procent arbeidsongeschikt is, zal die werknemer
een hogere uitkering krijgen, maar wordt de werkgever
hier niet op afgerekend.
Wil een werkgever bezwaar maken, dan is enige
alertheid van groot belang, waarschuwt Roozendaal.
Er zijn namelijk twee momenten waarop je in bezwaar
kunt gaan. Het eerste is bij het toekenningsbesluit,
het tweede moment is als de werkgever zijn
gedifferentieerde premie onder ogen krijgt.
“Werkgevers komen vaak pas in actie als ze de rekening
gepresenteerd krijgen, maar dat is te laat. Dan kun je
alleen nog op details bezwaar maken, de toekenning
van de uitkering zelf kun je dan niet meer aan de orde
stellen.”
Organisaties die eigenrisicodrager zijn en dat eigen
risico niet hebben verzekerd hebben het grootste
financiële belang. Wanneer het eigen risico wel is
verzekerd, zullen verzekeraars degenen zijn die de
WIA-toekenning graag onder de loep willen nemen en
zullen zij hun cliënten eventueel ondersteunen bij een
bezwaar. De verhoging van de gedifferentieerde premie
na toekenning van een WIA-uitkering kan aanzienlijk
zijn, tot wel enkele procenten van de loonsom.
Barentsen: “Naarmate de invloed op de eindrekening
groter is, gaan werkgevers vaker in beroep tegen een
beslissing van het UWV.”
Een vreemd besluit
Recent oordeelde de Centrale Raad van beroep in een
rechtszaak dat wanneer het UWV een (ex-)werknemer
een loongerelateerde WGA-uitkering op grond van de
WIA toekent, de (ex-) werknemer de LGU-uitkering
behoudt zelfs indien in bezwaar of beroep wordt
vastgesteld dat de WIA-uitkering ten onrechte is
gegeven. Op het eerste gezicht een vreemd besluit, maar
het is wel in lijn met de wet, zo stellen de twee juristen
vast. De LGU-uitkering is namelijk deels bedoeld als
alternatief voor de WW, en de wetgever heeft willen
voorkomen dat de werknemer moet switchen tussen
WIA en WW. Daarom loopt een eenmaal toegekende
WIA-uitkering pas af als de LGU-fase is afgelopen.
Maar betekent deze uitspraak nu dat bezwaar maken
überhaupt geen zin meer heeft? “Het is natuurlijk
uiterst zuur voor een werkgevers als hij gelijk krijgt,
maar daar in financieel opzicht niets mee opschiet”,
zegt Barentsen. Er is nu echter gelukkig een truc
bedacht om werkgevers voor dit soort situaties te
beschermen: de doorberekening van de uitkering
kan in zo’n geval worden doorbelast naar alle publiek
verzekerden. En als dat niet automatisch gecorrigeerd
wordt, maakt de werkgever een goede kans bij de
rechter. Roozendaal: “Als werkgever kun je het UWV
aansprakelijk stellen voor jouw kosten, maar dan
moet je wel kunnen aantonen dat zij een fout hebben
gemaakt.”
Van onze redactie
Auteur: Mirjam StreefkerkBezwaar tegen WIA-uitkering kan hoge kosten voorkomen
VERZUIMMANAGEMENT12 PULSE MEDIA GROUP HR-STRATEGIEËN EN PENSIOEN
Goed verzuimmanagement kan essen-
tieel zijn voor een organisatie. Maar
hoe pak je dat aan en waarom is het
juist nu van groot belang? Richard Roth,
directeur van Fith, laat hieronder zijn
licht over de materie schijnen.
Duurzame inzetbaarheid is iets van
alle tijden, waarom is het juist nu zo
belangrijk?
“Mensen worden gemiddeld steeds
ouder, onze beroepsbevolking vergrijst.
Het is voor de samenleving en voor
de individuele persoon van belang
dat men tot op een zo hoog mogelijke
leeftijd participeert. Zeker ook in het
arbeidsproces. Dit bereik je alleen als
de competenties van mensen matchen
met het werk dat beschikbaar is of komt.
Dit vergt een focus op de behoeften en
mogelijkheden van zowel de werknemer
als de werkgever. Om werkgevers die
steedsmeerflexibiliteitvragenduurzaam
te verbinden aan een beroepsbevolking
die perspectief en (voor een belangrijk
deel ook) zekerheid zoekt, zullen andere
vormen van samenwerken ontstaan.
Wij leveren hieraan een bijdrage door
de oprichting van bijvoorbeeld Fithflex:
een intermediair die flexibiliteit voor de
werkgever combineert met duurzame
inzetbaarheid en continuïteit voor de
werknemer.”
Wat kunnen financiële consequenties
zijn bij slecht verzuimmanagement?
“Slecht verzuimmanagement kost
geld. Werkgevers hebben de wettelijke
verplichting om zieke werknemers twee
jaar loon door te betalen en er alles aan
te doen om verzuimende werknemers zo
snel mogelijk te re-integreren. Binnen
de eigen organisatie (1e spoor) en als
dat niet (snel genoeg) lukt ook bij een
andere werkgever (2e spoor). Hierin
steken laten vallen levert onnodig
lange loondoorbetaling op, mogelijk
zelfs resulterend in een loonsanctie
van een jaar. En instroom van een (oud)
werknemer in de WIA (3e spoor) levert
bovendien nog eens extra kosten op. Goed
verzuimmanagement en tijdige acties
lonen dus.”
Wat zijn de cruciale elementen als het
komt tot re-integratie?
“Een match maken met de arbeidsmarkt
is ingewikkeld als er beperkende
factoren zijn, zoals lichamelijke of
psychische belemmeringen. Het
cliché is waar: zowel zieke werk-
nemers als werkgevers hebben de
menselijke neiging te focussen op
de belemmeringen en risico’s. Door
te denken vanuit de competenties
en resterende mogelijkheden van
werknemer en werkgever kunnen
duurzame matches echter wel degelijk
tot stand worden gebracht. Denken en
handelen vanuit toegevoegde waarde
voor elkaar is daarbij essentieel.”
Zou je kunnen zeggen dat een
organisatie zoals de uwe eigenlijk
eerder ingeschakeld zou kunnen
worden, zodat de kans op succesvolle
re-integratie en het voorkomen van een
loonsanctie groter wordt?
“Hoe eerder je als Fith je deskundigheid
in kunt zetten, hoe groter de kans op
goede re-integratie en besparing van
kosten. Absoluut. We organiseren in het
najaar ontbijtsessies voor (HR-)managers
waarbij we onder andere tips geven om
verzuim aan de voorkant terug te dringen
en loonsancties aan de achterkant te
voorkomen.”
INTERVIEW met Richard Roth
Richten op snellere re-integratie
Fith is een arbeidsbemiddelingsbureau
waar alles draait om mensen, werk en
mogelijkheden. De werkwijze van Fith is
gebaseerd op de inzet van senior adviseurs
met veel werkervaring en een sterk
netwerk, voor werkzoekenden die om zeer
uiteenlopende redenen moeilijk (ander)
werk vinden. Fith is al meer dan 15 jaar
actief door heel Nederland. Alle adviseurs
van Fith zijn manager of ondernemer
geweest. www.fith.nl
Meer informatie
Richard Roth
“Het cliché is waar: zowel zieke
werknemers als werkgevers
hebben de menselijke
neiging te focussen op de
belemmeringen en risico’s”
Menselijkekapitaalishetwaardevolste
bezitvaneenorganisatie.WalterVoll
en Ellen Uilenreef vormen de directie van
vitaliteitsbureau GezondEffect en leggen
uit hoe je in dat kapitaal kunt investeren.
Duurzaam investeren in gezondheid en
welzijn levert veel meer rendement op
dan investeren in andere trainingen en
opleidingen, is hun ervaring.
Steeds meer werkgevers houden zich
bezig met de vitaliteit van hun mede-
werkers. Waar komt deze ontwikkeling
vandaan?
Uilenreef: “Het menselijk kapitaal is
het grootste bezit van de onderneming.
Door daarin te investeren en te laten
zien dat je als werkgever een gezonde
leefstijl belangrijk vindt, stimuleer je de
werknemers ook om daarin mee te gaan.
Het dringt steeds beter door dat een vitale
medewerker productiever en creatiever
is dan iemand die zich niet fit voelt op
het werk. Maar er zijn ook financiële
afwegingen: waar voorheen de overheid
grotendeels opdraaide voor de kosten
van een zieke werknemer, is dat nu de
werkgever. Die heeft er dus meer belang
bij dat zijn personeel niet ziek wordt.”
Zitten werknemers er wel op te wachten
dat hun werkgever zich met hun
gezondheid gaat bemoeien?
Voll: “Gezondheid en leefstijl krijgen
overal om ons heen veel aandacht,
waardoor mensen zich steeds beter
realiseren dat zij zelf ook actief hun
gezondheid kunnen verbeteren. Over het
algemeen vinden mensen het heel prettig
als hun werkgever hen iets aanbiedt
dat ook hun persoonlijke leven positief
beïnvloedt. Voor hen is het vaak een
startpunt om ook in hun privéleven de
leefstijl aan te passen.”
Wat kunnen bedrijven doen om de
vitaliteit van hun medewerkers te
vergroten?
Uilenreef: “Duurzame gedrags-
verandering moet het uitgangspunt
zijn. Je wilt immers niet dat mensen
na een bepaald traject weer in oude,
ongezonde patronen vervallen. Daarom
is het goed om per persoon te bekijken
wat belangrijk is. Het BRAVO-kompas
van het Nederlands Instituut voor
Sport en Beweging kan hierbij een goed
uitgangspunt zijn. BRAVO staat voor
Bewegen, Roken, Alcohol, Voeding en
Ontspanning. Het mooie is dat als mensen
iets aanpakken wat ze zelf gekozen
hebben, er ook bijvangst ontstaat: ze
krijgen meer zelfvertrouwen en worden
proactiever. Ook organisatiebreed kan
zo’n traject veel opleveren: mensen leren
elkaar op een andere manier kennen. Er
ontstaat meer binding, want iedereen,
van directeur tot schoonmaker, is een
gelijke als ze met dit onderwerp bezig
zijn. Dat is mooi om te zien en werkt ook
door in het dagelijks werk. Elkaar vinden,
aanspreken en benaderen is makkelijker
geworden.”
Wat is in zo’n traject belangrijk?
Voll: “Mensen moeten echt zelf mee willen
doen. Als je meedoet omdat je werkgever
het wil, dan ga je weinig bereiken. Ook het
borgen van de privacy is erg belangrijk.
Mensenzijnsomsterughoudendomdeelte
nemen omdat ze niet willen dat er allerlei
gezondheidsgegevens bij hun werkgever
komen te liggen. Van ons krijgen de
werkgever alleen geconsolideerde en dus
anonieme gegevens, zodat hij de grote
lijn in de gaten kan houden. Wij vinden
het ook altijd erg belangrijk dat het
management meedoet. Daarmee geven
ze het goede voorbeeld en laten ze zien
dat ze vitaliteit écht belangrijk vinden.
Met onze individuele en persoonlijke
aanpak creëren we een krachtige en
gezonde medewerker. Dat is niet alleen
winst voor die persoon zelf, maar levert
ook rendement op voor de organisatie als
geheel.”
INTERVIEW met Ellen Uienreef
Vitaliteit van medewerkers duurzaam verbeteren
www.gezondeffect.nl/contact/
Meer informatie
Ellen Uienreef Walter Voll
PULSE MEDIA GROUP | MVO
L
angdurig ziekteverzuim is een grote kostenpost
voor bedrijven en de samenleving. Het
verzuimpercentage ligt al jarenlang redelijk stabiel
rond de 4 procent, al is er wel verschil per sector. In
het eerste kwartaal van 2016 steeg het van gemiddeld
3,9 procent in 2015 naar 4,3 procent. Hogere werkdruk
en langer doorwerken kunnen factoren zijn die
langdurig ziekteverzuim doen toenemen. De overheid
heeft de afgelopen jaren maatregelen genomen om
ziekteverzuim terug te dringen, zoals met de wet
Verbeterde Poortwachter. Bedrijven zijn nu actiever
in het contact opnemen met en begeleiden van zieke
werknemers, maar er valt ook nog wel het een en ander
te verbeteren.
Langer doorwerken
Langdurig ziekteverzuim is een aandachtspunt,
aldus Joyce Schaeffer, manager HR-innovatie &
arbeidstijdmanagement van werkgeversorganisatie
AWVN. Een oorzaak van toenemend langdurig
ziekteverzuim kan zijn dat mensen langer doorwerken
met als gevolg dat ouderen boven de 50 zich weliswaar
niet vaker, maar wel langer ziekmelden. De aard van het
verzuim kan dan bijvoorbeeld liggen in fysieke klachten
door slijtage, maar ook in psychische arbeidsbelasting
(werkdruk) waardoor vormen van overspannenheid
kunnen ontstaan. “Vaak heeft dat te maken met
de combinatie werk en privé die niet in balans is.”
Schaeffer kan zich voorstellen dat deze trend zich
voortzet, wanneer er een verband is tussen toenemend
langdurig ziekteverzuim en vergrijzing.
Wet Verbetering Poortwachter
De wet Verbetering Poortwachter is volgens haar
succesvol, omdat het langdurig ziekteverzuim voor
een groot deel heeft teruggedrongen. Werkgevers
zoeken vaker contact met de zieke werknemer.
Daar worden concrete afspraken over gemaakt. Ook
wordt een plan opgesteld en is er meer begeleiding.
Bedrijven met een laag ziekteverzuim hadden al goede
arbeidsomstandigheden of zitten er nu bovenop als
iemand langdurig ziek is. Dat is verplicht. Bedrijven
worden erop aangesproken als ze het niet doen.
Probleem dat werkgevers met de wetgeving hebben,
is dat ze de zieke werknemer twee jaar moeten
doorbetalen, ook als de schuld niet bij de werkgever
ligt. Ze vinden dat de overheid daar iets aan moet
doen. “Maar men kijkt ook kritischer naar andere
mogelijkheden, dus aangepast werk.”
Verzuimcijfers goed analyseren
Bedrijven kunnen ziekteverzuim reduceren door
eerst goed te kijken wat de problematiek is en dan te
bepalen welke maatregelen daartegen kunnen worden
genomen. Door actief contact te houden met de zieke
werknemer kun je de oorzaak eerder vinden. Het is zaak
verzuimcijfers goed te analyseren. Hebben werknemers
vergelijkbare klachten, dan is een aanpassing van het
werk wellicht noodzakelijk. In het geval van werkdruk
kent een goed functionerende Arboarts de klachten,
aldus Schaeffer. Dat impliceert dat Arboartsen niet
allemaal goed functioneren. Schaeffer beaamt dat daar
zaken beter kunnen. Onder de begeleiding van een zieke
werknemer hoort een periodiek medisch onderzoek
(PMO). Idealiter worden verzuimcijfers er dan naast
gelegd, maar dat gebeurt niet altijd. “Dat kan beter,
want als je ziet welke mensen niet ziek zijn, maar wel
klachten hebben, heb je meer informatie over de risico’s
en kun je beter advies geven.” Klachten kunnen volgens
haar per bedrijf of zelfs per afdeling verschillen.
Intermediairs
Een aandachtspunt vindt Schaeffer verder wie de
zieke werknemer begeleidt als deze in dienst is bij een
intermediair, maar bij een ander bedrijf op de werkvloer
werkt. De verantwoordelijkheid ligt dan bij degene bij
wie je in dienst bent, maar daar werk je dan niet. Piet
Meij, hoofd Sociaal-Economische Zaken bij de NBBU,
brancheorganisatie van intermediairs met leden in
detachering, payrolling en zzp-bemiddeling, wijst
erop dat hij NBBU-leden attendeert op ziekteverzuim.
Het project Duurzame Inzetbaarheid trekt het zelfs
breder naar vitaliteit. “Investeer daarin, met name bij
flexibel personeel.” Uitzendbureaus concurreerden
vroeger puur op prijs, vertelt Meij. Nu is het advies
meer vanuit verantwoordelijkheid voor flexpersoneel te
concurreren. Dat is commercieel aantrekkelijker, want
gesprekken met opdrachtgevers gaan niet alleen over
prijs. Je kunt je beter opstellen als HR-businesspartner
en afspraken maken over carrièreperspectief van
flexpersoneel. “Weet hen te binden en te boeien.”
Reguliere werkgevers voelen zich vaak verantwoordelijk
voor medewerkers met vaste en tijdelijke contracten,
maar voor inhuurpersoneel kunnen intermediairs zelf
verantwoordelijkheid nemen en zo de kwaliteit van hun
dienstverlening verbeteren.
Hogere premie
Als een uitzendkracht ziek is, eindigt het dienstverband
en is het UWV vangnet. De wet Beperking Ziekteverzuim
en Arbeidsongeschiktheid Vangnetters (BeZaVa) is een
vervolg op de wet Verbetering Poortwachter, waarbij
de werkgever verantwoordelijk is voor de begeleiding
van mensen die tijdelijk in dienst zijn, maar dus niet
voor het flexpersoneel. Volgens Meij is de consequentie
van de wet dat degene die de ziektekosten veroorzaakt
de prijs moet betalen. Het UWV kijkt hoeveel schade
iemand veroorzaakt en stemt daar de hoogte van de
premie op af. “Het is in het belang van de intermediair
dat het ziekteverzuim wordt teruggebracht.” De
vangnetuitkering wordt op jaarbasis omgeslagen in
de premie die de intermediair betaalt. De wet heeft
daarmee zijn doel bereikt. Knelpunt in de wet is dat
uitzendbureaus voorzichtiger zijn geworden met het
aannemen van uitkeringsgerechtigden, omdat zij bij
veel verzuim worden gestraft met een hogere premie.
“Dat is spijtig, want 1 op de 3 uitkeringsgerechtigden
die weer aan het werk komen, doen dat via een
uitzendbureau. Zorg dus dat die maximale premie
niet te hoog wordt, anders is het niet rendabel
voor intermediairs.” De Participatiewet heeft voor
uitzendbureaus een andere uitwerking dan voor
reguliere werkgevers, aangezien er geen quotum is voor
aan te nemen mensen uit de kwetsbare groep. Maar wie
in de doelgroep valt, wordt geteld bij de werkgever waar
hij of zij werkt. “Zo ontzorgen wij de opdrachtgever.”
Voor deze groep zijn specifieke afspraken over ziekte.
Er zijn geen premieconsequenties voor intermediairs,
aangezien deze werknemers bij ziekte terugvallen in de
uitkering.
Begeleiding oudere werknemers
Meij noemt oudere werknemers absoluut een risico voor
langdurig ziekteverzuim. We moeten actief omgaan met
deze groep. Schilders of stratenmakers krijgen rond hun
45ste fysieke klachten. Om langdurig ziekteverzuim
te voorkomen, moeten we voor die tijd al preventief
bezig zijn met omscholing. “Intermediairs kunnen hen
prima naar een andere sector begeleiden.” Probleem
is dat scholingsfondsen gescheiden zijn naar sectoren.
De NBBU pleit voor een Nationaal Scholingsfonds dat
die schotten slecht. Je kunt eerst een overgangsregeling
instellen. Een laatste taak die intermediairs op zich
kunnen nemen, is dat zij oudere mensen die te maken
hebben met hoge werkdruk op tijd in hun carrière
naar een minder belastende baan begeleiden. “Anders
verplaats je mensen van de AOW naar de WIA.”
Van onze redactie
Auteur: Wouter BoonstraZiekteverzuim, van preventie tot re-integratie
bezig zijn met omscholing. “Intermediairs kunnen hen
prima naar een andere sector begeleiden.” Probleem
is dat scholingsfondsen gescheiden zijn naar sectoren.
De NBBU pleit voor een Nationaal Scholingsfonds dat
die schotten slecht. Je kunt eerst een overgangsregeling
instellen. Een laatste taak die intermediairs op zich
kunnen nemen, is dat zij oudere mensen die te maken
hebben met hoge werkdruk op tijd in hun carrière
naar een minder belastende baan begeleiden. “Anders
verplaats je mensen van de AOW naar de WIA.”
VERZUIMMANAGEMENT 13PULSE MEDIA GROUP HR-STRATEGIEËN EN PENSIOEN
TALENTMANAGEMENT14 PULSE MEDIA GROUP HR-STRATEGIEËN EN PENSIOEN
Organisaties kunnen hun prestaties
flink verbeteren door de effectiviteit
van hun medewerkers te vergroten.
Stephan van der Vat, directeur van
organisatieadviesbureau Management
Drives, vertelt hoe.
Op welke manier kun je de effectiviteit
van medewerkers vergroten?
“Onderzoekers van Harvard hebben
aangetoond dat zachte factoren als
bedrijfscultuur en motivatie van mede-
werkers voor bijna 75 procent het al dan
niet slagen van een project bepalen.
Reden genoeg dus om die motivatie eens
nader te onderzoeken. Of werknemers
effectief zijn wordt voor een belangrijk
deel bepaald door de manier waarop
hun werk aansluit bij hun persoonlijke
drijfveren. De ene persoon wil meer
analyseren, begrijpen en doorgronden,
een ander stelt mensen en sociale
verbanden voorop, terwijl een derde weer
gefocust is op resultaten.”
Wat betekenen deze verschillen voor
het leiderschap in een organisatie?
“Je hebt leiders en managers: managers
denken dat ze vanuit hun eigen
drijfveren hun team moeten aansturen,
terwijl een leider weet dat hij mensen
moet aansturen vanuit hún drijfveren,
uiteraard zonder daarbij zichzelf te
verliezen. Ik heb eens iemand gecoacht
die zijn personeel in een korte speech had
verteld dat hun afdeling ging verhuizen
en dat ze dan meteen maar het nieuwe
werken zouden invoeren. Vanuit de zaal
kwam er behoorlijk wat commentaar op
de uitvoerbaarheid. En waarom had hij
niet eerst de OR ingelicht? ‘Zie je wat voor
mensen ik heb’, klaagde hij bij mij. Mijn
reactie was: ‘zie je wat voor leider deze
mensen hebben?’ Deze man hield totaal
geen rekening met de drijfveren van
zijn personeel. Hij was zeer doelgericht
en had een duidelijke visie. Maar zijn
medewerkers waren juist veel meer
van de uitvoering, zo bleek. Toen hij dat
inzag, kon deze leider veel beter met die
verschillen omgaan.”
Hoe doe je dat dan?
“Als je als leider weet met welke
verschillende profielen je te maken hebt
en wat je zelf voor profiel hebt, heb je
een goede basis om verder te werken
aan de ontwikkeling van je team en
het leiderschap. Je weet dan namelijk
niet alleen wat jou drijft, maar ook
waar anderen warm van worden. In de
eerste plaats is het dus belangrijk dat
je achterhaalt wat ieders drijfveren
zijn. Wij ontwikkelden daartoe een
model waarbinnen we zes profielen
onderscheiden die allemaal een kleur
hebben gekregen. Geel is bijvoorbeeld de
visionair, oranje de ondernemer en blauw
de bestuurder. Elke kleur is bij iedereen
aanwezig, alleen de mate waarin verschilt
per persoon. Op basis van een vragenlijst
kunnen we zien wat voor profiel iemand
heeft en zo ontstaat er een duidelijk
beeld van welke verschillen er allemaal
zijn binnen een team of organisatie. Wij
geven vervolgens ook handvatten om die
verschillen te overbruggen.”
En wat levert dat dan op?
“Anders Moberg, de voormalig CEO van
Ahold en IKEA formuleerde het wel mooi.
Hij zei dat onze aanpak heeft gezorgd voor
een sterkere samenwerking, het sneller
oplossen van conflicten en uiteindelijk
voor een betere uitvoering in de bedrijven
die hij heeft geleid. En dat is precies wat je
als leider wil bereiken.”
INTERVIEW met Stephan van der Vat
Wat zijn jouw drijfveren?
Management Drives
Herenlaan 2
3701 AT Zeist
030 63 55 400
info@managementdrives.com
www.managementdrives.com
Meer informatie
“Als je als leider weet met welke
verschillende profielen je te
maken hebt en wat je zelf voor
profiel hebt, heb je een goede
basis om verder te werken aan
de ontwikkeling van je team en
het leiderschap”
Stephan van der Vat
De meest competitieve organisaties
van nu zijn in een ingewikkelde
oorlog verwikkeld geraakt: de oorlog
om talent. Investeren in medewerkers is
anno 2016 daarom van cruciaal belang.
Richard Hulshof, directeur van trainings-
en coachingsbureau Hulshof TCP, legt uit
hoe organisaties dat het beste kunnen
doen.
Waarom is investeren in medewerkers
juist nu erg belangrijk?
“Organisaties realiseren zich meer dan ooit
datzijalleenkunnenexcellerentenopzichte
van hun concurrentie door de crème de la
crème van de kersverse arbeidskrachten
binnen te halen. Echter, te veel organisaties
nemen een passieve of verkeerde houding
aan in deze ‘war on talent’. Zij denken nog
steeds dat de talenten in de rij staan om bij
hun geweldige bedrijf te mogen beginnen.
Maar de realiteit zit anders in elkaar.
Getalenteerde arbeidskrachten realiseren
zich namelijk dat ze gewild zijn en doen
er alles aan om hierop te kapitaliseren. Zij
bouwen een zeer solide cv op en marketen
zichzelf zo goed mogelijk. Hierdoor hebben
zij de organisaties voor het uitzoeken
en moeten die organisaties om hen
concurreren.”
Hoe kunnen organisaties effectief
inspelen op deze ontwikkeling?
“Organisaties moeten een actieve
houdingaannemenbijhetrekruterenvan
talent en zichzelf als het ware aanbieden
bij de talenten. Om te identificeren waar
het beste en meest betrouwbare talent
vandaan komt dienen organisaties
gebruik te maken van vooruitstrevende
technieken zoals geavanceerde data-
analyses. Voor de traditionele manager
kan dit als de omgekeerde wereld
klinken: de organisatie solliciteert bij
de werknemer. En dus moet de mindset
van die manager worden aangepast.
Daarvoor is professionele begeleiding
nodig.”
Hoe haalt een organisatie het maximale
uit zijn talenten als hij ze eenmaal heeft
binnengehaald?
“Een zeer specifiek talent, als het
kunnen programmeren van een
supercomputer of het kunnen managen
van crossfunctionele teams, kan niet
tot maximale wasdom komen in een
algemeen carrièreprogramma of al-
gemene leerweg. De leerweg moet dus
perfect aansluiten bij de specifieke
competenties en wensen van het talent.
Ik kom regelmatig managers tegen die
zeggen: maar wat als we nu veel in onze
talenten investeren en ze vervolgens
vertrekken? Ik begrijp dat die vraag
wordt gesteld, maar hij is onterecht:
meervoudig onderzoek heeft namelijk
aangetoond dat bedrijven met de beste
begeleiding en trainingen talenten het
langst vasthouden. Een speciaal voor hen,
op maat gemaakt programma creëert
verhoogd engagement met en verhoogde
loyaliteit aan de organisatie.”
Voor iedereen een training op maat dus?
“Dat werkt wel het beste. Maar daarbij is
hetwelbelangrijkdatwedebehoeftenvan
de organisatie niet uit het oog verliezen.
Daarom geven wij trainingen altijd
vorm op basis van overleg met alle direct
betrokkenen: dat kan de HR-manager zijn,
een leidinggevende, maar dat kunnen
ook de uiteindelijke deelnemers zelf zijn.
Flexibiliteit in het programma vinden
wij erg belangrijk en waar mogelijk
passen wij ook gamification toe, beide
sluiten nauw aan bij de wensen van de
Y-generatie. Door trainingen op maat aan
te bieden, zijn uw HR-experts optimaal
bewapend in de oorlog om talent.”
INTERVIEW met Richard Hulshof
Optimale bewapening in ‘war on talent’
Hulshof TCP
Geestbrugweg 60
2281 CN Rijswijk
+31 617 16 71 86
office@hulshoftcp.com
www.hulshoftcp.com
Meer informatie
Richard Hulshof
PULSE MEDIA GROUP | MVO
O
rganisaties zien steeds vaker de toegevoegde
waarde van talentmanagement. Dat is kortweg
het optimaal benutten en bewust inzetten
van talent, vertelt Suzanne Jungjohann, auteur op
het gebied van talentmanagement en zelf al jaren
werkzaam in HR. Het begint met bewustwording.
Organisaties veranderen, mensen willen door-
ontwikkelen en vertrekken eerder wanneer hun
potentieel niet benut wordt. “Doormodderen is geen
optie meer.”
Talentmanagement is ook: toegang krijgen tot
steeds nieuw, eenmalig talent voor verschillende
werkzaamheden, zegt Jeroen Busscher, expert
talentmanagement en leiderschapstrainer. Dus niet
(alleen) zoeken naar het juiste ‘poppetje’ voor de positie,
maar het faciliteren van nieuwe samenwerkingen en
nieuwe inzichten.
Een geheel van onderdelen
One size fits all-programma’s bestaan niet, zegt
Jungjohann. Er zijn onderdelen die iedereen kan
toepassen, maar hoe talentmanagement wordt
ingezet, verschilt per organisatie. De HR-strategie
moet bepaald worden en samenvallen met de algehele
bedrijfsstrategie. Allerlei onderdelen van rekrutering,
beoordeling en beloning, en het analyseren van deze
processen – hoe richten wij dit in? – vormen samen
talentmanagement. Organisaties moeten die personele
cyclus schetsen en daarna stap voor stap verbeteringen
doorvoeren. Busscher vindt daarbij het faciliteren van
mogelijkheden heel belangrijk, maar ook het personeel
zichzelf steeds opnieuw laten uitvinden.
Talentmanagement komt met meer
verantwoordelijkheden voor de werknemer en dat
past in bredere ontwikkelingen. Organisaties worden
transparanter en flexwerkers veranderen de werksfeer.
Waar vroeger de top voor het hele bedrijf beslissingen
nam, zijn werknemers nu autonomer geworden.
Hierdoor is ook talentmanagement, dat zich voorheen
veelal richtte op de hogere regionen van organisaties,
aan het verschuiven. Een goede zaak, vindt Jungjohann:
ook werknemers in lagere functies moeten hun talenten
kunnen ontwikkelen. Bovendien wordt uitvoerend
werk steeds vaker uitbesteed of door computers
overgenomen. Daarom is talent volgens Busscher niet
meer het kunnen van een ‘trucje’, maar de vaardigheid
wendbaar en creatief te zijn en kunnen samenwerken.
Obstakels overbruggen
Onder sommige werkgevers bestaat nog
terughoudendheid om talentmanagement in te
zetten. Investeren in een werknemer wanneer die
ergens anders kan gaan werken? Lifetime eployment
is niet meer van deze tijd en dat is niet erg, vinden
beide experts. Personeel kan in hun latere loopbaan
ambassadeur, klant of leverancier worden. “Wil je liever
investeren in iemand die misschien weggaat, dan niet
investeren in iemand die blijft?”, vraagt Jungjohann.
Belangrijk voor het vasthouden van personeel is een
werksfeer creëren waarin mensen kunnen doorgroeien
en willen blijven, en hun drijfveren kennen. Die
zijn volgens haar bij iedereen anders. Vrouwen zijn
bijvoorbeeld in het algemeen gevoeliger voor sfeer en
hoe betekenisvol het werk is.
Bewustwording rondom het managen van talent wordt
gelukkig steeds groter, zegt Busscher. Alle werknemers
vinden het prettig om waardering te krijgen en hun
talenten te ontdekken. Zelfkennis is daarbij volgens hem
de eerste stap. Toch bestaat ook onder werknemers nog
struisvogelpolitiek. Jungjohann: “Sommigen denken nog
steeds, ik ga gewoon door zoals altijd. Terwijl digitalisering
voor een enorm veranderende arbeidsmarkt zorgt.” Benut
dus alle kansen die er zijn, is het devies.
Een laatste tip van Busscher: vraag werknemers wat hen
morgen met 1 procent meer plezier naar hun werk zou
laten komen. Deze vraag kun je ook aan jezelf stellen.
“Welke zaken komen daaruit die je kunt veranderen?
Begin daarmee.”
Talentmanagement: “doormodderen is geen optie meer”
Van onze redactie
Auteur: Ruby Sanders
TALENTMANAGEMENT 15PULSE MEDIA GROUP HR-STRATEGIEËN EN PENSIOEN
Prof. dr. Lidewey van der Sluis is
hoogleraar aan Nyenrode Business
Universiteit en de North-West
University in Zuid-Afrika. Daarnaast
werkt zij als spreker, schrijver, en
adviseur op het gebied van strategisch
talentmanagement, het vakgebied waar
zij in Nederland de grondlegger van was.
Inmiddels een populair onderwerp.
Van der Sluis vindt dat de werkgevers
aan zet zijn om talentmanagement vorm
te geven. In de huidige maatschappij van
ver doorgevoerde individualisering zijn
veel mensen op zichzelf gericht: waar
ben ik goed in en hoe kan ik mijn sterke
punten ontwikkelen? “Maar uiteindelijk
moet je het samen doen, ook als land, en
daar zijn werkgevers juist goed in. Daarbij
moet je niet alleen kijken naar je eigen
kwaliteiten en kracht, maar vooral hoe
je een ander kan laten opbloeien en een
podium kan geven.”
Wat is een talent?
Van der Sluis heeft talentmanagement
zo gedefinieerd dat het in een organisatie
idealiterzoisgeregelddatdemedewerkers
hun salaris waard zijn. Ze realiseert
zich als econoom dat het beoordelen
van waarde en daarmee talent in deze
definitie subjectief is. “Economie is nou
eenmaal voor een groot deel emotie”,
zegt ze. Maar hoe manage je talent? Een
deel van het antwoord is gelegen in het
maken van afspraken tussen werkgever
en werknemer en daarmee in goed
leiderschap. Dit lijkt een open deur, maar
afspraken over wat beide partijen voor
elkaar gaan betekenen, blijven opvallend
vaak achterwege of onduidelijk. “Dat is
een gemiste kans om op talent te sturen,
want een talent ben je nooit alleen”, zegt
ze overtuigend. Er is altijd een ander
nodig die zegt dat je voor hem een talent
bent en een leidinggevende is daar bij
uitstek de aangewezen persoon voor. Oog
hebben voor elkaar is de essentie van
talentmanagement. “In dat kader zijn
uitsprakenals‘wijzijnopzoeknaartalent’
een lege huls. Wel een mooie profilering
is dat je als organisatie een podium voor
talent wilt zijn, om mensen een kans te
bieden om te laten zien wat ze kunnen en
om tot ontwikkeling te komen.”
Ontslagrecht
Veel organisaties drijven op mensen
en dat zou volgens Van der Sluis
reden genoeg moeten zijn om van
talentmanagement een prioriteit te
maken. Het ontslagrecht in Nederland
werkt in dat opzicht nog steeds wel eens
tegen. “Hoe soepeler het ontslagrecht
geregeld is, hoe beter talentmanagement
functioneert. Ontslagrecht is bedoeld
om medewerkers te beschermen voor
baanverlies. Maar werkgevers kunnen
alleen mensen werk blijven bieden als zij
financieel gezond zijn. Het beschermen
van mensen die eigenlijk een kostenpost
zijn gaat daar tegenin”, legt ze uit.
“Talentmanagement is er op gericht om
medewerkers een rendabele investering
te laten zijn, vandaag maar zeker morgen.
Dat is in het belang van de werkgever,
maar ook in het belang van werknemers.
Iedereen wil uiteindelijk van betekenis en
waardevol bezig zijn.”
Mensenwerk
Voor de komende twee, drie jaar verwacht
Van der Sluis twee routes binnen
talentmanagement. De eerste gaat langs
het pad van het meetbaar maken van
talent: data driven talentmanagement
en HR-analytics. De tweede route is
een tegenpool. “We kunnen alles wel
meten, maar wat meten we en waarom?
Waarom meet je bijvoorbeeld verzuim
en hoe interpreteer je die cijfers? Wat
zegt zo’n indicator over de kwaliteit van
het podium voor talent in de organisatie,
over het leiderschap in het team?”, stelt
Van der Sluis zichzelf retorische vragen.
“We moeten er enerzijds voor zorgen dat
we kunnen meten wat we willen weten
en anderzijds moeten we de menselijke
maat en de interactie en eventuele klik
tussen mensen niet uit het oog verliezen.
Talentmanagement is en blijft tenslotte
mensenwerk.”
EXPERTBIJDRAGE van Lidewey van der Sluis
Talentmanagement blijft mensenwerk
Lidewey van der Sluis
“Talentmanagement is er op
gericht om medewerkers een
rendabele investering te laten
zijn, vandaag maar zeker
morgen”
HR-Strategieen en Pensioen, september 2016
HR-Strategieen en Pensioen, september 2016
HR-Strategieen en Pensioen, september 2016
HR-Strategieen en Pensioen, september 2016
HR-Strategieen en Pensioen, september 2016
HR-Strategieen en Pensioen, september 2016
HR-Strategieen en Pensioen, september 2016
HR-Strategieen en Pensioen, september 2016
HR-Strategieen en Pensioen, september 2016

More Related Content

Similar to HR-Strategieen en Pensioen, september 2016

Trends verzekeringen 2010 - 2020
Trends verzekeringen 2010 - 2020 Trends verzekeringen 2010 - 2020
Trends verzekeringen 2010 - 2020
Jeroen Elbertse - Lingeborgh Momentum
 
Greep op-pensioenrisicos-cfo magazine
Greep op-pensioenrisicos-cfo magazineGreep op-pensioenrisicos-cfo magazine
Greep op-pensioenrisicos-cfo magazinePascal Hogenboom
 
Opdracht 14: CAO van de toekomst (einddocument)
Opdracht 14: CAO van de toekomst (einddocument)Opdracht 14: CAO van de toekomst (einddocument)
Opdracht 14: CAO van de toekomst (einddocument)seriousambtenaar
 
Toekomst pensioenstelsel. Een notitie van het Algemeen Bestuur van het CNV al...
Toekomst pensioenstelsel. Een notitie van het Algemeen Bestuur van het CNV al...Toekomst pensioenstelsel. Een notitie van het Algemeen Bestuur van het CNV al...
Toekomst pensioenstelsel. Een notitie van het Algemeen Bestuur van het CNV al...CNV Vakcentrale
 
1436 38-rapportage-solidariteit-v4
1436 38-rapportage-solidariteit-v41436 38-rapportage-solidariteit-v4
1436 38-rapportage-solidariteit-v4
Pascal Hogenboom
 
IG&H: PPI zorgt voor nieuw elan in Pensioenmarkt
IG&H: PPI zorgt voor nieuw elan in PensioenmarktIG&H: PPI zorgt voor nieuw elan in Pensioenmarkt
IG&H: PPI zorgt voor nieuw elan in Pensioenmarktskroonen
 
2015Q1 APF - Magazine Pensioen
2015Q1 APF - Magazine Pensioen2015Q1 APF - Magazine Pensioen
2015Q1 APF - Magazine PensioenJohn Smolenaers
 
VVP Magazine: Duurzame inzetbaarheid werknemers wint aan belang
VVP Magazine: Duurzame inzetbaarheid werknemers wint aan belangVVP Magazine: Duurzame inzetbaarheid werknemers wint aan belang
VVP Magazine: Duurzame inzetbaarheid werknemers wint aan belang
Angelo Wiegmans Rccm®
 
CNV Vakcentrale Jaarverslag 2019
CNV Vakcentrale Jaarverslag 2019CNV Vakcentrale Jaarverslag 2019
CNV Vakcentrale Jaarverslag 2019
CNV Vakcentrale
 
Trends 2013 2023 pensioenen
Trends 2013 2023 pensioenenTrends 2013 2023 pensioenen
Trends 2013 2023 pensioenen
Jeroen Elbertse - Lingeborgh Momentum
 
rapportverkenningzelfstandigen
rapportverkenningzelfstandigenrapportverkenningzelfstandigen
rapportverkenningzelfstandigenPeter van Leeuwen
 
Trends groepsverzekering is geen verzekeringmeer - aug17
Trends groepsverzekering is geen verzekeringmeer - aug17Trends groepsverzekering is geen verzekeringmeer - aug17
Trends groepsverzekering is geen verzekeringmeer - aug17
Mathias Loose
 
2012-05-15 paper CDA Talentacademie v2 - Naar een dienstbare financiële sect...
2012-05-15 paper CDA Talentacademie  v2 - Naar een dienstbare financiële sect...2012-05-15 paper CDA Talentacademie  v2 - Naar een dienstbare financiële sect...
2012-05-15 paper CDA Talentacademie v2 - Naar een dienstbare financiële sect...Tjibbe van der Veen
 
Aanvullend pensioen dreigt miljardenstrop te worden voor werkgevers pensioe...
Aanvullend pensioen dreigt miljardenstrop te worden voor werkgevers   pensioe...Aanvullend pensioen dreigt miljardenstrop te worden voor werkgevers   pensioe...
Aanvullend pensioen dreigt miljardenstrop te worden voor werkgevers pensioe...
Mathias Loose
 
Corporate brochure BeFrank
Corporate brochure BeFrankCorporate brochure BeFrank
Corporate brochure BeFrankBeFrank
 
130306 nieuwsbrief mandema_maart_2013
130306 nieuwsbrief mandema_maart_2013130306 nieuwsbrief mandema_maart_2013
130306 nieuwsbrief mandema_maart_2013John van Hoften
 
Ooa
OoaOoa
de Beursbengel: Bankierseed
de Beursbengel: Bankierseedde Beursbengel: Bankierseed
de Beursbengel: Bankierseed
NIBESVV
 

Similar to HR-Strategieen en Pensioen, september 2016 (20)

Trends verzekeringen 2010 - 2020
Trends verzekeringen 2010 - 2020 Trends verzekeringen 2010 - 2020
Trends verzekeringen 2010 - 2020
 
Greep op-pensioenrisicos-cfo magazine
Greep op-pensioenrisicos-cfo magazineGreep op-pensioenrisicos-cfo magazine
Greep op-pensioenrisicos-cfo magazine
 
united-pensions-onepager
united-pensions-onepagerunited-pensions-onepager
united-pensions-onepager
 
Opdracht 14: CAO van de toekomst (einddocument)
Opdracht 14: CAO van de toekomst (einddocument)Opdracht 14: CAO van de toekomst (einddocument)
Opdracht 14: CAO van de toekomst (einddocument)
 
Toekomst pensioenstelsel. Een notitie van het Algemeen Bestuur van het CNV al...
Toekomst pensioenstelsel. Een notitie van het Algemeen Bestuur van het CNV al...Toekomst pensioenstelsel. Een notitie van het Algemeen Bestuur van het CNV al...
Toekomst pensioenstelsel. Een notitie van het Algemeen Bestuur van het CNV al...
 
1436 38-rapportage-solidariteit-v4
1436 38-rapportage-solidariteit-v41436 38-rapportage-solidariteit-v4
1436 38-rapportage-solidariteit-v4
 
P14+15
P14+15P14+15
P14+15
 
IG&H: PPI zorgt voor nieuw elan in Pensioenmarkt
IG&H: PPI zorgt voor nieuw elan in PensioenmarktIG&H: PPI zorgt voor nieuw elan in Pensioenmarkt
IG&H: PPI zorgt voor nieuw elan in Pensioenmarkt
 
2015Q1 APF - Magazine Pensioen
2015Q1 APF - Magazine Pensioen2015Q1 APF - Magazine Pensioen
2015Q1 APF - Magazine Pensioen
 
VVP Magazine: Duurzame inzetbaarheid werknemers wint aan belang
VVP Magazine: Duurzame inzetbaarheid werknemers wint aan belangVVP Magazine: Duurzame inzetbaarheid werknemers wint aan belang
VVP Magazine: Duurzame inzetbaarheid werknemers wint aan belang
 
CNV Vakcentrale Jaarverslag 2019
CNV Vakcentrale Jaarverslag 2019CNV Vakcentrale Jaarverslag 2019
CNV Vakcentrale Jaarverslag 2019
 
Trends 2013 2023 pensioenen
Trends 2013 2023 pensioenenTrends 2013 2023 pensioenen
Trends 2013 2023 pensioenen
 
rapportverkenningzelfstandigen
rapportverkenningzelfstandigenrapportverkenningzelfstandigen
rapportverkenningzelfstandigen
 
Trends groepsverzekering is geen verzekeringmeer - aug17
Trends groepsverzekering is geen verzekeringmeer - aug17Trends groepsverzekering is geen verzekeringmeer - aug17
Trends groepsverzekering is geen verzekeringmeer - aug17
 
2012-05-15 paper CDA Talentacademie v2 - Naar een dienstbare financiële sect...
2012-05-15 paper CDA Talentacademie  v2 - Naar een dienstbare financiële sect...2012-05-15 paper CDA Talentacademie  v2 - Naar een dienstbare financiële sect...
2012-05-15 paper CDA Talentacademie v2 - Naar een dienstbare financiële sect...
 
Aanvullend pensioen dreigt miljardenstrop te worden voor werkgevers pensioe...
Aanvullend pensioen dreigt miljardenstrop te worden voor werkgevers   pensioe...Aanvullend pensioen dreigt miljardenstrop te worden voor werkgevers   pensioe...
Aanvullend pensioen dreigt miljardenstrop te worden voor werkgevers pensioe...
 
Corporate brochure BeFrank
Corporate brochure BeFrankCorporate brochure BeFrank
Corporate brochure BeFrank
 
130306 nieuwsbrief mandema_maart_2013
130306 nieuwsbrief mandema_maart_2013130306 nieuwsbrief mandema_maart_2013
130306 nieuwsbrief mandema_maart_2013
 
Ooa
OoaOoa
Ooa
 
de Beursbengel: Bankierseed
de Beursbengel: Bankierseedde Beursbengel: Bankierseed
de Beursbengel: Bankierseed
 

HR-Strategieen en Pensioen, september 2016

  • 1. september 2016mijnzakengids.nl Langdurig ziekteverzuim: grote kostenpost voor bedrijven en de samenleving Normen voor assessments:"In de markt wordt het gezien als een kwaliteitsgarantie" Optimale bewapening in ‘war on talent’ Pagina 13 Pagina 14 Pagina 23 Werkgevers willen extra pensioenpotje voor werknemers Pagina 4 Pagina 7 Aanpassing van de WGA per 1-1- 2017 vraagt om zorgvuldige keuzes
  • 2. 2 KENNISPARTNERS INHOUDSOPGAVE Colofon Media adviseur Rick van Gelder Vormgeving Gydo Veeke Hoofdredacteur Marianne Rijke Redactie Ruby Sanders, Petra Lageman, Cor Dol, Mirjam Streefkerk, Wouter Boonstra, Irina Mak en Miriam van Coblijn Foto's Wioleta Brynkus en Bigstockphoto.com Commercieel directeur Maarten le Fevre Directeur-uitgever Paul van Vuuren Drukker Janssen/Pers Rotatiedruk, Gennep De inhoud van de commerciële bijdragen zoals profielen, expertinterviews, expertbijdrage en advertorials beschrijven de meningen en standpunten van de geïnterviewden. De redactie van PMG tracht alle fouten te voorkomen, maar de redactie kan niet instaan voor eventuele fouten of onvolkomenheden in deze bijdragen. PMG aanvaardt hierdoor geen aansprakelijkheid. Pulse Media Group B.V. www.pulsemedia-group.com info@pulsemedia-group.com PULSE MEDIA GROUP HR-STRATEGIEËN EN PENSIOEN Pensioenen 4 6 12 12 13 14 14 15 15 16 22 23 21 20 17 19 6 7 8 10 10 11 Algemeen Pensioenfonds officieel van start Oplossing voor pensioenfondsen Richten op snellere re-integratie Vitaliteit van medewerkers duurzaam verbeteren Ziekteverzuim, van preventie tot re-integratie Wat zijn jouw drijfveren? Optimale bewapening in ‘war on talent’ Talentmanagement: “doormodderen is geen optie meer” Talentmanagement blijft mensenwerk Persoonlijk leiderschap is de missing link Analytics geven toegang tot talent Matchen van wederzijdse ambities Minder onderbuikgevoel dankzij big data in HR Een schat aan potentieel in HR-data Talenmanagement draait om menselijke verbindingen Smart Industry, Smart People De weg naar WGA Totaal Aanpassing WGA vraagt om zorgvuldige keuzes WGA-flex voor ondernemers WGA-beoordeling: een black-box? WGA 2017: geen haast, niets moet Bezwaar tegen WIA-uitkering kan hoge kosten voorkomen COLUMN Het beste voorbeeld van deze verandering is de sterke groei van flex- en zelfstandige arbeid in de afgelopen tien jaar. Deze groei is deels verklaarbaar door de manier waarop rechtsbescherming en risicodeling zijn georganiseerd op onze arbeidsmarkt. De onderliggende waarde, het delen van risico’s op basis van solidariteit, wordt steeds minder herkend en gewaardeerd. Niet alleen door werkgevers, maar ook door werknemers die op zoek zijn naar minder bevoogding en meer eigen keuze. De collectieve bescherming van risico’s voor werknemersstaathierdoorvoortdurendonderdruk. De risicodeling en de daarmee samenhangende kosten kunnen worden ontweken door gebruik van zzp’ers en flexkrachten. Tegelijkertijd wordt er door cao-partijen en werkgevers en ook werknemers gezocht naar nieuwe manieren om risico’s met elkaar te delen en werknemers optimaal fit te houden. Het besef is inmiddels ontstaan dat sommige risico’s niet zomaar door individuele werkgevers en werknemers kunnen worden gedragen. De eerste contouren van een nieuwe verdeling van verantwoordelijkheden op de arbeidsmarkt worden steeds meer zichtbaar. Werknemers hebben zelf een grote verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van hun talenten en hun duurzame inzetbaarheid, waarbij zij moeten nadenken over hun ontwikkeling en belastbaarheid. Daarbij horen ook meer faciliteiten, zoals persoonlijke scholings- en opleidingsbudgetten, en meer mogelijkheden in combinaties van verlof en deeltijdpensioen. Voor pensioen als collectief verplichte regeling zijn de contouren van een nieuw tijdperk nog minder scherp. De verhouding tussen verplicht collectief en keuzevrijheid staan wel enigszins haaks op elkaar. Ook hier geldt dat veel werkgevers hun balansrisico vanwege de pensioenregeling hebben afgebouwd door premieovereenkomsten in plaats van uitkeringsovereenkomsten af te sluiten. Een volgende stap is overdracht naar een APF, waardoor de uitvoering van de regeling los staat van de bedrijfsvoering van een werkgever. Het volgende kabinet zal echte fundamentele keuzes maken op gebied van pensioenen. De beweging zal voorlopig nog wel even aanhouden. Auteur: Marcel Hulsegge Penningmeester CNV Vakmensen Een onafhankelijke publicatie van Pulse Media Group, gedistribueerd bij Management Team op 16 september. gebied van pensioenen. De beweging zal voorlopig nog wel even aanhouden. Talentmanagement HR analytics Verzuimmanagement Assessments Duurzame inzetbaarheid Sociaal zekerheidsrecht
  • 3. 3PENSIOENENPULSE MEDIA GROUP HR-STRATEGIEËN EN PENSIOEN Nederland is per 1 januari 2016 een nieuw soort pensioenuitvoerder rijker: het algemeen pensioenfonds (APF). Centraal Beheer is een van de partijen die een algemeen pensioenfonds opricht. Zeven vragen hierover aan Rob ter Mors, directeur Pensioen bij Centraal Beheer. Wat is een APF? “Een algemeen pensioenfonds (APF) is een nieuw type pensioenfonds en een aanvulling op bestaande pensioenuitvoerders, zoals verzekeraars, premiepensioeninstellingen en pensioen- fondsen (bedrijfstak -, ondernemings- en beroepspensioenfondsen). Een APF bestaat uit collectiviteitskringen. Deze collectiviteitskringen bieden de mogelijkheid om verscheidene pensioen- regelingen te bundelen in één kring, zonder dat dit invloed heeft op een andere kring binnen hetzelfde APF. Binnen die kring delen de deelnemers de risico’s en de resultaten. Daarbij kun je denken aan de resultaten van beleggingen en de risico’s van arbeidsongeschiktheid, overlijden of lang leven.” Waarom een nieuwe pensioenuitvoerder? “Het APF is in eerste instantie in het leven geroepenomdeconsolidatievanmetname pensioenfondsen te vergemakkelijken. Die behoefte zien we in het bijzonder bij de ondernemingspensioenfondsen. Van alle ondernemingspensioenfondsen die er zijn, heeft een groot aantal te maken met uitdagingen op het gebied van toekomstbestendigheid. Zo hebben ze moeite om te voldoen aan steeds hogere eisen die aan fondsbestuurders worden gesteld. Daarnaast hebben ze te maken met de lage rente, waardoor beleggingen minder opbrengen. Ook nemen de uitvoeringskosten toe. Bovendien moeten ze meer uitkeren, doordat mensen langer leven, en dus langer gebruikmaken van een pensioenuitkering. Tegelijkertijd neemt de instroom van nieuwe premies af omdat er minder jonge werkenden zijn, terwijl het aantal ouderen toeneemt.” Voor wie is het APF interessant? “Naast ondernemingspensioenfondsen kunnen ook beroepspensioenfondsen, niet-verplichtgestelde bedrijfstakpen- sioenfondsen en natuurlijk werkgevers met een verzekerde pensioenregeling toetreden tot het APF. We zien zeker ook bij deze laatste groep een grote belangstelling. Werkgevers met een verzekerde uitkeringsovereenkomst (DB), zowel eind- als middelloonregelingen, zien de premies de afgelopen jaren flink stijgen. Dat komt met name door de lage rente en stijgende levensverwachting. Hierdoor worden de ‘nominale garanties’ steeds duurder. Maar naast uitkerings- overeenkomsten mogen APF’en ook (netto-)premieovereenkomsten (DC) Zeven vragen aan Rob ter Mors over het algemeen pensioenfonds aanbieden. Eigenlijk is het APF dus interessant voor alle werkgevers die niet bij een verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds zijn aangesloten.“ Waaruit blijkt deze interesse? “Naast onze eigen gesprekken met werkgevers en pensioenfondsen en de vele vragen die wij ontvangen lieten wij onlangs onderzoek doen door Motivaction onder deze doelgroep. Van de werkgevers met een ondernemingspensioenfonds vindt meer dan de helft zijn pensioen niet toekomstbestendig. Zij overwegen hun pensioenregeling te wijzigen of bij een andere uitvoerder onder te brengen. Die onzekerheid over de houdbaarheid van pensioenenheerstookbijeengrootdeelvan de grote werkgevers met een verzekerde regeling. Bij pensioenfondsbestuurders speelt dit nog meer. Zo blijkt dat zij bijna allemaal twijfelen over de toekomstbestendigheid van de eigen regelingen. Het APF biedt uitkomst voor veel van de uitdagingen waar werkgevers en pensioenfondsen voor staan.” Wat zijn de voordelen van een APF? “Het APF biedt een platform voor consolidatie van pensioenfondsen en daarmee schaalvoordelen in besturing, administratie en vermogensbeheer. Ten opzichte van bedrijfstakpensioenfondsen biedt het APF meer flexibiliteit, bredere toegankelijkheid en mogelijkheden voor behoud van de eigen identiteit. Als je een APF vergelijkt met verzekeraars, zie je dat een APF geen nominale garanties biedt en daar dus ook geen kosten voor maakt. Omdat het APF onder een ander toezicht valt, namelijk het Financieel Toetsingskader, zijn er meer mogelijk- heden om te beleggen. Dat vertaalt zich in een hoger verwacht pensioen en een indexatieambitie. Vergeleken met een premiepensioeninstelling (PPI) voert het APF niet alleen DC- maar ook DB- regelingen uit, wordt niet alleen de opbouwfase, maar ook de uitkeringsfase aangeboden, en werkt een APF met slechts één overeenkomst voor alle regelingen. Alles onder één dak dus. Als je kijkt naar de gemiddelde werkgever, heeft deze vanuit het verleden verscheidene pensioentoezeggingen open. Vaak een uitkeringsovereenkomst (DB), en voor nieuwe medewerkers en/of vanaf een bepaald salaris, een premieovereenkomst (DC). Juist het APF kan en mag alle soorten regelingen geïntegreerd aanbieden en uitvoeren.” Wat maakt het Centraal Beheer APF bijzonder voor werknemers? “Ten eerste is dat ons streven naar zoveel mogelijk pensioen per euro inleg. Want daar draait het uiteindelijk om. Dat bereikenwenietalleendankzijlagekosten door onder meer schaalgrootte, maar ook door goed fiduciair management en slim vermogensbeheer. Wat daar ook aan bijdraagt, is een nieuwe manier van beleggen bij DC regelingen; ‘automatisch sturen’ en daarnaast ook de mogelijkheid om door te beleggen door de pensioendatum. Ten tweede willen wij werknemers meer de regie geven over hun pensioen. Dat doen we door inzicht te bieden in de totale oudedag, plus de mogelijkheden om (bij) te sturen. Werknemers krijgen online een samenhangend inzicht in alle pensioenpotjes.Daarvooriseenkoppeling gemaakt met het Pensioenregister, waardoor ook pensioenen van vorige werkgevers naar voren komen. Verder komen ook de AOW-gegevens in beeld. Tot slot kan de werknemer spaargeld en andere (individuele) pensioenpotjes toevoegen. Zo ontstaat een totaalbeeld van de oudedag. Ook bijzonder is dat we communiceren in termen van netto besteedbaar inkomen van vandaag. Hiervoor hebben we een koppeling met het Nibud en geven we een indicatie van de uitgaven, die de werknemer natuurlijk kan aanpassen. De cijfers straks rekenen we terug naar bedragen van vandaag de dag, dus het netto reëel besteedbaar inkomen.” Zijn er nog bijzonderheden aan het Centraal Beheer APF voor werkgevers en pensioenfondsen? “Jazeker, ik noem er drie. Ten eerste ons streven om werkgevers te ontzorgen. Zij kunnen bij ons terecht voor alle pensioenvormen (DB en DC), ook in combinatie met elkaar. De communicatie daarover verloopt digitaal en via één portaal, waarbij een koppeling kan worden gemaakt naar de salarisadministratie van dewerkgever.Eentweedepluspuntvanhet Centraal Beheer APF is dat van inspraak en zeggenschap. Dit vindt plaats zowel vanuit het belanghebbendenorgaan, als via de digitale community ‘SamenPensioen’. Ook via deze community willen wij werknemers en werkgevers betrekken bij hun pensioen. Als derde noem ik nog de wijze waarop we tegemoet komen aan de consolidatiebehoefte van pensioenfondsen; we bieden een eigen kring met een eigen belang- hebbendenorgaan. Vanuit deze Eigen kring kunnen zij later ook toetreden tot een of meer van de standaard kringen. Welke keuze ze ook maken; via een uitgebreide transitieservice ondersteunen wij hen daarbij.” Zeven vragen aan Rob ter Mors over het algemeen pensioenfonds ADVERTORIAL Wilt u meer weten over de pensioenoplossingen van het Centraal Beheer Algemeen Pensioenfonds? Kijk dan op www.centraalbeheer.nl/apf Meer informatie Rob ter Mors “Het APF is in eerste instantie in het leven geroepen om de consolidatie van met name pensioenfondsen te vergemakkelijken” “Wij willen werknemers meer de regie geven over hun pensioen”
  • 4. S inds 1 januari 2016 is het mogelijk een Algemeen Pensioenfonds op te richten. Een APF is een pensioenfonds dat een of meer pensioenregelingen uitvoert. Het APF heeft drie ‘doelgroepen’: ondernemingspensioenfondsen en bedrijven die defined benefit (DB)- of defined contribution (DC)-pensioenregelingen hebben bij een verzekeraar. Inmiddels heeft De Nederlandsche Bank de eerste vergunningen verleend voor de oprichting van een APF. Het aantal ondernemingspensioenfondsen is de afgelopen tien jaar met zo’n 75 procent afgenomen. De druk op de resterende fondsen blijft aanhouden en naar alle waarschijnlijkheid zal ook de komende jaren menig fonds besluiten te liquideren. Premies voor DB-regelingen stijgen als gevolg van de lage marktrente en de hoge levensverwachting fors. En in de uitvoering van een DC-regeling gelden beperkingen ten aanzien van de beleggingen. Deze moeten in de aanloop naar de pensioendatum worden afgebouwd en tijdens de uitkeringsfase mag zelfs helemaal niet belegd worden. Die laatste regel kan, zeker als het pensioenkapitaal tegenvalt, grote gevolgen hebben voor de uiteindelijke pensioenuitkering. Doorbeleggen na de pensioendatum biedt deelnemers immers de kans op een hoger, maar ook het risico op een lager, pensioen. In al die gevallen kan een APF een alternatief zijn. Collectiviteitskringen Werkgevers kunnen bij een APF hun pensioenregeling in afzonderlijke collectiviteitskringen onderbrengen. Door de strikte vermogensscheiding ontstaat er geen overdracht tussen de kringen. De pensioenbeleggingen worden alleen gebruikt voor pensioenuitkeringen van de deelnemers aan de betreffende kring. Een multi-clientkring kan bestaan uit diverse bedrijven maar ook uit kleine en middelgrote pensioenfondsen. Voor iedere kring wordt een ander beleggingsbeleid, dekkingsgraad, premie- en indexatiebeleid gehanteerd. Grote pensioenfondsen en grote ondernemingen kunnen ervoor kiezen hun pensioenregeling onder te brengen in een single-clientkring. Op die manier kunnen zij een bestaande regeling indien gewenst zelfs een op een voortzetten. Keuze kring van groot belang Soms zal een APF starten met diverse kringen met een aantal opties voor regelingen. Een ander APF start wellicht met slechts één kring en zal dat aantal in een later stadium uitbreiden. Het beleid van een kring is direct van invloed op de premiehoogte en de potentiële waardeontwikkeling door offensief of juist defensief te beleggen. Een kring die kiest voor een hoge dekkingsgraad kent een hoge premie. Een kring die een lagere dekkingsgraad accepteert, berekent een lagere premie, maar het risico op een korting is aanmerkelijk groter. “Welk beleid past bij jouw bedrijf en wat wil je je werknemers bieden? Dat is de vraag waar het om draait”, stelt hoogleraar pensioenrecht Erik Lutjens. “Ga je voor zekerheid of wil je je medewerkers de kans bieden op een hoger pensioen met het risico dat het ook lager kan uitvallen.” Invloed op beleid Net als andere pensioenfondsen valt ook een APF onder de governancewetgeving. Het APF is een stichting met een onafhankelijk bestuur, een raad van toezicht en per kring een belanghebbendenorgaan. Dit orgaan bestaat uit vertegenwoordigers van de werkgevers, de werknemers in actieve dienst en de werknemers die al met pensioen zijn. Het belanghebbendenorgaan heeft over sommige onderwerpen adviesrecht. Op het moment dat het bestuur niets doet met een negatief advies kan het orgaan de kwestie voorleggen aan de Ondernemingskamer. Deze instantie kan het besluit blokkeren indien het in redelijkheid niet genomen had kunnen worden. Algemeen Pensioenfonds officieel van start 4 PENSIOENEN PULSE MEDIA GROUP HR-STRATEGIEËN EN PENSIOEN Steedsmeerbedrijvenwillenwerknemers compenseren voor de versoberingen in de pensioenregeling die de afgelopen jaren zijn doorgevoerd. Ook een overgang van een DB naar een DC-pensioen is voor werkgevers aanleiding om een extra pensioenpotje voor de medewerkers op te tuigen. “Wij zien een groeiende trend om hierin te faciliteren”, aldus Ronald Sminia van NN Investment Partners. Werkgevers op zoek naar compensatie- mogelijkheden “Wij merken dat steeds meer werkgevers op zoek zijn naar een manier om hun medewerkerstecompenserenenvoorhen iets extra’s te regelen”, vertelt Sminia, bij NN IP verantwoordelijk voor beleggings- platform FitVermogen.nl. “Wij bieden sinds ruim een jaar een aanvullende pensioenoplossing aan en hebben inmiddels al tientallen werkgevers als klant. De belangstelling is groot: er zijn op dit moment ook diverse ondernemingen die zich op de oplossing oriënteren of bezig zijn met de implementatie.” Flexibele invulling voor werkgevers Hoe de extra opbouw precies wordt ingevuld verschilt van werkgever tot werkgever. Als het gaat om compensatie voor de overgang van DB naar DC, wordt vaak alle werknemers een extra pensioenpakket in de derde pijler aangeboden. “Bij ons kan dat op zowel individuele als collectieve basis. In de laatste variant kan de werkgever direct vanuit de salarisadministratie op de beleggingsrekeningen van de werknemers storten”, legt Sminia uit. Sommige bedrijven kiezen ervoor om alleen de groep medewerkers te compenseren met een salaris boven de €101.519,- (2016). Hiervoor heeft FitVermogen een fiscaal vriendelijke pensioenvariant beschikbaar in de vorm van een nettolijfrente. Mailtje sturen niet voldoende Veel ondernemingen ervaren zorgplicht richting het pensioen van hun werknemers. Een goed pensioen is ook een mooi uithangbord voor een bedrijf. Het valt echter niet altijd mee om de boodschap over te brengen dat pensioen echt iets is om je (regelmatig) in te verdiepen. “Weinig mensen zijn direct ontvankelijk voor het onderwerp. Een mailtje sturen of een bericht op intranet plaatsen is niet voldoende, blijkt in de praktijk. Wij helpen ondernemingen graag om het onderwerp aan te kaarten. Voor bedrijven loont het echt om mensen bewust te maken van het onderwerp pensioen. Het is een grote stap richting verantwoord werkgeverschap.” Sparen of beleggen? Is sparen voor pensioen niet beter? “Beleggen is al geruime tijd de enige manier om op (middel-)lange termijn voldoende rendement te genereren. Niet voornietsbeleggenallepensioenfondsen”, vindt Sminia. “Aan beleggen zijn natuurlijk risico’s verbonden: je kan je inleg (gedeeltelijk) kwijtraken. Maar beleggen is voor pensioenopbouw meer dan een interessant alternatief.” FitVermogen biedt met FitVoorLater een beleggingsoplossing die speciaal is ingericht om extra vermogen voor pensioen op te bouwen. “Deelnemers profiteren van transparantie, lage kosten en bekroonde beleggingsfondsen. De sterke prijs-kwaliteitverhouding is recent ook weer bevestigd in onderzoeken van de Consumentenbond en Beleggingsmatch.nl”, aldus Sminia. “Wij bieden daarnaast een reguliere én fiscaal-vriendelijke beleggingsrekening (netto-lijfrente) en de mogelijkheid om collectief te storten.” Vrijblijvend op de koffie Lezen over pensioen is één, maar een gesprek werkt vaak extra verhelderend, vindtSminia.“Ikkomgraagopdekoffieom vrijblijvend van gedachten te wisselen over de wensen die in uw organisatie leven.” ADVERTORIAL Werkgevers willen extra pensioenpotje voor werknemers Webpagina FitVoorLater.nl Brochure werkgevers Uitlegvideo (02:17) FitVermogen.nl info@FitVermogen.nl 070 – 379 19 19 Ronald Sminia Ronald.Sminia@NNIP.com 06 – 52 42 01 30 Meer informatie Winnaar cash innovatieprijs 2016 Ronald Sminia, directeur FitVermogen.nl
  • 5. PULSE MEDIA GROUP | MVO Mogelijkheden en risico’s Wie overweegt over te stappen naar een APF moet goed op de hoogte zijn van de mogelijkheden en van de risico’s. “In tegenstelling tot verzekerde regelingen is het, net als bij andere pensioenfondsen, ook bij een APF niet uitgesloten dat pensioenrechten worden gekort”, stelt Lutjens. “Daar staat tegenover dat een APF, net als pensioenfondsen, het vermogen belegt en dat daarmee ook de kans bestaat op een zodanig resultaat dat indexatie tot de mogelijkheden behoort.” Voordeel van een nieuw gestart APF is dat er geen resultaten uit het verleden meetellen. Een APF moet bij aanvang beschikken over een houdbare financiële opzet. Dat biedt de mogelijkheid om direct vanaf de start beter te sturen in de financiële positie. De andere kant van de medaille is dat een APF ook nog geen ‘bewijs’ kan leveren voor goede prestaties. Kosten en opbrengsten Het APF is niet de oplossing voor alle problematiek die in het verleden is ontstaan. Als een pensioenfonds een weinig rooskleurige financiële positie heeft, zal dat niet direct veranderen in een florerend geheel. Wel kan een APF, dankzij de bundeling van krachten, schaalvoordelen behalen bij beleggen en is het mogelijk de werkzaamheden uit te voeren tegen een lager kostenniveau. Daardoor kunnen, zeker voor deelnemers die overstappen uit een verzekerde regeling, aanmerkelijke voordelen worden behaald. Verzekeraars vragen momenteel garantieopslagen die soms tot een derde van de totaal te betalen premie kunnen oplopen. Dat betekent dat slechts twee derde van de premie beschikbaar is voor het pensioen. Bij een APF wordt, afgezien van een klein deel van kosten en risicopremies, vrijwel de volledige premie belegd. Details Net als bij het aangaan van andere contracten is het verstandig om aandacht te besteden aan details. “Stel veel vragen en neem niet zonder meer genoegen met een standaardregeling”, adviseert bijzonder hoogleraar pensioenrecht Mark Heemskerk. “En zorg dat de financiële en juridische gevolgen van entree en exit duidelijk zijn voordat je iets ondertekent.” Garanties voor wat betreft resultaten kan niemand geven. Maar er kunnen en moeten wel afspraken worden gemaakt op het gebied van bijvoorbeeld beperking van kosten en de premieontwikkeling tijdens en na de eerste contractperiode. Ook welke partij bevoegd is om de regeling te wijzigen en op welke punten, dient te worden vastgelegd. “Je kunt contractbepalingen laten wijzigen en extra bepalingen laten opnemen in de uitvoeringsovereenkomst zodat duidelijk is wie bevoegd is dingen te wijzigen.” Relatie beëindigen Hoewel het de opzet is om een langdurige relatie aan te gaan, is het van belang op voorhand rekening te houden met de mogelijkheid dat het contract na korte of langere tijd wordt beëindigd. Hoe zit het met de opzegtermijn? Welke financiële verplichtingen resteren nadat je hebt opgezegd? Wat gebeurt er met het belegd vermogen? Ook hiervoor dienen in de overeenkomst bepalingen te worden opgenomen. Net als de transitie bij toetreding moet ook de transitie bij uittreding zorgvuldig plaatsvinden. Van onze redactie Auteur: Petra Lageman 5PENSIOENENPULSE MEDIA GROUP HR-STRATEGIEËN EN PENSIOEN Nu het bewustzijn rondom pensioenen groeit, stijgt de vraag naar flexibiliteit en keuzevrijheid. Tel daarbij op de veranderende wetgeving en groeiende groep 65-plussers, en het is duidelijk dat we niet meer om pensioen heen kunnen. Allianz heeft haar pensioenassortiment daaromuitgebreid.“Daarbijisnadrukkelijk geluisterd naar de wensen van adviseurs en klanten”, vertelt Mart Vreven, directeur Pensioen bij Allianz Leven. “Allianz heeft voor alle klanten nieuwe pensioenproducten ontwikkeld: de dga (directeur-grootaandeelhouder), het mkb en ook de zzp’er, nu met BrightPensioen een samenwerking is gestart”, zegt Henk Boeve, CEO Allianz Leven. Optimale lifecycle Allianz biedt voor pensioenen uitsluitend beschikbare premieregelingen, ook wel defined contribution (DC)-regelingen genoemd. Dit type pensioenregeling wordt veelvuldig genoemd in de pensioendialoog over het toekomstige pensioenstelsel. Boeve: “Wij geloven dat DC de beste pensioenregeling is, en de lifecycles (beleggingsprofielen) daarbinnen cruciaal. We hebben alle tijd en energie gestoken in het ontwikkelen van lifecycles die leiden tot een optimale risico-rendementsverhouding. De expertise van Allianz als een van de grootste beleggers ter wereld zorgt ervoor dat we de premies zo beleggen dat we een maximaal pensioenresultaat voor de deelnemer behalen met zo min mogelijk kans op negatieve schokken.” Hoe Allianz de premies precies voor een deelnemer belegt, dát hangt af van de keuzemogelijkheden die de werkgever beschikbaar stelt. Een werkgever kan kiezen uit verschillende beleggingsprofielen voor de deelnemer: actieve en passieve life- cycles en zelf beleggen. Naast de eigen beleggingsfondsen, stelt Allianz ook beleggingsfondsen van BlackRock en Lyxor beschikbaar. Hiermee wordt een maximale risicospreiding bereikt. Heldere communicatie Om deelnemers de juiste keuzes te laten maken, is de pensioencommunicatie flink op de schop gegaan. Via een nieuwe persoonlijke online portal kunnen deelnemers hun voorkeuren voortaan aangeven. En er valt veel te kiezen. In de opbouwfase van het pensioen is de Allianz Pensioenklik een mogelijkheid voor de deelnemer die 100 procent zekerheid wil. Ook doorbeleggen behoort tot de mogelijkheden.Zodradepensioendatumin zicht komt, kan de deelnemer kiezen voor een hoog/laag-constructie en wel of geen stijgendeuitkering.Eenfinancieeladviseur wordt daarom door Allianz aangeraden voor werkgevers en deelnemers. “De nieuwe online portal is met oog op de deelnemerszogebruiksvriendelijkmogelijk ingericht”, vertelt Boeve. Vreven, eerder jarenlang werkzaam als pensioenadviseur en daarom als geen ander bekend met het perspectief van de klant, beaamt dit: “Deelnemers zien in hun persoonlijke portal grafieken, afbeeldingen en heldere bedragen. Waar vaak alleen brutobedragen worden genoemd, toont Allianz ook de nettobedragen, zodat het werkelijke bedrag dat straks op de rekening komt, geen verrassing zal zijn.” Deelnemer meer aan het roer “De tijd dat werkgevers alle pensioen- beslissingen namen, ligt achter ons”, zegt Boeve. De deelnemer staat meer zelf aan het roer. Voor de deelnemer die geen keuze wil maken, is een default passieve lifecycle mogelijk: een pensioenprofiel geschikt voor de gemiddelde deelnemer. Allianz heeft geluisterd naar de markt en het pensioenassortiment hierop aangepast. “Bij Allianz zijn er meer smaken, meer krachtige oplossingen én meer verantwoordelijkheden”, besluit Vreven. De taak van Allianz is eigenlijk eenvoudig: zo goed mogelijk beleggen en zo helder mogelijk communiceren. ADVERTORIAL Uw pensioen bij Allianz: ‘Goed beleggen, helder communiceren’ Mart Vreven 088 – 577 60 31 mart.vreven@allianz.nl Meer informatie Mart Vreven Henk Boeve
  • 6. PULSE MEDIA GROUP HR-STRATEGIEËN EN PENSIOEN6 SOCIAAL ZEKERHEIDSRECHT Het APF is een nieuwe pensioenoplossing voor fondsen en bedrijven in de tweede pijler van de pensioenmarkt. “Het is een toekomstbestendige oplossing die een antwoord biedt op een aantal problemen waarmee fondsen en bedrijven momen- teel kampen”, vertelt Maarten van der Tuin, directeur van AZL. AZL is met NN Investment Partners de oprichter van De Nationale APF “Pensioenfondsen worden in toe-nemende mate geconfronteerd met zwaardere eisen aan deskundigheid van de bestuurders, hogere kosten en een complexere beleggingsomgeving.” Waarom overwegen werkgevers de overstap naar een APF? “Het besturen van een ondernemings- fonds vereist niet alleen steeds meer kennis en ervaring maar vergt ook steeds meer tijd. Het is niet iets wat je erbij doet en daarom is het voor veel bedrijven moeilijk om mensen bereid te vinden zitting te nemen in een bestuur. Daarnaast worden bedrijven die hun regeling hebben ondergebracht bij een verzekeraar nog weleens geconfronteerd met steeds hogere premies.” Kunnen fondsen hun eigen regeling en hun opgebouwde vermogen binnen een APF apart houden van andere fondsen? “Een APF biedt multi-cliëntkringen waarbinnen verschillende fondsen en werkgevers kunnen samenwerken. Dankzij die samenwerking ontstaan schaalvoordelen en dat biedt mogelijk- heden tot, soms aanzienlijke, kosten- reductie. Een multicliëntkring biedt de meeste schaalvoordelen. Maar een APF biedt grotere fondsen ook de mogelijkheid om een eigen kring te realiseren en zo het vermogen afgescheiden te houden van andere kringen en deelnemers. Zo’n eigen kring kan een van de aangeboden beleggingsstrategieën volgen maar ook kiezen voor een eigen strategie.” Hoe verloopt een eerste gesprek met een APF? “Het is heel belangrijk dat een inventarisatie wordt gemaakt van de huidige regeling. Daarna is de vraag wat de wensen zijn. En vervolgens moet duidelijk worden hoe dat alles inpasbaar is in het alternatief dat wordt geboden. De Nationale Algemeen Pensioenfonds biedt veel keuzevrijheid. Maar hoe meer wordt afgeweken van de standaardmogelijkheden die wij hebben ontwikkeld, hoe minder van het kostenvoordeel kan worden geprofiteerd. Bij De Nationale APF worden de keuzemogelijkheden en de consequenties van die keuzes tot in detail duidelijk gemaakt zodat de werkgever tot een goed besluitvormingsproces kan komen.” Is het belangrijk dat de werkgever zich laat begeleiden door een onafhankelijke expert? “Natuurlijk zal De Nationale APF de diensten van experts zoals van experts zoals actuarissen, juristen en beleggingsexperts aanbieden om vragen te beantwoorden en de werkgever en werknemers zo goed mogelijk te voorzien van informatie. Maar het is niet meer dan logisch dat werkgevers een onafhankelijke consultant mee laten kijken en denken. Het gaat immers om een beslissing die grote gevolgen heeft voor de financiële toekomst van de werknemers.” Wat zijn de vervolgstappen bij een positieve beslissing? “De transitie moet goed worden voorbereid en foutloos worden uitgevoerd. Het is geen kwestie van een offerte sturen en ondertekend retour krijgen waarna een APF het wel eventjes zal regelen. Overstappen naar een APF is niet simpelweg het onderbrengen van de pensioenregeling bij een andere organisatie. Het gaat ook en zelfs vooral om de wijze waarop wordt omgegaan met de beleggingen en de al opgebouwde rechten van werknemers. Doorgaans zijn daar grote bedragen mee gemoeid. De gevolgen van die transitie moet je vooraf goed doorrekenen zodat bij besluitvorming iedereen al op de hoogte is van de financiële gevolgen.” INTERVIEW met Maarten van der Tuin Oplossing voor pensioenfondsen De Nationale APF (vetgedrukt) Contactpersoon: Dennis van Dinter 06-50280135 dennis.van.dinter@denationaleapf.nl www.denationaleapf.nl Meer informatie Maarten van der Tuin Per 1 januari 2017 treedt het slotstuk van de BeZaVa in werking en worden WGA Vast en WGA Flex samengevoegd. Eigenrisicodrager voor de WGA worden of blijven is een vraag die vele werkgevers, met de naderende deadline, momenteel bezighoudt. Wat hebben werkgevers nodig omtoteenhelderadviestekomen,rekening houdend met de wet- en regelgeving? Deskundige ondersteuning is noodzakelijk om de vraag te kunnen beantwoorden of WGA-eigenrisicodragerschap ook na 1 januari 2017 strategisch de beste keuze is, legt Daniel Classen, RADI – Recura, uit. De werkgever is twaalf jaar ver- antwoordelijk voor een arbeidsongeschikte (ex-)werknemer en krijgt de kosten o.a. toegerekend middels de gedifferentieerde werkhervattingskaspremie (WHK). Dat is eenfinancieelrisicowaarvandekostenfors kunnen oplopen. Door een aantal recent doorgevoerde wetswijzigingen neemt de omvang van dit risico verder toe. Hoe gaat u als werkgever om met deze risico’s? Een overzicht van de situatie per 1 januari 2017: • Samenvoegen WGA Vast en WGA Flex tot één WGA Totaalpremie • Invoering publieke terugkeerpremie WGA op basis van de zogenaamde T-2 systematiek. Geen minimumpremie meer bij terugkeer naar het UWV • De staartlasten blijven per 2017 voor de (middel)grote werkgever achter bij het UWV. Ontstaat daarmee een gelijker speelveld tussen UWV en verzekeraar? • Bij terugkeer naar het UWV blijft men verplicht drie jaar publiek verzekerd Garantieverklaring ook voor WGA-flex Als WGA-eigenrisicodrager bent u wettelijk verplichtomeenbank-ofgarantieverklaring te overleggen aan de Belastingdienst. Deze wordt meestal verstrekt door een private verzekeraar. Wanneer u vanaf 2017 eigenrisicodrager wilt blijven of worden, moet u uw garantieverklaring voor WGA uitbreiden met WGA Flex. Doet u dit niet (of niet tijdig) dan wordt u voor een periode van drie jaar automatisch bij het UWV verzekerd voor de WGA. Bestaande WGA- eigenrisicodragers hebben tot 1 januari 2017 de tijd om een garantieverklaring in te dienen bij de Belastingdienst. Werkgevers die nog publiek verzekerd zijn hebben tot 1 oktober 2016 de tijd om een keuze te maken. Voor die werkgevers is geen uitstel tot 1 januari 2017. Dit betekent dat de adviseur rekening dient te houden met verschillende termijnen. WGA en Ziektewet Eigenrisicodragerschap voor de WGA staat los van eigenrisicodragerschap voor de Ziektewet. Dit betekent dat u kunt kiezen om wel eigenrisicodrager te worden voor de Ziektewet, maar niet voor de WGA en andersom. De meeste verzekeraars zullen echter een combinatie van WGA en Ziektewet verlangen. Daarnaast dient voor het Ziektewet-eigenrisicodragerschap vóór 1 oktober 2016 een definitieve keuze gemaakt te zijn. Er moet dus rekening gehouden worden met de WGA in combinatie met Ziektewet en de geldende termijnen. Daarnaast blijkt het acceptatiebeleid van de verzekeraars in de praktijk weerbarstig te zijn. Er worden vaak eisen gesteld met betrekking tot een verplichte combinatie ziekteverzuim, Ziektewet-eigenrisicodragerschap (verzekering)ofarbo-/ZW-dienstverlening. Premievergelijk of inzetbaarheid? Momenteel komen verzekeraars met voorstellen ter verlenging van WGA- contracten. Opvallend is dat er nog veelvuldig op basis van premie een advies wordt samengesteld. Daarnaast wordt er veel gedifferentieerd naar grootte van de loonsom van organisaties in de advieswereld. Mede door samenvoegen van WGA Vast en WGA Flex wordt inzetbaarheid, re-integratie en schadelastbeheer steeds belangrijker. Focus op inzetbaarheid start niet bij arbeidsverzuim van een medewerker maar is een continu proces binnen uw organisatie. Het is ook niet samen te vatten naar één verantwoordelijke (afdeling), maar is de verantwoordelijkheid van ieder betrokken persoon. Op die manier blijven de kosten structureel laag en wordt niet enkel naar een ‘hokje’ gekeken, maar wordt inzetbaarheid een duurzaam begrip. Hierdoor kan een strategisch en goed onderbouwd besluit naar WGA Totaal worden genomen. EXPERTBIJDRAGE van Daniel Classen De weg naar WGA Totaal Recura Marshalllaan 2 2625 GZ Delft 0800 66 55 333 info@recura.nl www.recura.nl Meer informatie
  • 7. PULSE MEDIA GROUP | MVO D e wet WGA (Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsongeschikten) gaat per 1 januari 2017 veranderen. Het hybride stelsel, waarbij verzekeren via het UWV of private verzekeraars mogelijk is, blijft gehandhaafd. Maar met name voor tijdelijk personeel verandert er veel en dat heeft gevolgen voor elk bedrijf. Daar komt bij dat werkgevers bepaalde keuzes al voor 1 oktober 2016 moeten maken. Een overzicht De Wet BeZaVa (beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters) bepaalt dat een werkgever twaalf jaar lang financieel verantwoordelijk is voor een zieke (ex-)medewerker. Ook als die maar tijdelijk in dienst is of was. Na twee jaar ziekte (en verplichte doorbetaling door de werkgever) ontstaat voor werknemers een gewijzigde situatie. Een werkgever is dan nog tien jaar financieel verantwoordelijk en hij betaalt mee aan de kosten voor re-integratie en uitkering. Hoe ziet die uitkering er momenteel uit? De website van de Rijksoverheid geeft een simpele weergave van de huidige situatie. De WIA is de wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen. Er zijn binnen de WIA twee verschillende uitkeringen: de WGA (Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsongeschikten) en de IVA (Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten). Iemand krijgt een WGA- uitkering als hij minstens 35 procent, maar maximaal voor 80 procent arbeidsongeschikt is. Een WGA wordt ook uitgekeerd als de werknemer minstens 80 procent arbeidsongeschikt is, maar een redelijke kans op herstel heeft: de werknemer is tijdelijk arbeidsongeschikt. Een IVA wordt uitgekeerd als de kans op herstel heel klein of nul is. Minder dan 35 procent arbeidsongeschikt? Helaas, dan is er geen WIA-uitkering en blijft de werknemer ‘gewoon’ in dienst, eventueel in een andere of aangepaste functie. Maar het ontslagverbod bij ziekte vervalt na twee jaar en de werknemer zal vaak alsnog zijn baan verliezen. Een werkgever kan ervoor kiezen om de kosten voor WGA (en ook de Ziektewet trouwens) te verzekeren via het UWV of om eigenrisicodrager (ERD) te worden. De werkgever kiest er in het tweede geval bijna altijd voor om een verzekering af te sluiten met een private verzekeringsmaatschappij. Wet vernieuwd Tot zover de wet. Maar ook wetten zijn er om aangepast te worden. In de Wet BeZaVa staat dat werkgevers eigenrisicodrager kunnen worden voor de totale WGA- lasten (vast en flex samen). Dit deel van de wet gaat in op 1 januari 2017. Paul Koopman van het Verbond van Verzekeraars stelt dat de wetgever na evaluatie concludeerde dat de invoering van de WGA, tien jaar geleden, een positief effect had op de beperking van de instroom in de arbeidsongeschiktheidsregeling. De instroom van werknemers in de WGA is hiermee aanzienlijk lager dan tijdens het voorgaande regime van de WAO. “Alleen profiteerden mensen met een tijdelijk contract onvoldoende van deze ontwikkeling. Daarom is besloten om voor de zogenaamde flexwerkers dezelfde prikkels in te voeren als voor vast personeel.” Voor de duidelijkheid: er zijn twee soorten flexwerkers: de uitzendkrachten die verzekerd zijn via de uitzendwerkgever en de mensen met tijdelijke contracten die verzekerd zijn bij reguliere werkgevers. Wibaut Jeurissen, econometrist en verbonden aan het UWV, stelt dat er in feite sprake is van drie wijzingen in de WGA. Ten eerste: de WGA-verzekering voor de tienjaarslasten, zoals we die nu kennen voor vaste en voor tijdelijke dienstverbanden, wordt samengevoegd tot één verzekering. Dat heeft een aantal gevolgen. Voor de WGA is er dus nog maar één premie, al zal dat voor werkgevers die via het UWV verzekerd zijn niet tot grote verschillen leiden. “Geen lastenverzwaring”, aldus Jeurissen. “Maar voorheen konden werkgevers voor WGA-vast, dus voor werknemers met een vast contract, wél eigenrisicodrager worden en voor WGA-flex niet. Dat gaat nu veranderen.” Eigenrisicodragers moeten daardoor hun garantieverklaring uitbreiden, omdat WGA-flex erbij komt. Dat moet voor het eind van 2016 geregeld worden. Wie eigenrisicodrager wil worden, kan dat elk jaar doen per 1 januari en 1 juli. Dat moet drie maanden van tevoren aangevraagd worden. Wie per 1 januari 2017 eigenrisicodrager wil worden, moet dat dus uiterlijk 1 oktober 2016 aanvragen. Een consequentie van deze wijziging: een werkgever neemt iemand in dienst met een tijdelijk contract. Als deze werknemer na een maand ziek wordt en niet meer terugkeert, blijft de werkgever twaalf jaar lang financieel verantwoordelijk. Voorheen was het zo dat het contract van deze werknemer niet werd verlengd, zodat hij ziek uit dienst ging. Dit geldt nog steeds, maar het verschil is dat de werkgever in kwestie de financiële consequenties voor de ZW en eventueel later de WGA niet kan ontlopen. Gelijk speelveld De tweede en derde wijziging hebben te maken met de Wet verbetering hybride marktwerking WGA. Deze nieuwe wet is bedoeld om een aantal ongewenste negatieve mechanismen in het huidige systeem weg te werken. Jeurissen: “Het UWV heeft een aantal onbedoelde voordelen ten opzichte van verzekeraars, die ervoor zorgen dat het voor werkgevers heel aantrekkelijk is om de overstap te maken van een private verzekeraar naar het UWV.” Een ander punt is dat overstappen moeilijk werd als er inmiddels uitkeringen waren ontstaan, omdat de werkgever deze staartlasten dan bij een verzekeraar moest onderbrengen. Die rekende dat uiteraard door in de offerte voor de premie. De nieuwe wet zegt dat deze staartlasten kunnen achterblijven bij het UWV, zodat het switchen van de ene naar de andere partij makkelijker wordt. Werkgevers die terug willen naar het UWV, krijgen een premie op basis van het hele schadeverleden, terwijl zij voorheen ‘schoon’ terugkeerden. De schade bepaalt hiermee de hoogte van de premie, maar wordt niet meegenomen, want de uitkeringen blijven gewoon door de verzekeraar betaald worden. Voorwaarde is wel dat zij minstens drie jaar bij het UWV blijven. Overigens gaat de premie van het UWV bij het achterlaten van de staartlasten niet omhoog, omdat hiervoor de rentehobbel, een spaarpotje dat in de eerste jaren van de WIA is opgebouwd, voor ingezet wordt. Van onze redactie Auteur: Cor DolAanpassing WGA vraagt om zorgvuldige keuzes 7SOCIAAL ZEKERHEIDSRECHTPULSE MEDIA GROUP HR-STRATEGIEËN EN PENSIOEN DE KRACHT VAN DUURZAME INZETBAARHEID
  • 8. Goede keuze Een resumé. Voor vaste én tijdelijke contracten kan een werkgever straks dus kiezen voor verzekeren van de WGA via het UWV, of om eigenrisicodrager te worden en de WGA desgewenst te verzekeren bij een private verzekeringsmaatschappij. Dan is de volgende vraag: hoe maak je een goede keuze? Kees Boer is partner bij een adviesbureau, dat verbonden is met de Noordeloos Groep, en lid van Adfiz, de branchevereniging van onafhankelijk financieel adviseurs. “Of je nu de premie aan het UWV of aan een verzekeringsmaatschappij betaalt, uiteindelijk betaal je als werkgever toch”, stelt hij. De keuze wordt daarom vooral ingegeven door de wens in hoeverre de werknemer grip wil houden op de situatie rondom zieke werknemers. “Wil je in control zijn? En de vraag die dan volgt is of je al in control bent en bijvoorbeeld een goed en gericht verzuimmanagement voert.” Koopman noemt eveneens de grip op verzuim en re- integratie als belangrijkste argument. Op die manier neem je als werkgever de verantwoordelijkheid voor preventie en re-integratie van arbeidsongeschikte werknemers. Een werkgever kan zo meer invloed uitoefenen om zoveel mogelijk mensen te behouden voor de arbeidsmarkt en, niet onbelangrijk, op de premielast. Boer nogmaals: “Veel werkgevers vinden het onprettig om het uit te besteden aan het UWV, waarvan ze geen idee hebben wat er vervolgens gebeurt, maar wel de rekening op hun bordje krijgen.” Hoewel tot nu toe niet is gebleken dat re- integratie door commerciële partijen effectiever is dan door het UWV, liggen hier wel kansen. Anderzijds geldt weer dat het UWV, dat zonder winstoogmerk werkt, een lager kostenniveau kan hanteren. Mkb of groot bedrijf Veel kleinere bedrijven missen de ervaring en routine om actief beleid te voeren op verzuim en re-integratie. De algemene tendens is dan ook dat zij kiezen voor het UWV. Grote bedrijven hebben die routine en mankracht (of zelfs complete afdeling) wel. Zij maken in de regel andere keuzes. Maar zeker voor veel ondernemers van middelgrote bedrijven is het zaak om de keuze bewust te maken. Wim van den Boomen (portefeuille sociaaleconomisch beleid LTO Nederland) geeft een voorbeeld voor zijn branche. “Het merendeel van de agrarische bedrijven is relatief klein en heeft ook na 1 januari 2017 te maken met de sectorale WGA- premie van het UWV. Hierdoor worden kleine bedrijven minder zwaar belast. Middelgrote en grote bedrijven krijgen door de samenvoeging meer keuzevrijheid inzake de WGA-flex.” Het UWV publiceert de eigen premies vanaf 1 september 2016. De organisatie stelt online tools beschikbaar voor ondernemers om een goede afweging te maken. Aan het overstappen van privaat naar publiek zijn geen extra kosten verbonden. Bij een overgang van publiek naar privaat dient een garantieverklaring overlegd te worden. Hier zijn in de regel wel kosten aan verbonden. Aangezien de keuze voor 1 oktober gemaakt moet worden, verwacht Boer een druk najaar. “In een maand tijd moet je beslissen of je eigenrisicodrager wilt worden en overzien wat daar de consequenties van zijn. Mijn advies is dan ook: laat je goed informeren.” Gevolgen voor bedrijfsleven Wat de gevolgen voor het Nederlandse bedrijfsleven als geheel zullen zijn, is vooralsnog speculeren. Maar toch. “Wij zien dat werknemers van werkgevers die eigenrisicodrager zijn, minder kans hebben om arbeidsongeschikt te raken en dat er meer werk wordt gemaakt om mensen die eenmaal arbeidsongeschikt zijn geraakt, te re-integreren naar betaald werk”, vertelt Koopman. Hij verwacht wel 8 SOCIAAL ZEKERHEIDSRECHT PULSE MEDIA GROUP HR-STRATEGIEËN EN PENSIOEN Per 1 januari 2017 worden belangrijke wijzigingen in de WGA doorgevoerd. Met name voor het verzekeren van tijdelijke arbeidskrachten verandert er veel. Wat betekent dit voor ondernemers? Theo van der Helm is commercieel manager van SAZAS, gespecialiseerd in verzuimmanagement. SAZAS heeft als verzekeraar zijn roots in de agrarische sector, maar is ook in andere markten actief. Van der Helm geeft een toelichting. Wat zijn de belangrijkste wijzigingen in de WGA per 1 januari aanstaande? “Je kon altijd al kiezen tussen verzekeren van WGA via het UWV of als eigenrisicodrager (ERD) en dan desgewenst via een verzekeraar. Dit gold echter alleen voor vast personeel, de WGA voor tijdelijk personeel kon je niet privaat verzekeren. Per 1 januari wordt dit voor vast én voor tijdelijk personeel één regeling. Dat betekent dat je als werkgever vóór 1 januari opnieuw aan moet geven of je WGA bij het UWV of privaat wilt verzekeren. Het risico wijzigt dus.” Wat zijn andere overwegingen om deze afweging juist nu opnieuw te maken? “Als je voorheen bij het UWV weg wilde en een eigenrisicodrager wilde worden, moest je de staartlasten meenemen. Dit zijn de oude lasten van de WGA-instroom uit het verleden. Dat ging een verzekeraar je dan uiteraard doorberekenen. Het gevolg was dat er lange tijd geen sprake was van een eerlijk speelveld. Dat gaat nu veranderen: je kunt de staartlasten bij het UWV achterlaten, dus je kunt ‘schoon’ naar een verzekeraar stappen om het eigen risico te verzekeren. Je kunt de stap ook andersom maken, van ERD naar UWV. Dan zit je vervolgens wel drie jaar aan het UWV vast. Dat zijn allemaal afwegingen waar je je als ondernemer bewust van moet zijn.” Ook in de agrarische en groene sector is veel sprake van tijdelijk personeel. Hoe ziet u de ontwikkelingen? “De kleine bedrijven zullen niet zo snel bewegen en dat hoeft ook niet. Maar voor middelgrote en grote bedrijven is het wel zaak om zich bewust te zijn van de keuzemogelijkheden en consequenties. SAZAS is gespecialiseerd in het verzekeren van het financiële risico van arbeidsongeschiktheid en helpt de werkgever met vraagstukken rondom verzuim en arbeidsongeschiktheid. Hoe kun je als werkgever bepalen wat voor jou de beste keuze is? “Met onze WGA-ERD keuzehulp kun je aan de hand van enkele vragen bepalen of een overstap interessant kan zijn. Verder zou ik ondernemers in hun overweging willen meegeven zich af te vragen hoe ze de regie op de verzuimaanpak kunnen vergroten. Dat helpt arbeidsongeschiktheid en WGA-instroom te voorkomen en daarmee bespaart de ondernemer uiteindelijk het meeste geld. Dat is ook de reden dat SAZAS WGA altijd in combinatie met een verzuimverzekering aanbiedt: onze 12-jaars aanpak. Dat zorgt voor de beste regie op verzuim en arbeidsongeschiktheid. Langdurige arbeidsongeschiktheid voorkom je aan de voorkant: door vanaf dag één te sturen op reïntegratie. Dat vergt tijd en ervaring. Die zorg kunnen wij de werkgever uit handen nemen. In bepaalde gevallen belandt een werknemer helaas in de WGA. Ook dan is er nog veel wat we kunnen doen voor werkgever en werknemer. Onze WIA-expert geeft uitleg en hulp over de WIA en WGA. Ook kan hij ondersteunen bij een beschikking waar de werkgever en werknemer zich niet in kunnen vinden. Dat kan soms financieel veel beter uitpakken voor de werkgever en werknemer.” INTERVIEW met Theo van der Helm WGA-flex voor ondernemers www.sazas.nl Meer informatie Theo van der Helm
  • 9. PULSE MEDIA GROUP | MVO dat met het toevoegen van werknemers met een tijdelijk contract aan het hybride stelsel WGA, een werkgever een sterkere prikkel krijgt om in te zetten op preventie en re- integratie voor het totale personeelsbestand. Voor een werkgever die al eerder een keuze heeft gemaakt en bij die keuze blijft, zijn de veranderingen volgens Jeurissen niet immens. De aanpassing en vernieuwing van de wet werkt niet lastenverzwarend en is puur bedoeld om de hybride markt een zetje te geven. “We verwachten dat de meeste werkgevers die nu al eigenrisicodrager zijn voor WGA-vast, dat straks ook zullen zijn voor vast én flex. Er ontstaat een wat gelijkmatigere markt en werkgevers worden aangespoord om een keuze te maken voor de langere termijn, doordat kortetermijnpremievoordelen wegvallen.” Kleine werkgevers (minder dan 10 man personeel) betalen bij het UWV en bij verzekeraars bijna altijd een sectorale premie; in de nieuwe situatie zal die niet veel gaan veranderen. Middelgrote bedrijven - tot 100 man - hebben vaak dezelfde sectorale premie, maar met een individuele component. Voor grote werkgevers geldt een puur individuele premie. “Als ik puur vanuit het UWV kijk, hebben de wijzigingen weinig of geen effect op de sectorale premies.” Van den Boom constateert dat de BeZaVa vanaf de introductie in 2013 bij werkgevers in de agrarische sector tot veel ongenoegen heeft geleid. “Er dient WGA-flexpremie betaald te worden voor vangnetters, terwijl werkgevers geen of nauwelijks invloed hebben op de kwaliteit van de re-integratie.” Door de invoering van de nieuwe wet kunnen middelgrote en grote werkgevers ervoor kiezen om eigenrisicodrager te worden en kunnen zij zelf afspraken maken over de re-integratie. Hierdoor kunnen de WGA-kosten worden beheerst. “Hoewel het ongenoegen over de WGA-flex bij werkgevers blijft, zorgt de nieuwe BeZaVa ervoor dat de belangrijkste pijnpunten worden weggenomen.” Contractengedoe Op dit moment is het mogelijk om vrij eenvoudig een eigenrisicodrager te worden, al zullen er in de praktijk sectoren zijn die de private verzekeraars moeilijk verzekerbaar vinden. Ook Boer verwacht in dat kader geen al te grote wijzigingen. Wel: “Het idee is dat de arbeidsmarkt uiteindelijk wat soepeler gaat lopen. Veel werkgevers zitten met cao’s waarbij alles zo ongeveer in beton is gegoten, terwijl van het mkb nu juist gevraagd wordt om heel flexibel te reageren op de veranderende marktomstandigheden.” En dat betekent dat je je als ondernemer (pro-)actief op zult moeten stellen: flexibel, soepel en alert reageren. Dat vraagt om een arbeidsmarkt die daar in enige mate in mee kan gaan. Als je als ondernemer sneller mensen aan kunt nemen en kunt inleveren, zou die gewenste soepelere arbeidsmarkt in de hand werken, verwacht hij. Door mensen met een tijdelijk contract en vast contract samen te voegen in één WGA, kan het gesjoemel met contracten mogelijk tot een einde komen. Het komt voor dat iemand met een contract voor een oproepkracht standaard elke week 20 uur op dezelfde dagen werkt. Maar als deze werknemer ziek en/of arbeidsongeschikt wordt, is het niet de verantwoordelijkheid voor de werkgever. Terwijl in feite sprake is van een vast parttimedienstverband. 9SOCIAAL ZEKERHEIDSRECHTPULSE MEDIA GROUP HR-STRATEGIEËN EN PENSIOEN Dit jaar maken werkgevers een keuze voor de Wet Gedeeltelijke Arbeidsongeschiktheid (WGA) in 2017. Vóór 1 oktober kiezen zij of ze volgend jaar eigenrisicodrager (ERD) zijn of niet. Als een werkgever geen beslissing neemt, keert hij terug naar of blijft bij UWV. Als ERD is een werkgever maximaal twaalf jaar financieel verantwoordelijk voor zieke werknemers, dat kan oplopen tot €200.000 per persoon. De private uitvoering van de sociale zekerheid verloopt aanzienlijk succesvoller, ondervindt Maudie Derks, algemeen directeur van Acture, de grootste private uitvoerder van sociale zekerheid. Waardoor slaagt Acture erin een drie keer lagere doorstroom naar de WGA van UWV te realiseren? “Samen met UWV hebben wij medio 2014 een onafhankelijk onderzoek laten uitvoeren om de uitstroom uit de Ziektewet te vergelijken. Daaruit bleek dat Acture gemiddeld een 50 procent kortere verblijfsduur in de uitkering realiseerde dan UWV. Dankzij de directe aanpak vanaf de eerste dag van de melding en door weer werk te gaan zoeken. Wij ondersteunen de inzet van jobcoaches die uitkeringsgerechtigden helpen bij het vinden van werk.” Welke geluiden bereiken Acture vanuit het werkgeverskamp? “Niet alle werkgevers realiseren zich dat zij voor de keuze staan voor publiek of privaat verzekeren, al voelen zij wel aan dat er iets significants staat te gebeuren. Draait de werkgever in toenemende mate op voor de lasten van ziekte en arbeidsongeschiktheid? “Dat is een misverstand: de lasten worden zichtbaarder voor de werkgever door individuele toerekening van premies. Altijd al werden alle lasten van ziekte- en arbeidsongeschiktheid betaald door de werkgevers, via een omslagstelsel in de premies van UWV dan wel privaat verzekerd. Omdat de lastentoerekening directer plaatsvindt, lijkt het in de perceptie van de werkgever alsof de lasten toenemen. De werkgever ervaart wel een lastenverzwaring in betrokkenheid en verantwoordelijkheid. Acture tracht de balans te vinden tussen werkgeversverantwoordelijkheid, professionele uitvoering en lagere totale kosten. Daarbij ondersteunen we de werkgever in de uitvoering van de sociale zekerheid en kiest hij zelf het risico dat hij bij de verzekeraar neerlegt. Met direct zicht op de totale kosten profiteert de werkgever mee wanneer de WGA- uitkeringen in premies dalen. Hoe zorg je voor de juiste prikkels bij de werkgever? “In de ontwikkeling van de private verzekeringsmarkt voor de WGA is er in eerste instantie een scheefgroei ontstaan in de financiële prikkels. De risicodrager had de volledige verantwoording voor de schade maar geen rechten richting de WGA-er om deze te beïnvloeden. De werkgever heeft deze rechten wel, maar benutte deze nauwelijks omdat de financiële verantwoording bij de risicodragerwasweggelegd.Metalsgevolg een toenemende schade, forse verliezen bij de risicodragers en daarna sterk stijgende premies voor de werkgevers. Via de door Acture in samenwerking met VSZ assuradeuren ontwikkelde propositie WGA deels verzekerd wordt geprobeerd deze ontstane scheefgroet te corrigeren. Met de WGA deels verzekerd oplossing kiest de werkgever voor een eigen risico van 25, 50 of 75%. Dat maakt dat wanneer de kosten van de WGA uitkering dalen, de werkgever dit direct terugziet op zijn eigen rekening. De prikkel om zijn rechten uit te oefenen is daarmee veel rechtstreekser aanwezig en leidt tot betere resultaten. Door een verdeling van de risico’s tussen werkgever en risicodrager is ook de samenwerking vanzelfsprekend gericht op het bereiken van de totale laagste kosten en leidt goed gedrag tot een financiële beloning voor alle partijen. Niet voor niets resulteert de inzet van de Acture methode al in een realisatie van 30% uitstroom uit de WGA.” Over Acture: • Acture realiseert 30% uitstroom uit WGA (UWV 5,5% en vergelijkbare uitvoerders 18%) • De gemiddelde uitkeringsduur is bij Acture 50% korter dan bij UWV • Acture realiseert een drie keer lagere doorstroom naar de WGA dan UWV • Acture is de grootste private uitvoerder van sociale zekerheid in Nederland (ruim 70.000 dossiers per jaar) ADVERTORIAL De nieuwe WGA vraagt eigen regie werkgever Acture BV Kerkenbos 12-38 6546 BE Nijmegen 024 - 890 94 70 www.acture.nl Meer informatie Maudie Derks
  • 10. SOCIAAL ZEKERHEIDSRECHT10 PULSE MEDIA GROUP HR-STRATEGIEËN EN PENSIOEN De door veel adviseurs veroorzaakte druk voor publiek verzekerden om vóór 2 oktober de overstap naar privaat te maken is volkomen onterecht. Ook in 2017 of 2018 kan de keuze gemaakt worden, zodat er tijd is om de organisatie voor te bereiden op een eventueel eigenrisicodragerschap, het verzuim omlaag te brengen (o.a. voor een beter risicoprofiel) en de financiële gevolgen rustig te analyseren. De keuze voor eigenrisicodragerschap is niet alleen een financiële, althans voor de werkgever. Met eigenrisicodrager- schap wordt een werkgever immers eindverantwoordelijk voor de financiële gevolgen van verzuim binnen de organisatie. Het is essentieel om zowel de financiële, beleidsmatige, operationele als administratieve meerjarige gevolgen van de diverse scenario’s in kaart te brengen. Hierbij hoort ook het maken van een inschatting van eventuele kosten bij terugkeer naar het publieke systeem. Bovendien is het op dit moment slecht kiezen. Mocht een private oplossing de beste keuze zijn: het aanbod van verzekeraars is nog beperkt en naar verwachting zal dat aanbod volgend jaar volwassener zijn. Nog een reden dus om rustig de tijd te nemen. Voor een totaalbeeld van de gevolgen van de keuze voor publiek of privaat is een objectief, onafhankelijk en volledig onderzoek onontbeerlijk! Voor werkgevers die al per 1 janauri 2017 ERD willen worden of blijven, biedt Juiszt de mogelijkheid van een second opinion op de aanbiedingen. Het is namelijk in veel gevallen essentieel om een vertaalslag te maken, zodat appels met appels vergeleken worden. PROFIEL WGA 2017: geen haast, niets moet Advies is op veel plekken te verkrijgen. Misschien zelfs ook goed advies. Maar goed, objectief én onafhankelijk advies is lastiger te vinden. Hoe weet je, dat een advies niet gekleurd wordt door het commerciële belang van een verzekering- sopdracht? Dat weet je vaak niet zeker. Bij Juiszt.nu wel, omdat Juiszt niet bemiddelt in verzekeringen.. Meer informatie Marco Lodders Veel bij het UWV publiek verzekerde werkgevers denken dat WGA- schadelast in het publieke domein nauwelijks beïnvloedbaar is. Dat is een grote misvatting. 50 procent reductie van schadelast Het strategische concept van WGA Control behelst het consequent controleren van WGA-dossiers op medische, arbeids- deskundige en juridische correctheid waardoor in vier jaar de initiële schadelast met 50 procent wordt gereduceerd. WGA Control pakt alle WGA-dossiers op en voert bezwaar- en beroepsprocedures. WGA Control heeft een ‘stevig’ imago en een goede naam bij het UWV, als hoogwaardige inhoudelijke partij. Terug naar het UWV: direct een verhoogde premie Als een werkgever per 1 janauri a.s. terugkeert naar het UWV, dan betaalt hij direct een verhoogde premie. Deze premie is gebaseerd op de uitkeringslasten van twee jaar geleden. Het is van het grootste belang om de WGA- dossiers die deze verhoging veroorzaken zo snel mogelijk op te pakken, zodat de premie kan dalen. Overigens, de wereld is essentieel veranderd op dit punt. Vroeger betaalde de werkgever na terugkeer pas na vier jaar een verhoogde premie. Nu dus per direct. Zuivere eigenrisicodragers Ook voor zuivere eigenrisicodragers is het conceptvanWGAControlideaal.Zijmerken directresultaatvaneensucces(bijvoorbeeld omzetting van een WGA-uitkering naar een IVA-uitkering). Op het declaratieoverzicht van het UWV is na ingrijpen door WGA Control de betreffende uitkeringslast namelijk niet meer aanwezig. Betalen bij Succes WGA Control is de enige aanbieder die deze specifieke, hoogwaardige dienstverlening aanbiedt op basis van Betalen bij Succes. Oftewel: bij de inzet op dossiers waar voor de werkgever geen financieel voordeel behaald wordt,volgtgeenrekening.Indienerweleen voordeelbehaaldwordt,vraagtWGAControl een percentage van het gerealiseerde voordeel. Indien gewenst werkt WGA Control op basis van urendeclaratie. Privacy en vertrouwelijkheid Het UWV erkent WGA Control als professioneel rechtshulpverlener, evenals de rechtbanken. Voor WGA Control is bescherming van verkregen gegevens het hoogste goed en zij heeft daarom heeft de organisatie beveiligd om de privacy van haar relaties optimaal te beschermen. ADVERTORIAL WGA Control: uw partner in het publieke domein WGA Control realiseert voor de werkgever, die bij het UWV zit, duurzaam de laagste WGA-lasten. WGA Control checkt en stuurt op alle WGA-dossiers d.m.v. een medische, arbeidskundige en juridische controle. www.wgacontrol.nl 010-5191573 Meer informatie Wouter Nieuwenhuizen Het toekennen van een WGA-uitkering aan een werknemer kan voor de werkgever een kostbare aangelegenheid zijn. “Ook hier geldt: voorkomen is beter dan genezen”, vertelt Martijn Vaessen van Sprengers Advocaten. Hoe voorkom je de toekenning van een WGA-uitkering? “Inzetten op re-integratie tegen een zo hoog mogelijke loonwaarde is de beste manier om te voorkomen dat een werknemer in de WGA komt. In de praktijk zien wij dat het voor werkgevers vaak lastig is om hierin de juiste stappen te zetten. Mijn ervaring is dan ook dat veel kansen worden gemist doordat werkgevers maar ook Arbodiensten onvoldoende bekend zijn met de richtlijnen en toetsingskaders van het UWV. Je ziet dit bijvoorbeeld bij het aanvragen van een deskundigenoordeel. Juist daarbij is het van groot belang om op het juiste moment de juiste vragen te stellen. Wij begeleiden vaak dergelijke aanvragen.” Wat als er toch een WGA- uitkering wordt toegekend? “Een werkgever kan binnen zes weken bezwaar maken tegen een WGA-beslissing. Dit bezwaar kan ertoe leiden dat het arbeidsongeschiktheidspercentage wordt verlaagd of dat de WGA-uitkering wordt ingetrokken. Met als resultaat minder kosten voor de werkgever. Bezwaar maken kan dus zeker de moeite waard zijn. Het is wel zinvol om eerst te laten onderzoeken of een bezwaar kans van slagen heeft en of het voor de werkgever daadwerkelijk iets oplevert.” Bezwaar maken is het enige wat een werkgever kan doen? “Nee, zeker niet. Een werkgever kan ook altijd om een herbeoordeling bij het UWV vragen. Dat doe ik in de praktijk vaak namens een werkgever. Het voordeel is dat een advocaat inzage heeft in het rapport van de verzekeringsarts en dat aan de hand van de wet, rechtspraak en diverse protocollen kan beoordelen. Ook hierbij is kennis van het toetsingskader van het UWV van groot belang.” INTERVIEW met Martijn Vaessen WGA-beoordeling: een black-box? Sprengers advocaten is gespecialiseerd in zowel het arbeidsrecht als het socialezekerheidsrecht. De advocaten doceren op deze terreinen andere advocaten. Het kantoor beschikt over alle kennis en proceservaring die nodig is om een werkgever optimaal bij te staan in re-integratie en sociale zekerheids- vraagstukken. Voor meer vrijblijvende informatie belt u Sprengers Advocaten te Utrecht op 030-2520900. U kunt vragen naar Suzanne Broens, Pauline Burger, Annette Terpstra, Martijn Vaessen of Erica Wits. Zie ook: www.sprengers.nl Meer informatie Martijn Vaessen
  • 11. PULSE MEDIA GROUP | MVO SOCIAAL ZEKERHEIDSRECHT 11PULSE MEDIA GROUP HR-STRATEGIEËN EN PENSIOEN W erkgevers die te maken hebben met langdurig zieke werknemers dragen daarvoor in elk geval de eerste twee jaar de lasten: zij moeten immers het loon gewoon doorbetalen. Minder bekend is dat er ook nog behoorlijke financiële gevolgen kunnen zijn als de werknemer daarna een WIA-uitkering krijgt van het UWV, omdat de werknemer helemaal niet meer kan werken of slechts deels. Vandaar dus dat werkgevers regelmatig in beroep gaan tegen een WIA- toekenning. In 2004 ging de WAO (Wet op de arbeids- ongeschiktheidsverzekering) over in de WIA, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. De WIA bestaat uit twee soorten uitkeringen. Als iemand nauwelijks nog kan werken en er is weinig kans op herstel, kan diegene een beroep doen op de Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA-uitkering). Als iemand gedeeltelijk arbeidsongeschikt is, kan hij een beroep doen op de uitkering Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA). Er zijn verschillende types WGA-uitkeringen. De werknemer kan eerst in aanmerking komen voor een loongerelateerde uitkering (LGU), die gebaseerd is op het vroegere en huidige loon en het arbeidsverleden. Als deze uitkering is afgelopen kan hij in aanmerking komen voor een Loonaanvullingsuitkering of een Vervolguitkering. Gedifferentieerde premie De werkgever betaalt net als bij de WAO via premies mee aan de uitvoering van deze wet. Alleen waar vroeger iedereen hetzelfde percentage van de loonsom af moest dragen, is er nu differentiatie in de premie. “Hun premie wordt nu afgestemd op de uitkeringslast die in hun bedrijf wordt gegenereerd”, zegt Willemijn Roozendaal, bijzonder hoogleraar socialezekerheidsrecht en universitair hoofddocent arbeidsrecht aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. “Hiermee wil de wetgever werkgevers een financiële prikkel geven om eraan bij te dragen dat zo min mogelijk mensen in de WIA terecht komen.” Die prikkel wordt alleen gegeven bij werknemers die in de WGA terechtkomen, omdat de overheid de werkgever niet wil afrekenen op mensen die echt niet meer kunnen werken. Werkgevers hebben echter een alternatief. Ze kunnen er ook voor kiezen om eigenrisicodrager (ERD) te worden. Eigenrisicodragers kunnen vervolgens hun risico verzekeren bij een private verzekeraar. Doen zij dit niet, dan moeten zij de volledige WIA-uitkering zelf betalen aan de (ex-)werknemer. “In de praktijk zijn het vooral de grote bedrijven die hiervoor kiezen”, legt Barend Barentsen, hoogleraar sociaal recht aan de Universiteit Leiden, uit. “Zij kunnen door de wet van de grote getallen veel beter hun risico’s inschatten en de kosten hiervoor dragen.” Kleinere bedrijven die zo’n risico niet (volledig) willen lopen en toch eigenrisicodrager willen zijn, zullen het WIA-risico privaat verzekeren. Eventueel kunnen ze in die verzekering nog een eigen risico opnemen. Bezwaar maken Door de financiële gevolgen die de toekenning van een WIA-uitkering heeft, zijn werkgevers er bij gebaat dat die toekenning zeer zorgvuldig gebeurt. Daarom wordt er regelmatig bezwaar gemaakt tegen de toekenning van een uitkering. “Je moet van goeden huize komen om zo’n proces te winnen en dus goed kunnen aantonen waarom je denkt dat de medische beoordeling niet goed in elkaar zit”, zegt Barentsen. “De rechter neemt het oordeel van de arts van het UWV over het algemeen zeer serieus, dus dan sta je in de rechtszaal al met 1-0 achter.” Volgens Roozendaal heeft het om diezelfde reden ook alleen zin om bezwaar te maken als beoordeeld is dat iemand net in de WGA valt, omdat hij ofwel net iets meer dan 35 procent - de ondergrens - of net iets minder dan 80 procent - de bovengrens - arbeidsongeschikt is. Enorm afwijken van het oorspronkelijke oordeel zal namelijk niet zo snel gebeuren. Wanneer een werknemer volgens oordeel van de rechter niet in de WGA, maar in de IVA valt, doordat hij duurzaam meer dan 80 procent arbeidsongeschikt is, zal die werknemer een hogere uitkering krijgen, maar wordt de werkgever hier niet op afgerekend. Wil een werkgever bezwaar maken, dan is enige alertheid van groot belang, waarschuwt Roozendaal. Er zijn namelijk twee momenten waarop je in bezwaar kunt gaan. Het eerste is bij het toekenningsbesluit, het tweede moment is als de werkgever zijn gedifferentieerde premie onder ogen krijgt. “Werkgevers komen vaak pas in actie als ze de rekening gepresenteerd krijgen, maar dat is te laat. Dan kun je alleen nog op details bezwaar maken, de toekenning van de uitkering zelf kun je dan niet meer aan de orde stellen.” Organisaties die eigenrisicodrager zijn en dat eigen risico niet hebben verzekerd hebben het grootste financiële belang. Wanneer het eigen risico wel is verzekerd, zullen verzekeraars degenen zijn die de WIA-toekenning graag onder de loep willen nemen en zullen zij hun cliënten eventueel ondersteunen bij een bezwaar. De verhoging van de gedifferentieerde premie na toekenning van een WIA-uitkering kan aanzienlijk zijn, tot wel enkele procenten van de loonsom. Barentsen: “Naarmate de invloed op de eindrekening groter is, gaan werkgevers vaker in beroep tegen een beslissing van het UWV.” Een vreemd besluit Recent oordeelde de Centrale Raad van beroep in een rechtszaak dat wanneer het UWV een (ex-)werknemer een loongerelateerde WGA-uitkering op grond van de WIA toekent, de (ex-) werknemer de LGU-uitkering behoudt zelfs indien in bezwaar of beroep wordt vastgesteld dat de WIA-uitkering ten onrechte is gegeven. Op het eerste gezicht een vreemd besluit, maar het is wel in lijn met de wet, zo stellen de twee juristen vast. De LGU-uitkering is namelijk deels bedoeld als alternatief voor de WW, en de wetgever heeft willen voorkomen dat de werknemer moet switchen tussen WIA en WW. Daarom loopt een eenmaal toegekende WIA-uitkering pas af als de LGU-fase is afgelopen. Maar betekent deze uitspraak nu dat bezwaar maken überhaupt geen zin meer heeft? “Het is natuurlijk uiterst zuur voor een werkgevers als hij gelijk krijgt, maar daar in financieel opzicht niets mee opschiet”, zegt Barentsen. Er is nu echter gelukkig een truc bedacht om werkgevers voor dit soort situaties te beschermen: de doorberekening van de uitkering kan in zo’n geval worden doorbelast naar alle publiek verzekerden. En als dat niet automatisch gecorrigeerd wordt, maakt de werkgever een goede kans bij de rechter. Roozendaal: “Als werkgever kun je het UWV aansprakelijk stellen voor jouw kosten, maar dan moet je wel kunnen aantonen dat zij een fout hebben gemaakt.” Van onze redactie Auteur: Mirjam StreefkerkBezwaar tegen WIA-uitkering kan hoge kosten voorkomen
  • 12. VERZUIMMANAGEMENT12 PULSE MEDIA GROUP HR-STRATEGIEËN EN PENSIOEN Goed verzuimmanagement kan essen- tieel zijn voor een organisatie. Maar hoe pak je dat aan en waarom is het juist nu van groot belang? Richard Roth, directeur van Fith, laat hieronder zijn licht over de materie schijnen. Duurzame inzetbaarheid is iets van alle tijden, waarom is het juist nu zo belangrijk? “Mensen worden gemiddeld steeds ouder, onze beroepsbevolking vergrijst. Het is voor de samenleving en voor de individuele persoon van belang dat men tot op een zo hoog mogelijke leeftijd participeert. Zeker ook in het arbeidsproces. Dit bereik je alleen als de competenties van mensen matchen met het werk dat beschikbaar is of komt. Dit vergt een focus op de behoeften en mogelijkheden van zowel de werknemer als de werkgever. Om werkgevers die steedsmeerflexibiliteitvragenduurzaam te verbinden aan een beroepsbevolking die perspectief en (voor een belangrijk deel ook) zekerheid zoekt, zullen andere vormen van samenwerken ontstaan. Wij leveren hieraan een bijdrage door de oprichting van bijvoorbeeld Fithflex: een intermediair die flexibiliteit voor de werkgever combineert met duurzame inzetbaarheid en continuïteit voor de werknemer.” Wat kunnen financiële consequenties zijn bij slecht verzuimmanagement? “Slecht verzuimmanagement kost geld. Werkgevers hebben de wettelijke verplichting om zieke werknemers twee jaar loon door te betalen en er alles aan te doen om verzuimende werknemers zo snel mogelijk te re-integreren. Binnen de eigen organisatie (1e spoor) en als dat niet (snel genoeg) lukt ook bij een andere werkgever (2e spoor). Hierin steken laten vallen levert onnodig lange loondoorbetaling op, mogelijk zelfs resulterend in een loonsanctie van een jaar. En instroom van een (oud) werknemer in de WIA (3e spoor) levert bovendien nog eens extra kosten op. Goed verzuimmanagement en tijdige acties lonen dus.” Wat zijn de cruciale elementen als het komt tot re-integratie? “Een match maken met de arbeidsmarkt is ingewikkeld als er beperkende factoren zijn, zoals lichamelijke of psychische belemmeringen. Het cliché is waar: zowel zieke werk- nemers als werkgevers hebben de menselijke neiging te focussen op de belemmeringen en risico’s. Door te denken vanuit de competenties en resterende mogelijkheden van werknemer en werkgever kunnen duurzame matches echter wel degelijk tot stand worden gebracht. Denken en handelen vanuit toegevoegde waarde voor elkaar is daarbij essentieel.” Zou je kunnen zeggen dat een organisatie zoals de uwe eigenlijk eerder ingeschakeld zou kunnen worden, zodat de kans op succesvolle re-integratie en het voorkomen van een loonsanctie groter wordt? “Hoe eerder je als Fith je deskundigheid in kunt zetten, hoe groter de kans op goede re-integratie en besparing van kosten. Absoluut. We organiseren in het najaar ontbijtsessies voor (HR-)managers waarbij we onder andere tips geven om verzuim aan de voorkant terug te dringen en loonsancties aan de achterkant te voorkomen.” INTERVIEW met Richard Roth Richten op snellere re-integratie Fith is een arbeidsbemiddelingsbureau waar alles draait om mensen, werk en mogelijkheden. De werkwijze van Fith is gebaseerd op de inzet van senior adviseurs met veel werkervaring en een sterk netwerk, voor werkzoekenden die om zeer uiteenlopende redenen moeilijk (ander) werk vinden. Fith is al meer dan 15 jaar actief door heel Nederland. Alle adviseurs van Fith zijn manager of ondernemer geweest. www.fith.nl Meer informatie Richard Roth “Het cliché is waar: zowel zieke werknemers als werkgevers hebben de menselijke neiging te focussen op de belemmeringen en risico’s” Menselijkekapitaalishetwaardevolste bezitvaneenorganisatie.WalterVoll en Ellen Uilenreef vormen de directie van vitaliteitsbureau GezondEffect en leggen uit hoe je in dat kapitaal kunt investeren. Duurzaam investeren in gezondheid en welzijn levert veel meer rendement op dan investeren in andere trainingen en opleidingen, is hun ervaring. Steeds meer werkgevers houden zich bezig met de vitaliteit van hun mede- werkers. Waar komt deze ontwikkeling vandaan? Uilenreef: “Het menselijk kapitaal is het grootste bezit van de onderneming. Door daarin te investeren en te laten zien dat je als werkgever een gezonde leefstijl belangrijk vindt, stimuleer je de werknemers ook om daarin mee te gaan. Het dringt steeds beter door dat een vitale medewerker productiever en creatiever is dan iemand die zich niet fit voelt op het werk. Maar er zijn ook financiële afwegingen: waar voorheen de overheid grotendeels opdraaide voor de kosten van een zieke werknemer, is dat nu de werkgever. Die heeft er dus meer belang bij dat zijn personeel niet ziek wordt.” Zitten werknemers er wel op te wachten dat hun werkgever zich met hun gezondheid gaat bemoeien? Voll: “Gezondheid en leefstijl krijgen overal om ons heen veel aandacht, waardoor mensen zich steeds beter realiseren dat zij zelf ook actief hun gezondheid kunnen verbeteren. Over het algemeen vinden mensen het heel prettig als hun werkgever hen iets aanbiedt dat ook hun persoonlijke leven positief beïnvloedt. Voor hen is het vaak een startpunt om ook in hun privéleven de leefstijl aan te passen.” Wat kunnen bedrijven doen om de vitaliteit van hun medewerkers te vergroten? Uilenreef: “Duurzame gedrags- verandering moet het uitgangspunt zijn. Je wilt immers niet dat mensen na een bepaald traject weer in oude, ongezonde patronen vervallen. Daarom is het goed om per persoon te bekijken wat belangrijk is. Het BRAVO-kompas van het Nederlands Instituut voor Sport en Beweging kan hierbij een goed uitgangspunt zijn. BRAVO staat voor Bewegen, Roken, Alcohol, Voeding en Ontspanning. Het mooie is dat als mensen iets aanpakken wat ze zelf gekozen hebben, er ook bijvangst ontstaat: ze krijgen meer zelfvertrouwen en worden proactiever. Ook organisatiebreed kan zo’n traject veel opleveren: mensen leren elkaar op een andere manier kennen. Er ontstaat meer binding, want iedereen, van directeur tot schoonmaker, is een gelijke als ze met dit onderwerp bezig zijn. Dat is mooi om te zien en werkt ook door in het dagelijks werk. Elkaar vinden, aanspreken en benaderen is makkelijker geworden.” Wat is in zo’n traject belangrijk? Voll: “Mensen moeten echt zelf mee willen doen. Als je meedoet omdat je werkgever het wil, dan ga je weinig bereiken. Ook het borgen van de privacy is erg belangrijk. Mensenzijnsomsterughoudendomdeelte nemen omdat ze niet willen dat er allerlei gezondheidsgegevens bij hun werkgever komen te liggen. Van ons krijgen de werkgever alleen geconsolideerde en dus anonieme gegevens, zodat hij de grote lijn in de gaten kan houden. Wij vinden het ook altijd erg belangrijk dat het management meedoet. Daarmee geven ze het goede voorbeeld en laten ze zien dat ze vitaliteit écht belangrijk vinden. Met onze individuele en persoonlijke aanpak creëren we een krachtige en gezonde medewerker. Dat is niet alleen winst voor die persoon zelf, maar levert ook rendement op voor de organisatie als geheel.” INTERVIEW met Ellen Uienreef Vitaliteit van medewerkers duurzaam verbeteren www.gezondeffect.nl/contact/ Meer informatie Ellen Uienreef Walter Voll
  • 13. PULSE MEDIA GROUP | MVO L angdurig ziekteverzuim is een grote kostenpost voor bedrijven en de samenleving. Het verzuimpercentage ligt al jarenlang redelijk stabiel rond de 4 procent, al is er wel verschil per sector. In het eerste kwartaal van 2016 steeg het van gemiddeld 3,9 procent in 2015 naar 4,3 procent. Hogere werkdruk en langer doorwerken kunnen factoren zijn die langdurig ziekteverzuim doen toenemen. De overheid heeft de afgelopen jaren maatregelen genomen om ziekteverzuim terug te dringen, zoals met de wet Verbeterde Poortwachter. Bedrijven zijn nu actiever in het contact opnemen met en begeleiden van zieke werknemers, maar er valt ook nog wel het een en ander te verbeteren. Langer doorwerken Langdurig ziekteverzuim is een aandachtspunt, aldus Joyce Schaeffer, manager HR-innovatie & arbeidstijdmanagement van werkgeversorganisatie AWVN. Een oorzaak van toenemend langdurig ziekteverzuim kan zijn dat mensen langer doorwerken met als gevolg dat ouderen boven de 50 zich weliswaar niet vaker, maar wel langer ziekmelden. De aard van het verzuim kan dan bijvoorbeeld liggen in fysieke klachten door slijtage, maar ook in psychische arbeidsbelasting (werkdruk) waardoor vormen van overspannenheid kunnen ontstaan. “Vaak heeft dat te maken met de combinatie werk en privé die niet in balans is.” Schaeffer kan zich voorstellen dat deze trend zich voortzet, wanneer er een verband is tussen toenemend langdurig ziekteverzuim en vergrijzing. Wet Verbetering Poortwachter De wet Verbetering Poortwachter is volgens haar succesvol, omdat het langdurig ziekteverzuim voor een groot deel heeft teruggedrongen. Werkgevers zoeken vaker contact met de zieke werknemer. Daar worden concrete afspraken over gemaakt. Ook wordt een plan opgesteld en is er meer begeleiding. Bedrijven met een laag ziekteverzuim hadden al goede arbeidsomstandigheden of zitten er nu bovenop als iemand langdurig ziek is. Dat is verplicht. Bedrijven worden erop aangesproken als ze het niet doen. Probleem dat werkgevers met de wetgeving hebben, is dat ze de zieke werknemer twee jaar moeten doorbetalen, ook als de schuld niet bij de werkgever ligt. Ze vinden dat de overheid daar iets aan moet doen. “Maar men kijkt ook kritischer naar andere mogelijkheden, dus aangepast werk.” Verzuimcijfers goed analyseren Bedrijven kunnen ziekteverzuim reduceren door eerst goed te kijken wat de problematiek is en dan te bepalen welke maatregelen daartegen kunnen worden genomen. Door actief contact te houden met de zieke werknemer kun je de oorzaak eerder vinden. Het is zaak verzuimcijfers goed te analyseren. Hebben werknemers vergelijkbare klachten, dan is een aanpassing van het werk wellicht noodzakelijk. In het geval van werkdruk kent een goed functionerende Arboarts de klachten, aldus Schaeffer. Dat impliceert dat Arboartsen niet allemaal goed functioneren. Schaeffer beaamt dat daar zaken beter kunnen. Onder de begeleiding van een zieke werknemer hoort een periodiek medisch onderzoek (PMO). Idealiter worden verzuimcijfers er dan naast gelegd, maar dat gebeurt niet altijd. “Dat kan beter, want als je ziet welke mensen niet ziek zijn, maar wel klachten hebben, heb je meer informatie over de risico’s en kun je beter advies geven.” Klachten kunnen volgens haar per bedrijf of zelfs per afdeling verschillen. Intermediairs Een aandachtspunt vindt Schaeffer verder wie de zieke werknemer begeleidt als deze in dienst is bij een intermediair, maar bij een ander bedrijf op de werkvloer werkt. De verantwoordelijkheid ligt dan bij degene bij wie je in dienst bent, maar daar werk je dan niet. Piet Meij, hoofd Sociaal-Economische Zaken bij de NBBU, brancheorganisatie van intermediairs met leden in detachering, payrolling en zzp-bemiddeling, wijst erop dat hij NBBU-leden attendeert op ziekteverzuim. Het project Duurzame Inzetbaarheid trekt het zelfs breder naar vitaliteit. “Investeer daarin, met name bij flexibel personeel.” Uitzendbureaus concurreerden vroeger puur op prijs, vertelt Meij. Nu is het advies meer vanuit verantwoordelijkheid voor flexpersoneel te concurreren. Dat is commercieel aantrekkelijker, want gesprekken met opdrachtgevers gaan niet alleen over prijs. Je kunt je beter opstellen als HR-businesspartner en afspraken maken over carrièreperspectief van flexpersoneel. “Weet hen te binden en te boeien.” Reguliere werkgevers voelen zich vaak verantwoordelijk voor medewerkers met vaste en tijdelijke contracten, maar voor inhuurpersoneel kunnen intermediairs zelf verantwoordelijkheid nemen en zo de kwaliteit van hun dienstverlening verbeteren. Hogere premie Als een uitzendkracht ziek is, eindigt het dienstverband en is het UWV vangnet. De wet Beperking Ziekteverzuim en Arbeidsongeschiktheid Vangnetters (BeZaVa) is een vervolg op de wet Verbetering Poortwachter, waarbij de werkgever verantwoordelijk is voor de begeleiding van mensen die tijdelijk in dienst zijn, maar dus niet voor het flexpersoneel. Volgens Meij is de consequentie van de wet dat degene die de ziektekosten veroorzaakt de prijs moet betalen. Het UWV kijkt hoeveel schade iemand veroorzaakt en stemt daar de hoogte van de premie op af. “Het is in het belang van de intermediair dat het ziekteverzuim wordt teruggebracht.” De vangnetuitkering wordt op jaarbasis omgeslagen in de premie die de intermediair betaalt. De wet heeft daarmee zijn doel bereikt. Knelpunt in de wet is dat uitzendbureaus voorzichtiger zijn geworden met het aannemen van uitkeringsgerechtigden, omdat zij bij veel verzuim worden gestraft met een hogere premie. “Dat is spijtig, want 1 op de 3 uitkeringsgerechtigden die weer aan het werk komen, doen dat via een uitzendbureau. Zorg dus dat die maximale premie niet te hoog wordt, anders is het niet rendabel voor intermediairs.” De Participatiewet heeft voor uitzendbureaus een andere uitwerking dan voor reguliere werkgevers, aangezien er geen quotum is voor aan te nemen mensen uit de kwetsbare groep. Maar wie in de doelgroep valt, wordt geteld bij de werkgever waar hij of zij werkt. “Zo ontzorgen wij de opdrachtgever.” Voor deze groep zijn specifieke afspraken over ziekte. Er zijn geen premieconsequenties voor intermediairs, aangezien deze werknemers bij ziekte terugvallen in de uitkering. Begeleiding oudere werknemers Meij noemt oudere werknemers absoluut een risico voor langdurig ziekteverzuim. We moeten actief omgaan met deze groep. Schilders of stratenmakers krijgen rond hun 45ste fysieke klachten. Om langdurig ziekteverzuim te voorkomen, moeten we voor die tijd al preventief bezig zijn met omscholing. “Intermediairs kunnen hen prima naar een andere sector begeleiden.” Probleem is dat scholingsfondsen gescheiden zijn naar sectoren. De NBBU pleit voor een Nationaal Scholingsfonds dat die schotten slecht. Je kunt eerst een overgangsregeling instellen. Een laatste taak die intermediairs op zich kunnen nemen, is dat zij oudere mensen die te maken hebben met hoge werkdruk op tijd in hun carrière naar een minder belastende baan begeleiden. “Anders verplaats je mensen van de AOW naar de WIA.” Van onze redactie Auteur: Wouter BoonstraZiekteverzuim, van preventie tot re-integratie bezig zijn met omscholing. “Intermediairs kunnen hen prima naar een andere sector begeleiden.” Probleem is dat scholingsfondsen gescheiden zijn naar sectoren. De NBBU pleit voor een Nationaal Scholingsfonds dat die schotten slecht. Je kunt eerst een overgangsregeling instellen. Een laatste taak die intermediairs op zich kunnen nemen, is dat zij oudere mensen die te maken hebben met hoge werkdruk op tijd in hun carrière naar een minder belastende baan begeleiden. “Anders verplaats je mensen van de AOW naar de WIA.” VERZUIMMANAGEMENT 13PULSE MEDIA GROUP HR-STRATEGIEËN EN PENSIOEN
  • 14. TALENTMANAGEMENT14 PULSE MEDIA GROUP HR-STRATEGIEËN EN PENSIOEN Organisaties kunnen hun prestaties flink verbeteren door de effectiviteit van hun medewerkers te vergroten. Stephan van der Vat, directeur van organisatieadviesbureau Management Drives, vertelt hoe. Op welke manier kun je de effectiviteit van medewerkers vergroten? “Onderzoekers van Harvard hebben aangetoond dat zachte factoren als bedrijfscultuur en motivatie van mede- werkers voor bijna 75 procent het al dan niet slagen van een project bepalen. Reden genoeg dus om die motivatie eens nader te onderzoeken. Of werknemers effectief zijn wordt voor een belangrijk deel bepaald door de manier waarop hun werk aansluit bij hun persoonlijke drijfveren. De ene persoon wil meer analyseren, begrijpen en doorgronden, een ander stelt mensen en sociale verbanden voorop, terwijl een derde weer gefocust is op resultaten.” Wat betekenen deze verschillen voor het leiderschap in een organisatie? “Je hebt leiders en managers: managers denken dat ze vanuit hun eigen drijfveren hun team moeten aansturen, terwijl een leider weet dat hij mensen moet aansturen vanuit hún drijfveren, uiteraard zonder daarbij zichzelf te verliezen. Ik heb eens iemand gecoacht die zijn personeel in een korte speech had verteld dat hun afdeling ging verhuizen en dat ze dan meteen maar het nieuwe werken zouden invoeren. Vanuit de zaal kwam er behoorlijk wat commentaar op de uitvoerbaarheid. En waarom had hij niet eerst de OR ingelicht? ‘Zie je wat voor mensen ik heb’, klaagde hij bij mij. Mijn reactie was: ‘zie je wat voor leider deze mensen hebben?’ Deze man hield totaal geen rekening met de drijfveren van zijn personeel. Hij was zeer doelgericht en had een duidelijke visie. Maar zijn medewerkers waren juist veel meer van de uitvoering, zo bleek. Toen hij dat inzag, kon deze leider veel beter met die verschillen omgaan.” Hoe doe je dat dan? “Als je als leider weet met welke verschillende profielen je te maken hebt en wat je zelf voor profiel hebt, heb je een goede basis om verder te werken aan de ontwikkeling van je team en het leiderschap. Je weet dan namelijk niet alleen wat jou drijft, maar ook waar anderen warm van worden. In de eerste plaats is het dus belangrijk dat je achterhaalt wat ieders drijfveren zijn. Wij ontwikkelden daartoe een model waarbinnen we zes profielen onderscheiden die allemaal een kleur hebben gekregen. Geel is bijvoorbeeld de visionair, oranje de ondernemer en blauw de bestuurder. Elke kleur is bij iedereen aanwezig, alleen de mate waarin verschilt per persoon. Op basis van een vragenlijst kunnen we zien wat voor profiel iemand heeft en zo ontstaat er een duidelijk beeld van welke verschillen er allemaal zijn binnen een team of organisatie. Wij geven vervolgens ook handvatten om die verschillen te overbruggen.” En wat levert dat dan op? “Anders Moberg, de voormalig CEO van Ahold en IKEA formuleerde het wel mooi. Hij zei dat onze aanpak heeft gezorgd voor een sterkere samenwerking, het sneller oplossen van conflicten en uiteindelijk voor een betere uitvoering in de bedrijven die hij heeft geleid. En dat is precies wat je als leider wil bereiken.” INTERVIEW met Stephan van der Vat Wat zijn jouw drijfveren? Management Drives Herenlaan 2 3701 AT Zeist 030 63 55 400 info@managementdrives.com www.managementdrives.com Meer informatie “Als je als leider weet met welke verschillende profielen je te maken hebt en wat je zelf voor profiel hebt, heb je een goede basis om verder te werken aan de ontwikkeling van je team en het leiderschap” Stephan van der Vat De meest competitieve organisaties van nu zijn in een ingewikkelde oorlog verwikkeld geraakt: de oorlog om talent. Investeren in medewerkers is anno 2016 daarom van cruciaal belang. Richard Hulshof, directeur van trainings- en coachingsbureau Hulshof TCP, legt uit hoe organisaties dat het beste kunnen doen. Waarom is investeren in medewerkers juist nu erg belangrijk? “Organisaties realiseren zich meer dan ooit datzijalleenkunnenexcellerentenopzichte van hun concurrentie door de crème de la crème van de kersverse arbeidskrachten binnen te halen. Echter, te veel organisaties nemen een passieve of verkeerde houding aan in deze ‘war on talent’. Zij denken nog steeds dat de talenten in de rij staan om bij hun geweldige bedrijf te mogen beginnen. Maar de realiteit zit anders in elkaar. Getalenteerde arbeidskrachten realiseren zich namelijk dat ze gewild zijn en doen er alles aan om hierop te kapitaliseren. Zij bouwen een zeer solide cv op en marketen zichzelf zo goed mogelijk. Hierdoor hebben zij de organisaties voor het uitzoeken en moeten die organisaties om hen concurreren.” Hoe kunnen organisaties effectief inspelen op deze ontwikkeling? “Organisaties moeten een actieve houdingaannemenbijhetrekruterenvan talent en zichzelf als het ware aanbieden bij de talenten. Om te identificeren waar het beste en meest betrouwbare talent vandaan komt dienen organisaties gebruik te maken van vooruitstrevende technieken zoals geavanceerde data- analyses. Voor de traditionele manager kan dit als de omgekeerde wereld klinken: de organisatie solliciteert bij de werknemer. En dus moet de mindset van die manager worden aangepast. Daarvoor is professionele begeleiding nodig.” Hoe haalt een organisatie het maximale uit zijn talenten als hij ze eenmaal heeft binnengehaald? “Een zeer specifiek talent, als het kunnen programmeren van een supercomputer of het kunnen managen van crossfunctionele teams, kan niet tot maximale wasdom komen in een algemeen carrièreprogramma of al- gemene leerweg. De leerweg moet dus perfect aansluiten bij de specifieke competenties en wensen van het talent. Ik kom regelmatig managers tegen die zeggen: maar wat als we nu veel in onze talenten investeren en ze vervolgens vertrekken? Ik begrijp dat die vraag wordt gesteld, maar hij is onterecht: meervoudig onderzoek heeft namelijk aangetoond dat bedrijven met de beste begeleiding en trainingen talenten het langst vasthouden. Een speciaal voor hen, op maat gemaakt programma creëert verhoogd engagement met en verhoogde loyaliteit aan de organisatie.” Voor iedereen een training op maat dus? “Dat werkt wel het beste. Maar daarbij is hetwelbelangrijkdatwedebehoeftenvan de organisatie niet uit het oog verliezen. Daarom geven wij trainingen altijd vorm op basis van overleg met alle direct betrokkenen: dat kan de HR-manager zijn, een leidinggevende, maar dat kunnen ook de uiteindelijke deelnemers zelf zijn. Flexibiliteit in het programma vinden wij erg belangrijk en waar mogelijk passen wij ook gamification toe, beide sluiten nauw aan bij de wensen van de Y-generatie. Door trainingen op maat aan te bieden, zijn uw HR-experts optimaal bewapend in de oorlog om talent.” INTERVIEW met Richard Hulshof Optimale bewapening in ‘war on talent’ Hulshof TCP Geestbrugweg 60 2281 CN Rijswijk +31 617 16 71 86 office@hulshoftcp.com www.hulshoftcp.com Meer informatie Richard Hulshof
  • 15. PULSE MEDIA GROUP | MVO O rganisaties zien steeds vaker de toegevoegde waarde van talentmanagement. Dat is kortweg het optimaal benutten en bewust inzetten van talent, vertelt Suzanne Jungjohann, auteur op het gebied van talentmanagement en zelf al jaren werkzaam in HR. Het begint met bewustwording. Organisaties veranderen, mensen willen door- ontwikkelen en vertrekken eerder wanneer hun potentieel niet benut wordt. “Doormodderen is geen optie meer.” Talentmanagement is ook: toegang krijgen tot steeds nieuw, eenmalig talent voor verschillende werkzaamheden, zegt Jeroen Busscher, expert talentmanagement en leiderschapstrainer. Dus niet (alleen) zoeken naar het juiste ‘poppetje’ voor de positie, maar het faciliteren van nieuwe samenwerkingen en nieuwe inzichten. Een geheel van onderdelen One size fits all-programma’s bestaan niet, zegt Jungjohann. Er zijn onderdelen die iedereen kan toepassen, maar hoe talentmanagement wordt ingezet, verschilt per organisatie. De HR-strategie moet bepaald worden en samenvallen met de algehele bedrijfsstrategie. Allerlei onderdelen van rekrutering, beoordeling en beloning, en het analyseren van deze processen – hoe richten wij dit in? – vormen samen talentmanagement. Organisaties moeten die personele cyclus schetsen en daarna stap voor stap verbeteringen doorvoeren. Busscher vindt daarbij het faciliteren van mogelijkheden heel belangrijk, maar ook het personeel zichzelf steeds opnieuw laten uitvinden. Talentmanagement komt met meer verantwoordelijkheden voor de werknemer en dat past in bredere ontwikkelingen. Organisaties worden transparanter en flexwerkers veranderen de werksfeer. Waar vroeger de top voor het hele bedrijf beslissingen nam, zijn werknemers nu autonomer geworden. Hierdoor is ook talentmanagement, dat zich voorheen veelal richtte op de hogere regionen van organisaties, aan het verschuiven. Een goede zaak, vindt Jungjohann: ook werknemers in lagere functies moeten hun talenten kunnen ontwikkelen. Bovendien wordt uitvoerend werk steeds vaker uitbesteed of door computers overgenomen. Daarom is talent volgens Busscher niet meer het kunnen van een ‘trucje’, maar de vaardigheid wendbaar en creatief te zijn en kunnen samenwerken. Obstakels overbruggen Onder sommige werkgevers bestaat nog terughoudendheid om talentmanagement in te zetten. Investeren in een werknemer wanneer die ergens anders kan gaan werken? Lifetime eployment is niet meer van deze tijd en dat is niet erg, vinden beide experts. Personeel kan in hun latere loopbaan ambassadeur, klant of leverancier worden. “Wil je liever investeren in iemand die misschien weggaat, dan niet investeren in iemand die blijft?”, vraagt Jungjohann. Belangrijk voor het vasthouden van personeel is een werksfeer creëren waarin mensen kunnen doorgroeien en willen blijven, en hun drijfveren kennen. Die zijn volgens haar bij iedereen anders. Vrouwen zijn bijvoorbeeld in het algemeen gevoeliger voor sfeer en hoe betekenisvol het werk is. Bewustwording rondom het managen van talent wordt gelukkig steeds groter, zegt Busscher. Alle werknemers vinden het prettig om waardering te krijgen en hun talenten te ontdekken. Zelfkennis is daarbij volgens hem de eerste stap. Toch bestaat ook onder werknemers nog struisvogelpolitiek. Jungjohann: “Sommigen denken nog steeds, ik ga gewoon door zoals altijd. Terwijl digitalisering voor een enorm veranderende arbeidsmarkt zorgt.” Benut dus alle kansen die er zijn, is het devies. Een laatste tip van Busscher: vraag werknemers wat hen morgen met 1 procent meer plezier naar hun werk zou laten komen. Deze vraag kun je ook aan jezelf stellen. “Welke zaken komen daaruit die je kunt veranderen? Begin daarmee.” Talentmanagement: “doormodderen is geen optie meer” Van onze redactie Auteur: Ruby Sanders TALENTMANAGEMENT 15PULSE MEDIA GROUP HR-STRATEGIEËN EN PENSIOEN Prof. dr. Lidewey van der Sluis is hoogleraar aan Nyenrode Business Universiteit en de North-West University in Zuid-Afrika. Daarnaast werkt zij als spreker, schrijver, en adviseur op het gebied van strategisch talentmanagement, het vakgebied waar zij in Nederland de grondlegger van was. Inmiddels een populair onderwerp. Van der Sluis vindt dat de werkgevers aan zet zijn om talentmanagement vorm te geven. In de huidige maatschappij van ver doorgevoerde individualisering zijn veel mensen op zichzelf gericht: waar ben ik goed in en hoe kan ik mijn sterke punten ontwikkelen? “Maar uiteindelijk moet je het samen doen, ook als land, en daar zijn werkgevers juist goed in. Daarbij moet je niet alleen kijken naar je eigen kwaliteiten en kracht, maar vooral hoe je een ander kan laten opbloeien en een podium kan geven.” Wat is een talent? Van der Sluis heeft talentmanagement zo gedefinieerd dat het in een organisatie idealiterzoisgeregelddatdemedewerkers hun salaris waard zijn. Ze realiseert zich als econoom dat het beoordelen van waarde en daarmee talent in deze definitie subjectief is. “Economie is nou eenmaal voor een groot deel emotie”, zegt ze. Maar hoe manage je talent? Een deel van het antwoord is gelegen in het maken van afspraken tussen werkgever en werknemer en daarmee in goed leiderschap. Dit lijkt een open deur, maar afspraken over wat beide partijen voor elkaar gaan betekenen, blijven opvallend vaak achterwege of onduidelijk. “Dat is een gemiste kans om op talent te sturen, want een talent ben je nooit alleen”, zegt ze overtuigend. Er is altijd een ander nodig die zegt dat je voor hem een talent bent en een leidinggevende is daar bij uitstek de aangewezen persoon voor. Oog hebben voor elkaar is de essentie van talentmanagement. “In dat kader zijn uitsprakenals‘wijzijnopzoeknaartalent’ een lege huls. Wel een mooie profilering is dat je als organisatie een podium voor talent wilt zijn, om mensen een kans te bieden om te laten zien wat ze kunnen en om tot ontwikkeling te komen.” Ontslagrecht Veel organisaties drijven op mensen en dat zou volgens Van der Sluis reden genoeg moeten zijn om van talentmanagement een prioriteit te maken. Het ontslagrecht in Nederland werkt in dat opzicht nog steeds wel eens tegen. “Hoe soepeler het ontslagrecht geregeld is, hoe beter talentmanagement functioneert. Ontslagrecht is bedoeld om medewerkers te beschermen voor baanverlies. Maar werkgevers kunnen alleen mensen werk blijven bieden als zij financieel gezond zijn. Het beschermen van mensen die eigenlijk een kostenpost zijn gaat daar tegenin”, legt ze uit. “Talentmanagement is er op gericht om medewerkers een rendabele investering te laten zijn, vandaag maar zeker morgen. Dat is in het belang van de werkgever, maar ook in het belang van werknemers. Iedereen wil uiteindelijk van betekenis en waardevol bezig zijn.” Mensenwerk Voor de komende twee, drie jaar verwacht Van der Sluis twee routes binnen talentmanagement. De eerste gaat langs het pad van het meetbaar maken van talent: data driven talentmanagement en HR-analytics. De tweede route is een tegenpool. “We kunnen alles wel meten, maar wat meten we en waarom? Waarom meet je bijvoorbeeld verzuim en hoe interpreteer je die cijfers? Wat zegt zo’n indicator over de kwaliteit van het podium voor talent in de organisatie, over het leiderschap in het team?”, stelt Van der Sluis zichzelf retorische vragen. “We moeten er enerzijds voor zorgen dat we kunnen meten wat we willen weten en anderzijds moeten we de menselijke maat en de interactie en eventuele klik tussen mensen niet uit het oog verliezen. Talentmanagement is en blijft tenslotte mensenwerk.” EXPERTBIJDRAGE van Lidewey van der Sluis Talentmanagement blijft mensenwerk Lidewey van der Sluis “Talentmanagement is er op gericht om medewerkers een rendabele investering te laten zijn, vandaag maar zeker morgen”