4. Leerdoelen week 1 les 1
1. Je kan aan het einde van de les goederenontvangst procedure van een bedrijf beschrijven
(leerdoel 2.1).
2. Je kan aan het einde van de les twee controles benoemen en beschrijven die tijdens het
goederenontvangstproces toegepast worden (leerdoel 2.2).
6. Schakels in de goederenstroom
Bij welke schakel vindt goederenontvangst plaats?
7. Goederenontvangst begeleiden
Input = Output
Gaat het proces in het begin verkeerd dan ga je dit in de organisatie merken…..
Of nog erger; je klanten gaan dit merken wat leidt tot klantontevredenheid.
Welke taken heeft de LS bij ontvangst?
- Planning maken en aanhouden voor de transportbedrijven
- Voldoende medewerkers, niet te veel of te weinig
- De medewerkers dien de juiste procedures te volgen
- Voldoende ruimte voor opslag
8. Ontvangst reguleren
In goede banen leiden
Op welke manier?
Tijdslot leveringen.
Er wordt afspraak gemaakt met een dag en tijdsmoment voor de levering van de zending.
Toegepast door multinationals en steeds meer MKB bedrijven.
Bij het niet nakomen van de afspraken kan de afdeling inkoop vervolgacties ondernemen zoals
het aanspreken van de leverancier. Een noodactie kan zijn dat je boetes uit te schrijven (SLA’s).
Leverancier spreek je aan en niet de transporteur… waarom?
9. Ontvangen goederen controleren
2 soorten controle mogelijkheden
Kwantitatieve controle (Quantity)
– Is de hoeveelheid goederen gelijk aan de hoeveelheid bestelde goederen?
– OTIF; on time in full!
Kwalitatieve controle (Quality)
– Verkeren de goederen in goede staat?
• verkeerd geleverde goederen
• beschadigde goederen
10. 1
• Order- & orderbevestiging (hoofdstuk 3)
• Komt de order overeen met de orderbevestiging.
2
• Vrachtbrief
• Kwalitatieve & kwantitatieve controle. Bij akkoord teken je voor ontvangst.
3
• Pakbon
• Uitpakken van de zending en opnieuw kwalitatieve & kwantitatieve controle.
4
• Ontvangst bon
• Na akkoord vul je een (interne formulier) in. Meestal automatisch middels scannen.
5
• Factuur
• Nadat alles akkoord is wordt de factuur van de leverancier vrijgegeven voor betaling.
11. Hoofdstuk 1 - logistiek?
Wat verstaan we onder logistiek?
De juiste goederen op de juiste tijd op de juiste plaats. Dat is logistiek. De weg die de
goederen door de bedrijfskolom afleggen, heet de goederenstroom.
Deze omvat dus het moment dat de grondstoffen voor de eerste keer bewerkt worden tot het
moment dat de producten gereed zijn.
Logistiek is de verzameling activiteiten die wordt uitgevoerd bij het begeleiden
van de goederenstroom.
12. Hoofdstuk 1 – bedrijfskolom
Import en export
• Internationaal
• Meerdere kolommen
ook wel branches
genoemd
15. Leerdoelen week 1 les 1
1. Je kan aan het einde van de les goederenontvangst procedure van een bedrijf beschrijven
(leerdoel 2.1).
2. Je kan aan het einde van de les twee controles benoemen en beschrijven die tijdens het
goederenontvangstproces toegepast worden (leerdoel 2.2).
16. Leerdoelen week 1 les 2
1. Je kan aan het einde van de les benoemen wat de procedure is voor een foutieve levering
van producten / zending (leerdoel 2.3).
2. Je kan aan het einde van de les twee factoren benoemen die van invloed zijn om te bepalen
of je producten retourneert of vernietigd. (leerdoel 2.3).
18. Reclameren en retourneren
Ingeval van Manco-/breuk-/teveel
Reclameren is navraag doen naar iets dat besteld maar niet ontvangen is,
beschadigd is of verkeerd geleverd is.
Retourneren is het terugsturen van goederen naar de leverancier.
Eerst reclameren daarna in overleg retourneren!
20. Goederen afschrijven
Goederen die niet meer teruggestuurd kunnen worden, schrijf je af of
verkoop je voor een lagere prijs. Voorbeelden?
• Kleding (sample sale)
• Elektrisch apparatuur (deukjes en krasjes tijdens transport)
• Voedsel
Afgeschreven of afgeprijsde goederen zet je op een verlies- of
afschrijvingslijst.
21. Goederen afschrijven
Informatie die je daarbij opneemt bij het afschrijven:
– Artikelomschrijving
– Artikelnummer
– Aantal afgeschreven artikelen
– Verkoopprijs van het artikel
– Datum
– Reden van afschrijving
22. Hfst 2, marktbewegingen
Vijf bewegingen
Parallellisatie: Speelgoed; zaak & action
Specialisatie: assortiment
Differentiatie: BK wordt langer: 3PL & 4PL
Integratie: BK wordt korter: groothandel neemt importbedrijf over
Service merchandising: service op verkoop
23. Hfst 2, distributie intensiteit
Het gaat om het aantal winkels waar aan geleverd wordt.
Intensieve distributie: zo veel mogelijk verkooppunten
Selectieve distributie: per gebied enkele verkooppunten
Exclusieve distributie: per gebied één verkooppunt
Gebied kan een land of een deel daarvan zijn b.v. , Gelderland, noord-NL, EMEA, West Europa
24.
25. Hfst 2, Zelf doen of uitbesteden?
make-or-buy beslissing
co-makership
sourcingstrategie
– single sourcing
– second sourcing
– dual sourcing
– multiple sourcing
26. Aan het werk
Afronding hoofdstuk 4
Controlevragen 6 t/m 14
Maken oefentoets hoofdstuk 4 op www.eduhint.nl
Lukt het niet tijdens de les? Dan is het leerstof voor thuis.
27. Leerdoelen week 1 les 2
1. Je kan aan het einde van de les benoemen wat de procedure is voor een foutieve levering
van producten / zending (leerdoel 2.3).
2. Je kan aan het einde van de les twee factoren benoemen die van invloed zijn om te bepalen
of je producten retourneert of vernietigd. (leerdoel 2.3).
Editor's Notes
Van grondstof tot aan eindproduct!
Het verzamelen van grote hoeveelheden en het verspreiden van kleinere hoeveelheden, noemen we de distributieve functie van de groothandel.
Lengte besproken nu breedte! Laatste stap in de bedrijfskolom. Distributie/levering aan retail en/of retail.
EMEA: Europe Middel East Afrika
JD Sneakers: alleen verkrijgbaar bij JD: selectieveWC Papier: intensieve distributie
Rolls Royce: exclusieve distr
Klant order ontkoppelpunt. Voorbeelden vragen aan de student per KOOP.
Wat zijn de voor en nadelen van een lage invloed van de klant op je productieproces. En bij een hoge invloed van de klant? Sturen op Voorraad en de 3R, denk logistiek.