SlideShare a Scribd company logo
1 of 5
Download to read offline
OETC.DEELNÀME EN ONDERWTJSPRESTATIES
GEERT DRIESSEN
Een groot deel van de altochtone leerlingen in het basisonderwijs volgt de speciaal voor hen ingevoerde
lessen onderwijs in Eigen Taal en Cultuur (oETC). Tot voor kofi was er weinig bekend over de effecten
van deze onderwijsvorm. Recentetijk zijn er bij het Instituut voor Toegepaste Sociale Wetenschappen (ITS)
in Nijmegen twee publicaties verschenen waarin verslag wordt gedaan van een grootschalig OETC-onder-
zoek. In dit artiket worden enkele bevindingen daaruit gepresenteerd. De nadruk ligt daarbij op de effecten
van OËTC-deelname op de kennis van de eigen taal en cultuur en op de prestaties in het Nederlandse
onderwijs.
Inleiding
Met de komst van de 'gastarbeiders' in de zestiger
jaren zijn tegelijkertijd talloze vreemde-talen en cul-
iuren in ons land geïntroduceerd. In het ondenrijs
werd speciaal voor de kinderen van (bepaalde groe-
pen) van migranten het OETC ingevoerd. Deze kin-
àeren kunnen onder enlof na schooltijd (al dan niet
door de Nederlandse overheid gefinancierd) onder-
wijs volgen in de eigen taal en cultuur. Meestal wordt
2,5 uur per week OETC gevolgd onder schooltiid,
hetgeen inhoudt dat de betreffende kinderen uit de
Nederlandse lessen worden gehaald en in een aparte
ruimte van een OETC-leraar les krijgen in de eigen
taal en cultuur. Hoewel het OETC een relatief lange
traditie kent, bestaat er nog steeds veel onduidelijk-
heid en onenigheid over doelen en functies' Daarnaa§t
zijn de randcondities waaronder het moet functione-
ren allesbehalve optimaal. Zo is er een tekort aan
voldoende aan de Nederlandse situatie aangepaste
leermiddelen; vormt de huisvesting vaak een pro-
bleem; zijn de OETC-leraren meestal op meerdere
scholen en in zeer heterogene ondenrijssituaties
werkzaam; is communicatie tussen OETC-leraren en
de rest van het team als gevolg van de slechte beheer-
sing van de Nederlandse taal door de OETCleraren
vaak moeilijk; is er in het algemeen sprake van een
geïsoleerde positie van het OETC binnen het onder-
wijs (vgl. Driessen e.a., 1988). Momenteel lijken er
met betrekking tot het OETC twee kampen te be-
staan. Enerzijds zijn er voorstanders die stellen dat
OETC een belangrijke functie kan vervullen bij de
verwewing van de Nederlandse taal (eerst moet de
eigen taal tot op een bepaald niveau worden beheerst
voordat meÍ succes met het leren van het Nederlands
kan worden begonnen) en dat het bovendien psycho-
sociale doelen dient (b.v. het gevoel serieus genomen
te worden, van erkenning van de eigen culturele iden-
titeit). Anderzijds zijn er tegenstanders van OETC die
het louter beschouwen als een sta-in-de-weg voor het
bereiken van een goed niveau in het Nederlandse
ondenrijs. In die laatste visie is elk uur dat OETC
wordt gevolgd eenverloren uur. Devoorstanders hier-
VELON Tijdschrift, kennismakingsnummer
van bevinden zich vooral onder taalkundigen (zoals R.
Appel en G. Extra), de tegenstanders onder onder-
wijskundigen en onderwijssociologen (b.v. M.-J. de
Jong), maar ook onder leden van allochtone groepen
(bv. D. Pinto en J. With). Omdat er tot voor kort
nauwelijks gericht onderzoek was verricht naar de
effecten van OETC, droeg de discussie erover een
sterk emotioneel karakter, waarbij allerlei veronder-
stellingen werden geuit zonder dal. deze waren geba-
seerd op empirische gegevens. In een Íecentelijk door
het ITS uitgevoerd onderzoek zijn zowel gegevens
verzameld over het OETC en de kennis van de eigen
taal en cultuur, als over het reguliere onderwijs en de
prestaties daarbinnen. De combinatie van deze gege-
vens biedt de mogelijkheid een deel van de veronder-
stellingen op hun houdbaarheid te toetsen.
0nderzoeksopzet
In de schooljaren 1987/88 en 1988Í89 heeft het ITS
in samenwerking met het Instituut voor Toegepaste
Taalkunde van de Katholieke Universiteit Nijmegen
een grootschalig onderzoek uitgevoerd onder alloch-
tone en autochtone leerlingen bij de overgang basis-
onderwijsfuoortgezet onderwijs. Het ging om circa
2350 leerlingen van 120 basisscholen verspreid over
heel Nederland; bijna 800 van de onderzochte leerlin-
gen waren van allochtone herkomst. Er hebben alleen
scholen aan het onderzoek deelgenomen met alloch-
tone leerlingen. Toen de leerlingen in groep 8van het
basisonderwijs zaten, zijn bij hen onder andere toet-
sen Nederlandse taal en rekenen, toetsen eigen taal en
cultuur en wagenlij sten over achtergrondkenmerken
afgenomen. Tegelijkertijd is er bij hun groeps- en
OETC-leraren informatie verzameld over zowel de
leerlingen en hun thuismilieu, als over de leraren zelf
en het ondemrijs dat zij verzorgen. Wat het OETC
betreft, zijn er bij drie allochtone groepen gegevens
verzameld: namelijk bij 368 Turkse, 254 Marokkaan-
se en 46 Spaanse leerlingen.
0ETC-deelname
Per leerling is vastgesteld hoeveel uren OETC deze de
laatste twee schooljaren gemiddeld per week volgde.
Daarbij is op basis van de verkregen gegevens een
tweedeling aangebrachr. Op de eerste plaats OETC
dat onder schooltijd wordt gevolgd en dat door het
minisÍerie wordt gefinancierd: het binnenschoolse
OETC. Daarnaast kan er nog OETC worden onder_
scheiden dat na schooltijd buiten de basisscholen om
wordt gegeven: het buitenschoolse OETC.
Van de onderzochte groep leerlingen bezocht circa
95% binnenschools OETC; tussen de drie onderschei_
den allochtone groepen bestonden ten aanzien van dit
kenmerk geen noemenswaardige verschillen. Gemid_
deld werd ruim 2 uur binnenschools OETC gevolgd;
de grootste groep leerlingen volgde gemiddeld),s uur.
Deelname aan buitenschools OETC kwam in aanzien_
lijk mindere mate voor dan deelname aan binnen_
schools OETC. Fiuiml}% van de Turkse en Spaanse
en 45Vo van de Marokkaanse leerlingen volgde buiten_
schools OETC. De leerlingen die aan deze OETC-va-
riant deelnamen, deden dat gemiddeld 1 uur en 20
minuten per week.
Turken Marokkanen Spanjaarden
taltoets 73Vo 33Vo 60Vo
Cultuurto€ts 76Vo Sl% 62Vo
Leerlingoordeel 4,2 3,2 4, O
Leraaroordeel 4,1 3,5 4,0
Kennis eigen taal en cultuur
De kennis van de eigen taal en cultuur is op verschil_
lende manieren vastgesteld: via toetsen, vià oordelen
url d" leerlingen zelf en via beoordelingen van de
OETC-leraren. De toetsen meten de schriftelijke taal_
vaardigheid en kennis van de eigen cultuur. Zij zijn
samengesteld op basis van een uitgebreide literatuur_
studie naar doelen van OETC, op basis van een analy_
se van bij het OETC gehanteerde methoden en leer-
middelen, van observaties tijdens OETC_lessen en van
gesprekken meÍ taal- en toetsdeskundigen en met
OETC-leraren. De leerlingen zelf hebben aan de hand
van heel concrete taalgebruilssituaties een oordeel
gegeven over hun mondelinge en schriftelijke eigen_
taalvaardigheid. Aan de OETC-leraren is gevraagd
een oordeel te geven over de mondelinge en schrifte_
lijke taalbeheersing van hun leerlingen.
In Tabel I worden op elk van de meetinstrumenten
voor Turkse, Marokkaanse en Spaanse leerlingen af_
zonderlijk de scores gepresenreerd. Met nadiuk zij
erop gewezen dat de toet§scores van de drie taalgroe_
pen niet met elkaar kunnen worden vergeleken, om-
dat het steeds om twee unieke toetsen ging. Deze
scores zijn hier omgezet in het percentage goed beant_
woorde opgaven. De leerling- en leraaroordelenvarië-
len
van 1 (er is geen beheersing van de eigen raal) ror
5 (er is een goede beheersing van de eigen taal); óeze
scores kunnen wèl worden vergeleken voor de drie
taalgroepen.
4
Tabel 1: Toetsscores eigen taal en cultuur, leerling_ en
leraaroordeel beheersing eigen taal, naar taalgro"i Gr_
middelden)
Uit Tabel 1 blijkt dat de Turkse leerlingen ongeveer
driekwart van de toetsopgaven correct hebben beant_
woord. De gemiddelde scores van de leerling_ en le_
raaroordelen duiden er op dat zowel leerlingen als
leraren vinden dat de eigen taal redelijk tot goed wordt
beheerst. De Marokkaanse leerlingen hebben gemid_
deld33Vo van de taal- en SlVovande cultuurtoetsop_
gaven goed gemaakt. Wat de taaltoets betreft is hèt
van belang op te merken dat dit percentage feitelijk
nog geflatteerd is, omdat ruim 40Vo van de Maroi<_
kaanse leerlingen géén van de opgaven correct heeft
beantwoord. Zij gavenvaak aan dat zij de Arabische
tekst niet konden lezen, en dit terwijl de instructie bij
elke taalopgave zowel in het Arabisch als ín het Ne-
derlands was gesteld; de cultuurtoets is in zijn geheel
in het Nederlands èn in het Arabisch aangeboden. De
leerlingoordelen wijzen er op dat de Marokkaanse
leerlingen zelf ook van mening zijn dat zij hun eigen
taal minder goed beheersen danbijvoorbeéld de Turk_
se leerlingen. Vergeleken met de Turkse leraren zijn
hun Marokkaanse collega,s wat minder positief ovèr
de beheersing van de eigen taal. De Spaanie leerlingen
maken gemiddeld ongeveer 6AVo van de taal_ en cul_
tuuropgaven goed. Zowel de leerlingen zelf als hun
OETC-leraren zijn van oordeel dat hun taalvaardig_
heid redelijk goed is. Overigens blijkt uit nadere ana_
lyse van de leerling- en leraaroordelen dat voor elk van
de drie taalgroepen het mondelinge taalvaardigheids_
niveau hoger ligt dan het schriftelijke.
Manokaanse kinderen en hun specifieke taakituatie
Vanwege de relatief lage scores van de Marokkaanse
leerlingen is het zinvol wat langer bij hun heel spec!
fieke taalsituatie stil te blijven staan. In Marokko is er
een groot verschil tussen gesproken taal en geschre-
ven taal. Wat gesproken ralen betreft hebben Marok_
kanen een Berbervariëteit of een Marokkaans-Ara_
bisch dialect als moedertaal. De Berberdialecten zijn
onderling niet of moeilijk verstaanbaar; de Maro-k_
kaans-Arabische dialecten daarentegen zijn onderling
I'ELON Tijdschrift, kennismakingsnummer
wèl goed verstaanbaar. Berbers sprekenvaak wel Ma-
rokkaans-Arabisch, maar omgekeerd spreken Arabie-
ren meestal geen Berber. Het Arabisch als schrijftaal
kent een volstrekt ander schrift (en een andere schrijf-
richting) dan bijvoorbeeld het Nederlands. Een be-
langrijk element daarvan is dat niet alle klinkers wor-
den geschret€n. Korte klinkers worden door de lezer
als hetware'ingelruld'. Welke dit zijn is voor degenen
die de regels niet goed beheersen niet altijd even
duidelijk. Z.eker voor beginnende lezers kan dit pro-
blemen opleveren. De officiële schrijftaal is het Stan-
daard-Arabisch; daarnaast functioneert ook nog het
Klassiek-Arabisch, de taalwaarin de Koran is geschre-
ven. Van belang is dat de afstand tussen de spreektaal
Marokkaans-Arabisch en de schrijftaal Standaard-
Arabisch minder groot is dan tussen Berber en Stan-
daard-Arabisch. Dit is vooral belangrijk als het gaat
om het leren van het Arabisch op school; daar wordt
namelijk (in) het Standaard-Arabisch onderwezen.
Vanwege het koloniale verleden speelt in Marokko
ook de Franse taal (met name in het onderwijs voor
de hogere milieus) en, zij het in mindere mate, de
Spaanse taal een rol. Duidelijkzalzijn dat deze com-
plexe taalsituatie niet bevorderlijk is voor een hoog
alfabetisme onder Marokkanen.T,eker niet als daarbij
ook nog de slechte onderwijsvoorzieningen (met na-
me op het geïsoleerde en achtergebleren platteland)
in overweging worden genomen. Voor Marokkaanse
kinderen in Nederland wordt de situatie nog gecom-
pliceerder, omdat zij ook te maken krijgen met de
Nederlandse taal.
Vanwaar deze uitweiding over de taalsituatie van de
Marokkanen? Uit de lage scores zou kunnen worden
afgeleid dat de beheersing van de eigen taal door de
Marokkaanse kinderen bijzonder slecht is. In zekere
zin is dit natuurlijk ook zo. Van belang is het echter
dit resultaat in het juiste perspectief te plaatsen. Ge-
wezen is al op de complexe taalsituatie, het afirijkende
schrift en de andere schrijfrichting van het Arabisch.
Hier moet nog aan worden toegevoegd dat het in
Marokko zelf gemiddeld 3 schooljaren duurt voordat
de kinderen technisch kunnen lezen; daarna kan het
begrijpend lezen pas beginnen. Zij hebben bij volledig
onderwijs 4 à 5 jaar nodig om een eenvoudige Arabi-
sche tekst te kunnen schrijven. Bovendien doen ze er
gemiddeld 9 jaar over om 5 leerjaren te voltooien.
Een en ander betekent dat de prestaties van de Ma-
rokkaanse leerlingen in Nederland waarschijnlijk niet
zo slecht zijn als ze op het eerste gezicht lijken; moge-
lijk zijn ze niet slechter dan in Marokko zelf. Uit een
naderhand in Marokko zelf uitgevoerd onderzoek
(waarbij voor een deel dezelfde toetsen werden afge-
nomen als in Nederland) komt naar voren dat het
niveau Arabisch van de Marokkaanse kinderen in Ne-
derland niet veel verschilt van dat van in opzichten
vergelijkbare kinderen in Marokko. Dit vormt daar-
mee een bevestiging van de veronderstelling dat het
lage niveau het gevolg is van de complexe taalsituatie
VELON Tijdschrift, kennismakingsnummer
voor Marokkanen en van het feit dat het leren van
schriftelijk Arabisch aanzienlijk meer tijd vergt dan
het leren van andere talen (vgl. Driessen & De Bot,
t991).
Kennis eigen taal en cultuur en OETC-deelname
De kennis van de eigen taal en cultuur is gerelateerd
aan het aantal uren binnenschools en buitenschools
OETC dat werd gevolgd. Bij het binnenschoolse
OETC is een onderscheid gemaakt tussen leerlingen
die gemiddeld 1 uur, 1,5 uur, 2 tur,2,5 uur en 3 uur
per week OETC volgden. Bij het buitenschoolse
OETC zijn twee categorieën onderscheiden, namelijk
leerlingen die deze OETC-variant wèl en leerlingen
die haar níet volgden.
Voor de groep Turkse leerlingen bestaat er een posi-
tieve samenhang tussen deelname aan binnenschools
OETC en de taal- en cultuurprestaties. Bij gemiddeld
2,5 uur per week worden de hoogste scores gehaald;
bij meer dan 2,5 uur binnenschools OETC echter
dalen de scores weer. Tussen deelname aan buiten-
schools Turks OETC en kennis van de eigen taal en
cultuur wordt geen verband aangetroffen. De samen-
hangen tussen deelname aan binnenschools OETC en
kennis van de eigen taal en cultuur voor de groep
Marokkaanse leerlingen zijn te diffuus om er duidelij-
ke tendensen uit te kunnen afleiden. Voor deelname
aan het buitenschoolse Marokkaanse OETC is de
conclusie echter eenduidig: leerlingen die buiten-
schools OETCvolgden, haalden op alle instrumenten
waarmee de taalvaardigheid is vastgesteld hogere sco-
res dan leerlingen die deze vorm van OETC niet be-
zochten. Voor de Spaanse leerlingen ontbreekt voor
zowel deelname aan binnen- als voor deelname aan
buitenschools OETC een duidelijke trend.
Positie in het reguliere onderwijs en OETC-deelname
In nr.3van delZejaargang (1991) van dit tijdschrift is
al uitvoerig ingegaan op de toetsprestaties Nederland-
se taal en rekenen en het doorstroomniveau voortge-
zet ondenvijs van allochtone leerlingen (Driessen,
191). Om die reden wordt hier volstaan met een korte
samenvatting daarvan in Tabel2. Ter vergelijking zijn
de scores van de Nederlandse leerlingen toegevoegd.
(De toetsscores zijn uitgedrukt in het percentage cor-
rect beantwoorde opgaven; de doorstroomscores kun-
nen in principe variëren van f ibo-niveau'tot 9 ?wo-
niveau'.)
De meeste allochtone leerlingen volgen OETC onder
schooltijd. Het gevolg daarvan is dat zij onderdelen
van het Nederlandse curriculum missen, bijvoorbeeld
Tirrken Marokkanen Spanjaarden Nederlanders
Ned. taaltoets
Rekentoets
Doorstroom v.o.
8Vo
6%
4,0
65Vo
62%
3,9
SAVo
78%
4,3
86Vo
80%
)
Tabel 2: Toetsscores Nederlandse taal en rekenen en doorstroomniveau voortgezet onderwijs, naar taalgroep (gemid-
delden).
lessen Nederlandse taal en rekenen. Om die reden
wordt wel verondersteld dat de aan OETC bestede tijd
als verloren tijd moet worden beschouwd. Op trvóe
manieren is nagegaan of die stelling houdbaaris. Op
de eerste plaats is gekeken of er een verband bestaai
tussen het aantal uren binnenschools OETC en de
hoogte van de taal- en rekenscores en het doorstroom_
niveau. Met betrekking tot OETC-deelname zijn de
vijf eerder genoemde categorieën onderscheiden: ge_
middeld 1 uur tot gemiddeld 3 uur per week. Vervol_
gens is er voor elk van de drie taalgroepen afzonderlijk
vastgesteld of leerlingen die relatief veel OETC volg_
den ook lagere taal-, reken- en doorstroomscores
haalden.
Dit blijkt niet het geval re zijn. Wel is her zo dat de
Turkse en Spaanse leerlingen die gemiddeld 2,5 uur
OETC per week volgden de hoogste scores haalden;
voor de Marokkaanse leerlingen was het scorepatroon
te diffuus om er een tendens uit af te leidén. Met
andere woorden: leerlingen die veel binnenschools
OETC volgden, haalden geen lagere scores op de
toetsen Nederlandse taal en rekenen en stroomden
niet door naar lagere niveaus van voortgezet onder_
wijs dan leerlingen die weinig binnenschools OETC
volgden.
Op de tweede plaats is aan de groepsleraren de vraag
gesteld welke vakken de leerlingen als gevolg van
OETC-deelname misten van het reguliere onAerwijs.
Dit blijken vooral taal en rekenen te zijn en veel
minder de niet-cognitieve vakken. Tegelijkertijd ga-
ven de leraren echter aan dat op ongeveer TVovande
scholen de gemiste lessen op een of andere wijze (bv.
via herhaling, extra beurten, huiswerkbegeleiding)
weerwerden ingehaald. Voor Turkse leerlingen die de
gemiste lessen wèl inhaalden blijkt bovendien dat zij
hogere scores op de toetsen haalden dan leerlingen dià
de lessen níet inhaalden. Voor Marokkaanse leerlin_
gen werd een dergelijk verband niet vastgesteld.
Ofde stelling dat eerst de eigen taal tot op een bepaald
niveau moet worden beheerst voordat met het leren
van de Nederlandse taal kanworden begonnen correct
is, kan vanwege de onderzoelisopzet niet goed worden
6
getoetst. Wel blijkt dat de samenhangen tussen de
Nederlandse taalvaardigheid en de eigen-taalvaardig_
heid niet of nauwelijls relevant zijn. Er bestaan dus in
het algemeen geen aanwijzingen dat leerlingen die
goed (ofslecht) zijn in de eigen taat tegelijkertijd ook
goed (of slechQ zijn in het Nederlands; evenmin zijn
er indicaties dat leerlingen die goed zijn in de ene taàI,
slecht zijn in de andere. Wel kan op basis van de
analyses met betrekking tot de relatie kennis van de
eigen taal en cultuur en prestaties in het reguliere
onderwijs enerzijds en OETC-deelname anderzijds
worden geconstateerd dat er bij de Turkse en Spaanse
leerlingen één categorie uitspringt. Het blijkt name_
lijk dat leerlingen die gemiddeld 2,5 uui binnen_
schools OETC per week volgden zowel de beste pres-
taties leverden op het gebied van het Nederlandse als
van het ETC-onderwijs.
Samenvatting en conclusies
De meeste allochtone leerlingen van de onderzochte
scholen volgen binnenschools OETC; een klein deel
van hen volgt (eventueel daarnaast) buitenschools
OETC. Als er binnenschools OETC wordt gevolgd, is
dat vaak 2,5 uur per week. Turkse en Spaanse leerlin-
gen hebben wat kennis van de eigen taal en cultuur
betreft een redelijk tot goed niveau. Van Marokkaan-
se leerlingen kan dat niet worden gezegd; met name
het niveau van het schriftelijk Arabisch is erg laag.
Eigenlijk is dit echterniet zoverwonderlijk, aangezien
zij te maken hebben met een uiterst complexe taalsi_
tuatie. Bovendien blijkt dat de verwerving van het
Arabisch, ook in Marokko zelf, een moeizaam en
langdurig proces is; Arabisch is kennelijk een moeilij_
ke taal om re leren. Waarschijnlijk is de beperkie
OETC-tijd er dan ook de oorzaak van dat er geen
sterk(er) verband wordt aangetroffen tussen de om_
vangvan de OETC-deelname en de OETC_prestaties.
Hoewel vaak wordt verondersteld dat onderichooltijd
gevolgde OETC-uren voor het Nederlandse onderwil-'s
VELON Tijdschrift, kennismakingsnummer
als verloren uren moeten worden beschouwd, wordt
daar in het onderhavige onderzoek geen bevestiging
voor gevonden. Voor de reguliere (cognitieve) onder-
wijsprestaties en het doorstroomniveau voortgezet
ondèrwijs heeft het volgen van OFTC geen conse-
quenties - geen negatieve, maar ook geen positieve'
Waarschijnlijk heeft dit te maken met het feit dat de
OETC-uren relatief beperkt in aantal zijn en dat an-
dere factoren (zoals het sociaal-economische her-
komstmilieu) een aanzienlijk zwaarwegendere rol
spelen bij het prestatieniveau van deze kinderen.
Literatuur
- BOT, K. DE, 'Taalbehoud, taalonderhoud en OET-
C'. In Levende Talen, 1987, nr.Z, p. 108-1 12.
- DRiESSEN, G., De onderwiispositie van allochtone
leerlingen. De rot van sociaal-economische en etnisch-
culturele factoren, met speciale aandacht voor het On'
derwijs in Eigen Taal en Culruur.ITS, Nijmegen 1990'
- DRIESSEN, G., 'Allochtonen in het onderwijs'
Toetsprestaties en doorstroomniveaus nader be-
schouwd' ln Tijdschifi voor Lerarenopleiders, 1991,
(12) nr.3, p.4-11.
- DRIESSEN G., JUNGBLUTH, P. & LOUVEN.
BERG, J., OETC in het basisonderwijs- Doelopvattin'
gen, leerlcrachten, leermiddelen en omvang. SVO, Den
Haag 1988.
- DRIESSEN, G., JUNGBLUTH, P. & BOT, K. DE'
De effectiviteit van het Onderwijs in Eigen Taal en Cul'
tlrur. hestaties van Marokkaanse, Spaanse en Turl<se
leerlingen. ITS, Nijmegen 1989.
- DRIESSEN, G. & BOT IC DE,'De eigen-taalvaar-
digheid van Marokkaanse leerlingen. Een nadere re-
lativering', ln; Levende Talen,l99l,459, p. 124'127.
- GAILLY, A & LEMAN, J. (red.), Onderwiis, taal-
en leermoeilijkheden in de immigratie. ACCO, Leuven
1982.
- DRIESSEN, G. & JUNGBLUTH, P.,'Onderwijs in
Eigen Taal en Cultuur. Pretenties aanzienlijk, ver-
wachtingen gering'. ln: Pedagogische Srudien, 1989
(66) nr. 2,p.52-60.
- Ministerievan O & W,Concept-beleidsnotitie Onder-
wijs in de Eigen Taal als onderdeel van een geïntegreerd
talenonderwijs. Ministerie van Onderwijs & Weten-
schappen, Zoetermeer 1990.
- MOOR, E. DE (reÀ.),Arabisch en Turl<s op school.
Discussies over eigen taal- en cultuuronderwyi. Coutin-
ho, Muiderberg 1985.
Over de auteur:
Dr. Geert Driessen is als ondenwijskundigever-
bonden aan de afdeling Onderwijskansen van
het Instituut voor Toegepaste Sociale Weten-
schappen (ITS) van de Katholieke Universiteit
Nijmegen. Hij houdt zich vooral bezig met on-
derzoek op het gebied van het Onderwijs in
Eigen Taal en Cultuur en het Onderwijsvoor-
rangsbeleid.
Adres: ITS, Postbus 9048, 6500 KJ Nijmegen,
Telefoon 080-653545.
VELON Tijdschrift, kennismakingsnummer

More Related Content

Similar to Geert Driessen (1992) VELON OETC-deelname en onderwijsprestaties.pdf

Geert Driessen (2016) Taalvariatie en onderwijsprestaties van autochtone kleu...
Geert Driessen (2016) Taalvariatie en onderwijsprestaties van autochtone kleu...Geert Driessen (2016) Taalvariatie en onderwijsprestaties van autochtone kleu...
Geert Driessen (2016) Taalvariatie en onderwijsprestaties van autochtone kleu...Driessen Research
 
Geert Driessen (2000) D&S Invloed van thuistaal op taalprestaties is gering.pdf
Geert Driessen (2000) D&S Invloed van thuistaal op taalprestaties is gering.pdfGeert Driessen (2000) D&S Invloed van thuistaal op taalprestaties is gering.pdf
Geert Driessen (2000) D&S Invloed van thuistaal op taalprestaties is gering.pdfDriessen Research
 
Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) Did Onderwijs in eigen taal en cultuur...
Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) Did Onderwijs in eigen taal en cultuur...Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) Did Onderwijs in eigen taal en cultuur...
Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) Did Onderwijs in eigen taal en cultuur...Driessen Research
 
Geert Driessen, Kees de Bot & Paul Jungbluth (1989) De effectiviteit van het ...
Geert Driessen, Kees de Bot & Paul Jungbluth (1989) De effectiviteit van het ...Geert Driessen, Kees de Bot & Paul Jungbluth (1989) De effectiviteit van het ...
Geert Driessen, Kees de Bot & Paul Jungbluth (1989) De effectiviteit van het ...Driessen Research
 
Geert Driessen e.a. (2016) Evaluatie pilot tweetalig primair onderwijs startm...
Geert Driessen e.a. (2016) Evaluatie pilot tweetalig primair onderwijs startm...Geert Driessen e.a. (2016) Evaluatie pilot tweetalig primair onderwijs startm...
Geert Driessen e.a. (2016) Evaluatie pilot tweetalig primair onderwijs startm...Driessen Research
 
Geert Driessen (1991) SAC Beleid met betrekking tot OETC Paper.pdf
Geert Driessen (1991) SAC Beleid met betrekking tot OETC Paper.pdfGeert Driessen (1991) SAC Beleid met betrekking tot OETC Paper.pdf
Geert Driessen (1991) SAC Beleid met betrekking tot OETC Paper.pdfDriessen Research
 
Geert Driessen (1990) De onderwijspositie van allochtone leerlingen.pdf
Geert Driessen (1990) De onderwijspositie van allochtone leerlingen.pdfGeert Driessen (1990) De onderwijspositie van allochtone leerlingen.pdf
Geert Driessen (1990) De onderwijspositie van allochtone leerlingen.pdfDriessen Research
 
Geert Driessen (1994) PS rev Aarts Functionele geletterdheid van Turkse kinde...
Geert Driessen (1994) PS rev Aarts Functionele geletterdheid van Turkse kinde...Geert Driessen (1994) PS rev Aarts Functionele geletterdheid van Turkse kinde...
Geert Driessen (1994) PS rev Aarts Functionele geletterdheid van Turkse kinde...Driessen Research
 
Geert Driessen (2010) ITSPers Allochtone achterstandsleerlingen gaan vooruit.pdf
Geert Driessen (2010) ITSPers Allochtone achterstandsleerlingen gaan vooruit.pdfGeert Driessen (2010) ITSPers Allochtone achterstandsleerlingen gaan vooruit.pdf
Geert Driessen (2010) ITSPers Allochtone achterstandsleerlingen gaan vooruit.pdfDriessen Research
 
Voorbij het geklaag. taalonderwijs als verzetsdaad.
Voorbij het geklaag. taalonderwijs als verzetsdaad. Voorbij het geklaag. taalonderwijs als verzetsdaad.
Voorbij het geklaag. taalonderwijs als verzetsdaad. Jordi Casteleyn
 
Geert Driessen (2006) TTiA Ontwikkelingen in het gebruik van streektalen en d...
Geert Driessen (2006) TTiA Ontwikkelingen in het gebruik van streektalen en d...Geert Driessen (2006) TTiA Ontwikkelingen in het gebruik van streektalen en d...
Geert Driessen (2006) TTiA Ontwikkelingen in het gebruik van streektalen en d...Driessen Research
 
Internationalisering in het Hoger Onderwijs - HO-link 2017
Internationalisering in het Hoger Onderwijs - HO-link 2017Internationalisering in het Hoger Onderwijs - HO-link 2017
Internationalisering in het Hoger Onderwijs - HO-link 2017HOlink
 
Geert Driessen (2009) COOL Integratie generatie en onderwijsprestaties.pdf
Geert Driessen (2009) COOL Integratie generatie en onderwijsprestaties.pdfGeert Driessen (2009) COOL Integratie generatie en onderwijsprestaties.pdf
Geert Driessen (2009) COOL Integratie generatie en onderwijsprestaties.pdfDriessen Research
 
Geert Driessen et al. (2016) Evaluatie pilot tweetalig primair onderijs
Geert Driessen et al. (2016) Evaluatie pilot tweetalig primair onderijsGeert Driessen et al. (2016) Evaluatie pilot tweetalig primair onderijs
Geert Driessen et al. (2016) Evaluatie pilot tweetalig primair onderijsDriessen Research
 
Geert Driessen (1996) Stim Operatie Speel Goed.pdf
Geert Driessen (1996) Stim Operatie Speel Goed.pdfGeert Driessen (1996) Stim Operatie Speel Goed.pdf
Geert Driessen (1996) Stim Operatie Speel Goed.pdfDriessen Research
 
Marjolein van den Nieuwenhof, Frans van der Slik & Geert Driessen (2004) ed K...
Marjolein van den Nieuwenhof, Frans van der Slik & Geert Driessen (2004) ed K...Marjolein van den Nieuwenhof, Frans van der Slik & Geert Driessen (2004) ed K...
Marjolein van den Nieuwenhof, Frans van der Slik & Geert Driessen (2004) ed K...Driessen Research
 
Geert Driessen (1996) 0 25 rev Klatter Folmer Turkse kinderen en hun schoolsu...
Geert Driessen (1996) 0 25 rev Klatter Folmer Turkse kinderen en hun schoolsu...Geert Driessen (1996) 0 25 rev Klatter Folmer Turkse kinderen en hun schoolsu...
Geert Driessen (1996) 0 25 rev Klatter Folmer Turkse kinderen en hun schoolsu...Driessen Research
 

Similar to Geert Driessen (1992) VELON OETC-deelname en onderwijsprestaties.pdf (20)

Geert Driessen (2016) Taalvariatie en onderwijsprestaties van autochtone kleu...
Geert Driessen (2016) Taalvariatie en onderwijsprestaties van autochtone kleu...Geert Driessen (2016) Taalvariatie en onderwijsprestaties van autochtone kleu...
Geert Driessen (2016) Taalvariatie en onderwijsprestaties van autochtone kleu...
 
Geert Driessen (2000) D&S Invloed van thuistaal op taalprestaties is gering.pdf
Geert Driessen (2000) D&S Invloed van thuistaal op taalprestaties is gering.pdfGeert Driessen (2000) D&S Invloed van thuistaal op taalprestaties is gering.pdf
Geert Driessen (2000) D&S Invloed van thuistaal op taalprestaties is gering.pdf
 
Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) Did Onderwijs in eigen taal en cultuur...
Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) Did Onderwijs in eigen taal en cultuur...Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) Did Onderwijs in eigen taal en cultuur...
Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) Did Onderwijs in eigen taal en cultuur...
 
Geert Driessen, Kees de Bot & Paul Jungbluth (1989) De effectiviteit van het ...
Geert Driessen, Kees de Bot & Paul Jungbluth (1989) De effectiviteit van het ...Geert Driessen, Kees de Bot & Paul Jungbluth (1989) De effectiviteit van het ...
Geert Driessen, Kees de Bot & Paul Jungbluth (1989) De effectiviteit van het ...
 
Geert Driessen e.a. (2016) Evaluatie pilot tweetalig primair onderwijs startm...
Geert Driessen e.a. (2016) Evaluatie pilot tweetalig primair onderwijs startm...Geert Driessen e.a. (2016) Evaluatie pilot tweetalig primair onderwijs startm...
Geert Driessen e.a. (2016) Evaluatie pilot tweetalig primair onderwijs startm...
 
Geert Driessen (1991) SAC Beleid met betrekking tot OETC Paper.pdf
Geert Driessen (1991) SAC Beleid met betrekking tot OETC Paper.pdfGeert Driessen (1991) SAC Beleid met betrekking tot OETC Paper.pdf
Geert Driessen (1991) SAC Beleid met betrekking tot OETC Paper.pdf
 
Geert Driessen (1990) De onderwijspositie van allochtone leerlingen.pdf
Geert Driessen (1990) De onderwijspositie van allochtone leerlingen.pdfGeert Driessen (1990) De onderwijspositie van allochtone leerlingen.pdf
Geert Driessen (1990) De onderwijspositie van allochtone leerlingen.pdf
 
Geert Driessen (1994) PS rev Aarts Functionele geletterdheid van Turkse kinde...
Geert Driessen (1994) PS rev Aarts Functionele geletterdheid van Turkse kinde...Geert Driessen (1994) PS rev Aarts Functionele geletterdheid van Turkse kinde...
Geert Driessen (1994) PS rev Aarts Functionele geletterdheid van Turkse kinde...
 
Geert Driessen (2010) ITSPers Allochtone achterstandsleerlingen gaan vooruit.pdf
Geert Driessen (2010) ITSPers Allochtone achterstandsleerlingen gaan vooruit.pdfGeert Driessen (2010) ITSPers Allochtone achterstandsleerlingen gaan vooruit.pdf
Geert Driessen (2010) ITSPers Allochtone achterstandsleerlingen gaan vooruit.pdf
 
Voorbij het geklaag. taalonderwijs als verzetsdaad.
Voorbij het geklaag. taalonderwijs als verzetsdaad. Voorbij het geklaag. taalonderwijs als verzetsdaad.
Voorbij het geklaag. taalonderwijs als verzetsdaad.
 
Geert Driessen (2006) TTiA Ontwikkelingen in het gebruik van streektalen en d...
Geert Driessen (2006) TTiA Ontwikkelingen in het gebruik van streektalen en d...Geert Driessen (2006) TTiA Ontwikkelingen in het gebruik van streektalen en d...
Geert Driessen (2006) TTiA Ontwikkelingen in het gebruik van streektalen en d...
 
Internationalisering in het Hoger Onderwijs - HO-link 2017
Internationalisering in het Hoger Onderwijs - HO-link 2017Internationalisering in het Hoger Onderwijs - HO-link 2017
Internationalisering in het Hoger Onderwijs - HO-link 2017
 
De Basisvorming
De BasisvormingDe Basisvorming
De Basisvorming
 
De Basisvorming
De BasisvormingDe Basisvorming
De Basisvorming
 
De Basisvorming
De BasisvormingDe Basisvorming
De Basisvorming
 
Geert Driessen (2009) COOL Integratie generatie en onderwijsprestaties.pdf
Geert Driessen (2009) COOL Integratie generatie en onderwijsprestaties.pdfGeert Driessen (2009) COOL Integratie generatie en onderwijsprestaties.pdf
Geert Driessen (2009) COOL Integratie generatie en onderwijsprestaties.pdf
 
Geert Driessen et al. (2016) Evaluatie pilot tweetalig primair onderijs
Geert Driessen et al. (2016) Evaluatie pilot tweetalig primair onderijsGeert Driessen et al. (2016) Evaluatie pilot tweetalig primair onderijs
Geert Driessen et al. (2016) Evaluatie pilot tweetalig primair onderijs
 
Geert Driessen (1996) Stim Operatie Speel Goed.pdf
Geert Driessen (1996) Stim Operatie Speel Goed.pdfGeert Driessen (1996) Stim Operatie Speel Goed.pdf
Geert Driessen (1996) Stim Operatie Speel Goed.pdf
 
Marjolein van den Nieuwenhof, Frans van der Slik & Geert Driessen (2004) ed K...
Marjolein van den Nieuwenhof, Frans van der Slik & Geert Driessen (2004) ed K...Marjolein van den Nieuwenhof, Frans van der Slik & Geert Driessen (2004) ed K...
Marjolein van den Nieuwenhof, Frans van der Slik & Geert Driessen (2004) ed K...
 
Geert Driessen (1996) 0 25 rev Klatter Folmer Turkse kinderen en hun schoolsu...
Geert Driessen (1996) 0 25 rev Klatter Folmer Turkse kinderen en hun schoolsu...Geert Driessen (1996) 0 25 rev Klatter Folmer Turkse kinderen en hun schoolsu...
Geert Driessen (1996) 0 25 rev Klatter Folmer Turkse kinderen en hun schoolsu...
 

More from Driessen Research

Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....
Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....
Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....Driessen Research
 
Geert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdf
Geert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdfGeert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdf
Geert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdfDriessen Research
 
Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...
Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...
Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...Driessen Research
 
Geert Driessen (2023) Encyclopedia The Perry HighScope Preschool Program A Cr...
Geert Driessen (2023) Encyclopedia The Perry HighScope Preschool Program A Cr...Geert Driessen (2023) Encyclopedia The Perry HighScope Preschool Program A Cr...
Geert Driessen (2023) Encyclopedia The Perry HighScope Preschool Program A Cr...Driessen Research
 
Kees de Bot, Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) MLEML An exploration of t...
Kees de Bot, Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) MLEML An exploration of t...Kees de Bot, Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) MLEML An exploration of t...
Kees de Bot, Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) MLEML An exploration of t...Driessen Research
 
Geert Driessen (1992) MLEML Developments in first and second language acquisi...
Geert Driessen (1992) MLEML Developments in first and second language acquisi...Geert Driessen (1992) MLEML Developments in first and second language acquisi...
Geert Driessen (1992) MLEML Developments in first and second language acquisi...Driessen Research
 
Geert Driessen, Lia Mulder & Paul Jungbluth (1994) ILAPSI Ethnicity and socia...
Geert Driessen, Lia Mulder & Paul Jungbluth (1994) ILAPSI Ethnicity and socia...Geert Driessen, Lia Mulder & Paul Jungbluth (1994) ILAPSI Ethnicity and socia...
Geert Driessen, Lia Mulder & Paul Jungbluth (1994) ILAPSI Ethnicity and socia...Driessen Research
 
Geert Driessen & Pim Valkenberg (2000) AERA Islamic schools in the western wo...
Geert Driessen & Pim Valkenberg (2000) AERA Islamic schools in the western wo...Geert Driessen & Pim Valkenberg (2000) AERA Islamic schools in the western wo...
Geert Driessen & Pim Valkenberg (2000) AERA Islamic schools in the western wo...Driessen Research
 
Geert Driessen (2000) AEGEE Islamic schools in the western world Paper.pdf
Geert Driessen (2000) AEGEE Islamic schools in the western world Paper.pdfGeert Driessen (2000) AEGEE Islamic schools in the western world Paper.pdf
Geert Driessen (2000) AEGEE Islamic schools in the western world Paper.pdfDriessen Research
 
Geert Driessen (2001) AERA Public-private effects in elementary schools in th...
Geert Driessen (2001) AERA Public-private effects in elementary schools in th...Geert Driessen (2001) AERA Public-private effects in elementary schools in th...
Geert Driessen (2001) AERA Public-private effects in elementary schools in th...Driessen Research
 
Geert Driessen & Frederik Smit (2005) ERNAPE Integration participation and ed...
Geert Driessen & Frederik Smit (2005) ERNAPE Integration participation and ed...Geert Driessen & Frederik Smit (2005) ERNAPE Integration participation and ed...
Geert Driessen & Frederik Smit (2005) ERNAPE Integration participation and ed...Driessen Research
 
Frederik Smit & Geert Driessen (2005) CARE Parent and community involvement i...
Frederik Smit & Geert Driessen (2005) CARE Parent and community involvement i...Frederik Smit & Geert Driessen (2005) CARE Parent and community involvement i...
Frederik Smit & Geert Driessen (2005) CARE Parent and community involvement i...Driessen Research
 
Geert Driessen (2006) ERCOMER Integration participation and education Pres.ppt
Geert Driessen (2006) ERCOMER Integration participation and education Pres.pptGeert Driessen (2006) ERCOMER Integration participation and education Pres.ppt
Geert Driessen (2006) ERCOMER Integration participation and education Pres.pptDriessen Research
 
Michael Merry & Geert Driessen (2010) WCCES Integration by other means Hindu ...
Michael Merry & Geert Driessen (2010) WCCES Integration by other means Hindu ...Michael Merry & Geert Driessen (2010) WCCES Integration by other means Hindu ...
Michael Merry & Geert Driessen (2010) WCCES Integration by other means Hindu ...Driessen Research
 
Geert Driessen & Michael Merry (2013) AERA Tackling socioeconomic and ethnic ...
Geert Driessen & Michael Merry (2013) AERA Tackling socioeconomic and ethnic ...Geert Driessen & Michael Merry (2013) AERA Tackling socioeconomic and ethnic ...
Geert Driessen & Michael Merry (2013) AERA Tackling socioeconomic and ethnic ...Driessen Research
 
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Dealing with street culture in s...
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Dealing with street culture in s...Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Dealing with street culture in s...
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Dealing with street culture in s...Driessen Research
 
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Critical lessons from practices ...
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Critical lessons from practices ...Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Critical lessons from practices ...
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Critical lessons from practices ...Driessen Research
 
Geert Driessen & Michael Merry (2015) RA The gross and net effects Pres.pdf
Geert Driessen & Michael Merry (2015) RA The gross and net effects Pres.pdfGeert Driessen & Michael Merry (2015) RA The gross and net effects Pres.pdf
Geert Driessen & Michael Merry (2015) RA The gross and net effects Pres.pdfDriessen Research
 
Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) ESA Is there a Catholic ...
Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) ESA Is there a Catholic ...Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) ESA Is there a Catholic ...
Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) ESA Is there a Catholic ...Driessen Research
 
Geert Driessen (2013) GemOss Onderwijsachterstandenbestrijding Pres.pptx
Geert Driessen (2013) GemOss Onderwijsachterstandenbestrijding Pres.pptxGeert Driessen (2013) GemOss Onderwijsachterstandenbestrijding Pres.pptx
Geert Driessen (2013) GemOss Onderwijsachterstandenbestrijding Pres.pptxDriessen Research
 

More from Driessen Research (20)

Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....
Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....
Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....
 
Geert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdf
Geert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdfGeert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdf
Geert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdf
 
Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...
Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...
Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...
 
Geert Driessen (2023) Encyclopedia The Perry HighScope Preschool Program A Cr...
Geert Driessen (2023) Encyclopedia The Perry HighScope Preschool Program A Cr...Geert Driessen (2023) Encyclopedia The Perry HighScope Preschool Program A Cr...
Geert Driessen (2023) Encyclopedia The Perry HighScope Preschool Program A Cr...
 
Kees de Bot, Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) MLEML An exploration of t...
Kees de Bot, Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) MLEML An exploration of t...Kees de Bot, Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) MLEML An exploration of t...
Kees de Bot, Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) MLEML An exploration of t...
 
Geert Driessen (1992) MLEML Developments in first and second language acquisi...
Geert Driessen (1992) MLEML Developments in first and second language acquisi...Geert Driessen (1992) MLEML Developments in first and second language acquisi...
Geert Driessen (1992) MLEML Developments in first and second language acquisi...
 
Geert Driessen, Lia Mulder & Paul Jungbluth (1994) ILAPSI Ethnicity and socia...
Geert Driessen, Lia Mulder & Paul Jungbluth (1994) ILAPSI Ethnicity and socia...Geert Driessen, Lia Mulder & Paul Jungbluth (1994) ILAPSI Ethnicity and socia...
Geert Driessen, Lia Mulder & Paul Jungbluth (1994) ILAPSI Ethnicity and socia...
 
Geert Driessen & Pim Valkenberg (2000) AERA Islamic schools in the western wo...
Geert Driessen & Pim Valkenberg (2000) AERA Islamic schools in the western wo...Geert Driessen & Pim Valkenberg (2000) AERA Islamic schools in the western wo...
Geert Driessen & Pim Valkenberg (2000) AERA Islamic schools in the western wo...
 
Geert Driessen (2000) AEGEE Islamic schools in the western world Paper.pdf
Geert Driessen (2000) AEGEE Islamic schools in the western world Paper.pdfGeert Driessen (2000) AEGEE Islamic schools in the western world Paper.pdf
Geert Driessen (2000) AEGEE Islamic schools in the western world Paper.pdf
 
Geert Driessen (2001) AERA Public-private effects in elementary schools in th...
Geert Driessen (2001) AERA Public-private effects in elementary schools in th...Geert Driessen (2001) AERA Public-private effects in elementary schools in th...
Geert Driessen (2001) AERA Public-private effects in elementary schools in th...
 
Geert Driessen & Frederik Smit (2005) ERNAPE Integration participation and ed...
Geert Driessen & Frederik Smit (2005) ERNAPE Integration participation and ed...Geert Driessen & Frederik Smit (2005) ERNAPE Integration participation and ed...
Geert Driessen & Frederik Smit (2005) ERNAPE Integration participation and ed...
 
Frederik Smit & Geert Driessen (2005) CARE Parent and community involvement i...
Frederik Smit & Geert Driessen (2005) CARE Parent and community involvement i...Frederik Smit & Geert Driessen (2005) CARE Parent and community involvement i...
Frederik Smit & Geert Driessen (2005) CARE Parent and community involvement i...
 
Geert Driessen (2006) ERCOMER Integration participation and education Pres.ppt
Geert Driessen (2006) ERCOMER Integration participation and education Pres.pptGeert Driessen (2006) ERCOMER Integration participation and education Pres.ppt
Geert Driessen (2006) ERCOMER Integration participation and education Pres.ppt
 
Michael Merry & Geert Driessen (2010) WCCES Integration by other means Hindu ...
Michael Merry & Geert Driessen (2010) WCCES Integration by other means Hindu ...Michael Merry & Geert Driessen (2010) WCCES Integration by other means Hindu ...
Michael Merry & Geert Driessen (2010) WCCES Integration by other means Hindu ...
 
Geert Driessen & Michael Merry (2013) AERA Tackling socioeconomic and ethnic ...
Geert Driessen & Michael Merry (2013) AERA Tackling socioeconomic and ethnic ...Geert Driessen & Michael Merry (2013) AERA Tackling socioeconomic and ethnic ...
Geert Driessen & Michael Merry (2013) AERA Tackling socioeconomic and ethnic ...
 
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Dealing with street culture in s...
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Dealing with street culture in s...Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Dealing with street culture in s...
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Dealing with street culture in s...
 
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Critical lessons from practices ...
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Critical lessons from practices ...Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Critical lessons from practices ...
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Critical lessons from practices ...
 
Geert Driessen & Michael Merry (2015) RA The gross and net effects Pres.pdf
Geert Driessen & Michael Merry (2015) RA The gross and net effects Pres.pdfGeert Driessen & Michael Merry (2015) RA The gross and net effects Pres.pdf
Geert Driessen & Michael Merry (2015) RA The gross and net effects Pres.pdf
 
Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) ESA Is there a Catholic ...
Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) ESA Is there a Catholic ...Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) ESA Is there a Catholic ...
Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) ESA Is there a Catholic ...
 
Geert Driessen (2013) GemOss Onderwijsachterstandenbestrijding Pres.pptx
Geert Driessen (2013) GemOss Onderwijsachterstandenbestrijding Pres.pptxGeert Driessen (2013) GemOss Onderwijsachterstandenbestrijding Pres.pptx
Geert Driessen (2013) GemOss Onderwijsachterstandenbestrijding Pres.pptx
 

Geert Driessen (1992) VELON OETC-deelname en onderwijsprestaties.pdf

  • 1. OETC.DEELNÀME EN ONDERWTJSPRESTATIES GEERT DRIESSEN Een groot deel van de altochtone leerlingen in het basisonderwijs volgt de speciaal voor hen ingevoerde lessen onderwijs in Eigen Taal en Cultuur (oETC). Tot voor kofi was er weinig bekend over de effecten van deze onderwijsvorm. Recentetijk zijn er bij het Instituut voor Toegepaste Sociale Wetenschappen (ITS) in Nijmegen twee publicaties verschenen waarin verslag wordt gedaan van een grootschalig OETC-onder- zoek. In dit artiket worden enkele bevindingen daaruit gepresenteerd. De nadruk ligt daarbij op de effecten van OËTC-deelname op de kennis van de eigen taal en cultuur en op de prestaties in het Nederlandse onderwijs. Inleiding Met de komst van de 'gastarbeiders' in de zestiger jaren zijn tegelijkertijd talloze vreemde-talen en cul- iuren in ons land geïntroduceerd. In het ondenrijs werd speciaal voor de kinderen van (bepaalde groe- pen) van migranten het OETC ingevoerd. Deze kin- àeren kunnen onder enlof na schooltijd (al dan niet door de Nederlandse overheid gefinancierd) onder- wijs volgen in de eigen taal en cultuur. Meestal wordt 2,5 uur per week OETC gevolgd onder schooltiid, hetgeen inhoudt dat de betreffende kinderen uit de Nederlandse lessen worden gehaald en in een aparte ruimte van een OETC-leraar les krijgen in de eigen taal en cultuur. Hoewel het OETC een relatief lange traditie kent, bestaat er nog steeds veel onduidelijk- heid en onenigheid over doelen en functies' Daarnaa§t zijn de randcondities waaronder het moet functione- ren allesbehalve optimaal. Zo is er een tekort aan voldoende aan de Nederlandse situatie aangepaste leermiddelen; vormt de huisvesting vaak een pro- bleem; zijn de OETC-leraren meestal op meerdere scholen en in zeer heterogene ondenrijssituaties werkzaam; is communicatie tussen OETC-leraren en de rest van het team als gevolg van de slechte beheer- sing van de Nederlandse taal door de OETCleraren vaak moeilijk; is er in het algemeen sprake van een geïsoleerde positie van het OETC binnen het onder- wijs (vgl. Driessen e.a., 1988). Momenteel lijken er met betrekking tot het OETC twee kampen te be- staan. Enerzijds zijn er voorstanders die stellen dat OETC een belangrijke functie kan vervullen bij de verwewing van de Nederlandse taal (eerst moet de eigen taal tot op een bepaald niveau worden beheerst voordat meÍ succes met het leren van het Nederlands kan worden begonnen) en dat het bovendien psycho- sociale doelen dient (b.v. het gevoel serieus genomen te worden, van erkenning van de eigen culturele iden- titeit). Anderzijds zijn er tegenstanders van OETC die het louter beschouwen als een sta-in-de-weg voor het bereiken van een goed niveau in het Nederlandse ondenrijs. In die laatste visie is elk uur dat OETC wordt gevolgd eenverloren uur. Devoorstanders hier- VELON Tijdschrift, kennismakingsnummer van bevinden zich vooral onder taalkundigen (zoals R. Appel en G. Extra), de tegenstanders onder onder- wijskundigen en onderwijssociologen (b.v. M.-J. de Jong), maar ook onder leden van allochtone groepen (bv. D. Pinto en J. With). Omdat er tot voor kort nauwelijks gericht onderzoek was verricht naar de effecten van OETC, droeg de discussie erover een sterk emotioneel karakter, waarbij allerlei veronder- stellingen werden geuit zonder dal. deze waren geba- seerd op empirische gegevens. In een Íecentelijk door het ITS uitgevoerd onderzoek zijn zowel gegevens verzameld over het OETC en de kennis van de eigen taal en cultuur, als over het reguliere onderwijs en de prestaties daarbinnen. De combinatie van deze gege- vens biedt de mogelijkheid een deel van de veronder- stellingen op hun houdbaarheid te toetsen. 0nderzoeksopzet In de schooljaren 1987/88 en 1988Í89 heeft het ITS in samenwerking met het Instituut voor Toegepaste Taalkunde van de Katholieke Universiteit Nijmegen een grootschalig onderzoek uitgevoerd onder alloch- tone en autochtone leerlingen bij de overgang basis- onderwijsfuoortgezet onderwijs. Het ging om circa 2350 leerlingen van 120 basisscholen verspreid over heel Nederland; bijna 800 van de onderzochte leerlin- gen waren van allochtone herkomst. Er hebben alleen scholen aan het onderzoek deelgenomen met alloch- tone leerlingen. Toen de leerlingen in groep 8van het basisonderwijs zaten, zijn bij hen onder andere toet- sen Nederlandse taal en rekenen, toetsen eigen taal en cultuur en wagenlij sten over achtergrondkenmerken afgenomen. Tegelijkertijd is er bij hun groeps- en OETC-leraren informatie verzameld over zowel de leerlingen en hun thuismilieu, als over de leraren zelf en het ondemrijs dat zij verzorgen. Wat het OETC betreft, zijn er bij drie allochtone groepen gegevens verzameld: namelijk bij 368 Turkse, 254 Marokkaan- se en 46 Spaanse leerlingen.
  • 2. 0ETC-deelname Per leerling is vastgesteld hoeveel uren OETC deze de laatste twee schooljaren gemiddeld per week volgde. Daarbij is op basis van de verkregen gegevens een tweedeling aangebrachr. Op de eerste plaats OETC dat onder schooltijd wordt gevolgd en dat door het minisÍerie wordt gefinancierd: het binnenschoolse OETC. Daarnaast kan er nog OETC worden onder_ scheiden dat na schooltijd buiten de basisscholen om wordt gegeven: het buitenschoolse OETC. Van de onderzochte groep leerlingen bezocht circa 95% binnenschools OETC; tussen de drie onderschei_ den allochtone groepen bestonden ten aanzien van dit kenmerk geen noemenswaardige verschillen. Gemid_ deld werd ruim 2 uur binnenschools OETC gevolgd; de grootste groep leerlingen volgde gemiddeld),s uur. Deelname aan buitenschools OETC kwam in aanzien_ lijk mindere mate voor dan deelname aan binnen_ schools OETC. Fiuiml}% van de Turkse en Spaanse en 45Vo van de Marokkaanse leerlingen volgde buiten_ schools OETC. De leerlingen die aan deze OETC-va- riant deelnamen, deden dat gemiddeld 1 uur en 20 minuten per week. Turken Marokkanen Spanjaarden taltoets 73Vo 33Vo 60Vo Cultuurto€ts 76Vo Sl% 62Vo Leerlingoordeel 4,2 3,2 4, O Leraaroordeel 4,1 3,5 4,0 Kennis eigen taal en cultuur De kennis van de eigen taal en cultuur is op verschil_ lende manieren vastgesteld: via toetsen, vià oordelen url d" leerlingen zelf en via beoordelingen van de OETC-leraren. De toetsen meten de schriftelijke taal_ vaardigheid en kennis van de eigen cultuur. Zij zijn samengesteld op basis van een uitgebreide literatuur_ studie naar doelen van OETC, op basis van een analy_ se van bij het OETC gehanteerde methoden en leer- middelen, van observaties tijdens OETC_lessen en van gesprekken meÍ taal- en toetsdeskundigen en met OETC-leraren. De leerlingen zelf hebben aan de hand van heel concrete taalgebruilssituaties een oordeel gegeven over hun mondelinge en schriftelijke eigen_ taalvaardigheid. Aan de OETC-leraren is gevraagd een oordeel te geven over de mondelinge en schrifte_ lijke taalbeheersing van hun leerlingen. In Tabel I worden op elk van de meetinstrumenten voor Turkse, Marokkaanse en Spaanse leerlingen af_ zonderlijk de scores gepresenreerd. Met nadiuk zij erop gewezen dat de toet§scores van de drie taalgroe_ pen niet met elkaar kunnen worden vergeleken, om- dat het steeds om twee unieke toetsen ging. Deze scores zijn hier omgezet in het percentage goed beant_ woorde opgaven. De leerling- en leraaroordelenvarië- len van 1 (er is geen beheersing van de eigen raal) ror 5 (er is een goede beheersing van de eigen taal); óeze scores kunnen wèl worden vergeleken voor de drie taalgroepen. 4 Tabel 1: Toetsscores eigen taal en cultuur, leerling_ en leraaroordeel beheersing eigen taal, naar taalgro"i Gr_ middelden) Uit Tabel 1 blijkt dat de Turkse leerlingen ongeveer driekwart van de toetsopgaven correct hebben beant_ woord. De gemiddelde scores van de leerling_ en le_ raaroordelen duiden er op dat zowel leerlingen als leraren vinden dat de eigen taal redelijk tot goed wordt beheerst. De Marokkaanse leerlingen hebben gemid_ deld33Vo van de taal- en SlVovande cultuurtoetsop_ gaven goed gemaakt. Wat de taaltoets betreft is hèt van belang op te merken dat dit percentage feitelijk nog geflatteerd is, omdat ruim 40Vo van de Maroi<_ kaanse leerlingen géén van de opgaven correct heeft beantwoord. Zij gavenvaak aan dat zij de Arabische tekst niet konden lezen, en dit terwijl de instructie bij elke taalopgave zowel in het Arabisch als ín het Ne- derlands was gesteld; de cultuurtoets is in zijn geheel in het Nederlands èn in het Arabisch aangeboden. De leerlingoordelen wijzen er op dat de Marokkaanse leerlingen zelf ook van mening zijn dat zij hun eigen taal minder goed beheersen danbijvoorbeéld de Turk_ se leerlingen. Vergeleken met de Turkse leraren zijn hun Marokkaanse collega,s wat minder positief ovèr de beheersing van de eigen taal. De Spaanie leerlingen maken gemiddeld ongeveer 6AVo van de taal_ en cul_ tuuropgaven goed. Zowel de leerlingen zelf als hun OETC-leraren zijn van oordeel dat hun taalvaardig_ heid redelijk goed is. Overigens blijkt uit nadere ana_ lyse van de leerling- en leraaroordelen dat voor elk van de drie taalgroepen het mondelinge taalvaardigheids_ niveau hoger ligt dan het schriftelijke. Manokaanse kinderen en hun specifieke taakituatie Vanwege de relatief lage scores van de Marokkaanse leerlingen is het zinvol wat langer bij hun heel spec! fieke taalsituatie stil te blijven staan. In Marokko is er een groot verschil tussen gesproken taal en geschre- ven taal. Wat gesproken ralen betreft hebben Marok_ kanen een Berbervariëteit of een Marokkaans-Ara_ bisch dialect als moedertaal. De Berberdialecten zijn onderling niet of moeilijk verstaanbaar; de Maro-k_ kaans-Arabische dialecten daarentegen zijn onderling I'ELON Tijdschrift, kennismakingsnummer
  • 3. wèl goed verstaanbaar. Berbers sprekenvaak wel Ma- rokkaans-Arabisch, maar omgekeerd spreken Arabie- ren meestal geen Berber. Het Arabisch als schrijftaal kent een volstrekt ander schrift (en een andere schrijf- richting) dan bijvoorbeeld het Nederlands. Een be- langrijk element daarvan is dat niet alle klinkers wor- den geschret€n. Korte klinkers worden door de lezer als hetware'ingelruld'. Welke dit zijn is voor degenen die de regels niet goed beheersen niet altijd even duidelijk. Z.eker voor beginnende lezers kan dit pro- blemen opleveren. De officiële schrijftaal is het Stan- daard-Arabisch; daarnaast functioneert ook nog het Klassiek-Arabisch, de taalwaarin de Koran is geschre- ven. Van belang is dat de afstand tussen de spreektaal Marokkaans-Arabisch en de schrijftaal Standaard- Arabisch minder groot is dan tussen Berber en Stan- daard-Arabisch. Dit is vooral belangrijk als het gaat om het leren van het Arabisch op school; daar wordt namelijk (in) het Standaard-Arabisch onderwezen. Vanwege het koloniale verleden speelt in Marokko ook de Franse taal (met name in het onderwijs voor de hogere milieus) en, zij het in mindere mate, de Spaanse taal een rol. Duidelijkzalzijn dat deze com- plexe taalsituatie niet bevorderlijk is voor een hoog alfabetisme onder Marokkanen.T,eker niet als daarbij ook nog de slechte onderwijsvoorzieningen (met na- me op het geïsoleerde en achtergebleren platteland) in overweging worden genomen. Voor Marokkaanse kinderen in Nederland wordt de situatie nog gecom- pliceerder, omdat zij ook te maken krijgen met de Nederlandse taal. Vanwaar deze uitweiding over de taalsituatie van de Marokkanen? Uit de lage scores zou kunnen worden afgeleid dat de beheersing van de eigen taal door de Marokkaanse kinderen bijzonder slecht is. In zekere zin is dit natuurlijk ook zo. Van belang is het echter dit resultaat in het juiste perspectief te plaatsen. Ge- wezen is al op de complexe taalsituatie, het afirijkende schrift en de andere schrijfrichting van het Arabisch. Hier moet nog aan worden toegevoegd dat het in Marokko zelf gemiddeld 3 schooljaren duurt voordat de kinderen technisch kunnen lezen; daarna kan het begrijpend lezen pas beginnen. Zij hebben bij volledig onderwijs 4 à 5 jaar nodig om een eenvoudige Arabi- sche tekst te kunnen schrijven. Bovendien doen ze er gemiddeld 9 jaar over om 5 leerjaren te voltooien. Een en ander betekent dat de prestaties van de Ma- rokkaanse leerlingen in Nederland waarschijnlijk niet zo slecht zijn als ze op het eerste gezicht lijken; moge- lijk zijn ze niet slechter dan in Marokko zelf. Uit een naderhand in Marokko zelf uitgevoerd onderzoek (waarbij voor een deel dezelfde toetsen werden afge- nomen als in Nederland) komt naar voren dat het niveau Arabisch van de Marokkaanse kinderen in Ne- derland niet veel verschilt van dat van in opzichten vergelijkbare kinderen in Marokko. Dit vormt daar- mee een bevestiging van de veronderstelling dat het lage niveau het gevolg is van de complexe taalsituatie VELON Tijdschrift, kennismakingsnummer voor Marokkanen en van het feit dat het leren van schriftelijk Arabisch aanzienlijk meer tijd vergt dan het leren van andere talen (vgl. Driessen & De Bot, t991). Kennis eigen taal en cultuur en OETC-deelname De kennis van de eigen taal en cultuur is gerelateerd aan het aantal uren binnenschools en buitenschools OETC dat werd gevolgd. Bij het binnenschoolse OETC is een onderscheid gemaakt tussen leerlingen die gemiddeld 1 uur, 1,5 uur, 2 tur,2,5 uur en 3 uur per week OETC volgden. Bij het buitenschoolse OETC zijn twee categorieën onderscheiden, namelijk leerlingen die deze OETC-variant wèl en leerlingen die haar níet volgden. Voor de groep Turkse leerlingen bestaat er een posi- tieve samenhang tussen deelname aan binnenschools OETC en de taal- en cultuurprestaties. Bij gemiddeld 2,5 uur per week worden de hoogste scores gehaald; bij meer dan 2,5 uur binnenschools OETC echter dalen de scores weer. Tussen deelname aan buiten- schools Turks OETC en kennis van de eigen taal en cultuur wordt geen verband aangetroffen. De samen- hangen tussen deelname aan binnenschools OETC en kennis van de eigen taal en cultuur voor de groep Marokkaanse leerlingen zijn te diffuus om er duidelij- ke tendensen uit te kunnen afleiden. Voor deelname aan het buitenschoolse Marokkaanse OETC is de conclusie echter eenduidig: leerlingen die buiten- schools OETCvolgden, haalden op alle instrumenten waarmee de taalvaardigheid is vastgesteld hogere sco- res dan leerlingen die deze vorm van OETC niet be- zochten. Voor de Spaanse leerlingen ontbreekt voor zowel deelname aan binnen- als voor deelname aan buitenschools OETC een duidelijke trend. Positie in het reguliere onderwijs en OETC-deelname In nr.3van delZejaargang (1991) van dit tijdschrift is al uitvoerig ingegaan op de toetsprestaties Nederland- se taal en rekenen en het doorstroomniveau voortge- zet ondenvijs van allochtone leerlingen (Driessen, 191). Om die reden wordt hier volstaan met een korte samenvatting daarvan in Tabel2. Ter vergelijking zijn de scores van de Nederlandse leerlingen toegevoegd. (De toetsscores zijn uitgedrukt in het percentage cor- rect beantwoorde opgaven; de doorstroomscores kun- nen in principe variëren van f ibo-niveau'tot 9 ?wo- niveau'.) De meeste allochtone leerlingen volgen OETC onder schooltijd. Het gevolg daarvan is dat zij onderdelen van het Nederlandse curriculum missen, bijvoorbeeld
  • 4. Tirrken Marokkanen Spanjaarden Nederlanders Ned. taaltoets Rekentoets Doorstroom v.o. 8Vo 6% 4,0 65Vo 62% 3,9 SAVo 78% 4,3 86Vo 80% ) Tabel 2: Toetsscores Nederlandse taal en rekenen en doorstroomniveau voortgezet onderwijs, naar taalgroep (gemid- delden). lessen Nederlandse taal en rekenen. Om die reden wordt wel verondersteld dat de aan OETC bestede tijd als verloren tijd moet worden beschouwd. Op trvóe manieren is nagegaan of die stelling houdbaaris. Op de eerste plaats is gekeken of er een verband bestaai tussen het aantal uren binnenschools OETC en de hoogte van de taal- en rekenscores en het doorstroom_ niveau. Met betrekking tot OETC-deelname zijn de vijf eerder genoemde categorieën onderscheiden: ge_ middeld 1 uur tot gemiddeld 3 uur per week. Vervol_ gens is er voor elk van de drie taalgroepen afzonderlijk vastgesteld of leerlingen die relatief veel OETC volg_ den ook lagere taal-, reken- en doorstroomscores haalden. Dit blijkt niet het geval re zijn. Wel is her zo dat de Turkse en Spaanse leerlingen die gemiddeld 2,5 uur OETC per week volgden de hoogste scores haalden; voor de Marokkaanse leerlingen was het scorepatroon te diffuus om er een tendens uit af te leidén. Met andere woorden: leerlingen die veel binnenschools OETC volgden, haalden geen lagere scores op de toetsen Nederlandse taal en rekenen en stroomden niet door naar lagere niveaus van voortgezet onder_ wijs dan leerlingen die weinig binnenschools OETC volgden. Op de tweede plaats is aan de groepsleraren de vraag gesteld welke vakken de leerlingen als gevolg van OETC-deelname misten van het reguliere onAerwijs. Dit blijken vooral taal en rekenen te zijn en veel minder de niet-cognitieve vakken. Tegelijkertijd ga- ven de leraren echter aan dat op ongeveer TVovande scholen de gemiste lessen op een of andere wijze (bv. via herhaling, extra beurten, huiswerkbegeleiding) weerwerden ingehaald. Voor Turkse leerlingen die de gemiste lessen wèl inhaalden blijkt bovendien dat zij hogere scores op de toetsen haalden dan leerlingen dià de lessen níet inhaalden. Voor Marokkaanse leerlin_ gen werd een dergelijk verband niet vastgesteld. Ofde stelling dat eerst de eigen taal tot op een bepaald niveau moet worden beheerst voordat met het leren van de Nederlandse taal kanworden begonnen correct is, kan vanwege de onderzoelisopzet niet goed worden 6 getoetst. Wel blijkt dat de samenhangen tussen de Nederlandse taalvaardigheid en de eigen-taalvaardig_ heid niet of nauwelijls relevant zijn. Er bestaan dus in het algemeen geen aanwijzingen dat leerlingen die goed (ofslecht) zijn in de eigen taat tegelijkertijd ook goed (of slechQ zijn in het Nederlands; evenmin zijn er indicaties dat leerlingen die goed zijn in de ene taàI, slecht zijn in de andere. Wel kan op basis van de analyses met betrekking tot de relatie kennis van de eigen taal en cultuur en prestaties in het reguliere onderwijs enerzijds en OETC-deelname anderzijds worden geconstateerd dat er bij de Turkse en Spaanse leerlingen één categorie uitspringt. Het blijkt name_ lijk dat leerlingen die gemiddeld 2,5 uui binnen_ schools OETC per week volgden zowel de beste pres- taties leverden op het gebied van het Nederlandse als van het ETC-onderwijs. Samenvatting en conclusies De meeste allochtone leerlingen van de onderzochte scholen volgen binnenschools OETC; een klein deel van hen volgt (eventueel daarnaast) buitenschools OETC. Als er binnenschools OETC wordt gevolgd, is dat vaak 2,5 uur per week. Turkse en Spaanse leerlin- gen hebben wat kennis van de eigen taal en cultuur betreft een redelijk tot goed niveau. Van Marokkaan- se leerlingen kan dat niet worden gezegd; met name het niveau van het schriftelijk Arabisch is erg laag. Eigenlijk is dit echterniet zoverwonderlijk, aangezien zij te maken hebben met een uiterst complexe taalsi_ tuatie. Bovendien blijkt dat de verwerving van het Arabisch, ook in Marokko zelf, een moeizaam en langdurig proces is; Arabisch is kennelijk een moeilij_ ke taal om re leren. Waarschijnlijk is de beperkie OETC-tijd er dan ook de oorzaak van dat er geen sterk(er) verband wordt aangetroffen tussen de om_ vangvan de OETC-deelname en de OETC_prestaties. Hoewel vaak wordt verondersteld dat onderichooltijd gevolgde OETC-uren voor het Nederlandse onderwil-'s VELON Tijdschrift, kennismakingsnummer
  • 5. als verloren uren moeten worden beschouwd, wordt daar in het onderhavige onderzoek geen bevestiging voor gevonden. Voor de reguliere (cognitieve) onder- wijsprestaties en het doorstroomniveau voortgezet ondèrwijs heeft het volgen van OFTC geen conse- quenties - geen negatieve, maar ook geen positieve' Waarschijnlijk heeft dit te maken met het feit dat de OETC-uren relatief beperkt in aantal zijn en dat an- dere factoren (zoals het sociaal-economische her- komstmilieu) een aanzienlijk zwaarwegendere rol spelen bij het prestatieniveau van deze kinderen. Literatuur - BOT, K. DE, 'Taalbehoud, taalonderhoud en OET- C'. In Levende Talen, 1987, nr.Z, p. 108-1 12. - DRiESSEN, G., De onderwiispositie van allochtone leerlingen. De rot van sociaal-economische en etnisch- culturele factoren, met speciale aandacht voor het On' derwijs in Eigen Taal en Culruur.ITS, Nijmegen 1990' - DRIESSEN, G., 'Allochtonen in het onderwijs' Toetsprestaties en doorstroomniveaus nader be- schouwd' ln Tijdschifi voor Lerarenopleiders, 1991, (12) nr.3, p.4-11. - DRIESSEN G., JUNGBLUTH, P. & LOUVEN. BERG, J., OETC in het basisonderwijs- Doelopvattin' gen, leerlcrachten, leermiddelen en omvang. SVO, Den Haag 1988. - DRIESSEN, G., JUNGBLUTH, P. & BOT, K. DE' De effectiviteit van het Onderwijs in Eigen Taal en Cul' tlrur. hestaties van Marokkaanse, Spaanse en Turl<se leerlingen. ITS, Nijmegen 1989. - DRIESSEN, G. & BOT IC DE,'De eigen-taalvaar- digheid van Marokkaanse leerlingen. Een nadere re- lativering', ln; Levende Talen,l99l,459, p. 124'127. - GAILLY, A & LEMAN, J. (red.), Onderwiis, taal- en leermoeilijkheden in de immigratie. ACCO, Leuven 1982. - DRIESSEN, G. & JUNGBLUTH, P.,'Onderwijs in Eigen Taal en Cultuur. Pretenties aanzienlijk, ver- wachtingen gering'. ln: Pedagogische Srudien, 1989 (66) nr. 2,p.52-60. - Ministerievan O & W,Concept-beleidsnotitie Onder- wijs in de Eigen Taal als onderdeel van een geïntegreerd talenonderwijs. Ministerie van Onderwijs & Weten- schappen, Zoetermeer 1990. - MOOR, E. DE (reÀ.),Arabisch en Turl<s op school. Discussies over eigen taal- en cultuuronderwyi. Coutin- ho, Muiderberg 1985. Over de auteur: Dr. Geert Driessen is als ondenwijskundigever- bonden aan de afdeling Onderwijskansen van het Instituut voor Toegepaste Sociale Weten- schappen (ITS) van de Katholieke Universiteit Nijmegen. Hij houdt zich vooral bezig met on- derzoek op het gebied van het Onderwijs in Eigen Taal en Cultuur en het Onderwijsvoor- rangsbeleid. Adres: ITS, Postbus 9048, 6500 KJ Nijmegen, Telefoon 080-653545. VELON Tijdschrift, kennismakingsnummer