3. Week 1/2
Lesdoelen
• Je kan aan het einde van de les het gehele ordertraject van een bedrijf beschrijven (1.7).
• Je kan aan het einde van de les minimaal 3 aspecten benoemen die van belang zijn bij
ontvangst van de order (1.7).
4. Ordertraject
Wat verstaan we onder een ordertraject?
De weg die een bestelling aflegt vanaf binnenkomst tot aan levering van de order.
5. Ordertraject
1. Ontvangst van de order
2. Acceptatie
3. Order vastleggen
4. Order controleren
5. Order gereedmaken voor verwerking
6. Order afhandelen / factureren
6. Ontvangst van de order
Een order kan op verschillende manieren binnenkomen
• post
• telefoon
• fax
• e-mail
• Automatisch: via bestelmodule van de website
• EDI
• commercieel medewerker
7. EDI
(Electronic Data Interchange)
• Klant voert de order in hun eigen systeem of in een vooraf geïnstalleerde
programma op de pc of server van het bedrijf.
• Een vertegenwoordiger van het bedrijf voert de order ter plekke in.
• Automatisch (printers)
8. Acceptatie
Een bedrijf hoeft niet iedere order aan te nemen.
Als de bestelde goederen niet voorradig is dan stem
je dit af met de klant (nee verkoop).
Een andere reden is als na een kredietcontrole blijkt dat het
bedrijf niet kredietwaardig is. Dit gebeurt meestal vooraf.
9. Kredietwaardigheid
Kredietcheck
Je bent directeur eigenaar van een middelgroot logistiek bedrijf.
Na een langdurig en pittige offertetraject mag je een nieuwe klant verwelkomen.
Niet lang daarna volgt de eerste opdracht en het betreft een groot project bestaande uit
dagelijks ritten van 3 volle vrachtwagens vanuit Amersfoort naar Bristol in Engeland voor
een periode van 1 maand. Totale omzet 80.000 euro en dat binnen in één maand.
Omdat de klant nieuw is voer je een kredietcheck uit.
Beantwoord de volgende 2 vragen:
1. Zou je zaken doen met deze klant?
2. Waarom wel / waarom niet?
3. 10 min om de kredietcheck te lezen en bovenstaande vragen te beantwoorden alvorens we
het klassikaal gaan bespreken.
10. Order vastleggen
Order is goedgekeurd. Nu ga je het vastleggen.
Alle betrokken afdelingen moeten weten wat de order inhoudt. Vastleggen is heel belangrijk.
Een order wordt vastgelegd op een orderbon.
• Ordernummer
• Debiteurnummer/klantnummer
• NAW-gegevens klant
• Datum
• Artikelgegevens
Aangevuld met klantnaam, spoedbestelling, extra informatie zoals hoe de goederen verpakt
moeten worden (VAS/VAL diensten).
12. Week 1/2
Lesdoelen
• Je kan aan het einde van de les het gehele ordertraject van een bedrijf beschrijven (1.7).
• Je kan aan het einde van de les minimaal 3 aspecten benoemen die van belang zijn bij
ontvangst van de order (1.7).
13. Week 2/2
Lesdoelen
• Je kan aan het einde van de les aangeven wat het verschil is tussen een bestelopdracht en
een backorder (1.7).
• Je kan aan het einde van de les het verschil benoemen tussen een
AVC – en een CMR vrachtbrief (1.7).
14. Orders gereedmaken voor verwerking
3 situaties kunnen zich voordoen
1. Alle goederen zijn op voorraad
2. Geen van de bestelde goederen is op voorraad (bestelopdracht)
3. Een deel van de goederen is op voorraad (backorder)
15. Bestelopdracht: goederen die niet uit voorraad leverbaar zijn, moeten eerst besteld worden.
Je maakt dan een voor de inkoper, een lijst met door de klant bestelde artikelen
die niet of onvoldoende in voorraad zijn.
Backorder: deel van een order kan uit voorraad geleverd kan worden en de rest moet besteld
worden. Deze goederen worden nageleverd. Veel bedrijven maken een nieuwe order voor de
goederen die worden nageleverd.
16.
17. Magazijnbon
Voor een directe levering
Documenten die van toepassing zijn: magazijnbon, pickbon of een orderverzamelformulier.
De logistiek medewerker gebruikt het document om de bestelde goederen te verzamelen.
Vraag: hoe noemt men het verzamelen van de bestelde goederen?
Orderpicken!
Een ander woord voor de magazijnbon is een orderverzamellijst of picking list.
Na het orderpicken worden de goederen verzameld of doorgestuurd naar de afdeling expeditie.
18. Vrachtbrief en exportdocumenten
De vrachtbrief is een vervoersdocument dat wordt gebruikt bij het vervoer van
goederen. Op een vrachtbrief staat welke artikelen geleverd zijn. De klant kan aan
de hand van de ontvangen vrachtbrief controleren of het aantal colli klopt.
19. AVC / CMR
Er bestaan verschillende soorten vrachtbrieven. Voor het vervoer over de
weg worden meestal de volgende standaardvrachtbrieven gebruikt:
1. AVC-vrachtbrief voor binnenlands transport
2. CMR-vrachtbrief voor internationaal transport.
21. Week 2/2
Lesdoelen
• Je kan aan het einde van de les aangeven wat het verschil is tussen een bestelopdracht en
een backorder (1.7).
• Je kan aan het einde van de les het verschil benoemen tussen een
AVC – en een CMR vrachtbrief (1.7).
Je bestelt een rugtas op de site van Zalandoo
Ontvangst – acceptatie (wanneer? na betaling) – order wordt bevestigd na ontvangst van betaling - controleren - gereedmaken voor verwerking - afhandelen versturen en klant informeren.
Als bedrijf kan je ervoor kiezen om producten zelf te produceren dit uit te besteden. In alle gevallen maak je de keuzes
Co-makership: de leverancier wordt hierbij vaak beschouwd als verlengstuk van het eigen bedrijf. Voorbeelden: Senseo: Philips & DE,
Vragen naar de voor- en nadelen van de verschillende sourcingstrategiëen.
Vraag:
Welke manieren er zijn om een order te ontvangen?
Welke manieren worden het meest gebruikt in een B2C en in een B2B omgeving?
Wat zijn de voordelen om nee te verkopen?
Creditcheck laten zien van Rapid Logistics!
Het rapport uitdraaien per student. Ze krijgen 10 minuten om het vervolgens klassikaal te bespreken.
Antwoord moet zijn nee, klant is niet kredietwaardig, verschillende parameters waarschuwen hiervoor in het document.
Vraag: welke afdelingen zijn allemaal betrokken bij een order? Administratie, CS, Sales, Logistiek, Inkoop, Management, etc,
Vraag: welke informatie vindt je terug op een orderbon met andere woorden welke informatie is van belang voor de betrokken afdelingen?
Vraag: hoe noemen we scenario 2 en 3?
Alle goederen zijn op voorraad
bestelopdracht
backorder
Vraag: hoe noemt men het verzamelen van de bestelde goederen?