Wat is het standpunt van de ECB over een Europees Depositogarantiestelsel? 'De ECB verwelkomt dat het voorstel bepaalt dat elk jaar gedurende de herverzekerings- en medeverzekeringsperiode de Raad de ECB en de nationaal bevoegde autoriteit zal raadplegen vooraleer voor elke DGS het totale bedrag van ex-antebijdragen vast te stellen dat het van de bij de respectieve DGS aangesloten kredietinstellingen mag
verlangen.'
Voorstel tot oprichting parlementaire onderzoekscommissie OptimaThierry Debels
Wat was de rol van de financiële toezichthouder,
verantwoordelijk voor de naleving van de preventieve
witwaswet inclusief de melding van ernstige fiscale
fraude? Banken, verzekeraars en beleggingsvennootschappen
zijn verplicht een anti-witwasbeleid
te hebben. Het gaat dan om klantenonderzoek
enerzijds en transactiemonitoring anderzijds. Er moet
een klantenacceptatiebeleid zijn en ook gedurende het
bestaan van de klantrelatie moeten klanten periodiek
worden herbeoordeeld. En wanneer de bank, verzekeraar
of beleggingsvennootschap een vermoeden heeft
van witwassen van geld dan moet hiervan melding
worden gemaakt aan de CFI. Om al deze verplichtingen
efficiënt te kunnen naleven, dienen de aan de witwaswet
onderworpen entiteiten passende interne controlemaatregelen
en -procedures te bepalen en ten uitvoer te
leggen. De instellingen moeten dus beschikken over
een passende organisatie die hen in staat stelt om zich
ervan te vergewissen dat zij voldoen aan de wettelijke
verplichtingen in het kader van de witwaswet. De NBB
is sinds 1 april 2011 ook toezichthouder in de zin van
de witwaswet.
Met een brief van 17 mei 2016 dient de heer Dirk De Schutter een klacht in tegen DeMorgen.be en journalist Hans Vandeweghe. Aanleiding is een artikel op de website van 2
mei 2016 onder de titel ‘Er is één goede reden om Antwerp niet in eerste klasse te willen: een deel van de supporters’. Met drie mails van 2 juni, 8 juni en 7 juli meldt Hans Vandeweghe
dat hij weigert te antwoorden op de klacht. Geert Van Hecke, stafmedewerker journalistieke
deontologie bij De Persgroep, antwoordt wel met een brief van 5 juli 2016, waarop Dirk De
Schutter repliceert met een brief van 26 augustus 2016.
Een rapporteringscommissie van de Raad voor de Journalistiek heeft een hoorzitting
gehouden op 27 oktober 2016. Dirk De Schutter woonde samen met Benny Verbercht de
hoorzitting bij. Ook Geert Van Hecke was aanwezig. Hans Vandeweghe bleef afwezig.
Prinses Esmeralda voert strijd tegen HS2 treinproject opThierry Debels
This document provides the schedule of appearances before the House of Lords Select Committee regarding the HS2 (London - West Midlands) Bill. It lists the dates, times, and order of various groups and individuals scheduled to present on topics related to the high-speed rail project, including residents groups, heritage organizations, businesses, and others potentially impacted. The schedule runs from early September through mid-October and covers issues such as compensation, impacts on communities, construction plans and methods.
COMMISSION STAFF WORKING DOCUMENT ON FRAUDThierry Debels
The present document is based on the analysis of the notifications provided by national authorities of cases of irregularities and suspected or established fraud. The
reporting is performed in fulfillment of a legal obligation enshrined in sectoral European legislation.
Socialisten wilden Leopold III verbannen na troonsafstandThierry Debels
Op 28 juli 1950 komt de ministerraad onder leiding van premier Duvieusart bijeen.
De Belgische verkiezingen van juni 1950 hadden als inzet de koningskwestie. De CVP behaalde de volstrekte meerderheid in Kamer en Senaat en vormde de homogene Regering-Duvieusart I.
Het parlement stelde op 20 juli 1950 vast dat aan de onmogelijkheid om te regeren (van Leopold III) een einde kwam en op 22 juli keerde de koning terug naar België.
In de notulen van de raad van 28 juli lezen we dat de socialisten – die niet in de regering zitten – Leopold III (na de overdracht van de bevoegdheden aan Boudewijn) naar het buitenland willen verbannen.
Ook een ‘verbanning’ naar het kasteel van Ciergnon is een optie.
Een derde piste is een ‘reis’ naar Congo (lees: lang verblijf), op dat ogenblik nog een kolonie van België.
De plannen gaan niet door. Een tweede verbanning is uitgesloten. Leopold en zijn gezin verbleven eerder (vrijwillig) in Zwitserland.
Leopold en Lilian zullen in Laken blijven wonen en gedurende tien jaar invloed uitoefenen op de twintiger Boudewijn.
Voorstel tot oprichting parlementaire onderzoekscommissie OptimaThierry Debels
Wat was de rol van de financiële toezichthouder,
verantwoordelijk voor de naleving van de preventieve
witwaswet inclusief de melding van ernstige fiscale
fraude? Banken, verzekeraars en beleggingsvennootschappen
zijn verplicht een anti-witwasbeleid
te hebben. Het gaat dan om klantenonderzoek
enerzijds en transactiemonitoring anderzijds. Er moet
een klantenacceptatiebeleid zijn en ook gedurende het
bestaan van de klantrelatie moeten klanten periodiek
worden herbeoordeeld. En wanneer de bank, verzekeraar
of beleggingsvennootschap een vermoeden heeft
van witwassen van geld dan moet hiervan melding
worden gemaakt aan de CFI. Om al deze verplichtingen
efficiënt te kunnen naleven, dienen de aan de witwaswet
onderworpen entiteiten passende interne controlemaatregelen
en -procedures te bepalen en ten uitvoer te
leggen. De instellingen moeten dus beschikken over
een passende organisatie die hen in staat stelt om zich
ervan te vergewissen dat zij voldoen aan de wettelijke
verplichtingen in het kader van de witwaswet. De NBB
is sinds 1 april 2011 ook toezichthouder in de zin van
de witwaswet.
Met een brief van 17 mei 2016 dient de heer Dirk De Schutter een klacht in tegen DeMorgen.be en journalist Hans Vandeweghe. Aanleiding is een artikel op de website van 2
mei 2016 onder de titel ‘Er is één goede reden om Antwerp niet in eerste klasse te willen: een deel van de supporters’. Met drie mails van 2 juni, 8 juni en 7 juli meldt Hans Vandeweghe
dat hij weigert te antwoorden op de klacht. Geert Van Hecke, stafmedewerker journalistieke
deontologie bij De Persgroep, antwoordt wel met een brief van 5 juli 2016, waarop Dirk De
Schutter repliceert met een brief van 26 augustus 2016.
Een rapporteringscommissie van de Raad voor de Journalistiek heeft een hoorzitting
gehouden op 27 oktober 2016. Dirk De Schutter woonde samen met Benny Verbercht de
hoorzitting bij. Ook Geert Van Hecke was aanwezig. Hans Vandeweghe bleef afwezig.
Prinses Esmeralda voert strijd tegen HS2 treinproject opThierry Debels
This document provides the schedule of appearances before the House of Lords Select Committee regarding the HS2 (London - West Midlands) Bill. It lists the dates, times, and order of various groups and individuals scheduled to present on topics related to the high-speed rail project, including residents groups, heritage organizations, businesses, and others potentially impacted. The schedule runs from early September through mid-October and covers issues such as compensation, impacts on communities, construction plans and methods.
COMMISSION STAFF WORKING DOCUMENT ON FRAUDThierry Debels
The present document is based on the analysis of the notifications provided by national authorities of cases of irregularities and suspected or established fraud. The
reporting is performed in fulfillment of a legal obligation enshrined in sectoral European legislation.
Socialisten wilden Leopold III verbannen na troonsafstandThierry Debels
Op 28 juli 1950 komt de ministerraad onder leiding van premier Duvieusart bijeen.
De Belgische verkiezingen van juni 1950 hadden als inzet de koningskwestie. De CVP behaalde de volstrekte meerderheid in Kamer en Senaat en vormde de homogene Regering-Duvieusart I.
Het parlement stelde op 20 juli 1950 vast dat aan de onmogelijkheid om te regeren (van Leopold III) een einde kwam en op 22 juli keerde de koning terug naar België.
In de notulen van de raad van 28 juli lezen we dat de socialisten – die niet in de regering zitten – Leopold III (na de overdracht van de bevoegdheden aan Boudewijn) naar het buitenland willen verbannen.
Ook een ‘verbanning’ naar het kasteel van Ciergnon is een optie.
Een derde piste is een ‘reis’ naar Congo (lees: lang verblijf), op dat ogenblik nog een kolonie van België.
De plannen gaan niet door. Een tweede verbanning is uitgesloten. Leopold en zijn gezin verbleven eerder (vrijwillig) in Zwitserland.
Leopold en Lilian zullen in Laken blijven wonen en gedurende tien jaar invloed uitoefenen op de twintiger Boudewijn.
Recent experience has shown that large-scale uncontrolled arrivals put an excessive strain on the Member States' asylum systems, which has led to an increasing disregard of the
rules. This is now starting to be addressed with a view to regaining control of the present situation by applying the current rules on Schengen border management and on asylum, as
well as through stepped up cooperation with key third countries in particular Turkey. However the situation has exposed more fundamental weaknesses in the design of our asylum
rules which undermine their effectiveness and do not ensure a sustainable sharing of responsibility, which now need to be addressed
Congo was not ready for independence in 1960Thierry Debels
Interview with F.T. Liu. Before joining the United Nations in 1949 and working with Dr. Ralph Bunche in the Trusteeship Division, F. T. Liu worked for two years with the Chinese Embassy in Paris. In 1960, he moved with Dr. Bunche to the Office of Special Political Affairs, where he planned and organized peacekeeping operations. From 1963 to 1964, he served as senior political adviser to the United Nations Operation in the Congo (ONUC). After that mission, he worked with the United Nations Peacekeeping Force in Cyprus (UNFICYP) and the United Nations Truce Supervision Organization (UNTSO). He became secretary to the United Nations Good Offices Mission to Bahrain in 1970.
Medewerkster van de koning verwijdert bericht FacebookThierry Debels
Rafike Yilmaz is Adjunct-Directeur Media en Communicatie van het koninklijk paleis. Yilmaz werkte eerder op het kabinet van Monica De Coninck (sp.a).
Ze is ook actief op Facebook.
Daar reageerde ze op de gebeurtenissen rond Brigitte Herremans.
Bij de quote ‘Ik voel diepe schaamte bij de miserabele reactie van Freilich’ plaatste Yilmaz ‘Herkenbaar...’.
Onder de quote zien we een foto met een duidelijke politieke boodschap.
Medewerkers van de koning hebben uiteraard het recht om hun mening te uiten. Het lijkt alleen verstandig om dit op een beheerste manier te doen omdat er altijd de associatie met de koning is. Zeker bij medewerkers van de communicatiecel van de vorst is terughoudendheid bij het plaatsen van boodschappen op de sociale media aangewezen.
Enkele uren na de publicatie van dit artikel op Slideshare haalde Yilmaz het artikel en de quote van Facebook. Volgens een goed geplaatste bron werd het bericht van Facebook verwijderd omdat het ‘verkeerd geïnterpreteerd kon
Het Vlaams Parlement is op zoek naar minstens 6 nieuwe huurwagens. Het gaat om 2 percelen.
Perceel 1: het huren van 1 personenwagen bestemd voor het vervoer van de voorzitter van het Vlaams Parlement
Perceel 2: het huren van 5 personenwagens bestemd voor het vervoer van de Vlaamse volksvertegenwoordigers.
Comfort en uitstraling zijn even belangrijk als de prijs.
Het budget is niet openbaar.
Perceel 1 werd gewonnen door BMW Financial Services Belgium NV.
Perceel 2 door Alphabet Belgium Long Term Rental NV.
Gezien het belang van het comfort en de uitstraling zal de BMW van Peumans wellicht niet uit de 3-reeks komen.
Dimitri Vegas en Like Mike wegen al 8 miljoen euroThierry Debels
Dimitri Vegas & Like Mike is een Belgisch dj-duo, bestaande uit de twee broers Dimitri Thivaios (Dimitri Vegas) en Michael Thivaios (Like Mike).
Midden 2010 richtten ze de bvba THIVAIOS op (ook THIVA of THIVAIOS SMASH THE HOUSE).
Eind 2014 bevat de vennootschap al ruim 4,7 miljoen euro activa.
In het boekjaar 2014 werd nettowinst van 1,7 miljoen euro genoteerd.
De dj’s hebben onlangs ook de bvba Smash Artist Services opgericht. De totale activa van die bvba bedroegen eind 2015 al 3,1 miljoen euro. In het verkorte boekjaar 2015 werd net geen kwart miljoen euro winst gemaakt.
De totale activa van beide firma’s bedragen net geen 8 miljoen euro.
Aantal klachten van asielzoekers in België verdrievoudigd op jaar tijdThierry Debels
Het aantal klachten van asielzoekers op basis van artikel 580 is in 2015 verdrievoudigd ten opzichte van 2014.
In 2014 ging het om amper 44 klachten. In 2015 werden er al 137 dergelijke klachten genoteerd .
Vreemdelingen die een asielaanvraag indienen in België hebben recht op opvang, en dit overeenkomstig de bepalingen van de Opvangwet van 12 januari 2007.
Artikel 6 van de Opvangwet bepaalt dat asielzoekers recht hebben op materiële hulp vanaf het moment van indiening van de asielaanvraag, met inbegrip van de beroepsprocedure bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) en gedurende de procedure van het administratief cassatieberoep bij de Raad van State (RvSt).
Materiële hulp bestaat uit: huisvesting, voedsel, kleding, medische, maatschappelijke en psychologische begeleiding en de toekenning van een dagvergoeding. Zij omvat eveneens de toegang tot juridische bijstand, de toegang tot tolkendiensten of opleidingen en de toegang tot een programma voor vrijwillige terugkeer.
Dit recht op opvang dient om de asielzoeker in staat te stellen om een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid (artikel 3 van de Opvangwet).
De arbeidsrechtbank neemt kennis van de geschillen
betreffende de toepassing van de wet van 12 januari 2007
betreffende opvang van asielzoekers en van bepaalde
andere categorieën van vreemdelingen wat betreft de
geschillen betreffende elke schending van de rechten die
aan de begunstigden van de opvang worden gewaarborgd
door de boeken II en III van voormelde wet (betwisting
van sancties die worden opgelegd aan de asielzoeker die
een ernstige overtreding begaat van de voorschriften en
werkingsregels die van toepassing zijn in de opvangstructuren) .
In 2015 werden er 137 geschillen ingeleid op basis van dat artikel (zie hieronder).
Het valt op dat het grootste deel van die zaken uit Franstalig Brussel komen. Het gaat om 72 zaken van de 137. Dat is ruim de helft van alle zaken.
De verklaring is eenvoudig. De arbeidsrechtbank van de woonplaats van de asielzoeker (in deze omstandigheden het adres van de DVZ) is bevoegd om kennis te nemen van het geschil (artikel 628, 14e Ger. Wb.), dit is dus te Brussel.
Sommige organisaties hebben over dit onderwerp een handig dossier samengesteld voor advocaten.
Zo is er een bundel van Vluchtelingenwerk Vlaanderen met standaardbrieven.
De stijging in 2015 is in elk geval opvallend. Gaat het om terechte zaken? De informaticatoepassing van de overheid laat spijtig genoeg niet toe om na te gaan of deze vorderingen gegrond werden verklaard. Het zou een mogelijke verklaring kunnen bieden voor de opvallende toename van zaken in 2015.
Deel communicatiebudget FOD Justitie ging naar hotelThierry Debels
Via een parlementaire vraag krijgen we inzicht in de uitgaven voor communicatie van de FOF Justitie .
De meeste facturen slaan uiteraard op drukkerijen.
Maar voor het jaar 2015 valt ook een substantiële betaling aan Hostelaria Unida op. Het gaat om een bedrag van 21.631,25 euro.
Volgens het Staatsblad en juridische databases gaat het om een hotel.
De vraag is dan uiteraard waarom een grote uitgave voor een hotel in het communicatiebudget van de FOD Justitie terechtkomt.
Rijkste Belg laat aandelen AB INBEV circulerenThierry Debels
Alexandre Van Damme kocht via Patrinvest 1 miljoen aandelen AB INBEV op 2 november 2016.
De financiële operatie was hiermee niet gedaan.
Op 8 november gingen de aandelen van Patrinvest naar Eugénie Patri Sébastien S.A.
Van die vennootschap gingen de miljoen aandelen vervolgens naar EPS Participations S.à r.l.
Wat de motivatie is voor deze transacties, is niet geweten. De kans is groot dat de financiële operatie fiscaal-juridisch gedreven is.
Moldavië krijgt nog eens 100 miljoen euro van de EUThierry Debels
De Unie stelt de Republiek Moldavië macrofinanciële bijstand (hierna "de macrofinanciële bijstand van de Unie" genoemd) beschikbaar voor een maximumbedrag van 100 miljoen EUR, teneinde de economische stabilisatie van de Republiek Moldavië en een substantiële hervormingsagenda te ondersteunen. Van dat maximumbedrag wordt ten hoogste 60 miljoen EUR verstrekt in de vorm van leningen en ten hoogste 40 miljoen EUR in de vorm van subsidies. De macrofinanciële bijstand van de Unie wordt uitgekeerd na goedkeuring van de begroting van de Unie voor het betrokken jaar door het Europees Parlement en de Raad. De bijstand draagt bij aan het lenigen van de betalingsbalansbehoeften van de Republiek Moldavië die in het kader van het IMF-programma zijn
vastgesteld.
EU gebruikt 284 miljoen euro van budget Interne veiligheid voor ITERThierry Debels
Deze overschrijving betreft het voorstel om het programma voor de internationale thermonucleaire experimentele
reactor (ITER) te versterken met 284 miljoen EUR aan betalingskredieten. De middelen voor de versterking worden
vrijgemaakt uit de programma’s voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie (AMIF) en het Fonds voor interne
veiligheid (ISF).
De Unie stelt de Republiek Moldavië macrofinanciële bijstand beschikbaar voor een maximumbedrag van 100 miljoen EUR, teneinde de economische stabilisatie van de Republiek Moldavië en een substantiële hervormingsagenda te ondersteunen.
In de wettekst wordt een onderscheid gemaakt tussen adviseren en andere vormen van financiële dienstverlening. Behoudens bij advies, rust op de financiële dienstverlener niet de verantwoordelijkheid om het belang van de consument te behartigen, maar de verantwoordelijkheid het belang van de consument op zorgvuldige wijze in acht te nemen. Bij advies geldt een zwaardere verantwoordelijkheid die gerechtvaardigd wordt door de specifieke rol die de adviseur geacht wordt te vervullen. Diens advies dient juist het belang van de klant te behartigen.
Het EMF bezit rechtspersoonlijkheid. Het geniet in alle lidstaten de ruimste handelingsbevoegdheid die door de nationale wetgevingen aan rechtspersonen wordt toegekend. Het kan met name roerende en onroerende goederen verwerven of vervreemden en het kan in rechte optreden.
De European Peace Facility (EPF) betreft een fonds van 10,5 mrd euro buiten de EU-begroting voor de periode 2021–2027. Veel lidstaten, net als Nederland, hebben nog vragen over de inhoudelijke en financiële onderbouwing van het fonds.
Hervestiging van het Europees Geneesmiddelenbureau - ProcedureThierry Debels
Het Verenigd Koninkrijk fungeert momenteel als gastland voor het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) en de Europese Bankautoriteit (EBA), die beide
hun zetel in Londen (Canary Wharf) hebben.
Aangezien het Verenigd Koninkrijk de Europese Unie overeenkomstig artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie kennis heeft gegeven van zijn voornemen om zich terug te trekken uit de Unie, dienen de twee in het Verenigd Koninkrijk gevestigde agentschappen te worden overgebracht naar andere vestigingsplaatsen op het grondgebied van de Unie.
RICHTSNOEREN EUROPESE RAAD BREXIT - INTEGRALE TEKSTThierry Debels
Op 29 maart 2017 ontving de Europese Raad de kennisgeving van het voornemen van het Verenigd Koninkrijk om zich terug te trekken uit de Europese Unie en uit Euratom.
Hierdoor kunnen de onderhandelingen worden geopend, overeenkomstig het Verdrag.
De Europese integratie heeft Europa vrede en welvaart gebracht en heeft gezorgd voor een ongekend hoge en brede mate van samenwerking voor aangelegenheden van gemeenschappelijk
belang in een snel veranderende wereld. Derhalve zal voor de Unie de overkoepelende doelstelling van deze onderhandelingen erin bestaan de belangen van de Unie, van haar burgers, van haar
bedrijven en van haar lidstaten te beschermen.
Recent experience has shown that large-scale uncontrolled arrivals put an excessive strain on the Member States' asylum systems, which has led to an increasing disregard of the
rules. This is now starting to be addressed with a view to regaining control of the present situation by applying the current rules on Schengen border management and on asylum, as
well as through stepped up cooperation with key third countries in particular Turkey. However the situation has exposed more fundamental weaknesses in the design of our asylum
rules which undermine their effectiveness and do not ensure a sustainable sharing of responsibility, which now need to be addressed
Congo was not ready for independence in 1960Thierry Debels
Interview with F.T. Liu. Before joining the United Nations in 1949 and working with Dr. Ralph Bunche in the Trusteeship Division, F. T. Liu worked for two years with the Chinese Embassy in Paris. In 1960, he moved with Dr. Bunche to the Office of Special Political Affairs, where he planned and organized peacekeeping operations. From 1963 to 1964, he served as senior political adviser to the United Nations Operation in the Congo (ONUC). After that mission, he worked with the United Nations Peacekeeping Force in Cyprus (UNFICYP) and the United Nations Truce Supervision Organization (UNTSO). He became secretary to the United Nations Good Offices Mission to Bahrain in 1970.
Medewerkster van de koning verwijdert bericht FacebookThierry Debels
Rafike Yilmaz is Adjunct-Directeur Media en Communicatie van het koninklijk paleis. Yilmaz werkte eerder op het kabinet van Monica De Coninck (sp.a).
Ze is ook actief op Facebook.
Daar reageerde ze op de gebeurtenissen rond Brigitte Herremans.
Bij de quote ‘Ik voel diepe schaamte bij de miserabele reactie van Freilich’ plaatste Yilmaz ‘Herkenbaar...’.
Onder de quote zien we een foto met een duidelijke politieke boodschap.
Medewerkers van de koning hebben uiteraard het recht om hun mening te uiten. Het lijkt alleen verstandig om dit op een beheerste manier te doen omdat er altijd de associatie met de koning is. Zeker bij medewerkers van de communicatiecel van de vorst is terughoudendheid bij het plaatsen van boodschappen op de sociale media aangewezen.
Enkele uren na de publicatie van dit artikel op Slideshare haalde Yilmaz het artikel en de quote van Facebook. Volgens een goed geplaatste bron werd het bericht van Facebook verwijderd omdat het ‘verkeerd geïnterpreteerd kon
Het Vlaams Parlement is op zoek naar minstens 6 nieuwe huurwagens. Het gaat om 2 percelen.
Perceel 1: het huren van 1 personenwagen bestemd voor het vervoer van de voorzitter van het Vlaams Parlement
Perceel 2: het huren van 5 personenwagens bestemd voor het vervoer van de Vlaamse volksvertegenwoordigers.
Comfort en uitstraling zijn even belangrijk als de prijs.
Het budget is niet openbaar.
Perceel 1 werd gewonnen door BMW Financial Services Belgium NV.
Perceel 2 door Alphabet Belgium Long Term Rental NV.
Gezien het belang van het comfort en de uitstraling zal de BMW van Peumans wellicht niet uit de 3-reeks komen.
Dimitri Vegas en Like Mike wegen al 8 miljoen euroThierry Debels
Dimitri Vegas & Like Mike is een Belgisch dj-duo, bestaande uit de twee broers Dimitri Thivaios (Dimitri Vegas) en Michael Thivaios (Like Mike).
Midden 2010 richtten ze de bvba THIVAIOS op (ook THIVA of THIVAIOS SMASH THE HOUSE).
Eind 2014 bevat de vennootschap al ruim 4,7 miljoen euro activa.
In het boekjaar 2014 werd nettowinst van 1,7 miljoen euro genoteerd.
De dj’s hebben onlangs ook de bvba Smash Artist Services opgericht. De totale activa van die bvba bedroegen eind 2015 al 3,1 miljoen euro. In het verkorte boekjaar 2015 werd net geen kwart miljoen euro winst gemaakt.
De totale activa van beide firma’s bedragen net geen 8 miljoen euro.
Aantal klachten van asielzoekers in België verdrievoudigd op jaar tijdThierry Debels
Het aantal klachten van asielzoekers op basis van artikel 580 is in 2015 verdrievoudigd ten opzichte van 2014.
In 2014 ging het om amper 44 klachten. In 2015 werden er al 137 dergelijke klachten genoteerd .
Vreemdelingen die een asielaanvraag indienen in België hebben recht op opvang, en dit overeenkomstig de bepalingen van de Opvangwet van 12 januari 2007.
Artikel 6 van de Opvangwet bepaalt dat asielzoekers recht hebben op materiële hulp vanaf het moment van indiening van de asielaanvraag, met inbegrip van de beroepsprocedure bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) en gedurende de procedure van het administratief cassatieberoep bij de Raad van State (RvSt).
Materiële hulp bestaat uit: huisvesting, voedsel, kleding, medische, maatschappelijke en psychologische begeleiding en de toekenning van een dagvergoeding. Zij omvat eveneens de toegang tot juridische bijstand, de toegang tot tolkendiensten of opleidingen en de toegang tot een programma voor vrijwillige terugkeer.
Dit recht op opvang dient om de asielzoeker in staat te stellen om een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid (artikel 3 van de Opvangwet).
De arbeidsrechtbank neemt kennis van de geschillen
betreffende de toepassing van de wet van 12 januari 2007
betreffende opvang van asielzoekers en van bepaalde
andere categorieën van vreemdelingen wat betreft de
geschillen betreffende elke schending van de rechten die
aan de begunstigden van de opvang worden gewaarborgd
door de boeken II en III van voormelde wet (betwisting
van sancties die worden opgelegd aan de asielzoeker die
een ernstige overtreding begaat van de voorschriften en
werkingsregels die van toepassing zijn in de opvangstructuren) .
In 2015 werden er 137 geschillen ingeleid op basis van dat artikel (zie hieronder).
Het valt op dat het grootste deel van die zaken uit Franstalig Brussel komen. Het gaat om 72 zaken van de 137. Dat is ruim de helft van alle zaken.
De verklaring is eenvoudig. De arbeidsrechtbank van de woonplaats van de asielzoeker (in deze omstandigheden het adres van de DVZ) is bevoegd om kennis te nemen van het geschil (artikel 628, 14e Ger. Wb.), dit is dus te Brussel.
Sommige organisaties hebben over dit onderwerp een handig dossier samengesteld voor advocaten.
Zo is er een bundel van Vluchtelingenwerk Vlaanderen met standaardbrieven.
De stijging in 2015 is in elk geval opvallend. Gaat het om terechte zaken? De informaticatoepassing van de overheid laat spijtig genoeg niet toe om na te gaan of deze vorderingen gegrond werden verklaard. Het zou een mogelijke verklaring kunnen bieden voor de opvallende toename van zaken in 2015.
Deel communicatiebudget FOD Justitie ging naar hotelThierry Debels
Via een parlementaire vraag krijgen we inzicht in de uitgaven voor communicatie van de FOF Justitie .
De meeste facturen slaan uiteraard op drukkerijen.
Maar voor het jaar 2015 valt ook een substantiële betaling aan Hostelaria Unida op. Het gaat om een bedrag van 21.631,25 euro.
Volgens het Staatsblad en juridische databases gaat het om een hotel.
De vraag is dan uiteraard waarom een grote uitgave voor een hotel in het communicatiebudget van de FOD Justitie terechtkomt.
Rijkste Belg laat aandelen AB INBEV circulerenThierry Debels
Alexandre Van Damme kocht via Patrinvest 1 miljoen aandelen AB INBEV op 2 november 2016.
De financiële operatie was hiermee niet gedaan.
Op 8 november gingen de aandelen van Patrinvest naar Eugénie Patri Sébastien S.A.
Van die vennootschap gingen de miljoen aandelen vervolgens naar EPS Participations S.à r.l.
Wat de motivatie is voor deze transacties, is niet geweten. De kans is groot dat de financiële operatie fiscaal-juridisch gedreven is.
Moldavië krijgt nog eens 100 miljoen euro van de EUThierry Debels
De Unie stelt de Republiek Moldavië macrofinanciële bijstand (hierna "de macrofinanciële bijstand van de Unie" genoemd) beschikbaar voor een maximumbedrag van 100 miljoen EUR, teneinde de economische stabilisatie van de Republiek Moldavië en een substantiële hervormingsagenda te ondersteunen. Van dat maximumbedrag wordt ten hoogste 60 miljoen EUR verstrekt in de vorm van leningen en ten hoogste 40 miljoen EUR in de vorm van subsidies. De macrofinanciële bijstand van de Unie wordt uitgekeerd na goedkeuring van de begroting van de Unie voor het betrokken jaar door het Europees Parlement en de Raad. De bijstand draagt bij aan het lenigen van de betalingsbalansbehoeften van de Republiek Moldavië die in het kader van het IMF-programma zijn
vastgesteld.
EU gebruikt 284 miljoen euro van budget Interne veiligheid voor ITERThierry Debels
Deze overschrijving betreft het voorstel om het programma voor de internationale thermonucleaire experimentele
reactor (ITER) te versterken met 284 miljoen EUR aan betalingskredieten. De middelen voor de versterking worden
vrijgemaakt uit de programma’s voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie (AMIF) en het Fonds voor interne
veiligheid (ISF).
De Unie stelt de Republiek Moldavië macrofinanciële bijstand beschikbaar voor een maximumbedrag van 100 miljoen EUR, teneinde de economische stabilisatie van de Republiek Moldavië en een substantiële hervormingsagenda te ondersteunen.
In de wettekst wordt een onderscheid gemaakt tussen adviseren en andere vormen van financiële dienstverlening. Behoudens bij advies, rust op de financiële dienstverlener niet de verantwoordelijkheid om het belang van de consument te behartigen, maar de verantwoordelijkheid het belang van de consument op zorgvuldige wijze in acht te nemen. Bij advies geldt een zwaardere verantwoordelijkheid die gerechtvaardigd wordt door de specifieke rol die de adviseur geacht wordt te vervullen. Diens advies dient juist het belang van de klant te behartigen.
Het EMF bezit rechtspersoonlijkheid. Het geniet in alle lidstaten de ruimste handelingsbevoegdheid die door de nationale wetgevingen aan rechtspersonen wordt toegekend. Het kan met name roerende en onroerende goederen verwerven of vervreemden en het kan in rechte optreden.
De European Peace Facility (EPF) betreft een fonds van 10,5 mrd euro buiten de EU-begroting voor de periode 2021–2027. Veel lidstaten, net als Nederland, hebben nog vragen over de inhoudelijke en financiële onderbouwing van het fonds.
Hervestiging van het Europees Geneesmiddelenbureau - ProcedureThierry Debels
Het Verenigd Koninkrijk fungeert momenteel als gastland voor het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) en de Europese Bankautoriteit (EBA), die beide
hun zetel in Londen (Canary Wharf) hebben.
Aangezien het Verenigd Koninkrijk de Europese Unie overeenkomstig artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie kennis heeft gegeven van zijn voornemen om zich terug te trekken uit de Unie, dienen de twee in het Verenigd Koninkrijk gevestigde agentschappen te worden overgebracht naar andere vestigingsplaatsen op het grondgebied van de Unie.
RICHTSNOEREN EUROPESE RAAD BREXIT - INTEGRALE TEKSTThierry Debels
Op 29 maart 2017 ontving de Europese Raad de kennisgeving van het voornemen van het Verenigd Koninkrijk om zich terug te trekken uit de Europese Unie en uit Euratom.
Hierdoor kunnen de onderhandelingen worden geopend, overeenkomstig het Verdrag.
De Europese integratie heeft Europa vrede en welvaart gebracht en heeft gezorgd voor een ongekend hoge en brede mate van samenwerking voor aangelegenheden van gemeenschappelijk
belang in een snel veranderende wereld. Derhalve zal voor de Unie de overkoepelende doelstelling van deze onderhandelingen erin bestaan de belangen van de Unie, van haar burgers, van haar
bedrijven en van haar lidstaten te beschermen.
Het kabinet spreekt alsnog grote waardering uit voor leden en nabestaanden van de Stay Behind-organisatie, een ultrageheime verzetsgroep die tijdens de Koude Oorlog klaarstond om het gewapend verzet te gaan vormen. Het is voor het eerst dat de Nederlandse regering publiekelijk de organisatie prijst.
EudraVigilance - Moderna covid MRNA vaccine up to 13/2/21Thierry Debels
This document summarizes data on 1,497 individual cases reported for the COVID-19 mRNA Vaccine Moderna (CX-024414) in EudraVigilance. The majority of cases were reported in individuals aged 18-64 (71.1%) and 65-85 (14.1%), with females representing 74.5% of cases. Most cases originated from countries in the European Economic Area (62.4%), with the remaining 37.6% from non-EEA countries. The data is broken down by age group, sex, geographic origin, and over time.
Mogelijke bijwerkingen Pfizer-vaccin Europa tot 13/2/21Thierry Debels
Over the last 12 months, EudraVigilance has identified over 30,000 individual cases of reactions to TOZINAMERAN, with the number of reported cases from EEA countries trending upwards and exceeding those from non-EEA countries. The dashboard displays the total number of cases over time and broken down by country and reaction type to monitor safety signals. Users are directed to key considerations on interpreting the results on the ADR reports website.
List of meetings Bill & Melinda Gates Foundation has held with Commissioners,...Thierry Debels
List of meetings Bill & Melinda Gates Foundation has held with Commissioners, Members of their Cabinet or
Director-Generals since 01/12/2014 under its current ID number in the Transparency Register:
371567915480-41.
This document contains summaries of data from EudraVigilance on individual cases reported over time and by different attributes. It includes charts and tables showing the number of cases by age group, sex, and geographic origin within and outside the European Economic Area, with females ages 18-64 making up the largest percentages.
BioNTech SE is a biopharmaceutical company that develops novel immunotherapies for cancer and other serious diseases. It has 2 employees who spend 25% of their time engaging with the European Commission and European Investment Bank regarding mRNA drugs and vaccines. BioNTech's annual costs for EU-related activities are between €50,000-99,999 and it received over €50 million in grants from Horizon 2020, FP7, and the EIB between 2019-2020.
1. III
(Voorbereidende handelingen)
EUROPESE CENTRALE BANK
ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK
van 20 april 2016
inzake een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging
van Verordening (EU) nr. 806/2014 met het oog op de instelling van een Europees
depositoverzekeringsstelsel
(CON/2016/26)
(2016/C 252/01)
Inleiding en rechtsgrondslag
Op 20 januari 2016 ontving de Europese Centrale Bank (ECB) een verzoek van de Raad van de Europese Unie om een
advies inzake een voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening
(EU) nr. 806/2014 met het oog op de instelling van een Europees depositoverzekeringsstelsel (1
) (het „voorstel”). Op
1 februari 2016 ontving de ECB een verzoek van het Europees Parlement om een advies inzake het voorstel.
De ECB-adviesbevoegdheid is gebaseerd op artikel 127, lid 4, en artikel 282, lid 5, van het Verdrag betreffende de wer
king van de Europese Unie (VWEU), aangezien het voorstel bepalingen bevat betreffende de bijdrage van het Europees
Stelsel van centrale banken tot een goede beleidsvoering ten aanzien van de stabiliteit van het financiële stelsel, zoals
bedoeld in artikel 127, lid 5, VWEU, en de taken van de ECB betreffende de met het bedrijfseconomisch toezicht op
kredietinstellingen verband houdende beleidsvoering, zoals bedoeld in artikel 127, lid 6, VWEU. Overeenkomstig de
eerste zin van artikel 17.5 van het reglement van orde van de Europese Centrale Bank heeft de Raad van bestuur dit
advies goedgekeurd.
1. Algemene opmerkingen
1.1. Een Europees depositoverzekeringsstelsel (EDIS) is de noodzakelijke derde pijler om de bankenunie tot stand te
brengen, zulks volgende op de oprichting van het gemeenschappelijk toezichtsmechanisme (GTM) en het gemeen
schappelijk afwikkelingsmechanisme (SRM). Aangezien aansprakelijkheid en controle gestroomlijnd moeten wor
den, is de instelling van een gemeenschappelijk vangnet voor deposanten op Europees niveau de logische aanvul
ling op het situeren van verantwoordelijkheid voor bankentoezicht en afwikkeling op Europees niveau. Aangezien
het GTM en het SRM volledig operationeel zijn, hebben nationale autoriteiten in verregaande mate geen controle
meer over de kernfactoren die bepalen of een nationaal depositogarantiestelsel (DGS) de verzekerde deposanten
moet uitbetalen of bij moet dragen aan afwikkelingsfinanciering. Derhalve moet de aansprakelijkheid voor het ter
beschikking staan van voldoende financiële middelen om het vertrouwen van alle deposanten te ondersteunen en
daardoor de financiële stabiliteit te vrijwaren, op hetzelfde niveau aanvaard worden en bij het EDIS geplaatst wor
den. Het voorstel geeft gevolg aan de aanbevelingen van het verslag van de vijf presidenten (2
), dat opriep tot de
instelling van een EDIS. Zoals het verslag stelt kan een bankenstelsel alleen echt eenvormig zijn indien het niveau
van vertrouwen in de veiligheid van de bankdeposito’s even hoog is in alle lidstaten. Een EDIS zou tevens uit
risicodiversificatie voortvloeiende voordelen bieden en het is waarschijnlijker dat een EDIS schokken kan weer
staan, aangezien risico’s breder gespreid zouden worden over een grotere pool van financiële instellingen, en het
is minder waarschijnlijk dat individuele uitbetalingsgebeurtenissen de systeemcapaciteit te boven zouden gaan.
1.2. De ECB deelt het Commissie-standpunt geheel dat een gemeenschappelijk depositobeschermingssysteem de nood
zakelijke derde pijler van de bankenunie is en dat een gemeenschappelijk systeem nodig is om de deposantenbe
scherming verder te verbeteren en de financiële stabiliteit te ondersteunen, aldus bijdragend tot de verdieping van
de Economische en Monetaire Unie (EMU) (3
).
(1
) COM(2015) 586 def.
(2
) Het verslag van de vijf presidenten van 22 juni 2015 betreffende „De voltooiing van Europa’s Economische en Monetaire Unie”,
beschikbaar op de Commissiewebsite op www.ec.europa.eu
(3
) Zie het ECB-verslag „Financiële integratie in Europa 2016”, „De vijf presidenten”, verslag van 22 juni 2015 betreffende „De voltooiing
van Europa’s Economische en Monetaire Unie”, beschikbaar op de Commissiewebsite op www.ec.europa.eu; Marjolin lezing (Marjolin
lecture) gehouden door Mario Draghi, president van de ECB, tijdens de „European Money and Finance Forum” (SUERF) conferentie
georganiseerd door de Deutsche Bundesbank, te Frankfurt, 4 februari 2016 en de speech van Mario Draghi, president van de ECB, tij
dens het „ECB Forum on Banking Supervision”, 4 november 2015, te Frankfurt, beiden beschikbaar op de ECB-website op
www.ecb.europa.eu
12.7.2016 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 252/1
2. 1.3. De ECB verwelkomt voorts dat het voorstel een geleidelijk proces instelt van de toenemende wederzijdse verzeke
ring van deelnemende DGS-en om uiteindelijk een eenvormig systeem van depositoverzekering te verwezenlijken
dat de link tussen een bank en hun nationale overheid beperkt.
1.4. In zijn totaliteit verwelkomt de ECB dat het voorstel een duidelijke route en tijdschema uitzet met duidelijk vastge
legde en beperkte overgangsstappen op weg naar een volwaardig EDIS. De herverzekerings- en medeverzekerings
fases moeten derhalve beschouwd worden als een overgang naar een volwaardige verzekering die in 2024 moet
starten. Deze gespreide benadering houdt er rekening mee dat op andere terreinen van de bankenunie en de EMU
als geheel verdere vooruitgang noodzakelijk is. Voorts beoogt deze benadering ervoor te zorgen dat er voldoende
tijd is om ex-antebijdragen in de gehele bankenunie te accumuleren voor het begin van de volledigeverzekerings
fase. Tenslotte, gelijke behandeling van bij de deelnemende DGS-en aangesloten kredietinstellingen wordt gewaar
borgd door bij de vaststelling van hun respectieve bijdragen rekening te houden met de instellingspecifieke risico’s
ten overstaan van alle overige kredietinstellingen in de bankenunie. Om de geloofwaardigheid van het EDIS verder
te ondersteunen en daadwerkelijk de bank/nationale overheid-link op nationaal niveau te verbreken, moet uiterlijk
bij het begin van de volledigeverzekeringsfase een budgettair neutraal gemeenschappelijk vangnet worden
ingesteld.
1.5. Een goed werkende bankenunie vereist evenwel stappen die verder gaan dan de instelling van het EDIS. Daartoe
zet de Commissiemededeling „Naar de voltooiing van de bankenunie” (1
) een aantal maatregelen uiteen om de
risico’s in de bankensector verder te verminderen en de omstandigheden te nivelleren. In deze context benadrukt
de ECB het belang van de volledige en tijdige omzetting van Richtlijn 2014/49/EU van het Europees Parlement en
de Raad (2
) als een noodzakelijke voorwaarde voor het EDIS en roept de lidstaten derhalve op zo snel mogelijk
aan deze verplichting te voldoen (3
). De ECB verwelkomt alle overige risicoverminderende maatregelen in de Com
missiemededeling, en ondersteunt deze volledig. Vooruitgang inzake deze overige maatregelen moet parallel aan
de instelling van het EDIS verwezenlijkt worden, niet enkel om gelijke omstandigheden te waarborgen, maar ook
om financiële integratie te bevorderen. Een oplossing die de overgang van een EDIS-fase naar de volgende afhan
kelijk maakt van de vooruitgang met betrekking tot risicovermindering zou vertraging kunnen veroorzaken.
Indien die voorwaardelijke infasering van EDIS wordt ondersteund, moeten mijlpalen betreffende risicoverminde
ring ex ante precies omschreven worden, objectief verifieerbaar zijn, realistisch haalbaar zijn en juridisch verbon
den moeten zijn met de fasenovergangen in het EDIS-voorstel. Om ervoor te zorgen dat EDIS niet oneindig wordt
uitgesteld, moet de lijst van mijlpalen de belangrijkste factoren omvatten die nodig zijn om de bankenunie verder
te versterken. Deze lijst moet primair beperkt worden tot zaken met een duidelijke materiële link met EDIS en
moet niet verwijzen naar lopende discussies waarvoor het tijdschema onduidelijk is.
1.6. Ten slotte is de ECB van mening dat een effectenbeoordeling van de belangrijkste factoren van het voorstel aange
wezen is gezien het voorstel en de wisselwerking ervan met uniewetgeving, met name Richtlijn 2014/49/EU en
Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad (4
), en de rol van de Gemeenschappelijke Afwikke
lingsraad („de Raad”), zulks in vergelijk met de huidige rol van de voor nationale DGS-en verantwoordelijke
besluitvormende organen.
2. Specifieke opmerkingen
2.1. Doelstelling van het voorstel
De ECB verwelkomt dat het voorstel consistentie met Richtlijn 2014/49/EU beoogt door de beginselen en voor
schriften ervan aan te vullen (5
). De kerntaak van een DGS uit hoofde van Richtlijn 2014/49/EU is „de deposanten
te beschermen tegen de gevolgen van de insolventie van een kredietinstelling” (6
). Het voorstel regelt de relatie
tussen het EDIS, het Depositogarantiefonds (DIF) en de DGS-en, waarbij de nationale stelsels volledig aansprakelijk
blijven voor de deposantenschadelloosstelling. Dat overziende is de ECB van mening dat het noodzakelijk is in de
voorsteltekst te expliciteren dat het EDIS tevens de hoogst mogelijke deposantenbescherming in alle lidstaten van
de bankenunie beoogt te verwezenlijken.
(1
) COM(2015) 587 final.
(2
) Richtlijn 2014/49/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 inzake de depositogarantiestelsels (PB L 173
van 12.6.2014, blz. 149).
(3
) Eurogebiedlidstaten die de omzetting nog niet voltooid hadden, moeten deze taak uiterlijk aan het einde van het eerste kwartaal van
2016 volbracht hebben.
(4
) Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het
herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijn 82/891/EEG van de Raad en
de Richtlijnen 2001/24/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2005/56/EG, 2007/36/EG, 2011/35/EU, 2012/30/EU en 2013/36/EU en de
Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 648/2012, van het Europees Parlement en de Raad (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 190).
(5
) Zie overweging 15 van het voorstel.
(6
) Zie overweging 14 van Richtlijn 2014/49/EU.
C 252/2 NL Publicatieblad van de Europese Unie 12.7.2016
3. 2.2. Toepassingsgebied van het EDIS
De ECB verwelkomt tevens dat het voorstel van toepassing moet zijn op alle in de bankenunielidstaten krachtens
Richtlijn 2014/49/EU (1
) officieel erkende DGS-en, d.w.z. wettelijke DGS-en, contractuele DGS-en en institutionele
beschermingsstelsels, alsook alle bij die stelsels aangesloten kredietinstellingen. Alle kredietinstellingen met toe
gang tot EDIS-middelen moeten evenwel gereguleerd zijn en onder toezicht staan op basis van Verordening (EU)
nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (2
) en Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en
de Raad (3
). Dat strookt volledig met de aanbeveling van het verslag van de vijf presidenten dat het toepassingsge
bied van de EDIS moet stroken met het GTM-toepassingsgebied en dat de op risico gebaseerde vergoedingen door
alle deelnemende banken in de lidstaten betaald moeten worden. In feite zal alleen een alomvattend eenvormig
depositobeschermingsstelsel een gelijk deposantbeschermingsniveau in de gehele bankenunie verwezenlijken, aldus
marktfragmentatie en concurrentieverstoring voorkomend.
2.3. Bestuur van de EDIS
De ECB verwelkomt dat de Raad het EDIS zal beheren. Het is belangrijk dat een onafhankelijk Unie-orgaan van de
Europese Unie het EDIS beheert welk orgaan niet blootstaat aan politieke invloed en toegang tot het DIF zal
garanderen op voor alle DGS-en gelijke voorwaarden. De Raad zou van synergie-effecten kunnen profiteren door
het afwikkelings-, en het depositogarantiefonds gelijktijdig te beheren, met name doordat gebruik kan worden
gemaakt van de deskundigheid die de Raad heeft verzameld bij de uitoefening van haar afwikkelingstaken bij het
beheer van het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds (SRF). Efficiencyvoordelen kunnen behaald worden aangezien
beheer van en belegging in beide fondsen gelijkaardige kennis en deskundigheid vereisen. De effectieve uitvoering
van deze nieuwe taken vergt wellicht allocatie van aanvullende middelen aan de Raad (zie paragraaf 2.9). Midde
len voor zowel het SRF en het DIF moeten duidelijk voor hun respectieve doel geoormerkt worden, waardoor met
name wordt vermeden dat depositobeschermingsmiddelen vermengd worden en mogelijkerwijze „verbruikt” wor
den voor afwikkelingsdoeleinden.
De ECB verwelkomt de voorgestelde regelingen krachtens welke de ECB een permanente vertegenwoordiger mag
aanwijzen die mag deelnemen aan alle vergaderingen van de Raad, waaronder de EDIS-plenaire vergadering en de
gezamenlijke plenaire vergadering.
Ten slotte verwelkomt de ECB dat slechts nationale afwikkelingsautoriteiten of aangewezen autoriteiten lid zijn
van de EDIS-besluitvormingsorganen. Geen particuliere entiteiten die een nationaal DGS beheren, zouden direct
betrokken zijn bij een EDIS-plenaire vergadering. De ECB verwelkomt deze beperking en herinnert eraan dat vol
gens de definitie van artikel 2, lid 1, punt 18) van Richtlijn 2014/49/EU slechts aangewezen (overheids-)autoritei
ten aan de afwikkelingscolleges deel mogen nemen. Aangezien particuliere DGS-en beherende entiteiten in een
aantal lidstaten eigendom zijn van bankenverenigingen, kan het hun verlenen van toegang tot informatie over
banken die hun concurrenten zijn in feite aanleiding zijn tot ernstige issues van commerciële vertrouwelijkheid.
2.4. Minimalisering van kosten voor liquidatie en controle inzake het gebruik van EDIS
Aangaande de afwikkelingsprocedure, waar Richtlijn 2014/59/EU expliciet stelt dat afwikkelingsautoriteiten moe
ten pogen afwikkelingskosten zoveel mogelijk te beperken en waardevernietiging moeten vermijden, moeten voor
liquidatie bevoegde autoriteiten ook het algemene doel van liquidatiekostenminimalisering moeten huldigen, waar
door zij er tevens voor zorgen dat verliezen voor gedekte deposito’s, en derhalve, voor de DGS-en zoveel mogelijk
worden beperkt. Om dit doel te bereiken, moeten de voor liquidatie bevoegde autoriteiten de gedektedepositopor
tefeuille met bepaalde andere activa van de falende kredietinstelling af kunnen splitsen en die kunnen overdragen
aan een koper uit de particuliere sector. Dit aankoop- en overnametransactietype kan veelal minder duur
(1
) Zie artikel 1, lid 3, van het voorstel oor een verordening tot wijziging van artikel 2 van Verordening (EU) nr. 806/2014 van het Euro
pees Parlement en de Raad van 15 juli 2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling
van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en
een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010 (PB L 225 van 30.7.2014, blz. 1), zie
tevens artikel 1, lid 2, onder a), b) en c), en artikel 2, lid 1, van Richtlijn 2014/49/EU.
(2
) Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kre
dietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).
(3
) Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstel
lingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot
intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338).
12.7.2016 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 252/3
4. zijn voor een DGS dan het simpelweg uitbetalen van de gegarandeerde deposito’s in geval van liquidatie. Evenzo
moet in de tekst van het voorstel verduidelijkt worden of de financiële middelen van het EDIS gebruikt kunnen
worden voor de omzetting van de alternatieve maatregelen van artikel 11, lid 6, van Richtlijn 2014/49/EU. Aan
gezien de wijze waarop het liquidatieproces wordt uitgevoerd essentieel zal zijn voor het vrijwaren van de DGS-
fondsen, en derhalve tevens van het EDIS, is het van belang dat de Raad enige controle kan uitoefenen over het
nationale liquidatieproces. Derhalve, zoals in Verordening (EU) nr. 806/2014, die bepaalt dat de Raad de afwikke
ling overneemt van nationale afwikkelingsautoriteiten indien SRF-middelen gebruikt moeten worden, moet de
Raad een stem hebben in de liquidatieprocedure, indien EDIS-middelen waarschijnlijk gebruikt zullen worden. Dit
zou ervoor zorgen dat de controle over de liquidatieprocedure direct wordt afgestemd op de uit de depositobe
scherming voortvloeiende aansprakelijkheid.
2.5. Op risico gebaseerde bijdragen
De ECB steunt ten zeerste dat het voorstel in het hele bankenunie een methodologie invoert voor de berekening
van op risico gebaseerde bijdragen vanuit de medeverzekeringsfase en dat het de Raad opdraagt het bijdrageniveau
van iedere kredietinstelling vast te stellen ten overstaan van alle overige deelnemende kredietinstellingen. Dit
essentieel voor de faire allocatie van bijdrages en de deugdelijke financiering van het EDIS. De risico-omvang
wordt vastgesteld overeenkomstig een methodologie die is gebaseerd op de in het ontwerpartikel 74 quater
bedoelde criteria (1
). Die vaststelling moet rekening houden met het instellingspecifieke risico ten overstaan van
alle overige kredietinstellingen in de bankenunie. De vergelijking van die risico’s in de hele bankenunie en de
aanpassing van de respectieve bijdragen op die basis draagt bij aan de instelling van de juiste prikkels voor zake
lijke beslissingen en beperkt de freeridingrisico’s en moreel risico. Dit is van belang om de bezorgdheid te verlich
ten dat sommige banksectoren door andere banksectoren „gesubsidieerd” zouden kunnen worden.
Van belang is te overwegen of, en zo ja in welke mate, de op risico gebaseerde aanpak tot vaststelling van het
bijdrageniveau tevens de waarschijnlijkheid van inwerkingtreding van depostioverzekering voor een kredietinstel
ling moet weergeven, en met name de waarschijnlijkheid dat het geliquideerd moet worden, en niet afgewikkeld.
Voorts moet het voorstel om redenen van rechtszekerheid regelen hoe bijdragen gebruikt zullen worden die in
sommige lidstaten worden geïnd boven het niveau van het minimumvereiste van 0,8 % van gedekte deposito’s.
2.6. De rol van de ECB bij de vaststelling van het totale bedrag van ex-antebijdragen voor iedere deelnemende DGS
De ECB verwelkomt dat het voorstel bepaalt dat elk jaar gedurende de herverzekerings- en medeverzekeringsperi
ode de Raad de ECB en de nationaal bevoegde autoriteit zal raadplegen vooraleer voor elke DGS het totale bedrag
van ex-antebijdragen vast te stellen dat het van de bij de respectieve DGS aangesloten kredietinstellingen mag
verlangen. Die regelmatige raadplegingen reflecteren de deskundigheid van toezichthouders aangaande de beoor
deling van het risiconiveau van instellingen en de ECB en de nationale bevoegde autoriteiten kunnen er daardoor
voor zorgen dat de procedure voor de berekening en inning van de bijdragen de soliditeit van de bijdragende
kredietinstellingen niet zal ondermijnen.
2.7. Gebruik van middelen
De ECB verwelkomt dat het voorstel het gebruik van middelen vereist, niet slechts voor uitbetalingen, maar ook
in geval van afwikkeling in elk van de drie EDIS-fasen. Dit is van belang om afwikkeling te faciliteren die voor
menig falende bank, of een bank die waarschijnlijk zal falen, van openbaar belang is en derhalve de oplossing die
de voorkeur boven faillissement verdient. Het strookt tevens met Richtlijn 2014/49/EU en Verordening (EU)
nr. 806/2014 die van DGS-en aansprakelijkheid verlangen ten belope van de gedekte deposito’s, mits deposanten
toegang behouden tot hun deposito’s en dat deelname aan de financiering van afwikkeling niet hoger is dan de
verliezen die de DGS-en zouden hebben geleden in geval van insolventie.
Het voorstel moet evenwel expliciteren dat depositosaldi boven de 100 000 EUR, die gedurende ten minste drie
en ten hoogste twaalf maanden tijdelijk beschermd zijn overeenkomstig de wetgeving van de betrokken lidstaat
zoals toegestaan door artikel 6 van Richtlijn 2014/49/EU, door EDIS gedekt moeten worden.
(1
) Dit zijn: a) het niveau van verliesabsorptievermogen van de instelling; b) het vermogen van de instelling aan haar kortetermijn- en lan
getermijnverplichtingen te kunnen voldoen; c) de stabiliteit en diversiteit van de financieringsbronnen van de instelling en haar niet-
bezwaarde zeer liquide activa; d) de kwaliteit van de activa van de instelling; e) het bedrijfsmodel en beheer van de instelling; f) de mate
waarin de activa van de instelling zijn bezwaard.
C 252/4 NL Publicatieblad van de Europese Unie 12.7.2016
5. 2.8. Taak van het EDIS ten opzichte van DGS-en gedurende de gedeeltelijke- en volledigeverzekeringsfases
De instelling van het EDIS zal de toegang tot aanvullende financiële middelen bij DGS-en faciliteren, aanvankelijk
middels her- en medeverzekering en middelen voor dit doel zullen geleidelijk aan in het DIF opgebouwd worden.
Uiterlijk 2024 moeten alle bijdragen die bij de bij DGS-en aangesloten kredietinstellingen geïnd werden direct naar
het DIF in het EDIS gekanaliseerd worden. Luidens Richtlijn 2014/49/EU blijven de nationale stelsels, en niet het
EDIS of het DIF, evenwel volledig aansprakelijk jegens deposantenvergoedingsvorderingen. Het voorstel moet der
halve gedurende de volledigeverzekeringsfase duidelijk een juridische verplichting bepalen dat het EDIS of het DIF
voldoen aan alle benodigde middelen in verband met deposantenvorderingen na een overeenkomstig artikel 41
nonies, lid 2, bij een nationaal DGS gemelde gebeurtenis. De ECB begrijpt dat artikel 41 nonies, lid 1, dat bepaalt
dat „het deelnemende DGS volledig door het EDIS wordt verzekerd”, die verplichting voor het EDIS inderdaad
beoogt. Een duidelijke juridische verplichting behoeft verduidelijking in artikel 41 quaterdecies, lid 2, om te waar
borgen dat de overwogen pro-rata-uitbetaling in geval van meerdere gelijktijdige uitbetalingsgebeurtenissen slechts
de verdeling van direct beschikbare financiële middelen betreft, d.w.z. het EDIS wordt niet ontheven van zijn ver
plichting ten aanzien van de DGS-en om alle uitgaven van de DGS-en te dekken, zulks volgend op de inning van
ex-postbijdragen en/of beroep op alternatieve financieringsmiddelen. Belangrijker is dat dezelfde juridische ver
plichting, zij het beperkt tot het specifieke deel dat is medeverzekerd, ook moet gelden voor de verplichtingen van
het EDIS ten aanzien van de DGS-en gedurende de medeverzekeringsfase. Dit bevestigt tevens dat een budgettair
neutraal overheidsvangnet voor het EDIS noodzakelijk is. Ten slotte moet de tijdspanne waarin de Raad een beslis
sing neemt over de beschikbare middelen krachtens artikel 41 quaterdecies, lid 2, verkort moet worden, aangezien
DGS-en geacht worden de deposanten binnen zeven werkdagen te vergoeden (1
).
2.9. Uitsluiting van dekking door het EDIS
Artikel 41 decies stelt een procedure in voor uitsluiting van een DGS van dekking door EDIS. Uit hoofde van
deze procedure kan de Commissie, handelend op eigen initiatief, dan wel op verzoek van de Afwikkelingsraad of
een deelnemende lidstaat, beslissen dat: a) het deelnemende DGS is de verplichtingen uit hoofde van het voorstel
of de artikelen 4, 6, 7 of 10 van Richtlijn 2014/49/EU niet nagekomen; of b) een deelnemend DGS, de in
artikel 3 van Richtlijn 2014/49/EU bedoelde relevante administratieve autoriteit of een andere relevante autoriteit
van de betrokken lidstaat in verband met een bepaalde aanvraag tot dekking door het Europees depositoverzeke
ringsstelsel heeft gehandeld op een manier die strijdig is met het beginsel van loyale samenwerking dat in
artikel 4, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) is neergelegd.
De ECB ondersteunt dat het voorstel waarborgen verstrekt om ervoor te zorgen dat alle DGS-en voldoen aan hun
respectieve verplichtingen uit hoofde van het nieuwe kader overeenkomstig de nationale implementatie van
Richtlijn 2014/49/EU. Dit is van belang om freeridingrisico’s te vermijden en moreel risico te temperen. Gezien
de hoogte van deze sanctie en de eventuele gevolgen voor deposanten, moet uitsluiting van een nationale DGS
alleen worden overwogen indien dat evenredig is aan de begane inbreuk en opgelegd worden nadat het betrokken
DGS binnen de vastgestelde tijdlimieten niet heeft voldaan aan de tussentijdse rechtshandhavingsacties krachtens
de uit hoofde van het voorstel in te stellen procedures. Inbreuken die een uitsluiting ten gevolge hebben moeten
nauwkeuriger omschreven worden om de rechtszekerheid te vergroten. Andere sancties, waaronder dwangsom
men, kunnen voor geringere inbreuken opgelegd worden. Voorts, indien tot uitsluiting wordt besloten moet er
een deugdelijke regeling zijn om ervoor te zorgen dat de waarborging van adequate bescherming van alle gegaran
deerde deposito’s, de overkoepelende doelstelling, steeds wordt nageleefd. Dit is te meer van belang voor de volle
digeverzekeringsfase als alle bij de deelnemende kredietinstelling geïnde bijdragen direct naar het EDIS overge
boekt worden om ervoor te zorgen dat deposanten er niet slechter afkomen inzake depositobescherming in verge
lijking met de situatie waarin hun DGS geen deel uitmaakte van het EDIS en alle bijdragen op nationaal niveau
waren geaccumuleerd.
In deze context kunnen meerdere oplossingen overwogen worden. Bijvoorbeeld, de bijdragen van het uitgesloten
DGS zouden in het DIF aangehouden kunnen worden en de deposito’s die werden aangehouden op de datum
waarop een DGS werd uitgesloten, zou het EDIS kunnen blijven dekken door ervoor te zorgen dat deposanten
een directe rechtsvordering hebben tegen het EDIS. Als alternatief zou het voorstel een methodologie en proce
dure kunnen instellen krachtens welke de middelen, die werden geïnd van bij het uitgesloten DGS aangesloten
kredietinstellingen, in geval van uitsluiting van die DGS aan die DGS terugbetaald zouden worden. In elk van deze
scenario’s moeten de terug te betalen bedragen, dan wel de beschikbare bedragen om te voldoen aan de directe
vorderingen, geplafonneerd worden om consistent te zijn met de doelstelling van de uitsluitingsclausule. Het voor
stel moet duidelijke richtsnoeren verschaffen aangaande de terugbetalingsprocedure, waaronder het tijdschema en
de methodologie voor de berekening van de terug te betalen bedragen. Deze methodologie zou bijvoorbeeld
(1
) Behoudens overgangsbepalingen die evenwel aan het begin van de volledigeverzekeringsfase eindigen.
12.7.2016 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 252/5
6. voort kunnen borduren op de methodologie voor de repatriëring van bijdragen aan DGS-en krachtens het voor
stel in geval van beëindiging van nauwe samenwerkingsregelingen tussen de ECB en de bevoegde autoriteiten van
de niet-eurogebiedlidstaten binnen het kader van het GTM (1
). Evenzo, de betrokken autoriteit moet — indien niet
voor de terugbetalingsoptie werd gekozen — het recht hebben middelen terug te vorderen van het DIF om bij te
dragen aan een afwikkelingshandeling overeenkomstig Richtlijn 2014/59/EU (2
), indien werd besloten dat een kre
dietinstelling faalt of waarschijnlijk zal falen.
De overwegingen (3
) van het voorstel houden in dat het beginsel van loyale samenwerking, zoals bedoeld in
artikel 4, lid 3, VEU, geldt voor alle betrokken entiteiten, organen en autoriteiten die zijn betrokken bij de toepas
sing van het voorstel. Om redenen van rechtszekerheid zou het evenwel vermeldenswaard kunnen zijn om in
artikel 41 decies te expliciteren dat dit beginsel ook van toepassing is op de Commissie en de Raad. Voorts zou
het voorstel zo opgezet kunnen worden dat vermeld wordt wanneer de voorwaarden krachtens welke dit beginsel
werkzaam is, geacht worden niet te zijn nageleefd, om te zorgen voor adequate waarborgen, voorspelbaarheid van
gevolgen en onnodige risico’s voor de financiële stabiliteit te vermijden.
Tenslotte, artikel 41 decies zou ook kunnen profiteren van de invoering van een procedure en een tijdsbestek om
te volgen wanneer uitsluitingsbeslissingen worden genomen. Dienaangaande zou inspiratie geput kunnen worden
uit de procedure van artikel 258 VWEU (4
). Daarnaast is wellicht verduidelijking nodig aangaande de relatie tussen
de in artikel 41 decies bedoelde uitsluitingsprocedure en de inbreukprocedure uit hoofde van artikel 258. Dien
aangaande zij opgemerkt dat uitsluiting van een DGS zonder repatriëring van de bijdragen die zijn verstrekt door
bij dit DGS aangesloten instellingen zou erop neerkomen dat het betrokken DGS een artikel 10, lid 2 (5
), van
Richtlijn 2014/49/EU automatisch schendt. Dat is het geval omdat luidens ontwerpartikel 74 quater, lid 4, de
bijdragen van de bij een specifieke DGS aangesloten kredietinstellingen storten binnen het EDIS meetellen voor
het minimale streefbedrag dat het deelnemende DGS overeenkomstig Richtlijn 2014/49/EU moet bereiken. Voorts
zijn het niet de DGS-en zelf die moeten voldoen aan bepaalde vereisten van artikel 4, 6, 7 en 10 van
Richtlijn 2014/49/EU, maar veeleer de lidstaten of andere entiteiten, bijvoorbeeld aangesloten kredietinstellingen.
2.10. Terugvordering van de bronnen van het DIF
De procedures voor het DIF voor de terugvordering van de aan een DGS verstrekte middelen in geval van een
uitbetalingsgebeurtenis zijn voornamelijk gekoppeld aan de in nationale insolventieprocedures geïnde bedragen.
De duur van die procedures verschilt aanzienlijk tussen lidstaten, en kan somtijds een vrij lang duren. Nadere
precisering in artikel 41 octodecies ware raadzaam om de Raad in staat te stellen bepaalde rechten uit te oefenen
met betrekking tot nationale insolventieprocedures, aldus ervoor zorgend dat de rechtspositie van de Raad door
de rechtbanken erkend worden. De daadwerkelijke uitoefening van die rechten kunnen eveneens de allocatie van
significante middelen aan de Raad vergen voor de uitvoering van deze taak.
2.11. Vangnetregelingen
Het voorstel voorziet niet in een budgettair neutraal Europees overheidsvangnet voor het EDIS in geval van één of
meerdere uitbetalingsgebeurtenissen die de beschikbare EDIS-fondsen te boven gaan, en ex-postbijdragen of alter
natieve financiering niet snel genoeg aangesproken kunnen worden om een tijdige deposantuitbetaling of de tij
dige betrokkenheid van het EDIS in een afwikkelingsgeval te waarborgen. Zulks houdt in dat enige betalingsver
plichting ten aanzien van deposanten die de door het EDIS verstrekte middelen te boven gaan in beginsel weer
terugvalt op het betrokken DGS, zulks uit hoofde van artikel 10, lid 9, van Richtlijn 2014/49/EU dat van de
lidstaten dat zij ervoor zorgen dat DGS-en over een adequaat alternatief financieringsplan beschikken op basis
waarvan zij kortetermijnfinanciering kunnen verkrijgen waarmee vorderingen jegens die DGS-en kunnen worden
gehonoreerd. De efficiëntie van het hele stelsel berust uiteindelijk op de geloofwaardigheid van nationale
vangnetten.
De ECB is van mening dat een budgettair neutraal gemeenschappelijk overheidsvangnet voor het EDIS uiterlijk
met ingang van de volledigeverzekeringsfase noodzakelijk is om te zorgen voor een uniform hoog niveau van
vertrouwen in depositobescherming onder alle omstandigheden en om daadwerkelijk de bank/nationale overheid-
link op nationaal niveau af te zwakken. Uiteindelijk gaat het vertrouwen op nationale vangnetten voorbij aan het
doel van het voorstel om de banenunie te versterken door in de onderscheiden lidstaten de bank/nationale
(1
) Zie het artikel 1, lid 5, van het voorstel tot wijziging van onder meer artikel 4, lid 3, van Verordening (EU) nr. 806/2014.
(2
) Zie artikel 109 van Richtlijn 2014/59/EU.
(3
) Zie met name overweging 40 van het voorstel.
(4
) Artikel 258 van het Verdrag stelt een procedure in die de Commissie moet volgen indien zij van oordeel is dat een lidstaat een van de
krachtens dit Verdrag op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen: zij brengt dienaangaande een met redenen omkleed advies
uit, na deze lidstaat in de gelegenheid te hebben gesteld zijn opmerkingen te maken. Indien de betrokken lidstaat dit advies niet binnen
de door de Commissie vastgestelde termijn opvolgt, kan de Commissie de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de Euro
pese Unie.
(5
) Artikel 10, lid 2, van Richtlijn 2014/49/EU bepaalt dat dat de beschikbare financiële middelen van een DGS uiterlijk op 3 juli 2024
ten minste een streefbedrag gelijk aan 0,8 % van het bedrag van de gedekte deposito’s van zijn deelnemers belopen.
C 252/6 NL Publicatieblad van de Europese Unie 12.7.2016
7. overheid-link af te zwakken (1
). De oprichting van het EDIS versterkt de bankenunie aanzienlijk door een aanzien
lijk hogere mate van bescherming aan te bieden tegen grote lokale schokken omdat DGS-en toegang hebben tot
gepoolde EDIS-middelen. Bij gebreke van een gemeenschappelijk vangnet zou het EDIS een factor niet kunnen
elimineren die negatieve gevolgen zou kunnen hebben op het deposantenvertrouwen vanwege twijfels aangaande
de geloofwaardigheid van puur nationale vangnetten. En budgettair neutraal gemeenschappelijk overheidsvangnet
is een belangrijke factor om de geloofwaardigheid van het EDIS te waarborgen, en moet geleidelijk ingevoerd
worden overeenkomstig de geleidelijke mutualisatie van depositobescherming. Een deugdelijk gemeenschappelijk
vangnet zou niet alleen de deposanten in lidstaten met een minder gunstige budgettaire situatie geruststellen,
maar zou leiden tot een globaal sterkere EDIS. Een dergelijk vangnet voor het DIF moet het beginsel van budget
taire neutraliteit respecteren, aldus ervoor zorgend dat overheidsmiddelen gerecupereerd worden van de financiële
sector via ex-postbijdragen. Het gebruik van het Europees stabiliteitsmechanisme lijkt een mogelijkheid voor de
oprichting van een budgettair neutraal gemeenschappelijk overheidsvangnet.
2.12. Automatische toegang voor lidstaten die tot het GTM toetreden
Overweging 14 van het voorstel lijkt automatische toegang tot het EDIS te beogen door alle DGS-en die officieel
zijn erkend in een tot het GTM toetredende lidstaat. Terwijl er enerzijds beslist een verplichting moet zijn om
gelijktijdig toe te treden tot alle pijlers van de bankenunie moeten overgangsmaatregelen ingesteld worden om te
zorgen voor een soepele infasering van op een latere datum toetredende DGS-en. Dat waarborgt dat dergelijke
toetredingen geen buitensporige last vormen voor de financieringsregelingen van het EDIS. Bijvoorbeeld, indien
een lidstaat gedurende de late fase van de medeverzekering of gedurende de volledigeverzekeringsfase toegetreden
is, ware het raadzaam te voorzien in een overdracht van de DGS-en naar het EDIS van door het DGS geaccumu
leerde middelen vanaf de inwerkingtreding van het voorstel (of een vooraf vastgelegd deel van die middelen),
zulks overeenkomstig het financieringstraject bedoeld in artikel 41 undecies.
2.13. Informatie-uitwisseling
Het voorstel erkend het belang van de efficiënte informatie-uitwisseling tussen de autoriteiten die zorg dragen
voor een soepele werking van het EDIS, d.w.z. de Raad, de aangewezen autoriteiten, de bevoegde autoriteiten,
waaronder de ECB, en de afwikkelingsautoriteiten door zich uit te spreken voor de afsluiting van memorandum
van overeenstemming (2
), indien noodzakelijk. Gezien het belang van deze kwestie, en teneinde mogelijke obsta
kels voor die informatie-uitwisseling te vermijden, lijkt het noodzakelijk artikel 34 van Verordening (EU)
nr. 806/2014 te wijzigen zodat de DGS-en en de aangewezen autoriteiten expliciet behoren tot de organen en
autoriteiten die recht kunnen doen gelden op informatie-uitwisseling en overeenkomstig dat artikel memorandum
van overeenstemming kunnen afsluiten. Dat kan verwezenlijkt worden door een nieuwe bepaling in het voorstel
in te voegen.
2.14. Technische kanttekeningen en wijzigingsvoorstellen
Indien de ECB wijzigingen van het voorstel aanbeveelt, worden daartoe in een apart technisch werkdocument
specifiek onderbouwde formuleringsvoorstellen opgenomen. Dat omvat tevens de tekst van een wijziging van
Richtlijn 2014/49/EU. Het technische werkdocument is in de Engelse taal beschikbaar op de ECB-website.
Gedaan te Frankfurt am Main, 20 april 2016.
De president van de ECB
Mario DRAGHI
(1
) Zie met name overweging 17 van het voorstel.
(2
) Zie overweging 39 van het voorstel.
12.7.2016 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 252/7