Dit rapport maakt deel uit van een opdracht van de Provincie West-Vlaanderen en de Stad Waregem aan het Centrum Agrarische Geschiedenis. Binnen het kader van het provinciaal project ‘Agrarische erfgoedcollecties in West-Vlaanderen’ kwam de vraag van de stad Waregem om hun kleine landbouwcollectie (ca. 120 stuks) in het traject op te nemen.
Het project werd uitgevoerd door Brecht Demasure onder leiding van prof. dr. Yves Segers, Interfacultair Centrum voor Agrarische Geschiedenis (ICAG), KU Leuven en vzw Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG).
3. COLOFON
Registratie en evaluatie van de landbouwcollectie Waregem
Dit rapport maakt deel uit van een opdracht van de Provincie West-Vlaanderen en de Stad Waregem
aan het Centrum Agrarische Geschiedenis.
Het project werd uitgevoerd door Brecht Demasure onder leiding van prof. dr. Yves Segers,
Interfacultair Centrum voor Agrarische Geschiedenis (ICAG), KU Leuven en vzw Centrum Agrarische
Geschiedenis (CAG).
Leuven, 2015
Een digitale versie van dit rapport is beschikbaar op www.hetvirtueleland.be.
Voor meer informatie:
Brecht Demasure, Centrum Agrarische Geschiedenis vzw
Atrechtcollege, Naamsestraat 63, 3000 Leuven
brecht.demasure@cagnet.be
+32 16 32 35 42
Omslagillustratie: maaimachine (WAR0002)
D/2015/11875/2
8. 7
Inleiding
Binnen het kader van het provinciaal project ‘Agrarische erfgoedcollecties in West-Vlaanderen’ kwam
de vraag van de stad Waregem om hun kleine landbouwcollectie (ca. 120 stuks) in het traject op te
nemen. De provincie West-Vlaanderen wil de problematiek van het agrarische erfgoed structureel
aanpakken in het kader van het regionale depotbeleid. In opdracht van de provincie werkt CAG in de
periode 2014-2016 aan een provinciaal collectie- en depotbeleid voor agrarische collecties. De
klemtoon ligt op registratie, waardering, selectie en valorisatie.
De Waregemse landbouwcollectie past ideaal in dit verhaal. De eerste contacten tussen het
Stadsarchief Waregem – de collectiebeheerder – en CAG dateren van begin 2014. Op 12 februari
2014 bracht stafmedewerker Roerend Erfgoed Bert Woestenborghs een bezoek aan de collectie. Hij
stelde een korte analyse op met enkele bevindingen en conclusies. Onder andere omwille van de
goede bewaaromstandigheden werd beslist om de volledige collectie te inventariseren. Op 30 maart
2015 brachten Bert Woestenborghs en projectmedewerker Brecht Demasure een plaatsbezoek aan
de collectie. Veel achtergrond over de collectie is evenwel niet gekend. De registratie in Waregem
werd gefinancierd door de provincie West-Vlaanderen.
Naar analogie met de registratie van de landbouwcollecties van de gemeente Heuvelland, het
voormalige Landbouwmuseum Leiedal (Kortrijk) en van de Provinciale Collectie Domein
Bulskampveld werd een inhoudelijke objectregistratie op wetenschappelijk niveau voor alle
betrokken objecten gemaakt. Tijdens de registratie werd bijzondere aandacht geschonken aan de
toestandsbeschrijving van elk stuk. Op basis daarvan werd een collectieprofiel opgesteld. De
ontsluiting van de gegevens gebeurt via twee specifieke online erfgoeddatabanken: Het Virtuele Land
(CAG) en Erfgoedinzicht (provinciale erfgoeddatabank en –website).1
Achtergrond collectie
Veel contextinformatie is niet beschikbaar over de collectie. Ze is ondergebracht op twee locaties: in
een loods op het stedelijke containerpark (Lindestraat 75, Waregem) en op het Goed te
Nieuwenhove (Platanendreef 16, Waregem). De loods op het containerpark is winddicht en watervrij
en een goede bewaarplaats. Doordat veel tuigen met plastiek afgedekt zijn, valt het probleem van
stof redelijk mee. Op het Goed staan de stukken in een windvrije schuur. Stof heeft er wel vrij spel.
De meeste landbouwobjecten in de loods op het containerpark werden in het midden van de jaren
1990 in één lot aangekocht en samengeplaatst, maar van enige samenhang lijkt geen sprake. De
verzameling werd gekocht van de neef van een toenmalig schepen van de stad Waregem. Het is
onduidelijk of het gaat om familie-erfgoed, dan wel landbouwerfgoed door de familie verzameld. De
verzameling zou afkomstig zijn uit Anzegem. Ook twee boerenwagens maakten deel uit van het lot
maar werden direct naar het Bloso-domein in Waregem verplaatst om te fungeren als decor bij
military-wedstrijden.2
De collectie in het containerpark groeide verder aan door losse stukken die uit
de regio kwamen. Bij het opzetten van een tentoonstelling werden wellicht ook schenkingen
ontvangen. Helaas werden de schenkingen of aankopen niet geregistreerd.
1
Zie www.hetvirtueleland.be en www.erfgoedinzicht.be.
2
De twee boerenwagens bevinden zich (wellicht) nog steeds op het Bloso-domein in Waregem. Deze wagens
zijn niet in het registratieproces opgenomen omdat hun bestaan pas gesignaleerd werd nadat de fysieke
objectregistratie was afgerond.
9. 8
In het Goed te Nieuwenhove zijn verschillende collecties bij elkaar gebracht. Zo was er de
verzameling van hoefsmid Vandenhende. Het materiaal van de familie Ameye – de voormalige
bewoners van de boerderij – was er eveneens gestockeerd. Ook enkele schenkingen en aankopen
(vb. van de familie Hooghe) werden er bewaard. Zo kocht de stad enkele landbouwtuigen aan
waarvan nog sporen in verslag- of aankoopboeken moeten te vinden zijn. Na de renovatie van het
Goed is er veel materiaal verplaatst en verdween alle context. De meeste stukken zijn overgebracht
naar de loods op het containerpark. Een gedeelte is wellicht verloren gegaan. Tijdens de registratie
van CAG bevonden zich nog slechts een achttal tuigen op het Goed te Nieuwenhove.
Fasering van het project
Verkennend plaatsbezoek: 12 februari 2014
Voorbereidend plaatsbezoek: 30 maart 2015
Fysieke registratie: 1-4 juni 2015 (door twee CAG-medewerkers)
Digitale registratie: 20-28 augustus 2015
10. 9
1 Fysieke registratie
Doordat CAG al behoorlijk wat expertise heeft in verband met de registratie van landbouwcollecties,
was het duidelijk hoe de fysieke registratie van de landbouwcollectie Waregem best werd aangepakt.
Er werd een blanco veldwerkfiche opgesteld met alle belangrijke elementen voor een
basisregistratie, gebaseerd op de velden van het registratieprogramma Adlib. Aangezien de stukken
niet genummerd waren, bracht CAG zelf een nummering aan (WAR0001, WAR0002…). Volgende
gegevens werden genoteerd indien beschikbaar: objectnaam, vervaardiger, datering van/tot,
compleetheid, toestand (goed, redelijk, matig of slecht) met specifieke schadebeelden, fysieke
beschrijving, materiaalsoort, afmetingen, opschriften en huidige standplaats.
In de loods bij het containerpark werd een fotografieachtergrond opgebouwd. In de hoek van de
loods werd wit papier aan de muren bevestigd met tape. Voor de belichting deden we beroep op de
lampen van de provincie West-Vlaanderen en op de lichten van CAG zelf. De duistere hoek werd zo
optimaal verlicht wat een goed contrast met het (meestal) donkere tuig opleverde. In het Goed te
Nieuwenhove werden verplaatsbare rekken gebruikt waaraan wit papier werd bevestigd. De stukken
in het Goed waren zware en moeilijk verplaatsbare tuigen, vandaar dat een mobiele opstelling
aangewezen was.
Voor de eigenlijke registratie werden de stukken gefotografeerd met een digitale reflexcamera. Er
werden steeds ten minste twee foto’s genomen: één basisfoto en één documentatiefoto met
schaallat. Markante details of speciale kenmerken werden steeds afzonderlijk gefotografeerd. Logo’s,
fabrikantennamen en andere opschriften fotografeerden we steeds apart. In de mate van het
mogelijke fotografeerden we de objecten en machines steeds vanuit dezelfde hoek. De objecten
werden met de voorzijde naar dezelfde hoek gericht.
In totaal werden 119 objectnummers toegekend. Maar in realiteit is de collectie iets omvangrijker,
omdat identieke objecten of objecten waarvan meerdere stuks voorhanden waren (bijvoorbeeld
melkbussen), onder één nummer werden samengebracht.
Links: In de loods bij het containerpark stonden de objecten voor de registratie dicht bij elkaar.
Rechts: Mobiele opstelling in het Goed te Nieuwenhove tijdens de registratie van een blaasbalg (WAR0118).
11. 10
2 Digitale registratie
De digitale registratie van de landbouwcollectie Waregem gebeurde, zoals hoger aangehaald, in het
programma Adlib. Adlib is een collectiebeheersysteem dat internationaal en ook in Vlaanderen door
tal van bibliotheken, musea en archieven gebruikt wordt. In opdracht van de Provincies Oost- en
West-Vlaanderen ontwikkelde Picturae met Adlib Information Systems als onderaannemer een
centrale erfgoeddatabank en –website die gehost worden in Nederland. De registratiesoftware is
toegankelijk via een extern bureaublad (remote desktop via internet). Met andere woorden: de
gegevens werden in Leuven ingevoerd, met de nodige expertise dicht bij de hand. De geregistreerde
gegevens worden ontsloten via de website www.erfgoedinzicht.be die aan de centrale databank
gekoppeld is. Ook via www.hetvirtueleland.be, de erfgoedbank van CAG, wordt de informatie voor
een breed publiek ontsloten.
De gegevens van de collectie werden ingevuld volgens het Invulboek van Erfgoedinzicht (het
voormalige MovE - Musea Oost-Vlaanderen in Evolutie).3
Voor elk veld voorziet het Invulboek een
uitgebreide toelichting. Het Invulboek maakt het onderscheid tussen een minimale, een basis- of een
uitgebreide registratie. We vertrokken vanuit de basisregistratie met enkele aanvullingen.
In augustus 2015 werden de geregistreerde en gefotografeerde objecten in Adlib ingevoerd en
aangepast. De genomen foto’s werden aan het record toegevoegd. Een goede (inhoudelijke)
beschrijving heeft meerwaarde aan het object. In dit veld wordt de werking van het voorwerp
beschreven alsook zijn historische ontwikkelingscontext. Hier werd extra aandacht aan besteed.
Links: een goed bewaarde aardappelrooimachine (WAR0003).
Rechts: een deegtrog voor huishoudelijk gebruik (WAR0029).
3
Invulboek Erfgoedinzicht, www.museuminzicht.be/public/musea_werk/invulboek/.
12. 11
3 Collectieprofiel
De kleine landbouwcollectie van Waregem is met z’n 120 stuks in vergelijking met andere West-
Vlaamse landbouwcollecties niet samenhangend en niet volledig representatief. De verzameling is
trouwens ruimer dan landbouw alleen: ook objecten in verband met voeding (10-tal) en ambachten
(15-tal) zijn aanwezig.
Er zijn zo’n 30 relatief grote werktuigen, waarvan er acht op het Goed te Nieuwenhove worden
bewaard. In de loods bij het containerpark zijn het quasi allemaal akkerbouwwerktuigen en ofwel
door het paard getrokken ofwel manueel bediend: wentelploeg, maaimachine (graan/gras) (2),
aardappelrooimachine (2), aardappelplantmachine, zaaimachine (door paard getrokken),
schoffelmachine, eg, cultivator, aanaardploeg, rooiploeg, zaaimachine (manueel, 2) en wanmolen (4).
Er is ook een voorraadkist (voeder), beerton, tuimelkarn, zakkenlift, kruiwagen en sjees. In het Goed
te Nieuwenhove zijn een dorsmachine, cultivator, een voorlopig nog onbekend sleeptuig, wanmolen,
hoefstal, bakoven, stationaire motor en blaasbalg bewaard. Over het algemeen is geen van de
hierboven vermelde stukken zeldzaam. Ze zijn allemaal wel meer dan behoorlijk bewaard. Behalve
beperkte roestvorming en de obligate sporen van (oude) houtworm, is er weinig verval of schade te
merken. Bovendien zijn de meeste tuigen volledig, met soms ook de bijpassende stukken (dissel,
ploegslede). Enkele werktuigen lijken trouwens vrij oud te zijn (en dateren van voor de Eerste
Wereldoorlog). Amper een handvol stukken is voorzien van een fabrikantennaam en daarvan komen
slechts enkele effectief uit de regio.
Daarnaast zijn er ook zo’n 90-tal kleinere objecten en handwerktuigen bewaard. Opvallend is vooral
het grote aandeel van objecten gerelateerd aan graan en brood (ongeveer éénderde). Zo zijn er vier
pikken, twee pikhaken, twee sikkels, één zeis en twee dorsvlegels in de collectie. Het haarspit (2) en
haarhamer dienen om het blad van de handwerktuigen te slijpen. Daarnaast zijn er ook vier grote
graanzeven. De zeven zijn vrij oud maar verkeren nog in een prima toestand. Andere
landbouwcollecties (bijvoorbeeld Bulskampveld) beschikken niet over graanzeven in dergelijke goede
staat. Verder zijn er nog drie graanmolentjes en een graanschop. Specifiek voor het bakken en
verwerken van brood is er wel wat materiaal: kneedtrog (3), ovenpaal (2), rakelijzer, deegschop (2),
broodsnijmachientje en broodmes. Doorgaans zijn deze voorwerpen redelijk goed bewaard. Ze zijn
zeker niet zeldzaam, een exacte ouderdom is niet gekend.
De overige handwerktuigen en objecten van de verzameling zijn onder andere een planthout,
bietenrooivork (3), beerlepel, aardappelstamper, voederbak (big) (3) en melkbussen (4). Er zijn zes
zwenghouten waarvan vier met kettingen. Deze objecten zijn in een behoorlijke tot matige staat en
niet bijster uitzonderlijk. Niet rechtstreeks aan landbouw gerelateerd zijn de brugbalansen (3) en
gewichten. De Landbouwcollectie Waregem beschikt wel over een opmerkelijke verzameling wielen
van wagens. Er zijn 10 wielen verspreid over 7 objectnummers. Tot slot zijn er een tiental objecten
met een duidelijke ambachtelijke focus: dissel (lange steel), dissel (korte steel), guts, trekmes,
blokschaaf, spanzaag (2) en trekzaag (3). Veel van die handwerktuigen werden gebruikt door de
klompenmaker of de wagenmaker.
Objecten dateren is een moeilijke aangelegenheid. Slechts weinig objecten bevatten een concrete
datum van vervaardiging. Meestal is het enkel mogelijk om een indicatieve begin- en einddatum van
fabricage vast te stellen. De meeste stukken kunnen ruwweg gedateerd worden in de periode 1901-
1950. Daarna komen de stukken uit de periode 1880-1920 en 1950-1980. Tijdens de digitale
registratie werd de datering van de stukken in de mate van het mogelijke verder verfijnd.
13. 12
4 Waardering
Voor de Waregemse landbouwcollectie kan een waardering op collectieniveau gemaakt worden. Het
plan dat uitgewerkt is in de publicatie Op de museale weegschaal. Collectiewaardering in zes stappen
en die een nieuwe systematiek van waardering beoogt, kan immers naast objecten ook op
(deel)collecties worden toegepast.4
Vier groepen van criteria zijn te onderscheiden. In de eerste
plaats zijn dat de formele of fysieke kenmerken van het object (toestand, compleetheid,
herkomstinformatie en graad van zeldzaamheid). Toetsing aan deze kenmerken leidt tot een
beschrijving, maar nog niet tot een waardering. Daarvoor zijn er de drie groepen criteria die
betrekking hebben op de cultuurhistorische, de sociaal-maatschappelijke en de gebruikswaarde. Niet
alle criteria zijn evenwel van toepassing op een landbouwcollectie. Zo spelen esthetische kenmerken
(is het een mooi stuk?) geen rol.
Bij waardering wordt gekozen uit ‘laag’, ‘gemiddeld’ of ‘hoog’. Naast waardering is ook het
zogenaamde ontwikkelpotentieel belangrijk: welke mogelijkheden (vb. door onderzoek, restauratie,
contextualisering) zijn er om de waardering van de collectie te verhogen? Keuze hiervoor bestaat uit
‘geen’, ‘weinig’, ‘enigszins’ of ‘veel’. Belangrijk is ook het referentiekader waarbinnen gewaardeerd
wordt. Voor Waregem werd geprobeerd om vooreerst de collectie en in tweede instantie de
objecten te kaderen in enerzijds het Westvlaamse en anderzijds het Vlaamse erfgoedveld.
4.1 Fysieke kenmerken
4.1.1 Toestand
Tijdens het registratieproces werd de toestand (en de compleetheid) van de collectiestukken
nagegaan. We hanteerden dezelfde begrippen als Adlib volgens het MovE-invulboek
(www.museuminzicht.be/invulboek). Via de Erfgoedstatstool kan de landbouwcollectie kwantitatief
ontleed worden.5
Wat betreft toestand, kwam volgend resultaat uit de bus:
• Goed: 49 objecten (42%);
• Redelijk: 36 objecten (30%);
• Matig: 18 objecten (15%);
• Slecht: 16 objecten (13%).
Ook compleetheid kan op stukniveau kwantitatief uitgezet worden. Dit zijn de resultaten:
• Compleet: 100 objecten (84%);
• Incompleet: 19 objecten (16%).
Hieruit kunnen we afleiden dat bijna drievierde van de objecten zich in een degelijke tot goede
toestand bevindt, wat relatief veel is. Toch is het opletten geblazen. Veel houten voorwerpen
vertonen sporen van houtborende insecten (al dan niet actief). Indien de tuigen niet behandeld
worden, kan verval snel intreden. Veel metalen voorwerpen vertonen sporen van roest, maar
doorgaans valt de schade redelijk mee. Sommige tuigen vertonen wel sporen van slijtage en
materiaalverlies. Ook naar volledigheid toe zijn de stukken dus vrij goed bewaard. De belangrijkste
onderdelen zijn aanwezig. Adequaat onderhoud van de collectie blijft noodzakelijk. De toestand van
de stukken kan niet veel verbeterd worden.
4
Versloot A., Op de museale weegschaal: collectiewaardering in zes stappen. Rijksdienst voor Cultureel
Erfgoed, Amersfoort, 2013.
5
De Erfgoedstatstool is ontwikkeld in opdracht van de Provincie West-Vlaanderen in het kader van een
onderzoek en verder uitgebouwd tot een “out of the box”-toepassing m.m.v. Packed vzw en de vijf Vlaamse
Provincies. Voor meer info, zie: www.projectcest.be/index.php/Handleiding_Erfgoedstats.
14. 13
WAARDERING: HOOG
ONTWIKKELPOTENTIEEL: WEINIG
4.1.2 Ensemble
Hoewel de materiële integriteit en volledigheid van de stukken op zich vrij hoog is, is er van
conceptuele integriteit weinig sprake. De collectie bestaat uit diverse deelcollecties en er is relatief
weinig onderling verband. Er zijn stukken van zowel landbouw, voeding als ambachten aanwezig. Van
de 90 kleinere handwerktuigen zijn er wel een 30-tal gerelateerd aan brood en graan. Maar in
vergelijking met andere collecties is die van Waregem niet volledig. Om de samenhang van de
collectie te verhogen, kunnen stukken aan de collectie worden toegevoegd of kan de collectie in een
betere context worden geplaatst.
WAARDERING: LAAG
ONTWIKKELPOTENTIEEL: WEINIG
4.1.3 Herkomst
Zoals in de inleiding geschetst, is de herkomst van de collectie onduidelijk. Het gros van de
verzameling werd overgenomen van een landbouwer uit de regio. Maar het is niet helder waar hij de
tuigen vandaan haalde en of hij ze zelf gebruikte of louter samenbracht vanuit verzameloogpunt. Er
is geen archiefmateriaal of andere informatie over de collectie beschikbaar. De herkomst die af te
leiden valt van de tuigen zelf, is ook vrij beperkt. Slechts drie objecten dragen een plaatje met
aanduiding van een lokale fabrikant: wentelploeg (Kaster, bij Anzegem), aardappelplantmachine
(Bevere, bij Oudenaarde) en een moderne hoefstal (Geluwe, bij Wervik). Uit België afkomstig zijn nog
een wanmolen (Doornik), zaaimachine (Orp), tuimelkarn (Remicourt) en een stationaire motor
(Landen). Uit het buitenland is minstens één maaimachine afkomstig. Om het ontwikkelpotentieel te
verhogen kan onderzoek naar de schenker bijkomende informatie verschaffen.
WAARDERING: LAAG
ONTWIKKELPOTENTIEEL: WEINIG
4.1.4 Zeldzaamheid
De landbouwcollectie Waregem is geen unieke verzameling. Zeldzame of buitengewone stukken zijn
niet in de collectie aanwezig. Andere collecties, zoals het voormalige Landbouwmuseum Leiedal en
de Provinciale Collectie Domein Bulskampveld, bevatten minstens dezelfde tuigen en meestal nog
meerdere varianten. Van die collecties is er bovendien meer contextinformatie beschikbaar. Door de
heterogene samenstelling van de Waregemse collectie is de verzameling weinig representatief voor
een bepaalde periode of plaats. Op het vlak van zeldzaamheid is er voor de collectie geen
ontwikkelpotentieel.
WAARDERING: LAAG
ONTWIKKELPOTENTIEEL: GEEN
15. 14
4.2 Cultuurhistorische waarde
Naast de fysieke, ‘objectieve’ criteria is bij de waardering van een collectie ook het cultuurhistorische
aspect van belang. Welke waarde heeft de collectie op historisch, artistiek en informatief vlak? Voor
zowat elke landbouwcollectie primeert het historische aspect. Van enige artistieke waarde is er bij
dergelijke collecties meestal geen sprake. En ook op informatief vlak zijn landbouwcollecties van
minder belang. Want over de geschiedenis van de landbouw zijn al relatief veel elementen bekend.
Op technisch-historisch vlak zijn dergelijke collecties dan weer wel waardevoller. De toegevoegde
informatieve waarde van dergelijke verzamelingen is pas op detailniveau interessant. De historische
waarde van de Waregemse landbouwcollectie ligt in het feit dat ze gefragmenteerd (want niet
volledig) getuigt over de landbouwontwikkeling in West-Vlaanderen van omstreeks 1880 tot rond
1970, met de nadruk op de eerste helft van de twintigste eeuw. De collectie leert hoe vroeger aan
landbouw en verwerking werd gedaan en welke handwerktuigen en machines daarvoor nodig waren.
In dit opzicht is Waregem vrij gelijkend met andere landbouwcollecties. Iemand vond in het verleden
het ooit belangrijk om de collectiestukken bij elkaar te brengen. Het ontwikkelpotentieel van de
collectie is op dit vlak beperkt.
WAARDERING: GEMIDDELD
ONTWIKKELPOTENTIEEL: WEINIG
4.3 Sociaal-maatschappelijke waarde
Sociaal-maatschappelijke waarden worden toegekend op basis van het actuele belang dat een
bepaalde groep of gemeenschap heeft bij een collectie. Ze heeft dus betrekking op de actuele
betekenis en niet op de historische betekenis. Twee criteria spelen hier: de maatschappelijke waarde
en de belevingswaarde. De belevingswaarde van veel agrarische collecties is eerder beperkt. Een
uitzondering hierop zijn de ecomusées in Frankrijk. Emoties van ouderdom en nostalgie worden
opgewekt. Vooral het maatschappelijke criterium is hier van belang. De Waregemse collectie speelt
voor geen enkele gemeenschap een belangrijke actuele rol van betekenis. Integendeel, slechts
enkelen hebben weet van het bestaan van de verzameling. De mensen uit de regio gaan zich zeker
niet identificeren met de collectie wegens een gebrek aan verbondenheid. Enkel voor de
erfgoedgemeenschap van agrarisch erfgoed speelt de verzameling nog een (bescheiden) rol. Het
ontwikkelpotentieel van de collectie kan verhoogd worden door de collectie zichtbaar te maken en te
ontsluiten op een website.
WAARDERING: LAAG
ONTWIKKELPOTENTIEEL: ENIGSZINS
4.4 Gebruikswaarde
Onder gebruikswaarde wordt verstaan welke functie of welk gebruik een collectie heeft, zowel vanuit
museaal als economisch standpunt. Over beide criteria valt er voor Waregem relatief weinig te
zeggen. De collectie is niet gepresenteerd in een museum maar bevindt zich in een gesloten depot,
ontoegankelijk voor bezoekers. De objecten worden niet gebruikt voor presentatie, educatie of
onderzoek. Ook economisch is de collectiewaarde heel beperkt. De landbouwcollectie levert de
collectiebeheerder geen (extra) inkomsten op. Door de mechanisering en de evoluties in de
landbouwsector zijn de voorwerpen niet meer geschikt voor hun oorspronkelijke (economische) nut.
Om de gebruikswaarde te verhogen, moet de zichtbaarheid omhoog gaan. De collectie overbrengen
naar een toegankelijke ruimte is een eerste stap.
16. 15
WAARDERING: LAAG
ONTWIKKELPOTENTIEEL: WEINIG
5 Conclusie
Op basis van het collectieprofiel en de collectiewaardering kunnen enkele zaken geconcludeerd
worden voor de landbouwcollectie Waregem.
• De collectie bevat in vergelijking met andere West-Vlaamse collecties geen uitzonderlijke of
unieke stukken. Maar alle objecten zijn – in tegenstelling tot andere collecties – wel vrij goed
bewaard. De akkerbouwtuigen bevinden zich in een opmerkelijk goede staat en hebben
daardoor een vrij hoge erfgoedwaarde.
• De verzameling als geheel is niet coherent. Enkel het thema graan en brood is meer dan de
andere teelten aanwezig. Andere landbouwcollecties, zoals de provinciale landbouwcollectie
Domein Bulskampveld, zijn beter gedocumenteerd en beschikken over meer context.
• In hoeverre de verzameling echt regionaal is, is moeilijk na te gaan. De collectiestukken
komen in nagenoeg elke (West-)Vlaamse agrarische collectie voor.
• De historische waarde primeert boven de maatschappelijke waarde. Voor de huidige
bevolking is er op dit ogenblik geen enkele verbondenheid met de collectie (meer). Er is geen
erfgoedgemeenschap en bijgevolg geen draagvlak voor de collectie.
• Door de registratie wordt de landbouwcollectie bekend gemaakt aan het brede publiek. De
collectie wordt tevens beheersbaar voor de collectiebeheerder (stad Waregem).
• Op basis van de waardering op collectieniveau wordt een waardering op objectniveau
gemaakt. Vandaar wordt vertrokken om een selectie van de collectiestukken te maken.
• Afhankelijk van de beleidsvisie van de collectiebeheerder, kan de collectie herbestemd
worden. Aan te raden is om in de eerste plaats musea met regionale of nationale erkenning
te contacteren. Sommige collectiestukken kunnen dienen als reserve of voor educatieve
doeleinden. Daarna kan ook contact met niet-erkende, private collectiebeheerders worden
opgenomen.
ADVIES CAG: Op basis van de hierboven gemaakte opmerkingen, lijkt het aangewezen om de
collectie op stukniveau te waarderen en te herbestemmen. Mits het plaatsen in een nieuwe context,
verhoogt de erfgoedwaarde van bepaalde stukken aanzienlijk.
17. 16
6 Bibliografie
Berlijn J. en Van Wingerden L., Landbouwwerktuigkunde, 4de
druk, Zwolle, 1957.
Coppoolse D., De Nil B. en Verstappen H., Cometa. De elementen van het model, Brussel, 2011.
Devliegher L., Landelijk en ambachtelijk leven. Provinciaal Museum Bulskampveld Beernem, 3de
druk,
Brugge, 1998.
Dujardin P., Lapauw M. en Lauwers W., Studie Landbouwmaterieel in het Kortrijkse, Marke, 1989.
Eloy A., Oud landbouwgereedschap, Gent, 1983.
Erfgoedbank Het Virtuele Land, CAG, 2015 (www.hetvirtueleland.be).
Erfgoedbank Erfgoedinzicht, Provincie West- en Oost-Vlaanderen, 2015 (www.erfgoedinzicht.be).
ID-DOC, Identificatie Documenten, MOT, 2014 (www.mot.be/w/1/index.php/IDDOCNl/IDDOC).
Lindemans P., Geschiedenis van de landbouw, 2 dln., 2de
druk, Antwerpen, 1994.
Riemer G., Bakker Arkema P. en Huisman L., Handboek voor landbouwwerktuigen en trekkers, 2 dln.,
Zwolle, 1957.
Van Loy A. en Van Loy L., Landbouwmechanica, Antwerpen, 1951.
Versloot A., Op de museale weegschaal: collectiewaardering in zes stappen (Rijksdienst voor
Cultureel Erfgoed), Amersfoort, 2013.
Weyns J., Volkshuisraad in Vlaanderen. Naam, vorm, geschiedenis, gebruik en volkskundig belang der
huishoudelijke voorwerpen in het Vlaamse land van de Middeleeuwen tot de Eerste Wereldoorlog, 4
dln., Beerzel, 1974, fotografische herdruk 1999.
18. 17
7 Bijlage
7.1 Formulier fysieke registratie
LANDBOUWCOLLECTIE STAD WAREGEM
Inv. nr. WAR Datum registratie
Standplaats Datum verwerking
Fotonr. Afb.nr.
Deelcollectie
Objectnaam
Vervaardiger
Datering
Fysieke beschrijving
Kleur
Materialen
Toestand goed redelijk matig slecht
20. 19
7.2 Voorbeeld Adlib-record
WAR0001
IDENTIFICATIE
Objectnummer WAR0001
Objectnaam Wentelploeg
Bijzonderheden
Titel Door het paard getrokken eenscharige dubbele wentelploeg met vaste kar (en
draagstel)
BESCHRIJVING
Dit type ploeg - een ijzeren éénscharige wentelploeg - was wijd verspreid en werd vooral op zwaardere
gronden gebruikt. Eenscharige ploegen, getrokken door een paard, dienden voor het diepere ploegwerk. Heel
typisch is de spiegeling van de werkende lichamen van de ploeg (daarom ook dubbele wentelploeg geheten).
Aan de ploegbooom zijn een voorschaar, kouter, schaar en rister in spiegelbeeld bevestigd. Aan het einde van
een voor draaide de boer paard en ploeg in tegenovergestelde richting terwijl de lichamen werden gekanteld.
Op die manier moest hij niet een hele rondgang maken om verder te kunnen ploegen. De voorschaar (of
voorrister) was bedoeld om mest en onkruid in de voor te ploegen. Niet alle ploegen waren hiervan voorzien.
Het koutermes doorsneed de grond vertikaal, de schaar horizontaal. Het rister legde dan weer de aarde om. De
twee wielen vooraan in de voortrein hielpen de stabiliteit te bewaren. In de lus boven de rechtopstaande stang
liepen de leidsels van het paard. Deze wentelpoeg is voorzien van een draagstel of ploegwagentje - op twee
kleine wieltjes - dat onder de risters wordt geplaatst bij het verrijden van de ploeg.
VERVAARDIGING/DATERING
Vervaardiger Delmote, Jules
Plaats Delmote, Georges
Datering van 1901
Datering tot 1950
FYSIEKE KENMERKEN: FYSIEKE BESCHRIJVING
Voorstel (in hoogte verstelbaar) met twee wielen, trekregelaar en trekhaak. Hierop is een rechtopstaande
stang met ontgrendelingsmechanisme geplaatst met bovenaan een lus (en losse moersleutel). Op de voortrein
rust de deels ronde centrale draagboom. Hieraan zijn de ploegelementen (voorschaar, kouter, schaar en rister)
in spiegelbeeld bevestigd (in breedte en hoogte verstelbaar). Achteraan eindigt de ploeg in dubbele staart met
twee handvatten. Apart draagstel met twee wieltjes en twee trekhaken.
FYSIEKE KENMERKEN: MATERIALEN
Onderdeel Materiaal Bijzonderheden
ploeg ijzer
handvatten plastiek
FYSIEKE KENMERKEN: AFMETINGEN
Onderdeel Afmeting Waarde Eenheid
boom lengte 164 cm
zool lengte 56 cm
schaar lengte 44 cm
kouter lengte 49 cm
rister (max) breedte 54 cm
21. 20
handvatten breedte 39 cm
spoor (vooraan) breedte 51 cm
trekbeugel breedte 45 cm
max hoogte 148 cm
max breedte 78 cm
max lengte 238 cm
OPSCHRIFTEN
Soort Inhoud
Constructeur JULES & GEORGES DELMOTE /
WERKTUIGMAKERS /
CASTER (ANSEGHEM)
NUMMERS
Soort Inhoud Organisatie
TOESTAND/CONSERVERIND
Compleetheid compleet
Bijzonderheden:
Toestand goed
Bijzonderheden: sporen van roest, slijtage (spaak linkerwiel is los)
EIDENAAR NA HERBESTEMMIND
Stad Waregem
REPRODUCTIE
Zie OPPp:CCRRRBerfgoedinzicOPBNeClMndNouRcollecPie-leiedMlCdMPMCWAR0001 voor meer foPo’s en
NescOrijvende infoB