SlideShare a Scribd company logo
De Brede School: mogelijkheden voor integratie
 Onderzoek naar de attitudes van ouders en leerlingen ten opzichte van kinderen met
                           lichamelijke, verstandelijke en meervoudige beperkingen




                                                              Anke A. de Boer
De Brede School: mogelijkheden voor integratie
 Onderzoek naar de attitudes van ouders en leerlingen ten opzichte van kinderen met
                           lichamelijke, verstandelijke en meervoudige beperkingen
Dit is een interne publicatie van:




Auteur: Anke A. de Boer

© Anke A. de Boer

Afdeling Orthopedagogiek
Grote Rozenstraat 38
9712 TJ Groningen
www.rug.nl/gmw
Inhoudsopgave

Inleiding ............................................................................................................................... 1
Opzet en uitvoer van het onderzoek .................................................................................... 4
Het meten van attitude ......................................................................................................... 6
De attitude van kleuters ....................................................................................................... 8
De attitude van basisschoolleerlingen ............................................................................... 11
De attitude van ouders ....................................................................................................... 14
Samenvatting ..................................................................................................................... 16
Aanbevelingen ................................................................................................................... 18
Vragen of meer informatie ................................................................................................ 19
Inleiding
Verschillende beleidsvormen hebben er voor gezorgd dat het Nederlandse onderwijs in
de afgelopen jaren steeds meer is gericht om op het geven van een plek aan kinderen met
beperkingen in het reguliere onderwijs, in plaats van hen te verwijzen naar het speciaal
onderwijs. Door de invoering van de leerlinggebonden financiering (LGF) is het mogelijk
geworden om leerlingen met zintuigelijke, lichamelijke of verstandelijke beperkingen of
psychiatrische problemen in het reguliere onderwijs op te nemen. Met het toekomstig
Passend Onderwijs beleid gaat Nederland nog een stap verder: elke school/
samenwerkingsverband heeft zorgplicht. Dit betekent dat elke school onderwijs op maat
moet kunnen bieden, ongeacht de beperking van een leerling. De ontwikkelingen rondom
de LGF en Passend Onderwijs zijn vooral gericht op kinderen met (relatief) milde
vormen van beperkingen. Het integreren van kinderen met ernstige en meervoudige
beperkingen wordt vaak gezien als ‘een stap te ver’. Echter, verschillende initiatieven
worden opgezet om kinderen met ernstige beperkingen te integreren in een reguliere
onderwijssetting. Hierdoor krijgen kinderen met beperkingen meer contact met
leeftijdsgenoten zonder beperkingen. Deze initiatieven vinden vooral plaats in een Brede
School.
   Halverwege de jaren ’90 is de ontwikkeling van Brede Scholen vanuit de Nederlandse
overheid gestimuleerd. Een Brede School komt tot stand door de samenwerking van
lokale instanties die de overtuiging hebben dat er in een Brede School meer geboden kan
worden aan kinderen, ouders en buurtbewoners. Hierdoor kunnen de ontwikkelings-
kansen van kinderen vergroot worden, bredere arrangementen aan ouders aangeboden
worden en de sociale cohesie in de buurt versterkt worden. Brede scholen zijn herkenbaar
aan:
         Structurele samenwerking tussen scholen en meerdere instellingen voor
         kinderopvang, welzijn, zorg, cultuur en sport;
         Een gezamenlijke pedagogische visie en een doorgaande lijn in de werkwijze;
         Organisatorische en financiële verankering van de samenwerking in het beleid en
         de uitvoering van de betrokken organisaties.
Een Brede School biedt veel mogelijkheden voor samenwerking met een zorginstelling of
onderwijs voor mensen/kinderen met beperkingen, denk bijvoorbeeld aan een school
voor speciaal onderwijs of een kinderdagcentrum. Door nauw met elkaar samen te
werken kan er een bijdrage geleverd worden aan de integratie van mensen/kinderen met
beperkingen in de maatschappij.



                                           1
Definitie van een Brede School
         Een brede school is een samenhangend netwerk van toegankelijke en
         goede voorzieningen voor kinderen, ouders en buurt, met de school als
         middelpunt.




In de afgelopen jaren is er in de provincie Groningen gewerkt aan het openen van de
Brede School die centraal staat in deze brochure. Verschillende partijen maken deel uit
van deze Brede School: regulier basisonderwijs (twee scholen), kinderopvang,
peuterspeelzaal en een kinderdagcentrum. Het kinderdagcentrum biedt zorg aan kinderen
met ernstige en/of meervoudige beperkingen. Door het kinderdagcentrum komen de
leerlingen van het reguliere basisonderwijs in de Brede School in contact met kinderen
met ernstige en/of meervoudige beperkingen.
   In het proces van de totstandkoming van de Brede School vroegen de directeuren zich
af hoe direct betrokkenen, zoals ouders en leerlingen, denken over leeftijdsgenoten met
beperkingen. Daarnaast wilden ze de leerlingen voorbereiden op het omgaan met
kinderen met beperkingen door ze meer kennis te geven over beperkingen. Deze vragen
hebben geresulteerd in een onderzoek dat de afgelopen jaren is uitgevoerd vanuit de
afdeling Orthopedagogiek van de Rijksuniversiteit Groningen. In deze brochure worden
de uitkomsten van het onderzoek gepresenteerd door antwoord te geven op de volgende
vragen:
1) Wat voor attitude hebben leerlingen en ouders ten opzichte van kinderen met
      lichamelijke, verstandelijke en meervoudige beperkingen?
2) Wat is het effect van kennis over kinderen met beperkingen op de attitude van
      leerlingen en ouders?
3) Wat is het effect van contact met kinderen met beperkingen op de attitude van
      leerlingen en ouders?




                                           2
Doel van deze brochure
Het doel van deze brochure is informatie te verstrekken aan
professionals die betrokken zijn bij het onderwijs aan basisschool-
leerlingen (zoals orthopedagogen, psychologen, intern begeleiders,
onderwijskundigen, (bovenschoolse) onderwijsdirecteuren en leer-
krachten) over de uitkomsten van onderzoek naar:

    De attitude van leerlingen en ouders ten opzichte van kinderen
    met lichamelijke, verstandelijke en meervoudige beperkingen;
    Het effect van kennis over beperkingen op de attitude van
    leerlingen en ouders;
    Het effect van contact tussen reguliere basisschoolleerlingen en
    kinderen met beperkingen op de attitude van basisschool-
    leerlingen en ouders.

We hopen dat de informatie die we verstrekken inzicht geeft in de
attitude van leerlingen en ouders over kinderen met verschillende
beperkingen. Daarnaast hopen we dat deze informatie inzicht geeft in
mogelijkheden om initiatieven op te zetten om kinderen met (ernstige)
beperkingen te integreren in het reguliere onderwijs.




                                   3
Opzet en uitvoer van het onderzoek
Om een antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvragen is er een onderzoek opgezet
waaraan vier reguliere basisscholen uit de provincie Groningen hebben meegedaan. Het
onderzoek is in het najaar van 2009 van start gegaan, ongeveer 1 ½ jaar voor de opening
van de Brede School. Het onderzoek is begin 2012 afgerond. Bij de leerlingen van groep
2 t/m 8 en hun ouders zijn op viertal momenten vragenlijsten afgenomen: november 2009,
maart 2010, maart 2011 en januari 2012 (zie Tabel 1). In totaal hebben er 144 leerlingen
van groep 4 t/m 8 (verder aangeduid als basisschoolleerlingen), 54 leerlingen van groep 2
en 3 (verder aangeduid als kleuters) en 107 ouders meegedaan aan het onderzoek.
   Om te kijken wat het effect is van kennis over beperkingen en contact met
leeftijdsgenoten met beperkingen op de attitude van leerlingen zijn de deelnemende
scholen in drie groepen ingedeeld (zie Tabel 1):
         School 1 (Brede School): bij de leerlingen van de Brede School is er gekeken
         naar het effect van kennis over beperkingen en het effect van contact met
         kinderen met beperkingen op hun attitude. Als voorbereiding op de Brede School
         hebben de twee basisscholen het project ‘Iedereen hoort erbij’ uitgevoerd met als
         doel de leerlingen kennis te geven over beperkingen. ‘Iedereen hoort erbij’ is een
         project dat bestaat uit een zestal lessen waarin elke keer één type beperking
         wordt besproken. Elke week zijn er twee lessen gegeven door de eigen leerkracht
         over lichamelijke, verstandelijke of meervoudige beperkingen. Met behulp van
         (voor) leesboeken en video’s is er uitleg gegeven over de drie beperkingen en
         zijn er activiteiten uitgevoerd om leerlingen inzicht te geven over de invloed van
         de beperking in het dagelijks leven 1 . Het project is uitgevoerd tussen meet-
         moment 1 en meetmoment 2. Een jaar later is er gekeken of er een lange termijn
         effect van het project zichtbaar was (meetmoment 3). Tussen het derde en vierde
         meetmoment is de Brede School geopend, waardoor de leerlingen voor
         meetmoment 4 in contact kwamen met leeftijdsgenoten met beperkingen.
         School 2: bij de leerlingen van deze basisschool gekeken is naar het effect van
         het contact met een leeftijdsgenoot met een beperking op de attitude van
         leerlingen. Vanaf het eerste meetmoment zat er een leerling met een
         verstandelijke beperking bij de kleuters in de groep.
         School 3: de leerlingen van deze basisschool hebben geen kennis gekregen over
         beperkingen en hebben geen contact gehad met leeftijdsgenoten met een
         beperking. Deze school heeft meegedaan als controle school in het onderzoek.
1
    Meer informatie over het project kunt u vinden op www.iedereenhoorterbij.nl.

                                                          4
Tabel 1. Visuele weergave van de opzet van het onderzoek.
                 T1: Nov-09        T2: Mrt-10       T3: Mrt-11     T4: Jan-12
School 1         Kennis            Kennis           Kennis         Kennis
                 Geen contact      Geen contact     Geen contact   Contact
School 2         Geen kennis       Geen kennis      Geen kennis    Geen kennis
                 Contact           Contact          Contact        Contact
School 3         Geen kennis       Geen kennis      Geen kennis    Geen kennis
                 Geen contact      Geen contact     Geen contact   Geen contact




                                          5
Het meten van attitude
De attitude van ouders en leerlingen is in kaart gebracht door middel van vragenlijsten.
Er is onderscheid gemaakt tussen leerlingen van groep 2 en 3 en de leerlingen van groep
4 t/m 8. Gemakshalve worden deze leerlingen in deze brochure aangeduid met kleuters
(groep 2 en 3) en basisschoolleerlingen (groep 4 t/m 8). Om de attitude van
basisschoolleerlingen en hun ouders ten opzichte van kinderen met een lichamelijke,
verstandelijke, of meervoudige beperking te kunnen beschrijven hebben we gebruik
gemaakt van situatieomschrijvingen 2 . Dit is een kort verhaaltje over een kind met
kenmerken van één van de drie beperkingen: een lichamelijke, verstandelijke, of meer-
voudige beperking. De situatieomschrijving is aan de ouders en basisschoolleerlingen
voorgelegd en vervolgens is aan hen gevraagd om de stellingen in de vragenlijst te
beantwoorden. Een voorbeeld van een stelling voor de ouder en leerling is: ‘Ik zou het
goed vinden als Johan mijn kind bij hem thuis uitnodigt/ Ik zou het leuk vinden als Johan
mij bij hem thuis uitnodigt’. De leerlingen en ouders konden kiezen uit vijf
antwoordmogelijkheden: helemaal mee oneens, beetje mee oneens, weet ik niet, beetje
mee eens, helemaal mee eens. De range van de scores is: 1-5, waarbij een hogere score
een positievere attitude aangeeft. Elke ouder/leerling heeft een vragenlijst ingevuld over
één van de drie beperkingen3. Een voorbeeld van een situatieomschrijving is hieronder
weergegeven.


             Situatieomschrijving van Job/Ester
             Job is een jongen in de basisschoolleeftijd en hij is net hierheen
             verhuisd. Stelt u zich voor dat hij binnenkort bij uw kind in de klas komt.
             Job kan goed horen en zien, maar leren vindt hij heel moeilijk. Job heeft
             vaak een eigen juf die hem helpt bij het leren. Hij zit in een rolstoel die hij
             zelf kan besturen, en kleine stukjes kan hij lopen. Job vindt het moeilijk
             om te spelen, omdat hij snel afgeleid is. Omdat Job niet kan praten
             maakt hij vaak gromgeluiden of lacht bijvoorbeeld als hij iets leuk vindt.
             Job houdt heel erg van muziek, hij vindt het leuk om met een
             muziekdoosje te spelen.




2
  Deze vorm van bevraging kunt u ook zelf gebruiken om de attitudes van direct betrokkenen ten opzichte van
leerlingen met beperkingen in uw school/samenwerkingsverband in kaart te brengen.
3
  Voor de basisschoolleerlingen zijn geslacht specifieke situatieomschrijvingen gemaakt. Hierdoor hebben meisjes
een vragenlijst ingevuld over een meisje met een beperking en jongens een vragenlijst ingevuld over een jongen met
een beperking.

                                                        6
Voor de kleuters is gebruik gemaakt van vragenlijsten die in kleine groepjes afgenomen
kon worden door een testleider. De testleider heeft de vragen voorgelezen waarna de
kleuters met behulp van smileys uit drie antwoorden konden kiezen: ja, nee, of misschien.
De vragenlijst bevatte dertien vragen zoals ‘Zou je willen spelen met een kind in een
rolstoel?’ De range van de scores is: 0 tot 26, waarbij een hogere score een meer
positieve attitude aangeeft.

Op de volgende pagina’s worden de uitkomsten van het onderzoek per groep
gepresenteerd. Er wordt achtereenvolgens ingegaan op:
     Kleuters
       De attitude van kleuters op het eerste meetmoment;
       De attitude van kleuters per meetmoment;
       De invloed van kennis over beperkingen en contact met leeftijdsgenoten
       met beperkingen op de attitude van kleuters.
     Basisschoolleerlingen
       De attitude van basisschoolleerlingen op het eerste meetmoment;
       De attitude van basisschoolleerlingen per meetmoment;
       De invloed van kennis over beperkingen en contact met leeftijdsgenoten
       met beperkingen op de attitude van basisschoolleerlingen.
     Ouders
       De attitude van kleuters op het eerste meetmoment;
       De invloed van kennis over beperkingen en contact met kinderen
       met beperkingen op de attitude van ouders;
       Variabelen die invloed hebben op de attitude van ouders.




                                           7
De attitude van kleuters
De gemiddelde attitude score van kleuters geeft aan dat kleuters een negatieve attitude
hebben ten opzichte van leeftijdsgenoten met een beperking (M= 7,9 en SD= 6,5).
Wanneer we kijken naar afzonderlijke vragen blijkt dat het merendeel van de leerlingen
een negatief antwoord heeft gegeven. Ze willen liever niet spelen met een kind met een
beperking en willen er ook liever geen vriendjes mee zijn. Ook heeft het merendeel van
de leerlingen geen vriendje of vriendinnetje met een beperking. Een verklaring voor deze
negatieve uitkomsten kan de onbekendheid zijn van de betekenis van het begrip
handicap/beperking voor leerlingen van deze leeftijd. De leerlingen vonden het
bijvoorbeeld lastig om antwoord te geven op de vraag: ‘weet je wat een
handicap/beperking is?’ Het percentage positieve, negatieve en ‘misschien’ antwoorden
van de jonge leerlingen op een aantal stellingen is te zien in tabel 2.

Tabel 2. Percentage positieve, negatieve en misschien antwoorden van kleuters op de attitude stellingen
per meetmoment 1 (N= 54).
 Stelling                                                                %        %           %
                                                                         JA      NEE      MISSCHIEN
 Zou je het leuk vinden om beste vrienden te zijn met                    18       65           17
 een jongen/meisje dat nog niet kan praten?

 Zou je het leuk vinden om beste vrienden te zijn met                    13       67           20
 een jongen/meisje dat niet kan zien?

 Zou je gaan spelen met een jongen/meisje, ook als hij/zij niet          11       76           13
 kan lopen?

 Zou je het leuk vinden om te spelen met een kind dat                    24       59           17
 gehandicapt is?

 Zou je het leuk vinden om in de pauze te gaan spelen met een            13       67           20
 kind dat gehandicapt is?

 Heb je wel eens gepraat met een gehandicapt kind?                       24       55           21

 Heb je een vriendje of vriendinnetje met een handicap?                  9        82            9



De uitkomsten geven aan dat jongens een significant negatievere attitude hebben dan
meisjes. Er is geen verschil in attitude tussen de leerlingen van groep 2 en 3.



                                                    8
De attitude van kleuters per meetmoment
Wanneer we kijken naar de ontwikkeling van de attitude, blijkt dat kleuters een
significant positievere attitude krijgen ten opzichte van leeftijdsgenoten met beperkingen
naarmate ze ouder worden. Figuur 2 laat zien dat de attitude score bij elk meetmoment
wat omhoog is gegaan.


                        Figuur 2. De attitude van kleuters per meetmoment

                   24
  Attitude score




                   20
                   16
                   12
                    8
                    4
                    0




De uitkomsten laten zien dat jongens een negatievere attitude hebben dan meisjes. Echter,
de attitude ontwikkeling is voor jongens en meisjes vergelijkbaar. Beide groepen worden
positiever naarmate ze ouder worden. In figuur 3 is te zien dat jongens en meisjes zich
gelijk ontwikkelen, maar dat de attitude score van jongens negatiever is dan de score van
meisjes.


                        Figuur 3. Vergelijking van de attitudes van kleuters per geslacht
                        per meetmoment

                   24
                   20
  Attitude score




                   16
                   12                                                                       Jongens
                    8                                                                       Meisjes
                    4
                    0




                                                        9
Het effect van kennis over beperkingen en contact met leeftijdsgenoten met
beperkingen op de attitude van kleuters
Om na te gaan of er een effect is van kennis over beperkingen en contact met
leeftijdsgenoten met een beperking op de attitude is er een vergelijking gemaakt van de
verschillende scholen op de vier meetmomenten. De uitkomsten laten zien dat er een
stijgende lijn is bij school 1 tussen Nov-09 en Mrt-10, wat betekent dat het project
‘Iedereen hoort erbij’ een positief effect heeft op de attitudes van kleuters.
    De uitkomsten laten tevens zien dat de attitudes van de kleuters van school 1 en 2
beide positiever zijn geworden tussen Mrt-11 en Jan-12. Dit betekent dat de
aanwezigheid van een leerling met beperking in de klas (school 2) óf leerlingen met
beperkingen in de Brede School (school 1) een positief effect heeft op de attitude van
kleuters.
    Hoewel de kleuters van school 3 (controle school) positiever zijn geworden naarmate
ze ouder zijn geworden, is het duidelijk dat de kleuters op de andere scholen een grotere
verandering hebben doorgemaakt. De vergelijking van de verschillende scholen is te zien
in figuur 4.


                           Figuur 4. Vergelijking van attitudes van kleuters per school

                   24

                   20
                                                                                                                                                      School 1: leerlingen met
  Attitude score




                                                                                                                                                      beperkingen in school (Brede
                   16
                                                                                                                                                      School)
                   12                                                                                                                                 School 2: leerling met
                                                                                                                                                      beperking in kleuterklas
                    8
                                                                                                                                                      School 3: controle school
                    4

                    0
                                 jan-10
                                          mrt-10




                                                                                       jan-11




                                                                                                                                             jan-12
                        nov-09




                                                   mei-10




                                                                                                mrt-11
                                                            jul-10
                                                                     sep-10
                                                                              nov-10




                                                                                                         mei-11
                                                                                                                  jul-11
                                                                                                                           sep-11
                                                                                                                                    nov-11




                                                                                                                  10
De attitude van basisschoolleerlingen
De gemiddelde attitude score van de leerlingen is neutraal tot positief (M= 3,9 en SD=
0,7). Wanneer we kijken naar afzonderlijke stellingen blijkt dat meer dan de helft van de
leerlingen bij elke stelling een positief antwoord geeft. Opvallend is dat de antwoorden
negatiever zijn bij stellingen die meer persoonlijk van aard zijn, zoals: ‘Ik zou mijn
geheimen wel aan Johan vertellen’, ‘Ik zou Johan wel uitnodigen om te komen logeren
bij mij’ en ‘Ik zou het leuk vinden als Johan mijn beste vriend zou zijn’. Op deze
stellingen geven de leerlingen vaker een neutraal of negatief antwoord.
   Het percentage positieve, negatieve en neutrale antwoorden op de stellingen over
kinderen met een lichamelijk beperking is te zien in tabel 3. Een vergelijking van de
antwoorden per beperking laat zien dat de leerlingen het meest negatief zijn over
kinderen met een meervoudige beperking. De attitude van leerlingen ten opzichte van
kinderen met een verstandelijke- of lichamelijke beperking is vergelijkbaar.

Tabel 3. Percentage positieve, negatieve en neutrale antwoorden van basisschoolleerlingen op de
stellingen over kinderen met een lichamelijke beperking (L) (N= 44), verstandelijke beperking (V) (N=
51), meervoudige beperking (M) (N= 49) op meetmoment 1.
 Stelling                                                           % JA             % NEE        % NEUTRAAL
                                                               L     V     M    L     V      M    L    V    M
 Ik zou Job/Ester wel uitnodigen voor mijn verjaardags-        61    86    54   9      2     8    30   12   38
 feestje.

 Ik zou Job/Ester net zo aardig vinden als mijn                70    76    74   14    10     12   16   14   14
 andere vrienden.

 Ik zou het leuk vinden als ik een schoolopdracht              73    60    70   15    19     11   12   21   19
 met Job/Ester zou moeten doen.

 Ik zou het leuk vinden als Job/Ester mij bij hem/haar         59    66    74   14    12     12   27   22   14
 thuis uitnodigt.

 Ik zou het leuk vinden als Job/Ester mijn beste               50    39    50   20    22     31   30   39   19
 vriend(in) zou zijn.

 Ik zou Job/Ester wel uitnodigen om te komen logeren           34    40    29   32    23     29   34   37   42
 bij mij.

 Ik zou mijn geheimen wel aan Job/Ester vertellen.             20    33    37   38    40     42   42   27   21

 Ik zou proberen uit de buurt te blijven van Job/Ester.        9     6     10   84    86     80   7    8    10

 Ik zou niet naast Job/Ester willen zitten in de klas.         23    14    14   64    72     67   13   14   19


Opmerking: de cursief gedrukte stellingen zijn negatief geformuleerd.




                                                          11
De attitude van basisschoolleerlingen per meetmoment
Een vergelijking van de attitude van basisschoolleerlingen op de vier meetmomenten laat
zien dat de leerlingen stabiel zijn. Hun attitude verandert weinig naarmate ze ouder
worden. De leerlingen hebben op alle vier meetmomenten een neutraal tot positieve
attitude. Hoewel er weinig verschil is in de attitude ontwikkeling van jongens en meisjes,
is het duidelijk dat jongens een significant negatievere attitude hebben dan meisjes (zie
figuur 5).


                       Figuur 5. Vergelijking van attitudes van
                       basisschoolleerlingen per geslacht per meetmoment
                   5

                   4
  Attitude score




                   3
                                                                             Jongens
                                                                             Meisjes
                   2

                   1




Het effect van kennis over beperkingen en contact met leeftijdsgenoten met
beperkingen op de attitude van basisschoolleerlingen
Om te kijken wat het effect is van kennis over beperkingen (het project ‘Iedereen hoort
erbij’) en het contact met leeftijdsgenoten met beperkingen op de attitude van
basisschoolleerlingen is er een vergelijking van de drie scholen gemaakt. Deze
vergelijking is visueel weergegeven in figuur 6.
   De uitkomsten laten zien dat er geen effect is van het project ‘Iedereen hoort erbij’ op
de attitude van de leerlingen uit groep 4 t/m 8. De attitude van de leerlingen van de Brede
School is stabiel gebleven op de eerste drie meetmomenten. Daarnaast laten de
uitkomsten zien dat er een significant effect is van het contact van de leerling met de
beperking in school 2 op de attitudes van de leerlingen van groep 4 t/m 8. Dit effect is
echter alleen zichtbaar op het laatste meetmoment (Jan-12), wat betekent dat er na twee
jaar een effect te zien is op de attitude van leerlingen. De uitkomsten van de kleuters
bevestigen dit beeld, omdat bij deze leerlingen van school 2 ook de grootste attitude
verandering zichtbaar is tussen meetmoment 3 en 4. Dit zou kunnen betekenen dat er

                                                     12
geen onmiddellijke effecten van het contact tussen leerlingen zonder beperkingen en
leerlingen met beperkingen verwacht moeten worden. Op basis van de uitkomsten van de
attitude ontwikkeling van de leerlingen van school 2 kan er geconcludeerd worden dat er
ongeveer twee jaar contact nodig is om een positieve verandering teweeg te brengen in de
attitude van leerlingen.
   De attitudes van de leerlingen van de Brede School zijn wat negatiever geworden op
het laatste meetmoment (Jan-12). Een mogelijke verklaring hiervoor is dat het contact
tussen hen en de kinderen met meervoudige beperkingen voor een schrikeffect heeft
gezorgd. Het is mogelijk dat er op het moment van de vragenlijstafname nog geen
gewenning was opgetreden. Omdat de Brede School op meetmoment 4 pas een half jaar
geopend was, ligt het voor de hand om geen directe positieve uitkomsten te verwachten.
Daarnaast is het moeilijk om een eventueel effect vast te leggen door een vragenlijst-
afname. De reacties van de leerlingen en ouders over de Brede School en het contact
tussen de leerlingen en de kinderen van het kinderdagcentrum zijn tot nu toe erg positief.


                         Figuur 6. Vergelijking van attitudes van basisschoolleerlingen
                         per school
                   5


                   4                                                                                                                                 School 1: leerlingen met
  Attitude score




                                                                                                                                                     beperkingen in school (Brede
                                                                                                                                                     School)
                   3
                                                                                                                                                     School 2: leerling met
                                                                                                                                                     beperking in kleuterklas
                   2
                                                                                                                                                     School 3: controle school

                   1
                                jan-10
                                         mrt-10




                                                                                      jan-11
                                                                                               mrt-11
                       nov-09




                                                  mei-10
                                                           jul-10
                                                                    sep-10
                                                                             nov-10




                                                                                                        mei-11
                                                                                                                 jul-11
                                                                                                                          sep-11


                                                                                                                                            jan-12
                                                                                                                                   nov-11




                                                                                                                 13
De attitude van ouders
De gemiddelde attitude score van ouders is positief (M= 4,02 en SD= 0,50). De attitude
van ouders is het meest positief over kinderen met lichamelijke beperkingen in het
reguliere basisonderwijs. Ouders zijn het meest negatief over kinderen met een
meervoudige beperking. In tabel 4 is een overzicht van percentages per type beperking te
zien. Hier is uit op te maken dat het merendeel van de ouders vindt dat kinderen met een
beperking de mogelijkheid horen te krijgen om naar een reguliere school te gaan. Ouders
hebben een neutrale attitude als het gaat om het directe contact tussen hun eigen kind en
een kind met beperkingen.


Tabel 4. Percentage positieve, negatieve en neutrale antwoorden van ouders op de stellingen over
kinderen met een lichamelijke beperking (L) (N= 38), verstandelijke beperking (V) (N= 35) en
meervoudige beperking (M) (N= 34) op meetmoment 1.
Stelling                                                                 % JA             % NEE        % NEUTRAAL
                                                                   L      V     M    L     V      M    L     V    M
Ik vind het goed dat kinderen zoals Job de mogelijk-               100    80    67   -      6     21    -    14   12
heid krijgen om naar een reguliere school te gaan.

Ik denk dat een reguliere leerkracht onvoldoende                   34     48    56   32    29     18   34    23   26
kan voorzien in de individuele behoeften van kinderen
zoals Job.

Ik zou het goed vinden als mijn zoon/dochter Job                   87     86    76   5      8     3    8     6    21
zou uitnodigen voor zijn/haar verjaardagsfeestje.

Ik zou mijn zoon/dochter toestaan om bij Job thuis te              97     94    94   3      3     -     -    3    6
gaan spelen.

Ik zou er moeite mee hebben als Job de beste vriend                2.5    -     12   95    83     71   2.5   17   17
van mijn zoon/dochter zou zijn.

Ik zou uit de buurt blijven van Job.                               2.5    -     3    95    94     97   2.5   6    -

Ik zou bezorgd zijn als Job bij ons thuis zou komen spelen.         2     3     12   90    86     73   8     11   15

Ik zou er bezorgd over zijn als Job naast mijn zoon/                -     9     18   95    71     68   5     20   14
dochter in de klas zou zitten.




                                                              14
Het effect van kennis over beperkingen en contact met kinderen met beperkingen op
de attitude van ouders
De attitude van ouders is vergelijkbaar per meetmoment. Dit betekent dat de attitude van
ouders stabiel is en weinig wordt beïnvloed door wat er in de school/klas van hun kind
gebeurt: ouders zijn niet beïnvloed door het project ‘Iedereen hoort erbij’ en zijn niet
beïnvloed door indirect contact met kinderen met beperkingen.

Het effect van andere variabelen op de attitude van ouders
Hoewel ouders niet beïnvloed worden door kennis over beperkingen en indirect contact
met kinderen met beperkingen, worden ouders wel beïnvloed door andere aspecten. Zo
worden ouders beïnvloed door het type beperking. Het blijkt dat ouders een negatievere
attitude hebben ten opzichte van kinderen met meervoudige beperkingen en kinderen met
een verstandelijke beperking, in vergelijking met kinderen met een lichamelijke
beperking. Daarnaast heeft het aantal kinderen een positieve invloed op de attitude van
ouders: ouders met een groter gezin hebben een positievere attitude. Ouders van een kind
met een gedragsprobleem hebben ook een positiever attitude. Deze ouders lijken meer
verschillen tussen kinderen te accepteren dan ouders van een kind zonder
gedragsprobleem. Tenslotte wordt de attitude van ouders positief beïnvloed door het
kennen van iemand in de omgeving met een beperking.



           De invloed van de attitude van ouders op hun kind(eren)
           De uitkomsten van het onderzoek geven aan dat de attitude van
           ouders belangrijk is in de attitudevorming van hun kind(eren). Dit
           betekent dat wat de ouders thuis overbrengen op hun kind over
           mensen/kinderen met een beperking, van invloed is op de vorming
           van de attitude van hun kind(eren). Als een ouder bijvoorbeeld
           aangeeft dat een kind met een verstandelijke beperking beter niet
           uitgenodigd kan worden om te komen spelen (om die reden), zal dit
           invloed hebben op de gedachte van hun kind over het kind met de
           beperking. Als ouders een meer positieve attitude hebben, zal hun
           kind ook een positievere attitude ontwikkelen.




                                          15
Samenvatting
In deze brochure zijn de uitkomsten gepresenteerd van een onderzoek naar, 1) attitudes
van kleuters (4-6 jaar), basisschoolleerlingen (8-12 jaar) en ouders ten opzichte van
kinderen met lichamelijke, verstandelijke en meervoudige beperkingen, en 2) de effecten
van kennis over beperkingen en contact met kinderen met beperkingen op de attitude. Op
basis van de uitkomsten van het onderzoek kunnen de volgende conclusies getrokken
worden:
Kleuters
        Bij aanvang van groep 2 hebben kleuters een negatieve attitude ten opzichte van
        leeftijdsgenoten met een beperking, maar deze leerlingen worden positiever als
        ze ouder worden.
        Jongens hebben een negatievere attitude dan meisjes.
        De attitude van kleuters wordt positief beïnvloed door het uitvoeren van het
        project ‘Iedereen hoort erbij’. Echter, om lange termijn uitkomsten te behalen is
        het aan te bevelen om het project uit te breiden en te herhalen.
        De attitude van kleuters wordt positief beïnvloed door contact met leerlingen met
        beperkingen. Op basis van deze uitkomsten is het aan te bevelen om leerlingen
        op jonge leeftijd in contact te laten komen met leeftijdsgenoten met beperkingen.
Basisschoolleerlingen
        Basisschoolleerlingen (groep 4-8) hebben een neutrale attitude ten opzichte van
        leeftijdsgenoten met een beperking.
        De attitude van basisschoolleerlingen is het meest negatief ten opzichte van
        leeftijdsgenoten met meervoudige beperkingen, in vergelijking met
        leeftijdsgenoten met een lichamelijke of verstandelijke beperking.
        Jongens hebben een negatievere attitude dan meisjes.
        De attitude van basisschoolleerlingen wordt niet beïnvloed door kennis over
        beperkingen (geen effect van het project ‘Iedereen hoort erbij’).
        De attitude van basisschoolleerlingen wordt positief beïnvloed door indirect
        contact met leeftijdsgenoten met beperkingen. Echter, dit effect is niet
        onmiddellijk te verwachten. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek kan
        men verwachten dat een dergelijk effect na ongeveer 1,5 jaar zichtbaar wordt.
Ouders
        Ouders hebben een neutrale attitude ten opzichte van kinderen met een
        lichamelijke, verstandelijke en meervoudige beperking.


                                           16
De attitude van ouders is het meest negatief ten opzichte van kinderen met
        meervoudige beperkingen, in vergelijking met kinderen met een lichamelijke of
        verstandelijke beperking.
        De attitude van ouders is stabiel en wordt niet tot nauwelijks beïnvloed als hun
        kind(eren) kennis krijgt over beperkingen of contact heeft met leeftijdsgenoten
        met beperkingen.
        Ouders met meer kinderen en ouders met een kind met een gedragsprobleem
        hebben een positievere attitude dan ouders die dit niet hebben.
        Ouders die iemand met een beperking kennen in hun omgeving hebben een
        positievere attitude dan ouders die dit niet hebben.
        De attitude van ouders is van invloed op de attitude van hun kind(eren). Dit
        betekent dat ouderbetrokkenheid van belang is voor de attitude ontwikkeling van
        kinderen. Bij het inzetten van eventuele projecten is het aan te raden om ouders
        hierbij te betrekken.
Het onderzoek gepresenteerd in deze brochure geeft aan dat leerlingen zonder
beperkingen niet automatisch positief zijn over leeftijdsgenoten met beperkingen. Meer
positieve attitudes kunnen tot stand gebracht worden door leerlingen meer kennis te
geven over beperkingen, contact tussen leerlingen zonder beperkingen en leerlingen met
beperkingen en ouderbetrokkenheid. Figuur 7 geeft een visuele weergave van de factoren
die van belang zijn in de beïnvloeding van leerling attitudes.

                    Figuur 7. Visuele weergave van factoren die
                    de attitude van leerlingen beïnvloeden.




                                          17
Aanbevelingen
Op basis van het onderzoek gepresenteerd in deze brochure kunnen de volgende
aanbevelingen gedaan worden:
      Ten eerste is het de aanbeveling om jonge leerlingen meer kennis te geven over
      (leeftijdsgenoten met) beperkingen. Dit kan bijvoorbeeld gedaan worden door
      regelmatig (prenten)boeken voor te lezen waarin een personage met een beperking
      centraal staat4. Na het voorlezen dient er een kringgesprek met de leerlingen plaats
      te vinden over het boek. Hierbij is het belangrijk om de positieve eigenschappen/
      kenmerken van het personage te benadrukken.
      Ten tweede is het de aanbeveling om initiatieven te stimuleren over het opnemen
      van leerlingen met beperkingen in reguliere onderwijssettingen. Contact tussen
      leerlingen zonder beperkingen en leerlingen met beperkingen draagt bij aan een
      positieve attitude van reguliere basisschoolleerlingen. Deze positieve attitude
      draagt vervolgens bij aan een betere acceptatie van kinderen met beperkingen in
      het reguliere basisonderwijs 5 . Het is belangrijk om ouders te betrekken bij
      dergelijke initiatieven, omdat zij een invloed hebben op de attitude ontwikkeling
      van hun kind(eren).




4
    Kijk voor meer informatie op www.iedereenhoorterbij.nl of neem contact op met de auteur van deze brochure.
5
    A. de Boer (2012). Inclusie: een kwestie van attitudes? Groningen: Stichting Kinderstudies.

                                                         18
Vragen of meer informatie
Als u meer wilt weten of vragen heeft over het onderwerp leerlingen met een beperking
in het reguliere onderwijs kunt u te allen tijde contact met ons opnemen. Wij geven u
graag meer informatie, verzorgen graag presentaties of ouderavonden. Ook als er vanuit
uw organisatie, bestuur, samenwerkingsverband of school (onderzoeks)vragen zijn die
raakvlakken hebben met het onderwerp van deze brochure horen wij dat graag. In het
kader van afstudeerprojecten zijn wij regelmatig op zoek naar organisaties/scholen die
een onderzoeksvraag beantwoord willen zien.




        Contactgegevens
        Auteur:      Anke de Boer
                     Rijksuniversiteit Groningen
                     Afdeling Orthopedagogiek
        Telefoon:    050-3639306
        Mobiel:      06-25540259
        Email: anke.de.boer@rug.nl




                                         19

More Related Content

What's hot

Geert Driessen (2020) De bestrijding van onderwijsachterstanden. Beleid, prak...
Geert Driessen (2020) De bestrijding van onderwijsachterstanden. Beleid, prak...Geert Driessen (2020) De bestrijding van onderwijsachterstanden. Beleid, prak...
Geert Driessen (2020) De bestrijding van onderwijsachterstanden. Beleid, prak...
Driessen Research
 
Het succes van gezinsklassen. Krachtige besluiten door kampvuurgesprekken
Het succes van gezinsklassen. Krachtige besluiten door kampvuurgesprekkenHet succes van gezinsklassen. Krachtige besluiten door kampvuurgesprekken
Het succes van gezinsklassen. Krachtige besluiten door kampvuurgesprekken
Frederik Smit
 
Andere tijden in het onderwijs
Andere tijden in het onderwijsAndere tijden in het onderwijs
Andere tijden in het onderwijs
Frederik Smit
 
Functioneren medezeggenschap van studenten n het hoger beroepsonderwijs en we...
Functioneren medezeggenschap van studenten n het hoger beroepsonderwijs en we...Functioneren medezeggenschap van studenten n het hoger beroepsonderwijs en we...
Functioneren medezeggenschap van studenten n het hoger beroepsonderwijs en we...
Frederik Smit
 
Totstandkoming en werking van continuroosters in het basisonderwijs. Nijmegen...
Totstandkoming en werking van continuroosters in het basisonderwijs. Nijmegen...Totstandkoming en werking van continuroosters in het basisonderwijs. Nijmegen...
Totstandkoming en werking van continuroosters in het basisonderwijs. Nijmegen...
Frederik Smit
 
Geert Driessen et al. (2006). Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Zesde me...
Geert Driessen et al. (2006). Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Zesde me...Geert Driessen et al. (2006). Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Zesde me...
Geert Driessen et al. (2006). Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Zesde me...Driessen Research
 
Factsheet samenvatting Eveliene Dera
Factsheet samenvatting Eveliene DeraFactsheet samenvatting Eveliene Dera
Factsheet samenvatting Eveliene DeraEveliene Dera- de Bie
 
Schoolreglement 2013 - 2014
Schoolreglement 2013 - 2014Schoolreglement 2013 - 2014
Schoolreglement 2013 - 2014sintjozefeeklo
 
SPPOH presentatie voor ouders, voorjaar 2014
SPPOH presentatie voor ouders, voorjaar 2014SPPOH presentatie voor ouders, voorjaar 2014
SPPOH presentatie voor ouders, voorjaar 2014
WimvanGrol
 
Geert Driessen (2021) Doelmatig en effectief
Geert Driessen (2021) Doelmatig en effectiefGeert Driessen (2021) Doelmatig en effectief
Geert Driessen (2021) Doelmatig en effectief
Driessen Research
 
05 schooltijden en biologisch ritme. l. schreuder mei 2013
05 schooltijden en biologisch ritme. l. schreuder   mei 201305 schooltijden en biologisch ritme. l. schreuder   mei 2013
05 schooltijden en biologisch ritme. l. schreuder mei 2013AndereTijden
 
Opvoedingsondersteuning
OpvoedingsondersteuningOpvoedingsondersteuning
OpvoedingsondersteuningMaika_
 
Miljardeninjectie in het onderwijs en sleutelrol medezeggenschap
Miljardeninjectie in het onderwijs en sleutelrol medezeggenschapMiljardeninjectie in het onderwijs en sleutelrol medezeggenschap
Miljardeninjectie in het onderwijs en sleutelrol medezeggenschap
Frederik Smit
 
Deel 1 4 het m decreet
Deel 1 4 het m decreetDeel 1 4 het m decreet
Deel 1 4 het m decreet
sofie
 
Geert Driessen (2021) Is de Inspectie een tandeloze tijger?
Geert Driessen (2021) Is de Inspectie een tandeloze tijger?Geert Driessen (2021) Is de Inspectie een tandeloze tijger?
Geert Driessen (2021) Is de Inspectie een tandeloze tijger?
Driessen Research
 
Resultaten Werkgroep Zorg - Theophile de Bock
Resultaten Werkgroep Zorg - Theophile de BockResultaten Werkgroep Zorg - Theophile de Bock
Resultaten Werkgroep Zorg - Theophile de Bock
Stipo
 
Infobrochure
InfobrochureInfobrochure
Infobrochure
sintjozefeeklo
 

What's hot (20)

Scriptie
ScriptieScriptie
Scriptie
 
Geert Driessen (2020) De bestrijding van onderwijsachterstanden. Beleid, prak...
Geert Driessen (2020) De bestrijding van onderwijsachterstanden. Beleid, prak...Geert Driessen (2020) De bestrijding van onderwijsachterstanden. Beleid, prak...
Geert Driessen (2020) De bestrijding van onderwijsachterstanden. Beleid, prak...
 
Denktank_JAN_VSV
Denktank_JAN_VSVDenktank_JAN_VSV
Denktank_JAN_VSV
 
CV Linkedin
CV LinkedinCV Linkedin
CV Linkedin
 
Het succes van gezinsklassen. Krachtige besluiten door kampvuurgesprekken
Het succes van gezinsklassen. Krachtige besluiten door kampvuurgesprekkenHet succes van gezinsklassen. Krachtige besluiten door kampvuurgesprekken
Het succes van gezinsklassen. Krachtige besluiten door kampvuurgesprekken
 
Andere tijden in het onderwijs
Andere tijden in het onderwijsAndere tijden in het onderwijs
Andere tijden in het onderwijs
 
Functioneren medezeggenschap van studenten n het hoger beroepsonderwijs en we...
Functioneren medezeggenschap van studenten n het hoger beroepsonderwijs en we...Functioneren medezeggenschap van studenten n het hoger beroepsonderwijs en we...
Functioneren medezeggenschap van studenten n het hoger beroepsonderwijs en we...
 
Totstandkoming en werking van continuroosters in het basisonderwijs. Nijmegen...
Totstandkoming en werking van continuroosters in het basisonderwijs. Nijmegen...Totstandkoming en werking van continuroosters in het basisonderwijs. Nijmegen...
Totstandkoming en werking van continuroosters in het basisonderwijs. Nijmegen...
 
Geert Driessen et al. (2006). Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Zesde me...
Geert Driessen et al. (2006). Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Zesde me...Geert Driessen et al. (2006). Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Zesde me...
Geert Driessen et al. (2006). Basisrapportage PRIMA-cohortonderzoek. Zesde me...
 
Factsheet samenvatting Eveliene Dera
Factsheet samenvatting Eveliene DeraFactsheet samenvatting Eveliene Dera
Factsheet samenvatting Eveliene Dera
 
Schoolreglement 2013 - 2014
Schoolreglement 2013 - 2014Schoolreglement 2013 - 2014
Schoolreglement 2013 - 2014
 
SPPOH presentatie voor ouders, voorjaar 2014
SPPOH presentatie voor ouders, voorjaar 2014SPPOH presentatie voor ouders, voorjaar 2014
SPPOH presentatie voor ouders, voorjaar 2014
 
Geert Driessen (2021) Doelmatig en effectief
Geert Driessen (2021) Doelmatig en effectiefGeert Driessen (2021) Doelmatig en effectief
Geert Driessen (2021) Doelmatig en effectief
 
05 schooltijden en biologisch ritme. l. schreuder mei 2013
05 schooltijden en biologisch ritme. l. schreuder   mei 201305 schooltijden en biologisch ritme. l. schreuder   mei 2013
05 schooltijden en biologisch ritme. l. schreuder mei 2013
 
Opvoedingsondersteuning
OpvoedingsondersteuningOpvoedingsondersteuning
Opvoedingsondersteuning
 
Miljardeninjectie in het onderwijs en sleutelrol medezeggenschap
Miljardeninjectie in het onderwijs en sleutelrol medezeggenschapMiljardeninjectie in het onderwijs en sleutelrol medezeggenschap
Miljardeninjectie in het onderwijs en sleutelrol medezeggenschap
 
Deel 1 4 het m decreet
Deel 1 4 het m decreetDeel 1 4 het m decreet
Deel 1 4 het m decreet
 
Geert Driessen (2021) Is de Inspectie een tandeloze tijger?
Geert Driessen (2021) Is de Inspectie een tandeloze tijger?Geert Driessen (2021) Is de Inspectie een tandeloze tijger?
Geert Driessen (2021) Is de Inspectie een tandeloze tijger?
 
Resultaten Werkgroep Zorg - Theophile de Bock
Resultaten Werkgroep Zorg - Theophile de BockResultaten Werkgroep Zorg - Theophile de Bock
Resultaten Werkgroep Zorg - Theophile de Bock
 
Infobrochure
InfobrochureInfobrochure
Infobrochure
 

Similar to Bredeschool

Andere tijden voor jonge kinderen (3) mei 2013
Andere tijden voor jonge kinderen (3) mei 2013Andere tijden voor jonge kinderen (3) mei 2013
Andere tijden voor jonge kinderen (3) mei 2013AndereTijden
 
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen TVO VVE in de voorschoolse...
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen TVO VVE in de voorschoolse...Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen TVO VVE in de voorschoolse...
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen TVO VVE in de voorschoolse...
Driessen Research
 
Geert Driessen et al. (2003) De ontwikkeling van jonge kinderen. Brochure
 Geert Driessen et al. (2003) De ontwikkeling van jonge kinderen. Brochure Geert Driessen et al. (2003) De ontwikkeling van jonge kinderen. Brochure
Geert Driessen et al. (2003) De ontwikkeling van jonge kinderen. BrochureDriessen Research
 
Geert Driessen (2003) ITSInfo Deelname aan en effecten van Voor- en Vroegscho...
Geert Driessen (2003) ITSInfo Deelname aan en effecten van Voor- en Vroegscho...Geert Driessen (2003) ITSInfo Deelname aan en effecten van Voor- en Vroegscho...
Geert Driessen (2003) ITSInfo Deelname aan en effecten van Voor- en Vroegscho...
Driessen Research
 
Frederik Smit & Geert Driessen (2002) Allochtone ouders en de pedagogische f...
 Frederik Smit & Geert Driessen (2002) Allochtone ouders en de pedagogische f... Frederik Smit & Geert Driessen (2002) Allochtone ouders en de pedagogische f...
Frederik Smit & Geert Driessen (2002) Allochtone ouders en de pedagogische f...Driessen Research
 
Schoolgids Daalderschool 2008 2009 Definitief
Schoolgids Daalderschool 2008 2009 DefinitiefSchoolgids Daalderschool 2008 2009 Definitief
Schoolgids Daalderschool 2008 2009 Definitief
daalderschool
 
Frederik Smit & Geert Driessen (2002). Allochtone ouders en de pedagogische f...
Frederik Smit & Geert Driessen (2002). Allochtone ouders en de pedagogische f...Frederik Smit & Geert Driessen (2002). Allochtone ouders en de pedagogische f...
Frederik Smit & Geert Driessen (2002). Allochtone ouders en de pedagogische f...
Frederik Smit
 
Geert Driessen (1996) Voor- en vroegschoolse programma's kinderopvang en onde...
Geert Driessen (1996) Voor- en vroegschoolse programma's kinderopvang en onde...Geert Driessen (1996) Voor- en vroegschoolse programma's kinderopvang en onde...
Geert Driessen (1996) Voor- en vroegschoolse programma's kinderopvang en onde...
Driessen Research
 
Fredrik Smit & Geert Driessen (2008) MRMag Geruisloze revolutie in het basis...
Fredrik  Smit & Geert Driessen (2008) MRMag Geruisloze revolutie in het basis...Fredrik  Smit & Geert Driessen (2008) MRMag Geruisloze revolutie in het basis...
Fredrik Smit & Geert Driessen (2008) MRMag Geruisloze revolutie in het basis...
Driessen Research
 
Artikel Ouderbetrokkenheid
Artikel OuderbetrokkenheidArtikel Ouderbetrokkenheid
Artikel OuderbetrokkenheidCynthia Geerts
 
Frederik Smit, Roderick Sluiter & Geert Driessen (2006). Literatuurstudie oud...
Frederik Smit, Roderick Sluiter & Geert Driessen (2006). Literatuurstudie oud...Frederik Smit, Roderick Sluiter & Geert Driessen (2006). Literatuurstudie oud...
Frederik Smit, Roderick Sluiter & Geert Driessen (2006). Literatuurstudie oud...
Frederik Smit
 
Literatuurverkenning Ouderbetrokkenheid, Januari 2012
Literatuurverkenning Ouderbetrokkenheid, Januari 2012Literatuurverkenning Ouderbetrokkenheid, Januari 2012
Literatuurverkenning Ouderbetrokkenheid, Januari 2012
mlusse
 
Adrie Claassen, Geert Driessen & Frederik Smit (2009). Naar meer leertijd voo...
Adrie Claassen, Geert Driessen & Frederik Smit (2009). Naar meer leertijd voo...Adrie Claassen, Geert Driessen & Frederik Smit (2009). Naar meer leertijd voo...
Adrie Claassen, Geert Driessen & Frederik Smit (2009). Naar meer leertijd voo...
Frederik Smit
 
Werkveldorientatie Beatrix de Burcht
Werkveldorientatie Beatrix de BurchtWerkveldorientatie Beatrix de Burcht
Werkveldorientatie Beatrix de Burcht
Jordy mulder
 
Geert Driessen, Annemiek Veen & Ineke van der Veen (2013) TVO Het bereik van ...
Geert Driessen, Annemiek Veen & Ineke van der Veen (2013) TVO Het bereik van ...Geert Driessen, Annemiek Veen & Ineke van der Veen (2013) TVO Het bereik van ...
Geert Driessen, Annemiek Veen & Ineke van der Veen (2013) TVO Het bereik van ...
Driessen Research
 
Geert Driessen (2013) ed Smit Ouderbetrokkenheid en -participatie en schoolse...
Geert Driessen (2013) ed Smit Ouderbetrokkenheid en -participatie en schoolse...Geert Driessen (2013) ed Smit Ouderbetrokkenheid en -participatie en schoolse...
Geert Driessen (2013) ed Smit Ouderbetrokkenheid en -participatie en schoolse...
Driessen Research
 
Frederik Smit, Roderick Sluiter & Geert Driessen (2006) Literatuurstudie oude...
Frederik Smit, Roderick Sluiter & Geert Driessen (2006) Literatuurstudie oude...Frederik Smit, Roderick Sluiter & Geert Driessen (2006) Literatuurstudie oude...
Frederik Smit, Roderick Sluiter & Geert Driessen (2006) Literatuurstudie oude...
Driessen Research
 
Brochure Impulsklas
Brochure ImpulsklasBrochure Impulsklas
Brochure Impulsklas
Bart van Loon
 

Similar to Bredeschool (20)

Andere tijden voor jonge kinderen (3) mei 2013
Andere tijden voor jonge kinderen (3) mei 2013Andere tijden voor jonge kinderen (3) mei 2013
Andere tijden voor jonge kinderen (3) mei 2013
 
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen TVO VVE in de voorschoolse...
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen TVO VVE in de voorschoolse...Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen TVO VVE in de voorschoolse...
Geert Driessen, Annemiek Veen & Maartje van Daalen TVO VVE in de voorschoolse...
 
Geert Driessen et al. (2003) De ontwikkeling van jonge kinderen. Brochure
 Geert Driessen et al. (2003) De ontwikkeling van jonge kinderen. Brochure Geert Driessen et al. (2003) De ontwikkeling van jonge kinderen. Brochure
Geert Driessen et al. (2003) De ontwikkeling van jonge kinderen. Brochure
 
Geert Driessen (2003) ITSInfo Deelname aan en effecten van Voor- en Vroegscho...
Geert Driessen (2003) ITSInfo Deelname aan en effecten van Voor- en Vroegscho...Geert Driessen (2003) ITSInfo Deelname aan en effecten van Voor- en Vroegscho...
Geert Driessen (2003) ITSInfo Deelname aan en effecten van Voor- en Vroegscho...
 
Frederik Smit & Geert Driessen (2002) Allochtone ouders en de pedagogische f...
 Frederik Smit & Geert Driessen (2002) Allochtone ouders en de pedagogische f... Frederik Smit & Geert Driessen (2002) Allochtone ouders en de pedagogische f...
Frederik Smit & Geert Driessen (2002) Allochtone ouders en de pedagogische f...
 
Schoolgids Daalderschool 2008 2009 Definitief
Schoolgids Daalderschool 2008 2009 DefinitiefSchoolgids Daalderschool 2008 2009 Definitief
Schoolgids Daalderschool 2008 2009 Definitief
 
Frederik Smit & Geert Driessen (2002). Allochtone ouders en de pedagogische f...
Frederik Smit & Geert Driessen (2002). Allochtone ouders en de pedagogische f...Frederik Smit & Geert Driessen (2002). Allochtone ouders en de pedagogische f...
Frederik Smit & Geert Driessen (2002). Allochtone ouders en de pedagogische f...
 
Geert Driessen (1996) Voor- en vroegschoolse programma's kinderopvang en onde...
Geert Driessen (1996) Voor- en vroegschoolse programma's kinderopvang en onde...Geert Driessen (1996) Voor- en vroegschoolse programma's kinderopvang en onde...
Geert Driessen (1996) Voor- en vroegschoolse programma's kinderopvang en onde...
 
Fredrik Smit & Geert Driessen (2008) MRMag Geruisloze revolutie in het basis...
Fredrik  Smit & Geert Driessen (2008) MRMag Geruisloze revolutie in het basis...Fredrik  Smit & Geert Driessen (2008) MRMag Geruisloze revolutie in het basis...
Fredrik Smit & Geert Driessen (2008) MRMag Geruisloze revolutie in het basis...
 
Artikel Ouderbetrokkenheid
Artikel OuderbetrokkenheidArtikel Ouderbetrokkenheid
Artikel Ouderbetrokkenheid
 
Frederik Smit, Roderick Sluiter & Geert Driessen (2006). Literatuurstudie oud...
Frederik Smit, Roderick Sluiter & Geert Driessen (2006). Literatuurstudie oud...Frederik Smit, Roderick Sluiter & Geert Driessen (2006). Literatuurstudie oud...
Frederik Smit, Roderick Sluiter & Geert Driessen (2006). Literatuurstudie oud...
 
Literatuurverkenning Ouderbetrokkenheid, Januari 2012
Literatuurverkenning Ouderbetrokkenheid, Januari 2012Literatuurverkenning Ouderbetrokkenheid, Januari 2012
Literatuurverkenning Ouderbetrokkenheid, Januari 2012
 
Adrie Claassen, Geert Driessen & Frederik Smit (2009). Naar meer leertijd voo...
Adrie Claassen, Geert Driessen & Frederik Smit (2009). Naar meer leertijd voo...Adrie Claassen, Geert Driessen & Frederik Smit (2009). Naar meer leertijd voo...
Adrie Claassen, Geert Driessen & Frederik Smit (2009). Naar meer leertijd voo...
 
Werkveldorientatie Beatrix de Burcht
Werkveldorientatie Beatrix de BurchtWerkveldorientatie Beatrix de Burcht
Werkveldorientatie Beatrix de Burcht
 
Geert Driessen, Annemiek Veen & Ineke van der Veen (2013) TVO Het bereik van ...
Geert Driessen, Annemiek Veen & Ineke van der Veen (2013) TVO Het bereik van ...Geert Driessen, Annemiek Veen & Ineke van der Veen (2013) TVO Het bereik van ...
Geert Driessen, Annemiek Veen & Ineke van der Veen (2013) TVO Het bereik van ...
 
Geert Driessen (2013) ed Smit Ouderbetrokkenheid en -participatie en schoolse...
Geert Driessen (2013) ed Smit Ouderbetrokkenheid en -participatie en schoolse...Geert Driessen (2013) ed Smit Ouderbetrokkenheid en -participatie en schoolse...
Geert Driessen (2013) ed Smit Ouderbetrokkenheid en -participatie en schoolse...
 
Frederik Smit, Roderick Sluiter & Geert Driessen (2006) Literatuurstudie oude...
Frederik Smit, Roderick Sluiter & Geert Driessen (2006) Literatuurstudie oude...Frederik Smit, Roderick Sluiter & Geert Driessen (2006) Literatuurstudie oude...
Frederik Smit, Roderick Sluiter & Geert Driessen (2006) Literatuurstudie oude...
 
Brede school hatert biedt meer
Brede school hatert biedt meer Brede school hatert biedt meer
Brede school hatert biedt meer
 
vacature op De School
vacature op De Schoolvacature op De School
vacature op De School
 
Brochure Impulsklas
Brochure ImpulsklasBrochure Impulsklas
Brochure Impulsklas
 

More from AndereTijden

Verlenging experiment flexibele onderwijstijd
Verlenging experiment flexibele onderwijstijdVerlenging experiment flexibele onderwijstijd
Verlenging experiment flexibele onderwijstijd
AndereTijden
 
Kamerbrief over flexibilisering onderwijstijd primair onderwijs
Kamerbrief over flexibilisering onderwijstijd primair onderwijsKamerbrief over flexibilisering onderwijstijd primair onderwijs
Kamerbrief over flexibilisering onderwijstijd primair onderwijs
AndereTijden
 
20150611 rapportage nieuwe-schooltijden-in-het-basisonderwijs-9-juni-2015
20150611 rapportage nieuwe-schooltijden-in-het-basisonderwijs-9-juni-201520150611 rapportage nieuwe-schooltijden-in-het-basisonderwijs-9-juni-2015
20150611 rapportage nieuwe-schooltijden-in-het-basisonderwijs-9-juni-2015
AndereTijden
 
20150518 verslag cao po
20150518 verslag cao po20150518 verslag cao po
20150518 verslag cao po
AndereTijden
 
Positionpaper kinderopvang onderwijs_welzijn_def1 mei 2013
Positionpaper kinderopvang onderwijs_welzijn_def1 mei 2013Positionpaper kinderopvang onderwijs_welzijn_def1 mei 2013
Positionpaper kinderopvang onderwijs_welzijn_def1 mei 2013AndereTijden
 
Oberon nieuwe tijden mei 2013
Oberon nieuwe tijden mei 2013Oberon nieuwe tijden mei 2013
Oberon nieuwe tijden mei 2013AndereTijden
 
Fundamenteel anders
Fundamenteel andersFundamenteel anders
Fundamenteel anders
AndereTijden
 
In balans jeannette doornenbal
In balans   jeannette doornenbalIn balans   jeannette doornenbal
In balans jeannette doornenbalAndereTijden
 
Reader 121022 definitief
Reader 121022 definitiefReader 121022 definitief
Reader 121022 definitiefAndereTijden
 
Manifest kies nu voor kinderen 120625
Manifest kies nu voor kinderen 120625Manifest kies nu voor kinderen 120625
Manifest kies nu voor kinderen 120625AndereTijden
 
Reader 121022 definitief
Reader 121022 definitiefReader 121022 definitief
Reader 121022 definitiefAndereTijden
 
Manifest kies nu voor kinderen 120625
Manifest kies nu voor kinderen 120625Manifest kies nu voor kinderen 120625
Manifest kies nu voor kinderen 120625AndereTijden
 
Test bestand LWD
Test bestand LWDTest bestand LWD
Test bestand LWD
AndereTijden
 
Bizhub c20 130313153733_0001
Bizhub c20 130313153733_0001Bizhub c20 130313153733_0001
Bizhub c20 130313153733_0001AndereTijden
 
Whitepaper spot leeuwendaal_2012
Whitepaper spot leeuwendaal_2012Whitepaper spot leeuwendaal_2012
Whitepaper spot leeuwendaal_2012AndereTijden
 
Kwaliteitskaart a4-wt02 def low res 12#372 lsbs
Kwaliteitskaart a4-wt02 def low res 12#372 lsbsKwaliteitskaart a4-wt02 def low res 12#372 lsbs
Kwaliteitskaart a4-wt02 def low res 12#372 lsbsAndereTijden
 
Persbericht kwaliteitskaart
Persbericht kwaliteitskaartPersbericht kwaliteitskaart
Persbericht kwaliteitskaartAndereTijden
 
Stand van zaken integrale kindcentra februari 2013 docx
Stand van zaken integrale kindcentra februari 2013 docxStand van zaken integrale kindcentra februari 2013 docx
Stand van zaken integrale kindcentra februari 2013 docxAndereTijden
 
Akte oprichting vereniging ikc
Akte oprichting vereniging ikcAkte oprichting vereniging ikc
Akte oprichting vereniging ikcAndereTijden
 
2011 33 de-waarde_van_kinderopvang
2011 33 de-waarde_van_kinderopvang2011 33 de-waarde_van_kinderopvang
2011 33 de-waarde_van_kinderopvangAndereTijden
 

More from AndereTijden (20)

Verlenging experiment flexibele onderwijstijd
Verlenging experiment flexibele onderwijstijdVerlenging experiment flexibele onderwijstijd
Verlenging experiment flexibele onderwijstijd
 
Kamerbrief over flexibilisering onderwijstijd primair onderwijs
Kamerbrief over flexibilisering onderwijstijd primair onderwijsKamerbrief over flexibilisering onderwijstijd primair onderwijs
Kamerbrief over flexibilisering onderwijstijd primair onderwijs
 
20150611 rapportage nieuwe-schooltijden-in-het-basisonderwijs-9-juni-2015
20150611 rapportage nieuwe-schooltijden-in-het-basisonderwijs-9-juni-201520150611 rapportage nieuwe-schooltijden-in-het-basisonderwijs-9-juni-2015
20150611 rapportage nieuwe-schooltijden-in-het-basisonderwijs-9-juni-2015
 
20150518 verslag cao po
20150518 verslag cao po20150518 verslag cao po
20150518 verslag cao po
 
Positionpaper kinderopvang onderwijs_welzijn_def1 mei 2013
Positionpaper kinderopvang onderwijs_welzijn_def1 mei 2013Positionpaper kinderopvang onderwijs_welzijn_def1 mei 2013
Positionpaper kinderopvang onderwijs_welzijn_def1 mei 2013
 
Oberon nieuwe tijden mei 2013
Oberon nieuwe tijden mei 2013Oberon nieuwe tijden mei 2013
Oberon nieuwe tijden mei 2013
 
Fundamenteel anders
Fundamenteel andersFundamenteel anders
Fundamenteel anders
 
In balans jeannette doornenbal
In balans   jeannette doornenbalIn balans   jeannette doornenbal
In balans jeannette doornenbal
 
Reader 121022 definitief
Reader 121022 definitiefReader 121022 definitief
Reader 121022 definitief
 
Manifest kies nu voor kinderen 120625
Manifest kies nu voor kinderen 120625Manifest kies nu voor kinderen 120625
Manifest kies nu voor kinderen 120625
 
Reader 121022 definitief
Reader 121022 definitiefReader 121022 definitief
Reader 121022 definitief
 
Manifest kies nu voor kinderen 120625
Manifest kies nu voor kinderen 120625Manifest kies nu voor kinderen 120625
Manifest kies nu voor kinderen 120625
 
Test bestand LWD
Test bestand LWDTest bestand LWD
Test bestand LWD
 
Bizhub c20 130313153733_0001
Bizhub c20 130313153733_0001Bizhub c20 130313153733_0001
Bizhub c20 130313153733_0001
 
Whitepaper spot leeuwendaal_2012
Whitepaper spot leeuwendaal_2012Whitepaper spot leeuwendaal_2012
Whitepaper spot leeuwendaal_2012
 
Kwaliteitskaart a4-wt02 def low res 12#372 lsbs
Kwaliteitskaart a4-wt02 def low res 12#372 lsbsKwaliteitskaart a4-wt02 def low res 12#372 lsbs
Kwaliteitskaart a4-wt02 def low res 12#372 lsbs
 
Persbericht kwaliteitskaart
Persbericht kwaliteitskaartPersbericht kwaliteitskaart
Persbericht kwaliteitskaart
 
Stand van zaken integrale kindcentra februari 2013 docx
Stand van zaken integrale kindcentra februari 2013 docxStand van zaken integrale kindcentra februari 2013 docx
Stand van zaken integrale kindcentra februari 2013 docx
 
Akte oprichting vereniging ikc
Akte oprichting vereniging ikcAkte oprichting vereniging ikc
Akte oprichting vereniging ikc
 
2011 33 de-waarde_van_kinderopvang
2011 33 de-waarde_van_kinderopvang2011 33 de-waarde_van_kinderopvang
2011 33 de-waarde_van_kinderopvang
 

Bredeschool

  • 1. De Brede School: mogelijkheden voor integratie Onderzoek naar de attitudes van ouders en leerlingen ten opzichte van kinderen met lichamelijke, verstandelijke en meervoudige beperkingen Anke A. de Boer
  • 2. De Brede School: mogelijkheden voor integratie Onderzoek naar de attitudes van ouders en leerlingen ten opzichte van kinderen met lichamelijke, verstandelijke en meervoudige beperkingen
  • 3. Dit is een interne publicatie van: Auteur: Anke A. de Boer © Anke A. de Boer Afdeling Orthopedagogiek Grote Rozenstraat 38 9712 TJ Groningen www.rug.nl/gmw
  • 4. Inhoudsopgave Inleiding ............................................................................................................................... 1 Opzet en uitvoer van het onderzoek .................................................................................... 4 Het meten van attitude ......................................................................................................... 6 De attitude van kleuters ....................................................................................................... 8 De attitude van basisschoolleerlingen ............................................................................... 11 De attitude van ouders ....................................................................................................... 14 Samenvatting ..................................................................................................................... 16 Aanbevelingen ................................................................................................................... 18 Vragen of meer informatie ................................................................................................ 19
  • 5. Inleiding Verschillende beleidsvormen hebben er voor gezorgd dat het Nederlandse onderwijs in de afgelopen jaren steeds meer is gericht om op het geven van een plek aan kinderen met beperkingen in het reguliere onderwijs, in plaats van hen te verwijzen naar het speciaal onderwijs. Door de invoering van de leerlinggebonden financiering (LGF) is het mogelijk geworden om leerlingen met zintuigelijke, lichamelijke of verstandelijke beperkingen of psychiatrische problemen in het reguliere onderwijs op te nemen. Met het toekomstig Passend Onderwijs beleid gaat Nederland nog een stap verder: elke school/ samenwerkingsverband heeft zorgplicht. Dit betekent dat elke school onderwijs op maat moet kunnen bieden, ongeacht de beperking van een leerling. De ontwikkelingen rondom de LGF en Passend Onderwijs zijn vooral gericht op kinderen met (relatief) milde vormen van beperkingen. Het integreren van kinderen met ernstige en meervoudige beperkingen wordt vaak gezien als ‘een stap te ver’. Echter, verschillende initiatieven worden opgezet om kinderen met ernstige beperkingen te integreren in een reguliere onderwijssetting. Hierdoor krijgen kinderen met beperkingen meer contact met leeftijdsgenoten zonder beperkingen. Deze initiatieven vinden vooral plaats in een Brede School. Halverwege de jaren ’90 is de ontwikkeling van Brede Scholen vanuit de Nederlandse overheid gestimuleerd. Een Brede School komt tot stand door de samenwerking van lokale instanties die de overtuiging hebben dat er in een Brede School meer geboden kan worden aan kinderen, ouders en buurtbewoners. Hierdoor kunnen de ontwikkelings- kansen van kinderen vergroot worden, bredere arrangementen aan ouders aangeboden worden en de sociale cohesie in de buurt versterkt worden. Brede scholen zijn herkenbaar aan: Structurele samenwerking tussen scholen en meerdere instellingen voor kinderopvang, welzijn, zorg, cultuur en sport; Een gezamenlijke pedagogische visie en een doorgaande lijn in de werkwijze; Organisatorische en financiële verankering van de samenwerking in het beleid en de uitvoering van de betrokken organisaties. Een Brede School biedt veel mogelijkheden voor samenwerking met een zorginstelling of onderwijs voor mensen/kinderen met beperkingen, denk bijvoorbeeld aan een school voor speciaal onderwijs of een kinderdagcentrum. Door nauw met elkaar samen te werken kan er een bijdrage geleverd worden aan de integratie van mensen/kinderen met beperkingen in de maatschappij. 1
  • 6. Definitie van een Brede School Een brede school is een samenhangend netwerk van toegankelijke en goede voorzieningen voor kinderen, ouders en buurt, met de school als middelpunt. In de afgelopen jaren is er in de provincie Groningen gewerkt aan het openen van de Brede School die centraal staat in deze brochure. Verschillende partijen maken deel uit van deze Brede School: regulier basisonderwijs (twee scholen), kinderopvang, peuterspeelzaal en een kinderdagcentrum. Het kinderdagcentrum biedt zorg aan kinderen met ernstige en/of meervoudige beperkingen. Door het kinderdagcentrum komen de leerlingen van het reguliere basisonderwijs in de Brede School in contact met kinderen met ernstige en/of meervoudige beperkingen. In het proces van de totstandkoming van de Brede School vroegen de directeuren zich af hoe direct betrokkenen, zoals ouders en leerlingen, denken over leeftijdsgenoten met beperkingen. Daarnaast wilden ze de leerlingen voorbereiden op het omgaan met kinderen met beperkingen door ze meer kennis te geven over beperkingen. Deze vragen hebben geresulteerd in een onderzoek dat de afgelopen jaren is uitgevoerd vanuit de afdeling Orthopedagogiek van de Rijksuniversiteit Groningen. In deze brochure worden de uitkomsten van het onderzoek gepresenteerd door antwoord te geven op de volgende vragen: 1) Wat voor attitude hebben leerlingen en ouders ten opzichte van kinderen met lichamelijke, verstandelijke en meervoudige beperkingen? 2) Wat is het effect van kennis over kinderen met beperkingen op de attitude van leerlingen en ouders? 3) Wat is het effect van contact met kinderen met beperkingen op de attitude van leerlingen en ouders? 2
  • 7. Doel van deze brochure Het doel van deze brochure is informatie te verstrekken aan professionals die betrokken zijn bij het onderwijs aan basisschool- leerlingen (zoals orthopedagogen, psychologen, intern begeleiders, onderwijskundigen, (bovenschoolse) onderwijsdirecteuren en leer- krachten) over de uitkomsten van onderzoek naar: De attitude van leerlingen en ouders ten opzichte van kinderen met lichamelijke, verstandelijke en meervoudige beperkingen; Het effect van kennis over beperkingen op de attitude van leerlingen en ouders; Het effect van contact tussen reguliere basisschoolleerlingen en kinderen met beperkingen op de attitude van basisschool- leerlingen en ouders. We hopen dat de informatie die we verstrekken inzicht geeft in de attitude van leerlingen en ouders over kinderen met verschillende beperkingen. Daarnaast hopen we dat deze informatie inzicht geeft in mogelijkheden om initiatieven op te zetten om kinderen met (ernstige) beperkingen te integreren in het reguliere onderwijs. 3
  • 8. Opzet en uitvoer van het onderzoek Om een antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvragen is er een onderzoek opgezet waaraan vier reguliere basisscholen uit de provincie Groningen hebben meegedaan. Het onderzoek is in het najaar van 2009 van start gegaan, ongeveer 1 ½ jaar voor de opening van de Brede School. Het onderzoek is begin 2012 afgerond. Bij de leerlingen van groep 2 t/m 8 en hun ouders zijn op viertal momenten vragenlijsten afgenomen: november 2009, maart 2010, maart 2011 en januari 2012 (zie Tabel 1). In totaal hebben er 144 leerlingen van groep 4 t/m 8 (verder aangeduid als basisschoolleerlingen), 54 leerlingen van groep 2 en 3 (verder aangeduid als kleuters) en 107 ouders meegedaan aan het onderzoek. Om te kijken wat het effect is van kennis over beperkingen en contact met leeftijdsgenoten met beperkingen op de attitude van leerlingen zijn de deelnemende scholen in drie groepen ingedeeld (zie Tabel 1): School 1 (Brede School): bij de leerlingen van de Brede School is er gekeken naar het effect van kennis over beperkingen en het effect van contact met kinderen met beperkingen op hun attitude. Als voorbereiding op de Brede School hebben de twee basisscholen het project ‘Iedereen hoort erbij’ uitgevoerd met als doel de leerlingen kennis te geven over beperkingen. ‘Iedereen hoort erbij’ is een project dat bestaat uit een zestal lessen waarin elke keer één type beperking wordt besproken. Elke week zijn er twee lessen gegeven door de eigen leerkracht over lichamelijke, verstandelijke of meervoudige beperkingen. Met behulp van (voor) leesboeken en video’s is er uitleg gegeven over de drie beperkingen en zijn er activiteiten uitgevoerd om leerlingen inzicht te geven over de invloed van de beperking in het dagelijks leven 1 . Het project is uitgevoerd tussen meet- moment 1 en meetmoment 2. Een jaar later is er gekeken of er een lange termijn effect van het project zichtbaar was (meetmoment 3). Tussen het derde en vierde meetmoment is de Brede School geopend, waardoor de leerlingen voor meetmoment 4 in contact kwamen met leeftijdsgenoten met beperkingen. School 2: bij de leerlingen van deze basisschool gekeken is naar het effect van het contact met een leeftijdsgenoot met een beperking op de attitude van leerlingen. Vanaf het eerste meetmoment zat er een leerling met een verstandelijke beperking bij de kleuters in de groep. School 3: de leerlingen van deze basisschool hebben geen kennis gekregen over beperkingen en hebben geen contact gehad met leeftijdsgenoten met een beperking. Deze school heeft meegedaan als controle school in het onderzoek. 1 Meer informatie over het project kunt u vinden op www.iedereenhoorterbij.nl. 4
  • 9. Tabel 1. Visuele weergave van de opzet van het onderzoek. T1: Nov-09 T2: Mrt-10 T3: Mrt-11 T4: Jan-12 School 1 Kennis Kennis Kennis Kennis Geen contact Geen contact Geen contact Contact School 2 Geen kennis Geen kennis Geen kennis Geen kennis Contact Contact Contact Contact School 3 Geen kennis Geen kennis Geen kennis Geen kennis Geen contact Geen contact Geen contact Geen contact 5
  • 10. Het meten van attitude De attitude van ouders en leerlingen is in kaart gebracht door middel van vragenlijsten. Er is onderscheid gemaakt tussen leerlingen van groep 2 en 3 en de leerlingen van groep 4 t/m 8. Gemakshalve worden deze leerlingen in deze brochure aangeduid met kleuters (groep 2 en 3) en basisschoolleerlingen (groep 4 t/m 8). Om de attitude van basisschoolleerlingen en hun ouders ten opzichte van kinderen met een lichamelijke, verstandelijke, of meervoudige beperking te kunnen beschrijven hebben we gebruik gemaakt van situatieomschrijvingen 2 . Dit is een kort verhaaltje over een kind met kenmerken van één van de drie beperkingen: een lichamelijke, verstandelijke, of meer- voudige beperking. De situatieomschrijving is aan de ouders en basisschoolleerlingen voorgelegd en vervolgens is aan hen gevraagd om de stellingen in de vragenlijst te beantwoorden. Een voorbeeld van een stelling voor de ouder en leerling is: ‘Ik zou het goed vinden als Johan mijn kind bij hem thuis uitnodigt/ Ik zou het leuk vinden als Johan mij bij hem thuis uitnodigt’. De leerlingen en ouders konden kiezen uit vijf antwoordmogelijkheden: helemaal mee oneens, beetje mee oneens, weet ik niet, beetje mee eens, helemaal mee eens. De range van de scores is: 1-5, waarbij een hogere score een positievere attitude aangeeft. Elke ouder/leerling heeft een vragenlijst ingevuld over één van de drie beperkingen3. Een voorbeeld van een situatieomschrijving is hieronder weergegeven. Situatieomschrijving van Job/Ester Job is een jongen in de basisschoolleeftijd en hij is net hierheen verhuisd. Stelt u zich voor dat hij binnenkort bij uw kind in de klas komt. Job kan goed horen en zien, maar leren vindt hij heel moeilijk. Job heeft vaak een eigen juf die hem helpt bij het leren. Hij zit in een rolstoel die hij zelf kan besturen, en kleine stukjes kan hij lopen. Job vindt het moeilijk om te spelen, omdat hij snel afgeleid is. Omdat Job niet kan praten maakt hij vaak gromgeluiden of lacht bijvoorbeeld als hij iets leuk vindt. Job houdt heel erg van muziek, hij vindt het leuk om met een muziekdoosje te spelen. 2 Deze vorm van bevraging kunt u ook zelf gebruiken om de attitudes van direct betrokkenen ten opzichte van leerlingen met beperkingen in uw school/samenwerkingsverband in kaart te brengen. 3 Voor de basisschoolleerlingen zijn geslacht specifieke situatieomschrijvingen gemaakt. Hierdoor hebben meisjes een vragenlijst ingevuld over een meisje met een beperking en jongens een vragenlijst ingevuld over een jongen met een beperking. 6
  • 11. Voor de kleuters is gebruik gemaakt van vragenlijsten die in kleine groepjes afgenomen kon worden door een testleider. De testleider heeft de vragen voorgelezen waarna de kleuters met behulp van smileys uit drie antwoorden konden kiezen: ja, nee, of misschien. De vragenlijst bevatte dertien vragen zoals ‘Zou je willen spelen met een kind in een rolstoel?’ De range van de scores is: 0 tot 26, waarbij een hogere score een meer positieve attitude aangeeft. Op de volgende pagina’s worden de uitkomsten van het onderzoek per groep gepresenteerd. Er wordt achtereenvolgens ingegaan op: Kleuters De attitude van kleuters op het eerste meetmoment; De attitude van kleuters per meetmoment; De invloed van kennis over beperkingen en contact met leeftijdsgenoten met beperkingen op de attitude van kleuters. Basisschoolleerlingen De attitude van basisschoolleerlingen op het eerste meetmoment; De attitude van basisschoolleerlingen per meetmoment; De invloed van kennis over beperkingen en contact met leeftijdsgenoten met beperkingen op de attitude van basisschoolleerlingen. Ouders De attitude van kleuters op het eerste meetmoment; De invloed van kennis over beperkingen en contact met kinderen met beperkingen op de attitude van ouders; Variabelen die invloed hebben op de attitude van ouders. 7
  • 12. De attitude van kleuters De gemiddelde attitude score van kleuters geeft aan dat kleuters een negatieve attitude hebben ten opzichte van leeftijdsgenoten met een beperking (M= 7,9 en SD= 6,5). Wanneer we kijken naar afzonderlijke vragen blijkt dat het merendeel van de leerlingen een negatief antwoord heeft gegeven. Ze willen liever niet spelen met een kind met een beperking en willen er ook liever geen vriendjes mee zijn. Ook heeft het merendeel van de leerlingen geen vriendje of vriendinnetje met een beperking. Een verklaring voor deze negatieve uitkomsten kan de onbekendheid zijn van de betekenis van het begrip handicap/beperking voor leerlingen van deze leeftijd. De leerlingen vonden het bijvoorbeeld lastig om antwoord te geven op de vraag: ‘weet je wat een handicap/beperking is?’ Het percentage positieve, negatieve en ‘misschien’ antwoorden van de jonge leerlingen op een aantal stellingen is te zien in tabel 2. Tabel 2. Percentage positieve, negatieve en misschien antwoorden van kleuters op de attitude stellingen per meetmoment 1 (N= 54). Stelling % % % JA NEE MISSCHIEN Zou je het leuk vinden om beste vrienden te zijn met 18 65 17 een jongen/meisje dat nog niet kan praten? Zou je het leuk vinden om beste vrienden te zijn met 13 67 20 een jongen/meisje dat niet kan zien? Zou je gaan spelen met een jongen/meisje, ook als hij/zij niet 11 76 13 kan lopen? Zou je het leuk vinden om te spelen met een kind dat 24 59 17 gehandicapt is? Zou je het leuk vinden om in de pauze te gaan spelen met een 13 67 20 kind dat gehandicapt is? Heb je wel eens gepraat met een gehandicapt kind? 24 55 21 Heb je een vriendje of vriendinnetje met een handicap? 9 82 9 De uitkomsten geven aan dat jongens een significant negatievere attitude hebben dan meisjes. Er is geen verschil in attitude tussen de leerlingen van groep 2 en 3. 8
  • 13. De attitude van kleuters per meetmoment Wanneer we kijken naar de ontwikkeling van de attitude, blijkt dat kleuters een significant positievere attitude krijgen ten opzichte van leeftijdsgenoten met beperkingen naarmate ze ouder worden. Figuur 2 laat zien dat de attitude score bij elk meetmoment wat omhoog is gegaan. Figuur 2. De attitude van kleuters per meetmoment 24 Attitude score 20 16 12 8 4 0 De uitkomsten laten zien dat jongens een negatievere attitude hebben dan meisjes. Echter, de attitude ontwikkeling is voor jongens en meisjes vergelijkbaar. Beide groepen worden positiever naarmate ze ouder worden. In figuur 3 is te zien dat jongens en meisjes zich gelijk ontwikkelen, maar dat de attitude score van jongens negatiever is dan de score van meisjes. Figuur 3. Vergelijking van de attitudes van kleuters per geslacht per meetmoment 24 20 Attitude score 16 12 Jongens 8 Meisjes 4 0 9
  • 14. Het effect van kennis over beperkingen en contact met leeftijdsgenoten met beperkingen op de attitude van kleuters Om na te gaan of er een effect is van kennis over beperkingen en contact met leeftijdsgenoten met een beperking op de attitude is er een vergelijking gemaakt van de verschillende scholen op de vier meetmomenten. De uitkomsten laten zien dat er een stijgende lijn is bij school 1 tussen Nov-09 en Mrt-10, wat betekent dat het project ‘Iedereen hoort erbij’ een positief effect heeft op de attitudes van kleuters. De uitkomsten laten tevens zien dat de attitudes van de kleuters van school 1 en 2 beide positiever zijn geworden tussen Mrt-11 en Jan-12. Dit betekent dat de aanwezigheid van een leerling met beperking in de klas (school 2) óf leerlingen met beperkingen in de Brede School (school 1) een positief effect heeft op de attitude van kleuters. Hoewel de kleuters van school 3 (controle school) positiever zijn geworden naarmate ze ouder zijn geworden, is het duidelijk dat de kleuters op de andere scholen een grotere verandering hebben doorgemaakt. De vergelijking van de verschillende scholen is te zien in figuur 4. Figuur 4. Vergelijking van attitudes van kleuters per school 24 20 School 1: leerlingen met Attitude score beperkingen in school (Brede 16 School) 12 School 2: leerling met beperking in kleuterklas 8 School 3: controle school 4 0 jan-10 mrt-10 jan-11 jan-12 nov-09 mei-10 mrt-11 jul-10 sep-10 nov-10 mei-11 jul-11 sep-11 nov-11 10
  • 15. De attitude van basisschoolleerlingen De gemiddelde attitude score van de leerlingen is neutraal tot positief (M= 3,9 en SD= 0,7). Wanneer we kijken naar afzonderlijke stellingen blijkt dat meer dan de helft van de leerlingen bij elke stelling een positief antwoord geeft. Opvallend is dat de antwoorden negatiever zijn bij stellingen die meer persoonlijk van aard zijn, zoals: ‘Ik zou mijn geheimen wel aan Johan vertellen’, ‘Ik zou Johan wel uitnodigen om te komen logeren bij mij’ en ‘Ik zou het leuk vinden als Johan mijn beste vriend zou zijn’. Op deze stellingen geven de leerlingen vaker een neutraal of negatief antwoord. Het percentage positieve, negatieve en neutrale antwoorden op de stellingen over kinderen met een lichamelijk beperking is te zien in tabel 3. Een vergelijking van de antwoorden per beperking laat zien dat de leerlingen het meest negatief zijn over kinderen met een meervoudige beperking. De attitude van leerlingen ten opzichte van kinderen met een verstandelijke- of lichamelijke beperking is vergelijkbaar. Tabel 3. Percentage positieve, negatieve en neutrale antwoorden van basisschoolleerlingen op de stellingen over kinderen met een lichamelijke beperking (L) (N= 44), verstandelijke beperking (V) (N= 51), meervoudige beperking (M) (N= 49) op meetmoment 1. Stelling % JA % NEE % NEUTRAAL L V M L V M L V M Ik zou Job/Ester wel uitnodigen voor mijn verjaardags- 61 86 54 9 2 8 30 12 38 feestje. Ik zou Job/Ester net zo aardig vinden als mijn 70 76 74 14 10 12 16 14 14 andere vrienden. Ik zou het leuk vinden als ik een schoolopdracht 73 60 70 15 19 11 12 21 19 met Job/Ester zou moeten doen. Ik zou het leuk vinden als Job/Ester mij bij hem/haar 59 66 74 14 12 12 27 22 14 thuis uitnodigt. Ik zou het leuk vinden als Job/Ester mijn beste 50 39 50 20 22 31 30 39 19 vriend(in) zou zijn. Ik zou Job/Ester wel uitnodigen om te komen logeren 34 40 29 32 23 29 34 37 42 bij mij. Ik zou mijn geheimen wel aan Job/Ester vertellen. 20 33 37 38 40 42 42 27 21 Ik zou proberen uit de buurt te blijven van Job/Ester. 9 6 10 84 86 80 7 8 10 Ik zou niet naast Job/Ester willen zitten in de klas. 23 14 14 64 72 67 13 14 19 Opmerking: de cursief gedrukte stellingen zijn negatief geformuleerd. 11
  • 16. De attitude van basisschoolleerlingen per meetmoment Een vergelijking van de attitude van basisschoolleerlingen op de vier meetmomenten laat zien dat de leerlingen stabiel zijn. Hun attitude verandert weinig naarmate ze ouder worden. De leerlingen hebben op alle vier meetmomenten een neutraal tot positieve attitude. Hoewel er weinig verschil is in de attitude ontwikkeling van jongens en meisjes, is het duidelijk dat jongens een significant negatievere attitude hebben dan meisjes (zie figuur 5). Figuur 5. Vergelijking van attitudes van basisschoolleerlingen per geslacht per meetmoment 5 4 Attitude score 3 Jongens Meisjes 2 1 Het effect van kennis over beperkingen en contact met leeftijdsgenoten met beperkingen op de attitude van basisschoolleerlingen Om te kijken wat het effect is van kennis over beperkingen (het project ‘Iedereen hoort erbij’) en het contact met leeftijdsgenoten met beperkingen op de attitude van basisschoolleerlingen is er een vergelijking van de drie scholen gemaakt. Deze vergelijking is visueel weergegeven in figuur 6. De uitkomsten laten zien dat er geen effect is van het project ‘Iedereen hoort erbij’ op de attitude van de leerlingen uit groep 4 t/m 8. De attitude van de leerlingen van de Brede School is stabiel gebleven op de eerste drie meetmomenten. Daarnaast laten de uitkomsten zien dat er een significant effect is van het contact van de leerling met de beperking in school 2 op de attitudes van de leerlingen van groep 4 t/m 8. Dit effect is echter alleen zichtbaar op het laatste meetmoment (Jan-12), wat betekent dat er na twee jaar een effect te zien is op de attitude van leerlingen. De uitkomsten van de kleuters bevestigen dit beeld, omdat bij deze leerlingen van school 2 ook de grootste attitude verandering zichtbaar is tussen meetmoment 3 en 4. Dit zou kunnen betekenen dat er 12
  • 17. geen onmiddellijke effecten van het contact tussen leerlingen zonder beperkingen en leerlingen met beperkingen verwacht moeten worden. Op basis van de uitkomsten van de attitude ontwikkeling van de leerlingen van school 2 kan er geconcludeerd worden dat er ongeveer twee jaar contact nodig is om een positieve verandering teweeg te brengen in de attitude van leerlingen. De attitudes van de leerlingen van de Brede School zijn wat negatiever geworden op het laatste meetmoment (Jan-12). Een mogelijke verklaring hiervoor is dat het contact tussen hen en de kinderen met meervoudige beperkingen voor een schrikeffect heeft gezorgd. Het is mogelijk dat er op het moment van de vragenlijstafname nog geen gewenning was opgetreden. Omdat de Brede School op meetmoment 4 pas een half jaar geopend was, ligt het voor de hand om geen directe positieve uitkomsten te verwachten. Daarnaast is het moeilijk om een eventueel effect vast te leggen door een vragenlijst- afname. De reacties van de leerlingen en ouders over de Brede School en het contact tussen de leerlingen en de kinderen van het kinderdagcentrum zijn tot nu toe erg positief. Figuur 6. Vergelijking van attitudes van basisschoolleerlingen per school 5 4 School 1: leerlingen met Attitude score beperkingen in school (Brede School) 3 School 2: leerling met beperking in kleuterklas 2 School 3: controle school 1 jan-10 mrt-10 jan-11 mrt-11 nov-09 mei-10 jul-10 sep-10 nov-10 mei-11 jul-11 sep-11 jan-12 nov-11 13
  • 18. De attitude van ouders De gemiddelde attitude score van ouders is positief (M= 4,02 en SD= 0,50). De attitude van ouders is het meest positief over kinderen met lichamelijke beperkingen in het reguliere basisonderwijs. Ouders zijn het meest negatief over kinderen met een meervoudige beperking. In tabel 4 is een overzicht van percentages per type beperking te zien. Hier is uit op te maken dat het merendeel van de ouders vindt dat kinderen met een beperking de mogelijkheid horen te krijgen om naar een reguliere school te gaan. Ouders hebben een neutrale attitude als het gaat om het directe contact tussen hun eigen kind en een kind met beperkingen. Tabel 4. Percentage positieve, negatieve en neutrale antwoorden van ouders op de stellingen over kinderen met een lichamelijke beperking (L) (N= 38), verstandelijke beperking (V) (N= 35) en meervoudige beperking (M) (N= 34) op meetmoment 1. Stelling % JA % NEE % NEUTRAAL L V M L V M L V M Ik vind het goed dat kinderen zoals Job de mogelijk- 100 80 67 - 6 21 - 14 12 heid krijgen om naar een reguliere school te gaan. Ik denk dat een reguliere leerkracht onvoldoende 34 48 56 32 29 18 34 23 26 kan voorzien in de individuele behoeften van kinderen zoals Job. Ik zou het goed vinden als mijn zoon/dochter Job 87 86 76 5 8 3 8 6 21 zou uitnodigen voor zijn/haar verjaardagsfeestje. Ik zou mijn zoon/dochter toestaan om bij Job thuis te 97 94 94 3 3 - - 3 6 gaan spelen. Ik zou er moeite mee hebben als Job de beste vriend 2.5 - 12 95 83 71 2.5 17 17 van mijn zoon/dochter zou zijn. Ik zou uit de buurt blijven van Job. 2.5 - 3 95 94 97 2.5 6 - Ik zou bezorgd zijn als Job bij ons thuis zou komen spelen. 2 3 12 90 86 73 8 11 15 Ik zou er bezorgd over zijn als Job naast mijn zoon/ - 9 18 95 71 68 5 20 14 dochter in de klas zou zitten. 14
  • 19. Het effect van kennis over beperkingen en contact met kinderen met beperkingen op de attitude van ouders De attitude van ouders is vergelijkbaar per meetmoment. Dit betekent dat de attitude van ouders stabiel is en weinig wordt beïnvloed door wat er in de school/klas van hun kind gebeurt: ouders zijn niet beïnvloed door het project ‘Iedereen hoort erbij’ en zijn niet beïnvloed door indirect contact met kinderen met beperkingen. Het effect van andere variabelen op de attitude van ouders Hoewel ouders niet beïnvloed worden door kennis over beperkingen en indirect contact met kinderen met beperkingen, worden ouders wel beïnvloed door andere aspecten. Zo worden ouders beïnvloed door het type beperking. Het blijkt dat ouders een negatievere attitude hebben ten opzichte van kinderen met meervoudige beperkingen en kinderen met een verstandelijke beperking, in vergelijking met kinderen met een lichamelijke beperking. Daarnaast heeft het aantal kinderen een positieve invloed op de attitude van ouders: ouders met een groter gezin hebben een positievere attitude. Ouders van een kind met een gedragsprobleem hebben ook een positiever attitude. Deze ouders lijken meer verschillen tussen kinderen te accepteren dan ouders van een kind zonder gedragsprobleem. Tenslotte wordt de attitude van ouders positief beïnvloed door het kennen van iemand in de omgeving met een beperking. De invloed van de attitude van ouders op hun kind(eren) De uitkomsten van het onderzoek geven aan dat de attitude van ouders belangrijk is in de attitudevorming van hun kind(eren). Dit betekent dat wat de ouders thuis overbrengen op hun kind over mensen/kinderen met een beperking, van invloed is op de vorming van de attitude van hun kind(eren). Als een ouder bijvoorbeeld aangeeft dat een kind met een verstandelijke beperking beter niet uitgenodigd kan worden om te komen spelen (om die reden), zal dit invloed hebben op de gedachte van hun kind over het kind met de beperking. Als ouders een meer positieve attitude hebben, zal hun kind ook een positievere attitude ontwikkelen. 15
  • 20. Samenvatting In deze brochure zijn de uitkomsten gepresenteerd van een onderzoek naar, 1) attitudes van kleuters (4-6 jaar), basisschoolleerlingen (8-12 jaar) en ouders ten opzichte van kinderen met lichamelijke, verstandelijke en meervoudige beperkingen, en 2) de effecten van kennis over beperkingen en contact met kinderen met beperkingen op de attitude. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek kunnen de volgende conclusies getrokken worden: Kleuters Bij aanvang van groep 2 hebben kleuters een negatieve attitude ten opzichte van leeftijdsgenoten met een beperking, maar deze leerlingen worden positiever als ze ouder worden. Jongens hebben een negatievere attitude dan meisjes. De attitude van kleuters wordt positief beïnvloed door het uitvoeren van het project ‘Iedereen hoort erbij’. Echter, om lange termijn uitkomsten te behalen is het aan te bevelen om het project uit te breiden en te herhalen. De attitude van kleuters wordt positief beïnvloed door contact met leerlingen met beperkingen. Op basis van deze uitkomsten is het aan te bevelen om leerlingen op jonge leeftijd in contact te laten komen met leeftijdsgenoten met beperkingen. Basisschoolleerlingen Basisschoolleerlingen (groep 4-8) hebben een neutrale attitude ten opzichte van leeftijdsgenoten met een beperking. De attitude van basisschoolleerlingen is het meest negatief ten opzichte van leeftijdsgenoten met meervoudige beperkingen, in vergelijking met leeftijdsgenoten met een lichamelijke of verstandelijke beperking. Jongens hebben een negatievere attitude dan meisjes. De attitude van basisschoolleerlingen wordt niet beïnvloed door kennis over beperkingen (geen effect van het project ‘Iedereen hoort erbij’). De attitude van basisschoolleerlingen wordt positief beïnvloed door indirect contact met leeftijdsgenoten met beperkingen. Echter, dit effect is niet onmiddellijk te verwachten. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek kan men verwachten dat een dergelijk effect na ongeveer 1,5 jaar zichtbaar wordt. Ouders Ouders hebben een neutrale attitude ten opzichte van kinderen met een lichamelijke, verstandelijke en meervoudige beperking. 16
  • 21. De attitude van ouders is het meest negatief ten opzichte van kinderen met meervoudige beperkingen, in vergelijking met kinderen met een lichamelijke of verstandelijke beperking. De attitude van ouders is stabiel en wordt niet tot nauwelijks beïnvloed als hun kind(eren) kennis krijgt over beperkingen of contact heeft met leeftijdsgenoten met beperkingen. Ouders met meer kinderen en ouders met een kind met een gedragsprobleem hebben een positievere attitude dan ouders die dit niet hebben. Ouders die iemand met een beperking kennen in hun omgeving hebben een positievere attitude dan ouders die dit niet hebben. De attitude van ouders is van invloed op de attitude van hun kind(eren). Dit betekent dat ouderbetrokkenheid van belang is voor de attitude ontwikkeling van kinderen. Bij het inzetten van eventuele projecten is het aan te raden om ouders hierbij te betrekken. Het onderzoek gepresenteerd in deze brochure geeft aan dat leerlingen zonder beperkingen niet automatisch positief zijn over leeftijdsgenoten met beperkingen. Meer positieve attitudes kunnen tot stand gebracht worden door leerlingen meer kennis te geven over beperkingen, contact tussen leerlingen zonder beperkingen en leerlingen met beperkingen en ouderbetrokkenheid. Figuur 7 geeft een visuele weergave van de factoren die van belang zijn in de beïnvloeding van leerling attitudes. Figuur 7. Visuele weergave van factoren die de attitude van leerlingen beïnvloeden. 17
  • 22. Aanbevelingen Op basis van het onderzoek gepresenteerd in deze brochure kunnen de volgende aanbevelingen gedaan worden: Ten eerste is het de aanbeveling om jonge leerlingen meer kennis te geven over (leeftijdsgenoten met) beperkingen. Dit kan bijvoorbeeld gedaan worden door regelmatig (prenten)boeken voor te lezen waarin een personage met een beperking centraal staat4. Na het voorlezen dient er een kringgesprek met de leerlingen plaats te vinden over het boek. Hierbij is het belangrijk om de positieve eigenschappen/ kenmerken van het personage te benadrukken. Ten tweede is het de aanbeveling om initiatieven te stimuleren over het opnemen van leerlingen met beperkingen in reguliere onderwijssettingen. Contact tussen leerlingen zonder beperkingen en leerlingen met beperkingen draagt bij aan een positieve attitude van reguliere basisschoolleerlingen. Deze positieve attitude draagt vervolgens bij aan een betere acceptatie van kinderen met beperkingen in het reguliere basisonderwijs 5 . Het is belangrijk om ouders te betrekken bij dergelijke initiatieven, omdat zij een invloed hebben op de attitude ontwikkeling van hun kind(eren). 4 Kijk voor meer informatie op www.iedereenhoorterbij.nl of neem contact op met de auteur van deze brochure. 5 A. de Boer (2012). Inclusie: een kwestie van attitudes? Groningen: Stichting Kinderstudies. 18
  • 23. Vragen of meer informatie Als u meer wilt weten of vragen heeft over het onderwerp leerlingen met een beperking in het reguliere onderwijs kunt u te allen tijde contact met ons opnemen. Wij geven u graag meer informatie, verzorgen graag presentaties of ouderavonden. Ook als er vanuit uw organisatie, bestuur, samenwerkingsverband of school (onderzoeks)vragen zijn die raakvlakken hebben met het onderwerp van deze brochure horen wij dat graag. In het kader van afstudeerprojecten zijn wij regelmatig op zoek naar organisaties/scholen die een onderzoeksvraag beantwoord willen zien. Contactgegevens Auteur: Anke de Boer Rijksuniversiteit Groningen Afdeling Orthopedagogiek Telefoon: 050-3639306 Mobiel: 06-25540259 Email: anke.de.boer@rug.nl 19