Wolven

1. Gedrag Hond
Les 4
Paraveterinair

2. “Lezen” van honden
• Veiligheid voorop
– Veiligheid van jezelf
– Veiligheid van de hond
– Veiligheid van andere honden, dieren en mensen
• Niet elke hond kan en wil benaderd worden.
– Respecteer dat!

3. Kijken naar de kop en het lichaam
• Het totale “plaatje”
• Kop
– Oren
– Tanden en Snuit
– Bek en Tong
– Blik in de ogen
• Lichaam
– Naar je toe / van je af gericht
– Omhoog / omlaag gericht
– Staart

4. Kop: oren
OERTYPE
Kun je communiceren met deze oren?

5. Kop: tanden en snuit
(kijken naar agressie en angst)
Kun je nog communiceren met deze snuit?

6. Kop: bek en tong
(kijken naar comfort of stress)
Comfort: tong is ontspannen
Gapen kan een uiting van stress of
pijn zijn
Comfort: bek schoonlikken na het eten
Korte likbeweging is een uiting van stress

7. Kop: blik in de ogen
“Schapen, schapen
en nog meer schapen”
“Ik vind jou niet leuk”
“Zodra ze me los laat, ben ik
weg”

8. Lichaam: naar je toe / van je af
gericht

9. Lichaam: omhoog / omlaag gericht
Zelfverzekerde houding
Kenmerkende speelhouding, voorhand laag
Lage houding, achterhand laag

10. Ontspannen hond

11. Bange hond

12. Kop weg draaien Kop weg draaien en blik ontwijken
Likbeweging
Signalen van angst:
Oren plat in de nek

13. Zelfverzekerde agressie

14. Lichaam naar voren gericht, toont zijn tanden
Poot op de rug van de ander leggen is een
uiting van een dominante handeling

15. Angst agressie

16. Onderdanige hond
Ligt op zijn rug.
Tonen van kwetsbare lichaamsdelen zoals hals en buik.
Staart tussen de benen om anus af te dekken.
Geeft zich volledig over.
Likken van de bek van andere hond of gezicht.

17. spelboog

18. 10 gouden regels voor kinderen
 Omhels een hond nooit
 Eerst vragen of je mag aaien
 Ren niet hard op de hond af of voor hem weg
 Kijk de hond niet lang recht in de ogen
 Ga niet op of onder de hond liggen
 Laat de hond met rust als hij eet of slaapt
 Blijf uit de mand
 Aai de hond nooit op zijn kop
 Doe geen stoei of trekspelletjes met de hond
 Ga niet de baas over de hond spelen.

20. Dominantie theorie
Onderdeel gedrag
Hond

21. ‘Dominant’
Latijnse Dominare  (over)heersen, de baas zijn
Daarop is de dominantie theorie zo populair;
men wil de roedelleider of alpha zijn

22. Dominantie theorie
Achterhaald
Drie redenen:
– Welzijn van de hond
– Onderzoek blijkt verkeerd opgezet en
geïnterpreteerd
– Oorsprong van de hond

23. Onderzoek
Schenkel onderzocht in 1947 wolven gedrag in
de dierentuin van Basel.
David Mech nam dit in eerste instantie over
maar eind jaren ‘90 kwam hij met nieuwe
inzichten
– Verklaring David Mech

24. Oude vs nieuwe inzichten
• Lineaire
hiërarchie
• Alpha reu
• Veel conflicten
onderling
• Familie groep
• Hierarchie, maar
niet op basis van
conflicten
• Weinig fysieke
conflicten
• Jong volwassenen
(pubers) verlaten de
groep

25. Dominantie??
Wolven vechten om ‘resources’, niet om hogerop
te komen!!!
Resources:
Speeltje
Ligplaats
Veiligheid
Voedsel
Lust

26. Rol als eigenaar
Je bent een ‘begeleider’
– Niet de baas
– Wel structuur en duidelijkheid
– Regels en omgangsregels
– Jouw feedback op gedrag vd hond bepaalt zijn
gedrag op de langere termijn leerervaring

28. Corrigeren
• Er moeten regels aangeleerd worden.
• Na dat ongewenst gedrag is afgebroken, geef je duidelijk aan wat gewenst
gedrag is.
• Omdat er gesproken is over corrigeren deze dia sheet.
• Een correctie is in de opvoeding echt noodzakelijk. Je hond moet namelijk
leren wat zijn gedrag tot gevolg heeft zodra hij een (bedachte) regel
overtreed. Het verschil zit hem in de wijze van corrigeren!
• Een beloning niet geven = correctie
• Iets leuks weg halen = correctie
• Uit de situatie halen = correctie
• Fysiek geweld toedienen = correctie
• Op de volgende sheet de criteria waaraan een correctie dient te voldoen

29. Regels om te straffen
• Het moet werken en het ongewenste gedrag moet dus afnemen
• De straf moet meteen én op het juist moment worden toegepast.
Timing is dus cruciaal!
• De straf moet het ongewenste gedrag belemmeren
• De straf moet passend zijn voor het ‘vergrijp’
• De hond moet ook te horen krijgen wat hij dan wél moet doen
• De hond moet worden gewaarschuwd voor de straf (anders kans op
learned helplessness = aangeleerde hulpeloosheid: het verschijnsel
waarbij een mens of dier geleerd heeft dat hij geen invloed kan
uitoefenen op de gebeurtenissen die hem overkomen.)
• De trainer moet het ongewenste gedrag herkennen en niet het goede
gedrag bestraffen
• De trainer moet 100% consequent zijn

30. Dominantie
Gedrag van de hond t.o.v. groepsleden hangt
niet af van ‘dominantie’ maar van:
– Relatie met groepsleden
– Resources en het belang daarvan
– Motivatie om resource te houden / krijgen
– Leerervaring t.o.v. gedrag groepsleden

31. Voorbeeld
• Vb: Hond die op de bank ligt
– Bank = Resource
= geeft prettig gevoel
= leer op én vd bank als iets leuks!
Gromt hond op de bank?
1: hoe staat het met de sociale band?
2: Wat heeft hond geleerd over de resource vd
eigenaar bij die bank?

32. Buiten de groep
• Dominantie  hiërarchie  sociale structuur
Een hond die buiten de groep ‘dominant’ is, kan
zelfs volgens de oude dominantie theorie niet!

33. Dominantie
Gedrag van de hond buiten de groep heeft vaak
te maken met:
• Onbekende honden:
– Geen remming door sociale band
– Geen kennis over wat ander belangrijk vindt
– Gaat vaak over resource:
- Veiligheid
- Plek / geur
- andere hond
- aandacht

34. Dominantie
Dominantie zegt dus iets over de relatie
tussen twee individuen. Degene dit de meeste
conflicten over resources wint is dominant
over het andere individu.
Een ‘dominante hond’ bestaat dus niet

35. Wat dan wel?
Niet de baas willen zijn, maar meer als leider.
Begeleiden in de opvoeding en grenzen
aangeven/afbakenen.

36. Bronnen
• Boek: ‘Dit is de hond’
• Boek: ‘Een hondenleven lang
fysiek en mentaal in balans.’ (reeks)
• Artikel van Apdt.bene
• Site: doggo.nl
• Diverse gevolgde lezingen
door vooraanstaande gedrags-
deskundigen
• Lees deze bronnen
voor verdieping!

37. Vragen