Driessen, G. (1992). Aanbevelingen gericht op de verbetering van de onderwijspositie van alloch¬tonen. Aandachtspunten basisonderwijs, voortgezet onderwijs en OETC. Invited paper conferentie van de Landelijke Advies- en Overlegstructuur Minderhedenbeleid (LAO), Utrecht, 20 mei 1992.
Geert Driessen (1991) OPCO Effecten van OETC-deelname Paper.pdfDriessen Research
Driessen, G. (1990). Effecten van OETC-deelname. ETC- en reguliere-onderwijsprestaties. Invited paper Zesde Onderwijsdag voor het Protestants-Christelijke Onderwijs ‘De effectieve school in de jaren ‘90’, Amsterdam, 31 oktober 1990.
Geert Driessen (1991) SAC Beleid met betrekking tot OETC Paper.pdfDriessen Research
Driessen, G. (1991). Beleid met betrekking tot OETC: een pleidooi voor realisme. Invited paper studiedagen Stichting Schooladviescentrum Utrecht ‘SAC-beleid met betrekking tot OET’, Berg en Dal, 13-14 juni 1991.
Geert Driessen (1991) VELON Allochtonen in het onderwijs.pdfDriessen Research
Driessen, G. (1991). Allochtonen in het onderwijs. Toetsprestaties en doorstroomniveaus nader beschouwd. Tijdschrift voor Lerarenopleiders, 12(3), 4-11.
ISSN 0925-9384
Geert Driessen (1992) OOMO Onderwijs in Allochtone Levende Talen Paper.pdfDriessen Research
Driessen, G. (1992). Onderwijs in Allochtone Levende Talen (OALT). Een verhaal over het verschil tussen theorie en praktijk. Invited paper discussiebijeenkomst over het rapport van de Commissie-Van Kemenade ‘Ceders in de tuin’, onder auspiciën van de Vereniging OOMO en de Stuurgroep Onderwijssociologie. Utrecht, 27 november 1992.
Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) Did Onderwijs in eigen taal en cultuur...Driessen Research
Driessen, G., & Jungbluth, P. (1988). Onderwijs in Eigen Taal en Cultuur blijft geïsoleerd. OETC-leerkracht in moeilijke positie. Didaktief, 18(9), 9-10.
ISSN 0169-4820
Geert Driessen (1991) OPCO Effecten van OETC-deelname Paper.pdfDriessen Research
Driessen, G. (1990). Effecten van OETC-deelname. ETC- en reguliere-onderwijsprestaties. Invited paper Zesde Onderwijsdag voor het Protestants-Christelijke Onderwijs ‘De effectieve school in de jaren ‘90’, Amsterdam, 31 oktober 1990.
Geert Driessen (1991) SAC Beleid met betrekking tot OETC Paper.pdfDriessen Research
Driessen, G. (1991). Beleid met betrekking tot OETC: een pleidooi voor realisme. Invited paper studiedagen Stichting Schooladviescentrum Utrecht ‘SAC-beleid met betrekking tot OET’, Berg en Dal, 13-14 juni 1991.
Geert Driessen (1991) VELON Allochtonen in het onderwijs.pdfDriessen Research
Driessen, G. (1991). Allochtonen in het onderwijs. Toetsprestaties en doorstroomniveaus nader beschouwd. Tijdschrift voor Lerarenopleiders, 12(3), 4-11.
ISSN 0925-9384
Geert Driessen (1992) OOMO Onderwijs in Allochtone Levende Talen Paper.pdfDriessen Research
Driessen, G. (1992). Onderwijs in Allochtone Levende Talen (OALT). Een verhaal over het verschil tussen theorie en praktijk. Invited paper discussiebijeenkomst over het rapport van de Commissie-Van Kemenade ‘Ceders in de tuin’, onder auspiciën van de Vereniging OOMO en de Stuurgroep Onderwijssociologie. Utrecht, 27 november 1992.
Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) Did Onderwijs in eigen taal en cultuur...Driessen Research
Driessen, G., & Jungbluth, P. (1988). Onderwijs in Eigen Taal en Cultuur blijft geïsoleerd. OETC-leerkracht in moeilijke positie. Didaktief, 18(9), 9-10.
ISSN 0169-4820
Geert Driessen (2000) D&S Invloed van thuistaal op taalprestaties is gering.pdfDriessen Research
Driessen, G. (2000). Invloed van ‘thuistaal’ op taalprestaties is gering. Aziatische kinderen scoren hoger dan Turkse en Marokkaanse. Didaktief & School, 30(4), 20-21.
ISSN 0169-4820
Geert Driessen & Kees de Bot (1991) LT De eigen-taalvaardigheid van Marokkaan...Driessen Research
Driessen, G., & Bot, K. de (1991). De eigen-taalvaardigheid van Marokkaanse leerlingen. Een nadere relativering. Levende Talen, 459, 124-127.
ISSN 0024-1539
Geert Driessen & Greetje van der Werf (1992) Did Turkse en Marokkaanse leerli...Driessen Research
Driessen, G., & Werf, G. van der (1992). Turkse en Marokkaanse leerlingen vergen nog meer extra aandacht. OVB ook in het voortgezet onderwijs hard nodig. Didaktief, 22(9), 7-8.
ISSN 0169-4820
Geert Driessen (2016) Zoals de ouden zongen piepen de jongen?Driessen Research
Driessen, G. (2016). Zoals de ouden zongen, piepen de jongen? De taal van ouders en taal en taalvaardigheid van hun kinderen. Dutch Journal of Applied Linguistics, 5(2), 145-159.
Geert Driessen e.a. (2016) Evaluatie pilot tweetalig primair onderwijs startm...Driessen Research
Driessen, G., Krikhaar, E., Graaff, R. de, Unsworth, S., Leest, B., Coppens, K., & Wierenga, J. (2016). Evaluatie pilot Tweetalig Primair Onderwijs. Startmeting 2014/15. Publieksversie. Nijmegen: ITS.
Voorbij het geklaag. taalonderwijs als verzetsdaad. Jordi Casteleyn
Taal is nog nooit zo populair geweest. De overheid moet bijvoorbeeld campagnes lanceren om studenten
naar STEM-richtingen te lokken, niet om jongeren te overtuigen om communicatie te studeren. Maar de
eerste keuze van die jongeren is niet meer de opleiding Nederlands aan de universiteit. Daarnaast
ontdekken we echter dat het gemiddelde taalvaardigheidsniveau in Vlaanderen geleidelijk aan afneemt,
dat goede leerkrachten Nederlands dus enorm welkom zijn, maar dat deze lesgevers steeds minder vaak
te vinden zijn. De oplossing voor al deze problemen is complex, moeizaam en duur. Kortom, deze
oplossing is heel onaantrekkelijk, maar wel noodzakelijk om de volgende generatie alle kansen te bieden.
http://www.vtc.ugent.be/file/537
Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....Driessen Research
SAMENVATTING
Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) richt zich op het voorkomen van achterstanden die het gevolg zijn van sociaal-etnische gezinsomstandigheden. De claim is dat het daarin effectief kan zijn, mits het van hoge kwaliteit is. Ondanks de input van vele miljarden zijn de achterstanden de afgelopen decennia echter alleen maar gegroeid. De vraag die hier gesteld wordt is daarom of die claim wel terecht is. Daartoe wordt de externe validiteit van het meest geciteerde voorschoolse programma, het Perry Preschool Project, onder de loep genomen. Kunnen de resultaten daarvan echt in die mate worden gegeneraliseerd als wordt geclaimd?
Kernwoorden: Voor- en Vroegschoolse Educatie; VVE; onderwijsachterstanden; Perry Preschool; James Heckman; generalisatie; externe validiteit
SUMMARY
Preschool Education programs aim at preventing educational delays resulting from socioethnic disadvantage in the home environment of young children. Proponents claim that such programs can be effective, provided they are of high quality. Despite the investment of huge budgets, the educational gap between socioeconomically deprived families and their wealthier counterparts still is widening. The question therefore is whether the programs’ claim is justified. This article focuses on the external validity of the most cited preschool program, the High/Scope Perry Preschool Project. Is it really possible to generalize its findings to other programs, settings and conditions, and target groups, as is being claimed?
Keywords: Pre- and Early School Education; educational disadvantage; Perry Preschool; High/Scope; James Heckman; generalization; external validity
Pre-print van: Driessen, G. (2024). De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma. Heckmans dubieuze claims. Orthopedagogiek: Onderzoek en Praktijk, 63(1), 18-29. ISSN 2211-6273
https://orthopedagogiek.eu/
Geert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdfDriessen Research
Het effect van vve blijft in Nederland moeilijk aantoonbaar. Vve-beleid wordt daarom vaak gestoeld op bewijs uit Amerikaans onderzoek. Geert Driessen fileert de belangrijkste – Perry Preschool en Abecedarian. Er blijft weinig van het bewijs over.
More Related Content
Similar to Geert Driessen (1992) LAO Aanbevelingen gericht op de verbetering van de onderwijspositie van allochtonen Paper.pdf
Geert Driessen (2000) D&S Invloed van thuistaal op taalprestaties is gering.pdfDriessen Research
Driessen, G. (2000). Invloed van ‘thuistaal’ op taalprestaties is gering. Aziatische kinderen scoren hoger dan Turkse en Marokkaanse. Didaktief & School, 30(4), 20-21.
ISSN 0169-4820
Geert Driessen & Kees de Bot (1991) LT De eigen-taalvaardigheid van Marokkaan...Driessen Research
Driessen, G., & Bot, K. de (1991). De eigen-taalvaardigheid van Marokkaanse leerlingen. Een nadere relativering. Levende Talen, 459, 124-127.
ISSN 0024-1539
Geert Driessen & Greetje van der Werf (1992) Did Turkse en Marokkaanse leerli...Driessen Research
Driessen, G., & Werf, G. van der (1992). Turkse en Marokkaanse leerlingen vergen nog meer extra aandacht. OVB ook in het voortgezet onderwijs hard nodig. Didaktief, 22(9), 7-8.
ISSN 0169-4820
Geert Driessen (2016) Zoals de ouden zongen piepen de jongen?Driessen Research
Driessen, G. (2016). Zoals de ouden zongen, piepen de jongen? De taal van ouders en taal en taalvaardigheid van hun kinderen. Dutch Journal of Applied Linguistics, 5(2), 145-159.
Geert Driessen e.a. (2016) Evaluatie pilot tweetalig primair onderwijs startm...Driessen Research
Driessen, G., Krikhaar, E., Graaff, R. de, Unsworth, S., Leest, B., Coppens, K., & Wierenga, J. (2016). Evaluatie pilot Tweetalig Primair Onderwijs. Startmeting 2014/15. Publieksversie. Nijmegen: ITS.
Voorbij het geklaag. taalonderwijs als verzetsdaad. Jordi Casteleyn
Taal is nog nooit zo populair geweest. De overheid moet bijvoorbeeld campagnes lanceren om studenten
naar STEM-richtingen te lokken, niet om jongeren te overtuigen om communicatie te studeren. Maar de
eerste keuze van die jongeren is niet meer de opleiding Nederlands aan de universiteit. Daarnaast
ontdekken we echter dat het gemiddelde taalvaardigheidsniveau in Vlaanderen geleidelijk aan afneemt,
dat goede leerkrachten Nederlands dus enorm welkom zijn, maar dat deze lesgevers steeds minder vaak
te vinden zijn. De oplossing voor al deze problemen is complex, moeizaam en duur. Kortom, deze
oplossing is heel onaantrekkelijk, maar wel noodzakelijk om de volgende generatie alle kansen te bieden.
http://www.vtc.ugent.be/file/537
Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....Driessen Research
SAMENVATTING
Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) richt zich op het voorkomen van achterstanden die het gevolg zijn van sociaal-etnische gezinsomstandigheden. De claim is dat het daarin effectief kan zijn, mits het van hoge kwaliteit is. Ondanks de input van vele miljarden zijn de achterstanden de afgelopen decennia echter alleen maar gegroeid. De vraag die hier gesteld wordt is daarom of die claim wel terecht is. Daartoe wordt de externe validiteit van het meest geciteerde voorschoolse programma, het Perry Preschool Project, onder de loep genomen. Kunnen de resultaten daarvan echt in die mate worden gegeneraliseerd als wordt geclaimd?
Kernwoorden: Voor- en Vroegschoolse Educatie; VVE; onderwijsachterstanden; Perry Preschool; James Heckman; generalisatie; externe validiteit
SUMMARY
Preschool Education programs aim at preventing educational delays resulting from socioethnic disadvantage in the home environment of young children. Proponents claim that such programs can be effective, provided they are of high quality. Despite the investment of huge budgets, the educational gap between socioeconomically deprived families and their wealthier counterparts still is widening. The question therefore is whether the programs’ claim is justified. This article focuses on the external validity of the most cited preschool program, the High/Scope Perry Preschool Project. Is it really possible to generalize its findings to other programs, settings and conditions, and target groups, as is being claimed?
Keywords: Pre- and Early School Education; educational disadvantage; Perry Preschool; High/Scope; James Heckman; generalization; external validity
Pre-print van: Driessen, G. (2024). De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma. Heckmans dubieuze claims. Orthopedagogiek: Onderzoek en Praktijk, 63(1), 18-29. ISSN 2211-6273
https://orthopedagogiek.eu/
Geert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdfDriessen Research
Het effect van vve blijft in Nederland moeilijk aantoonbaar. Vve-beleid wordt daarom vaak gestoeld op bewijs uit Amerikaans onderzoek. Geert Driessen fileert de belangrijkste – Perry Preschool en Abecedarian. Er blijft weinig van het bewijs over.
Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...Driessen Research
The primary goal of pre- and early-school programs is to prevent young children from socioeconomically disadvantage backgrounds to start school already with educational delays. The programs offer compensatory stimulation activities which are supposed to be not available in the home situation; the focus is on language development. Proponents claim that such programs can be effective, provided they are of high quality. The belief in their success is very much based on the outcomes of a few so-called model programs from the 1960s and 1970s. One of these programs is the Carolina Abecedarian Project, a small single-site project started in 1972. Four cohorts of in total 111 children and their poor, Black parents participated in this experiment with a random allocated treatment and a control group. The children were followed from 6 weeks after birth to 6 years of age, that is, when they entered school. They were regularly tested and observed, and then after the program had ended again until they were 40 years of age. The focus here is on the internal and external validity of the Abecedarian Project. Are the effects as reported by the program’s staff reliable and valid? Is it possible to generalize the findings of this model program to other times, settings, conditions, and target groups?
Driessen, G. (2024). Abecedarian: An impossible model preschool program. Encyclopedia, 11 January 2024.
ISSN 2309-3366
Retrieved from https://encyclopedia.pub/entry/121338
Geert Driessen (2023) Encyclopedia The Perry HighScope Preschool Program A Cr...Driessen Research
Early Childhood Education programs aim at preventing educational delays associated with socio-ethnic disadvantage in the home environment of young children. Advocates claim that such programs can be effective, provided they are of high quality. Despite the investment of enormous budgets, the educational gap between socio-economically deprived families and their wealthier counterparts is still widening. The question therefore is justifiied whether these claims are justified. This article focuses on the internal and external validity of the most cited preschool program, the High/Scope Perry PreschoolProject, which was carried out between 1962 and 1967 in one school in Ypsilant, MI. Are the program's effects as reported by, e.g. Lawrence Schweinhart and James Heckman, reliable and valid? And is it really possible to generalize the findings of this so-called model program to other programs, target groups, settings and conditions, as is being claimed?
Geert Driessen (2023) The Perry High/Scope Preschool program. A critique
Retrieved from https://encyclopedia.pub/entry/history/show/109024
Kees de Bot, Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) MLEML An exploration of t...Driessen Research
Bot, K. de, Driessen, G., & Jungbluth, P. (1988). An exploration of the effects of the teaching of immigrant language and culture. Paper International Conference on Maintenance and Loss of Ethnic Minority Languages, Noordwijkerhout, the Netherlands, August 28-30, 1988.
Geert Driessen (1992) MLEML Developments in first and second language acquisi...Driessen Research
Driessen, G. (1992). Developments in first and second language acquisition of Turkish and Moroccan children in the Netherlands. Paper Second International Conference on Maintenance and Loss of Ethnic Minority Languages, Noordwijkerhout, the Netherlands, September 1-4, 1992.
Geert Driessen, Lia Mulder & Paul Jungbluth (1994) ILAPSI Ethnicity and socia...Driessen Research
Driessen, G., Mulder, L., & Jungbluth, P. (1994). Ethnicity and social class as rivaling determinants of educational opportunities. A closer look at family characteristics and parental behaviour. Paper International Conference on Immigration, language acquisition and patterns of social integration, Jerusalem, Israel, June 29-30, 1994.
Geert Driessen & Pim Valkenberg (2000) AERA Islamic schools in the western wo...Driessen Research
Driessen, G., & Valkenberg, P. (2000). Islamic schools: the case of the Netherlands. Paper AERA Annual Meeting, New Orleans, LA, USA, April 24-28, 2000.
Geert Driessen (2000) AEGEE Islamic schools in the western world Paper.pdfDriessen Research
Driessen, G. (2000). Islamic schools in the Western World: The case of the Netherlands. Invited paper AEGEE Conference on Intercultural Education, Nijmegen, the Netherlands, April 14-16, 2000.
Geert Driessen & Frederik Smit (2005) ERNAPE Integration participation and ed...Driessen Research
Driessen, G., & Smit, F. (2005). Integration, participation and education: effects of minority parents’ societal participation on their children’s cognitive and non-cognitive competencies. Paper 5th International Conference of the European Research Network About Parents in Education (ERNAPE), ‘Family-School-Community Partnerships: Interrelation between Family and Education Merging into Social Development’. Oviedo, Spain, September 14-16, 2005.
Frederik Smit & Geert Driessen (2005) CARE Parent and community involvement i...Driessen Research
Smit, F., & Driessen, G. (2005). Parent and community involvement in education from an international comparative perspective. Challenges for changing societies. Invited paper international conference Children At-Risk in Education, (CARE), ‘Children at Risk. Advancing their Educational Frontiers’. Kuala Lumpur, Malaysia, December 2-4, 2005.
Geert Driessen (2006) ERCOMER Integration participation and education Pres.pptDriessen Research
Driessen, G. (2006). Integration, participation and education: Effects of minority parents’ societal participation on their children’s cognitive and non-cognitive competencies. Invited paper ERCOMER seminars, European Research Centre on Migration and Ethnic Relations, Utrecht, the Netherlands, November 6, 2006.
Michael Merry & Geert Driessen (2010) WCCES Integration by other means Hindu ...Driessen Research
Merry, M., & Driessen, G. (2010). Integration by other means: Hindu schooling in the Netherlands. Paper XIV World Congress of Comparative Education Societies, ‘Bordering, re-bordering and new possibilities in education and society’, Istanbul, Turkey, June 14-18, 2010.
Geert Driessen & Michael Merry (2013) AERA Tackling socioeconomic and ethnic ...Driessen Research
Driessen, G., & Merry, M. (2013). Tackling socioeconomic and ethnic educational disadvantage to prevent lifelong poverty. Paper Annual Meeting AERA 2013, San Francisco, CA, USA, April 27 – May 1, 2013.
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Dealing with street culture in s...Driessen Research
Smit, F., & Driessen, G. (2013). Dealing with street culture in schools: Are families, schools and communities able to work together to improve the quality of the daily interactions and communication? Paper 9th International Conference of the European Research Network About Parents in Education (ERNAPE), ‘Learn from the past, review the present, prepare for a future with equity’. Lisbon, Portugal, September 4-6, 2013. In Nieuwsbrief Ouders, scholen en buurt, juli 2013. Retrieved from http://itsexpertisecentrum.wordpress.com/2013/07/02/dealing-with-street-culture-in-schools-are-families-schools-and-communities-able-to-work-together-to-improve-the-quality-of-the-daily-interactions-and-communication/
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Critical lessons from practices ...Driessen Research
Smit, F., & Driessen, G. (2013). Critical lessons from practices for improving the quality of communication between parents and schools. Paper 9th International Conference of the European Research Network About Parents in Education (ERNAPE), ‘Learn from the past, review the present, prepare for a future with equity’. Lisbon, Portugal, September 4-6, 2013. In Nieuwsbrief Ouders, scholen en buurt, juli 2013. Retrieved from http://itsexpertisecentrum.wordpress.com/2013/07/02/critical-lessons-from-practices-for-improving-the-quality-of-communication-between-parents-and-schools/
Geert Driessen & Michael Merry (2015) RA The gross and net effects Pres.pdfDriessen Research
Driessen, G., & Merry, M. (2015). The gross and net effects of the schools’ denomination on student performance. Paper Annual Meeting AERA 2015, Chicago, Ill., USA, April 16 – 20, 2015.
DOI 10.13140/RG.2.2.30454.40006
Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) ESA Is there a Catholic ...Driessen Research
Agirdag, O., Driessen, G., & Merry, M. (2015). Is there a catholic school effect for Muslim pupils? Paper 12th Conference of the European Sociological Association 2015, Prague, Czech Republic, August 25–28, 2015.
DOI 10.13140/RG.2.2.14725.76004/1
Geert Driessen (1992) LAO Aanbevelingen gericht op de verbetering van de onderwijspositie van allochtonen Paper.pdf
1. 7
Aanbevelingen gericht op de verbetering van de onderwijspositie van
allochtonen. Aandachtspunten basisonderwijs, voortgezet onderwijs en OETC
Inleiding gehouden ten behoeve van
Commissie Van Kemenade. Utrecht,
Utrecht, op 20 mei 1992
dr. Geert W.J.M. Driessen
de IÀO als voorbereiding op de bespreking met de
Inspraakorgaan Welziin Molulckers, Biltstraat 95 te
l.Inleiding
Hierna volgt een korte samenvatting van onderzoeksresultaten en daaruit voortvloeiende
conclusies en aanbevelingen. Puntsgewijs wordt ingegaan op de situatie rond het OETC en
positie van allochtone leerlingen in het basis- en voortgezet onderwijs.
2. OETC
Er moet een nadrukkelijk onderscheid worden gemaakt tussen verschillende doelgroepen en
verschillende doelen. Wat de doelen betreft het volgende.
OET(C) kan enerzijds tot doel hebben het leren van de 'eigen' taal en anderzijds kan het
een middel zijn om het Nederlands te leren. Vanuit het linguïstische perspectief wordt wel
gesteld dat men eerst de moedertaal tot op een bepaald niveau moet beheersen voordat men
succes over kan gaan naar het leren van een vreemde taal, c.q. het Nederlands. Dit argument
geldt voor het OETC niet universeel en eeuwig. Voor een groot deel van de doelgroep van het
OETC is het namelijk zo dat tijdens het OETC niet de moedertaal wordt gehanteerd en
onderwezen. In feite geldt dat voor alle Marokkanen; daarnaast ook voor bv. Koerden en
andere taalminderheden. Voor hen houdt het OETC dus het leren van een vreemde taal in en
gaat het linguïstische argument dus niet op. Het bedoelde argument verliest ook aan validiteit
naarmate de tijd verstrijkt. Immers, de meeste allochtone leerlingen zijn momenteel
2. onderinstromers en komen al met een bepaalde mate van kennis van het Nederlands naar
school. Het is dan de vraag in hoeverre het linguïstische argument nog opgaat.
Uit mijn eigen onderzoek maar ook uit dat van Stella van de Wetering is gebleken dat het
taalvaardigheiclsniveau van de Marokkaanse kinderen zeer laag is. In mijn onderzoek kwam
bv. naar voren dat meer dan 40 procent van de leerlingen uit het hoogste leerjaar van het
basisonderwijs niet in staat was om schriftelijke vragen in het Arabisch te beantwoorden. Van
de overige leerlingen was het gemiddeld aantal goed beantwoorde opgaven niet meer dan 33
procent. Bovendien kan uit de onderzoeken worden geconcludeerd dat het taalniveau met het
verstrijken van de tijd achteruitgaat. Het niveau van leerlingen die langer in Nederland
verblijven is lager dan clat van leerlingen die mincler lang hier zijn. Gebleken is ook dat de
allochtone leerlingen onderling steeds meer het Nederlands als voertaal gaan gebruiken,
vooral in situaties met allochtone leeftijrlsgenoten en broers en zussen en dat naarmate men
meer het Nederlands gebruikt men ook een lager niveau Arabisch heeft.
Het niveau Turks evenals Spaans op het eind van het basisonderwijs is redelijk tot goed.
De samenhangen tussen deelname aan OETC en taalvaardigheidsniveau zijn niet erg sterk
en/of onduidelijk. Het is in ieder geval niet zo dat leerlingen die veel OETC hebben gevolgd
ook veel betere prestaties leveren dan leerlingen die weinig OETC hebben gevolgd.
Tot zover deze samenvatting van onderzoeksresultaten. Op basis daarvan zou ik de volgende
aanbevelingen willen doen:
- Stel de doelen voor OETC niet te hoog, wees realistisch, houdt rekening met de
omstandigheden; dit voorkomt frustratie bij alle betrokkenen, t.w. docenten, leerlingen en
ouders.
- Geef voorlichting aan de ouders over te verwachten resultaten; het is absoluut niet zo dat
als leerlingen in het basisonderwijs OETC hebben gevolgd zij vloeiend in hun 'eigen' taal
kunnen schrijven.
- Het accent voor het Marokkaanse OETC zou niet op de schriftelijke taalbeheersing moeten
liggen - dit li.;kt niet realistisch. Voor de Marokkanen zou de mondelinge taalvaardigheid
c.q. het Marokkaans-Arabisch, de meeste aandacht moeten krijgen.
- Vooral voor de lagere leerjaren zou er frequent overleg moeten zijn tussen OETC-
leerkrachten en de reguliere leerkrachten over allochtone leerlingen die minder goed
aanspreekbaar zijn in het Nederlands. Ook OETC-leerkrachten zouden moeten worden
3. nageschooldophetgebiedvantweede-ta*rverwerving,zodateenmeergerichte
gezamenlijke aanpak van probleemgevallen gerealiseerd kan worden'
Er zou in het voortgezet onderwijs meer gelegenheid moeten zijn om Turks en Arabisch als
examenvak te kiezen. Nagegaan zou moeten worclen wat de leerlingen die daar aan
beginnendaadwerkelijkhebbenopgestokenvanhetOETCinhetbasisonderwijs.
3. Basisonderwijs en voortgezet onderwijs
Uit onderzoek in het basis- en voortgezet onderwijs blijkt steeds opnieuw dat er een bepaalde
rangorde bestaat in de prestaties en bereikte onderwijsniveaus van Ieerlingen van
onderscheiden etnische groepen. Na de autochtone, Nederlandse leerlingen volgen
Zuideuropeanen, Surinaamse, Antilliaanse en Molukse leerlingen en vervolgens - op een
flinke afstand - Turkse en Marokkaanse leerlingen' Sommige allochtone groepen - bv'
ChineseenGriekseleerlingendoenhetnualnietslechterinhetonderwijsdanNederlandse
leerlingen.
.opbasishiervanzoukunnenwordengeconcludeerddathetSpeerpuntvoor
achterstandsbestrijding zou moeten liggen bij de Turkse en vooral Marokkaanse groep' Dit
Zoutotuitdrukkingmoetenkomeninextrafaciliteiteninhetbasisonderwijsenookinhet
voortgezet onderwijs'
Uitonderzoekisbekenddatveelschooldirectiesdefaciliteitenziezijonwangenopbasisvan
de huidige regeling niet direct associëren met bestrijding van onderwijsachterstanden bij
specifiekegroepenvanleerlingen.Zizettendeontvangenmiddelenvaakinvoor
klasverkleining en om knelpunten die zijn ontstaan als gevolg van allerlei bezuinigingsrondes
op te vangen. Dit betekent dat middelen die eigenlijk bedoeld zijn voor bepaalde groepen van
leerlingen ten goede komen aan de hele klas. Het is de vraag welke effecten deze
verdunningsstrategie heeft'
_ De scholen zou duidelijk moeten worden gemaakt dat de ontvangen faciliteiten
,geoormerkt,ztjn..zezjnontvangenvoorbepaaldeleerlingenenmoetenookvoordie
leerlingen worden ingezet. Wellicht zouden scholen met een bepaalde hoeveelheid extra
formatieverplichtmoetenwordeneensoort'planvaninzet'optestellen(hetgeentevens
een bewustmakingseffect heeft)'
4. Recentelijk zijn enkele studies gepubliceerd wasrin werd nagegaan wat nu precies het
kenmerkende is van leerlingen in achterstandssituaties. Hieruit bleek meestal dat
onderwijsachterstanden bij leerlingen voor een groot deel kunnen worden herleid tot
opleidingsverschillen tussen ouders. Als rekening wordt gehouden met verschillen in het
opleidingsniveau van de ouders doet de etnische herkomst er verder nauwelijks of niets meer
toe als het gaat om de verklaring van verschillen in prestaties van hun kinderen' Met name
Marokkaanse en Turkse ouders hebben de minste opleicling genoten en spreken ook in de
minste mate Nederlands.
- Er kan niet verwacht worden dat op korte termijn het opleidingsniveau van allochtone
ouders drastisch zal veranderen. Dit neemt niet weg dat er voldoende mogelijkheden
moeten worden gecreëerd voor deze ouders om bv' via vormen van volwasseneneducatie
iets aan dat taal- en opleidingsniveau te doen. Met name voor recentelijk gearriveerden is
het wellicht wenselijk intensieve cursussen aan te bieden'
- Daarnaast moet (blijven) worden geprobeerd allochtone ouders via projecten (bv' Opstap)
meerbijdeschoolenbijdeNederlandsesamenlevingtebetrekken.
opvallend in recent onderzoek is dat er qua prestaties een grote breuk bestaat tussen enerzijds
ibo en anderzijds lbo, avo en vwo. Tegelijkertijd blijkt dat juist allochtone leerlingen sterk
oververtegenwoordigd zijn in het ibo. Het is maar zeet de vraag of deze leerlingen qua
capaciteiten ook daadwerkelijk in het ibo thuis horen en of hun oververtegenwoordiging niet
vooral wordt veroorzaakt door hun I agere Nederlandse-taalvaardigheid'
- Als dit laatste het geval is zou dat er voor pleiten juist ten behoeve van deze groep
leerlingen extra faciliteiten ter beschikking te stellen in het voortgezet onderwijs' Mogelijk
kan overwogen worden een sooft schakeljaar in te stellen voor leerlingen die het op het
eind van het basisonderwijs schort aan de Nederlandse taalniveau' (Dus niet alleen voor
leerlingen die rechtstreeks uit het buitenland instromen; zij-instromers') In dat jaar zou het
accent moeten liggen op het op niveau brengen van de Nederlandse taalvaardigheid'
waardoor de leerlingen na dat jaar over zouden kunnen stappen naar een schooltype dat
meer in overeenstemming is met hun werkelijke capaciteiten'
Er zijnplannen om in de toekomstige Basisvorming aan bepaalde groepen' bv' allochtonen'
lagere eisen te stellen. Het is de vraag of dit verstandig is; er wordt daarmee aan de onderkant
weer een nieuwe subgroep gecreëerd'
- Wellicht is het beter een andere weg te bewandelen' Die zou kunnen bestaan uit het extra
aandacht geven aan allochtone leerlingen die kennelijk meer moeite hebben met bepaalde
5. vakken. Voor de scholen zau deze extra aandacht moeten worden gehonoreerd met extra
faciliteiten.
- Het is overigens iiberhaupt de vraag of het wenselijk is aan allochtone leerlingen Iagere
eisen te stellen dan aan andere leerlingen. Het gevaar bestaat dat daardoor een soort
selffrrllfilling prophecy gaat ontstaan: allochtone leerlingen halen toch niet zo'n hoge
prestaties, daarom moeten aan hen maaÍ wat lagere eisen worden gesteld, hetgeen tot
gevolg heeft dat de allochotone leerlingen ook daadwerkelijk lager presteren. Beter lijkt het
voor alle leerlinge kerndoelen te hanteren en daarbij wanneer dat nodig zou blijken ectra
ondersteuning bij te bieden.
Om zicht te krijgen en houden op de ontwikkeling van de prestaties van leerlingen is het
wellicht wenselijk een of ander uitgebreid leerlingvolgsysteem te hanteren, waarbij de
vorderingen van allochtone leerlingen kunnen worden vergeleken met die van andere
leerlingen zowel binnen als buiten de betreffende school. Een dergelijk systeem zou de biedt
betere mogelijkheden tot tijdig ingrijpen in het geval de ontwikkeling afuijkend verloopt.