Driessen, G. (2000). Invloed van ‘thuistaal’ op taalprestaties is gering. Aziatische kinderen scoren hoger dan Turkse en Marokkaanse. Didaktief & School, 30(4), 20-21.
ISSN 0169-4820
Geert Driessen (2016) Taalvariatie en onderwijsprestaties van autochtone kleu...Driessen Research
Language variety and educational achievement of indigenous primary school pupils
This article explores the relations between language and mathematics test performance and a range of language related family characteristics. The sample consists of 3,639 grade 2 pupils from 437 Dutch primary schools. Data were collected in 2014. The main question is whether pupils who speak standard Dutch at home perform better than pupils who speak a Dutch regional language or dialect. Results of the present analyses were compared with those from analyses performed on comparable data collected in 1994. Between 1994 and 2014 the share of children who speak standard Dutch with their mother and father has increased with 8 percent points to 95 percent. The share of mothers and fathers who speak standard Dutch to each other has increased with 17 percent points to 91 percent. No correlation was found between language choice, i.e. speaking standard Dutch versus a regional language or dialect, and language and mathematics test performance. One remarkable finding was that children from the province of Limburg perform well while they speak standard Dutch least.
Geert Driessen (2016) Zoals de ouden zongen piepen de jongen?Driessen Research
Driessen, G. (2016). Zoals de ouden zongen, piepen de jongen? De taal van ouders en taal en taalvaardigheid van hun kinderen. Dutch Journal of Applied Linguistics, 5(2), 145-159.
Geert Driessen (2016) Taalvariatie en onderwijsprestaties van autochtone kleu...Driessen Research
Language variety and educational achievement of indigenous primary school pupils
This article explores the relations between language and mathematics test performance and a range of language related family characteristics. The sample consists of 3,639 grade 2 pupils from 437 Dutch primary schools. Data were collected in 2014. The main question is whether pupils who speak standard Dutch at home perform better than pupils who speak a Dutch regional language or dialect. Results of the present analyses were compared with those from analyses performed on comparable data collected in 1994. Between 1994 and 2014 the share of children who speak standard Dutch with their mother and father has increased with 8 percent points to 95 percent. The share of mothers and fathers who speak standard Dutch to each other has increased with 17 percent points to 91 percent. No correlation was found between language choice, i.e. speaking standard Dutch versus a regional language or dialect, and language and mathematics test performance. One remarkable finding was that children from the province of Limburg perform well while they speak standard Dutch least.
Geert Driessen (2016) Zoals de ouden zongen piepen de jongen?Driessen Research
Driessen, G. (2016). Zoals de ouden zongen, piepen de jongen? De taal van ouders en taal en taalvaardigheid van hun kinderen. Dutch Journal of Applied Linguistics, 5(2), 145-159.
Geert Driessen e.a. (2016) Evaluatie pilot tweetalig primair onderwijs startm...Driessen Research
Driessen, G., Krikhaar, E., Graaff, R. de, Unsworth, S., Leest, B., Coppens, K., & Wierenga, J. (2016). Evaluatie pilot Tweetalig Primair Onderwijs. Startmeting 2014/15. Publieksversie. Nijmegen: ITS.
Geert Driessen (1991) OPCO Effecten van OETC-deelname Paper.pdfDriessen Research
Driessen, G. (1990). Effecten van OETC-deelname. ETC- en reguliere-onderwijsprestaties. Invited paper Zesde Onderwijsdag voor het Protestants-Christelijke Onderwijs ‘De effectieve school in de jaren ‘90’, Amsterdam, 31 oktober 1990.
Geert Driessen (1992) LAO Aanbevelingen gericht op de verbetering van de onde...Driessen Research
Driessen, G. (1992). Aanbevelingen gericht op de verbetering van de onderwijspositie van alloch¬tonen. Aandachtspunten basisonderwijs, voortgezet onderwijs en OETC. Invited paper conferentie van de Landelijke Advies- en Overlegstructuur Minderhedenbeleid (LAO), Utrecht, 20 mei 1992.
Geert Driessen (2008) Houdoe? Afscheid van streektalen en dialecten? Driessen Research
Driessen, G. (2008). Houdoe? Afscheid van streektalen en dialecten? Invited paper Derde Internationale Streektaalconferentie, Rilland-Bath, 6 juni 2008.
Geert Driessen et al. (2016) Evaluatie pilot tweetalig primair onderijsDriessen Research
Driessen, G., Krikhaar, E., Graaff, R. de, Unsworth, S., Leest, B., Coppens, K., & Wierenga, J. (2016). Evaluatie pilot Tweetalig Primair Onderwijs. Startmeting schooljaar 2014/15. Presentatie TPO-scholen, Utrecht, 21 januari 2016.
Marjolein van den Nieuwenhof, Frans van der Slik & Geert Driessen (2004) ed K...Driessen Research
Nieuwenhof, M. van den, Slik, F. van der, & Driessen, G. (2004). Dialect en taalvaardigheid Nederlands: Recent onderzoek. In S. Kroon & T. Vallen (eds.), Dialect en school in Limburg (pp. 55-74). Deel 5 in de reeks Studies in Meertaligheid/Studies in Multilingualism. Amsterdam: Aksant Academic Publishers.
ISBN 90-5260-147-X
Maatwerk vereist buitenlandse kinderen mr magazine november 2015Frederik Smit
Het aantal asielzoekers en vluchtelingen naar Nederland is het afgelopen jaar fors toegenomen. Hun kinderen en ook die van grote aantallen arbeidsmigranten zijn leerplichtig. Het Nederlandse onderwijs staat voor een enorme uitdaging. Hoe worden de kinderen opgevangen in het onderwijssysteem, zodat ze snel de taal leren en integreren in de Nederlandse samenleving?
Geert Driessen (1996) Did Allochtone ouders te optimistisch over onderwijskan...Driessen Research
Driessen, G. (1996). Allochtone ouders te optimistisch over onderwijskansen eigen kind. Thuissituatie van veel Turkse en Marokkaanse leerlingen relatief ongunstig. Didaktief (Extra katern), 26(7), 10-13.
ISSN 0169-4820
Geert Driessen (1991) SAC Beleid met betrekking tot OETC Paper.pdfDriessen Research
Driessen, G. (1991). Beleid met betrekking tot OETC: een pleidooi voor realisme. Invited paper studiedagen Stichting Schooladviescentrum Utrecht ‘SAC-beleid met betrekking tot OET’, Berg en Dal, 13-14 juni 1991.
Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....Driessen Research
SAMENVATTING
Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) richt zich op het voorkomen van achterstanden die het gevolg zijn van sociaal-etnische gezinsomstandigheden. De claim is dat het daarin effectief kan zijn, mits het van hoge kwaliteit is. Ondanks de input van vele miljarden zijn de achterstanden de afgelopen decennia echter alleen maar gegroeid. De vraag die hier gesteld wordt is daarom of die claim wel terecht is. Daartoe wordt de externe validiteit van het meest geciteerde voorschoolse programma, het Perry Preschool Project, onder de loep genomen. Kunnen de resultaten daarvan echt in die mate worden gegeneraliseerd als wordt geclaimd?
Kernwoorden: Voor- en Vroegschoolse Educatie; VVE; onderwijsachterstanden; Perry Preschool; James Heckman; generalisatie; externe validiteit
SUMMARY
Preschool Education programs aim at preventing educational delays resulting from socioethnic disadvantage in the home environment of young children. Proponents claim that such programs can be effective, provided they are of high quality. Despite the investment of huge budgets, the educational gap between socioeconomically deprived families and their wealthier counterparts still is widening. The question therefore is whether the programs’ claim is justified. This article focuses on the external validity of the most cited preschool program, the High/Scope Perry Preschool Project. Is it really possible to generalize its findings to other programs, settings and conditions, and target groups, as is being claimed?
Keywords: Pre- and Early School Education; educational disadvantage; Perry Preschool; High/Scope; James Heckman; generalization; external validity
Pre-print van: Driessen, G. (2024). De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma. Heckmans dubieuze claims. Orthopedagogiek: Onderzoek en Praktijk, 63(1), 18-29. ISSN 2211-6273
https://orthopedagogiek.eu/
Geert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdfDriessen Research
Het effect van vve blijft in Nederland moeilijk aantoonbaar. Vve-beleid wordt daarom vaak gestoeld op bewijs uit Amerikaans onderzoek. Geert Driessen fileert de belangrijkste – Perry Preschool en Abecedarian. Er blijft weinig van het bewijs over.
More Related Content
Similar to Geert Driessen (2000) D&S Invloed van thuistaal op taalprestaties is gering.pdf
Geert Driessen e.a. (2016) Evaluatie pilot tweetalig primair onderwijs startm...Driessen Research
Driessen, G., Krikhaar, E., Graaff, R. de, Unsworth, S., Leest, B., Coppens, K., & Wierenga, J. (2016). Evaluatie pilot Tweetalig Primair Onderwijs. Startmeting 2014/15. Publieksversie. Nijmegen: ITS.
Geert Driessen (1991) OPCO Effecten van OETC-deelname Paper.pdfDriessen Research
Driessen, G. (1990). Effecten van OETC-deelname. ETC- en reguliere-onderwijsprestaties. Invited paper Zesde Onderwijsdag voor het Protestants-Christelijke Onderwijs ‘De effectieve school in de jaren ‘90’, Amsterdam, 31 oktober 1990.
Geert Driessen (1992) LAO Aanbevelingen gericht op de verbetering van de onde...Driessen Research
Driessen, G. (1992). Aanbevelingen gericht op de verbetering van de onderwijspositie van alloch¬tonen. Aandachtspunten basisonderwijs, voortgezet onderwijs en OETC. Invited paper conferentie van de Landelijke Advies- en Overlegstructuur Minderhedenbeleid (LAO), Utrecht, 20 mei 1992.
Geert Driessen (2008) Houdoe? Afscheid van streektalen en dialecten? Driessen Research
Driessen, G. (2008). Houdoe? Afscheid van streektalen en dialecten? Invited paper Derde Internationale Streektaalconferentie, Rilland-Bath, 6 juni 2008.
Geert Driessen et al. (2016) Evaluatie pilot tweetalig primair onderijsDriessen Research
Driessen, G., Krikhaar, E., Graaff, R. de, Unsworth, S., Leest, B., Coppens, K., & Wierenga, J. (2016). Evaluatie pilot Tweetalig Primair Onderwijs. Startmeting schooljaar 2014/15. Presentatie TPO-scholen, Utrecht, 21 januari 2016.
Marjolein van den Nieuwenhof, Frans van der Slik & Geert Driessen (2004) ed K...Driessen Research
Nieuwenhof, M. van den, Slik, F. van der, & Driessen, G. (2004). Dialect en taalvaardigheid Nederlands: Recent onderzoek. In S. Kroon & T. Vallen (eds.), Dialect en school in Limburg (pp. 55-74). Deel 5 in de reeks Studies in Meertaligheid/Studies in Multilingualism. Amsterdam: Aksant Academic Publishers.
ISBN 90-5260-147-X
Maatwerk vereist buitenlandse kinderen mr magazine november 2015Frederik Smit
Het aantal asielzoekers en vluchtelingen naar Nederland is het afgelopen jaar fors toegenomen. Hun kinderen en ook die van grote aantallen arbeidsmigranten zijn leerplichtig. Het Nederlandse onderwijs staat voor een enorme uitdaging. Hoe worden de kinderen opgevangen in het onderwijssysteem, zodat ze snel de taal leren en integreren in de Nederlandse samenleving?
Geert Driessen (1996) Did Allochtone ouders te optimistisch over onderwijskan...Driessen Research
Driessen, G. (1996). Allochtone ouders te optimistisch over onderwijskansen eigen kind. Thuissituatie van veel Turkse en Marokkaanse leerlingen relatief ongunstig. Didaktief (Extra katern), 26(7), 10-13.
ISSN 0169-4820
Geert Driessen (1991) SAC Beleid met betrekking tot OETC Paper.pdfDriessen Research
Driessen, G. (1991). Beleid met betrekking tot OETC: een pleidooi voor realisme. Invited paper studiedagen Stichting Schooladviescentrum Utrecht ‘SAC-beleid met betrekking tot OET’, Berg en Dal, 13-14 juni 1991.
Similar to Geert Driessen (2000) D&S Invloed van thuistaal op taalprestaties is gering.pdf (20)
Geert Driessen (2024) OOP De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma....Driessen Research
SAMENVATTING
Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) richt zich op het voorkomen van achterstanden die het gevolg zijn van sociaal-etnische gezinsomstandigheden. De claim is dat het daarin effectief kan zijn, mits het van hoge kwaliteit is. Ondanks de input van vele miljarden zijn de achterstanden de afgelopen decennia echter alleen maar gegroeid. De vraag die hier gesteld wordt is daarom of die claim wel terecht is. Daartoe wordt de externe validiteit van het meest geciteerde voorschoolse programma, het Perry Preschool Project, onder de loep genomen. Kunnen de resultaten daarvan echt in die mate worden gegeneraliseerd als wordt geclaimd?
Kernwoorden: Voor- en Vroegschoolse Educatie; VVE; onderwijsachterstanden; Perry Preschool; James Heckman; generalisatie; externe validiteit
SUMMARY
Preschool Education programs aim at preventing educational delays resulting from socioethnic disadvantage in the home environment of young children. Proponents claim that such programs can be effective, provided they are of high quality. Despite the investment of huge budgets, the educational gap between socioeconomically deprived families and their wealthier counterparts still is widening. The question therefore is whether the programs’ claim is justified. This article focuses on the external validity of the most cited preschool program, the High/Scope Perry Preschool Project. Is it really possible to generalize its findings to other programs, settings and conditions, and target groups, as is being claimed?
Keywords: Pre- and Early School Education; educational disadvantage; Perry Preschool; High/Scope; James Heckman; generalization; external validity
Pre-print van: Driessen, G. (2024). De generaliseerbaarheid van een VVE-modelprogramma. Heckmans dubieuze claims. Orthopedagogiek: Onderzoek en Praktijk, 63(1), 18-29. ISSN 2211-6273
https://orthopedagogiek.eu/
Geert Driessen (2024) Demasqué VVE-modelprogramma's.pdfDriessen Research
Het effect van vve blijft in Nederland moeilijk aantoonbaar. Vve-beleid wordt daarom vaak gestoeld op bewijs uit Amerikaans onderzoek. Geert Driessen fileert de belangrijkste – Perry Preschool en Abecedarian. Er blijft weinig van het bewijs over.
Geert Driessen (2024) Encyclopedia Abecedarian an impossible model preschool ...Driessen Research
The primary goal of pre- and early-school programs is to prevent young children from socioeconomically disadvantage backgrounds to start school already with educational delays. The programs offer compensatory stimulation activities which are supposed to be not available in the home situation; the focus is on language development. Proponents claim that such programs can be effective, provided they are of high quality. The belief in their success is very much based on the outcomes of a few so-called model programs from the 1960s and 1970s. One of these programs is the Carolina Abecedarian Project, a small single-site project started in 1972. Four cohorts of in total 111 children and their poor, Black parents participated in this experiment with a random allocated treatment and a control group. The children were followed from 6 weeks after birth to 6 years of age, that is, when they entered school. They were regularly tested and observed, and then after the program had ended again until they were 40 years of age. The focus here is on the internal and external validity of the Abecedarian Project. Are the effects as reported by the program’s staff reliable and valid? Is it possible to generalize the findings of this model program to other times, settings, conditions, and target groups?
Driessen, G. (2024). Abecedarian: An impossible model preschool program. Encyclopedia, 11 January 2024.
ISSN 2309-3366
Retrieved from https://encyclopedia.pub/entry/121338
Geert Driessen (2023) Encyclopedia The Perry HighScope Preschool Program A Cr...Driessen Research
Early Childhood Education programs aim at preventing educational delays associated with socio-ethnic disadvantage in the home environment of young children. Advocates claim that such programs can be effective, provided they are of high quality. Despite the investment of enormous budgets, the educational gap between socio-economically deprived families and their wealthier counterparts is still widening. The question therefore is justifiied whether these claims are justified. This article focuses on the internal and external validity of the most cited preschool program, the High/Scope Perry PreschoolProject, which was carried out between 1962 and 1967 in one school in Ypsilant, MI. Are the program's effects as reported by, e.g. Lawrence Schweinhart and James Heckman, reliable and valid? And is it really possible to generalize the findings of this so-called model program to other programs, target groups, settings and conditions, as is being claimed?
Geert Driessen (2023) The Perry High/Scope Preschool program. A critique
Retrieved from https://encyclopedia.pub/entry/history/show/109024
Kees de Bot, Geert Driessen & Paul Jungbluth (1988) MLEML An exploration of t...Driessen Research
Bot, K. de, Driessen, G., & Jungbluth, P. (1988). An exploration of the effects of the teaching of immigrant language and culture. Paper International Conference on Maintenance and Loss of Ethnic Minority Languages, Noordwijkerhout, the Netherlands, August 28-30, 1988.
Geert Driessen (1992) MLEML Developments in first and second language acquisi...Driessen Research
Driessen, G. (1992). Developments in first and second language acquisition of Turkish and Moroccan children in the Netherlands. Paper Second International Conference on Maintenance and Loss of Ethnic Minority Languages, Noordwijkerhout, the Netherlands, September 1-4, 1992.
Geert Driessen, Lia Mulder & Paul Jungbluth (1994) ILAPSI Ethnicity and socia...Driessen Research
The document discusses the results of a study on the impact of climate change on global wheat production. Researchers found that rising temperatures will significantly reduce wheat yields across different regions of the world by the end of the century. Under a high emissions scenario, the study projects a global average decrease in wheat production of 6% by 2050, and a 17% decrease by 2100, threatening global food security.
Geert Driessen & Pim Valkenberg (2000) AERA Islamic schools in the western wo...Driessen Research
Driessen, G., & Valkenberg, P. (2000). Islamic schools: the case of the Netherlands. Paper AERA Annual Meeting, New Orleans, LA, USA, April 24-28, 2000.
Geert Driessen (2000) AEGEE Islamic schools in the western world Paper.pdfDriessen Research
Driessen, G. (2000). Islamic schools in the Western World: The case of the Netherlands. Invited paper AEGEE Conference on Intercultural Education, Nijmegen, the Netherlands, April 14-16, 2000.
Geert Driessen & Frederik Smit (2005) ERNAPE Integration participation and ed...Driessen Research
1) The document discusses a study on the relationship between minority parents' participation in Dutch society and their children's educational outcomes.
2) The study uses data from over 10,000 children and their parents to examine how factors like parental ethnicity, education, labor participation, and cultural participation correlate with children's language, math, and social skills.
3) The results find a consistent positive effect of parents' cultural participation (e.g. attending concerts and museums) on children's language and math abilities, supporting the idea that cultural capital benefits children's education. However, the hypothesis that greater parental participation broadly leads to better child outcomes is only partially confirmed.
Frederik Smit & Geert Driessen (2005) CARE Parent and community involvement i...Driessen Research
Smit, F., & Driessen, G. (2005). Parent and community involvement in education from an international comparative perspective. Challenges for changing societies. Invited paper international conference Children At-Risk in Education, (CARE), ‘Children at Risk. Advancing their Educational Frontiers’. Kuala Lumpur, Malaysia, December 2-4, 2005.
Geert Driessen (2006) ERCOMER Integration participation and education Pres.pptDriessen Research
This document summarizes a study on the effects of minority parents' participation in society on their children's educational outcomes. The study used data from 10,680 children in the Netherlands to analyze relationships between parental ethnicity, education, participation in different domains (e.g. labor, religion), and children's language, math and social skills. The results showed a consistent positive effect of parents' cultural participation (e.g. attending concerts) on children's language and math abilities, supporting the idea of cultural capital. However, the hypothesis that greater parental integration would more broadly promote children's education received only partial confirmation. Higher expectations for immigrant children's chances may need to be more realistic.
Michael Merry & Geert Driessen (2010) WCCES Integration by other means Hindu ...Driessen Research
Merry, M., & Driessen, G. (2010). Integration by other means: Hindu schooling in the Netherlands. Paper XIV World Congress of Comparative Education Societies, ‘Bordering, re-bordering and new possibilities in education and society’, Istanbul, Turkey, June 14-18, 2010.
Geert Driessen & Michael Merry (2013) AERA Tackling socioeconomic and ethnic ...Driessen Research
Driessen, G., & Merry, M. (2013). Tackling socioeconomic and ethnic educational disadvantage to prevent lifelong poverty. Paper Annual Meeting AERA 2013, San Francisco, CA, USA, April 27 – May 1, 2013.
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Dealing with street culture in s...Driessen Research
Smit, F., & Driessen, G. (2013). Dealing with street culture in schools: Are families, schools and communities able to work together to improve the quality of the daily interactions and communication? Paper 9th International Conference of the European Research Network About Parents in Education (ERNAPE), ‘Learn from the past, review the present, prepare for a future with equity’. Lisbon, Portugal, September 4-6, 2013. In Nieuwsbrief Ouders, scholen en buurt, juli 2013. Retrieved from http://itsexpertisecentrum.wordpress.com/2013/07/02/dealing-with-street-culture-in-schools-are-families-schools-and-communities-able-to-work-together-to-improve-the-quality-of-the-daily-interactions-and-communication/
Frederik Smit & Geert Driessen (2013) ERNAPE Critical lessons from practices ...Driessen Research
Smit, F., & Driessen, G. (2013). Critical lessons from practices for improving the quality of communication between parents and schools. Paper 9th International Conference of the European Research Network About Parents in Education (ERNAPE), ‘Learn from the past, review the present, prepare for a future with equity’. Lisbon, Portugal, September 4-6, 2013. In Nieuwsbrief Ouders, scholen en buurt, juli 2013. Retrieved from http://itsexpertisecentrum.wordpress.com/2013/07/02/critical-lessons-from-practices-for-improving-the-quality-of-communication-between-parents-and-schools/
Geert Driessen & Michael Merry (2015) RA The gross and net effects Pres.pdfDriessen Research
Driessen, G., & Merry, M. (2015). The gross and net effects of the schools’ denomination on student performance. Paper Annual Meeting AERA 2015, Chicago, Ill., USA, April 16 – 20, 2015.
DOI 10.13140/RG.2.2.30454.40006
Orhan Agirdag, Geert Driessen & Michael Merry (2015) ESA Is there a Catholic ...Driessen Research
Agirdag, O., Driessen, G., & Merry, M. (2015). Is there a catholic school effect for Muslim pupils? Paper 12th Conference of the European Sociological Association 2015, Prague, Czech Republic, August 25–28, 2015.
DOI 10.13140/RG.2.2.14725.76004/1
Geert Driessen (2000) D&S Invloed van thuistaal op taalprestaties is gering.pdf
1. L-
Inv[oed van'thuistaal' op
taatprestati es is geri n g
door Geert Driessen Àllochtone kinderen scoren
riet beter op taalvaardigheidstoetsen naarmate ze
thuis vaker Nederlands spreken, bliikt uit gegeYen§
van het Prima-cohortonderzoek.
Daarmee komt een gangbare
opvatting over de ooreaak van
taalachterstanden op losse
schroeven te staan.
e Nederlandse samenleving
herbergt talloze taalvarië-
teiten. Naast het Neder-
Iands, Fries, Limburgs en een groot
aantal diaiecten kunnen tegen-
woordig nog honderden buiten-
landse talen en dialecten worden
onderscheiden. Maar in het onder-
wijs neemt de Nederlandse taal een centrale plaats in. Dat
betekent dat kinderen die van huis uit geen Standaard Ne-
derlands spreken ineens met een taal te maken kriigen die
nieuw voor hen is of waarmee ze nog maar sporadisch te
maken hebben gehad. Dit leidt vaak tot problemen, voor zo-
wel de kinderen als voor hun leerkrachten die niet airiid
even goed weten hoe ze met die taalverschillen moeten om-
gaan. Die problemen strekken zich dan niet alleen ui! over
het taal-onderdeel van het onderwiis, maar ook over de an-
dere onderdelen, omdat de leeriingen doorgaans in alle vak-
ken in het Nederlands worden geïnstrueerd. Het is daarom
van cruciaal belang dat de kinderen bii hun sta.rt in het on-
derwijs over een goede Nederlandse taalvaardigheid be-
schikken.
ThuistaaI
Hoe staat het precies met de taal die de kinderen van huis uit
meebrengen? Hoe vaak spreken ze Nederlands? En hun ou-
ders? En bestaat er een relatie tussen de frequenrie waarmee
ze Nederlands spreken en hun taalvaardigheid? Dit rype wa-
gen kan worden beantwoord met behulp van gegevens die
recenteiijk ziin verzameld il het Prima-cohortonderzoek.
Deze gegevens zijn afkomstig uit een schrifteiiike wagenliist
die door de ouders van 1 1362 leerlilgen uit groep 2 is inge-
nrld. We hebben ons daarbij gericht op de grootste groepe-
ringen, te wete[ autochtonen, Surinamers en Antillianen,
Turken, Marokkanen en Aziaten, met respectieveiiik 8344,
383, 859, 692 en 136 gezirrnen. Behalve over de ouderwa-
genlijst, beschikken we ook over de resultaten varr de Be-
didaktief & school NR4/APRIL 2000
grippentoets uit het Cito-leerlingvolgsysteem. Deze toets
geeft een indicatie van het niveau voorbereidend iezen en
daarmee van een onderdeel van het taalvaardigheidsniveau'
De talen die de ouders onderling
meestal met elkaar spreken ziin te-
ruggebracht tot twee categorieën,
namelilk Nederlands versus een
Nederlands dialect, Fries of een
buitenlandse taal. De autochtone
ouders spreken onderiing het meest
Nederlands; bijna 80 procent van
hen doet dat. Dit betekent dat ruim
.20 procent van hen Fries of dialect
spreekt. Onder de allochtone groe-
peringen wordt aanzienliik minder
Nederlands gesproken. Yan de Su-
rinaamse en Altilliaanse ouders
spreekt 58 procent Nederlands, van
de Aziatische ouders 1 2 procent, en
van de Marokkaanse en Turkse ouders slechts 8 en 3 procent'
Er bestaat enige samenhang tussen de onderLinge spreektaai
en de verbiijfsduur van de ouders in Nederland. Onder Suri-
namers en Antillianen neemt het gebruik van het Nederlands
heel geleidelijk toe met de verbliifsduur; Yoor Turken en Ma-
rokkanen is dat echter helemaal niet het geval. Voor Aziaten
geldt dat vooral de groep die twintig laar en larrger hier is
Nederlands spreekt; binnen deze categorie spreekt ongeveer
een kwart van de ouders onderlilg Nederlaads.
Generatie-effect
Ook van de kinderen Meten we welke taal zii spreken. Dat
hebben we vastgesteld voor vier gesprekssituaties, nameliik
met hun moeder, hun vader, broers en zussen, en met
vriendjes of wiendinnetjes. Ook hier hebben we een rwee-
deling gemaakt: Nederlands versus een Nederlands dialect,
Fries ofeen buitenlandse taal. Zo'n 90 procent van de kinde-
ren uit autochtone, Surinaamse en Antilllaanse gezinnen
spreekt in elk van de vier siruaties Nederlands. Turkse, Ma-
rokkaanse en Aziatische kinderen spreken relatief weinig
Nederlands met hun ouders. Met huri broers en zussen is dat
aI veel &equenter, en met hun wienden nog weer vaker. Bii
dit alles springt de Turkse groep er het 'ongunstigst' uit: ge-
middeld genomen spreken deze kinderen in minder dan de
helft van de situaties Nederlands. We zien hierbii overigens
een duideli]k generatie-effect, zeker als we deze Segevens
combineren met die van de ouders. Ook voor de kinderen
geldt dat er zeer lichte samenhang bestaat tussen hun ge-
richtheid op het Nederlands en de verbliifsduur van hun ou-
I
f,
o
z
E
l
I
70
2. Surinoomse en Antíllioonse gezinnen spreken Nederlonds
ders: met het vorderen van de verbliifsduur wordt iets vaker
Nederlands gesproken. Kinderen van moeders die minder
dan tien ]aar in Nederland verbliiven spreken in de helft van
de situaties meestal Nederlands. Bii een verbliifsduur van
tien tot twintig ]aar gaat het om 56 procent en bi] meer dan
twintlg jaar om 65 procent.
De scores op de Clto-toets geven een indicatie van de taal-
vaardigheid van de kinderen. De scores op deze toets hebben
we omgezet in het percentage goed gemaakte opgaven. Er
blijken grote verschilien te zlin tussen de etnische groepen,
waarbi] de Turkse en Marokkaanse kinderen het laagst sco-
ren met 65 en 69 procent goed gemaakte oPgaven, tegen 83
procent goed gemaakte opgaven van auiochtone kinderen.
Opmerkelijk is dat de Aziatische kinderen Íet 7 + procent
lets hoger scoren darr de Surinaamse en Antilliaanse kinde-
ren met 73 procent.
Verv'olgens hebben we de relatie onderzocht tussen het aan-
ral situaties waarln kinderen Nederlands spreken en huri
taalvaardigheid. Daartussen blllken geen samenhang te be-
staal. Het is dus rriet zo dat als kinderen in meer situades
Nederlands spreken hun taalvaardigheid ook beter is- Ook
ziin we nagegaan of er misschlen een relatie is met de ver-
blijfsduur van de ouders. Daar bliikt evenmin sprake van te
ziin. Tot slot hebben we bekeken of er een verband is tussen
de taalvaardigheid van de kinderen en het al dan niet Neder-
lands spreken van hun ouders. Voor de Turkse en Marok-
kaanse groep is dat lastig vast te stellen omdat er binnen de
deze groepen nauwelijks ouders ziin die Nederlands spre-
H et Pri ma-cohortonderzoek
Het Prima-cohortonderzoek beoogt een zo compteet mogetijk beetd
te geven van het primaire onderwijs jn Nedertand, dus zowet van
het reguliere ats van het speciate basisonderwijs. In plaats van af-
zonderLijke onderzoeken naar tetkens andere varianten van onder-
wijsbeteid uit te voeren, vezamett hiermee één ondeaoek gege-
vens die voor verschittende doeleinden kunnen worden gebruikt. Zo
heeft het onderzoek een essentiëte functie in de evatuatie van het
Gemeentelijk Onderwijs Achterstandenbeteid (G0A) en van Weer
Samen Naar Schoot (WSNS).
Het onderzoek kent een [ongitudinate opzet: de onderwijstoopbaan
van groepen kinderen wordt gedurende een langere periode ge-
votgd. ELke twee jaar brengt het Prima-ondezoek het niveau van
kinderen in de even jaargroepen op het terrein van rekenen, taaI
en begrijpend lezen in kaart. Bij iedere nieuwe meting stroomt dus
een nieuw'cohort'leert'ingen in groep 2 in en is een oud'cohort'
doorgestroomd naar het voortgezet onderwijs. Een deel van de
leertingen wordt ook daar nog gevotgd.
ken. Alleen voor de Surinamers en Antillianen een lichte sa-
menhang: als ouders Nederlands spreken, gaat dat samen
met iets hogere toetsscores bij hun kinderen. $
ll Ccrn Dries,er is underzoeker bii ITS ijmegen. E mail G.Driessen
ll @,irr.t rr.nt. Zie ook onderzoek kon, pogino 34.
2l
didaktief & school NR4/APRIL 2000