SlideShare a Scribd company logo
GAC/2016/4049 Blz. 1
Gemeenschappelijke aankoopcentrale
Stad Antwerpen – OCMW Antwerpen
Francis Wellesplein 1
B 2018 Antwerpen
Bestek nummer GAC/2016/4049
Voor het toewijzen van een overheidsopdracht voor de aanneming van Diensten
met betrekking tot
Onderzoek mapping van levendigheid in wijken
Wijze van gunnen Vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met bekendmaking
Indienen offertes Via e-Tendering
Opening der offertes Uiterlijk tegen DONDERDAG 22 SEPTEMBER 2016,
11.45 uur
Offertes die na dit tijdstip toekomen,
zullen niet worden weerhouden.
GAC/2016/4049 Blz. 2
Inhoudsopgave
I. ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN .............................................................................. 6
I.1 BESCHRIJVING VAN DE OPDRACHT ...................................................................................... 6
I.2 IDENTITEIT VAN DE OPDRACHTGEVER ................................................................................. 6
I.3 WIJZE VAN GUNNEN ............................................................................................................ 6
I.4 PRIJSVASTSTELLING ............................................................................................................ 6
I.5 TOEGANGSRECHT EN KWALITATIEVE SELECTIE................................................................... 7
I.6 ONDERAANNEMING............................................................................................................. 8
I.7 PUBLICATIE......................................................................................................................... 9
I.8 VORM, INHOUD EN ONDERTEKENING VAN DE OFFERTE ....................................................... 9
I.9 INDIENEN VAN DE OFFERTE ............................................................................................... 10
I.10 OPENING VAN DE OFFERTES ............................................................................................ 10
I.11 VERBINTENISTERMIJN ..................................................................................................... 10
I.12 GUNNINGSCRITERIA ........................................................................................................ 11
I.13 VARIANTEN..................................................................................................................... 12
I.14 KEUZE VAN OFFERTE....................................................................................................... 13
II. CONTRACTUELE BEPALINGEN................................................................................ 14
II.1 LEIDEND AMBTENAAR ..................................................................................................... 14
II.2 VERZEKERINGEN ............................................................................................................. 14
II.3 BORGTOCHT..................................................................................................................... 14
II.4 PRIJSHERZIENINGEN......................................................................................................... 14
II.5 LOOPTIJD ......................................................................................................................... 14
II.6 OPZEGMODALITEITEN...................................................................................................... 14
II.7 BETALING EN BETALINGSTERMIJN ................................................................................... 15
II.8 OPLEVERING .................................................................................................................... 15
II.9 EXCLUSIVITEIT ................................................................................................................ 15
II.10 DISCRETIEPLICHT EN (INTELLECTUELE) EIGENDOMSRECHTEN OP DOCUMENTEN EN DATA
VAN DE AANBESTEDENDE OVERHEID ...................................................................................... 15
II.11 INTELLECTUELE EIGENDOMSRECHTEN OP DE RESULTATEN VAN DEZE OPDRACHT ......... 16
II.12 TOEPASSELIJK RECHT EN BEVOEGDE RECHTBANKEN ..................................................... 16
III. TECHNISCHE BEPALINGEN..................................................................................... 17
III.1 DUURZAAMHEID............................................................................................................. 17
III.2 VOORSTELLING .............................................................................................................. 17
III.3 LITERATUURSTUDIE EN BENCHMARKING........................................................................ 20
III.4 IN KAART BRENGEN VAN DE DEMOGRAFISCHE, SOCIALE EN ECONOMISCHE HEFBOMEN.. 20
III.5 RUIMTELIJKE EIGENSCHAPPEN VAN EEN WIJK................................................................. 21
III.6 GEBRUIK VAN DE WIJK EN DE AGENDA ........................................................................... 21
III.7 NIET-EXHAUSTIEVE LIJST VAN CRITERIA VOOR HET IN KAART BRENGEN VAN EEN
LEVENDIGE WIJK..................................................................................................................... 22
III.8 BEGELEIDING VANUIT DE STAD ...................................................................................... 22
III.9 UITVOERING ................................................................................................................... 22
III.10 BUDGET EN PLANNING.................................................................................................. 23
III.11 BIJLAGE........................................................................................................................ 23
III.11.1 Eerste mogelijke literatuur.................................................................................. 23
IV. EXTRA JURIDISCHE BEPALINGEN ........................................................................ 28
IV.1 ILLEGAAL VERBLIJVENDE ONDERDANEN VAN EEN DERDE LAND .................................... 28
IV.2 LOONSCHULDEN............................................................................................................. 29
IV.3 AFWIJKING TERMIJN VERWEERMIDDELEN BIJ (ERNSTIGE) LOONSCHULDEN EN ILLEGALE
TEWERKSTELLING................................................................................................................... 30
IV.4 SCHORSING GEEFT GEEN AANLEIDING TOT SCHADEVERGOEDING................................... 30
GAC/2016/4049 Blz. 3
IV.5 LIMOSA .......................................................................................................................... 31
IV.6 BELANGENVERMENGING ................................................................................................ 31
IV.7 PERSOONSGEGEVENS (PRIVACY) .................................................................................... 32
IV.8 OVERDRACHT VAN OPDRACHT ....................................................................................... 32
BIJLAGE A : OFFERTEFORMULIER ............................................................................. 33
BIJLAGE B: VERBINTENIS IN DE ZIN VAN ARTIKEL 74 KB 15/07/2011 .............. 35
GAC/2016/4049 Blz. 4
Beheerder tot aan sluiting opdracht
Naam: GAC/Diensten
Adres: Francis Wellesplein 1 te 2018 Antwerpen
Contactpersoon: Patrik Van Ostaeyen
Telefoon: 03 338 27 70
E-mail: gac_diensten@stad.antwerpen.be
Als een inschrijver in de opdrachtdocumenten fouten of leemten ontdekt die van dien
aard zijn dat ze de prijsberekening of de vergelijking van de offertes onmogelijk maken,
of er zijn onduidelijkheden / vragen over deze opdracht, dan meldt hij dit onmiddellijk
aan de aanbestedende overheid via bovenstaande contactgegevens. Alleszins verwittigt
hij haar ten laatste 10 dagen vóór de datum van de openingszitting, tenzij zulks
onmogelijk is door de inkorting van de termijn voor ontvangst van de offertes. De
aanbestedende overheid oordeelt of de fouten of de leemten voldoende belangrijk zijn
om de openingszitting te verdagen en, indien nodig, tot een aangepaste bekendmaking
over te gaan.
Door het indienen van een offerte aanvaarden de inschrijvers onvoorwaardelijk de
inhoud van het bestek en de bijhorende opdrachtdocumenten en de invulling van de
gunningsprocedure zoals deze in het bestek beschreven is en aanvaarden zij zelf door de
bepalingen ervan gebonden te zijn. Indien een inschrijver in dat verband een bezwaar
heeft, dient hij dat ten laatste 10 dagen vóór de datum van de openingszitting, bekend te
maken aan de aanbestedende overheid met omschrijving van de reden.
De aanbestedende overheid hecht er uitdrukkelijk de voorkeur aan dat bovenstaande
opmerkingen / vragen per mail overgemaakt worden.
Toepasselijke reglementering
1. De wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en
diensten van 15 juni 2006 en latere wijzigingen, hierna genoemd ‘Wet
Overheidsopdrachten’.
2. De wet betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake
overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van
17 juni 2013, hierna genoemd ‘Rechtsbeschermingswet’.
3. Het koninklijk besluit plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren van 15 juli
2011 en latere wijzigingen, hierna genoemd ‘KB Plaatsing’.
4. Het koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de
overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken van 14 januari 2013
en latere wijzigingen, hierna genoemd ‘KB Uitvoering’.
5. De wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de
uitvoering van hun werk en latere wijzigingen.
6. Het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB) en de Codex Welzijn.
De in dit deel weergegeven toepasselijke reglementering is niet-limitatief opgesomd. De
inschrijver wordt geacht alle van toepassing zijnde bepalingen te kennen en in
overeenstemming met de van toepassing zijnde regelgeving te handelen.
GAC/2016/4049 Blz. 5
Afwijkingen, aanvullingen en opmerkingen
Artikel 33 en 156 van het KB Uitvoering
De aanbestedende overheid wijkt af van artikel 33 KB Uitvoering met betrekking tot de wijze
waarop de vrijgave van de borgtocht gebeurt en van artikel 156 KB Uitvoering met
betrekking tot de wijze waarop de oplevering zal gebeuren.
Artikel 44 §2 van het KB Uitvoering
De aanbestedende overheid wijkt in bepaalde specifieke verder in het bestek opgenomen
gevallen af van de termijn van 15 kalenderdagen waarover de opdrachtnemer overeenkomstig
artikel 44 § 2 van voormeld KB Uitvoering beschikt om zijn verweermiddelen te doen gelden.
Die termijn leidt er immers toe dat de termijn van 14 werkdagen na de kennisgeving van de
arbeidsinspectie (overeenkomstig artikel 35/3, § 4, wet van 12 april 1965 betreffende de
bescherming van het loon der werknemers), waarover de aanbestedende overheid beschikt om
desgevallend de opdracht nog te verbreken, zal zijn verstreken. De verweermiddelentermijn
voor de opdrachtnemer moet in dat geval kunnen worden ingekort door de aanbestedende
overheid.
Artikel 55 van het KB Uitvoering
De aanbestedende overheid wijkt in bepaalde specifieke verder in het bestek opgenomen
gevallen af van dit artikel omdat het niet billijk zou zijn dat in deze gevallen, waarbij vaststaat
dat er een zwaarwichtige inbreuk is gepleegd, de aanbestedende overheid een
schadevergoeding verschuldigd zou zijn wegens schorsingen op haar bevel overeenkomstig
artikel 55 van het KB Uitvoering, omdat zij de opdrachtnemer de mogelijkheid heeft geboden
verweermiddelen te doen gelden, maar wel wil vermijden dat in deze verweermiddelentermijn
nieuwe zwaarwichtige inbreuken worden begaan.
Artikel 106 §2 van het KB Plaatsing
De verbintenistermijn wordt van toepassing gemaakt.
Artikel 45 van het KB Uitvoering
De aanbestedende overheid wijkt in bepaalde specifieke verder in het bestek opgenomen
gevallen af van de straffen voor gebrekkige uitvoering.
LEESWIJZER
Dit bestek is opgedeeld in 4 onderdelen:
• Deel I: Administratieve bepalingen betreffende de gunning van de opdracht.
• Deel II: Contractuele bepalingen betreffende de uitvoering van de opdracht.
• Deel III: De technische bepalingen waarin wordt omschreven hoe (werkwijze,
technische voorschriften, materialen,…) de opdracht moet worden uitgevoerd.
• Deel IV: Extra juridische bepalingen
GAC/2016/4049 Blz. 6
I. Administratieve bepalingen
Dit eerste deel heeft betrekking op de regeling tot gunning van een overheidsopdracht tot de
opdrachtnemer is aangesteld. De bepalingen die vervat zijn in dit deel, hebben betrekking op
de Wet Overheidsopdrachten en het KB Plaatsing en latere wijzigingen.
I.1 Beschrijving van de opdracht
Voorwerp van deze diensten: Onderzoek mapping van levendigheid in wijken.
Het onderzoek omvat:
1. Op basis van een literatuuroverzicht een duidelijk afgebakende conceptualisering die
voldoende geoperationaliseerd is dat dit concept ook bruikbaar is in ander onderzoek
bij of door de stad.
2. In kaart brengen van sociale, economische en demografische factoren die mee
levendigheid sturen.
3. Ruimtelijk sturende eigenschappen in kaart brengen.
4. Het gebruik van de wijk en de agenda van de wijk.
5. Niet-exhaustieve lijst van criteria voor het in kaart brengen van de levendigheid van de
wijk, gebaseerd op de vaststellingen in 2, 3, en 4.
Deze opdracht heeft betrekking op de volgende diensten, zoals opgenomen in de Common
Procurement Vocabulary (CPV): 79311000: Uitvoeren van studies
I.2 Identiteit van de opdrachtgever
Stad Antwerpen
Grote Markt 1
2000 Antwerpen
Ondernemingsnummer 0207 500 123
I.3 Wijze van gunnen
Overeenkomstig artikel 26, § 2, 1° d (limiet van 209.000,00 euro excl. btw niet overschreden)
van de wet van 15 juni 2006, wordt de opdracht gegund bij wijze van de vereenvoudigde
onderhandelingsprocedure met bekendmaking.
I.4 Prijsvaststelling
De opdracht wordt beschouwd als een opdracht tegen globale prijs.
Voor deze opdracht wordt een forfaitair budget voorzien, zoals omschreven in artikel III.10
“Budget en planning” van dit bestek.
GAC/2016/4049 Blz. 7
De opdracht tegen een globale prijs is een opdracht waarbij een forfaitaire prijs het geheel van
de prestaties van de opdracht of van elke post dekt.
Het forfaitair budget omvat alle kosten en heffingen die op de uitvoering wegen.
Inbegrepen in forfaitair budget zijn m.a.w. alle heffingen welke de opdracht belasten en alle
kosten en metingen en prestaties die inherent zijn aan de uitvoering van de opdracht, met
name maar niet limitatief:
1. de administratie en het secretariaat;
2. de verplaatsing, het vervoer en de verzekering;
3. de documentatie die met de diensten verband houdt;
4. de levering van documenten of stukken die inherent zijn aan de uitvoering;
5. de verpakkingen;
6. de voor het gebruik noodzakelijke vorming;
7. in voorkomend geval, de maatregelen die door de wetgeving inzake de veiligheid en
de gezondheid van de werknemers worden opgelegd voor de uitvoering van hun werk.
Er worden geen extra kosten aanvaard.
I.5 Toegangsrecht en kwalitatieve selectie
Juridische situatie van de inschrijver (uitsluitingscriteria) = toegangsrecht
Door het enkele feit van deel te nemen aan deze gunningsprocedure, verklaren de kandidaten
of inschrijvers op erewoord dat ze zich niet in één van de uitsluitingsgevallen bedoeld in
artikel 61 §§ 1 en 2 van het KB plaatsing bevinden, noch dat ze zich in de uitsluitingsgevallen
bedoeld in artikel 57 van de richtlijn 2014/24/EU van 26 februari 2014 betreffende de
overheidsopdrachten bevinden. De kandidaten of inschrijvers verklaren tevens met betrekking
tot artikel 57, 1 van de richtlijn 2014/24/EU dat noch zijzelf, noch een lid van hun bestuurs-,
leidinggevend of toezichthoudend orgaan (of die daarin vertegenwoordigings-, beslissings- of
controlebevoegdheid heeft), noch een lid van hun keten van medecontracten bij
onherroepelijk vonnis veroordeeld is voor de gevallen (zoals kinderarbeid en andere vormen
van mensenhandel) onder het voormelde artikel 57, 1.
De bewijzen omtrent de uitsluitingsgronden van artikel 61 § 2, 1°, 2°, 5° en 6° worden door
het bestuur zelf opgezocht voor de Belgische offertes.
De Belgische inschrijver dient wel een uittreksel uit het strafregister of een evenwaardig
document uitgereikt door een gerechtelijke of overheidsinstantie bij zijn offerte te voegen,
waaruit blijkt dat aan de gestelde eisen is voldaan. Dit attest mag ten vroegste 3 maanden voor
ontvangst door het bestuur uitgereikt zijn. Dit uittreksel kan voor de Belgische inschrijvingen
(rechtspersonen) gevraagd worden bij de Federale Overheidsdienst Justitie, DG RO – Dienst
centraal strafregister, Waterloolaan 115, 1000 Brussel Tel +32 (0)2 552 27 48 Fax +32 (0)2
552 27 82 E-mail cjc-csr@just.fgov.be.
Omdat de aanbestedende overheid niet bij machte is de bewijzen van de uitsluitingsgronden
zelf op te zoeken in het geval van een buitenlandse inschrijving, dient de buitenlandse
inschrijver de bewijzen omtrent de uitsluitingsgronden onmiddellijk te kunnen aanleveren,
indien de aanbestedende overheid hierom verzoekt.
Meer informatie omtrent deze bewijzen vindt u terug op de website van e-Certis:
http://ec.europa.eu/markt/ecertis
GAC/2016/4049 Blz. 8
Een inschrijver die niet RSZ-plichtig is (geen personeel, inschrijving door natuurlijke
persoon, etc.…), moet een eigen verklaring op eer bijvoegen waarin hij verklaart waarom hij
niet RSZ-plichtig is.
Aandachtspunt: de offerte wordt ondertekend door de persoon of personen die bevoegd of
gemachtigd zijn om de inschrijver te verbinden. Dit voorschrift geldt voor alle deelnemers als
de offerte wordt ingediend door een combinatie zonder rechtspersoonlijkheid. De
deelnemers zijn dan hoofdelijk verbonden en zijn verplicht de deelnemer aan te duiden
die de combinatie zal vertegenwoordigen tegenover de aanbestedende overheid. Wanneer de
kandidaat-inschrijver een combinatie zonder rechtspersoonlijkheid betreft, moeten voor elke
partner van die combinatie zonder rechtspersoonlijkheid de bovenvermelde documenten
ingediend worden.
Financiële en economische draagkracht van de inschrijver (selectiecriteria)
Niet van toepassing.
Technische bekwaamheid van de inschrijver (selectiecriteria)
Minimaal drie referenties met betrekking gelijkaardige opdrachten tijdens de laatste 3 jaar,
met vermelding van bedrag, datum en de publiek- of privaatrechtelijke instanties waarvoor ze
bestemd waren. in het algemeen en voor welke overheidsinstelling in het bijzonder.
Voor elke referentieopdracht in de lijst worden volgende vermeldingen bijgevoegd:
o de opdrachtgever (met gegevens contactpersoon + telefoonnummer);
o het begin en einde van de uitvoering
o de beknopte omschrijving van de opdracht (verschillende onderdelen);
o kostprijs.
Wanneer de inschrijver beroep doet op de draagkracht / bekwaamheid van andere entiteiten en
die draagkracht / bekwaamheid bepalend is voor zijn selectie, vermeldt de inschrijver in zijn
offerte voor welk gedeelte hij een beroep doet op die draagkracht / bekwaamheid en welke
andere entiteiten hij voorstelt.
De inschrijver kan zich beroepen op de draagkracht van andere entiteiten, ongeacht de
juridische aard van zijn band met die entiteiten. In dat geval toont hij de aanbestedende
overheid aan dat hij zal beschikken over de voor de uitvoering van de opdracht noodzakelijke
middelen, door overlegging van de verbintenis van deze entiteiten om de inschrijver
dergelijke middelen ter beschikking te stellen, volgens het formulier in bijlage B. Onder
dezelfde voorwaarden kan een combinatie van inschrijvers zich beroepen op de draagkracht
van de deelnemers aan de combinatie of van andere entiteiten.
I.6 Onderaanneming
De inschrijver vermeldt in zijn offerte welk gedeelte van de opdracht hij voornemens is aan
derden in onderaanneming te geven en welke onderaannemers hij voorstelt. Conform artikel
12 KB Uitvoering is het inzetten van andere onderaannemers – dan die voorgesteld in de
offerte – onderworpen aan de toestemming van de aanbestedende overheid.
GAC/2016/4049 Blz. 9
I.7 Publicatie
De registratie als ondernemer op het platform e-Notification wordt sterk aanbevolen.
Deze opdracht kan door middel van de registratie worden opgevolgd via een messaging-
service. Bij elke wijziging aan de publicatie ontvangt de onderneming dan een e-mail. Op die
manier blijft u op de hoogte van alle relevante informatie voor het opmaken en indienen van
uw offerte.
Als geregistreerde onderneming kunt u automatisch op de hoogte worden gebracht van
gepubliceerde overheidsopdrachten die u interesseren, als u een zoekprofiel instelt (bij
voorbeeld overheidsopdrachten die onder een bepaalde categorie diensten vallen).
We verwijzen naar de handleiding e-Notification voor ondernemers. Deze handleiding kunt u
terugvinden op http://www.publicprocurement.be, onder de rubriek algemeen, e-Procurement,
FAQ.
I.8 Vorm, inhoud en ondertekening van de offerte
Taal
De inschrijver maakt zijn offerte op in het Nederlands.
Ondertekening documenten
Alle documenten opgesteld of vervolledigd door de inschrijver of zijn gevolmachtigde zijn
gedateerd en door hem elektronisch ondertekend via e-Tendering. Een ingescande /
geschreven handtekening heeft geen voldoende juridische waarde en wordt dus niet aanvaard.
Enkel de digitale handtekening via e-Tendering is rechtsgeldig.
Bewijs van het mandaat van ondertekenaar
Wie ondertekent, moet bewijzen dat hij gemachtigd is de inschrijver te verbinden.
De offerte die door gemachtigden wordt ingediend, vermeldt duidelijk de volmachtgever of
de volmachtgevers voor wie wordt gehandeld. De gemachtigden voegen bij hun offerte de
authentieke of onderhandse akte waaruit hun bevoegdheid blijkt, of een gewaarmerkt afschrift
van hun volmacht. Zij kunnen zich ook beperken tot verwijzing naar het nummer van de
bijlage van het Belgisch Staatsblad waarin hun bevoegdheden zijn bekendgemaakt.
De inschrijver wordt er op gewezen dat zijn offerte, overgelegd via e-Tendering, elektronisch
ondertekend moet worden met een gekwalificeerde elektronische handtekening. Deze
elektronische handtekening moet uitgaan van een bevoegd / gemachtigd persoon. De
inschrijver voegt tevens de nodige documenten toe waaruit de bevoegdheid blijkt om de
onderneming te binden (uittreksels van de statuten, volmacht, …).
Een gescande handtekening is onvoldoende.
Lijst van aan te leveren documenten
De offerte bestaat minimaal uit volgende documenten:
• Ingevuld offerteformulier;
• Document dat het mandaat van de ondertekenaar bevestigt;
• Uittreksel strafregister;
• Documenten ter staving van de selectie- en gunningscriteria.
Deze lijst is niet limitatief.
GAC/2016/4049 Blz. 10
I.9 Indienen van de offerte
De offerte dient via elektronische middelen te worden overgelegd.
De offerte moet elektronisch ingediend worden via de e-Tendering internetsite
https://eten.publicprocurement.be die de naleving waarborgt van de voorwaarden van artikel
52 § 1 van het KB plaatsing van 15 juli 2011. Bij voorkeur dient de inschrijver zijn volledige
offerte (met bijhorende documenten) in via één ZIP-bestand.
LET OP! We raden elke inschrijver ten stelligste aan de indieningsprocedure via e-Tendering
op voorhand te testen. Daartoe ontwikkelde e-Tendering een demo-omgeving:
https://etendemo.publicprocurement.be/
We adviseren om tijdig na te gaan of u beschikt over de vereiste certificaten / eToken om de
offerte via e-Tendering te ondertekenen. Meer informatie hieromtrent, kunt u vinden op de
website http://www.publicprocurement.be of via de e-Procurement helpdesk op het nummer
+32 (0)2 790 52 00
I.10 Opening van de offertes
Er is geen publieke opening van de offertes voorzien.
Datum: zie titelblad
I.11 Verbintenistermijn
De termijn gedurende dewelke de inschrijver door zijn offerte gebonden blijft, bedraagt 90
kalenderdagen, te rekenen vanaf de uiterste datum voor ontvangst.
GAC/2016/4049 Blz. 11
I.12 Gunningscriteria
Volgende criteria zijn van toepassing bij de gunning van de opdracht:
Nr. Beschrijving Gewicht
1 Visie op de opdracht 25
• Een hanteerbare definitie van “levendige wijken”, rekening houdend met de
sociale en ruimtelijke diversiteit van wijken en voortgaand op het concept
“hyperdiversiteit”
• Benaderingswijze van de opdracht
• Reflecties op de opdracht
• Beschrijving van eventuele kritische succesfactoren
• Mogelijke cruciale randvoorwaarden
• Verwachtingen van de studieopdracht
Max. 3 blz A4
2 Plan van aanpak 40
De inschrijver omschrijft op welke wijze hij de opdracht ziet verlopen. Voor elk
onderdeel:
• Formuleert hij de specifieke benadering vd opdracht
• geeft hij de processtappen weer
• geeft hij de uitvoeringstermijnen per stap weer. De uiterste einddatum van de
opdracht is december 2017. Uitvoeringstermijnen die een eerdere einddatum
kunnen verwezenlijken, hebben echter de voorkeur.
• motiveert hij de gebruikte modellen en/of methodieken en tools en waarom juist
deze tot de twee onderzoeksproducten (resultaten van de drie cases + ontwikkelde
concept en onderzoeksmethodiek) leiden
• Zowel in totaal als per onderdeel (opgelegde onderdelen 1 tem 5) wordt
aangeduid hoe de verschillende teamleden bijdragen aan het onderzoek.
• Formuleert hij de randvoorwaarden.
De inschrijver formuleert en beargumenteert ook welke wijken hij als case naar
voor schuift
Max 3 blz A3
3 Samenwerking met de stad 15
De inschrijver omschrijft:
• Op welke wijze de aanwezige data en expertise bij de opdrachtgever (bijvb.
woonmonitor) wordt ingepast en in welk onderzoeksdeel en welke data nog zullen
worden verzameld door de inschrijver
• hoe hij ism. met de opdrachtgever tot keuzes over proces en inhoudelijke
voorstellen met betrekking tot levendigheid in wijken komt en waar de sturings- en
inspraakmomenten voor de opdrachtgever liggen (overlegstructuur en
verantwoordelijk ambtenaar). Twee sturingsmomenten liggen reeds vast, zie
hiervoor de planningstabel verder in dit document.
• wanneer welke overlegmomenten worden voorzien
• hoe hij de aanwezige expertise in de verschillende werkingsdomeinen meeneemt in
het onderzoek én bij experten de reeds opgebouwde inzichten aftoetst
• hoe hij rapporteert over het verloop en de resultaten van de opdracht en dit per
onderdeel
GAC/2016/4049 Blz. 12
• op welke wijze de oplevering van deelrapportages gegarandeerd wordt zodat dit
onderzoek optimaal kan bijdragen aan het herzieningstraject van het s-RSA
• welke verwachtingen hij ten aanzien van de opdrachtgever heeft
max. 2blz A4
4 Teamsamenstelling 20
De inschrijver geeft inzicht in het team dat de opdracht gaat uitvoeren:
• heeft het team voldoende ervaring om de opdracht uit te kunnen voeren
• aantoonbare ervaringen met het onderzoeken van complexe cases
• samenstelling van het team naar disciplines: multidisciplinair team waarbij
sociale geografie, stadsplanning en stadssociologie noodzakelijk zijn
• voldoet de complementariteit van de teamleden om te kunnen instaan voor een
succesvolle uitvoering van de verschillende onderdelen
• hoe worden de leden van het team ingezet en dit ook per onderdeel
• hoe worden teamleden die door omstandigheden niet meer mee kunnen werken
vervangen
• indien studenten worden ingezet voor onderzoeksonderdelen: precieze
omschrijving, coaching en kwaliteitsbewaking
max 2blz A4
Totaal gewicht gunningscriteria: 100
De documenten ter staving van de gunningscriteria, exclusief de bijlagen en de formele
formulieren mogen niet meer dan 20 pagina’s A4 bevatten.
Aan elk criterium werd een gewicht toegekend. Op basis van de afweging van al deze criteria
rekening houdende met het gewicht dat er aan werd toegekend, zal de opdracht gegund
worden aan de inschrijver die de economisch voordeligste offerte, vanuit het oogpunt van de
aanbestedende overheid, heeft ingediend.
I.13 Varianten
Vrije varianten worden niet toegestaan.
Er zijn geen verplichte of facultatieve varianten voorzien.
GAC/2016/4049 Blz. 13
I.14 Keuze van offerte
Het bestuur kiest de economisch meest voordelige (rekening houdend met de
gunningscriteria) offerte.
Indien een offerte onvoldoende informatie bevat en het bijgevolg quasi onmogelijk wordt de
offerte grondig te evalueren, kan deze offerte uitgesloten worden.
Door de indiening van zijn offerte aanvaardt de inschrijver al de clausules van het bestek en
verzaakt hij aan alle andere voorwaarden, zoals zijn eigen verkoopsvoorwaarden, zelfs
wanneer deze op een of andere bijlage van zijn offerte voorkomen.
Elk voorbehoud of het niet nakomen van verbintenissen inzake één van deze clausules of
beschikkingen kan leiden tot de onregelmatigheid van zijn offerte.
De aanbestedende overheid bepaalt dat de onderhandelingsprocedure in opeenvolgende fases
kan verlopen, teneinde het aantal offertes waarover onderhandeld moet worden, te
verminderen door toepassing van de gunningscriteria die in de opdrachtdocumenten zijn
vermeld. De aanbestedende overheid is evenwel niet verplicht om gebruik te maken van deze
mogelijkheid.
GAC/2016/4049 Blz. 14
II. Contractuele bepalingen
Dit tweede deel regelt de procedure die betrekking heeft op de uitvoering van de opdracht.
Voor zover er niet van afgeweken wordt, is het KB Uitvoering en latere wijzigingen van
toepassing.
II.1 Leidend ambtenaar
De leiding van en de controle op de uitvoering van de diensten zal gebeuren door het bedrijf
Samen leven. De naam van de leidend ambtenaar zal meegedeeld worden na gunning bij het
sluiten van de opdracht.
II.2 Verzekeringen
Conform art. 24 van het KB Uitvoering sluit de opdrachtnemer de verzekeringen die zijn
aansprakelijkheid inzake arbeidsongevallen dekken, alsook zijn burgerlijke aansprakelijkheid
ten aanzien van derden bij de uitvoering van de opdracht.
II.3 Borgtocht
Niet van toepassing.
II.4 Prijsherzieningen
Op deze overheidsopdracht is geen prijsherziening van toepassing.
II.5 Looptijd
De opdracht loopt van oktober 2016 tot en met december 2017.
Zie III.10 Budget en planning
Vermoedelijke begindatum van de diensten: 1 oktober 2016.
De werkelijke begindatum van de diensten zal opgenomen worden in de gunningsbrief.
II.6 Opzegmodaliteiten
De aanbestedende overheid is gerechtigd de overeenkomst eenzijdig op te zeggen, zonder dat
de opdrachtnemer gerechtigd is op enige schadevergoeding, mits het respecteren van een
vooropzegtermijn van 3 maanden. De termijn begint te lopen daags na betekening van de
opzegbrief.
GAC/2016/4049 Blz. 15
II.7 Betaling en betalingstermijn
Betaling
De betaling geschiedt maandelijks per aanvaarde deelprestatie
Om u correct te kunnen betalen, heeft de stad Antwerpen een regelmatig opgemaakte factuur
nodig. U kan dit document enkel nog digitaal bezorgen in pdf formaat. Facturen per post
worden niet meer aanvaard. Vermeld ook steeds het nummer van respectievelijk de
bestelbon en het bestek op uw factuur. De factuur moet opgemaakt worden op naam van het
college van burgemeester en schepen, bedrijf financiën, Grote Markt 1 te 2000 Antwerpen.
Facturen (of creditnota’s) digitaal bezorgen aan de stad kan door deze per e-mail te sturen
naar factuur@stad.antwerpen.be
Voor vorderingsstaten gebruikt u een ander adres, vorderingsstaten@stad.antwerpen.be
Indien u meerdere facturen tegelijk doorstuurt, is het belangrijk dat u voor elke factuur een
apart pdf-document aanmaakt.
Betalingstermijn
De betaling geschiedt binnen de 30 dagen na de datum van ontvangst van de schuldvordering
of factuur. Indien de datum van ontvangst van de schuldvordering of de factuur niet vaststaat,
30 dagen na de datum van het beëindigen van de diensten. Indien de schuldvordering of de
factuur eerder wordt ontvangen dan het beëindigen van de diensten, 30 dagen na het
beëindigen van de diensten.
II.8 Oplevering
Om tot oplevering over te gaan, richt de dienstverlener een verzoek aan de leidend ambtenaar.
Binnen de dertig dagen die volgen op de ontvangst van de aanvraag van de dienstverlener
wordt naargelang het geval, een proces-verbaal van oplevering of van weigering van
oplevering opgesteld.
II.9 Exclusiviteit
Deze opdracht verleent de inschrijver geen exclusiviteit betreffende het uitvoeren van
opdrachten zoals omschreven in dit bestek.
II.10 Discretieplicht en (intellectuele) eigendomsrechten op documenten en
data van de aanbestedende overheid
Alle informatie die opgenomen is in dit bestek en meegedeeld wordt aan de opdrachtnemer
tijdens de uitvoering van de opdracht, is eigendom van de aanbestedende overheid en moet
als vertrouwelijk behandeld worden. Het uitvoeren van de opdracht impliceert geenszins dat
de dienstverlener enig (intellectueel) eigendoms-, auteursrecht of gebruiksrecht verwerft op
documenten of data die de aanbestedende overheid aanlevert.
GAC/2016/4049 Blz. 16
De inschrijver/ opdrachtnemer verbindt er zich toe om elke informatie die hij krijgt van de
aanbestedende overheid, strikt geheim te houden. Onder geen enkele voorwaarde, tenzij
noodzakelijk voor het opstellen van een offerte en/of de goede uitvoering van de opdracht,
mag hij de informatie aan derden meedelen, bekendmaken, overhandigen of op enige andere
wijze ter beschikking stellen, zonder voorafgaande en schriftelijke toestemming van de
aanbestedende overheid.
II.11 Intellectuele eigendomsrechten op de resultaten van deze opdracht
Overdracht intellectuele eigendom
De opdrachtnemer draagt aan de aanbestedende overheid het geheel van zijn intellectuele
eigendom en de bijhorende vermogensrechten over op de producten die hij ter uitvoering van
deze opdracht heeft tot stand gebracht. De vergoeding voor deze overdracht van rechten is
begrepen in het totaalbedrag van de offerte.
De opdrachtnemer verleent aan de aanbestedende overheid de toelating om de producten, die
ter uitvoering van deze opdracht zijn tot stand gebracht, onder de naam van de aanbestedende
overheid aan het publiek mee te delen en onder die naam te exploiteren.
De opdrachtnemer verleent aan de aanbestedende overheid het recht om alle of een deel van
de rechten die de aanbestedende overheid in het kader van deze opdracht verwerft verder over
te dragen of hiertoe al dan niet exclusieve gebruiksrechten te verlenen.
II.12 Toepasselijk recht en bevoegde rechtbanken
Onderhavig bestek is onderworpen aan het Belgische recht. Indien enige bepaling van dit
bestek niet rechtsgeldig mocht blijken, blijven de overige bepalingen in stand. De ongeldige
bepaling zal geacht worden te zijn vervangen door een bepaling die de oorspronkelijke
bedoeling zoveel als mogelijk benadert.
Voor alle geschillen zijn de rechtbanken van Antwerpen bevoegd.
GAC/2016/4049 Blz. 17
III. Technische bepalingen
III.1 Duurzaamheid
De stad Antwerpen kiest, net zoals de Vlaamse en de federale overheid, voor duurzame
overheidsopdrachten waarbij ecologische, sociale en economische criteria opgenomen
worden in leveringen, diensten en werken. Duurzaamheid steunt immers op het evenwicht
tussen ecologische (Planet), sociale (People) en economische (Profit) principes. Met
duurzame overheidsopdrachten wil de stad haar impact op het milieu zoveel mogelijk
beperken, rekening houden met de omstandigheden waarin producten gemaakt worden, een
voorbeeldfunctie vervullen en een uitgebreidere markt voor duurzame producten en diensten
creëren.
De stad wil als organisatie op elk duurzaamheidsthema het goede voorbeeld geven door in
haar werking maximaal bij te dragen aan de stedelijke duurzaamheidsambities.
Overheidsopdrachten zijn hierbij een belangrijke hefboom.
De stad werkte een actieplan duurzame aankopen uit. Zij heeft de ambitie om tegen 2020 bij
100% van de overheidsopdrachten aandacht te hebben voor duurzaamheid. Dit wil zeggen dat
voor alle producten van productgroepen waarvoor duurzaamheidscriteria door hogere
overheden werden goedgekeurd, deze criteria worden opgelegd. Ook voor overige
overheidsopdrachten wordt telkens bekeken of en hoe deze verduurzaamd kunnen worden.
Antwerpen is één van de belangrijkste knelpunten in Vlaanderen op het vlak van
luchtkwaliteit. Daarom stimuleert de stad Antwerpen duurzame mobiliteit, onder andere via
het actieplan luchtkwaliteit en het fietsplan. De stad Antwerpen geeft hierbij het goede
voorbeeld door in te zetten op duurzaam vlootbeheer. Zij ontving daarvoor in 2013 de ‘green
truck award’. Ook bij overheidsopdrachten is het belangrijk dat het vervoer zo
milieuvriendelijk mogelijk is. In de loop van 2017 wordt er in Antwerpen een lage emissie-
zone (LEZ) ingevoerd waar een voertuig enkel mag binnenrijden als de uitstoot van het
voertuig laag genoeg is (toegangsvoorwaarden op basis van de Europese emissienormen).
III.2 Voorstelling
Het herzieningstraject van het s-RSA spitst zich toe op 3 verschillende thema’s: stromende
stad, samenwerkende stad en levende stad. Dit onderzoek past binnen dit laatste thema. In het
onderdeel levende wijken wordt gezocht naar randvoorwaarden en hefbomen voor het
verweven van de stad en voor het versterken van het sociaal leven in de buurten en wijken.
Met de te verwachten bevolkingstoename en de bijzonder diverse samenstelling van deze
groeiende bevolking, is een goede kennis van zaken cruciaal om te kunnen werken aan een
gezonde mix aan voorzieningen en dat telkens op maat van de verschillende buurten en
wijken.
Het doel van deze studie is voldoende inzichten verwerven om vorm te geven aan de wijken
als “dorpen in de stad” zoals het bestuursakkoord voorop stelt. De bevolkingstoename stelt
ons zowel in de wijken van het stadscentrum als in de 19de
eeuwse gordel maar zeker en vast
in de 20ste
eeuwse gordel voor een aantal vragen: waar vinden al die bijzonder diverse mensen
een plek en hoe kunnen ze zich die eigen maken op een manier die de dynamiek van de
wijken ondersteunt? Hoe komt het dat elke wijk een verschillende “look & feel” en een wijk
GAC/2016/4049 Blz. 18
specifiek netwerk heeft dat anders functioneert en evolueert? In welke mate is het wenselijk
dat wijken zich sociaal-economisch gaan specialiseren en dat we sommige wijken kunnen
bestempelen als zgn. aankomstwijken, yuppiewijken etc? (Hoe) Kunnen we sturen zodat
wijken in de ene of de andere richting evolueren? In het herzieningstraject van het s-RSA
wordt deze realiteit van de van elkaar verschillende wijken reeds omvat in het concept
“polycentrische stad”: de verschillende “dorpen in de stad” hebben de facto al verschillende
eigenschappen en zijn van elkaar afhankelijk. Ze specialiseren zich op een andere manier en
toch behouden ze een zekere autonomie. Maar hoe zorgen we ervoor dat deze diverse wijken
levendig worden of blijven rekening houdend met de te verwachten groei?
Levendigheid van een wijk wordt bepaald door de manier waarop een wijk ruimtelijk en
sociaal(-economisch) is georganiseerd en vooral hoe hij wordt gebruikt waarbij de mate van
sociale cohesie bij en eventueel tussen verschillende groepen van belang is. “Levendigheid”
van een wijk is op zich nog niet geconceptualiseerd, maar sluit inhoudelijk aan bij sociale
cohesie, sociale netwerken, gebruik van functies en diensten waaronder ook het openbaar
domein, … Door het beargumenteerd combineren van deze verschillende eigenschappen van
een wijk, kunnen we de levendigheid in kaart brengen. Het invullen én begrenzen van het
concept “levendigheid” binnen deze aangegeven richting, is één van de gunningscriteria voor
dit onderzoek. Daarbij is het van belang dat de onderzoekers de manier waarop de wijk
sociaal is georganiseerd en hoe hij wordt gebruikt, in kaart brengen aan de hand van het
concept hyperdiversiteit.
We verschuiven bij hyperdiversiteit de indicatoren migratieachtergrond, religie, etniciteit etc.
als eerste typerende criteria van individuen, buurten en wijken naar de tweede lijn en focussen
ons in de eerste plaats op de activiteiten, attitudes en levensstijlen. Steeds vaker zien we
immers dat mensen met bijvoorbeeld eenzelfde migratieachtergrond, onderling opmerkelijk
verschillende attitudes hebben of verschillende tijdsbestedingen (toenemende
intragroepdiversiteit), terwijl er duidelijk meer gelijkenissen opduiken met individuen met
andere migratieachtergronden maar, bijvoorbeeld, in een gelijkaardige leeftijdscategorie.
Door te gaan focussen op activiteiten (wie doet wat, waar, wanneer, hoe en met wie), attitudes
(wie staat hoe tegenover verschillende dimensies in het leven) en levensstijlen (wie vult op
welke manier zijn of haar leven in) in de wijken, krijgen we duidelijke instrumenten in
handen om het leven in de wijken in kaart te brengen: welke activiteiten zien we waar en door
wie uitgevoerd, op welke manier en waar verplaatsen mensen zich in de buurt, hoe gaan
mensen om met huisvesting, op welke wijze organiseren mensen zich en waar doen ze dat, …
Antwoorden op deze vragen brengen niet alleen op een andere manier de diversiteit van de
wijk in kaart dan wat we gewoon zijn, nl. door gedrag en actie eerder dan door afkomst, ze
bieden ook heel wat tools om ruimtelijke ontwikkelingen in de wijken te gaan stofferen en
sturen. Waar hebben we welke voorzieningen nodig en op welke wijze worden deze het beste
vormgegeven? Waarom werken bepaalde voorzieningen niet of juist heel goed? Welke
trajecten van gebruikers bieden goede aanknopingspunten om ruimtelijke ontwikkelingen te
doen? En welke programmatie werkt het beste in of versterkt een levendige wijk? Onder
welke voorwaarden? Onderzoek bijvoorbeeld binnen het kader van het netwerk Divercities
laat zien dat het concept hyperdiversiteit met zijn drie dimensies ons effectief toelaat zinvolle
uitspraken te doen over de ruimtelijke en programmatorische ontwikkelingen in de wijken
(zie: http://www.urbandivercities.eu/publications).
Uit bovenstaande blijkt dat dit onderzoek “Levend(ig)e wijken” uiteen valt in vijf luiken:
1. Literatuurstudie en benchmarking over levend(ig)e wijken: Vanuit welke invalshoeken
werden reeds onderzoeken naar verschillende aspecten van levendigheid opgezet en
hoe wordt de voor dit onderzoek gekozen invalshoek (zie hoger) van hieruit verder
GAC/2016/4049 Blz. 19
gestoffeerd, begrensd en omkaderd zodat de stadsdiensten hiermee ook nadien aan de
slag kunnen om wijken te monitoren.
2. De demografische, sociale en economische hefbomen in een wijk: wie zijn de
gebruikers van de wijk, in welke netwerken zijn ze georganiseerd en wat zijn de
economische dimensies van de wijk die van belang zijn voor de levendigheid?
3. De ruimtelijke eigenschappen van een levendige wijk: huisvesting van functies en
diensten, openbaar domein (kwantitatief en kwalitatief) etc. of: wat is de hardware van
de wijk, hoe is die georganiseerd en vormgegeven?
4. Gebruik van de wijk en agenda: Welke zijn de activiteiten in de wijk en welke
leefstijlen stellen we daarbij vast? Gebruiken de bewoners hun wijk of eerder mensen
van buiten de wijk? Wat komen ze vooral doen en waar? Wie organiseert de formele
en informele activiteiten in de wijk? Zijn deze op buurt-, wijk- of bovenlokaal niveau?
Wat is de impact (positief en negatief) op de levendigheid van de wijk?
5. Opleveren van een hanteerbare niet-exhaustieve lijst kwantitatieve en/of kwalitatieve
criteria voor het in kaart brengen van en het adviseren bij het werken aan “levendige
wijken” op het vlak van:
a. Inrichting van verschillende voorzieningen, infrastructuur
b. Fasering van eventuele opwaarderingen/aanvullingen/realisaties in wijken
(proces)
c. Sociale, economische en demografische mogelijkheden en grenzen
d. Agenda en programmatie in en over de wijk
Een ander onderzoek binnen het kader van het s-RSA, nl. de ontwikkeling van het A-Kompas,
zal voor dit onderzoek een informatiebron zijn én tegelijk beroep doen op de
kennisverwerving uit dit onderzoek. Het A-Kompas moet een instrument worden om de staat
van de stad in al haar dimensies in kaart te brengen, maar mist nog voeding op de meer
sociale thema’s. Wisselwerking tussen beide onderzoeken is dus aangewezen.
Daarnaast wordt een woonmonitor opgemaakt door de Studiedienst Stadsobservatie. Deze
omvat vier pijlers:
- Betaalbaarheid van het wonen
- Beschikbaarheid van woningen
- Leefbaarheid
- Kwaliteit van de woningen.
Data zijn vanaf het najaar 2016 beschikbaar, ook online in een gepopulariseerde variant. Het
gebruiken van deze gegevens en verworven inzichten (zeker op de dimensie leefbaarheid), is
uiteraard voor dit onderzoek aangewezen.
Sowieso kan dit onderzoek beroep doen op kennis binnen de stad: GIS-data, informatie over
demografie, sociale kaarten (voorzieningen, verenigingen, religieuze organisaties, …),
economische stand van zaken, etc. zijn uitgebreid aanwezig en hoeven binnen dit onderzoek
niet opnieuw verzameld te worden.
Het onderzoek wordt opgevat als drie casestudy’s van Antwerpse wijken. We kiezen wijken
en geen buurten als schaal om zo de mogelijkheden open te laten om de rol van de al dan niet
aanwezige centrumfuncties te kunnen meenemen.
Selectiecriteria zouden kunnen zijn:
- Bevolkingsdichtheden
- Minimaal aanwezige centrumfuncties
GAC/2016/4049 Blz. 20
- Ligging in de 19de
of 20ste
eeuwse gordel of het oude centrum
- Grootte van de wijk
- 1 van de 3 wijken waar het project wijkgerichte werking wordt opgestart (Kiel,
Deurne-Noord of Oosterveld-Elsdonk)
- Score op leefbaarheidsindicatoren
- Erg levendig volgens algemeen discours
- Hip en aantrekkelijk karakter
- Algemeen prijsniveau van woningen, goederen en diensten, …
Wijken kunnen geselecteerd worden doordat ze op deze criteria gelijklopend zijn of juist heel
erg verschillen.
Dit onderzoek levert uiteindelijk twee eindproducten op, voortgaand op de volgende
onderdelen 1 tem 5:
1. De resultaten van de analyse van de 3 gekozen wijken
2. Een beargumenteerd en begrensd concept van levendige wijk + een
onderzoeksinstrument om de levendigheid van wijken te mappen.
III.3 Literatuurstudie en benchmarking
Aan de hand van een overzicht van inspirerende literatuur en onderzoek wordt een benchmark
opgemaakt als uitvalsbasis voor dit onderzoek, zowel conceptueel als op het vlak van analyse.
In bijlage is reeds een eerste literatuuroverzicht opgenomen dat als inspiratie kan dienen.
Zoals eerder gesteld wordt in dit deel ook de conceptuele invalshoek van levendigheid
verduidelijkt, beargumenteerd en begrensd. Het concept moet op een redelijk operationeel
niveau uitgeklaard zijn zodat het gebruik bij volgende analyses in andere wijken vlot mogelijk
is.
III.4 In kaart brengen van de demografische, sociale en economische
hefbomen
In dit luik worden de sociale, demografische en economische gegevens van de wijk
gebundeld. Op basis van gegevens waarover de stad reeds beschikt via kwantitatieve data en
informatie van buurtwerkers kunnen volgende zaken in kaart gebracht worden:
• Demografische gegevens
• Sociale kaart: dienstverleners, verenigingen, levensbeschouwelijke organisaties,
netwerken die instaan voor activiteiten in de wijk, …
• Economische gegevens: aard van economische activiteiten, werkloosheid,
inkomensgegevens, …
Volgende vragen dienen hierna aan bod te komen:
• Wat zijn de demografische, sociale en economische bedreigingen en versterkende
factoren van het levendige karakter van de wijk en waarom?
• Welke economische aspecten zijn typisch voor de wijk en kleuren mee de
levendigheid?
• Hoe onderscheidt deze wijk zich op het vlak van sociale, demografische en
economische hefbomen van andere wijken?
GAC/2016/4049 Blz. 21
III.5 Ruimtelijke eigenschappen van een wijk
In dit onderdeel willen we proberen uitklaren wat de rol is van volgende ruimtelijke
elementen in het versterken van het levendig karakter van een wijk:
• Rol van de huisvesting: ruimtelijke organisatie, kwaliteit etc.
• Beschikbare functies en diensten, hun rol in het dagelijkse leven in de wijk (link met
onderzoeksluik 2), ruimtelijke schikking
• typering en ligging van de plekken in de wijk die in onderzoeksdeel 2 naar boven
komen als belangrijk voor het versterken van het levendige karakter van de wijk
• Looplijnen, trajecten doorheen de wijk
• Openbaar domein, invulling ervan, kwantiteit en kwaliteit, belang voor looplijnen,
betekenisvolle ontmoetingen, …
• Hoe onderscheidt deze wijk zich op het vlak van ruimtelijke eigenschappen van andere
wijken?
In dit onderzoeksdeel zijn vastgoed, ruimtelijke schikking en het gebruik van de
voorzieningen en het openbaar domein verweven.
III.6 Gebruik van de wijk en de agenda
In dit deel wordt onderzocht welke activiteiten en netwerken vorm geven aan het dagelijks
leven in de wijk. Op welke manier ontstaan zinvolle ontmoetingen en krijgt een wijk
identiteit? Welke levensstijlen vallen op of geven de wijk mee kleur?
Volgende vragen geven hierbij richting:
• Wat bepaalt voor de bewoners en de gebruikers van de wijk de als levendig ervaren
identiteit van de wijk?
• Welke netwerken geven deze levendige identiteit en de activiteiten die daartoe als
belangrijk worden ervaren vorm? Zijn dat netwerken van binnen of buiten de wijk?
Hoe zijn die ontstaan? Krijgen zij steun?
• Welke (al dan niet tijdelijke) activiteiten versterken het levendig karakter van de wijk
of wegen juist op de levendigheid?
• Hoe verhouden formele en informele activiteiten zich tot elkaar (aantallen, agenda,
schaal, impact op wijkleven, …)
• Hoe onderscheidt deze wijk zich op het vlak van activiteiten van andere wijken?
Voor de Antwerpse wijken kunnen de onderzoekers beroep doen op de kennis en dagelijkse
ervaringen van een heleboel wijkwerkers. Ook heel wat kwantitatieve data is beschikbaar en
raadpleegbaar. Via Stadsmakers kan heel wat informatie verkregen worden over bestaande
verenigingen en hun activiteiten, vrijwilligers, straatactiviteiten etc. Van formele activiteiten
zijn meestal bij stad en /of district gegevens verkrijgbaar (verzameld via allerlei
aanvraagsystemen zoals evenementen, culturele en sportactiviteiten etc.).
GAC/2016/4049 Blz. 22
III.7 Niet-exhaustieve lijst van criteria voor het in kaart brengen van een
levendige wijk
De eerste vier onderzoeksdelen moeten enerzijds uitmonden in een mapping van de
geselecteerde wijken (as is –situatie) en anderzijds in een lijst van kwantitatieve en/of
kwalitatieve criteria die kunnen bijdragen tot het in kaart brengen van en het bijdragen tot het
levendig karakter van een wijk (onderzoeksinstrument). Deze lijst moet een zinvolle tool zijn
voor enerzijds de verdere stadsontwikkeling maar ook anderzijds voor het kunnen monitoren
van de levendigheid van wijken zodat dienstverlening en sociaal beleid erop kunnen
afgestemd worden. Het spreekt voor zich dat criteria elkaar kunnen versterken of juist
hinderen, ook zicht hierop behoort tot dit onderzoeksdeel.
III.8 Begeleiding vanuit de stad
De leiding van en de controle op het onderzoek zal gebeuren door de bedrijfseenheid Samen
Leven, dienst sociale planning.
Daarbij wordt beroep gedaan op:
1. Een overlegstructuur die als volgt is samengesteld:
a. Kabinet burgemeester
b. Kabinet sociale zaken
c. Kabinet ruimtelijke ordening
d. Studiedienst stadsobservatie
e. Bedrijf Stadsontwikkeling, afdeling ruimte
f. Bedrijf Samen Leven, dienst woonregie
g. Bedrijf Samen Leven, dienst sociale planning
Deze overlegstructuur begeleidt mee het onderzoek op basis van regelmatige
rapportage door de onderzoekers. De definitieve selectie van de te onderzoeken wijken
edm wordt in overleg met deze groep opgenomen.
2. Vrij te kiezen systeem van inbreng vanuit de groep stad, bijvoorbeeld workshops,
waarbij experts vanuit (buurt)sport, jeugd, buurtregie, etc. hun ervaringen met de
onderzoekers kunnen delen of feedback kunnen geven op voorlopige bevindingen
vanuit hun werkveld.
III.9 Uitvoering
Het voorgestelde team in de offerte conform de aan de teamleden gekoppelde uren en
taakverdeling moet worden opgevolgd in de uitvoering van de opdracht. Wanneer men
hiervan wenst af te wijken gebeurt dit in overleg met de opdrachtgever. Wanneer dit niet
gebeurt wordt 50% van het projectbudget niet uitbetaald.
Coaching van junior-teamleden en/of studenten gebeurt in eigen tijd van de organisatie.
GAC/2016/4049 Blz. 23
III.10 Budget en planning
De resultaten van de verschillende onderzoeksdelen worden gespreid in de tijd opgeleverd. De
betaling gebeurt ook in vier keer, telkens per opgeleverd onderzoeksresultaat.
Er wordt 60.000€, inclusief btw, vooropgesteld voor dit onderzoek, als volgt opgesplitst:
onderzoeksfase Timing budget
1. Onderzoeksplanning + verantwoording
keuze van de 3 wijken
Verplicht overleg met overlegstructuur
September-oktober 2016
2. Benchmarking/literatuuronderzoek Sept-november 2016
Inhoudelijke rapportage:
November 2016
5.000€
3. Demografische, sociale en economische
aspecten van een levendige wijk
November 2016 – februari
2017
Inhoudelijke rapportage:
februari 2017
15.000€
4. Ruimtelijke aspecten van een levendige
wijk
maart 2017 – juli 2017
Inhoudelijke rapportage:
juli 2017
15.000€
5. Het gebruik van de wijk en de agenda +
opleveren van een hanteerbare lijst
kwantitatieve en/of kwalitatieve criteria
voor het in kaart brengen van “levendige
wijken” (niet exhaustief)
Verplicht overleg met overlegstructuur:
presentatie as-is in de 3 gekozen wijken
augustus 2017 – oktober
2017
inhoudelijke rapportage:
november 2017
10.000€
6. Uitwerking analyse-instrument obv
verzamelde inzichten
7. Bundeling van alle inzichten in : (1)
analyseverslag van de 3 wijken en (2)
conceptueel en methodisch product
November-december 2017 15.000€
Bij de oplevering van het zesde en zevende deel worden de eerste vijf delen samen met deze
laatste delen tot een betekenisvol en hanteerbaar geheel gebundeld waarbij beargumenteerde
aanpassingen en aanvullingen op basis van voortschrijdend inzicht mogelijk zijn, mits tijdige
melding aan de opdrachtgever.
III.11 Bijlage
III.11.1 Eerste mogelijke literatuur
Altman, I. (1975). The environment and social behavior : privacy, personal space, territory,
crowding. Belmont: Brooks and Cole.
GAC/2016/4049 Blz. 24
Appleyard, D., Gerson, M., & Lintel, M. (1981). Livable Streets: Protected Neighborhoods? :
University of California Press, Ltd.
Appleyard, D., & Lintell, M. (1972). The Environmental Quality of City Streets: The
Residents' Viewpoint. Journal of the Amercan Institute of Planners, 38(2), 84-101. doi:Journal
of the American Institute of Planners, Vol. 38, No. 2, March 1972: pp. 84–101
Augoustinos, M., & Walker, I. (1995). Social Cognition. An integrated introduction. London:
Sage.
Baba, Y., & Austin, D. M. (1989). Neighborhood Environmental Satisfaction, Victimization,
and Social Participation as Determinants of Perceived Neighborhood Safety. Environment
and Behavior, 21(6), 763-780. doi:10.1177/0013916589216006
Bolan, M. (1997). The mobility experience and neighborhood attachment. Demography,
34(2), 225-237. doi:10.2307/2061701
Bonaiuto, M., Fornara, F., Bonnes, M., & Ercolani, A. P. (2003). Indexes of perceived
residential environment quality and neighbourhood attachment in urban environments: a
confirmation study on the city of Rome. Landscape and Urban Planning, 65(1–2), 41–52.
doi:10.1016/S0169-2046(02)00236-0
Bosselmann, P., Macdonald, E., & Kronemeyer, T. (1999). Livable streets revisited. Journal
of the American Planning Association, 65(2), 168-180. doi:10.1080/01944369908976045
Bothwell, S. E., Gindroz, R., & Lang, R. E. (2010). Restoring community through traditional
neighborhood design: A case study of Diggs town public housing. Housing Policy Debate,
9(1), 89-114. doi:Housing Policy Debate, Vol. 9, No. 1, 1998, pp. 89-114
Brown, B., Perkins, D. D., & Brown, G. (2003). Place attachment in a revitalizing
neighborhood: Individual and block levels of analysis. Journal of Environmental Psychology,
23(3), 259–271. doi:10.1016/S0272-4944(02)00117-2
Brown, B. B., & Werner, C. M. (1985). Social Cohesiveness, Territoriality, and Holiday
Decorations: The Influences of Cul-de-Sacs. [yes]. Environment and Behavior, 17(5), 539-
565.
Buckner, J. C. (1988). The development of an instrument to measure neighborhood cohesion.
American Journal of Community Psychology, 16(6), 771-791. doi:10.1007/BF00930892
Campbell, K. E., & Lee, B. A. (1992). Sources of Personal Neighbor Networks: Social
Integration, Need, or Time? Social Forces, 70(4), 1077-1100.
Comstock, N., Dickinson, M.L., Marshall, J.A., Soobader, M., Turbin, M.S., Buchenau, M. ,
Litt, J.S. (2010). Neighborhood attachment and its correlates: Exploring neighborhood
conditions, collective efficacy, and gardening. Journal of Environmental Psychology, 30(4),
435–442. doi:10.1016/j.jenvp.2010.05.001
Congress for the New Urbanism. (2016). The Charter of the New Urbanism. Retrieved from
https://www.cnu.org/who-we-are/charter-new-urbanism
European Commission (2014). Governance Arrangements and initiatives: utilising urban
diversity to create positive outcomes. European Policy Brief (3). 22 aug. 2014. Retrieved
GAC/2016/4049 Blz. 25
from:
http://www.urbandivercities.eu/wpcontent/uploads/2013/05/DIVERCITIES_Policy_Brief_3.p
df
European Commission (2014). Governing Diversity. European Policy Brief (2). 28 feb. 2014.
Retrieved from:
http://www.urbandivercities.eu/wpcontent/uploads/2013/05/DIVERCITIES_Policy_Brief_2.p
df
European Commission (2013). Hyper-diversity: A new perspective on new diversity.
European Policy Brief (1). 13 sept. 2013. Retrieved from: http://www.urbandivercities.eu/wp-
content/uploads/2013/05/DIVERCITIES_Policy_Brief_1.pdf
European Commission (2015). Living with diversity. European Policy Brief (4). 31 july 2015.
Retrieved from:
http://www.urbandivercities.eu/wpcontent/uploads/2015/10/DIVERCITIES_Policy_Brief_4-
FINAL.pdf
Fincher, R., Iveson, K. (2008). Planning and Diversity in the City: Redistribution,
Recognition and Encounter. Basingstoke: Palgrave Macmillan.
Francis, J., Giles-Corti, B., Wood, L., & Knuiman, M. (2012). Creating sense of community:
The role of public space. Journal of Environmental Psychology, 32(4), 401–409.
doi:10.1016/j.jenvp.2012.07.002
Gehl, J. (1978). The Residential Street Environment. Build Environment, 6(1), 51-61.
Gehl, J. (1986). “Soft edges” in residential streets. candinavian Housing and Planning
Research, 3(2), 89-102. doi:Scandinavian Housing and Planning Research, Vol. 3, No. 2,
1986, pp. 89-102
Gehl, J. (2011). Life between buildings: Using public space (6 ed.). Washington D.C.: Island
Press.
Glynn, J. G. (1981). Psychological Sense of Community: Measurement and Application.
Human Relations, 34(7), 789-818. doi:10.1177/001872678103400904
Haggerty, L. J. (1982). Differential Social Contact in Urban Neighborhoods: Environmental
vs. Sociodemographic Explanations. The sociological Quarterly, 23(3), 359-372.
Hart, J. (2008). Driven to excess - impacts of motor vehicle traffic on residential quality of
life in Bristol, UK. (Msc Transport Planning), Bristol, Bristol. Retrieved from
http://trid.trb.org/view.aspx?id=886453
Kasarda, J. D., & Janowitz, M. (1974). Community Attachment in Mass Society. American
Sociological Review, 39(3), 328-339.
Koorey, G., Leckie, A., & Chesterman, R. (2013). Assessing the Environmental Capacity of
Local Residential Streets. doi:http://hdl.handle.net/10092/8501
Kuo, F. E., Sullivan, W. C., Coley, R., & Brunson, L. (1998). Fertile Ground for Community:
Inner-City Neighborhood Common Spaces. American Journal of Community Psychology,
26(6), 823-851. doi:10.1023/A:1022294028903
GAC/2016/4049 Blz. 26
Kweon, B. S., Sullivan, W. C., & Wiley, A. R. (1998). Green Common Spaces and the Social
Integration of Inner-City Older Adults. Environment and Behavior, 30(6), 832-858.
doi:10.1177/001391659803000605
Loopmans, Maarten. "Threatened or empowered? The impact of neighborhood context on
community involvement in Antwerp, Belgium."Urban affairs review 45, no. 6 (2010): 797-
820.
Loopmans, M., Leclerq, E., Newton, C., & Raemaekers, K. (2011). Plannen voor mensen:
handboek sociaal-ruimtelijke planning. Antwerpen - Apeldoorn: Maklu.
Lund, H. (2003). Testing the claims of new urbanism - Local access, pedestrian travel, and
neighboring behaviors. Journal of the American Planning Association, 69(4), 414-429.
doi:10.1080/01944360308976328
Obst, P., Smith, S. G., & Zinkiewicz, L. (2001). An exploration of sense of community, Part
3: Dimensions and predictors of psychological sense of community in geographical
communities. Journal of Community Psychology, 30(1), 119-133. doi:10.1002/jcop.1054
Oh, J. H. (2004). Race/ethnicity, homeownership, and neighborhood attachment. Race and
Society, 7(2), 63–77. doi:10.1016/j.racsoc.2005.05.002
Ohmer, M. L. (2007). Citizen participation in neighborhood organizationsand its relationship
to volunteers' self- and collective efficacyand sense of community. Social Work Research,
31(2), 109-120.
Raco, M. (2015). Urban Diversity. Is there such a thing as an urban "diversity divident"?
Tomorrow's Cities. Creating optimal environments for citizens. Economists Intelligence Unit.
Sanders, P., Zuidgeest, M., & Geurs, K. (2015). Liveable streets in Hanoi: A principal
component analysis. Habitat International, 49, 547-558. doi:10.1016/j.habitatint.2015.07.001
Skjaeveland, O., & Garling, T. (1997). Effects of interactional space on neighbouring. Journal
of Environmental Psychology, 17(3), 181–198. doi:10.1006/jevp.1997.0054
Skjaeveland, O., Garling, T. (1997). Effects of interactional space on neighbouring. Journal of
Environmental Psychology, 17(3), 181–198. doi:10.1006/jevp.1997.0054
Soenen, R. (2006). Het kleine ontmoeten : over het sociale karakter van de stad. Antwerpen:
Garant, Antwerpen, 2006.
Talen, E. (1999). Sense of Community and Neighbourhood Form: An Assessment of the
Social Doctrine of New Urbanism. Urban Studies, 36(8), 1361-1379.
doi:10.1080/0042098993033
Tasan-Kok, M.T. (2015). Creating 'spaces for diversity' from 'spaces of modernity': The case
of the Jane-Finch neighbourhood, Toronto (Canada). Arhitektura, Raziskave, 2015(1), 24-33,
uuid:5bc7f042-9e32-418c-aee4-8715436f4908.
Unger, D. G., & Wandersman, A. (1982). Neighboring in an Urban Environment. American
Journal of Community Psychology, 10(5), 493-509.
GAC/2016/4049 Blz. 27
Unger, D. G., & Wandersman, A. (1983). Neighboring and its role in block organizations: An
exploratory report. American Journal of Community Psychology 11(3), 291-300.
doi:10.1007/BF00893369
Unger, D. G., & Wandersman, A. (1985). The Importance of Neighbors - The Social,
Cognitive and Affective Components of Neighboring. American Journal of Community
Psychology, 13(2), 139-169. doi:10.1007/bf00905726
United Nations. (2014). World 's population increasingly urban with more than half living in
urban areas. Retrieved from
https://www.un.org/development/desa/en/news/population/world-urbanization-prospects.html
VAN KEMPEN, R. and WISSINK, B. (2014). Between places and flows: towards a new
agenda for neighbourhood research in an age of mobility. Geografiska Annaler: Series B,
Human Geography 96 (2): 95–108. DOI: 10.1111/geob.12039.
GAC/2016/4049 Blz. 28
IV. Extra juridische bepalingen
IV.1 Illegaal verblijvende onderdanen van een derde land
Wanneer de opdrachtnemer of onderaannemer, hierna “de onderneming” genoemd, het in
artikel 49/2, vierde lid, van het Sociaal Strafwetboek bedoelde afschrift ontvangt waarmee zij
ervan in kennis wordt gesteld dat zij een of meerdere illegaal verblijvende onderdanen van
een derde land in België tewerkstelt, onthoudt deze onderneming zich ervan, met
onmiddellijke ingang, de plaats van uitvoering van de opdracht nog verder te betreden of nog
verder uitvoering aan de opdracht te geven, en wel tot de aanbestedende instantie een bevel in
andere zin zou geven.
Hetzelfde geldt wanneer de voormelde onderneming ervan in kennis wordt gesteld,
- ofwel door de opdrachtnemer of de aanbestedende instantie, dat zij de in artikel 49/2,
eerste dan wel tweede lid, van het Sociaal Strafwetboek bedoelde kennisgeving heeft
ontvangen die betrekking heeft op deze onderneming;
- ofwel door middel van de in artikel 35/12 van de wet van 12 april 1965 betreffende de
bescherming van het loon der werknemers bedoelde aanplakking, dat zij een of
meerdere illegaal verblijvende onderdanen van een derde land in België tewerkstelt.
De onderneming is er bovendien toe gehouden een clausule op te nemen in de
onderaannemingsovereenkomsten die zij desgevallend zou sluiten, op grond waarvan:
1° de onderaannemer er zich van onthoudt de plaats van uitvoering van de opdracht
nog verder te betreden of nog verder uitvoering aan de opdracht te geven, indien uit
een in uitvoering van artikel 49/2 van het Sociaal Strafwetboek opgestelde
kennisgeving blijkt dat deze onderaannemer een illegaal verblijvende onderdaan van
een derde land tewerkstelt;
2° de niet-naleving van de onder 1° gestelde verplichting aanzien wordt als een
ernstige tekortkoming in hoofde van de onderaannemer, ingevolge waarvan de
onderneming is gemachtigd de overeenkomst te verbreken;
3° de onderaannemer ertoe is gehouden een soortgelijke clausule als onder 1° en 2° op
te nemen in de onderaannemingsovereenkomsten en ervoor te zorgen dat dergelijke
clausules ook in de verdere onderaannemingsovereenkomsten worden opgenomen.
De opdrachtnemer is verplicht tot continue opvolging en controle van de in gebreke gebleven
onderaannemer, met inbegrip van een verplichting tot maandelijkse rapportering aan de
opdrachtgever.
Rekening houdende met o.a. het bovenvermelde wordt de opdrachtnemer aansprakelijk
gesteld voor alle bedragen die van de opdrachtgever zouden worden gevorderd in het kader
van de regelgeving betreffende de hoofdelijke aansprakelijkheid. De opdrachtnemer zal
instaan voor de betaling van dergelijke bedragen.
GAC/2016/4049 Blz. 29
IV.2 Loonschulden
Wanneer de opdrachtnemer of onderaannemer, hierna “de onderneming” genoemd, het in
artikel 49/1, derde lid, van het Sociaal Strafwetboek bedoelde afschrift ontvangt van de
kennisgeving waarmee zij ervan in kennis wordt gesteld dat zij een zwaarwichtige inbreuk
heeft begaan op de verplichting om haar werknemers tijdig het loon te betalen waarop deze
recht hebben, onthoudt zij zich ervan, met onmiddellijke ingang, de plaats van uitvoering van
de opdracht nog verder te betreden of nog verder uitvoering aan de opdracht te geven, en wel
tot zij het bewijs voorlegt aan de aanbestedende instantie dat de betrokken werknemers
integraal zijn uitbetaald.
Hetzelfde geldt wanneer de voormelde onderneming ervan in kennis wordt gesteld,
- ofwel door de opdrachtnemer of de aanbestedende instantie, dat zij de in artikel 49/1,
eerste lid, van het Sociaal Strafwetboek bedoelde kennisgeving heeft ontvangen die
betrekking heeft op deze onderneming ;
- ofwel door middel van de in artikel 35/4 van de wet van 12 april 1965 betreffende de
bescherming van het loon der werknemers bedoelde aanplakking.
De onderneming is er bovendien toe gehouden een clausule op te nemen in de
onderaannemingsovereenkomst die zij desgevallend zou sluiten, op grond waarvan:
1° de onderaannemer er zich van onthoudt de plaats van uitvoering van de opdracht
nog verder te betreden of nog verder uitvoering aan de opdracht te geven, indien uit
een in uitvoering van artikel 49/1 van het Sociaal Strafwetboek opgestelde
kennisgeving blijkt dat deze onderaannemer op zwaarwichtige wijze tekortschiet in
zijn verplichting het aan zijn werknemers verschuldigde loon tijdig uit te betalen;
2° de niet-naleving van de onder 1° gestelde verplichting aanzien wordt als een
ernstige tekortkoming in hoofde van de onderaannemer, ingevolge waarvan de
opdrachtnemer is gemachtigd de overeenkomst te verbreken;
3° de onderaannemer ertoe is gehouden een soortgelijke clausule als onder 1° en 2° op
te nemen in de onderaannemingsovereenkomsten en ervoor te zorgen dat dergelijke
clausules ook in de verdere onderaannemingsovereenkomsten worden opgenomen.
De opdrachtnemer is verplicht tot continue opvolging en controle van de in gebreke gebleven
onderaannemer, met inbegrip van een verplichting tot maandelijkse rapportering aan de
opdrachtgever.
Rekening houdende met o.a. het bovenvermelde wordt de opdrachtnemer aansprakelijk
gesteld voor alle bedragen die van de opdrachtgever zouden worden gevorderd in het kader
van de regelgeving betreffende de hoofdelijke aansprakelijkheid. De opdrachtnemer zal
instaan voor de betaling van dergelijke bedragen.
GAC/2016/4049 Blz. 30
IV.3 Afwijking termijn verweermiddelen bij (ernstige) loonschulden en
illegale tewerkstelling
Onverminderd de mogelijkheid waarover de aanbestedende instantie beschikt om de opdracht
te verbreken zonder het in acht nemen van enige verweermiddelentermijn in uitvoering van
artikel 62 van het KB Uitvoering, mag de aanbestedende overheid in de onderstaande
gevallen de ambtshalve maatregelen treffen zonder het verstrijken van de termijn bedoeld in
artikel 44 §2 van het voormelde KB Uitvoering af te wachten wanneer:
1° deze aanbestedende instantie, overeenkomstig artikel 49/1 van het Sociaal
Strafwetboek, ervan in kennis is gesteld dat de opdrachtnemer of zijn onderaannemer
of de onderaannemer van deze laatste en zo verder, op zwaarwichtige wijze tekort is
geschoten in zijn verplichting om zijn werknemers tijdig het loon te betalen waarop
deze recht hebben; of
2° deze aanbestedende instantie vaststelt of er kennis van heeft dat de opdrachtnemer
of zijn onderaannemer of de onderaannemer van deze laatste en zo verder één of meer
illegaal verblijvende onderdanen van derde landen tewerkstelt.
De aanbestedende instantie stelt de opdrachtnemer in dat geval, per aangetekende zending en
tegelijkertijd via elektronische middelen (email of fax), in kennis van de termijn waarover
deze beschikt om zijn verweermiddelen te doen gelden, termijn die niet korter mag zijn dan 5
werkdagen indien het een zwaarwichtige tekortkoming op het vlak van de uitbetaling van het
loon betreft, en 2 werkdagen indien het de tewerkstelling van illegaal verblijvende
onderdanen van derde landen betreft. De termijnen gaan in de eerste werkdag volgend op de
datum van de aangetekende verzending van de kennisgeving van de inkorting van de termijn.
Voor de toepassing van deze bepaling, wordt opgemerkt dat een zaterdag niet wordt
beschouwd als zijnde een werkdag.
IV.4 Schorsing geeft geen aanleiding tot schadevergoeding
In afwijking van artikel 55 van het KB Uitvoering kan de schorsing op bevel van de
aanbestedende instantie in de onderstaande gevallen geen aanleiding geven tot enige
schadevergoeding voor de opdrachtnemer wanneer:
1° deze aanbestedende instantie, overeenkomstig artikel 49/1 van het Sociaal Strafwetboek,
ervan in kennis is gesteld dat de opdrachtnemer of zijn onderaannemer of de onderaannemer
van deze laatste en zo verder, op zwaarwichtige wijze tekort is geschoten in zijn verplichting
om zijn werknemers tijdig het loon te betalen waarop deze recht hebben; of
2° deze aanbestedende instantie, overeenkomstig artikel 49/2 van het Sociaal Strafwetboek,
ervan in kennis is gesteld dat de opdrachtnemer of zijn onderaannemer of de onderaannemer
van deze laatste en zo verder één of meer illegaal verblijvende onderdanen van derde landen
tewerkstelt.
GAC/2016/4049 Blz. 31
IV.5 Limosa
Indien de opdracht wordt gesloten met een buitenlandse opdrachtnemer, dient deze zijn
wettelijke verplichtingen na te komen inzake de Limosa–meldingsplicht. Eventuele niet-
Belgische onderaannemers van de (buitenlandse/binnenlandse) opdrachtnemer hebben
dezelfde verplichtingen.
Wanneer een niet-Belgische werkgever, zijn werknemer(s) vanuit het buitenland
tijdelijk/gedeeltelijk in België laat werken, dan moet hij (of een aangestelde of zijn
lasthebber) die activiteiten vooraf melden via de onlinedienst Limosa.
Wanneer een buitenlandse zelfstandige in België een beroepsactiviteit uitoefent, dient hij (of
zijn lasthebber) dit ook te melden via de onlinedienst Limosa.
Indien bovenvermelde personen in de onmogelijkheid verkeren om de Limosa-melding via
elektronische weg te doen, kan de aangifte ook per brief of per fax gebeuren aan de RSZ of
RSVZ.
Op de meldingsplicht bestaan verschillende vrijstellingen.
De buitenlandse opdrachtnemer (en onderaannemer) dient alvorens zijn activiteiten aan te
vatten op het Belgisch grondgebied op verzoek van de aanbestedende overheid, het bewijs
van Limosa-aangifte (of vrijstelling) te kunnen aantonen.
De buitenlandse werkgever/zelfstandige zorgt ervoor dat hij ook voldoet aan eventuele andere
verplichtingen/voorschriften in het kader van een (tijdelijke) dienstverlening in België.
IV.6 Belangenvermenging
In het kader van de strijd tegen belangenvermenging, meer in het bijzonder de
draaideurconstructie (‘revolving doors’) zoals bepaald in de wet van 8 mei 2007 houdende
instemming met het Verdrag van de Verenigde Naties tegen de corruptie, gedaan te New York
op 31 oktober 2003, onthoudt de kandidaat of inschrijver zich ervan een beroep te doen op
een of meerdere vroegere (interne of externe) medewerkers van de aanbestedende overheid,
binnen twee jaar volgend op zijn/hun ontslag, opruststelling of elk ander vertrek uit de
aanbestedende overheid, op welke wijze ook, rechtstreeks of onrechtstreeks, met het oog op
de voorbereiding en/of de indiening van zijn aanvraag tot deelneming of offerte of een andere
tussenkomst in het kader van deze plaatsingsprocedure, evenals voor verrichtingen in het
kader van de uitvoering van deze opdracht.
Dit althans voor zover er een direct verband bestaat tussen de vroegere activiteiten van de
betrokken persoon/personen bij de aanbestedende overheid en zijn/hun verrichtingen in het
kader van deze plaatsingsprocedure.
Inbreuken op deze maatregel die tot gevolg hebben dat de normale mededingingsvoorwaarden
vertekend kunnen zijn, worden gesanctioneerd volgens de bepalingen van artikel 9 van de wet
Overheidsopdrachten in concreto, hetzij de wering van de aanvraag tot deelneming of offerte,
hetzij de verbreking van de opdracht, al naargelang.
GAC/2016/4049 Blz. 32
IV.7 Persoonsgegevens (privacy)
De persoonsgegevens die met het oog op of in het kader van een
overheidsopdrachtenprocedure door een kandidaat of inschrijver aan de aanbestedende
overheid worden meegedeeld of worden ingewonnen door de aanbestedende overheid, zijn
onderworpen aan de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke
levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens.
De aanbestedende overheid zal deze gegevens verwerken met het oog op de beoordeling en
toepassing van de regels inzake de gunning van overheidsopdrachten, in het bijzonder de
uitsluitingsgronden zoals hierboven vermeld.
De kandidaat of inschrijver stemt ermee in dat de aanbestedende overheid de relevante
persoonsgegevens kan doorgeven aan één of meerdere entiteiten van de Groep stad
Antwerpen (= het ‘stadsweb’ zoals omschreven in het collegebesluit van 26 september 2014,
jaarnummer 09727) en door deze laatste kunnen aangevoerd worden in het kader van de door
hen uitgeschreven overheidsopdrachtenprocedures.
IV.8 Overdracht van opdracht
Indien de opdrachtnemer zich in een situatie van één van de gevallen van artikel 61 van het
KB Plaatsing of artikel 57 van de richtlijn 2014/24/EU bevindt, behoudt de aanbestedende
overheid zich het recht voor om de opdracht over te dragen aan de onderaannemer(s) of aan
de eerst volgende (geschikte) gerangschikte met een regelmatige offerte van de initiële
procedure.
Door een offerte in te dienen stemt de inschrijver er mee in dat de opdracht kan overgedragen
worden in bovenvermelde gevallen. Wanneer de opdracht wordt overgedragen moet de
overnemer aan de passende selectievoorwaarden voldoen en blijven de essentiële
voorwaarden van de opdracht behouden.
De overnemer neemt alle rechten en plichten van de (oorspronkelijke) opdrachtnemer over.
GAC/2016/4049 Blz. 33
BIJLAGE A : OFFERTEFORMULIER
PRIJSOFFERTE VOOR DE OPDRACHT MET ALS VOORWERP
“GAC/2016/4049, ONDERZOEK MAPPING VAN LEVENDIGHEID IN WIJKEN”
vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met bekendmaking
Natuurlijke persoon
Naam en voornaam:
Hoedanigheid of beroep:
Nationaliteit:
Woonplaats (volledig adres):
Telefoon:
E-mail:
Ofwel (1)
Vennootschap
De vennootschap (benaming, rechtsvorm):
Nationaliteit:
met maatschappelijke zetel te (volledig adres):
met ondernemingsnummer:
Telefoon:
E-mail:
Ofwel (1)
Combinatie (Tijdelijke vereniging)
De natuurlijke- of rechtspersonen die zich tijdelijk hebben verenigd voor deze aanneming
(naam, voornaam, hoedanigheid, nationaliteit, voorlopige zetel):
De tijdelijke vereniging wordt vertegenwoordigd door:
(1) Doorhalen wat niet van toepassing is
GAC/2016/4049 Blz. 34
Algemene inlichtingen
Inschrijvingsnr. bij de RSZ.:
B.T.W. nummer (alleen in België):
Contactpersoon voor de uitvoering:
Betalingen
De betalingen zullen geldig worden uitgevoerd door overschrijving op rekeningnummer
................................................ van de financiële instelling ................................. geopend op
naam van ................................. .
Ondertekening van de offerte
De offerte wordt elektronisch ondertekend door:
Deze persoon of personen treden op in de hoedanigheid van:
De relevante instrumenten ter bewijs van de ondertekeningbevoegdheid (geconsolideerde
statuten, benoemingsbesluiten en/of volmacht) worden in bijlage aan de offerte gevoegd.
Indien de ondertekening gebeurt door een gemachtigde, worden de volmachtgevers duidelijk
vermeld.
GAC/2016/4049 Blz. 35
BIJLAGE B: VERBINTENIS IN DE ZIN VAN ARTIKEL 74 KB
15/07/2011
GAC/2016/4049
Een kandidaat of een inschrijver kan zich beroepen op de draagkracht van andere entiteiten, ongeacht de
juridische aard van zijn band met die entiteiten. In dat geval toont hij de aanbestedende overheid aan dat hij zal
beschikken over de voor de uitvoering van de opdracht noodzakelijke middelen, door overlegging van de
verbintenis van deze entiteiten om de kandidaat of inschrijver dergelijke middelen ter beschikking te
stellen.(artikel 74 KB 15 juli 2011)
(gegevens entiteit op wiens draagkracht de kandidaat/inschrijver zich beroept)
Naam rechtspersoon/natuurlijke persoon (1) ……………………………………....................
gekend onder ondernemingsnummer ……………………………………………… (indien
rechtspersoon)
met adres te ……………………………………………………………………………………..
vertegenwoordigd door
……………………………………………………………………………………
op wiens draagkracht beroep wordt gedaan door
(gegevens kandidaat/inschrijver)
Naam inschrijver(2) ……………………………………....................
gekend onder ondernemingsnummer ……………………………………………… (indien
rechtspersoon)
met adres te ……………………………………………………………………………………..
vertegenwoordigd door
…………………………………………………………………………………….
verbindt er zich toe om, in het geval dat bovenvermelde opdracht wordt toegewezen aan de
kandidaat/inschrijver, hij/zij de nodige middelen – waarop de kandidaat/inschrijver zich voor
de kwalitatieve selectie op beroept – ter beschikking stelt tot goede uitvoering van deze
opdracht.
Opgesteld te …………………………………
Entiteit op wiens draagkracht
beroep wordt gedaan (1) Kandidaat inschrijver (2)
………………..……………(handtekening) ……………………………(handtekening)
……………………………..…(naam) …………………………………(naam)
……………………………..(hoedanigheid) ……………………………(hoedanigheid)

More Related Content

Viewers also liked

Voorstel tot oprichting parlementaire onderzoekscommissie Optima
Voorstel tot oprichting parlementaire onderzoekscommissie OptimaVoorstel tot oprichting parlementaire onderzoekscommissie Optima
Voorstel tot oprichting parlementaire onderzoekscommissie Optima
Thierry Debels
 
Nu ook Visa-affaire in Brussel
Nu ook Visa-affaire in BrusselNu ook Visa-affaire in Brussel
Nu ook Visa-affaire in Brussel
Thierry Debels
 
Travaux de réfection au palais royal de Bruxelles
Travaux de réfection au palais royal de BruxellesTravaux de réfection au palais royal de Bruxelles
Travaux de réfection au palais royal de Bruxelles
Thierry Debels
 
Socialisten wilden Leopold III verbannen na troonsafstand
Socialisten wilden Leopold III verbannen na troonsafstandSocialisten wilden Leopold III verbannen na troonsafstand
Socialisten wilden Leopold III verbannen na troonsafstand
Thierry Debels
 
Congo was not ready for independence in 1960
Congo was not ready for independence in 1960Congo was not ready for independence in 1960
Congo was not ready for independence in 1960
Thierry Debels
 
Reform of the Dublin III Regulation
Reform of the Dublin III RegulationReform of the Dublin III Regulation
Reform of the Dublin III Regulation
Thierry Debels
 
Prinses Esmeralda voert strijd tegen HS2 treinproject op
Prinses Esmeralda voert strijd tegen HS2 treinproject opPrinses Esmeralda voert strijd tegen HS2 treinproject op
Prinses Esmeralda voert strijd tegen HS2 treinproject op
Thierry Debels
 
Hans Vandeweghe krijgt gelijk van RvJ
Hans Vandeweghe krijgt gelijk van RvJHans Vandeweghe krijgt gelijk van RvJ
Hans Vandeweghe krijgt gelijk van RvJ
Thierry Debels
 
Boekhouding politieke partijen 2015 - deel 3
Boekhouding politieke partijen 2015 - deel 3Boekhouding politieke partijen 2015 - deel 3
Boekhouding politieke partijen 2015 - deel 3
Thierry Debels
 
COMMISSION STAFF WORKING DOCUMENT ON FRAUD
COMMISSION STAFF WORKING DOCUMENT ON FRAUDCOMMISSION STAFF WORKING DOCUMENT ON FRAUD
COMMISSION STAFF WORKING DOCUMENT ON FRAUD
Thierry Debels
 
Medewerkster van de koning verwijdert bericht Facebook
Medewerkster van de koning verwijdert bericht FacebookMedewerkster van de koning verwijdert bericht Facebook
Medewerkster van de koning verwijdert bericht Facebook
Thierry Debels
 
Dimitri Vegas en Like Mike wegen al 8 miljoen euro
Dimitri Vegas en Like Mike wegen al 8 miljoen euroDimitri Vegas en Like Mike wegen al 8 miljoen euro
Dimitri Vegas en Like Mike wegen al 8 miljoen euro
Thierry Debels
 
Jan Peumans binnenkort vervoerd in BMW
Jan Peumans binnenkort vervoerd in BMWJan Peumans binnenkort vervoerd in BMW
Jan Peumans binnenkort vervoerd in BMW
Thierry Debels
 
CIA: FLYING SAUCERS OVER BELGIAN CONGO URANIUM MINES
CIA: FLYING SAUCERS OVER BELGIAN CONGO URANIUM MINESCIA: FLYING SAUCERS OVER BELGIAN CONGO URANIUM MINES
CIA: FLYING SAUCERS OVER BELGIAN CONGO URANIUM MINES
Thierry Debels
 
Aantal klachten van asielzoekers in België verdrievoudigd op jaar tijd
Aantal klachten van asielzoekers in België verdrievoudigd op jaar tijdAantal klachten van asielzoekers in België verdrievoudigd op jaar tijd
Aantal klachten van asielzoekers in België verdrievoudigd op jaar tijd
Thierry Debels
 
Deel communicatiebudget FOD Justitie ging naar hotel
Deel communicatiebudget FOD Justitie ging naar hotelDeel communicatiebudget FOD Justitie ging naar hotel
Deel communicatiebudget FOD Justitie ging naar hotel
Thierry Debels
 
Rijkste Belg laat aandelen AB INBEV circuleren
Rijkste Belg laat aandelen AB INBEV circulerenRijkste Belg laat aandelen AB INBEV circuleren
Rijkste Belg laat aandelen AB INBEV circuleren
Thierry Debels
 

Viewers also liked (17)

Voorstel tot oprichting parlementaire onderzoekscommissie Optima
Voorstel tot oprichting parlementaire onderzoekscommissie OptimaVoorstel tot oprichting parlementaire onderzoekscommissie Optima
Voorstel tot oprichting parlementaire onderzoekscommissie Optima
 
Nu ook Visa-affaire in Brussel
Nu ook Visa-affaire in BrusselNu ook Visa-affaire in Brussel
Nu ook Visa-affaire in Brussel
 
Travaux de réfection au palais royal de Bruxelles
Travaux de réfection au palais royal de BruxellesTravaux de réfection au palais royal de Bruxelles
Travaux de réfection au palais royal de Bruxelles
 
Socialisten wilden Leopold III verbannen na troonsafstand
Socialisten wilden Leopold III verbannen na troonsafstandSocialisten wilden Leopold III verbannen na troonsafstand
Socialisten wilden Leopold III verbannen na troonsafstand
 
Congo was not ready for independence in 1960
Congo was not ready for independence in 1960Congo was not ready for independence in 1960
Congo was not ready for independence in 1960
 
Reform of the Dublin III Regulation
Reform of the Dublin III RegulationReform of the Dublin III Regulation
Reform of the Dublin III Regulation
 
Prinses Esmeralda voert strijd tegen HS2 treinproject op
Prinses Esmeralda voert strijd tegen HS2 treinproject opPrinses Esmeralda voert strijd tegen HS2 treinproject op
Prinses Esmeralda voert strijd tegen HS2 treinproject op
 
Hans Vandeweghe krijgt gelijk van RvJ
Hans Vandeweghe krijgt gelijk van RvJHans Vandeweghe krijgt gelijk van RvJ
Hans Vandeweghe krijgt gelijk van RvJ
 
Boekhouding politieke partijen 2015 - deel 3
Boekhouding politieke partijen 2015 - deel 3Boekhouding politieke partijen 2015 - deel 3
Boekhouding politieke partijen 2015 - deel 3
 
COMMISSION STAFF WORKING DOCUMENT ON FRAUD
COMMISSION STAFF WORKING DOCUMENT ON FRAUDCOMMISSION STAFF WORKING DOCUMENT ON FRAUD
COMMISSION STAFF WORKING DOCUMENT ON FRAUD
 
Medewerkster van de koning verwijdert bericht Facebook
Medewerkster van de koning verwijdert bericht FacebookMedewerkster van de koning verwijdert bericht Facebook
Medewerkster van de koning verwijdert bericht Facebook
 
Dimitri Vegas en Like Mike wegen al 8 miljoen euro
Dimitri Vegas en Like Mike wegen al 8 miljoen euroDimitri Vegas en Like Mike wegen al 8 miljoen euro
Dimitri Vegas en Like Mike wegen al 8 miljoen euro
 
Jan Peumans binnenkort vervoerd in BMW
Jan Peumans binnenkort vervoerd in BMWJan Peumans binnenkort vervoerd in BMW
Jan Peumans binnenkort vervoerd in BMW
 
CIA: FLYING SAUCERS OVER BELGIAN CONGO URANIUM MINES
CIA: FLYING SAUCERS OVER BELGIAN CONGO URANIUM MINESCIA: FLYING SAUCERS OVER BELGIAN CONGO URANIUM MINES
CIA: FLYING SAUCERS OVER BELGIAN CONGO URANIUM MINES
 
Aantal klachten van asielzoekers in België verdrievoudigd op jaar tijd
Aantal klachten van asielzoekers in België verdrievoudigd op jaar tijdAantal klachten van asielzoekers in België verdrievoudigd op jaar tijd
Aantal klachten van asielzoekers in België verdrievoudigd op jaar tijd
 
Deel communicatiebudget FOD Justitie ging naar hotel
Deel communicatiebudget FOD Justitie ging naar hotelDeel communicatiebudget FOD Justitie ging naar hotel
Deel communicatiebudget FOD Justitie ging naar hotel
 
Rijkste Belg laat aandelen AB INBEV circuleren
Rijkste Belg laat aandelen AB INBEV circulerenRijkste Belg laat aandelen AB INBEV circuleren
Rijkste Belg laat aandelen AB INBEV circuleren
 

Similar to Antwerpen wil levendigheid wijken meten

OCMW Antwerpen brengt buitenlandse vermogens in kaart
OCMW Antwerpen brengt buitenlandse vermogens in kaartOCMW Antwerpen brengt buitenlandse vermogens in kaart
OCMW Antwerpen brengt buitenlandse vermogens in kaart
Thierry Debels
 
Overheid zoekt leverancier om tabak te vernietigen
Overheid zoekt leverancier om tabak te vernietigenOverheid zoekt leverancier om tabak te vernietigen
Overheid zoekt leverancier om tabak te vernietigen
Thierry Debels
 
Kerk wordt circus
Kerk wordt circusKerk wordt circus
Kerk wordt circus
Thierry Debels
 
Bestek huur van directiewagens OCMW Brussel
Bestek huur van directiewagens OCMW BrusselBestek huur van directiewagens OCMW Brussel
Bestek huur van directiewagens OCMW Brussel
Thierry Debels
 
Bestek Koninklijk Paleis opening zomer 2018
Bestek Koninklijk Paleis opening zomer 2018Bestek Koninklijk Paleis opening zomer 2018
Bestek Koninklijk Paleis opening zomer 2018
Thierry Debels
 
Algemene Voorwaarden Lmb D.D. Maart 2011
Algemene Voorwaarden Lmb D.D. Maart 2011Algemene Voorwaarden Lmb D.D. Maart 2011
Algemene Voorwaarden Lmb D.D. Maart 2011
rtablmnl
 
Vlaams pensioenfonds zoekt asset manager
Vlaams pensioenfonds zoekt asset managerVlaams pensioenfonds zoekt asset manager
Vlaams pensioenfonds zoekt asset manager
Thierry Debels
 
Antwerpen zoekt nieuwe partner voor eindejaarsvuurwerk
Antwerpen zoekt nieuwe partner voor eindejaarsvuurwerkAntwerpen zoekt nieuwe partner voor eindejaarsvuurwerk
Antwerpen zoekt nieuwe partner voor eindejaarsvuurwerk
Thierry Debels
 
Dreigingsniveau 4 mogelijk tijdens openstelling koninklijk paleis
Dreigingsniveau 4 mogelijk tijdens openstelling koninklijk paleisDreigingsniveau 4 mogelijk tijdens openstelling koninklijk paleis
Dreigingsniveau 4 mogelijk tijdens openstelling koninklijk paleis
Thierry Debels
 
Stad Brussel besteedt 400.000 euro aan onderhoud brandblussers
Stad Brussel besteedt 400.000 euro aan onderhoud brandblussersStad Brussel besteedt 400.000 euro aan onderhoud brandblussers
Stad Brussel besteedt 400.000 euro aan onderhoud brandblussers
Thierry Debels
 
Brussel zoekt agentschap voor 'relancecampagne'
Brussel zoekt agentschap voor 'relancecampagne'Brussel zoekt agentschap voor 'relancecampagne'
Brussel zoekt agentschap voor 'relancecampagne'
Thierry Debels
 
PwC verliest zaak tegen Vlaams Gewest
PwC verliest zaak tegen Vlaams GewestPwC verliest zaak tegen Vlaams Gewest
PwC verliest zaak tegen Vlaams Gewest
Thierry Debels
 
Stad Brussel verlengt overeenkomst met Burgerplatform
Stad Brussel verlengt overeenkomst met BurgerplatformStad Brussel verlengt overeenkomst met Burgerplatform
Stad Brussel verlengt overeenkomst met Burgerplatform
Thierry Debels
 
Algemene regeling gbo handboek
Algemene regeling gbo handboekAlgemene regeling gbo handboek
Algemene regeling gbo handboekFrank Smilda
 
Trudo jaarverslag 2011
Trudo jaarverslag 2011Trudo jaarverslag 2011
Trudo jaarverslag 2011
Sint Trudo
 
Wet bestrijding betalingsachterstand handelstransacties
Wet bestrijding betalingsachterstand handelstransactiesWet bestrijding betalingsachterstand handelstransacties
Wet bestrijding betalingsachterstand handelstransactiesJeroen Van Tricht
 
Staatsveiligheid krijgt nieuwe laptops
Staatsveiligheid krijgt nieuwe laptopsStaatsveiligheid krijgt nieuwe laptops
Staatsveiligheid krijgt nieuwe laptops
Thierry Debels
 
Fedasil wil stress medewerkers aanpakken
Fedasil wil stress medewerkers aanpakkenFedasil wil stress medewerkers aanpakken
Fedasil wil stress medewerkers aanpakken
Thierry Debels
 
BVBA moestuinier Wim Lybaert groeit als kool
BVBA moestuinier Wim Lybaert groeit als koolBVBA moestuinier Wim Lybaert groeit als kool
BVBA moestuinier Wim Lybaert groeit als kool
Thierry Debels
 
Stad Antwerpen wil nudging implementeren
Stad Antwerpen wil nudging implementerenStad Antwerpen wil nudging implementeren
Stad Antwerpen wil nudging implementeren
Thierry Debels
 

Similar to Antwerpen wil levendigheid wijken meten (20)

OCMW Antwerpen brengt buitenlandse vermogens in kaart
OCMW Antwerpen brengt buitenlandse vermogens in kaartOCMW Antwerpen brengt buitenlandse vermogens in kaart
OCMW Antwerpen brengt buitenlandse vermogens in kaart
 
Overheid zoekt leverancier om tabak te vernietigen
Overheid zoekt leverancier om tabak te vernietigenOverheid zoekt leverancier om tabak te vernietigen
Overheid zoekt leverancier om tabak te vernietigen
 
Kerk wordt circus
Kerk wordt circusKerk wordt circus
Kerk wordt circus
 
Bestek huur van directiewagens OCMW Brussel
Bestek huur van directiewagens OCMW BrusselBestek huur van directiewagens OCMW Brussel
Bestek huur van directiewagens OCMW Brussel
 
Bestek Koninklijk Paleis opening zomer 2018
Bestek Koninklijk Paleis opening zomer 2018Bestek Koninklijk Paleis opening zomer 2018
Bestek Koninklijk Paleis opening zomer 2018
 
Algemene Voorwaarden Lmb D.D. Maart 2011
Algemene Voorwaarden Lmb D.D. Maart 2011Algemene Voorwaarden Lmb D.D. Maart 2011
Algemene Voorwaarden Lmb D.D. Maart 2011
 
Vlaams pensioenfonds zoekt asset manager
Vlaams pensioenfonds zoekt asset managerVlaams pensioenfonds zoekt asset manager
Vlaams pensioenfonds zoekt asset manager
 
Antwerpen zoekt nieuwe partner voor eindejaarsvuurwerk
Antwerpen zoekt nieuwe partner voor eindejaarsvuurwerkAntwerpen zoekt nieuwe partner voor eindejaarsvuurwerk
Antwerpen zoekt nieuwe partner voor eindejaarsvuurwerk
 
Dreigingsniveau 4 mogelijk tijdens openstelling koninklijk paleis
Dreigingsniveau 4 mogelijk tijdens openstelling koninklijk paleisDreigingsniveau 4 mogelijk tijdens openstelling koninklijk paleis
Dreigingsniveau 4 mogelijk tijdens openstelling koninklijk paleis
 
Stad Brussel besteedt 400.000 euro aan onderhoud brandblussers
Stad Brussel besteedt 400.000 euro aan onderhoud brandblussersStad Brussel besteedt 400.000 euro aan onderhoud brandblussers
Stad Brussel besteedt 400.000 euro aan onderhoud brandblussers
 
Brussel zoekt agentschap voor 'relancecampagne'
Brussel zoekt agentschap voor 'relancecampagne'Brussel zoekt agentschap voor 'relancecampagne'
Brussel zoekt agentschap voor 'relancecampagne'
 
PwC verliest zaak tegen Vlaams Gewest
PwC verliest zaak tegen Vlaams GewestPwC verliest zaak tegen Vlaams Gewest
PwC verliest zaak tegen Vlaams Gewest
 
Stad Brussel verlengt overeenkomst met Burgerplatform
Stad Brussel verlengt overeenkomst met BurgerplatformStad Brussel verlengt overeenkomst met Burgerplatform
Stad Brussel verlengt overeenkomst met Burgerplatform
 
Algemene regeling gbo handboek
Algemene regeling gbo handboekAlgemene regeling gbo handboek
Algemene regeling gbo handboek
 
Trudo jaarverslag 2011
Trudo jaarverslag 2011Trudo jaarverslag 2011
Trudo jaarverslag 2011
 
Wet bestrijding betalingsachterstand handelstransacties
Wet bestrijding betalingsachterstand handelstransactiesWet bestrijding betalingsachterstand handelstransacties
Wet bestrijding betalingsachterstand handelstransacties
 
Staatsveiligheid krijgt nieuwe laptops
Staatsveiligheid krijgt nieuwe laptopsStaatsveiligheid krijgt nieuwe laptops
Staatsveiligheid krijgt nieuwe laptops
 
Fedasil wil stress medewerkers aanpakken
Fedasil wil stress medewerkers aanpakkenFedasil wil stress medewerkers aanpakken
Fedasil wil stress medewerkers aanpakken
 
BVBA moestuinier Wim Lybaert groeit als kool
BVBA moestuinier Wim Lybaert groeit als koolBVBA moestuinier Wim Lybaert groeit als kool
BVBA moestuinier Wim Lybaert groeit als kool
 
Stad Antwerpen wil nudging implementeren
Stad Antwerpen wil nudging implementerenStad Antwerpen wil nudging implementeren
Stad Antwerpen wil nudging implementeren
 

More from Thierry Debels

Oprichtingsakte firma Lincelles prins Andrew
Oprichtingsakte firma Lincelles prins AndrewOprichtingsakte firma Lincelles prins Andrew
Oprichtingsakte firma Lincelles prins Andrew
Thierry Debels
 
Pro Justitia 8/12/89 Jean Deprêtre over videocassette in zaak -Mendez
Pro Justitia 8/12/89 Jean Deprêtre over videocassette in zaak -MendezPro Justitia 8/12/89 Jean Deprêtre over videocassette in zaak -Mendez
Pro Justitia 8/12/89 Jean Deprêtre over videocassette in zaak -Mendez
Thierry Debels
 
Notities Willy Acke over de Bende van Nijvel
Notities Willy Acke over de Bende van NijvelNotities Willy Acke over de Bende van Nijvel
Notities Willy Acke over de Bende van Nijvel
Thierry Debels
 
Rapport Bende van Nijvel onderzoeksrechter Guy Wezel
Rapport Bende van Nijvel onderzoeksrechter Guy WezelRapport Bende van Nijvel onderzoeksrechter Guy Wezel
Rapport Bende van Nijvel onderzoeksrechter Guy Wezel
Thierry Debels
 
AVROX - Modification non statutaire de mandataires
AVROX -  Modification non statutaire de mandatairesAVROX -  Modification non statutaire de mandataires
AVROX - Modification non statutaire de mandataires
Thierry Debels
 
AstraZeneca - Transparency register EU
AstraZeneca - Transparency register  EUAstraZeneca - Transparency register  EU
AstraZeneca - Transparency register EU
Thierry Debels
 
Kamerbrief erkenning Stay Behind
Kamerbrief erkenning Stay BehindKamerbrief erkenning Stay Behind
Kamerbrief erkenning Stay Behind
Thierry Debels
 
Financiering moskeeën in Vlaanderen
Financiering moskeeën in VlaanderenFinanciering moskeeën in Vlaanderen
Financiering moskeeën in Vlaanderen
Thierry Debels
 
Verslag vzw Platform van Vlaamse Imams en Moslimdeskundigen
Verslag vzw Platform van Vlaamse Imams en MoslimdeskundigenVerslag vzw Platform van Vlaamse Imams en Moslimdeskundigen
Verslag vzw Platform van Vlaamse Imams en Moslimdeskundigen
Thierry Debels
 
EudraVigilance - Moderna covid MRNA vaccine up to 13/2/21
EudraVigilance - Moderna covid MRNA vaccine up to 13/2/21EudraVigilance - Moderna covid MRNA vaccine up to 13/2/21
EudraVigilance - Moderna covid MRNA vaccine up to 13/2/21
Thierry Debels
 
Mogelijke bijwerkingen Pfizer-vaccin Europa tot 13/2/21
Mogelijke bijwerkingen Pfizer-vaccin Europa tot 13/2/21Mogelijke bijwerkingen Pfizer-vaccin Europa tot 13/2/21
Mogelijke bijwerkingen Pfizer-vaccin Europa tot 13/2/21
Thierry Debels
 
Afsprakennota LGU Academy vzw 2018
Afsprakennota LGU Academy vzw 2018Afsprakennota LGU Academy vzw 2018
Afsprakennota LGU Academy vzw 2018
Thierry Debels
 
The number of individual cases identified in EudraVigilance for TOZINAMERAN i...
The number of individual cases identified in EudraVigilance for TOZINAMERAN i...The number of individual cases identified in EudraVigilance for TOZINAMERAN i...
The number of individual cases identified in EudraVigilance for TOZINAMERAN i...
Thierry Debels
 
List of meetings Bill & Melinda Gates Foundation has held with Commissioners,...
List of meetings Bill & Melinda Gates Foundation has held with Commissioners,...List of meetings Bill & Melinda Gates Foundation has held with Commissioners,...
List of meetings Bill & Melinda Gates Foundation has held with Commissioners,...
Thierry Debels
 
EudraVigilance - Comirnaty - Individual cases
EudraVigilance - Comirnaty - Individual casesEudraVigilance - Comirnaty - Individual cases
EudraVigilance - Comirnaty - Individual cases
Thierry Debels
 
Démission administrateur Avrox
Démission administrateur AvroxDémission administrateur Avrox
Démission administrateur Avrox
Thierry Debels
 
So Sense SA
So Sense SASo Sense SA
So Sense SA
Thierry Debels
 
Registratie BioNTech in lobbyregister EU
Registratie BioNTech in lobbyregister EURegistratie BioNTech in lobbyregister EU
Registratie BioNTech in lobbyregister EU
Thierry Debels
 
POLITIËLE CRIMINALITEITSSTATISTIEKEN - STAD BRUSSEL
POLITIËLE CRIMINALITEITSSTATISTIEKEN - STAD BRUSSELPOLITIËLE CRIMINALITEITSSTATISTIEKEN - STAD BRUSSEL
POLITIËLE CRIMINALITEITSSTATISTIEKEN - STAD BRUSSEL
Thierry Debels
 
Projectoproep delen Antwerpse stadsvloot
Projectoproep delen Antwerpse stadsvlootProjectoproep delen Antwerpse stadsvloot
Projectoproep delen Antwerpse stadsvloot
Thierry Debels
 

More from Thierry Debels (20)

Oprichtingsakte firma Lincelles prins Andrew
Oprichtingsakte firma Lincelles prins AndrewOprichtingsakte firma Lincelles prins Andrew
Oprichtingsakte firma Lincelles prins Andrew
 
Pro Justitia 8/12/89 Jean Deprêtre over videocassette in zaak -Mendez
Pro Justitia 8/12/89 Jean Deprêtre over videocassette in zaak -MendezPro Justitia 8/12/89 Jean Deprêtre over videocassette in zaak -Mendez
Pro Justitia 8/12/89 Jean Deprêtre over videocassette in zaak -Mendez
 
Notities Willy Acke over de Bende van Nijvel
Notities Willy Acke over de Bende van NijvelNotities Willy Acke over de Bende van Nijvel
Notities Willy Acke over de Bende van Nijvel
 
Rapport Bende van Nijvel onderzoeksrechter Guy Wezel
Rapport Bende van Nijvel onderzoeksrechter Guy WezelRapport Bende van Nijvel onderzoeksrechter Guy Wezel
Rapport Bende van Nijvel onderzoeksrechter Guy Wezel
 
AVROX - Modification non statutaire de mandataires
AVROX -  Modification non statutaire de mandatairesAVROX -  Modification non statutaire de mandataires
AVROX - Modification non statutaire de mandataires
 
AstraZeneca - Transparency register EU
AstraZeneca - Transparency register  EUAstraZeneca - Transparency register  EU
AstraZeneca - Transparency register EU
 
Kamerbrief erkenning Stay Behind
Kamerbrief erkenning Stay BehindKamerbrief erkenning Stay Behind
Kamerbrief erkenning Stay Behind
 
Financiering moskeeën in Vlaanderen
Financiering moskeeën in VlaanderenFinanciering moskeeën in Vlaanderen
Financiering moskeeën in Vlaanderen
 
Verslag vzw Platform van Vlaamse Imams en Moslimdeskundigen
Verslag vzw Platform van Vlaamse Imams en MoslimdeskundigenVerslag vzw Platform van Vlaamse Imams en Moslimdeskundigen
Verslag vzw Platform van Vlaamse Imams en Moslimdeskundigen
 
EudraVigilance - Moderna covid MRNA vaccine up to 13/2/21
EudraVigilance - Moderna covid MRNA vaccine up to 13/2/21EudraVigilance - Moderna covid MRNA vaccine up to 13/2/21
EudraVigilance - Moderna covid MRNA vaccine up to 13/2/21
 
Mogelijke bijwerkingen Pfizer-vaccin Europa tot 13/2/21
Mogelijke bijwerkingen Pfizer-vaccin Europa tot 13/2/21Mogelijke bijwerkingen Pfizer-vaccin Europa tot 13/2/21
Mogelijke bijwerkingen Pfizer-vaccin Europa tot 13/2/21
 
Afsprakennota LGU Academy vzw 2018
Afsprakennota LGU Academy vzw 2018Afsprakennota LGU Academy vzw 2018
Afsprakennota LGU Academy vzw 2018
 
The number of individual cases identified in EudraVigilance for TOZINAMERAN i...
The number of individual cases identified in EudraVigilance for TOZINAMERAN i...The number of individual cases identified in EudraVigilance for TOZINAMERAN i...
The number of individual cases identified in EudraVigilance for TOZINAMERAN i...
 
List of meetings Bill & Melinda Gates Foundation has held with Commissioners,...
List of meetings Bill & Melinda Gates Foundation has held with Commissioners,...List of meetings Bill & Melinda Gates Foundation has held with Commissioners,...
List of meetings Bill & Melinda Gates Foundation has held with Commissioners,...
 
EudraVigilance - Comirnaty - Individual cases
EudraVigilance - Comirnaty - Individual casesEudraVigilance - Comirnaty - Individual cases
EudraVigilance - Comirnaty - Individual cases
 
Démission administrateur Avrox
Démission administrateur AvroxDémission administrateur Avrox
Démission administrateur Avrox
 
So Sense SA
So Sense SASo Sense SA
So Sense SA
 
Registratie BioNTech in lobbyregister EU
Registratie BioNTech in lobbyregister EURegistratie BioNTech in lobbyregister EU
Registratie BioNTech in lobbyregister EU
 
POLITIËLE CRIMINALITEITSSTATISTIEKEN - STAD BRUSSEL
POLITIËLE CRIMINALITEITSSTATISTIEKEN - STAD BRUSSELPOLITIËLE CRIMINALITEITSSTATISTIEKEN - STAD BRUSSEL
POLITIËLE CRIMINALITEITSSTATISTIEKEN - STAD BRUSSEL
 
Projectoproep delen Antwerpse stadsvloot
Projectoproep delen Antwerpse stadsvlootProjectoproep delen Antwerpse stadsvloot
Projectoproep delen Antwerpse stadsvloot
 

Antwerpen wil levendigheid wijken meten

  • 1. GAC/2016/4049 Blz. 1 Gemeenschappelijke aankoopcentrale Stad Antwerpen – OCMW Antwerpen Francis Wellesplein 1 B 2018 Antwerpen Bestek nummer GAC/2016/4049 Voor het toewijzen van een overheidsopdracht voor de aanneming van Diensten met betrekking tot Onderzoek mapping van levendigheid in wijken Wijze van gunnen Vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met bekendmaking Indienen offertes Via e-Tendering Opening der offertes Uiterlijk tegen DONDERDAG 22 SEPTEMBER 2016, 11.45 uur Offertes die na dit tijdstip toekomen, zullen niet worden weerhouden.
  • 2. GAC/2016/4049 Blz. 2 Inhoudsopgave I. ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN .............................................................................. 6 I.1 BESCHRIJVING VAN DE OPDRACHT ...................................................................................... 6 I.2 IDENTITEIT VAN DE OPDRACHTGEVER ................................................................................. 6 I.3 WIJZE VAN GUNNEN ............................................................................................................ 6 I.4 PRIJSVASTSTELLING ............................................................................................................ 6 I.5 TOEGANGSRECHT EN KWALITATIEVE SELECTIE................................................................... 7 I.6 ONDERAANNEMING............................................................................................................. 8 I.7 PUBLICATIE......................................................................................................................... 9 I.8 VORM, INHOUD EN ONDERTEKENING VAN DE OFFERTE ....................................................... 9 I.9 INDIENEN VAN DE OFFERTE ............................................................................................... 10 I.10 OPENING VAN DE OFFERTES ............................................................................................ 10 I.11 VERBINTENISTERMIJN ..................................................................................................... 10 I.12 GUNNINGSCRITERIA ........................................................................................................ 11 I.13 VARIANTEN..................................................................................................................... 12 I.14 KEUZE VAN OFFERTE....................................................................................................... 13 II. CONTRACTUELE BEPALINGEN................................................................................ 14 II.1 LEIDEND AMBTENAAR ..................................................................................................... 14 II.2 VERZEKERINGEN ............................................................................................................. 14 II.3 BORGTOCHT..................................................................................................................... 14 II.4 PRIJSHERZIENINGEN......................................................................................................... 14 II.5 LOOPTIJD ......................................................................................................................... 14 II.6 OPZEGMODALITEITEN...................................................................................................... 14 II.7 BETALING EN BETALINGSTERMIJN ................................................................................... 15 II.8 OPLEVERING .................................................................................................................... 15 II.9 EXCLUSIVITEIT ................................................................................................................ 15 II.10 DISCRETIEPLICHT EN (INTELLECTUELE) EIGENDOMSRECHTEN OP DOCUMENTEN EN DATA VAN DE AANBESTEDENDE OVERHEID ...................................................................................... 15 II.11 INTELLECTUELE EIGENDOMSRECHTEN OP DE RESULTATEN VAN DEZE OPDRACHT ......... 16 II.12 TOEPASSELIJK RECHT EN BEVOEGDE RECHTBANKEN ..................................................... 16 III. TECHNISCHE BEPALINGEN..................................................................................... 17 III.1 DUURZAAMHEID............................................................................................................. 17 III.2 VOORSTELLING .............................................................................................................. 17 III.3 LITERATUURSTUDIE EN BENCHMARKING........................................................................ 20 III.4 IN KAART BRENGEN VAN DE DEMOGRAFISCHE, SOCIALE EN ECONOMISCHE HEFBOMEN.. 20 III.5 RUIMTELIJKE EIGENSCHAPPEN VAN EEN WIJK................................................................. 21 III.6 GEBRUIK VAN DE WIJK EN DE AGENDA ........................................................................... 21 III.7 NIET-EXHAUSTIEVE LIJST VAN CRITERIA VOOR HET IN KAART BRENGEN VAN EEN LEVENDIGE WIJK..................................................................................................................... 22 III.8 BEGELEIDING VANUIT DE STAD ...................................................................................... 22 III.9 UITVOERING ................................................................................................................... 22 III.10 BUDGET EN PLANNING.................................................................................................. 23 III.11 BIJLAGE........................................................................................................................ 23 III.11.1 Eerste mogelijke literatuur.................................................................................. 23 IV. EXTRA JURIDISCHE BEPALINGEN ........................................................................ 28 IV.1 ILLEGAAL VERBLIJVENDE ONDERDANEN VAN EEN DERDE LAND .................................... 28 IV.2 LOONSCHULDEN............................................................................................................. 29 IV.3 AFWIJKING TERMIJN VERWEERMIDDELEN BIJ (ERNSTIGE) LOONSCHULDEN EN ILLEGALE TEWERKSTELLING................................................................................................................... 30 IV.4 SCHORSING GEEFT GEEN AANLEIDING TOT SCHADEVERGOEDING................................... 30
  • 3. GAC/2016/4049 Blz. 3 IV.5 LIMOSA .......................................................................................................................... 31 IV.6 BELANGENVERMENGING ................................................................................................ 31 IV.7 PERSOONSGEGEVENS (PRIVACY) .................................................................................... 32 IV.8 OVERDRACHT VAN OPDRACHT ....................................................................................... 32 BIJLAGE A : OFFERTEFORMULIER ............................................................................. 33 BIJLAGE B: VERBINTENIS IN DE ZIN VAN ARTIKEL 74 KB 15/07/2011 .............. 35
  • 4. GAC/2016/4049 Blz. 4 Beheerder tot aan sluiting opdracht Naam: GAC/Diensten Adres: Francis Wellesplein 1 te 2018 Antwerpen Contactpersoon: Patrik Van Ostaeyen Telefoon: 03 338 27 70 E-mail: gac_diensten@stad.antwerpen.be Als een inschrijver in de opdrachtdocumenten fouten of leemten ontdekt die van dien aard zijn dat ze de prijsberekening of de vergelijking van de offertes onmogelijk maken, of er zijn onduidelijkheden / vragen over deze opdracht, dan meldt hij dit onmiddellijk aan de aanbestedende overheid via bovenstaande contactgegevens. Alleszins verwittigt hij haar ten laatste 10 dagen vóór de datum van de openingszitting, tenzij zulks onmogelijk is door de inkorting van de termijn voor ontvangst van de offertes. De aanbestedende overheid oordeelt of de fouten of de leemten voldoende belangrijk zijn om de openingszitting te verdagen en, indien nodig, tot een aangepaste bekendmaking over te gaan. Door het indienen van een offerte aanvaarden de inschrijvers onvoorwaardelijk de inhoud van het bestek en de bijhorende opdrachtdocumenten en de invulling van de gunningsprocedure zoals deze in het bestek beschreven is en aanvaarden zij zelf door de bepalingen ervan gebonden te zijn. Indien een inschrijver in dat verband een bezwaar heeft, dient hij dat ten laatste 10 dagen vóór de datum van de openingszitting, bekend te maken aan de aanbestedende overheid met omschrijving van de reden. De aanbestedende overheid hecht er uitdrukkelijk de voorkeur aan dat bovenstaande opmerkingen / vragen per mail overgemaakt worden. Toepasselijke reglementering 1. De wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006 en latere wijzigingen, hierna genoemd ‘Wet Overheidsopdrachten’. 2. De wet betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 17 juni 2013, hierna genoemd ‘Rechtsbeschermingswet’. 3. Het koninklijk besluit plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren van 15 juli 2011 en latere wijzigingen, hierna genoemd ‘KB Plaatsing’. 4. Het koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken van 14 januari 2013 en latere wijzigingen, hierna genoemd ‘KB Uitvoering’. 5. De wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk en latere wijzigingen. 6. Het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB) en de Codex Welzijn. De in dit deel weergegeven toepasselijke reglementering is niet-limitatief opgesomd. De inschrijver wordt geacht alle van toepassing zijnde bepalingen te kennen en in overeenstemming met de van toepassing zijnde regelgeving te handelen.
  • 5. GAC/2016/4049 Blz. 5 Afwijkingen, aanvullingen en opmerkingen Artikel 33 en 156 van het KB Uitvoering De aanbestedende overheid wijkt af van artikel 33 KB Uitvoering met betrekking tot de wijze waarop de vrijgave van de borgtocht gebeurt en van artikel 156 KB Uitvoering met betrekking tot de wijze waarop de oplevering zal gebeuren. Artikel 44 §2 van het KB Uitvoering De aanbestedende overheid wijkt in bepaalde specifieke verder in het bestek opgenomen gevallen af van de termijn van 15 kalenderdagen waarover de opdrachtnemer overeenkomstig artikel 44 § 2 van voormeld KB Uitvoering beschikt om zijn verweermiddelen te doen gelden. Die termijn leidt er immers toe dat de termijn van 14 werkdagen na de kennisgeving van de arbeidsinspectie (overeenkomstig artikel 35/3, § 4, wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers), waarover de aanbestedende overheid beschikt om desgevallend de opdracht nog te verbreken, zal zijn verstreken. De verweermiddelentermijn voor de opdrachtnemer moet in dat geval kunnen worden ingekort door de aanbestedende overheid. Artikel 55 van het KB Uitvoering De aanbestedende overheid wijkt in bepaalde specifieke verder in het bestek opgenomen gevallen af van dit artikel omdat het niet billijk zou zijn dat in deze gevallen, waarbij vaststaat dat er een zwaarwichtige inbreuk is gepleegd, de aanbestedende overheid een schadevergoeding verschuldigd zou zijn wegens schorsingen op haar bevel overeenkomstig artikel 55 van het KB Uitvoering, omdat zij de opdrachtnemer de mogelijkheid heeft geboden verweermiddelen te doen gelden, maar wel wil vermijden dat in deze verweermiddelentermijn nieuwe zwaarwichtige inbreuken worden begaan. Artikel 106 §2 van het KB Plaatsing De verbintenistermijn wordt van toepassing gemaakt. Artikel 45 van het KB Uitvoering De aanbestedende overheid wijkt in bepaalde specifieke verder in het bestek opgenomen gevallen af van de straffen voor gebrekkige uitvoering. LEESWIJZER Dit bestek is opgedeeld in 4 onderdelen: • Deel I: Administratieve bepalingen betreffende de gunning van de opdracht. • Deel II: Contractuele bepalingen betreffende de uitvoering van de opdracht. • Deel III: De technische bepalingen waarin wordt omschreven hoe (werkwijze, technische voorschriften, materialen,…) de opdracht moet worden uitgevoerd. • Deel IV: Extra juridische bepalingen
  • 6. GAC/2016/4049 Blz. 6 I. Administratieve bepalingen Dit eerste deel heeft betrekking op de regeling tot gunning van een overheidsopdracht tot de opdrachtnemer is aangesteld. De bepalingen die vervat zijn in dit deel, hebben betrekking op de Wet Overheidsopdrachten en het KB Plaatsing en latere wijzigingen. I.1 Beschrijving van de opdracht Voorwerp van deze diensten: Onderzoek mapping van levendigheid in wijken. Het onderzoek omvat: 1. Op basis van een literatuuroverzicht een duidelijk afgebakende conceptualisering die voldoende geoperationaliseerd is dat dit concept ook bruikbaar is in ander onderzoek bij of door de stad. 2. In kaart brengen van sociale, economische en demografische factoren die mee levendigheid sturen. 3. Ruimtelijk sturende eigenschappen in kaart brengen. 4. Het gebruik van de wijk en de agenda van de wijk. 5. Niet-exhaustieve lijst van criteria voor het in kaart brengen van de levendigheid van de wijk, gebaseerd op de vaststellingen in 2, 3, en 4. Deze opdracht heeft betrekking op de volgende diensten, zoals opgenomen in de Common Procurement Vocabulary (CPV): 79311000: Uitvoeren van studies I.2 Identiteit van de opdrachtgever Stad Antwerpen Grote Markt 1 2000 Antwerpen Ondernemingsnummer 0207 500 123 I.3 Wijze van gunnen Overeenkomstig artikel 26, § 2, 1° d (limiet van 209.000,00 euro excl. btw niet overschreden) van de wet van 15 juni 2006, wordt de opdracht gegund bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met bekendmaking. I.4 Prijsvaststelling De opdracht wordt beschouwd als een opdracht tegen globale prijs. Voor deze opdracht wordt een forfaitair budget voorzien, zoals omschreven in artikel III.10 “Budget en planning” van dit bestek.
  • 7. GAC/2016/4049 Blz. 7 De opdracht tegen een globale prijs is een opdracht waarbij een forfaitaire prijs het geheel van de prestaties van de opdracht of van elke post dekt. Het forfaitair budget omvat alle kosten en heffingen die op de uitvoering wegen. Inbegrepen in forfaitair budget zijn m.a.w. alle heffingen welke de opdracht belasten en alle kosten en metingen en prestaties die inherent zijn aan de uitvoering van de opdracht, met name maar niet limitatief: 1. de administratie en het secretariaat; 2. de verplaatsing, het vervoer en de verzekering; 3. de documentatie die met de diensten verband houdt; 4. de levering van documenten of stukken die inherent zijn aan de uitvoering; 5. de verpakkingen; 6. de voor het gebruik noodzakelijke vorming; 7. in voorkomend geval, de maatregelen die door de wetgeving inzake de veiligheid en de gezondheid van de werknemers worden opgelegd voor de uitvoering van hun werk. Er worden geen extra kosten aanvaard. I.5 Toegangsrecht en kwalitatieve selectie Juridische situatie van de inschrijver (uitsluitingscriteria) = toegangsrecht Door het enkele feit van deel te nemen aan deze gunningsprocedure, verklaren de kandidaten of inschrijvers op erewoord dat ze zich niet in één van de uitsluitingsgevallen bedoeld in artikel 61 §§ 1 en 2 van het KB plaatsing bevinden, noch dat ze zich in de uitsluitingsgevallen bedoeld in artikel 57 van de richtlijn 2014/24/EU van 26 februari 2014 betreffende de overheidsopdrachten bevinden. De kandidaten of inschrijvers verklaren tevens met betrekking tot artikel 57, 1 van de richtlijn 2014/24/EU dat noch zijzelf, noch een lid van hun bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan (of die daarin vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid heeft), noch een lid van hun keten van medecontracten bij onherroepelijk vonnis veroordeeld is voor de gevallen (zoals kinderarbeid en andere vormen van mensenhandel) onder het voormelde artikel 57, 1. De bewijzen omtrent de uitsluitingsgronden van artikel 61 § 2, 1°, 2°, 5° en 6° worden door het bestuur zelf opgezocht voor de Belgische offertes. De Belgische inschrijver dient wel een uittreksel uit het strafregister of een evenwaardig document uitgereikt door een gerechtelijke of overheidsinstantie bij zijn offerte te voegen, waaruit blijkt dat aan de gestelde eisen is voldaan. Dit attest mag ten vroegste 3 maanden voor ontvangst door het bestuur uitgereikt zijn. Dit uittreksel kan voor de Belgische inschrijvingen (rechtspersonen) gevraagd worden bij de Federale Overheidsdienst Justitie, DG RO – Dienst centraal strafregister, Waterloolaan 115, 1000 Brussel Tel +32 (0)2 552 27 48 Fax +32 (0)2 552 27 82 E-mail cjc-csr@just.fgov.be. Omdat de aanbestedende overheid niet bij machte is de bewijzen van de uitsluitingsgronden zelf op te zoeken in het geval van een buitenlandse inschrijving, dient de buitenlandse inschrijver de bewijzen omtrent de uitsluitingsgronden onmiddellijk te kunnen aanleveren, indien de aanbestedende overheid hierom verzoekt. Meer informatie omtrent deze bewijzen vindt u terug op de website van e-Certis: http://ec.europa.eu/markt/ecertis
  • 8. GAC/2016/4049 Blz. 8 Een inschrijver die niet RSZ-plichtig is (geen personeel, inschrijving door natuurlijke persoon, etc.…), moet een eigen verklaring op eer bijvoegen waarin hij verklaart waarom hij niet RSZ-plichtig is. Aandachtspunt: de offerte wordt ondertekend door de persoon of personen die bevoegd of gemachtigd zijn om de inschrijver te verbinden. Dit voorschrift geldt voor alle deelnemers als de offerte wordt ingediend door een combinatie zonder rechtspersoonlijkheid. De deelnemers zijn dan hoofdelijk verbonden en zijn verplicht de deelnemer aan te duiden die de combinatie zal vertegenwoordigen tegenover de aanbestedende overheid. Wanneer de kandidaat-inschrijver een combinatie zonder rechtspersoonlijkheid betreft, moeten voor elke partner van die combinatie zonder rechtspersoonlijkheid de bovenvermelde documenten ingediend worden. Financiële en economische draagkracht van de inschrijver (selectiecriteria) Niet van toepassing. Technische bekwaamheid van de inschrijver (selectiecriteria) Minimaal drie referenties met betrekking gelijkaardige opdrachten tijdens de laatste 3 jaar, met vermelding van bedrag, datum en de publiek- of privaatrechtelijke instanties waarvoor ze bestemd waren. in het algemeen en voor welke overheidsinstelling in het bijzonder. Voor elke referentieopdracht in de lijst worden volgende vermeldingen bijgevoegd: o de opdrachtgever (met gegevens contactpersoon + telefoonnummer); o het begin en einde van de uitvoering o de beknopte omschrijving van de opdracht (verschillende onderdelen); o kostprijs. Wanneer de inschrijver beroep doet op de draagkracht / bekwaamheid van andere entiteiten en die draagkracht / bekwaamheid bepalend is voor zijn selectie, vermeldt de inschrijver in zijn offerte voor welk gedeelte hij een beroep doet op die draagkracht / bekwaamheid en welke andere entiteiten hij voorstelt. De inschrijver kan zich beroepen op de draagkracht van andere entiteiten, ongeacht de juridische aard van zijn band met die entiteiten. In dat geval toont hij de aanbestedende overheid aan dat hij zal beschikken over de voor de uitvoering van de opdracht noodzakelijke middelen, door overlegging van de verbintenis van deze entiteiten om de inschrijver dergelijke middelen ter beschikking te stellen, volgens het formulier in bijlage B. Onder dezelfde voorwaarden kan een combinatie van inschrijvers zich beroepen op de draagkracht van de deelnemers aan de combinatie of van andere entiteiten. I.6 Onderaanneming De inschrijver vermeldt in zijn offerte welk gedeelte van de opdracht hij voornemens is aan derden in onderaanneming te geven en welke onderaannemers hij voorstelt. Conform artikel 12 KB Uitvoering is het inzetten van andere onderaannemers – dan die voorgesteld in de offerte – onderworpen aan de toestemming van de aanbestedende overheid.
  • 9. GAC/2016/4049 Blz. 9 I.7 Publicatie De registratie als ondernemer op het platform e-Notification wordt sterk aanbevolen. Deze opdracht kan door middel van de registratie worden opgevolgd via een messaging- service. Bij elke wijziging aan de publicatie ontvangt de onderneming dan een e-mail. Op die manier blijft u op de hoogte van alle relevante informatie voor het opmaken en indienen van uw offerte. Als geregistreerde onderneming kunt u automatisch op de hoogte worden gebracht van gepubliceerde overheidsopdrachten die u interesseren, als u een zoekprofiel instelt (bij voorbeeld overheidsopdrachten die onder een bepaalde categorie diensten vallen). We verwijzen naar de handleiding e-Notification voor ondernemers. Deze handleiding kunt u terugvinden op http://www.publicprocurement.be, onder de rubriek algemeen, e-Procurement, FAQ. I.8 Vorm, inhoud en ondertekening van de offerte Taal De inschrijver maakt zijn offerte op in het Nederlands. Ondertekening documenten Alle documenten opgesteld of vervolledigd door de inschrijver of zijn gevolmachtigde zijn gedateerd en door hem elektronisch ondertekend via e-Tendering. Een ingescande / geschreven handtekening heeft geen voldoende juridische waarde en wordt dus niet aanvaard. Enkel de digitale handtekening via e-Tendering is rechtsgeldig. Bewijs van het mandaat van ondertekenaar Wie ondertekent, moet bewijzen dat hij gemachtigd is de inschrijver te verbinden. De offerte die door gemachtigden wordt ingediend, vermeldt duidelijk de volmachtgever of de volmachtgevers voor wie wordt gehandeld. De gemachtigden voegen bij hun offerte de authentieke of onderhandse akte waaruit hun bevoegdheid blijkt, of een gewaarmerkt afschrift van hun volmacht. Zij kunnen zich ook beperken tot verwijzing naar het nummer van de bijlage van het Belgisch Staatsblad waarin hun bevoegdheden zijn bekendgemaakt. De inschrijver wordt er op gewezen dat zijn offerte, overgelegd via e-Tendering, elektronisch ondertekend moet worden met een gekwalificeerde elektronische handtekening. Deze elektronische handtekening moet uitgaan van een bevoegd / gemachtigd persoon. De inschrijver voegt tevens de nodige documenten toe waaruit de bevoegdheid blijkt om de onderneming te binden (uittreksels van de statuten, volmacht, …). Een gescande handtekening is onvoldoende. Lijst van aan te leveren documenten De offerte bestaat minimaal uit volgende documenten: • Ingevuld offerteformulier; • Document dat het mandaat van de ondertekenaar bevestigt; • Uittreksel strafregister; • Documenten ter staving van de selectie- en gunningscriteria. Deze lijst is niet limitatief.
  • 10. GAC/2016/4049 Blz. 10 I.9 Indienen van de offerte De offerte dient via elektronische middelen te worden overgelegd. De offerte moet elektronisch ingediend worden via de e-Tendering internetsite https://eten.publicprocurement.be die de naleving waarborgt van de voorwaarden van artikel 52 § 1 van het KB plaatsing van 15 juli 2011. Bij voorkeur dient de inschrijver zijn volledige offerte (met bijhorende documenten) in via één ZIP-bestand. LET OP! We raden elke inschrijver ten stelligste aan de indieningsprocedure via e-Tendering op voorhand te testen. Daartoe ontwikkelde e-Tendering een demo-omgeving: https://etendemo.publicprocurement.be/ We adviseren om tijdig na te gaan of u beschikt over de vereiste certificaten / eToken om de offerte via e-Tendering te ondertekenen. Meer informatie hieromtrent, kunt u vinden op de website http://www.publicprocurement.be of via de e-Procurement helpdesk op het nummer +32 (0)2 790 52 00 I.10 Opening van de offertes Er is geen publieke opening van de offertes voorzien. Datum: zie titelblad I.11 Verbintenistermijn De termijn gedurende dewelke de inschrijver door zijn offerte gebonden blijft, bedraagt 90 kalenderdagen, te rekenen vanaf de uiterste datum voor ontvangst.
  • 11. GAC/2016/4049 Blz. 11 I.12 Gunningscriteria Volgende criteria zijn van toepassing bij de gunning van de opdracht: Nr. Beschrijving Gewicht 1 Visie op de opdracht 25 • Een hanteerbare definitie van “levendige wijken”, rekening houdend met de sociale en ruimtelijke diversiteit van wijken en voortgaand op het concept “hyperdiversiteit” • Benaderingswijze van de opdracht • Reflecties op de opdracht • Beschrijving van eventuele kritische succesfactoren • Mogelijke cruciale randvoorwaarden • Verwachtingen van de studieopdracht Max. 3 blz A4 2 Plan van aanpak 40 De inschrijver omschrijft op welke wijze hij de opdracht ziet verlopen. Voor elk onderdeel: • Formuleert hij de specifieke benadering vd opdracht • geeft hij de processtappen weer • geeft hij de uitvoeringstermijnen per stap weer. De uiterste einddatum van de opdracht is december 2017. Uitvoeringstermijnen die een eerdere einddatum kunnen verwezenlijken, hebben echter de voorkeur. • motiveert hij de gebruikte modellen en/of methodieken en tools en waarom juist deze tot de twee onderzoeksproducten (resultaten van de drie cases + ontwikkelde concept en onderzoeksmethodiek) leiden • Zowel in totaal als per onderdeel (opgelegde onderdelen 1 tem 5) wordt aangeduid hoe de verschillende teamleden bijdragen aan het onderzoek. • Formuleert hij de randvoorwaarden. De inschrijver formuleert en beargumenteert ook welke wijken hij als case naar voor schuift Max 3 blz A3 3 Samenwerking met de stad 15 De inschrijver omschrijft: • Op welke wijze de aanwezige data en expertise bij de opdrachtgever (bijvb. woonmonitor) wordt ingepast en in welk onderzoeksdeel en welke data nog zullen worden verzameld door de inschrijver • hoe hij ism. met de opdrachtgever tot keuzes over proces en inhoudelijke voorstellen met betrekking tot levendigheid in wijken komt en waar de sturings- en inspraakmomenten voor de opdrachtgever liggen (overlegstructuur en verantwoordelijk ambtenaar). Twee sturingsmomenten liggen reeds vast, zie hiervoor de planningstabel verder in dit document. • wanneer welke overlegmomenten worden voorzien • hoe hij de aanwezige expertise in de verschillende werkingsdomeinen meeneemt in het onderzoek én bij experten de reeds opgebouwde inzichten aftoetst • hoe hij rapporteert over het verloop en de resultaten van de opdracht en dit per onderdeel
  • 12. GAC/2016/4049 Blz. 12 • op welke wijze de oplevering van deelrapportages gegarandeerd wordt zodat dit onderzoek optimaal kan bijdragen aan het herzieningstraject van het s-RSA • welke verwachtingen hij ten aanzien van de opdrachtgever heeft max. 2blz A4 4 Teamsamenstelling 20 De inschrijver geeft inzicht in het team dat de opdracht gaat uitvoeren: • heeft het team voldoende ervaring om de opdracht uit te kunnen voeren • aantoonbare ervaringen met het onderzoeken van complexe cases • samenstelling van het team naar disciplines: multidisciplinair team waarbij sociale geografie, stadsplanning en stadssociologie noodzakelijk zijn • voldoet de complementariteit van de teamleden om te kunnen instaan voor een succesvolle uitvoering van de verschillende onderdelen • hoe worden de leden van het team ingezet en dit ook per onderdeel • hoe worden teamleden die door omstandigheden niet meer mee kunnen werken vervangen • indien studenten worden ingezet voor onderzoeksonderdelen: precieze omschrijving, coaching en kwaliteitsbewaking max 2blz A4 Totaal gewicht gunningscriteria: 100 De documenten ter staving van de gunningscriteria, exclusief de bijlagen en de formele formulieren mogen niet meer dan 20 pagina’s A4 bevatten. Aan elk criterium werd een gewicht toegekend. Op basis van de afweging van al deze criteria rekening houdende met het gewicht dat er aan werd toegekend, zal de opdracht gegund worden aan de inschrijver die de economisch voordeligste offerte, vanuit het oogpunt van de aanbestedende overheid, heeft ingediend. I.13 Varianten Vrije varianten worden niet toegestaan. Er zijn geen verplichte of facultatieve varianten voorzien.
  • 13. GAC/2016/4049 Blz. 13 I.14 Keuze van offerte Het bestuur kiest de economisch meest voordelige (rekening houdend met de gunningscriteria) offerte. Indien een offerte onvoldoende informatie bevat en het bijgevolg quasi onmogelijk wordt de offerte grondig te evalueren, kan deze offerte uitgesloten worden. Door de indiening van zijn offerte aanvaardt de inschrijver al de clausules van het bestek en verzaakt hij aan alle andere voorwaarden, zoals zijn eigen verkoopsvoorwaarden, zelfs wanneer deze op een of andere bijlage van zijn offerte voorkomen. Elk voorbehoud of het niet nakomen van verbintenissen inzake één van deze clausules of beschikkingen kan leiden tot de onregelmatigheid van zijn offerte. De aanbestedende overheid bepaalt dat de onderhandelingsprocedure in opeenvolgende fases kan verlopen, teneinde het aantal offertes waarover onderhandeld moet worden, te verminderen door toepassing van de gunningscriteria die in de opdrachtdocumenten zijn vermeld. De aanbestedende overheid is evenwel niet verplicht om gebruik te maken van deze mogelijkheid.
  • 14. GAC/2016/4049 Blz. 14 II. Contractuele bepalingen Dit tweede deel regelt de procedure die betrekking heeft op de uitvoering van de opdracht. Voor zover er niet van afgeweken wordt, is het KB Uitvoering en latere wijzigingen van toepassing. II.1 Leidend ambtenaar De leiding van en de controle op de uitvoering van de diensten zal gebeuren door het bedrijf Samen leven. De naam van de leidend ambtenaar zal meegedeeld worden na gunning bij het sluiten van de opdracht. II.2 Verzekeringen Conform art. 24 van het KB Uitvoering sluit de opdrachtnemer de verzekeringen die zijn aansprakelijkheid inzake arbeidsongevallen dekken, alsook zijn burgerlijke aansprakelijkheid ten aanzien van derden bij de uitvoering van de opdracht. II.3 Borgtocht Niet van toepassing. II.4 Prijsherzieningen Op deze overheidsopdracht is geen prijsherziening van toepassing. II.5 Looptijd De opdracht loopt van oktober 2016 tot en met december 2017. Zie III.10 Budget en planning Vermoedelijke begindatum van de diensten: 1 oktober 2016. De werkelijke begindatum van de diensten zal opgenomen worden in de gunningsbrief. II.6 Opzegmodaliteiten De aanbestedende overheid is gerechtigd de overeenkomst eenzijdig op te zeggen, zonder dat de opdrachtnemer gerechtigd is op enige schadevergoeding, mits het respecteren van een vooropzegtermijn van 3 maanden. De termijn begint te lopen daags na betekening van de opzegbrief.
  • 15. GAC/2016/4049 Blz. 15 II.7 Betaling en betalingstermijn Betaling De betaling geschiedt maandelijks per aanvaarde deelprestatie Om u correct te kunnen betalen, heeft de stad Antwerpen een regelmatig opgemaakte factuur nodig. U kan dit document enkel nog digitaal bezorgen in pdf formaat. Facturen per post worden niet meer aanvaard. Vermeld ook steeds het nummer van respectievelijk de bestelbon en het bestek op uw factuur. De factuur moet opgemaakt worden op naam van het college van burgemeester en schepen, bedrijf financiën, Grote Markt 1 te 2000 Antwerpen. Facturen (of creditnota’s) digitaal bezorgen aan de stad kan door deze per e-mail te sturen naar factuur@stad.antwerpen.be Voor vorderingsstaten gebruikt u een ander adres, vorderingsstaten@stad.antwerpen.be Indien u meerdere facturen tegelijk doorstuurt, is het belangrijk dat u voor elke factuur een apart pdf-document aanmaakt. Betalingstermijn De betaling geschiedt binnen de 30 dagen na de datum van ontvangst van de schuldvordering of factuur. Indien de datum van ontvangst van de schuldvordering of de factuur niet vaststaat, 30 dagen na de datum van het beëindigen van de diensten. Indien de schuldvordering of de factuur eerder wordt ontvangen dan het beëindigen van de diensten, 30 dagen na het beëindigen van de diensten. II.8 Oplevering Om tot oplevering over te gaan, richt de dienstverlener een verzoek aan de leidend ambtenaar. Binnen de dertig dagen die volgen op de ontvangst van de aanvraag van de dienstverlener wordt naargelang het geval, een proces-verbaal van oplevering of van weigering van oplevering opgesteld. II.9 Exclusiviteit Deze opdracht verleent de inschrijver geen exclusiviteit betreffende het uitvoeren van opdrachten zoals omschreven in dit bestek. II.10 Discretieplicht en (intellectuele) eigendomsrechten op documenten en data van de aanbestedende overheid Alle informatie die opgenomen is in dit bestek en meegedeeld wordt aan de opdrachtnemer tijdens de uitvoering van de opdracht, is eigendom van de aanbestedende overheid en moet als vertrouwelijk behandeld worden. Het uitvoeren van de opdracht impliceert geenszins dat de dienstverlener enig (intellectueel) eigendoms-, auteursrecht of gebruiksrecht verwerft op documenten of data die de aanbestedende overheid aanlevert.
  • 16. GAC/2016/4049 Blz. 16 De inschrijver/ opdrachtnemer verbindt er zich toe om elke informatie die hij krijgt van de aanbestedende overheid, strikt geheim te houden. Onder geen enkele voorwaarde, tenzij noodzakelijk voor het opstellen van een offerte en/of de goede uitvoering van de opdracht, mag hij de informatie aan derden meedelen, bekendmaken, overhandigen of op enige andere wijze ter beschikking stellen, zonder voorafgaande en schriftelijke toestemming van de aanbestedende overheid. II.11 Intellectuele eigendomsrechten op de resultaten van deze opdracht Overdracht intellectuele eigendom De opdrachtnemer draagt aan de aanbestedende overheid het geheel van zijn intellectuele eigendom en de bijhorende vermogensrechten over op de producten die hij ter uitvoering van deze opdracht heeft tot stand gebracht. De vergoeding voor deze overdracht van rechten is begrepen in het totaalbedrag van de offerte. De opdrachtnemer verleent aan de aanbestedende overheid de toelating om de producten, die ter uitvoering van deze opdracht zijn tot stand gebracht, onder de naam van de aanbestedende overheid aan het publiek mee te delen en onder die naam te exploiteren. De opdrachtnemer verleent aan de aanbestedende overheid het recht om alle of een deel van de rechten die de aanbestedende overheid in het kader van deze opdracht verwerft verder over te dragen of hiertoe al dan niet exclusieve gebruiksrechten te verlenen. II.12 Toepasselijk recht en bevoegde rechtbanken Onderhavig bestek is onderworpen aan het Belgische recht. Indien enige bepaling van dit bestek niet rechtsgeldig mocht blijken, blijven de overige bepalingen in stand. De ongeldige bepaling zal geacht worden te zijn vervangen door een bepaling die de oorspronkelijke bedoeling zoveel als mogelijk benadert. Voor alle geschillen zijn de rechtbanken van Antwerpen bevoegd.
  • 17. GAC/2016/4049 Blz. 17 III. Technische bepalingen III.1 Duurzaamheid De stad Antwerpen kiest, net zoals de Vlaamse en de federale overheid, voor duurzame overheidsopdrachten waarbij ecologische, sociale en economische criteria opgenomen worden in leveringen, diensten en werken. Duurzaamheid steunt immers op het evenwicht tussen ecologische (Planet), sociale (People) en economische (Profit) principes. Met duurzame overheidsopdrachten wil de stad haar impact op het milieu zoveel mogelijk beperken, rekening houden met de omstandigheden waarin producten gemaakt worden, een voorbeeldfunctie vervullen en een uitgebreidere markt voor duurzame producten en diensten creëren. De stad wil als organisatie op elk duurzaamheidsthema het goede voorbeeld geven door in haar werking maximaal bij te dragen aan de stedelijke duurzaamheidsambities. Overheidsopdrachten zijn hierbij een belangrijke hefboom. De stad werkte een actieplan duurzame aankopen uit. Zij heeft de ambitie om tegen 2020 bij 100% van de overheidsopdrachten aandacht te hebben voor duurzaamheid. Dit wil zeggen dat voor alle producten van productgroepen waarvoor duurzaamheidscriteria door hogere overheden werden goedgekeurd, deze criteria worden opgelegd. Ook voor overige overheidsopdrachten wordt telkens bekeken of en hoe deze verduurzaamd kunnen worden. Antwerpen is één van de belangrijkste knelpunten in Vlaanderen op het vlak van luchtkwaliteit. Daarom stimuleert de stad Antwerpen duurzame mobiliteit, onder andere via het actieplan luchtkwaliteit en het fietsplan. De stad Antwerpen geeft hierbij het goede voorbeeld door in te zetten op duurzaam vlootbeheer. Zij ontving daarvoor in 2013 de ‘green truck award’. Ook bij overheidsopdrachten is het belangrijk dat het vervoer zo milieuvriendelijk mogelijk is. In de loop van 2017 wordt er in Antwerpen een lage emissie- zone (LEZ) ingevoerd waar een voertuig enkel mag binnenrijden als de uitstoot van het voertuig laag genoeg is (toegangsvoorwaarden op basis van de Europese emissienormen). III.2 Voorstelling Het herzieningstraject van het s-RSA spitst zich toe op 3 verschillende thema’s: stromende stad, samenwerkende stad en levende stad. Dit onderzoek past binnen dit laatste thema. In het onderdeel levende wijken wordt gezocht naar randvoorwaarden en hefbomen voor het verweven van de stad en voor het versterken van het sociaal leven in de buurten en wijken. Met de te verwachten bevolkingstoename en de bijzonder diverse samenstelling van deze groeiende bevolking, is een goede kennis van zaken cruciaal om te kunnen werken aan een gezonde mix aan voorzieningen en dat telkens op maat van de verschillende buurten en wijken. Het doel van deze studie is voldoende inzichten verwerven om vorm te geven aan de wijken als “dorpen in de stad” zoals het bestuursakkoord voorop stelt. De bevolkingstoename stelt ons zowel in de wijken van het stadscentrum als in de 19de eeuwse gordel maar zeker en vast in de 20ste eeuwse gordel voor een aantal vragen: waar vinden al die bijzonder diverse mensen een plek en hoe kunnen ze zich die eigen maken op een manier die de dynamiek van de wijken ondersteunt? Hoe komt het dat elke wijk een verschillende “look & feel” en een wijk
  • 18. GAC/2016/4049 Blz. 18 specifiek netwerk heeft dat anders functioneert en evolueert? In welke mate is het wenselijk dat wijken zich sociaal-economisch gaan specialiseren en dat we sommige wijken kunnen bestempelen als zgn. aankomstwijken, yuppiewijken etc? (Hoe) Kunnen we sturen zodat wijken in de ene of de andere richting evolueren? In het herzieningstraject van het s-RSA wordt deze realiteit van de van elkaar verschillende wijken reeds omvat in het concept “polycentrische stad”: de verschillende “dorpen in de stad” hebben de facto al verschillende eigenschappen en zijn van elkaar afhankelijk. Ze specialiseren zich op een andere manier en toch behouden ze een zekere autonomie. Maar hoe zorgen we ervoor dat deze diverse wijken levendig worden of blijven rekening houdend met de te verwachten groei? Levendigheid van een wijk wordt bepaald door de manier waarop een wijk ruimtelijk en sociaal(-economisch) is georganiseerd en vooral hoe hij wordt gebruikt waarbij de mate van sociale cohesie bij en eventueel tussen verschillende groepen van belang is. “Levendigheid” van een wijk is op zich nog niet geconceptualiseerd, maar sluit inhoudelijk aan bij sociale cohesie, sociale netwerken, gebruik van functies en diensten waaronder ook het openbaar domein, … Door het beargumenteerd combineren van deze verschillende eigenschappen van een wijk, kunnen we de levendigheid in kaart brengen. Het invullen én begrenzen van het concept “levendigheid” binnen deze aangegeven richting, is één van de gunningscriteria voor dit onderzoek. Daarbij is het van belang dat de onderzoekers de manier waarop de wijk sociaal is georganiseerd en hoe hij wordt gebruikt, in kaart brengen aan de hand van het concept hyperdiversiteit. We verschuiven bij hyperdiversiteit de indicatoren migratieachtergrond, religie, etniciteit etc. als eerste typerende criteria van individuen, buurten en wijken naar de tweede lijn en focussen ons in de eerste plaats op de activiteiten, attitudes en levensstijlen. Steeds vaker zien we immers dat mensen met bijvoorbeeld eenzelfde migratieachtergrond, onderling opmerkelijk verschillende attitudes hebben of verschillende tijdsbestedingen (toenemende intragroepdiversiteit), terwijl er duidelijk meer gelijkenissen opduiken met individuen met andere migratieachtergronden maar, bijvoorbeeld, in een gelijkaardige leeftijdscategorie. Door te gaan focussen op activiteiten (wie doet wat, waar, wanneer, hoe en met wie), attitudes (wie staat hoe tegenover verschillende dimensies in het leven) en levensstijlen (wie vult op welke manier zijn of haar leven in) in de wijken, krijgen we duidelijke instrumenten in handen om het leven in de wijken in kaart te brengen: welke activiteiten zien we waar en door wie uitgevoerd, op welke manier en waar verplaatsen mensen zich in de buurt, hoe gaan mensen om met huisvesting, op welke wijze organiseren mensen zich en waar doen ze dat, … Antwoorden op deze vragen brengen niet alleen op een andere manier de diversiteit van de wijk in kaart dan wat we gewoon zijn, nl. door gedrag en actie eerder dan door afkomst, ze bieden ook heel wat tools om ruimtelijke ontwikkelingen in de wijken te gaan stofferen en sturen. Waar hebben we welke voorzieningen nodig en op welke wijze worden deze het beste vormgegeven? Waarom werken bepaalde voorzieningen niet of juist heel goed? Welke trajecten van gebruikers bieden goede aanknopingspunten om ruimtelijke ontwikkelingen te doen? En welke programmatie werkt het beste in of versterkt een levendige wijk? Onder welke voorwaarden? Onderzoek bijvoorbeeld binnen het kader van het netwerk Divercities laat zien dat het concept hyperdiversiteit met zijn drie dimensies ons effectief toelaat zinvolle uitspraken te doen over de ruimtelijke en programmatorische ontwikkelingen in de wijken (zie: http://www.urbandivercities.eu/publications). Uit bovenstaande blijkt dat dit onderzoek “Levend(ig)e wijken” uiteen valt in vijf luiken: 1. Literatuurstudie en benchmarking over levend(ig)e wijken: Vanuit welke invalshoeken werden reeds onderzoeken naar verschillende aspecten van levendigheid opgezet en hoe wordt de voor dit onderzoek gekozen invalshoek (zie hoger) van hieruit verder
  • 19. GAC/2016/4049 Blz. 19 gestoffeerd, begrensd en omkaderd zodat de stadsdiensten hiermee ook nadien aan de slag kunnen om wijken te monitoren. 2. De demografische, sociale en economische hefbomen in een wijk: wie zijn de gebruikers van de wijk, in welke netwerken zijn ze georganiseerd en wat zijn de economische dimensies van de wijk die van belang zijn voor de levendigheid? 3. De ruimtelijke eigenschappen van een levendige wijk: huisvesting van functies en diensten, openbaar domein (kwantitatief en kwalitatief) etc. of: wat is de hardware van de wijk, hoe is die georganiseerd en vormgegeven? 4. Gebruik van de wijk en agenda: Welke zijn de activiteiten in de wijk en welke leefstijlen stellen we daarbij vast? Gebruiken de bewoners hun wijk of eerder mensen van buiten de wijk? Wat komen ze vooral doen en waar? Wie organiseert de formele en informele activiteiten in de wijk? Zijn deze op buurt-, wijk- of bovenlokaal niveau? Wat is de impact (positief en negatief) op de levendigheid van de wijk? 5. Opleveren van een hanteerbare niet-exhaustieve lijst kwantitatieve en/of kwalitatieve criteria voor het in kaart brengen van en het adviseren bij het werken aan “levendige wijken” op het vlak van: a. Inrichting van verschillende voorzieningen, infrastructuur b. Fasering van eventuele opwaarderingen/aanvullingen/realisaties in wijken (proces) c. Sociale, economische en demografische mogelijkheden en grenzen d. Agenda en programmatie in en over de wijk Een ander onderzoek binnen het kader van het s-RSA, nl. de ontwikkeling van het A-Kompas, zal voor dit onderzoek een informatiebron zijn én tegelijk beroep doen op de kennisverwerving uit dit onderzoek. Het A-Kompas moet een instrument worden om de staat van de stad in al haar dimensies in kaart te brengen, maar mist nog voeding op de meer sociale thema’s. Wisselwerking tussen beide onderzoeken is dus aangewezen. Daarnaast wordt een woonmonitor opgemaakt door de Studiedienst Stadsobservatie. Deze omvat vier pijlers: - Betaalbaarheid van het wonen - Beschikbaarheid van woningen - Leefbaarheid - Kwaliteit van de woningen. Data zijn vanaf het najaar 2016 beschikbaar, ook online in een gepopulariseerde variant. Het gebruiken van deze gegevens en verworven inzichten (zeker op de dimensie leefbaarheid), is uiteraard voor dit onderzoek aangewezen. Sowieso kan dit onderzoek beroep doen op kennis binnen de stad: GIS-data, informatie over demografie, sociale kaarten (voorzieningen, verenigingen, religieuze organisaties, …), economische stand van zaken, etc. zijn uitgebreid aanwezig en hoeven binnen dit onderzoek niet opnieuw verzameld te worden. Het onderzoek wordt opgevat als drie casestudy’s van Antwerpse wijken. We kiezen wijken en geen buurten als schaal om zo de mogelijkheden open te laten om de rol van de al dan niet aanwezige centrumfuncties te kunnen meenemen. Selectiecriteria zouden kunnen zijn: - Bevolkingsdichtheden - Minimaal aanwezige centrumfuncties
  • 20. GAC/2016/4049 Blz. 20 - Ligging in de 19de of 20ste eeuwse gordel of het oude centrum - Grootte van de wijk - 1 van de 3 wijken waar het project wijkgerichte werking wordt opgestart (Kiel, Deurne-Noord of Oosterveld-Elsdonk) - Score op leefbaarheidsindicatoren - Erg levendig volgens algemeen discours - Hip en aantrekkelijk karakter - Algemeen prijsniveau van woningen, goederen en diensten, … Wijken kunnen geselecteerd worden doordat ze op deze criteria gelijklopend zijn of juist heel erg verschillen. Dit onderzoek levert uiteindelijk twee eindproducten op, voortgaand op de volgende onderdelen 1 tem 5: 1. De resultaten van de analyse van de 3 gekozen wijken 2. Een beargumenteerd en begrensd concept van levendige wijk + een onderzoeksinstrument om de levendigheid van wijken te mappen. III.3 Literatuurstudie en benchmarking Aan de hand van een overzicht van inspirerende literatuur en onderzoek wordt een benchmark opgemaakt als uitvalsbasis voor dit onderzoek, zowel conceptueel als op het vlak van analyse. In bijlage is reeds een eerste literatuuroverzicht opgenomen dat als inspiratie kan dienen. Zoals eerder gesteld wordt in dit deel ook de conceptuele invalshoek van levendigheid verduidelijkt, beargumenteerd en begrensd. Het concept moet op een redelijk operationeel niveau uitgeklaard zijn zodat het gebruik bij volgende analyses in andere wijken vlot mogelijk is. III.4 In kaart brengen van de demografische, sociale en economische hefbomen In dit luik worden de sociale, demografische en economische gegevens van de wijk gebundeld. Op basis van gegevens waarover de stad reeds beschikt via kwantitatieve data en informatie van buurtwerkers kunnen volgende zaken in kaart gebracht worden: • Demografische gegevens • Sociale kaart: dienstverleners, verenigingen, levensbeschouwelijke organisaties, netwerken die instaan voor activiteiten in de wijk, … • Economische gegevens: aard van economische activiteiten, werkloosheid, inkomensgegevens, … Volgende vragen dienen hierna aan bod te komen: • Wat zijn de demografische, sociale en economische bedreigingen en versterkende factoren van het levendige karakter van de wijk en waarom? • Welke economische aspecten zijn typisch voor de wijk en kleuren mee de levendigheid? • Hoe onderscheidt deze wijk zich op het vlak van sociale, demografische en economische hefbomen van andere wijken?
  • 21. GAC/2016/4049 Blz. 21 III.5 Ruimtelijke eigenschappen van een wijk In dit onderdeel willen we proberen uitklaren wat de rol is van volgende ruimtelijke elementen in het versterken van het levendig karakter van een wijk: • Rol van de huisvesting: ruimtelijke organisatie, kwaliteit etc. • Beschikbare functies en diensten, hun rol in het dagelijkse leven in de wijk (link met onderzoeksluik 2), ruimtelijke schikking • typering en ligging van de plekken in de wijk die in onderzoeksdeel 2 naar boven komen als belangrijk voor het versterken van het levendige karakter van de wijk • Looplijnen, trajecten doorheen de wijk • Openbaar domein, invulling ervan, kwantiteit en kwaliteit, belang voor looplijnen, betekenisvolle ontmoetingen, … • Hoe onderscheidt deze wijk zich op het vlak van ruimtelijke eigenschappen van andere wijken? In dit onderzoeksdeel zijn vastgoed, ruimtelijke schikking en het gebruik van de voorzieningen en het openbaar domein verweven. III.6 Gebruik van de wijk en de agenda In dit deel wordt onderzocht welke activiteiten en netwerken vorm geven aan het dagelijks leven in de wijk. Op welke manier ontstaan zinvolle ontmoetingen en krijgt een wijk identiteit? Welke levensstijlen vallen op of geven de wijk mee kleur? Volgende vragen geven hierbij richting: • Wat bepaalt voor de bewoners en de gebruikers van de wijk de als levendig ervaren identiteit van de wijk? • Welke netwerken geven deze levendige identiteit en de activiteiten die daartoe als belangrijk worden ervaren vorm? Zijn dat netwerken van binnen of buiten de wijk? Hoe zijn die ontstaan? Krijgen zij steun? • Welke (al dan niet tijdelijke) activiteiten versterken het levendig karakter van de wijk of wegen juist op de levendigheid? • Hoe verhouden formele en informele activiteiten zich tot elkaar (aantallen, agenda, schaal, impact op wijkleven, …) • Hoe onderscheidt deze wijk zich op het vlak van activiteiten van andere wijken? Voor de Antwerpse wijken kunnen de onderzoekers beroep doen op de kennis en dagelijkse ervaringen van een heleboel wijkwerkers. Ook heel wat kwantitatieve data is beschikbaar en raadpleegbaar. Via Stadsmakers kan heel wat informatie verkregen worden over bestaande verenigingen en hun activiteiten, vrijwilligers, straatactiviteiten etc. Van formele activiteiten zijn meestal bij stad en /of district gegevens verkrijgbaar (verzameld via allerlei aanvraagsystemen zoals evenementen, culturele en sportactiviteiten etc.).
  • 22. GAC/2016/4049 Blz. 22 III.7 Niet-exhaustieve lijst van criteria voor het in kaart brengen van een levendige wijk De eerste vier onderzoeksdelen moeten enerzijds uitmonden in een mapping van de geselecteerde wijken (as is –situatie) en anderzijds in een lijst van kwantitatieve en/of kwalitatieve criteria die kunnen bijdragen tot het in kaart brengen van en het bijdragen tot het levendig karakter van een wijk (onderzoeksinstrument). Deze lijst moet een zinvolle tool zijn voor enerzijds de verdere stadsontwikkeling maar ook anderzijds voor het kunnen monitoren van de levendigheid van wijken zodat dienstverlening en sociaal beleid erop kunnen afgestemd worden. Het spreekt voor zich dat criteria elkaar kunnen versterken of juist hinderen, ook zicht hierop behoort tot dit onderzoeksdeel. III.8 Begeleiding vanuit de stad De leiding van en de controle op het onderzoek zal gebeuren door de bedrijfseenheid Samen Leven, dienst sociale planning. Daarbij wordt beroep gedaan op: 1. Een overlegstructuur die als volgt is samengesteld: a. Kabinet burgemeester b. Kabinet sociale zaken c. Kabinet ruimtelijke ordening d. Studiedienst stadsobservatie e. Bedrijf Stadsontwikkeling, afdeling ruimte f. Bedrijf Samen Leven, dienst woonregie g. Bedrijf Samen Leven, dienst sociale planning Deze overlegstructuur begeleidt mee het onderzoek op basis van regelmatige rapportage door de onderzoekers. De definitieve selectie van de te onderzoeken wijken edm wordt in overleg met deze groep opgenomen. 2. Vrij te kiezen systeem van inbreng vanuit de groep stad, bijvoorbeeld workshops, waarbij experts vanuit (buurt)sport, jeugd, buurtregie, etc. hun ervaringen met de onderzoekers kunnen delen of feedback kunnen geven op voorlopige bevindingen vanuit hun werkveld. III.9 Uitvoering Het voorgestelde team in de offerte conform de aan de teamleden gekoppelde uren en taakverdeling moet worden opgevolgd in de uitvoering van de opdracht. Wanneer men hiervan wenst af te wijken gebeurt dit in overleg met de opdrachtgever. Wanneer dit niet gebeurt wordt 50% van het projectbudget niet uitbetaald. Coaching van junior-teamleden en/of studenten gebeurt in eigen tijd van de organisatie.
  • 23. GAC/2016/4049 Blz. 23 III.10 Budget en planning De resultaten van de verschillende onderzoeksdelen worden gespreid in de tijd opgeleverd. De betaling gebeurt ook in vier keer, telkens per opgeleverd onderzoeksresultaat. Er wordt 60.000€, inclusief btw, vooropgesteld voor dit onderzoek, als volgt opgesplitst: onderzoeksfase Timing budget 1. Onderzoeksplanning + verantwoording keuze van de 3 wijken Verplicht overleg met overlegstructuur September-oktober 2016 2. Benchmarking/literatuuronderzoek Sept-november 2016 Inhoudelijke rapportage: November 2016 5.000€ 3. Demografische, sociale en economische aspecten van een levendige wijk November 2016 – februari 2017 Inhoudelijke rapportage: februari 2017 15.000€ 4. Ruimtelijke aspecten van een levendige wijk maart 2017 – juli 2017 Inhoudelijke rapportage: juli 2017 15.000€ 5. Het gebruik van de wijk en de agenda + opleveren van een hanteerbare lijst kwantitatieve en/of kwalitatieve criteria voor het in kaart brengen van “levendige wijken” (niet exhaustief) Verplicht overleg met overlegstructuur: presentatie as-is in de 3 gekozen wijken augustus 2017 – oktober 2017 inhoudelijke rapportage: november 2017 10.000€ 6. Uitwerking analyse-instrument obv verzamelde inzichten 7. Bundeling van alle inzichten in : (1) analyseverslag van de 3 wijken en (2) conceptueel en methodisch product November-december 2017 15.000€ Bij de oplevering van het zesde en zevende deel worden de eerste vijf delen samen met deze laatste delen tot een betekenisvol en hanteerbaar geheel gebundeld waarbij beargumenteerde aanpassingen en aanvullingen op basis van voortschrijdend inzicht mogelijk zijn, mits tijdige melding aan de opdrachtgever. III.11 Bijlage III.11.1 Eerste mogelijke literatuur Altman, I. (1975). The environment and social behavior : privacy, personal space, territory, crowding. Belmont: Brooks and Cole.
  • 24. GAC/2016/4049 Blz. 24 Appleyard, D., Gerson, M., & Lintel, M. (1981). Livable Streets: Protected Neighborhoods? : University of California Press, Ltd. Appleyard, D., & Lintell, M. (1972). The Environmental Quality of City Streets: The Residents' Viewpoint. Journal of the Amercan Institute of Planners, 38(2), 84-101. doi:Journal of the American Institute of Planners, Vol. 38, No. 2, March 1972: pp. 84–101 Augoustinos, M., & Walker, I. (1995). Social Cognition. An integrated introduction. London: Sage. Baba, Y., & Austin, D. M. (1989). Neighborhood Environmental Satisfaction, Victimization, and Social Participation as Determinants of Perceived Neighborhood Safety. Environment and Behavior, 21(6), 763-780. doi:10.1177/0013916589216006 Bolan, M. (1997). The mobility experience and neighborhood attachment. Demography, 34(2), 225-237. doi:10.2307/2061701 Bonaiuto, M., Fornara, F., Bonnes, M., & Ercolani, A. P. (2003). Indexes of perceived residential environment quality and neighbourhood attachment in urban environments: a confirmation study on the city of Rome. Landscape and Urban Planning, 65(1–2), 41–52. doi:10.1016/S0169-2046(02)00236-0 Bosselmann, P., Macdonald, E., & Kronemeyer, T. (1999). Livable streets revisited. Journal of the American Planning Association, 65(2), 168-180. doi:10.1080/01944369908976045 Bothwell, S. E., Gindroz, R., & Lang, R. E. (2010). Restoring community through traditional neighborhood design: A case study of Diggs town public housing. Housing Policy Debate, 9(1), 89-114. doi:Housing Policy Debate, Vol. 9, No. 1, 1998, pp. 89-114 Brown, B., Perkins, D. D., & Brown, G. (2003). Place attachment in a revitalizing neighborhood: Individual and block levels of analysis. Journal of Environmental Psychology, 23(3), 259–271. doi:10.1016/S0272-4944(02)00117-2 Brown, B. B., & Werner, C. M. (1985). Social Cohesiveness, Territoriality, and Holiday Decorations: The Influences of Cul-de-Sacs. [yes]. Environment and Behavior, 17(5), 539- 565. Buckner, J. C. (1988). The development of an instrument to measure neighborhood cohesion. American Journal of Community Psychology, 16(6), 771-791. doi:10.1007/BF00930892 Campbell, K. E., & Lee, B. A. (1992). Sources of Personal Neighbor Networks: Social Integration, Need, or Time? Social Forces, 70(4), 1077-1100. Comstock, N., Dickinson, M.L., Marshall, J.A., Soobader, M., Turbin, M.S., Buchenau, M. , Litt, J.S. (2010). Neighborhood attachment and its correlates: Exploring neighborhood conditions, collective efficacy, and gardening. Journal of Environmental Psychology, 30(4), 435–442. doi:10.1016/j.jenvp.2010.05.001 Congress for the New Urbanism. (2016). The Charter of the New Urbanism. Retrieved from https://www.cnu.org/who-we-are/charter-new-urbanism European Commission (2014). Governance Arrangements and initiatives: utilising urban diversity to create positive outcomes. European Policy Brief (3). 22 aug. 2014. Retrieved
  • 25. GAC/2016/4049 Blz. 25 from: http://www.urbandivercities.eu/wpcontent/uploads/2013/05/DIVERCITIES_Policy_Brief_3.p df European Commission (2014). Governing Diversity. European Policy Brief (2). 28 feb. 2014. Retrieved from: http://www.urbandivercities.eu/wpcontent/uploads/2013/05/DIVERCITIES_Policy_Brief_2.p df European Commission (2013). Hyper-diversity: A new perspective on new diversity. European Policy Brief (1). 13 sept. 2013. Retrieved from: http://www.urbandivercities.eu/wp- content/uploads/2013/05/DIVERCITIES_Policy_Brief_1.pdf European Commission (2015). Living with diversity. European Policy Brief (4). 31 july 2015. Retrieved from: http://www.urbandivercities.eu/wpcontent/uploads/2015/10/DIVERCITIES_Policy_Brief_4- FINAL.pdf Fincher, R., Iveson, K. (2008). Planning and Diversity in the City: Redistribution, Recognition and Encounter. Basingstoke: Palgrave Macmillan. Francis, J., Giles-Corti, B., Wood, L., & Knuiman, M. (2012). Creating sense of community: The role of public space. Journal of Environmental Psychology, 32(4), 401–409. doi:10.1016/j.jenvp.2012.07.002 Gehl, J. (1978). The Residential Street Environment. Build Environment, 6(1), 51-61. Gehl, J. (1986). “Soft edges” in residential streets. candinavian Housing and Planning Research, 3(2), 89-102. doi:Scandinavian Housing and Planning Research, Vol. 3, No. 2, 1986, pp. 89-102 Gehl, J. (2011). Life between buildings: Using public space (6 ed.). Washington D.C.: Island Press. Glynn, J. G. (1981). Psychological Sense of Community: Measurement and Application. Human Relations, 34(7), 789-818. doi:10.1177/001872678103400904 Haggerty, L. J. (1982). Differential Social Contact in Urban Neighborhoods: Environmental vs. Sociodemographic Explanations. The sociological Quarterly, 23(3), 359-372. Hart, J. (2008). Driven to excess - impacts of motor vehicle traffic on residential quality of life in Bristol, UK. (Msc Transport Planning), Bristol, Bristol. Retrieved from http://trid.trb.org/view.aspx?id=886453 Kasarda, J. D., & Janowitz, M. (1974). Community Attachment in Mass Society. American Sociological Review, 39(3), 328-339. Koorey, G., Leckie, A., & Chesterman, R. (2013). Assessing the Environmental Capacity of Local Residential Streets. doi:http://hdl.handle.net/10092/8501 Kuo, F. E., Sullivan, W. C., Coley, R., & Brunson, L. (1998). Fertile Ground for Community: Inner-City Neighborhood Common Spaces. American Journal of Community Psychology, 26(6), 823-851. doi:10.1023/A:1022294028903
  • 26. GAC/2016/4049 Blz. 26 Kweon, B. S., Sullivan, W. C., & Wiley, A. R. (1998). Green Common Spaces and the Social Integration of Inner-City Older Adults. Environment and Behavior, 30(6), 832-858. doi:10.1177/001391659803000605 Loopmans, Maarten. "Threatened or empowered? The impact of neighborhood context on community involvement in Antwerp, Belgium."Urban affairs review 45, no. 6 (2010): 797- 820. Loopmans, M., Leclerq, E., Newton, C., & Raemaekers, K. (2011). Plannen voor mensen: handboek sociaal-ruimtelijke planning. Antwerpen - Apeldoorn: Maklu. Lund, H. (2003). Testing the claims of new urbanism - Local access, pedestrian travel, and neighboring behaviors. Journal of the American Planning Association, 69(4), 414-429. doi:10.1080/01944360308976328 Obst, P., Smith, S. G., & Zinkiewicz, L. (2001). An exploration of sense of community, Part 3: Dimensions and predictors of psychological sense of community in geographical communities. Journal of Community Psychology, 30(1), 119-133. doi:10.1002/jcop.1054 Oh, J. H. (2004). Race/ethnicity, homeownership, and neighborhood attachment. Race and Society, 7(2), 63–77. doi:10.1016/j.racsoc.2005.05.002 Ohmer, M. L. (2007). Citizen participation in neighborhood organizationsand its relationship to volunteers' self- and collective efficacyand sense of community. Social Work Research, 31(2), 109-120. Raco, M. (2015). Urban Diversity. Is there such a thing as an urban "diversity divident"? Tomorrow's Cities. Creating optimal environments for citizens. Economists Intelligence Unit. Sanders, P., Zuidgeest, M., & Geurs, K. (2015). Liveable streets in Hanoi: A principal component analysis. Habitat International, 49, 547-558. doi:10.1016/j.habitatint.2015.07.001 Skjaeveland, O., & Garling, T. (1997). Effects of interactional space on neighbouring. Journal of Environmental Psychology, 17(3), 181–198. doi:10.1006/jevp.1997.0054 Skjaeveland, O., Garling, T. (1997). Effects of interactional space on neighbouring. Journal of Environmental Psychology, 17(3), 181–198. doi:10.1006/jevp.1997.0054 Soenen, R. (2006). Het kleine ontmoeten : over het sociale karakter van de stad. Antwerpen: Garant, Antwerpen, 2006. Talen, E. (1999). Sense of Community and Neighbourhood Form: An Assessment of the Social Doctrine of New Urbanism. Urban Studies, 36(8), 1361-1379. doi:10.1080/0042098993033 Tasan-Kok, M.T. (2015). Creating 'spaces for diversity' from 'spaces of modernity': The case of the Jane-Finch neighbourhood, Toronto (Canada). Arhitektura, Raziskave, 2015(1), 24-33, uuid:5bc7f042-9e32-418c-aee4-8715436f4908. Unger, D. G., & Wandersman, A. (1982). Neighboring in an Urban Environment. American Journal of Community Psychology, 10(5), 493-509.
  • 27. GAC/2016/4049 Blz. 27 Unger, D. G., & Wandersman, A. (1983). Neighboring and its role in block organizations: An exploratory report. American Journal of Community Psychology 11(3), 291-300. doi:10.1007/BF00893369 Unger, D. G., & Wandersman, A. (1985). The Importance of Neighbors - The Social, Cognitive and Affective Components of Neighboring. American Journal of Community Psychology, 13(2), 139-169. doi:10.1007/bf00905726 United Nations. (2014). World 's population increasingly urban with more than half living in urban areas. Retrieved from https://www.un.org/development/desa/en/news/population/world-urbanization-prospects.html VAN KEMPEN, R. and WISSINK, B. (2014). Between places and flows: towards a new agenda for neighbourhood research in an age of mobility. Geografiska Annaler: Series B, Human Geography 96 (2): 95–108. DOI: 10.1111/geob.12039.
  • 28. GAC/2016/4049 Blz. 28 IV. Extra juridische bepalingen IV.1 Illegaal verblijvende onderdanen van een derde land Wanneer de opdrachtnemer of onderaannemer, hierna “de onderneming” genoemd, het in artikel 49/2, vierde lid, van het Sociaal Strafwetboek bedoelde afschrift ontvangt waarmee zij ervan in kennis wordt gesteld dat zij een of meerdere illegaal verblijvende onderdanen van een derde land in België tewerkstelt, onthoudt deze onderneming zich ervan, met onmiddellijke ingang, de plaats van uitvoering van de opdracht nog verder te betreden of nog verder uitvoering aan de opdracht te geven, en wel tot de aanbestedende instantie een bevel in andere zin zou geven. Hetzelfde geldt wanneer de voormelde onderneming ervan in kennis wordt gesteld, - ofwel door de opdrachtnemer of de aanbestedende instantie, dat zij de in artikel 49/2, eerste dan wel tweede lid, van het Sociaal Strafwetboek bedoelde kennisgeving heeft ontvangen die betrekking heeft op deze onderneming; - ofwel door middel van de in artikel 35/12 van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers bedoelde aanplakking, dat zij een of meerdere illegaal verblijvende onderdanen van een derde land in België tewerkstelt. De onderneming is er bovendien toe gehouden een clausule op te nemen in de onderaannemingsovereenkomsten die zij desgevallend zou sluiten, op grond waarvan: 1° de onderaannemer er zich van onthoudt de plaats van uitvoering van de opdracht nog verder te betreden of nog verder uitvoering aan de opdracht te geven, indien uit een in uitvoering van artikel 49/2 van het Sociaal Strafwetboek opgestelde kennisgeving blijkt dat deze onderaannemer een illegaal verblijvende onderdaan van een derde land tewerkstelt; 2° de niet-naleving van de onder 1° gestelde verplichting aanzien wordt als een ernstige tekortkoming in hoofde van de onderaannemer, ingevolge waarvan de onderneming is gemachtigd de overeenkomst te verbreken; 3° de onderaannemer ertoe is gehouden een soortgelijke clausule als onder 1° en 2° op te nemen in de onderaannemingsovereenkomsten en ervoor te zorgen dat dergelijke clausules ook in de verdere onderaannemingsovereenkomsten worden opgenomen. De opdrachtnemer is verplicht tot continue opvolging en controle van de in gebreke gebleven onderaannemer, met inbegrip van een verplichting tot maandelijkse rapportering aan de opdrachtgever. Rekening houdende met o.a. het bovenvermelde wordt de opdrachtnemer aansprakelijk gesteld voor alle bedragen die van de opdrachtgever zouden worden gevorderd in het kader van de regelgeving betreffende de hoofdelijke aansprakelijkheid. De opdrachtnemer zal instaan voor de betaling van dergelijke bedragen.
  • 29. GAC/2016/4049 Blz. 29 IV.2 Loonschulden Wanneer de opdrachtnemer of onderaannemer, hierna “de onderneming” genoemd, het in artikel 49/1, derde lid, van het Sociaal Strafwetboek bedoelde afschrift ontvangt van de kennisgeving waarmee zij ervan in kennis wordt gesteld dat zij een zwaarwichtige inbreuk heeft begaan op de verplichting om haar werknemers tijdig het loon te betalen waarop deze recht hebben, onthoudt zij zich ervan, met onmiddellijke ingang, de plaats van uitvoering van de opdracht nog verder te betreden of nog verder uitvoering aan de opdracht te geven, en wel tot zij het bewijs voorlegt aan de aanbestedende instantie dat de betrokken werknemers integraal zijn uitbetaald. Hetzelfde geldt wanneer de voormelde onderneming ervan in kennis wordt gesteld, - ofwel door de opdrachtnemer of de aanbestedende instantie, dat zij de in artikel 49/1, eerste lid, van het Sociaal Strafwetboek bedoelde kennisgeving heeft ontvangen die betrekking heeft op deze onderneming ; - ofwel door middel van de in artikel 35/4 van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers bedoelde aanplakking. De onderneming is er bovendien toe gehouden een clausule op te nemen in de onderaannemingsovereenkomst die zij desgevallend zou sluiten, op grond waarvan: 1° de onderaannemer er zich van onthoudt de plaats van uitvoering van de opdracht nog verder te betreden of nog verder uitvoering aan de opdracht te geven, indien uit een in uitvoering van artikel 49/1 van het Sociaal Strafwetboek opgestelde kennisgeving blijkt dat deze onderaannemer op zwaarwichtige wijze tekortschiet in zijn verplichting het aan zijn werknemers verschuldigde loon tijdig uit te betalen; 2° de niet-naleving van de onder 1° gestelde verplichting aanzien wordt als een ernstige tekortkoming in hoofde van de onderaannemer, ingevolge waarvan de opdrachtnemer is gemachtigd de overeenkomst te verbreken; 3° de onderaannemer ertoe is gehouden een soortgelijke clausule als onder 1° en 2° op te nemen in de onderaannemingsovereenkomsten en ervoor te zorgen dat dergelijke clausules ook in de verdere onderaannemingsovereenkomsten worden opgenomen. De opdrachtnemer is verplicht tot continue opvolging en controle van de in gebreke gebleven onderaannemer, met inbegrip van een verplichting tot maandelijkse rapportering aan de opdrachtgever. Rekening houdende met o.a. het bovenvermelde wordt de opdrachtnemer aansprakelijk gesteld voor alle bedragen die van de opdrachtgever zouden worden gevorderd in het kader van de regelgeving betreffende de hoofdelijke aansprakelijkheid. De opdrachtnemer zal instaan voor de betaling van dergelijke bedragen.
  • 30. GAC/2016/4049 Blz. 30 IV.3 Afwijking termijn verweermiddelen bij (ernstige) loonschulden en illegale tewerkstelling Onverminderd de mogelijkheid waarover de aanbestedende instantie beschikt om de opdracht te verbreken zonder het in acht nemen van enige verweermiddelentermijn in uitvoering van artikel 62 van het KB Uitvoering, mag de aanbestedende overheid in de onderstaande gevallen de ambtshalve maatregelen treffen zonder het verstrijken van de termijn bedoeld in artikel 44 §2 van het voormelde KB Uitvoering af te wachten wanneer: 1° deze aanbestedende instantie, overeenkomstig artikel 49/1 van het Sociaal Strafwetboek, ervan in kennis is gesteld dat de opdrachtnemer of zijn onderaannemer of de onderaannemer van deze laatste en zo verder, op zwaarwichtige wijze tekort is geschoten in zijn verplichting om zijn werknemers tijdig het loon te betalen waarop deze recht hebben; of 2° deze aanbestedende instantie vaststelt of er kennis van heeft dat de opdrachtnemer of zijn onderaannemer of de onderaannemer van deze laatste en zo verder één of meer illegaal verblijvende onderdanen van derde landen tewerkstelt. De aanbestedende instantie stelt de opdrachtnemer in dat geval, per aangetekende zending en tegelijkertijd via elektronische middelen (email of fax), in kennis van de termijn waarover deze beschikt om zijn verweermiddelen te doen gelden, termijn die niet korter mag zijn dan 5 werkdagen indien het een zwaarwichtige tekortkoming op het vlak van de uitbetaling van het loon betreft, en 2 werkdagen indien het de tewerkstelling van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen betreft. De termijnen gaan in de eerste werkdag volgend op de datum van de aangetekende verzending van de kennisgeving van de inkorting van de termijn. Voor de toepassing van deze bepaling, wordt opgemerkt dat een zaterdag niet wordt beschouwd als zijnde een werkdag. IV.4 Schorsing geeft geen aanleiding tot schadevergoeding In afwijking van artikel 55 van het KB Uitvoering kan de schorsing op bevel van de aanbestedende instantie in de onderstaande gevallen geen aanleiding geven tot enige schadevergoeding voor de opdrachtnemer wanneer: 1° deze aanbestedende instantie, overeenkomstig artikel 49/1 van het Sociaal Strafwetboek, ervan in kennis is gesteld dat de opdrachtnemer of zijn onderaannemer of de onderaannemer van deze laatste en zo verder, op zwaarwichtige wijze tekort is geschoten in zijn verplichting om zijn werknemers tijdig het loon te betalen waarop deze recht hebben; of 2° deze aanbestedende instantie, overeenkomstig artikel 49/2 van het Sociaal Strafwetboek, ervan in kennis is gesteld dat de opdrachtnemer of zijn onderaannemer of de onderaannemer van deze laatste en zo verder één of meer illegaal verblijvende onderdanen van derde landen tewerkstelt.
  • 31. GAC/2016/4049 Blz. 31 IV.5 Limosa Indien de opdracht wordt gesloten met een buitenlandse opdrachtnemer, dient deze zijn wettelijke verplichtingen na te komen inzake de Limosa–meldingsplicht. Eventuele niet- Belgische onderaannemers van de (buitenlandse/binnenlandse) opdrachtnemer hebben dezelfde verplichtingen. Wanneer een niet-Belgische werkgever, zijn werknemer(s) vanuit het buitenland tijdelijk/gedeeltelijk in België laat werken, dan moet hij (of een aangestelde of zijn lasthebber) die activiteiten vooraf melden via de onlinedienst Limosa. Wanneer een buitenlandse zelfstandige in België een beroepsactiviteit uitoefent, dient hij (of zijn lasthebber) dit ook te melden via de onlinedienst Limosa. Indien bovenvermelde personen in de onmogelijkheid verkeren om de Limosa-melding via elektronische weg te doen, kan de aangifte ook per brief of per fax gebeuren aan de RSZ of RSVZ. Op de meldingsplicht bestaan verschillende vrijstellingen. De buitenlandse opdrachtnemer (en onderaannemer) dient alvorens zijn activiteiten aan te vatten op het Belgisch grondgebied op verzoek van de aanbestedende overheid, het bewijs van Limosa-aangifte (of vrijstelling) te kunnen aantonen. De buitenlandse werkgever/zelfstandige zorgt ervoor dat hij ook voldoet aan eventuele andere verplichtingen/voorschriften in het kader van een (tijdelijke) dienstverlening in België. IV.6 Belangenvermenging In het kader van de strijd tegen belangenvermenging, meer in het bijzonder de draaideurconstructie (‘revolving doors’) zoals bepaald in de wet van 8 mei 2007 houdende instemming met het Verdrag van de Verenigde Naties tegen de corruptie, gedaan te New York op 31 oktober 2003, onthoudt de kandidaat of inschrijver zich ervan een beroep te doen op een of meerdere vroegere (interne of externe) medewerkers van de aanbestedende overheid, binnen twee jaar volgend op zijn/hun ontslag, opruststelling of elk ander vertrek uit de aanbestedende overheid, op welke wijze ook, rechtstreeks of onrechtstreeks, met het oog op de voorbereiding en/of de indiening van zijn aanvraag tot deelneming of offerte of een andere tussenkomst in het kader van deze plaatsingsprocedure, evenals voor verrichtingen in het kader van de uitvoering van deze opdracht. Dit althans voor zover er een direct verband bestaat tussen de vroegere activiteiten van de betrokken persoon/personen bij de aanbestedende overheid en zijn/hun verrichtingen in het kader van deze plaatsingsprocedure. Inbreuken op deze maatregel die tot gevolg hebben dat de normale mededingingsvoorwaarden vertekend kunnen zijn, worden gesanctioneerd volgens de bepalingen van artikel 9 van de wet Overheidsopdrachten in concreto, hetzij de wering van de aanvraag tot deelneming of offerte, hetzij de verbreking van de opdracht, al naargelang.
  • 32. GAC/2016/4049 Blz. 32 IV.7 Persoonsgegevens (privacy) De persoonsgegevens die met het oog op of in het kader van een overheidsopdrachtenprocedure door een kandidaat of inschrijver aan de aanbestedende overheid worden meegedeeld of worden ingewonnen door de aanbestedende overheid, zijn onderworpen aan de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens. De aanbestedende overheid zal deze gegevens verwerken met het oog op de beoordeling en toepassing van de regels inzake de gunning van overheidsopdrachten, in het bijzonder de uitsluitingsgronden zoals hierboven vermeld. De kandidaat of inschrijver stemt ermee in dat de aanbestedende overheid de relevante persoonsgegevens kan doorgeven aan één of meerdere entiteiten van de Groep stad Antwerpen (= het ‘stadsweb’ zoals omschreven in het collegebesluit van 26 september 2014, jaarnummer 09727) en door deze laatste kunnen aangevoerd worden in het kader van de door hen uitgeschreven overheidsopdrachtenprocedures. IV.8 Overdracht van opdracht Indien de opdrachtnemer zich in een situatie van één van de gevallen van artikel 61 van het KB Plaatsing of artikel 57 van de richtlijn 2014/24/EU bevindt, behoudt de aanbestedende overheid zich het recht voor om de opdracht over te dragen aan de onderaannemer(s) of aan de eerst volgende (geschikte) gerangschikte met een regelmatige offerte van de initiële procedure. Door een offerte in te dienen stemt de inschrijver er mee in dat de opdracht kan overgedragen worden in bovenvermelde gevallen. Wanneer de opdracht wordt overgedragen moet de overnemer aan de passende selectievoorwaarden voldoen en blijven de essentiële voorwaarden van de opdracht behouden. De overnemer neemt alle rechten en plichten van de (oorspronkelijke) opdrachtnemer over.
  • 33. GAC/2016/4049 Blz. 33 BIJLAGE A : OFFERTEFORMULIER PRIJSOFFERTE VOOR DE OPDRACHT MET ALS VOORWERP “GAC/2016/4049, ONDERZOEK MAPPING VAN LEVENDIGHEID IN WIJKEN” vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met bekendmaking Natuurlijke persoon Naam en voornaam: Hoedanigheid of beroep: Nationaliteit: Woonplaats (volledig adres): Telefoon: E-mail: Ofwel (1) Vennootschap De vennootschap (benaming, rechtsvorm): Nationaliteit: met maatschappelijke zetel te (volledig adres): met ondernemingsnummer: Telefoon: E-mail: Ofwel (1) Combinatie (Tijdelijke vereniging) De natuurlijke- of rechtspersonen die zich tijdelijk hebben verenigd voor deze aanneming (naam, voornaam, hoedanigheid, nationaliteit, voorlopige zetel): De tijdelijke vereniging wordt vertegenwoordigd door: (1) Doorhalen wat niet van toepassing is
  • 34. GAC/2016/4049 Blz. 34 Algemene inlichtingen Inschrijvingsnr. bij de RSZ.: B.T.W. nummer (alleen in België): Contactpersoon voor de uitvoering: Betalingen De betalingen zullen geldig worden uitgevoerd door overschrijving op rekeningnummer ................................................ van de financiële instelling ................................. geopend op naam van ................................. . Ondertekening van de offerte De offerte wordt elektronisch ondertekend door: Deze persoon of personen treden op in de hoedanigheid van: De relevante instrumenten ter bewijs van de ondertekeningbevoegdheid (geconsolideerde statuten, benoemingsbesluiten en/of volmacht) worden in bijlage aan de offerte gevoegd. Indien de ondertekening gebeurt door een gemachtigde, worden de volmachtgevers duidelijk vermeld.
  • 35. GAC/2016/4049 Blz. 35 BIJLAGE B: VERBINTENIS IN DE ZIN VAN ARTIKEL 74 KB 15/07/2011 GAC/2016/4049 Een kandidaat of een inschrijver kan zich beroepen op de draagkracht van andere entiteiten, ongeacht de juridische aard van zijn band met die entiteiten. In dat geval toont hij de aanbestedende overheid aan dat hij zal beschikken over de voor de uitvoering van de opdracht noodzakelijke middelen, door overlegging van de verbintenis van deze entiteiten om de kandidaat of inschrijver dergelijke middelen ter beschikking te stellen.(artikel 74 KB 15 juli 2011) (gegevens entiteit op wiens draagkracht de kandidaat/inschrijver zich beroept) Naam rechtspersoon/natuurlijke persoon (1) …………………………………….................... gekend onder ondernemingsnummer ……………………………………………… (indien rechtspersoon) met adres te …………………………………………………………………………………….. vertegenwoordigd door …………………………………………………………………………………… op wiens draagkracht beroep wordt gedaan door (gegevens kandidaat/inschrijver) Naam inschrijver(2) …………………………………….................... gekend onder ondernemingsnummer ……………………………………………… (indien rechtspersoon) met adres te …………………………………………………………………………………….. vertegenwoordigd door ……………………………………………………………………………………. verbindt er zich toe om, in het geval dat bovenvermelde opdracht wordt toegewezen aan de kandidaat/inschrijver, hij/zij de nodige middelen – waarop de kandidaat/inschrijver zich voor de kwalitatieve selectie op beroept – ter beschikking stelt tot goede uitvoering van deze opdracht. Opgesteld te ………………………………… Entiteit op wiens draagkracht beroep wordt gedaan (1) Kandidaat inschrijver (2) ………………..……………(handtekening) ……………………………(handtekening) ……………………………..…(naam) …………………………………(naam) ……………………………..(hoedanigheid) ……………………………(hoedanigheid)