1. BIMCaseweek 2008
(Projectgebied A20 Kralingse plas Rotterdam opdracht BIM case week 2008)
Wonen en werken aan de “energieweg”
Versie 1.0
Datum: 24-10-2008
2. Inleiding
De eerste BIMCaseweek, in 2007, stond het teken van een bewoonbare brug (over de Maas
in Rotterdam), gericht op een mogelijke oplossing van meervoudig ruimtegebruik en op een
stedenbouwkundige inpassing.
Bij deze open opdracht gaf de BIM organisatie bewust geen sturing aan de aanpak en
uitwerking van de opdracht. Er werd veel vrijheid gegeven in het ontwerpproces, de
presentaties en in de BIM werkwijze.
Als resultaten heeft de BIM Caseweek 2007 een stedenbouwkundig en ontwerpgeïntegreerd
3d-model opgeleverd met aanvullend de presentatie van enkele andere, parametrisch aan het
model gekoppelde resultaten zoals kostengegevens. Vanuit het oogpunt van ontwerpvrijheid,
vrijheid in de organisatie van de projectteams en de oriëntatie op de BIM-werkwijze, een zeer
geslaagde week. De week vormde een positieve leerervaring op het gebied van samenwerken
en integreren en alle betrokkenen raakten doordrongen van de noodzaak van BIM.
De doelstelling om met BIM tot een meer gestructureerde uitwisseling van informatie te komen
werd maar voor een klein deel gerealiseerd. Juist het doorontwikkelen van de BIM-filosofie op
dit aspect zal voor de BIMCaseweek 2008 een uitgangspunt worden.
De opdrachtgevers voor de BIMCaseweek 2008, Rijkswaterstaat en de Rijksgebouwendienst,
hebben hun gezamenlijke opdracht gedefinieerd op basis van hun veranderende rol en
verantwoordelijkheid, waarbij zij steeds meer de prestaties voor een project vastleggen (en
toetsen), maar niet de methode en waarbij ontwerp en realisatie meer en meer door
marktpartijen worden uitgevoerd.
Als opdrachtgever vragen zij zich af of BIM een belangrijke rol kan spelen in de
informatieoverdracht van definitie, via ontwerp, naar toetsen.
Dus welke informatie het BIM-model kan bevatten.
De projectopdracht voor de BIM Caseweek 2008 is een samenstelling van twee deelprojecten
van Rijkswaterstaat en Rijksgebouwendienst.
De deelopgave van Rijkswaterstaat concentreert zich op de ‘Operatie Atlantis’ waarin gezocht
wordt naar oplossingen die de snelweg (mobiliteitsvraagstukken) een toegevoegde waarde
geven voor de omgeving. Dit met het oog op zowel beleving, woongenot en ook duurzame
bijdragen van de weg, bijv. in de vorm van energieopwekking.
De deelopgave van de Rijksgebouwendienst betreft het hergebruik en de renovatie van 6
bestaande torens (met betonconstructie). Vier van deze torens dienen geschikt te worden
gemaakt als RijksKantoor en twee torens worden ontwikkeld als studentenhuisvesting.
Het ensemble is geplaatst aan de snelweg van Rijkswaterstaat en aan een spoortracé.
In onderstaande paragrafen wordt nader ingegaan op het plangebied waarin de
verbouwingsingreep in combinatie met de verkeersontsluiting is bedacht.
Tevens worden de eisen en wensen van de opdrachtgevers nader toegelicht en wordt
aangeven welke basis informatie ter beschikking zal worden gesteld.
___________
Wim Scheele
Opdrachtgever BIMCaseweek 2007
3. Opdrachtomschrijving
Plangebied Ring Rotterdam
Als plangebied is wederom gekozen voor Rotterdam. Nu in de nabijheid van de Kralingse Plas
en het Kralingse Bos en de aanliggende A20 tussen Hoek van Holland richting Gouda.
Aan de noordzijde bevindt zich bebouwing, typerend voor een groot aantal steden in
Nederland.
Het gebied wordt gekenmerkt door laagbouwwoningen in een stedelijk gebied, diversiteit in
bedrijven. De nabijheid van stedelijke en verkeerskundige knooppunten geeft dagelijkse
overlast van files, stank, geluid, fijnstof, etc. en vormt een uitdaging om de stedenbouwkundige
kwaliteit te verbeteren.
Daarnaast vindt in de praktijk permanent verandering van functies plaats binnen dit soort
plangebieden en wordt bijvoorbeeld de stedenbouwkundige ruimte verdicht of vindt koppeling
plaats met andere bestaande infrastructuur en worden er nieuwe ontsluitingen ontwikkelend op
de stedelijke knooppunten van Rotterdam.
In deze (fictieve, maar realistische) opgave wordt ook in dit plangebied de studie verricht naar
de impact van de snelweg op de omgeving. Dit in relatie met bovengenoemde uitdagingen en
in combinatie met het herbestemmen van een bestaand gebouwencomplex naar nieuwe
functies.
Om -in tegenstelling tot 2007- een vliegende start te kunnen maken, zijn in de BIMCaseweek
2008 enkele uitgangspunten vastgelegd. Hierdoor kan sneller worden gestart met het BIM-
aspect en gaat minder tijd verloren in het bedenken van met name stedenbouwkundige
ontwerpoplossingen. Ook de keuze voor het herbestemmen van bestaande gebouwen ligt hier
(gedeeltelijk) aan ten grondslag.
Een massastudie is derhalve al aangegeven en de opgave richt zich op het uitwerken van een
gebouwencomplex aan de A20 in combinatie met een studie naar kwaliteitsverbeteringen door
en aan de snelweg.
Projectgebied met vlekkenpan - BIMcase week 2008
4. Opdracht van Rijkswaterstaat
De A20 in Rotterdam wordt in de BIMCAseweek 2008 vanaf oostelijk station Alexanderpolder,
t/m het Klein Polder Plein opnieuw ingericht worden en sluit aan op een deel van het A16 trace
.
Energie, functieverandering en verbinding zijn hierbij de sleutelwoorden.
“Energieweg A20”
In het licht van toenemende energieschaarste ontstaat er steeds meer behoefte aan (lokale)
energieopwekking en het ontwikkelen van duurzame oplossingen in combinatie met het
mobiliteitsvraagstuk van de snelweg met de daarbij negatieve bijverschijnselen.
Door de opdrachtgever, RWS, wordt gedacht aan het ontwikkelen van energieopwekking op,
naast, en onder de snelweg en wordt voor deze week de A20 de “Energieweg” genoemd.
In deze BIMCaseweek 2008 wordt gedacht aan verschillende manieren van energieopwekking
langs de A20 zoals:
• zonnecellen integreren in wegdek of geluidsschermen
• windenergie opwekken vanuit kleine, gedraaide windmolens die aan portalen boven de
A20 hangen
• energiek wegdek: deelnemers worden uitgedaagd hoe de energie die ontstaat doordat
auto’s over wegdek rijden,kan worden opvangen.
Doel van de opgave is om de energie te gebruiken voor bijv. stadsverwarming en het
verbeteren van de lokale energievoorziening enomstandigheden.
Energiebassin Bergse Plassen en Kralingse Plas
Om de opgevangen energie optimaal te benutten, wordt gevraagd water omhoog te pompen
vanuit de Bergse plassen naar de verhoogde Kralingse plas. Een waterdebiet tussen de
Kralingse plas enerzijds en de Rotte, of de Bergse plassen anderzijds staat garant voor het
potentiaal. De deelnemers worden uitgedaagd oplossingen te ontwikkelen die het meeste
energierendement opleveren.
De Kralingse Plas
De Kralingse plas wordt 15-20 meter verhoogd en wordt daarmee de Kralingse Berg.
Deze berg, die een verbinding vormt tussen de Kralingse plas en de Bergse plas, kent een
enorme extra opvangcapaciteit voor waterberging. Dit water heeft meerdere functies:
• opslag van energie die vanuit het wegdek, zonnecellen op/langs het wegdek en
windenergie op portalen wordt opgewekt;
• plaats biedt voor 20 tot 50 waterwoningen;
• (voortzetting huidige) recreatiefunctie. Na verhoging is hiervoor waarschijnlijk een
scheepslift nodig?. Locatie van deze lift dient te worden bepaald en er een moet een
verbinding worden gevormd tussen Kralingse Plas en de Rotte.
Overkluizing A20
De nieuwe “Waterberg” overkluist de A20. Hierdoor wordt een verbinding tussen het Kralingse
bos/de Kralingse plas en de Bergse plas en omgeving gecreëerd. Het levert ook ruimte voor
een programma (woningen, recreatie, natuur).
5. A20
De A20 wordt door de berg gelegd. Vanaf het Terbregse plein stijgt de weg tevens, zodat deze
aan de andere kant van de berg hoog uit de berg komt onder de hoge weg (dus na de berg) is,
naast de kantoorfunctie van de toren, ook ruimte voor verbinding tussen de gebieden die nu
gescheiden en zijn en er is ruimte voor vrijplaatsen (ateliers, auto-gebonden activiteiten,
evenementen
Terbregse plein
Ten oosten van het Terbregse plein wordt de A20 ook voorgezet als ‘energieweg’.
Daarbij mag ook de A16 ten zuiden van het Terbregse plein op deze manier te worden
ontwikkeld.
Andere mogelijke manieren van energieopwekking zijn dan door de deelnemers te bepalen.
Gecombineerd met de parkeerterminal / transferium naar het treinstation dient een
servicestation te worden gebouwd waar waterstof en electriciteit kunnen worden ‘getankt’ en
war de dagelijkse boodschappen kunnen worden gedaan.
Industrieterrein
Het industrieterrein dat er ligt (veilingterrein) wordt ondergronds aangelegd.
6. Opdracht van de Rijksgebouwendienst
Voor de Rijksgebouwendienst richt de opgave zich in de eerste plaats op de inhoud en het
informatiegehalte van een BI-Model en niet op het ontwerpresultaat of het realiteitsgehalte van
de opgave.
Derhalve was het geen probleem om de 6 torens van de PI-Overamstel (beter bekend als de
‘Bijlmerbajes’) voor deze opgave als lossen entiteiten te combineren met de studielocatie van
Rijkswaterstaat aan de A20. De ‘Bijlmerbajes’ wordt echter voor 2/3 omgebouwd tot
RijksKantoor en (minder belangrijk voor de toets;) voor 1/3 tot studentenwoningen.
Alleen de torens en de directe onderbouw staan aan de basis van de opgave. Alle overige
vloeroppervlak en bouwdelen (van met name verdieping 0 t/m 2) worden beschouwd als
voorbereidend gesloopt. De torens zijn al in de stedenbouwkundige opgave gepositioneerd,
dwars op de infrastructuur (spoor en snelweg). De onderbouw (o.a. ontsluiting van de torens)
is echter open.
De vraagstelling / ontwerpopgave is bewust uitermate eenvoudig gehouden. De uitdaging van
deze opgave schuilt vooral in het op informatieniveau ‘de diepte ingaan’ met BIM.
Dus welke te toetsen ruimtelijke en technische parameters kan het model bevatten en
genereren t.b.v. een toets door de opdrachtgever.
Deze BIMCaseweek zou de Rijksgebouwendienst moeten aantonen dat het mogelijk is om
informatie tot de macht ‘n’ (voor tenminste de standaard kantoorverdiepingen) toe te kennen
aan het gezamenlijke model.
Verder moet de BIM inzichtelijk maken dat de resultaten van de ontwerpdisciplines zijn
gecoördineerd en dat er geen conflicten zijn (collisions) tussen bouwdelen.
Het overige programma (ontsluiting, parkeren, etc) is aankleding van de opgave en gaat over
integratie in ontwerpcommunicatie, softwarecommunicatie en het als ontwerpteam om kunnen
gaan met plotselinge veranderingen.
In een voorstudie is gebleken dat het kantoorprogramma net niet goed op een verdieping past.
Daarom zullen de torens (per verdieping) met ca. 24m2 moeten worden uitgebouwd. Bijv. om
de toiletgroepen, werkkasten, archieven, etc. te plaatsen (maar dat mag ook anders).
Als RijksKantoor, waarin verschillende gebruikers vloeroppervlakte kunnen huren, moet de
kleinst verhuurbare eenheid ca. 1000m2 BVO bieden. Dit komt overeen met ca.2 bouwlagen
(incl. uitbreiding) van een standaard verdieping. De kantoortorens moeten ook apart of per
twee kunnen worden verhuurd.
7. Basisgegevens:
De volgende basisgegevens worden ter beschikking gesteld:
• 2 – 4 voorgedefinieerde concepten voor het aanpassen van de rijksweg A20, zodat
deze aanpassing het wonen aan de rijksweg stimuleert. Deze concepten volgen uit het
innovatieproject Wegen naar de Toekomst, Operatie Atlantis
• Digitaal programma van technische en functionele eisen die worden gesteld aan de
aangepaste Rijksweg A20
• Tekeningen Rijksweg A20 en Luchtfoto´s
• Digitaal aangeleverde aanbestedingsdocumentatie, zoals o.a. selectie- en
inschrijvingsdocumenten, nota´s van inlichtingen en dergelijke.
• EMVI criteria
• De ontwerpopgave wordt door opdrachtgevers aangeboden op het niveau
massastudie/concept: bouwmassa’s en hun globale bestemming + wegtracé met
globale afmetingen zijn gegeven.
• Ruimtelijk PvE – alle gevraagde ruimtefuncties binnen het kantoorcomplex zijn
benoemd en genummerd; minimumeisen aan aantallen en oppervlakten zijn gesteld;
eisen aan condities en voorzieningen zullen worden gesteld voorafgaand aan de start
van de week.
• CAD tekenwerk (DWG) – plattegronden, doorsneden en aanzichten van één of
meerdere gebouwen waarin het ruimtelijk PvE gerealiseerd moet worden.
• Massastudie – contouren van bouwmassa’s, verdiepingsopbouw worden geleverd.
• Verder geldt uiteraard dat iedere deelnemer basisdocumentatie over de
ontwerpopgave, internetinformatie, bedrijfsgegevens, vergelijkbare projectgevens, wet
en regelgevingdocumentatie mag/ moet inbrengen.
Resultaten:
Voor het bereiken van de gewenste resultaten wordt gebruik gemaakt van de proceskaart.
Hierin staan per dag en per discipline de (minimaal) gevraagde resultaten aangegeven. Voor
Rijkswaterstaat en de Rijksgebouwendienst is dit gedaan de onderscheidende kleuren van
resp. blauw en rood. De donkere kleuren zijn obligatoir en de lichte kleuren facultatief.
De proceskaart is een dagelijks sturingsdocument.
Afhankelijk van de samenstelling van de deelnemersgroep zal dagelijks worden vastgesteld
welke definitieve resultaten bereikt moeten worden voor desbetreffende dag.
Dagelijkse toetsing:
• Opdrachtgevers leveren een toetsingschema waarin per dag is aangegeven welke
toetsingsaspecten (indicatief of definitief) aan de orde komen.
• Aan het begin van iedere dag wordt een vragensessie belegd waarin het ontwerpteam,
de opdrachtgevers nadere vragen kan stellen over het die dag te bereiken resultaat.
• Aan het einde van iedere dag wordt een toetsingssessie belegd waarin opdrachtgevers
het ontwerp toetsen aan de eisen.
De BIM-inhoud van de dagelijkse toets heeft betrekking op:
1: in het model geïntegreerde informatie
2: mate van integratie in het model
3: mate van integratie van ontwerpen (terugkoppeling over…).
4: mate van integratie van presenteren.
8. De proceskaart vindt u in de bijlage.
Voorbeelden (innovatieve )ideeën wonen werken aan de energieweg