Hoeveel tractoren bezaten landbouwers in België aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog? Of bij het begin van de eenentwintigste eeuw? Het lijken eenvoudig te beantwoorden vragen, maar schijn bedriegt. Meerdere bronnen moesten worden geraadpleegd om jaar na jaar een concreet cijfer te kunnen bepalen, of een 'best guess' naar voren te schuiven. In elk geval lukte het om voor het eerst een mooi overzicht te maken van het aantal tractoren in België, ingezet in de landbouwsector, sinds het begin van het interbellum.
De tractor in cijfers. Statistieken over landbouwtractoren in België
1. De tractor in cijfers
Statistieken over landbouwtractoren in België
2. De tractor in cijfers.
Statistieken over landbouwtractoren in België
Cover: Ford 3000 tractoren rijden aan de Noorderlaan in Antwerpen op de trein voor export, 1968.
FelixArchief/Stadsarchief Antwerpen.
3. De tractor in cijfers 1
INHOUDSTAFEL
1 De tractor in cijfers?........................................................................................................................ 2
2 Bronnen........................................................................................................................................... 3
2.1.1 Literatuur......................................................................................................................... 3
2.1.2 Periodieken...................................................................................................................... 4
3 Aantal tractoren .............................................................................................................................. 5
3.1 Het totaal aantal tractoren in België....................................................................................... 5
3.2 Aantal tractoren per bedrijfsgrootte....................................................................................... 9
3.3 Aantal tractoren per landbouwstreek................................................................................... 11
3.4 Aantal tractoren per provincie.............................................................................................. 13
4 Aantal landbouwpaarden.............................................................................................................. 15
4.1 Totaal aantal landbouwpaarden ........................................................................................... 15
4.1.1 Aantal landbouwpaarden versus tractoren................................................................... 16
4. 2 De tractor in cijfers
1 De tractor in cijfers?
Hoeveel tractoren bezaten landbouwers in België aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog? Of
bij het begin van de eenentwintigste eeuw? Dat zijn de vragen waar dit document een antwoord op
wil bieden. Er wordt een overzicht gegeven van het aantal landbouwtractoren in België doorheen de
tijd, maar ook van het aantal tractoren per bedrijfsgrootte, per provincie en per landbouwstreek.
Het tractorbezit in Belgische landbouwkringen in de jaren 1921-2013 kan ruwweg worden
onderverdeeld in vier fasen. Tussen begin jaren 1920 en eind jaren 1940 steeg het aantal tractoren van
enkele honderden tot enkele duizenden. Vooral tijdens de tweede helft van de jaren 1940
manifesteerde zich een eerste groeispurt. Maar in vergelijking met de ontwikkelingen tussen 1950 en
circa 1980 stelde dat weinig voor. Toen vertienvoudigde het aantal tractoren, van circa 9700 naar
107.000 exemplaren. Dat gebeurde vooral tijdens de jaren 1950-1960; het volgende decennium
vertraagde de groei. En tijdens de jaren 1980, die we kunnen omschrijven als de derde fase, viel die
nagenoeg stil. Het aantal tractoren in de primaire sector plafonneerde rond 110.000 stuks. Vanaf dan
zette zich een dalende trend in, wat natuurlijk te verklaren valt door het zienderogen afnemen van het
aantal boerenbedrijven. Maar laat ons niet vergeten: de voorbije decennia zijn het vermogen, de
prestaties en de mogelijkheden van de tractor spectaculair toegenomen.
De verzamelde statistieken bieden niet alleen, na wat puzzelen, een overzicht van de tractorevolutie
in België. Ook de landbouwpaarden komen aan bod; zij kenden een sterke terugval na de Tweede
Wereldoorlog, uiteraard gelinkt aan de forse stijging van het aantal tractoren. Net als bij de tractoren
worden gegevens voorgesteld van het aantal landbouwpaarden per bedrijfsgrootte, per provincie en
per landbouwstreek.
Tot slot zijn ook ander gemotoriseerde landbouwwerktuigen opgenomen in dit overzit. Het aantal
motoculteurs of eenassige tractoren, die tussen 1948 en 2000 vrijwel elk jaar werden geregistreerd in
de landbouwtellingen, steeg tot in de jaren 1970 redelijk snel. In het daaropvolgende decennium nam
het aantal motoculteurs een plotse duik, om vervolgens geleidelijk te dalen. De landbouwjeeps, veelal
overgenomen van het Amerikaanse leger, waren een tijdlang populair in de Belgische landbouw en
werden daarom vanaf 1948 tot 1969 opgenomen in de landbouwstatistieken. Tot en met 1959 nam
het aantal landbouwjeeps geleidelijk toe, maar daarna manifesteerde zich een snelle daling. In 1969,
de laatste keer dat ze werden geteld, waren er volgens de landbouwstatistiek nog 1905 jeeps actief in
de Belgische landbouwsector.
5. De tractor in cijfers 3
2 Bronnen
Het achterhalen van het aantal landbouwtractoren was geen eenvoudige klus. Meerdere bronnen
moesten worden geraadpleegd om jaar na jaar een concreet cijfer te kunnen bepalen, of een best
guess naar voren te schuiven. In elk geval lukte het om voor het eerst een mooi overzicht te maken
van het aantal tractoren in België, ingezet in de landbouwsector, sinds het begin van het interbellum.
Voor de meest recente periode zijn echter geen jaarlijkse data beschikbaar. Of met andere woorden,
we zijn beter ingelicht over de situatie een halve eeuw geleden dan over de jongste jaren. Vanaf 1946
werd het aantal tractoren vrij systematisch bijgehouden door het Nationaal Instituut voor de Statistiek
(NIS) en het Landbouweconomisch Instituut (LEI).
De gepubliceerde cijfers zijn evenwel niet altijd consistent. Zo kon worden vastgesteld dat in de jaren
1940-1950 het aantal tractoren in een welbepaald jaar soms werd bijgesteld in de daaropvolgende
jaartelling. De definitieve aantallen voor 1950, bijvoorbeeld, moesten dus worden gezocht in de telling
van 1951. Gedurende de jaren 1950-1965 maakten de statistische uitgaven ook een onderscheid
tussen ‘tractoren’ en ‘dorstractoren’. Het blijft onduidelijk of de dorstractoren naderhand werden
meegeteld als ‘gewone’ tractor, of dat ze eenvoudigweg niet meer werden opgenomen in de telling
wegens weinig relevant. Ook de registratie van het aantal tractoren naargelang bedrijfsgrootte verliep
weinig consistent doorheen de tijd. De verschillende categorieën van bedrijfsgrootte waren niet altijd
op dezelfde manier gedefinieerd. En dit maakte het natuurlijk niet eenvoudig om een eenduidige,
langetermijn evolutie te reconstrueren.
2.1.1 Literatuur
De Widt R.A., ‘La mécanisation agricole aux Pays-Bas et en Belgique/Landbouwmechanisatie in België en
Nederland’, in: Mécanique agricole/Landbouwmechanica, nr. 16, december 1954, p. 19-24.
Leplae E., ‘Rapport préliminaire sur l’enquête relative à l’emploi des tracteurs mécaniques en Belgique pendant
l’année 1919-1920’, in: Conseil supérieur de l’agriculture. Assemblée générale du 17 janvier 1921, Brussel, 1921,
p. 45-63.
Vander Vaeren, J. (1951). Les principaux progrès techniques réalisés en agriculture durant cinquante ans (1900 -
1950), Bruxelles: Impr. Van Keerberghen, p. 2.
Van Mol J.-J., Le paysan et la machine. Innovations techniques en agriculture en Belgique aux 19e et 20e siècles,
Treignes, 1998, p. 73.
‘Quel est à ce jour le terrain conquis chez nous par le tracteur’, in: Le Sillon Belge, nr. 277, 3 november 1947, p.
7 (cijfer 1942).
6. 4 De tractor in cijfers
2.1.2 Periodieken
Algemene landbouwtelling van 1950, deel V, uitkomsten van de tweede fase der telling 31 december 1950,
samenstelling der landbouwers-gezinnen, arbeidskrachten, landbouwmaterieel en –installaties, NIS, Brussel,
1954.
Algemene landbouw- en bostelling van 1959, boekdeel VI, resultaten van de eerste fase van de telling (15 mei
1959), machines en inrichtingen, NIS, Brussel, 1963.
Algemene landbouw- en bosbouwtelling van 1970, boekdeel III. Telling op 15 mei: Materieel, NIS, Brussel, 1976.
De Landbouwstatistiek, NIS, 1950-1966.
Landbouwstatistieken, NIS, 1969-2006.
Landbouwstatistieken, NIS, 1970-1973, voortgezet als LEI-statistieken, 1974-1981.
Landbouwstatistieken, maandschrift, nrs. 6-7 en 9-10, NIS, Brussel, 1981.
Landbouwstatistieken, maandschrift, nrs. 1-2-3: landbouw- en tuinbouwtelling op 15 mei 1990, NIS, Brussel,
1991.
Landbouwstatistieken, landbouw- en tuinbouwtelling op 15 mei 1992, NIS, Brussel, 1993
Landbouwstatistieken, landbouw- en tuinbouwtelling op 15 mei 1996, NIS, Brussel, 1997.
Landbouwstatistieken, landbouw- en tuinbouwtelling op 15 mei 1999, NIS, Brussel, 2000.
Landbouwstatistisch jaarboek, LEI, 1985-1996.
Landbouwstatistisch jaarboek, CLE, 1997-2000.
Landbouw- en tuinbouwtelling op 15 mei 1979, structurele aspecten, boekdeel I (het Rijk, Vlaams Gewest, Waals
Gewest, Brussels Gewest), NIS, Brussel, 1981.
Statistisch landbouwjaarboek van België, 1946-1949.
7. De tractor in cijfers 5
3 Aantal tractoren
3.1 Het totaal aantal tractoren in België
Het totaal aantal tractoren beslaat alle tractoren die in de landbouw worden gebruikt. Het cijfer bevat daarom ook de dorstractoren, die in de
landbouwstatistieken vaak als een aparte categorie worden beschouwd. Deze totaalcijfers kunnen dus verschillen met de totalen uit de
landbouwstatistieken. Waar mogelijk, werden de cijfers (verderop in de tabel) opgesplitst voor meer duidelijkheid.
0
20 000
40 000
60 000
80 000
100 000
120 000
1920
1923
1929
1941
1942
1945
1946
1947
1948
1949
1950
1951
1952
1953
1954
1955
1956
1957
1958
1959
1960
1961
1962
1963
1964
1965
1966
1967
1968
1969
1970
1971
1972
1973
1974
1975
1976
1977
1978
1979
1980
1981
1982
1983
1984
1985
1986
1987
1988
1989
1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2003
2005
2013
11. De tractor in cijfers 9
3.2 Aantal tractoren per bedrijfsgrootte
De totalenrij in deze tabel verschilt van de totaalcijfers per jaar in de tabel in 3.1., omdat in de onderstaande tabel de dorstractoren en de tractoren
bij ‘bedrijven zonder teelt’ niet zijn meegeteld.
De registratie van het aantal tractoren naargelang bedrijfsgrootte verliep weinig consistent doorheen de tijd. De verschillende categorieën van
bedrijfsgrootte waren niet altijd op dezelfde manier gedefinieerd. En dit maakte het natuurlijk niet eenvoudig om een eenduidige,
langetermijnevolutie te reconstrueren.
1929 1947 1950 1959 1970 1979 1980 1990 1992 1996 1999
Oppervlakte
bedrijf
< 1 ha 78 1745 2574 3088 2477 1875
1-5 ha 137 9067 10829 11673 12535 11303 11508
0-3 ha 312 940
3-5 ha 186 1677
< 5 ha 215 498 2617 10812 13403 14761 15012 13178 11508 11264
5-10 ha 102 533 6739 16582 14677 14587 12966 11945 10234 9347
10-20 ha 107 115 1579 14917 30593 30543 30594 25286 23046 18673 16768
20-30 ha 66 193 1616 6442 15023 19178 19348 19939 18650 16896 15443
30-50 ha 148 388 1670 4224 9985 15623 15983 19772 19840 21643 21888
50-100 ha 427 853 1645 3165 5220 8179 8337 11654 12368
50-80 ha 11845 13571
> 80 ha 6473 7871
> 100 ha 251 286 518 875 1352 2029 2134 2993 3005
Totaal aantal
tractoren
1316 1873 8059 38979 89567 103632 105744 107622 102032 97272 96152
12. 10 De tractor in cijfers
0
20000
40000
60000
80000
100000
120000
1929 1947 1950 1959 1970 1980 1990 1999
Evolutie: aantal tractoren in België per bedrijfsgrootte
< 5 ha 5-10 hectare 10-20 hectare 20-30 hectare
30-50 hectare 50-100 hectare > 100 hectare Totaal aantal tractoren
0
5000
10000
15000
20000
25000
30000
35000
1929 1947 1950 1959 1970 1980 1990 1999
Aantal tractoren in België per bedrijfsgrootte
< 5 ha 5-10 hectare 10-20 hectare 20-30 hectare 30-50 hectare 50-100 hectare > 100 hectare
13. De tractor in cijfers 11
3.3 Aantal tractoren per landbouwstreek
De totalenrij in deze tabel verschilt van de totaalcijfers per jaar in de tabel in 3.2., omdat in de onderstaande tabel de tractoren bij ‘bedrijven zonder
teelt’ wel zijn meegeteld in de oorspronkelijke statistieken.
1947 1948 1950 1959 1970 1979 1980 1990 1992 1996 1999
Streek
Duinen en polders 33 149 454 1712 4077 4642 4809 5384 5035 4760 4732
(Vlaamse)
zandstreek
44 86 480 2724 9572 14359 15520 17800 17267 16981 16810
Kempen 49 50 246 1662 6117 8680 8838 8965 8356 8284 8213
Zandleemstreek 246 443 1406 8067 21425 26286 27031 28619 27660 26598 26082
Leemstreek 817 1256 3015 11775 22088 23027 23001 22144 21204 19787 19387
Weidestreek (Luik) 46 89 336 2292 5195 5356 5263 4534 4048 3737 3797
Henegouwse
Kempen
3 55 94 93 97 91 90 79 73
de Condroz 507 689 1252 4362 6830 6513 6495 5970 5609 5241 5087
Hoge Ardennen 59 1411 3236 3411 3404 3033 2541 2331 2430
Weidestreek
(Fagne/Venen)
53 36 67 535 945 921 948 915 870 784 782
de Famenne 45 88 323 1824 3211 3222 3239 3117 2922 2731 2762
de Ardennen 18 44 321 2925 6248 6605 6559 6556 5942 5624 5740
Jura 97 874 1754 1833 1820 1757 1664 1540 1568
Mergelstreek 15 26
Totaal aantal
tractoren
1873 2956 8059 40218 90792 104948 107024 108885 103208 98477 97463
14. 12 De tractor in cijfers
0
5000
10000
15000
20000
25000
30000
35000
1950 1959 1970 1980 1990 1999
Aantal tractoren in België per landbouwstreek
Duinen en polders (Vlaamse) zandstreek Kempen Zandleemstreek
Leemstreek Weidestreek (Luik) Henegouwse Kempen de Condroz
Hoge Ardennen Weidestreek (Fagne/Venen) de Famenne de Ardennen
Jura
15. De tractor in cijfers 13
3.4 Aantal tractoren per provincie
De totalenrij in deze tabel verschilt van de totaalcijfers per jaar in de tabel in 3.2., omdat in de onderstaande tabel de tractoren bij ‘bedrijven zonder
teelt’ wel zijn meegeteld in de oorspronkelijke statistieken.
1947 1948 1950 1959 1970 1979 1980 1990 1992 1996 1999
Provincie
Antwerpen 52 90 268 1491 5354 8001 8328 8723 7702 7689
Brabant 279 418 995 5230 13024 14566 14665 13846 11138
Vl. Brabant 8634 8051
W. Brabant 3118 3087
West-Vl. 149 376 1210 5646 14182 18400 19242 22172 21252 21127
Oost-Vl. 35 80 501 2651 8715 12043 12956 14553 14108 13779
Henegouwen 310 518 1532 7045 14198 15109 15130 14704 13092 13079
Luik 386 585 1361 6847 12564 12620 12433 11074 9104 9232
Limburg 56 90 414 2385 6390 7684 7788 7856 7488 7392
Luxemburg 58 104 451 3847 8122 8617 8570 8331 7234 7390
Namen 548 695 1327 5076 8243 7908 7912 7626 6705 6595
Vlaanderen 56682 63498 60991 58038
Wallonië 48215 45330 42183 39383
Brussels
gewest
51 57 34 40 42
TOTAAL 1873 2956 8059 40218 90792 104948 107024 108885 103208 98477 97463
16. 14 De tractor in cijfers
0
5000
10000
15000
20000
25000
1947 1948 1950 1959 1970 1980 1990 1999
Aantal tractoren in België per provincie
Antwerpen Brabant West-Vlaanderen Oost-Vlaanderen Henegouwen Luik Limburg Luxemburg Namen
18. 16 De tractor in cijfers
4.1.1 Aantal landbouwpaarden versus tractoren
De komst van de tractor betekende een radicale breuk met de manier waarop al eeuwen aan landbouw
werd gedaan. Vanaf de jaren 1950 nam de machine meer en meer het werk over. Het trekpaard, tot
dan toe de belangrijkste krachtleverancier, kwam in de verdrukking.
Aantal landbouwpaarden Aantal tractoren
Jaartal
1920 217878 300
1923 267369 450
1929 298725 1373
1941 239888 1000
1945 249826 2148
1950 243795 9694
1955 194506 24500
1960 159172 44188
1965 107826 65235
1970 73315 90792
1975 36197 95388
1980 20776 107024
1985 14366 108583
1990 7900 109461
1995 5655 102408
2000 6044 96271
2005 4496 95010
2013 4458 80352
0
50000
100000
150000
200000
250000
300000
350000
1920 1923 1929 1941 1945 1950 1955 1960 1965 1970 1975 1980 1985 1990 1995 2000 2005 2013
Aantal landbouwpaarden vs. tractoren in België
aantal landbouwpaarden aantal tractoren