SlideShare a Scribd company logo
433Jaargang 98 (4664 & 4665) 12 juli 2013
Essay:
Het pensioenprobleem
in Nederland
PENSIOENEN
B
ijna iedereen krijgt te maken met de situatie
dat hij niet meer deelneemt aan het arbeids-
proces en dus geen inkomen meer krijgt uit
werk. Toch wil iedereen verder leven en zijn
oude dag niet in armoe slijten. Dit is niet al-
leen een probleem van gepensioneerden, maar vooral ook
van actieven omdat zij nú nog de gelegenheid hebben om re-
gelingen voor hun oude dag te treffen, iets wat gepensioneer-
den per definitie niet meer kunnen. In onze moderne wereld
zijn er voor de financiering van de oude dag drie oplossingen
of pijlers.
Ten eerste is er een generatiecontract, waarbij de werkers
van nu toezeggen hun ouders te onderhouden in de gerecht-
vaardigde verwachting dat, als zij toe zijn aan hún oude dag,
dan kunnen rekenen op de steun van hún kinderen. Dit is
gebaseerd op een omslagstelsel, in Nederland vormgegeven
als de AOW. Ten tweede kun je zelf individueel sparen voor
je oude dag. En ten derde kun je deelnemen in een collectieve
en verplichte spaarregeling. Hierbij gaat het om de aanvullende
pensioenen, verder uitgesplitst in bedrijfstakpensioenen (zoals
ABP en Metaal), ondernemingspensioenen (zoals Shell of We-
gener) en beroepspensioenen (zoals voor artsen of notarissen).
Het generatiecontract berust op vertrouwen. Wanneer
de jongeren op een kwade dag besluiten de AOW niet langer
te financieren is het uit met de pret. Er zal dus een spijkerhar-
de, in het algemeen bij wet vastgelegde, garantie moeten zijn.
Het zelf individueel sparen – bijvoorbeeld via het af-
sluiten van lijfrenteverzekeringen – is in het algemeen duur.
Bovendien zijn slechts weinigen in staat hun spaargeld goed
te beleggen. Een algemeen psychologisch ervaringsfeit is dat
hoe jonger men is, hoe minder belangrijk men het pensioen
vindt en hoe minder men er dus aan wil uitgeven. Bij indivi-
dueel sparen begint men in het algemeen te laat in het leven
met sparen, met als gevolg dat er slechts een schamel pensioen
wordt opgebouwd.
De collectieve en verplichte spaarregeling is veel goed-
koper. De verplichting maakt dat men wel al op jonge leeftijd
gaat sparen. Bovendien hebben pensioenfondsen veel lagere
kosten per deelnemer dan wanneer men zich individueel ver-
zekert. Het verplicht en collectief sparen is de beste manier
om voor de bevolking een aanvaardbare oudedagvoorziening
mogelijk te maken.
De AOW is onhoudbaar
In Nederland wordt het leeuwendeel van de oude dag gefi-
nancierd uit AOW en een collectieve en verplichte spaar-
regeling, het aanvullend pensioen. Voor een gepensioneerd
huishouden is de AOW circa 1000 euro en het aanvullend
nettopensioen gemiddeld 600 euro.
In Nederland concentreert de actuele discussie zich bijna
uitsluitend op het aanvullend pensioen. Dit is zeer kortzich-
tig want het AOW-systeem is nu de belangrijkste component,
en het is hier dat de grootste bedreiging schuilgaat. De ver-
houding tussen premie en uitkering hangt immers af van de
Bernard van
Praag
Emeritus hoogleraar
aan de Universiteit
van Amsterdam
Het is bepaald niet overdreven wanneer we stellen dat er in Ne-
derland een verhitte discussie aan de gang is over de pensioenen.
Het is ook niet bezijden de waarheid wanneer we stellen dat 99
procent van de bevolking er geen snars van begrijpt en het ook
niet kan begrijpen. Door de technische terminologie en de verwij-
zingen naar ontoegankelijke modellen en berekeningen wordt de
discussie voor de niet-ingewijde onbegrijpelijk – en dit geldt ook
voor de meeste parlementariërs, vakbondsbestuurders en anderen
die uiteindelijk wel betrokken zijn bij de besluitvorming.
Pensioenen ESB
De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.
ESB Pensioenen
434 Jaargang 98 (4664 & 4665) 12 juli 2013
zogenoemde afhankelijkheidsratio, ofwel hoeveel jongeren er
zijn op één oudere. Die verhouding was in 1950 ongeveer 1:8,
nu circa 1:4 en in 2040 nog maar 1:2. Dat impliceert dat de
AOW-premie van nu tot 2040 zou moeten verdubbelen ten-
einde de uitkeringshoogte gelijk te houden, of anders gezegd,
dat bij handhaving van de huidige premie de uitkering zou
moeten worden gehalveerd. Een verhoging van de AOW-leef-
tijd zal dit probleem mitigeren, maar zeker niet elimineren.
Tegen deze achtergrond is het ronduit onbegrijpelijk en kort-
zichtig dat de Nederlandse politiek en de sociale partners de
tweede bron voor de oudedagsvoorziening, de aanvullende
pensioenen, willen verlagen. Wij zouden ons moeten inspan-
nen om die aanvullende pensioenen te verhogen.
Verloop van de besluitvorming
In de jaren negentig werd er in de Verenigde Staten veel ge-
sproken over een ‘industrieel complex’, waarbij de grote indus-
trieën en politici, geholpen door de wetenschap in informeel
verband, hun belangen veilig zouden stellen, waarbij de belan-
gen van de Amerikaanse bevolking als zodanig onvoldoende
zouden worden meegewogen. Er is geen countervailing power.
Dat lijkt momenteel ook in Nederland het geval te zijn bij
de behandeling van het pensioenprobleem. De materie is der-
mate ingewikkeld dat de discussie wordt en kan worden ge-
monopoliseerd door enige ambtenaren, wetenschappers – die
voor de financiering met overheidssubsidies van hun univer-
sitaire onderzoek grotendeels afhankelijk zijn van diezelfde
ambtenaren –, sociale partners, alsmede fondsbestuurders en
pensioenadviseurs. Zij zijn er allen bij betrokken en hebben
belang bij de uitkomst van het proces. Het Eerste Kamerlid
De Lange signaleerde deze problematiek op 4 juni jongstle-
den in schriftelijke vragen aan de Staatssecretaris van SZW.
Op zich is het een gelukkig en natuurlijk verschijnsel dat
deskundigen een forum vormen, maar er is geen ruimte meer
voor contra-expertise. De deskundigen beroepen zich op mo-
delberekeningen, maar die modellen worden in het algemeen
niet aan buitenstaanders verstrekt en kunnen niet nagerekend
worden door onafhankelijke derden.
Ouderenorganisaties hebben gepleit voor de inbreng van
buitenlandse deskundigen zonder belangenverstrengeling,
maar het ministerie houdt dit af. Zoals de zaken nu staan, is
de meningsvorming allerminst transparant.
aanvullend pensioensysteem niet onhoudbaar
Het is een soort mantra geworden dat het Nederlandse sys-
teem van aanvullende pensioenen in zijn huidige vorm on-
houdbaar zou zijn. Wanneer men echter dieper ingaat op de
uitspraken, blijkt dat daar helemaal geen houtsnijdend bewijs
voor is. Het huidige systeem heeft zo’n vijftig jaar in tijden van
voorspoed en crisis uitstekend gefunctioneerd en er is geen
enkele aanleiding om dit ‘beste systeem ter wereld’ nu bij de
schroothoop te zetten en in te wisselen voor een onduidelijk
stelsel. Laten we een aantal punten eens nalopen.
Niet generaliseren
De uitspraak is op zich natuurlijk een ongeoorloofde genera-
lisatie. Er zijn een beperkt aantal fondsen die als gevolg van te
lage premie-inkomsten in het verleden, een slecht beleggings-
beleid of roekeloze uitkeringstoezeggingen in moeilijkheden
zitten. Dit zou aanleiding moeten zijn tot een per fonds ge-
differentieerd corrigerend beleid. Het kan er natuurlijk niet
toe leiden dat de meerderheid van in wezen goed presterende
fondsen hiervan de dupe wordt. Het gaat hier immers om het
belang van miljoenen werknemers en gepensioneerden.
Gezondheid van onze fondsen
De evaluatie van de gezondheidstoestand is gebaseerd op de
verhouding tussen verplichtingen en vermogen van het fonds,
de zogenaamde dekkingsgraad. De waardering van de ver-
plichtingen hangt cruciaal af van de gebruikte discontovoet,
of meer precies van de kennis over de rendementen die het
fonds in de naaste en verre toekomst kan behalen. DNB ba-
seert die voorspellingen dan op dagkoersen van verschillende
vormen van staatsobligaties, die op verschillende tijden tot
uitkering komen. Voor de periode over twintig jaar na nu is er
geen markt meer en dient men de rentevoet (ultimate forward
rate, ofwel UFR) op andere wijze te voorspellen.
Men gaat hierbij echter totaal voorbij aan de realiteit
dat de meeste fondsen sinds de jaren tachtig van de vorige
eeuw een groot deel van hun vermogen niet beleggen in zulke
staatsleningen. Daardoor is bijvoorbeeld het Pensioenfonds
voor Zorg en Welzijn gedurende de laatste veertig jaar gemid-
deld op een rendement van ongeveer negen procent uitgeko-
men en het ABP op circa zeven procent. Het is absurd om
voor dit soort fondsen een toekomstig gemiddeld rendement
van zo’n 2,5 procent te veronderstellen. Doet men dit wel,
dan komt ook hun dekkingsgraad op zo’n 100 procent.
Kortom, men kan, door de rentevoet extreem laag te
kiezen, elk fonds de put inpraten. Het lijkt verstandig om
de pretentie dat ij de rente voor tientallen jaren kunnen
voorspellen te laten vallen. Dat geldt in het bijzonder voor
de UFR. Zolang niemand ter wereld de rente voor over één
jaar weet te voorspellen, moet elke poging, bijvoorbeeld door
een Commissie UFR, om de rente over twintig jaar en nog
later te voorspellen, als verspilde moeite worden gezien. Het
is slechts een nutteloze komedie, waarbij de bevolking een rad
voor ogen wordt gedraaid.
En wat doet men met de inflatieverwachtingen? Die
worden in de discussie over rekenrentes onder de tafel gepraat.
Die zijn toch echt wel relevant voor het voorspellen van no-
De discussie wordt en kan worden gemono­poliseerd
door enige ambtenaren en wetenschappers – die
voor de financiering met overheidssubsidies van hun
universitaire onderzoek grotendeels afhankelijk
zijn van diezelfde ambtenaren
De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.
Pensioenen ESB
435Jaargang 98 (4664 & 4665) 12 juli 2013
minale rentes. Uiteraard kunnen kortetermijnverwachtingen
over rendementen wel meespelen bij de bepaling van de dek-
kingsgraad, maar de veruit belangrijkste component is toch
wat een fonds gedurende een lange periode in het verleden
gemiddeld gerealiseerd heeft in termen van reëel rendement.
Dit impliceert natuurlijk een per fonds gedifferentieerde
rekenrente. Elk serieus fonds kan de benodigde rendements-
gegevens desgevraagd oplepelen. De staatssecretaris heeft on-
langs in de Tweede Kamer toegegeven dat bij het hanteren
van een rekenrente van 4 in plaats van 2,5 procent geen enkel
fonds nu zou hebben hoeven korten.
De Nederlandse oudedagsvoorziening wordt duurder
Het is duidelijk dat een stijgende levensverwachting bij een
niet navenant stijgende pensioneringsleeftijd ertoe leidt dat
een pensioen (bijvoorbeeld tachtig procent middelloon)
duurder wordt. Het pensioen moet immers niet voor, zeg,
twaalf jaren worden uitbetaald maar voor misschien wel acht-
tien jaar. Dat scheelt een slok op een borrel. Wij zullen dus als
Nederlandse bevolking onze beslissing moeten herijken, hoe-
veel we van ons beschikbaar inkomen nu willen sparen voor
later. Bij gelijkblijvende brutoloonkosten impliceert dit een
hogere premie en/of lager pensioen. Dit is een van de meest
elementaire keuzes voor de consument: hoe wil hij zijn inko-
mensstroom over de hele levensduur verdelen? Het is echter
volstrekt onduidelijk waarom de premie op zich gemaximeerd
zou moeten worden en wat de werkgever daarmee te maken
heeft. Wanneer de verhoogde premielast deels gerealiseerd
wordt door stijging van de loonkosten, is dat een kwestie van
de cao. De verdeling van het huidige inkomen tussen con-
sumptie nu of pensioen in de toekomst is geen kwestie voor
de werkgever of de staat.
Internationale concurrentie
De werkgevers, waaronder de staat als grootste, stellen dat de
premie niet omhoog kan vanwege internationale concurren-
tie. Dat is sterk de vraag. Bijna alle landen in Europa worden
geconfronteerd met dezelfde problematiek, en vaak nog ster-
ker omdat hun pensioenvoorziening veel meer op het omslag-
stelsel is gebaseerd. Er dreigt op het moment niet alleen een
concurrentie tussen staten op het gebied van belastingdruk,
die noopt tot coördinatie op het gebied van belastingen. Het-
zelfde dreigt voor pensioenen. Er wordt geconcurreerd via
premieverlaging ten nadele van de actieve en niet meer actieve
beroepsbevolking. Die concurrentie zal zonder Europese co-
ördinatie doorgaan ‘tot het putje’. Net zoals op het gebied van
minimumloon, duur van de werkweek, kinderarbeid, et cetera
dienen er Europese minimumnormen te komen voor een fat-
soenlijke pensioenregeling.
Pensioen en risico
Bij elke beslissing over de toekomst baseert men zich op ver-
wachtingen die al of niet worden gerealiseerd. Daarin schui-
len risico’s. Wanneer we bijvoorbeeld de jaarrendementen
van het ABP in de periode 1993–2012 bekijken, dan zien
we een gemiddeld rendement van 7,2 procent met extreme
uitslagen van –20 procent in 2008 en +20 procent in 2009.
Inderdaad, er is een behoorlijke volatiliteit, maar over de jaren
middelt dat uit en dat betekent een enorme risicoreductie.
Zoals gezegd lijken vele fondsen in slechte conditie omdat ze
worden geëvalueerd op basis van een bizar laag vastgestelde
rekenrente. Wanneer na correctie hiervoor een aantal fondsen
nog in de gevarenzone verkeert, ligt dit aan slecht beleggen
of aan te lage premie-inkomsten in het verleden. Uiteraard is
hier een aanvulling in premie of korting van pensioen nood-
zakelijk. Hierbij kan dan echter onmogelijk de solidariteit en
verantwoordelijkheid van werkgevers en werknemers worden
doorbroken door alle lasten op de werknemers en gepensio-
neerden te laten neerkomen. Dat is precies wat het ministerie
wel tracht door te drukken via een wijziging van het Finan-
cieel Toetsingskader. Hierbij wordt de verplichting van een
pensioenfonds om de pensioentoezegging waar te maken
vervangen door een ambitie daartoe. En als die ambitie niet
kan worden waargemaakt, jammer dan – zonder enige conse-
quentie voor bestuur en directie van het pensioenfonds, noch
voor de werkgevers.
Beperking Witteveen-kader
Het kabinet stelt nu voor om de fiscale aftrekbaarheid van de
pensioenpremie te beperken, zodat per jaar niet meer 2,25
procent van de pensioengrondslag, maar nog slechts 1,85 of
1,75 procent voor aftrek in aanmerking komt. De gedachte is
dat door deze maatregel de werknemer dan liever ook minder
premie gaat betalen ten gunste van het netto-beschikbaar in-
komen. In het licht van de bewering dat pensioenfondsen in
nood zitten en dat mensen steeds langer leven, is het natuur-
lijk absurd om nu de premies te gaan verlagen. Ze moeten juist
omhoog. Het onmiddellijk consumptief effect hiervan voor
werknemers kan positief zijn, maar het kan er ook toe leiden
dat werknemers in paniek zelf extra gaan sparen of pensioen-
verzekeringen gaan sluiten bij private verzekeraars, en dat de
consumptie helemaal niet stijgt. De toename van de spaarsaldi
van 2010 tot het begin van 2013 met 13,5 procent, synchroon
met de opkomst van het pensioenprobleem, geeft te denken.
Bovendien leidt premiereductie op termijn tot kortingen voor
gepensioneerden en dus tot daling van de consumptie van drie
miljoen gepensioneerden. Op de wat langere termijn is de
‘omkeerregel’, waarbij de premie kan worden afgetrokken en
het pensioen belast, ook gunstig voor de overheidsfinanciën,
want de overheid belast dan niet alleen het premiebedrag maar
ook de gemaakte rendementen. Het pensioen bestaat immers
slechts voor ongeveer twintig procent uit premie en voor de
Het is gevaarlijk om deze
kwestie zonder serieus onderzoek op
te blazen tot een generatieconflict dat het
sociale klimaat grondig kan verpesten
De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.
ESB Pensioenen
436 Jaargang 98 (4664 & 4665) 12 juli 2013
overige tachtig procent uit rendement, gemaakt door het pen-
sioenfonds. Het afschaffen van de aftrekbaarheid is dus om
meer dan één reden te kenschetsen als paniekpolitiek zonder
enige langetermijnvisie – penny-wise, pound-foolish. De ne-
gatieve reactie van pensioenfondsen en het advies van de Raad
van State in deze zijn volkomen terecht.
Het generatieconflict
Er wordt op dit moment veel lawaai gemaakt over de opbouw
van de pensioenrechten van jongeren. Mijns inziens wordt
dit probleem schromelijk overdreven. In principe bouwt elk
cohort zijn eigen pensioenrechten en dus zijn eigen pensioen
op. In een zuiver kapitaaldekkingsstelsel is er geen solidariteit
tussen generaties. In de Nederlandse praktijk heeft er waar-
schijnlijk enige kruissubsidie tussen generaties plaatsgevon-
den, maar hoeveel dit is en wie daarvan geprofiteerd hebben,
is voorshands onduidelijk. Weliswaar hebben ouderen soms
een te lage premie betaald, maar de werkelijke rendementen
zijn door de bank genomen veel hoger geweest dan de vier
procent of lager, die als basis diende voor de premievaststel-
ling. Het is inderdaad zo dat bij een doorsneepremie jongeren
minder opbouwen dan hun premie zou rechtvaardigen. Een
correctie daarvoor zou rechtvaardig zijn. Het is gevaarlijk om
deze kwestie zonder serieus onderzoek op te blazen tot een ge-
neratieconflict dat het sociale klimaat grondig kan verpesten.
Pensioenfondsen als redder uit de nood
Ten slotte ziet men veel voorstellen waarbij de gelden uit pen-
sioenfondsen zouden moeten worden gebruikt om banken
van hun hypothecaire leningen af te helpen, om in de Neder-
landse infrastructuur te investeren of om via extra belastingen
de Nederlandse staatsbegroting te versterken. De middelen
van fondsen dreigen een ‘free for all’ te worden. Men vergeet
dat de fondsen hun gelden alleen mogen aanwenden voor
het gestand doen van pensioentoezeggingen. Mede gezien de
druk op de premies moeten fondsen hun middelen slechts op
commercieel verantwoorde wijze beleggen in het belang van
de deelnemers en gepensioneerden.
Conclusie
De financiering van de oude dag is voor alle Nederlanders ex-
treem belangrijk. Het huidige kapitaaldekkingsstelsel op basis
van uitkeringen is niet echt in gevaar. Wel zullen de bedragen
die voor de oude dag gespaard worden, omhoog moeten om
de kosten van langer leven op te vangen. Ten onrechte wordt
er een panieksituatie gecreëerd door regering, werkgevers en
een aantal wetenschappers. Hiervoor is geen steekhoudend
bewijs geleverd en contra-expertise wordt onmogelijk ge-
maakt. Het is een benauwende situatie die kan leiden tot de
onttakeling van het solide Nederlandse pensioensysteem, wat
des te bedreigender is omdat het complementaire stelsel van
de AOW om demografische redenen niet in de huidige vorm
valt te handhaven. Voordat we verder gaan op deze heilloze
weg, waarop zeer moeilijk kan worden teruggekomen, lijkt het
volstrekt noodzakelijk dat een internationale adviescommissie
van onafhankelijke deskundigen te hulp wordt geroepen.
Voordat we verder gaan op deze heilloze weg,
waarop zeer moeilijk kan worden teruggekomen,
lijkt het volstrekt noodzakelijk dat een internationale
adviescommissie van onafhankelijke deskundigen
te hulp wordt geroepen
De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

More Related Content

What's hot

Pensioenontslag is niet meer van deze tijd
Pensioenontslag is niet meer van deze tijdPensioenontslag is niet meer van deze tijd
Pensioenontslag is niet meer van deze tijd
Zelena Kasim
 
Presentatie G.J.B.Dietvorst - Van drie naar vijf pensioenpijlers
Presentatie G.J.B.Dietvorst - Van drie naar vijf pensioenpijlersPresentatie G.J.B.Dietvorst - Van drie naar vijf pensioenpijlers
Presentatie G.J.B.Dietvorst - Van drie naar vijf pensioenpijlers
Aon Nederland
 
Q en a pensioenen
Q  en a pensioenenQ  en a pensioenen
Q en a pensioenen
Hans Hemmes
 
Positionpaper ftk
Positionpaper ftkPositionpaper ftk
Positionpaper ftk
CNV Vakcentrale
 
Arbeiders en bedienden op weg naar het eenheidsstatuut convergentie of levell...
Arbeiders en bedienden op weg naar het eenheidsstatuut convergentie of levell...Arbeiders en bedienden op weg naar het eenheidsstatuut convergentie of levell...
Arbeiders en bedienden op weg naar het eenheidsstatuut convergentie of levell...Accent_Jobs
 
Trends 2013 2023 pensioenen
Trends 2013 2023 pensioenenTrends 2013 2023 pensioenen
Trends 2013 2023 pensioenen
Jeroen Elbertse - Lingeborgh Momentum
 
Bankspaarstamrechten
BankspaarstamrechtenBankspaarstamrechten
Bankspaarstamrechten
Adfidius
 
Cnvalg 0516-ab notitie pensioen
Cnvalg 0516-ab notitie pensioenCnvalg 0516-ab notitie pensioen
Cnvalg 0516-ab notitie pensioen
Hans Hemmes
 
De wert accountants & belastingadviseurs nieuwsbrief februari 2014
De wert accountants & belastingadviseurs nieuwsbrief februari 2014De wert accountants & belastingadviseurs nieuwsbrief februari 2014
De wert accountants & belastingadviseurs nieuwsbrief februari 2014
ARTHUR VAN HOUTS ♦ enthousiast ♦ wordt graag uitgedaagd ♦
 

What's hot (11)

Pensioenontslag is niet meer van deze tijd
Pensioenontslag is niet meer van deze tijdPensioenontslag is niet meer van deze tijd
Pensioenontslag is niet meer van deze tijd
 
Presentatie G.J.B.Dietvorst - Van drie naar vijf pensioenpijlers
Presentatie G.J.B.Dietvorst - Van drie naar vijf pensioenpijlersPresentatie G.J.B.Dietvorst - Van drie naar vijf pensioenpijlers
Presentatie G.J.B.Dietvorst - Van drie naar vijf pensioenpijlers
 
info_pensioenen_09-2015
info_pensioenen_09-2015info_pensioenen_09-2015
info_pensioenen_09-2015
 
Q en a pensioenen
Q  en a pensioenenQ  en a pensioenen
Q en a pensioenen
 
Een alternatieve AOV
Een alternatieve AOVEen alternatieve AOV
Een alternatieve AOV
 
Positionpaper ftk
Positionpaper ftkPositionpaper ftk
Positionpaper ftk
 
Arbeiders en bedienden op weg naar het eenheidsstatuut convergentie of levell...
Arbeiders en bedienden op weg naar het eenheidsstatuut convergentie of levell...Arbeiders en bedienden op weg naar het eenheidsstatuut convergentie of levell...
Arbeiders en bedienden op weg naar het eenheidsstatuut convergentie of levell...
 
Trends 2013 2023 pensioenen
Trends 2013 2023 pensioenenTrends 2013 2023 pensioenen
Trends 2013 2023 pensioenen
 
Bankspaarstamrechten
BankspaarstamrechtenBankspaarstamrechten
Bankspaarstamrechten
 
Cnvalg 0516-ab notitie pensioen
Cnvalg 0516-ab notitie pensioenCnvalg 0516-ab notitie pensioen
Cnvalg 0516-ab notitie pensioen
 
De wert accountants & belastingadviseurs nieuwsbrief februari 2014
De wert accountants & belastingadviseurs nieuwsbrief februari 2014De wert accountants & belastingadviseurs nieuwsbrief februari 2014
De wert accountants & belastingadviseurs nieuwsbrief februari 2014
 

Viewers also liked

Kalmeer je gedachten
Kalmeer je gedachtenKalmeer je gedachten
Kalmeer je gedachten
Pim Piepers
 
Digital dream - Videogaming project
Digital dream - Videogaming projectDigital dream - Videogaming project
Digital dream - Videogaming project
Pim Piepers
 
Albert espinosa hero
Albert espinosa heroAlbert espinosa hero
Albert espinosa hero
Mar7_27
 
PresentacióN Aplicaciones De Los Medios
PresentacióN Aplicaciones De Los MediosPresentacióN Aplicaciones De Los Medios
PresentacióN Aplicaciones De Los Medios
eugenia.grisolia
 
Etapas de la evolucion del hombre americano
Etapas de la evolucion del hombre americanoEtapas de la evolucion del hombre americano
Etapas de la evolucion del hombre americano
Claudia
 
Aportes al marco teórico
Aportes al marco teóricoAportes al marco teórico
Aportes al marco teórico
lucesitamomo14
 
Presentación Aplicaciones De Los Medios
Presentación Aplicaciones De Los MediosPresentación Aplicaciones De Los Medios
Presentación Aplicaciones De Los Medios
eugenia.grisolia
 
Segredos anti-idade
Segredos anti-idadeSegredos anti-idade
Segredos anti-idade
Teresa Batista
 
Hoshin Kanri
Hoshin KanriHoshin Kanri
Trabalho 3°s
Trabalho 3°sTrabalho 3°s
Trabalho 3°s
Ionara Urrutia Moura
 
Folheto Handout - Livros Infantis sobre os Bairros do Rio de Janeiro
Folheto Handout - Livros Infantis sobre os Bairros do Rio de JaneiroFolheto Handout - Livros Infantis sobre os Bairros do Rio de Janeiro
Folheto Handout - Livros Infantis sobre os Bairros do Rio de Janeiro
Carla Cristina Alves
 
Projeto do vereador Adriano Melo - Meia-entrada
Projeto do vereador Adriano Melo - Meia-entradaProjeto do vereador Adriano Melo - Meia-entrada
Projeto do vereador Adriano Melo - Meia-entrada
Ipu Notícias
 
Módulo iv
Módulo ivMódulo iv

Viewers also liked (15)

Kalmeer je gedachten
Kalmeer je gedachtenKalmeer je gedachten
Kalmeer je gedachten
 
Digital dream - Videogaming project
Digital dream - Videogaming projectDigital dream - Videogaming project
Digital dream - Videogaming project
 
Albert espinosa hero
Albert espinosa heroAlbert espinosa hero
Albert espinosa hero
 
Haiti paper
Haiti paperHaiti paper
Haiti paper
 
PresentacióN Aplicaciones De Los Medios
PresentacióN Aplicaciones De Los MediosPresentacióN Aplicaciones De Los Medios
PresentacióN Aplicaciones De Los Medios
 
Etapas de la evolucion del hombre americano
Etapas de la evolucion del hombre americanoEtapas de la evolucion del hombre americano
Etapas de la evolucion del hombre americano
 
Aportes al marco teórico
Aportes al marco teóricoAportes al marco teórico
Aportes al marco teórico
 
Presentación Aplicaciones De Los Medios
Presentación Aplicaciones De Los MediosPresentación Aplicaciones De Los Medios
Presentación Aplicaciones De Los Medios
 
Segredos anti-idade
Segredos anti-idadeSegredos anti-idade
Segredos anti-idade
 
Hoshin Kanri
Hoshin KanriHoshin Kanri
Hoshin Kanri
 
Trabalho 3°s
Trabalho 3°sTrabalho 3°s
Trabalho 3°s
 
Folheto Handout - Livros Infantis sobre os Bairros do Rio de Janeiro
Folheto Handout - Livros Infantis sobre os Bairros do Rio de JaneiroFolheto Handout - Livros Infantis sobre os Bairros do Rio de Janeiro
Folheto Handout - Livros Infantis sobre os Bairros do Rio de Janeiro
 
Projeto do vereador Adriano Melo - Meia-entrada
Projeto do vereador Adriano Melo - Meia-entradaProjeto do vereador Adriano Melo - Meia-entrada
Projeto do vereador Adriano Melo - Meia-entrada
 
KK resume 1.2017
KK resume 1.2017KK resume 1.2017
KK resume 1.2017
 
Módulo iv
Módulo ivMódulo iv
Módulo iv
 

Similar to Nederlands pensioen probleem

Keuzearchitectuur van het pensioenstelsel - definitieve versie
Keuzearchitectuur van het pensioenstelsel - definitieve versieKeuzearchitectuur van het pensioenstelsel - definitieve versie
Keuzearchitectuur van het pensioenstelsel - definitieve versieGuido Montulet
 
PBM_Tijd Voor Nieuw Pensioenverhaal Jb Ne
PBM_Tijd Voor Nieuw Pensioenverhaal Jb NePBM_Tijd Voor Nieuw Pensioenverhaal Jb Ne
PBM_Tijd Voor Nieuw Pensioenverhaal Jb NeNaomi van der Ende
 
Kbq110101 pbm tijd voor nieuw pensioenverhaal_jb_ne
Kbq110101 pbm tijd voor nieuw pensioenverhaal_jb_neKbq110101 pbm tijd voor nieuw pensioenverhaal_jb_ne
Kbq110101 pbm tijd voor nieuw pensioenverhaal_jb_neCorinnehellingwerf
 
Hulshoff - Wat kan de DC praktijk ons leren voor de Wet toekomst pensioenen -...
Hulshoff - Wat kan de DC praktijk ons leren voor de Wet toekomst pensioenen -...Hulshoff - Wat kan de DC praktijk ons leren voor de Wet toekomst pensioenen -...
Hulshoff - Wat kan de DC praktijk ons leren voor de Wet toekomst pensioenen -...
Tjitsger Hulshoff
 
Cudos norm
Cudos normCudos norm
Cudos norm
Alexander Grassi
 
FD: opinieartikel ''Plan versoepeling Britse pensioenregels bevat interessant...
FD: opinieartikel ''Plan versoepeling Britse pensioenregels bevat interessant...FD: opinieartikel ''Plan versoepeling Britse pensioenregels bevat interessant...
FD: opinieartikel ''Plan versoepeling Britse pensioenregels bevat interessant...Jeroen de Bruin
 
Brief vakcentrales aan Tweede Kamer over rentegevoeligheid pensioen
Brief vakcentrales aan Tweede Kamer over rentegevoeligheid pensioenBrief vakcentrales aan Tweede Kamer over rentegevoeligheid pensioen
Brief vakcentrales aan Tweede Kamer over rentegevoeligheid pensioen
CNV Vakcentrale
 
Web vanelderen nwsbrf_inkomens- en vermogensplanning
Web vanelderen nwsbrf_inkomens- en vermogensplanningWeb vanelderen nwsbrf_inkomens- en vermogensplanning
Web vanelderen nwsbrf_inkomens- en vermogensplanningFrans Brugman
 
Waar moet de zorgondernemer écht voor zorgen?
Waar moet de zorgondernemer écht voor zorgen?Waar moet de zorgondernemer écht voor zorgen?
Waar moet de zorgondernemer écht voor zorgen?
Mark Logtenberg
 
Waar moet de zorgondernemer écht voor zorgen?
Waar moet de zorgondernemer écht voor zorgen?Waar moet de zorgondernemer écht voor zorgen?
Waar moet de zorgondernemer écht voor zorgen?
Mark Logtenberg
 
Slimmer afstellen van ons zorgstelsel vs grootscheepse verbouwing-art Houtepe...
Slimmer afstellen van ons zorgstelsel vs grootscheepse verbouwing-art Houtepe...Slimmer afstellen van ons zorgstelsel vs grootscheepse verbouwing-art Houtepe...
Slimmer afstellen van ons zorgstelsel vs grootscheepse verbouwing-art Houtepe...Judith Houtepen
 
Afstand van de afstandsverklaring
Afstand van de afstandsverklaringAfstand van de afstandsverklaring
Afstand van de afstandsverklaring
Caroline Raats
 
Afstand van de afstandsverklaring
Afstand van de afstandsverklaringAfstand van de afstandsverklaring
Afstand van de afstandsverklaring
Caroline Raats
 
Afstand van de afstandsverklaring
Afstand van de afstandsverklaringAfstand van de afstandsverklaring
Afstand van de afstandsverklaring
Caroline Raats
 
Afstand van de afstandsverklaring
Afstand van de afstandsverklaringAfstand van de afstandsverklaring
Afstand van de afstandsverklaring
Caroline Raats
 
Opinieartikel FD: Nederlandse pensioensector staat met rug naar Europa
Opinieartikel FD: Nederlandse pensioensector staat met rug naar EuropaOpinieartikel FD: Nederlandse pensioensector staat met rug naar Europa
Opinieartikel FD: Nederlandse pensioensector staat met rug naar EuropaJeroen de Bruin
 
Pensioenfondsbestuurder Je Zal Het Maar Zijn
Pensioenfondsbestuurder  Je Zal Het Maar ZijnPensioenfondsbestuurder  Je Zal Het Maar Zijn
Pensioenfondsbestuurder Je Zal Het Maar Zijnhaitse
 
Vakcentrales waarschuwen Eerste Kamer voor miljardenschade door nieuwe pensio...
Vakcentrales waarschuwen Eerste Kamer voor miljardenschade door nieuwe pensio...Vakcentrales waarschuwen Eerste Kamer voor miljardenschade door nieuwe pensio...
Vakcentrales waarschuwen Eerste Kamer voor miljardenschade door nieuwe pensio...
CNV Vakcentrale
 
Remedie tegen pensioenbewusteloosheid
Remedie tegen pensioenbewusteloosheidRemedie tegen pensioenbewusteloosheid
Remedie tegen pensioenbewusteloosheid
Ruben Beil
 

Similar to Nederlands pensioen probleem (20)

Keuzearchitectuur van het pensioenstelsel - definitieve versie
Keuzearchitectuur van het pensioenstelsel - definitieve versieKeuzearchitectuur van het pensioenstelsel - definitieve versie
Keuzearchitectuur van het pensioenstelsel - definitieve versie
 
PBM_Tijd Voor Nieuw Pensioenverhaal Jb Ne
PBM_Tijd Voor Nieuw Pensioenverhaal Jb NePBM_Tijd Voor Nieuw Pensioenverhaal Jb Ne
PBM_Tijd Voor Nieuw Pensioenverhaal Jb Ne
 
Kbq110101 pbm tijd voor nieuw pensioenverhaal_jb_ne
Kbq110101 pbm tijd voor nieuw pensioenverhaal_jb_neKbq110101 pbm tijd voor nieuw pensioenverhaal_jb_ne
Kbq110101 pbm tijd voor nieuw pensioenverhaal_jb_ne
 
Hulshoff - Wat kan de DC praktijk ons leren voor de Wet toekomst pensioenen -...
Hulshoff - Wat kan de DC praktijk ons leren voor de Wet toekomst pensioenen -...Hulshoff - Wat kan de DC praktijk ons leren voor de Wet toekomst pensioenen -...
Hulshoff - Wat kan de DC praktijk ons leren voor de Wet toekomst pensioenen -...
 
Cudos norm
Cudos normCudos norm
Cudos norm
 
FD: opinieartikel ''Plan versoepeling Britse pensioenregels bevat interessant...
FD: opinieartikel ''Plan versoepeling Britse pensioenregels bevat interessant...FD: opinieartikel ''Plan versoepeling Britse pensioenregels bevat interessant...
FD: opinieartikel ''Plan versoepeling Britse pensioenregels bevat interessant...
 
Brief vakcentrales aan Tweede Kamer over rentegevoeligheid pensioen
Brief vakcentrales aan Tweede Kamer over rentegevoeligheid pensioenBrief vakcentrales aan Tweede Kamer over rentegevoeligheid pensioen
Brief vakcentrales aan Tweede Kamer over rentegevoeligheid pensioen
 
Web vanelderen nwsbrf_inkomens- en vermogensplanning
Web vanelderen nwsbrf_inkomens- en vermogensplanningWeb vanelderen nwsbrf_inkomens- en vermogensplanning
Web vanelderen nwsbrf_inkomens- en vermogensplanning
 
Waar moet de zorgondernemer écht voor zorgen?
Waar moet de zorgondernemer écht voor zorgen?Waar moet de zorgondernemer écht voor zorgen?
Waar moet de zorgondernemer écht voor zorgen?
 
Waar moet de zorgondernemer écht voor zorgen?
Waar moet de zorgondernemer écht voor zorgen?Waar moet de zorgondernemer écht voor zorgen?
Waar moet de zorgondernemer écht voor zorgen?
 
Slimmer afstellen van ons zorgstelsel vs grootscheepse verbouwing-art Houtepe...
Slimmer afstellen van ons zorgstelsel vs grootscheepse verbouwing-art Houtepe...Slimmer afstellen van ons zorgstelsel vs grootscheepse verbouwing-art Houtepe...
Slimmer afstellen van ons zorgstelsel vs grootscheepse verbouwing-art Houtepe...
 
Afstand van de afstandsverklaring
Afstand van de afstandsverklaringAfstand van de afstandsverklaring
Afstand van de afstandsverklaring
 
Afstand van de afstandsverklaring
Afstand van de afstandsverklaringAfstand van de afstandsverklaring
Afstand van de afstandsverklaring
 
Afstand van de afstandsverklaring
Afstand van de afstandsverklaringAfstand van de afstandsverklaring
Afstand van de afstandsverklaring
 
Afstand van de afstandsverklaring
Afstand van de afstandsverklaringAfstand van de afstandsverklaring
Afstand van de afstandsverklaring
 
Opinieartikel FD: Nederlandse pensioensector staat met rug naar Europa
Opinieartikel FD: Nederlandse pensioensector staat met rug naar EuropaOpinieartikel FD: Nederlandse pensioensector staat met rug naar Europa
Opinieartikel FD: Nederlandse pensioensector staat met rug naar Europa
 
Pensioenfondsbestuurder Je Zal Het Maar Zijn
Pensioenfondsbestuurder  Je Zal Het Maar ZijnPensioenfondsbestuurder  Je Zal Het Maar Zijn
Pensioenfondsbestuurder Je Zal Het Maar Zijn
 
Vakcentrales waarschuwen Eerste Kamer voor miljardenschade door nieuwe pensio...
Vakcentrales waarschuwen Eerste Kamer voor miljardenschade door nieuwe pensio...Vakcentrales waarschuwen Eerste Kamer voor miljardenschade door nieuwe pensio...
Vakcentrales waarschuwen Eerste Kamer voor miljardenschade door nieuwe pensio...
 
Zoek het zelf maar uit!
Zoek het zelf maar uit!Zoek het zelf maar uit!
Zoek het zelf maar uit!
 
Remedie tegen pensioenbewusteloosheid
Remedie tegen pensioenbewusteloosheidRemedie tegen pensioenbewusteloosheid
Remedie tegen pensioenbewusteloosheid
 

Nederlands pensioen probleem

  • 1. 433Jaargang 98 (4664 & 4665) 12 juli 2013 Essay: Het pensioenprobleem in Nederland PENSIOENEN B ijna iedereen krijgt te maken met de situatie dat hij niet meer deelneemt aan het arbeids- proces en dus geen inkomen meer krijgt uit werk. Toch wil iedereen verder leven en zijn oude dag niet in armoe slijten. Dit is niet al- leen een probleem van gepensioneerden, maar vooral ook van actieven omdat zij nú nog de gelegenheid hebben om re- gelingen voor hun oude dag te treffen, iets wat gepensioneer- den per definitie niet meer kunnen. In onze moderne wereld zijn er voor de financiering van de oude dag drie oplossingen of pijlers. Ten eerste is er een generatiecontract, waarbij de werkers van nu toezeggen hun ouders te onderhouden in de gerecht- vaardigde verwachting dat, als zij toe zijn aan hún oude dag, dan kunnen rekenen op de steun van hún kinderen. Dit is gebaseerd op een omslagstelsel, in Nederland vormgegeven als de AOW. Ten tweede kun je zelf individueel sparen voor je oude dag. En ten derde kun je deelnemen in een collectieve en verplichte spaarregeling. Hierbij gaat het om de aanvullende pensioenen, verder uitgesplitst in bedrijfstakpensioenen (zoals ABP en Metaal), ondernemingspensioenen (zoals Shell of We- gener) en beroepspensioenen (zoals voor artsen of notarissen). Het generatiecontract berust op vertrouwen. Wanneer de jongeren op een kwade dag besluiten de AOW niet langer te financieren is het uit met de pret. Er zal dus een spijkerhar- de, in het algemeen bij wet vastgelegde, garantie moeten zijn. Het zelf individueel sparen – bijvoorbeeld via het af- sluiten van lijfrenteverzekeringen – is in het algemeen duur. Bovendien zijn slechts weinigen in staat hun spaargeld goed te beleggen. Een algemeen psychologisch ervaringsfeit is dat hoe jonger men is, hoe minder belangrijk men het pensioen vindt en hoe minder men er dus aan wil uitgeven. Bij indivi- dueel sparen begint men in het algemeen te laat in het leven met sparen, met als gevolg dat er slechts een schamel pensioen wordt opgebouwd. De collectieve en verplichte spaarregeling is veel goed- koper. De verplichting maakt dat men wel al op jonge leeftijd gaat sparen. Bovendien hebben pensioenfondsen veel lagere kosten per deelnemer dan wanneer men zich individueel ver- zekert. Het verplicht en collectief sparen is de beste manier om voor de bevolking een aanvaardbare oudedagvoorziening mogelijk te maken. De AOW is onhoudbaar In Nederland wordt het leeuwendeel van de oude dag gefi- nancierd uit AOW en een collectieve en verplichte spaar- regeling, het aanvullend pensioen. Voor een gepensioneerd huishouden is de AOW circa 1000 euro en het aanvullend nettopensioen gemiddeld 600 euro. In Nederland concentreert de actuele discussie zich bijna uitsluitend op het aanvullend pensioen. Dit is zeer kortzich- tig want het AOW-systeem is nu de belangrijkste component, en het is hier dat de grootste bedreiging schuilgaat. De ver- houding tussen premie en uitkering hangt immers af van de Bernard van Praag Emeritus hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam Het is bepaald niet overdreven wanneer we stellen dat er in Ne- derland een verhitte discussie aan de gang is over de pensioenen. Het is ook niet bezijden de waarheid wanneer we stellen dat 99 procent van de bevolking er geen snars van begrijpt en het ook niet kan begrijpen. Door de technische terminologie en de verwij- zingen naar ontoegankelijke modellen en berekeningen wordt de discussie voor de niet-ingewijde onbegrijpelijk – en dit geldt ook voor de meeste parlementariërs, vakbondsbestuurders en anderen die uiteindelijk wel betrokken zijn bij de besluitvorming. Pensioenen ESB De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.
  • 2. ESB Pensioenen 434 Jaargang 98 (4664 & 4665) 12 juli 2013 zogenoemde afhankelijkheidsratio, ofwel hoeveel jongeren er zijn op één oudere. Die verhouding was in 1950 ongeveer 1:8, nu circa 1:4 en in 2040 nog maar 1:2. Dat impliceert dat de AOW-premie van nu tot 2040 zou moeten verdubbelen ten- einde de uitkeringshoogte gelijk te houden, of anders gezegd, dat bij handhaving van de huidige premie de uitkering zou moeten worden gehalveerd. Een verhoging van de AOW-leef- tijd zal dit probleem mitigeren, maar zeker niet elimineren. Tegen deze achtergrond is het ronduit onbegrijpelijk en kort- zichtig dat de Nederlandse politiek en de sociale partners de tweede bron voor de oudedagsvoorziening, de aanvullende pensioenen, willen verlagen. Wij zouden ons moeten inspan- nen om die aanvullende pensioenen te verhogen. Verloop van de besluitvorming In de jaren negentig werd er in de Verenigde Staten veel ge- sproken over een ‘industrieel complex’, waarbij de grote indus- trieën en politici, geholpen door de wetenschap in informeel verband, hun belangen veilig zouden stellen, waarbij de belan- gen van de Amerikaanse bevolking als zodanig onvoldoende zouden worden meegewogen. Er is geen countervailing power. Dat lijkt momenteel ook in Nederland het geval te zijn bij de behandeling van het pensioenprobleem. De materie is der- mate ingewikkeld dat de discussie wordt en kan worden ge- monopoliseerd door enige ambtenaren, wetenschappers – die voor de financiering met overheidssubsidies van hun univer- sitaire onderzoek grotendeels afhankelijk zijn van diezelfde ambtenaren –, sociale partners, alsmede fondsbestuurders en pensioenadviseurs. Zij zijn er allen bij betrokken en hebben belang bij de uitkomst van het proces. Het Eerste Kamerlid De Lange signaleerde deze problematiek op 4 juni jongstle- den in schriftelijke vragen aan de Staatssecretaris van SZW. Op zich is het een gelukkig en natuurlijk verschijnsel dat deskundigen een forum vormen, maar er is geen ruimte meer voor contra-expertise. De deskundigen beroepen zich op mo- delberekeningen, maar die modellen worden in het algemeen niet aan buitenstaanders verstrekt en kunnen niet nagerekend worden door onafhankelijke derden. Ouderenorganisaties hebben gepleit voor de inbreng van buitenlandse deskundigen zonder belangenverstrengeling, maar het ministerie houdt dit af. Zoals de zaken nu staan, is de meningsvorming allerminst transparant. aanvullend pensioensysteem niet onhoudbaar Het is een soort mantra geworden dat het Nederlandse sys- teem van aanvullende pensioenen in zijn huidige vorm on- houdbaar zou zijn. Wanneer men echter dieper ingaat op de uitspraken, blijkt dat daar helemaal geen houtsnijdend bewijs voor is. Het huidige systeem heeft zo’n vijftig jaar in tijden van voorspoed en crisis uitstekend gefunctioneerd en er is geen enkele aanleiding om dit ‘beste systeem ter wereld’ nu bij de schroothoop te zetten en in te wisselen voor een onduidelijk stelsel. Laten we een aantal punten eens nalopen. Niet generaliseren De uitspraak is op zich natuurlijk een ongeoorloofde genera- lisatie. Er zijn een beperkt aantal fondsen die als gevolg van te lage premie-inkomsten in het verleden, een slecht beleggings- beleid of roekeloze uitkeringstoezeggingen in moeilijkheden zitten. Dit zou aanleiding moeten zijn tot een per fonds ge- differentieerd corrigerend beleid. Het kan er natuurlijk niet toe leiden dat de meerderheid van in wezen goed presterende fondsen hiervan de dupe wordt. Het gaat hier immers om het belang van miljoenen werknemers en gepensioneerden. Gezondheid van onze fondsen De evaluatie van de gezondheidstoestand is gebaseerd op de verhouding tussen verplichtingen en vermogen van het fonds, de zogenaamde dekkingsgraad. De waardering van de ver- plichtingen hangt cruciaal af van de gebruikte discontovoet, of meer precies van de kennis over de rendementen die het fonds in de naaste en verre toekomst kan behalen. DNB ba- seert die voorspellingen dan op dagkoersen van verschillende vormen van staatsobligaties, die op verschillende tijden tot uitkering komen. Voor de periode over twintig jaar na nu is er geen markt meer en dient men de rentevoet (ultimate forward rate, ofwel UFR) op andere wijze te voorspellen. Men gaat hierbij echter totaal voorbij aan de realiteit dat de meeste fondsen sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw een groot deel van hun vermogen niet beleggen in zulke staatsleningen. Daardoor is bijvoorbeeld het Pensioenfonds voor Zorg en Welzijn gedurende de laatste veertig jaar gemid- deld op een rendement van ongeveer negen procent uitgeko- men en het ABP op circa zeven procent. Het is absurd om voor dit soort fondsen een toekomstig gemiddeld rendement van zo’n 2,5 procent te veronderstellen. Doet men dit wel, dan komt ook hun dekkingsgraad op zo’n 100 procent. Kortom, men kan, door de rentevoet extreem laag te kiezen, elk fonds de put inpraten. Het lijkt verstandig om de pretentie dat ij de rente voor tientallen jaren kunnen voorspellen te laten vallen. Dat geldt in het bijzonder voor de UFR. Zolang niemand ter wereld de rente voor over één jaar weet te voorspellen, moet elke poging, bijvoorbeeld door een Commissie UFR, om de rente over twintig jaar en nog later te voorspellen, als verspilde moeite worden gezien. Het is slechts een nutteloze komedie, waarbij de bevolking een rad voor ogen wordt gedraaid. En wat doet men met de inflatieverwachtingen? Die worden in de discussie over rekenrentes onder de tafel gepraat. Die zijn toch echt wel relevant voor het voorspellen van no- De discussie wordt en kan worden gemono­poliseerd door enige ambtenaren en wetenschappers – die voor de financiering met overheidssubsidies van hun universitaire onderzoek grotendeels afhankelijk zijn van diezelfde ambtenaren De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.
  • 3. Pensioenen ESB 435Jaargang 98 (4664 & 4665) 12 juli 2013 minale rentes. Uiteraard kunnen kortetermijnverwachtingen over rendementen wel meespelen bij de bepaling van de dek- kingsgraad, maar de veruit belangrijkste component is toch wat een fonds gedurende een lange periode in het verleden gemiddeld gerealiseerd heeft in termen van reëel rendement. Dit impliceert natuurlijk een per fonds gedifferentieerde rekenrente. Elk serieus fonds kan de benodigde rendements- gegevens desgevraagd oplepelen. De staatssecretaris heeft on- langs in de Tweede Kamer toegegeven dat bij het hanteren van een rekenrente van 4 in plaats van 2,5 procent geen enkel fonds nu zou hebben hoeven korten. De Nederlandse oudedagsvoorziening wordt duurder Het is duidelijk dat een stijgende levensverwachting bij een niet navenant stijgende pensioneringsleeftijd ertoe leidt dat een pensioen (bijvoorbeeld tachtig procent middelloon) duurder wordt. Het pensioen moet immers niet voor, zeg, twaalf jaren worden uitbetaald maar voor misschien wel acht- tien jaar. Dat scheelt een slok op een borrel. Wij zullen dus als Nederlandse bevolking onze beslissing moeten herijken, hoe- veel we van ons beschikbaar inkomen nu willen sparen voor later. Bij gelijkblijvende brutoloonkosten impliceert dit een hogere premie en/of lager pensioen. Dit is een van de meest elementaire keuzes voor de consument: hoe wil hij zijn inko- mensstroom over de hele levensduur verdelen? Het is echter volstrekt onduidelijk waarom de premie op zich gemaximeerd zou moeten worden en wat de werkgever daarmee te maken heeft. Wanneer de verhoogde premielast deels gerealiseerd wordt door stijging van de loonkosten, is dat een kwestie van de cao. De verdeling van het huidige inkomen tussen con- sumptie nu of pensioen in de toekomst is geen kwestie voor de werkgever of de staat. Internationale concurrentie De werkgevers, waaronder de staat als grootste, stellen dat de premie niet omhoog kan vanwege internationale concurren- tie. Dat is sterk de vraag. Bijna alle landen in Europa worden geconfronteerd met dezelfde problematiek, en vaak nog ster- ker omdat hun pensioenvoorziening veel meer op het omslag- stelsel is gebaseerd. Er dreigt op het moment niet alleen een concurrentie tussen staten op het gebied van belastingdruk, die noopt tot coördinatie op het gebied van belastingen. Het- zelfde dreigt voor pensioenen. Er wordt geconcurreerd via premieverlaging ten nadele van de actieve en niet meer actieve beroepsbevolking. Die concurrentie zal zonder Europese co- ördinatie doorgaan ‘tot het putje’. Net zoals op het gebied van minimumloon, duur van de werkweek, kinderarbeid, et cetera dienen er Europese minimumnormen te komen voor een fat- soenlijke pensioenregeling. Pensioen en risico Bij elke beslissing over de toekomst baseert men zich op ver- wachtingen die al of niet worden gerealiseerd. Daarin schui- len risico’s. Wanneer we bijvoorbeeld de jaarrendementen van het ABP in de periode 1993–2012 bekijken, dan zien we een gemiddeld rendement van 7,2 procent met extreme uitslagen van –20 procent in 2008 en +20 procent in 2009. Inderdaad, er is een behoorlijke volatiliteit, maar over de jaren middelt dat uit en dat betekent een enorme risicoreductie. Zoals gezegd lijken vele fondsen in slechte conditie omdat ze worden geëvalueerd op basis van een bizar laag vastgestelde rekenrente. Wanneer na correctie hiervoor een aantal fondsen nog in de gevarenzone verkeert, ligt dit aan slecht beleggen of aan te lage premie-inkomsten in het verleden. Uiteraard is hier een aanvulling in premie of korting van pensioen nood- zakelijk. Hierbij kan dan echter onmogelijk de solidariteit en verantwoordelijkheid van werkgevers en werknemers worden doorbroken door alle lasten op de werknemers en gepensio- neerden te laten neerkomen. Dat is precies wat het ministerie wel tracht door te drukken via een wijziging van het Finan- cieel Toetsingskader. Hierbij wordt de verplichting van een pensioenfonds om de pensioentoezegging waar te maken vervangen door een ambitie daartoe. En als die ambitie niet kan worden waargemaakt, jammer dan – zonder enige conse- quentie voor bestuur en directie van het pensioenfonds, noch voor de werkgevers. Beperking Witteveen-kader Het kabinet stelt nu voor om de fiscale aftrekbaarheid van de pensioenpremie te beperken, zodat per jaar niet meer 2,25 procent van de pensioengrondslag, maar nog slechts 1,85 of 1,75 procent voor aftrek in aanmerking komt. De gedachte is dat door deze maatregel de werknemer dan liever ook minder premie gaat betalen ten gunste van het netto-beschikbaar in- komen. In het licht van de bewering dat pensioenfondsen in nood zitten en dat mensen steeds langer leven, is het natuur- lijk absurd om nu de premies te gaan verlagen. Ze moeten juist omhoog. Het onmiddellijk consumptief effect hiervan voor werknemers kan positief zijn, maar het kan er ook toe leiden dat werknemers in paniek zelf extra gaan sparen of pensioen- verzekeringen gaan sluiten bij private verzekeraars, en dat de consumptie helemaal niet stijgt. De toename van de spaarsaldi van 2010 tot het begin van 2013 met 13,5 procent, synchroon met de opkomst van het pensioenprobleem, geeft te denken. Bovendien leidt premiereductie op termijn tot kortingen voor gepensioneerden en dus tot daling van de consumptie van drie miljoen gepensioneerden. Op de wat langere termijn is de ‘omkeerregel’, waarbij de premie kan worden afgetrokken en het pensioen belast, ook gunstig voor de overheidsfinanciën, want de overheid belast dan niet alleen het premiebedrag maar ook de gemaakte rendementen. Het pensioen bestaat immers slechts voor ongeveer twintig procent uit premie en voor de Het is gevaarlijk om deze kwestie zonder serieus onderzoek op te blazen tot een generatieconflict dat het sociale klimaat grondig kan verpesten De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.
  • 4. ESB Pensioenen 436 Jaargang 98 (4664 & 4665) 12 juli 2013 overige tachtig procent uit rendement, gemaakt door het pen- sioenfonds. Het afschaffen van de aftrekbaarheid is dus om meer dan één reden te kenschetsen als paniekpolitiek zonder enige langetermijnvisie – penny-wise, pound-foolish. De ne- gatieve reactie van pensioenfondsen en het advies van de Raad van State in deze zijn volkomen terecht. Het generatieconflict Er wordt op dit moment veel lawaai gemaakt over de opbouw van de pensioenrechten van jongeren. Mijns inziens wordt dit probleem schromelijk overdreven. In principe bouwt elk cohort zijn eigen pensioenrechten en dus zijn eigen pensioen op. In een zuiver kapitaaldekkingsstelsel is er geen solidariteit tussen generaties. In de Nederlandse praktijk heeft er waar- schijnlijk enige kruissubsidie tussen generaties plaatsgevon- den, maar hoeveel dit is en wie daarvan geprofiteerd hebben, is voorshands onduidelijk. Weliswaar hebben ouderen soms een te lage premie betaald, maar de werkelijke rendementen zijn door de bank genomen veel hoger geweest dan de vier procent of lager, die als basis diende voor de premievaststel- ling. Het is inderdaad zo dat bij een doorsneepremie jongeren minder opbouwen dan hun premie zou rechtvaardigen. Een correctie daarvoor zou rechtvaardig zijn. Het is gevaarlijk om deze kwestie zonder serieus onderzoek op te blazen tot een ge- neratieconflict dat het sociale klimaat grondig kan verpesten. Pensioenfondsen als redder uit de nood Ten slotte ziet men veel voorstellen waarbij de gelden uit pen- sioenfondsen zouden moeten worden gebruikt om banken van hun hypothecaire leningen af te helpen, om in de Neder- landse infrastructuur te investeren of om via extra belastingen de Nederlandse staatsbegroting te versterken. De middelen van fondsen dreigen een ‘free for all’ te worden. Men vergeet dat de fondsen hun gelden alleen mogen aanwenden voor het gestand doen van pensioentoezeggingen. Mede gezien de druk op de premies moeten fondsen hun middelen slechts op commercieel verantwoorde wijze beleggen in het belang van de deelnemers en gepensioneerden. Conclusie De financiering van de oude dag is voor alle Nederlanders ex- treem belangrijk. Het huidige kapitaaldekkingsstelsel op basis van uitkeringen is niet echt in gevaar. Wel zullen de bedragen die voor de oude dag gespaard worden, omhoog moeten om de kosten van langer leven op te vangen. Ten onrechte wordt er een panieksituatie gecreëerd door regering, werkgevers en een aantal wetenschappers. Hiervoor is geen steekhoudend bewijs geleverd en contra-expertise wordt onmogelijk ge- maakt. Het is een benauwende situatie die kan leiden tot de onttakeling van het solide Nederlandse pensioensysteem, wat des te bedreigender is omdat het complementaire stelsel van de AOW om demografische redenen niet in de huidige vorm valt te handhaven. Voordat we verder gaan op deze heilloze weg, waarop zeer moeilijk kan worden teruggekomen, lijkt het volstrekt noodzakelijk dat een internationale adviescommissie van onafhankelijke deskundigen te hulp wordt geroepen. Voordat we verder gaan op deze heilloze weg, waarop zeer moeilijk kan worden teruggekomen, lijkt het volstrekt noodzakelijk dat een internationale adviescommissie van onafhankelijke deskundigen te hulp wordt geroepen De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.