Geert Driessen (2016) College RUG Performance differences between religious a...
Geert Driessen (2010) ITSPers Allochtone achterstandsleerlingen gaan vooruit.pdf
1. Allochtone achterstandsleerlingen
gaan vooruit
De taal- en rekenprestaties in het basisonderwijs moeten sterk verbeteren. Het Minísterie van OCW zet hier
stevíg op ín met d.e Kwalíteitsagenda Primaír Onderwijs. Daarom hebben veel scholen verbetertrajecten in
gang gezet met lerende netwerken, taalpilots en opbrengstgericht werken. Om zicht te krijgen op de resultaten
van al deze inspanningen heeft het ministerie het ITS verzocht de ontwikkelingen in de periode 2001-2008
in kaart te brengen.
et ITS heeft hiervoor gebruik gemaakt van gegevens uit
twee landelijke cohortonderzoeken: PRIMA (zoor, zoo3
en zoo5) en COOL5t8 (zoo7). Aan beide onderzoeken
werkten honderden basisscholen met tienduizenden leerlingen
mee. Niet alleen is de ontwikl<eling qua taal, lezen en rekenen
in kaart gebracht, ook is dat gebeurd voor Cito-Eindtoetsscores,
adviezen voortgezet onderwijs, en enkele gedrags- en houdings-
l<enmerken. Speciale aandacht was er voor de doelgroepen van
het onderwijsachterstandenbeleid. Daarvoor zijn de scores van
doelgroepleerlingen van dat beleid (kinderen van laagopgeleide
Turl<se en Marokkaanse ouders, van andere laagopgelelde alloch-
tone ouders, en van laagopgeleide autochtone ouders), steeds
afgezet tegen die van de niet-doelgroepleerlingen (kinderen van
middelbaar en hoger opgeleide ouders).
Al bij de start in het basisonderwijs, in groep z, blijken er forse
taal- en rel<enverschillen te zijn tussen de doelgroepen en de
niet-doelgroep. Met name de allochtone doelgroepen scoren flink
lager op het gebied van taal dan de autochtone doelgroep. Voor
taal weten alle doelgroepen in de onderzochte periode hun posi-
tie te verbeteren; voor rekenen is dat, met uitzondering van de
overige allochtonen, eveneens het geval. Aan het einde van de
basisonderwijsperiode, in groep 8, zijn er nog steeds substantiële
verschillen qua lezen en rekenen tussen de doelgroep en niet-
doelgroep. Maar vooral de kinderen van laagopgeleide Turkse en
Marokkaanse ouders hebben hun achterstand voor een belang-
rijk deel ingelopen, met name op het gebied van rekenen.
TURKSE EN MaRoKKAANSE LEERT-tNGEN GÀaN vooRurr
Turkse en Marokkaanse doelgroepleerlingen scoren vrijwel
steeds veel lager op de Cito-Eindtoets dan de niet-doelgroep-
leerlingen. Voor de andere twee doelgroepen zijn de verschil-
len weliswaar minder groot, maar toch nog substantieel. De
doelgroepen krijgen ook duidelijk minder vaak een havo of
vwo-advies dan de niet-doelgroepen. Turkse en Marokkaanse
doelgroepleerlingen zijn er op de Eindtoets als geheel en op de
meeste onderdelen tussen 2oo1 en zoo8 wel flink op vooruit
gegaan. Ook de overige allochtone doelgroepleerlingen zijn er
redelijk op vooruit gegaan; de autochtone doelgroepleerlingen
zijn er echter doorgaans juist wat op achteruit gegaan. De doel-
groepen krijgen duidelijk minder vaak een havo/vwo-advies dan
de niet-doelgroepen. Tussen 2oo1 en zooS zijn de Turkse en
Marokkaanse doelgroepleerlingen daarin echter iets vooruitge-
gaan.
Samenvattend blijkt dat de afgelopen jaren de Turkse en
Marokkaanse doelgroep een belangrijk deel van hun achterstand
heeft weten in te halen. Dat neemt niet weg dat er nog een lange
weg te gaan is als het gaat om het realiseren van eenzelfde pres-
tatieniveau als de niet-achterstandsleerlingen. Opmerkelijk is dat
die relatieve vooruitgang zich nog nauwelijks vertaald heeft in
een hoger aandeel leerlingen met een advies havo/vwo.
De staatssecretaris heeft deze resuitaten gebruikt voor haar
periodieke rapportage naar de Tweede Kamer. Ze heeft daarbij
aangegeven tevreden te zijn met de geboekte vooruitgang.
Tegelijkertijd wil ze de scholen blijven ondersteunen om de gere-
aliseerde successen uit te bouwen.
Meer informatie: Geert Driessen I g.driessen@its.ru.nl
Opdrachtgever: Ministerie van OCW