SlideShare a Scribd company logo
1 of 70
Download to read offline
Een onderzoek naar de aard en
omvang van “faalkosten”
Auteur: A.C. Hanenburg
Onderwijsinstelling: Avans hogeschool te Tilburg
Studierichting: Bouwtechnische bedrijfskunde
Afstudeerbedrijf: TNO Bouw en Ondergrond te Delft
Afstudeerbegeleiders: Ir. Rogier Donkervoort (TNO)
Jaap Korteweg (Avans)
Joop de Zwart (Avans)
Inleverdatum: 13-01-2011
Gegevens Avans hogeschool
Professor Cobbenhagenlaan 13
5037 DA Tilburg
(013) 595 81 00
Gegevens TNO Bouw en Ondergrond
Van Mourik Broekmanweg 6
2628 XE Delft
(015) 276 30 00
Pagina 1
Voorwoord
Dit afstudeerwerk is tot stand gekomen naar aanleiding van een onderzoeksprogramma
wat binnen het lectoraat IB&T samen met TNO Bouw en Ondergrond is opgesteld.
Oorspronkelijk was de opzet om drie gerealiseerde woningbouw, gekenmerkt door een
ander bouwproces, te analyseren. Om zo een relatie te leggen tussen faalkosten en het toe
te passen bouwproces. Hiervoor heeft er ook een theoretische verdieping rondom BIM
plaatsgevonden die helaas niets heeft kunnen betekenen binnen het huidige onderzoek.
Zo heeft er namelijk een aanpassing van het afstudeeronderzoek plaatsgevonden waarbij
de focus op het in kaart brengen van de aard van faalkosten is komen te liggen. Na het in
kaart hebben gebracht van de aard van faalkosten is een meetmethode beschreven en
getoetst op twee projecten om de omvang van faalkosten te bepalen. Het onderzoek heb
ik als omvangrijk ervaren warbij de mogelijkheid is geboden om op verschillende niveaus
bezig te zijn met het onderwerp faalkosten.
Verder is er voor het afstuderen, binnen Avans hogeschool, een ‘faalkosten-atelier’
opgericht voor mensen die op welke wijze dan ook een onderzoek hadden met betrekking
tot faalkosten. In dit atelier werden algemene zaken met betrekking tot faalkosten en het
afstuderen besproken. Hierbij is binnen het afstudeeratelier een groot gedeelte van de
discussie rondom de definitie van faalkosten gevoerd. Verder heeft het atelier voor mij,
omdat ik dit afstudeeronderzoek alleen heb uitgevoerd, veelal als klankbord gefungeerd.
Hierbij spreek ik mijn dank uit voor de afstudeerbegeleiding, zo ook binnen het atelier,
vanuit Avans Hogeschool die door de heren Joop de Zwart en Jaap Korteweg is gegeven.
Langs deze weg wil ik verder mijn dank uitspreken richting TNO-Bouw & Ondergrond
voor de geboden afstudeerplaats en faciliteiten. Zo wil ik ook alle mensen van de afdeling
bedanken voor de geboden ondersteuning, goede raad en adviezen. Een speciaal woord
van dank gaat hierbij uit naar Ir. Rogier Donkervoort die in de rol van
afstudeerbegeleider veel ruimte heeft geboden om het onderzoek zelf in te richten en
daarbij op de juiste momenten bijsturing heeft gegeven.
Verder wil ik alle personen die mij willen hebben ontvangen om te praten over faalkosten
en daarmee ook input hebben gegeven aan de discussie bedanken. Zo ook de aannemer,
die ervoor heeft gekozen anoniem te blijven, waardoor het mogelijk is geworden om
faalkosten in beeld te brengen.
Tot slot wil ik mijn naasten bedanken en in het bijzonder mijn ouders voor de ontvangen
steun tijdens de gehele studie.
A.C. Hanenburg
Tilburg, oktober 2010
Pagina 2
Samenvatting
Het imago van de bouw wordt de laatste jaren geteisterd door uitspraken en onderzoeken
omtrent faalkosten. Deze onderzoeken suggereren dat de faalkosten onnodig hoog zijn.
De omvang van faalkosten wordt geschat op zo een 10% van de totale bouwomzet
[SBR1
] [USP2
]. Bij een jaarlijkse bouwomzet van circa €60 miljard zouden de faalkosten
dus circa €6 miljard bedragen.
Schattingen van dit kaliber suggereren dat, mochten de faalkosten worden geëlimineerd,
er 10% goedkoper kan worden gebouwd. Maatregelen om deze vermeende faalkosten te
reduceren worden aangeboden. Echter, het economische effect van de maatregelen kan
niet in beeld worden gebracht zolang de omvang van faalkosten een schatting blijft. Het
is gewenst om een heldere en werkbare definitie van faalkosten te bepalen, zodat de
omvang van faalkosten beter in kaart is te brengen.
Het doel van dit afstudeerwerk bestaat uit twee delen. Ten eerste is door middel van
onderzoek op theoretisch niveau de aard van de faalkosten in kaart gebracht. Vervolgens
is de omvang van de faalkosten op projectniveau bepaald en inzichtelijk gemaakt.
Voordat er uitspraken over de omvang van de faalkosten gemaakt kunnen worden, is het
noodzakelijk om te weten wat deze faalkosten zijn. Ofwel: wat is de aard van de
faalkosten?
De term faalkosten bestaat uit de twee woorden falen en kosten. De nadruk ligt bij de
term faalkosten op het eerste gedeelte; falen. Falen wil zeggen dat er niet is voldaan aan
de eis. Binnen een project is deze eis in de volgende drie facetten uit te drukken;
• Budget
• Tijd
• Kwaliteit
Op deze drie facetten worden eisen gesteld waaraan moet worden voldaan. Wanneer er
niet aan een eis wordt voldaan is er sprake van een afwijking op deze eis. De eisen die
worden gesteld aan een project vormen het beoogde. Een afwijking op het beoogde kan
binnen de drie eerder genoemde facetten voorkomen; zie figuur 1.
kwaliteit
Tijd
Budget
eisen /
beoogde
afwijking
budget
afwijking
kwaliteit
afwijking
tijd
Figuur 1 : Weergave van mogelijke afwijkingen ten opzichte van het beoogde in het 3D-model
1
(Brokelman, L (2005). Faalkosten de (bouw)wereld uit! Delft, Van Marken Delft drukkers)
2
Faalkosten aanhoudend probleem in de bouw- en installatiesector, (januari 2010), USP Marketing
Consultancy
Pagina 3
Binnen de bouwnijverheid dragen veel verschillende partijen bij aan een project. Deze
partijen hebben verschillende belangen die ervoor zorgen dat het beoogde niet voor elke
partij hetzelfde inhoudt. Wanneer faalkosten worden bepaald is het belangrijk aan te
geven vanuit welke partij dit gebeurd. De afwijkingen, en daarmee de faalkosten, worden
namelijk ten opzichte van het beoogde bepaald.
Het onderzoek op theoretisch niveau heeft een uitgangspositie gegeven omtrent de
faalkosten. Vanuit deze uitgangspositie wordt het projectonderzoek ingezet waarbij de
volgende werkdefinitie voor faalkosten is gedefinieerd:
“Faalkosten zijn het economische effect van alle afwijkingen ten opzichte van het
beoogde”.
De werkdefinitie dwingt hierbij af dat er inzichtelijk moet worden gemaakt wie wat
beoogd. Het economische effect slaat op het tweede gedeelte van de term faalkosten;
kosten. Faalkosten kunnen met deze werkdefinitie inzichtelijk worden gemaakt op de drie
eerder genoemde parameters; budget, tijd en kwaliteit.
De opgestelde werkdefinitie voor faalkosten heeft een andere lading dan de in de
kwaliteitsleer benoemde en verbeelde faalkosten. In de kwaliteitsleer zijn de faalkosten
namelijk een groep binnen de kwaliteitskosten. Volgens de theorie van Juran bestaat er
verder een optimaal punt voor de totale kwaliteitskosten. Binnen deze theorie is het
optimale punt van de totale kwaliteitskosten opgebouwd uit preventie-, beoordelings-, en
faalkosten. Vanuit de werkdefinitie wordt uitgegaan dat wanneer er geen afwijkingen zijn
ten opzichte van het beoogde dat er dan geen sprake is van faalkosten.
Wanneer een bedrijf voor een project op het optimum van de kwaliteitskosten zit, zoals
het bedrijf heeft beoogd, zijn er geen afwijkingen te constateren. Volgens de
werkdefinitie is dan ook geen sprake van faalkosten. Dit terwijl het optimum van de
totale kwaliteitskosten volgens de kwaliteitsleer wel uit faalkosten bestaat.
De geformuleerde werkdefinitie past niet binnen de groep faalkosten als onderdeel van de
kwaliteitskosten. De werkdefinitie past hierdoor ook niet binnen de huidig beschreven
theorie rondom faalkosten.
Om de geformuleerde werkdefinitie te kunnen toepassen is er voor gekozen om
faalkosten zoals deze zijn beschreven in de kwaliteitsleer te vervangen. Gedurende het
onderzoek zijn de in de theorie aangehaalde faalkosten vervangen door een andere veel
gebruikte term voor faalkosten; vermijdbare kosten.
Met de uitgangspositie rondom de aard van faalkosten is er, binnen het onderzoek op
projectniveau, een meetmethode opgesteld. De opgestelde meetmethode zorgt voor een
nieuw inzicht in de omvang van faalkosten, waarbij het mogelijk is om de waargenomen
faalkosten toe te kennen aan drie onderwerpen: kostensoort, bouwdelen en werkelijke
Pagina 4
kosten. Hierbij zijn echter de parameters tijd en kwaliteit niet gemeten omdat de
meetmethode beperkt is tot het meten van de afwijkingen op de parameter budget.
Om het onderzoek op projectniveau te kunnen uitvoeren was er input nodig. Deze input
bestond uit onder meer een begroting en nacalculatie van twee gerealiseerde
woningbouwprojecten. Verder was er ook gesprekstijd nodig om met de projectleider
over de uitkomsten van het onderzoek te kunnen praten. Hierop heeft een aannemer, die
ervoor heeft gekozen anoniem te blijven, alle benodigde documenten en tijd om het
onderzoek te kunnen verrichten geboden. Vanuit de verkregen documenten van de
aannemer is per project een verzamelstaat opgesteld. De verzamelstaat is een Excel-
document waaraan alle benodigde informatie voor het project per postnummer is
toegevoegd.
Voor het onderzoek op projectniveau is bij twee gerealiseerde woningbouwprojecten, in
de orde grootte van 110 tot 140 woningen, door een vergelijk tussen de nacalculatie en
begroting, de afwijking per post in beeld gebracht. Door middel van de geconstateerde
afwijking op budget is per post het inzicht in de omvang van faalkosten ontstaan. Hierbij
bleek dat de faalkosten zijn verdeeld in twee soorten afwijkingen;
• Positieve afwijkingen: afwijkingen gekenmerkt door een positief financieel effect.
• Negatieve afwijkingen: afwijkingen gekenmerkt door een negatief financieel effect.
Vanuit de verzamelstaat is de omvang van de faalkosten per project bepaald. Dit door de
opgetreden totale afwijking te delen door ‘het beoogde’; hetgeen wat totaal is begroot. De
totale afwijking komt tot stand door de afwijkingen bij elkaar op te tellen zonder
onderscheid te maken of het een positieve of negatieve afwijking betreft. De resultaten
komende uit de verzamelstaat staan in onderstaande figuur 2 weergegeven.
Project A Project B
Totaal begroot 11.600.000€ 17.400.000€
Positieve afwijkingen 732.600€ 2.376.000€
Negatieve afwijkingen 1.247.400€ 924.000€
Resultaat 514.800-€ 1.452.000€
Totale afwijking 1.980.000€ 3.300.000€
Percentage faalkosten 17% 19%
Figuur 2: Resultaten vanuit de verzamelstaat
De faalkosten bij project A zijn (€ 1.980.000 / € 11.600.000) = 17%. Hierbij is het
percentage van de positieve afwijkingen 37% binnen de totale afwijking. Het percentage
van de negatieve afwijkingen is 63% binnen de totale afwijking. Dit correspondeert met
het negatieve resultaat van project A.
De faalkosten bij project B zijn (€ 3.300.000 / € 17.400.000) = 19%. Hierbij is het
percentage van de positieve afwijkingen 72% binnen de totale afwijking. De negatieve
afwijkingen hebben een percentage van 28% binnen de totale afwijking. Dit komt
overeen met het positieve resultaat van project B.
Pagina 5
Het weergeven van de positieve en negatieve afwijkingen is gebeurd in een 3D-model.3
Het drie dimensionale model bestaat uit de eerder genoemde parameters budget, tijd en
kwaliteit. Afwijkingen binnen een project kunnen hierbij op drietal gebieden voorkomen.
De afwijkingen op de parameter budget is met de meetmethode onderzocht en in het
model weergegeven. De afwijkingen op de twee andere parameters zijn niet onderzocht
en dus niet weergegeven. Voor de parameters tijd en kwaliteit is tijdens dit onderzoek dus
geen afwijking van het beoogde weergegeven.
Door inzicht in de verdeling van faalkosten te krijgen kunnen uitspraken worden gedaan
over waar er binnen de projecten het meest wordt gefaald. Om per project inzicht te
krijgen waar de faalkosten aan zijn toe te kennen, is aan de verzamelstaat de informatie
van drie onderwerpen toegevoegd. De posten zijn in de verzamelstaat voorzien van de
informatie tot welk kenmerk ze behoren binnen elk onderwerp. Door de verzamelstaat te
rangschikken op de drie onderwerpen is er inzicht gekomen in de verdeling van de
faalkosten per onderwerp. In onderstaande figuur 3 is weergegeven welke kenmerken tot
welk onderwerp behoren.
materiaal
arbeid
materieel
onderaanneming
bouwplaatskosten
indirectekosten
onderbouw
skelet
Gevel
dak
inbouw
installaties
algemeen
postnummer
KostensoortBouwdeel
Werkelijke
Kosten
Reduced
costs
kwaliteit
P&B
kosten
Vkosten
Onderwerp
Kenmerk
Figuur 3: Verbeelding van keuze kenmerk per onderwerp
Bij elk onderwerp is per kenmerk het inzicht ontstaan in de positieve en negatieve
faalkosten binnen de totale afwijking. Op deze manier is per project binnen drie
onderwerpen inzichtelijk geworden wat de faalkostendragers zijn. Met dit inzicht kan
door de aannemer richting worden bepaald om faalkosten aan te pakken en te reduceren.
3
Zie paragraaf 6.1; Faalkosten binnen de projecten A en B
Pagina 6
De manier waarop de faalkosten kunnen worden gereduceerd vallen niet in het kader van
dit onderzoek. Er is voor de aannemer een document opgesteld met alle bevindingen en
inzichten.4
Uit het projectonderzoek blijkt dat het percentage van faalkosten binnen een project
wordt veroorzaakt door de mate van afwijken binnen het project. Bij project A is het
percentage faalkosten namelijk lager dan bij project B het geval is. Waarbij project A een
negatief resultaat heeft terwijl project B een positief resultaat laat zien.
Door de informatie uit de verzamelstaat is het inzicht bij de projecten gekomen wat de
grootste faalkostendragers zijn binnen de projecten. Echter de verkregen inzichten zijn
afhankelijk van de documenten waarmee deze tot stand zijn gekomen. Binnen de
projecten is niet consequent, op de daartoe behorende posten, geschreven. Dit heeft als
gevolg dat de inzichten niet het werkelijke beeld geven van de afwijkingen.
Een opmerking die hier nog geplaatst moet worden is dat het onderzoek zich binnen de
projecten alleen heeft gericht op afwijkingen gerelateerd aan de parameter budget. En de
werkdefinitie is toegepast op een ingekaderd gebied waarbij niets is gezegd over
faalkosten vanuit een andere discipline en over de andere parameters.
Het project onderzoek was te kleinschalig om uitspraken te doen over faalkosten binnen
het bedrijf. Het projectonderzoek was dan ook bedoeld om de uitgangspositie en
meetmethode te testen. Om het projectonderzoek te kunnen uitvoeren was de opgestelde
uitgangspositie met de daarbij opgestelde definitie van belang. Er kan worden
geconcludeerd dat de opgestelde uitgangspositie de methode dekt.
Door het theoretische onderzoek waarbij een uitgangspositie rondom falen is beschreven
is er input geleverd voor de discussie rondom faalkosten. Het zou de geformuleerde
werkdefinitie ten goede komen wanneer deze ook binnen de discussie wordt besproken.
Dit om enerzijds de werkdefinitie te testen en anderzijds voor het creëren van draagvlak.
Ter afsluiting is het advies een onderzoek in te richten om naast de afwijking op de
parameter budget, ook de afwijking (positief & negatief) op de parameters tijd en
kwaliteit te kunnen vaststellen.
4
Zie bijlage 4; Einddocumenten, met betrekking tot het gedane onderzoek, voor de aannemer
Pagina 7
Inhoudsopgave
Voorwoord.......................................................................................................................... 1
Samenvatting....................................................................................................................... 2
1 Inleiding...................................................................................................................... 9
2 Opdrachtomschrijving en rapportopbouw ................................................................ 11
2.1 Probleemstelling ............................................................................................... 11
2.2 Beschrijving naar opdracht ............................................................................... 12
2.3 Onderzoeksdoelstelling..................................................................................... 13
2.4 Opbouw van het rapport.................................................................................... 14
3 Inhoudelijke oriëntatie: “De aard van faalkosten” (theoretisch niveau)................. 15
3.1 Falen en kosten ................................................................................................. 15
3.2 Uiteenlopende kijk op faalkosten...................................................................... 18
3.2.1 Gehanteerde definities .............................................................................. 18
3.2.2 De oorzaken en manifestatie van faalkosten............................................. 19
3.2.3 Afwijkingen .............................................................................................. 21
3.3 Kwaliteitsleer.................................................................................................... 22
3.3.1 Kwaliteitskosten onderverdeeld................................................................ 22
3.3.2 Kwaliteitskosten binnen de werkelijke kosten.......................................... 24
3.3.3 Faalkosten binnen de kwaliteitsleer.......................................................... 24
3.4 Kwaliteitskosten-modellen ............................................................................... 26
3.4.1 Juran’s kwaliteitskosten-model................................................................. 26
3.4.2 Schneiderman’s kwaliteitskosten-model .................................................. 27
3.4.3 Verschil tussen kwaliteitskosten-modellen............................................... 28
3.4.4 Combinatie kwaliteitskosten-modellen..................................................... 28
3.4.5 Verdiepingsslag op Juran’s kwaliteitskosten-model................................. 30
4 Resultaat theoretisch onderzoek: Uitgangspositie faalkosten................................... 34
4.1 Beschouwing gepasseerde onderwerpen inhoudelijke oriëntatie ..................... 34
4.2 Uitgangspositie faalkosten................................................................................ 36
4.2.1 Vaststellen werkdefinitie faalkosten......................................................... 36
4.2.2 Vermijdbare kosten................................................................................... 37
4.2.3 Faalkosten binnen de kwaliteitskosten...................................................... 39
4.2.4 Weergave van faalkosten in een 3D-model .............................................. 40
5 Onderzoek naar de omvang van faalkosten (projectniveau).................................. 43
5.1 Tot stand koming onderzoek............................................................................. 43
5.2 Onderzoeksontwerp: “Meten van faalkosten” .................................................. 45
5.2.1 Meerdere belangen.................................................................................... 45
5.2.2 Onderzoeksgebied..................................................................................... 46
5.2.3 Invloedsgebied.......................................................................................... 48
5.3 Beschrijving en verantwoording van de onderzoeksmethode .......................... 48
5.3.1 Benodigd materiaal................................................................................... 49
5.3.2 Preparatie gegevens .................................................................................. 50
5.4 Toepassing van de onderzoeksmethode............................................................ 51
5.4.1 Ontvangen materiaal................................................................................. 52
5.4.2 Overzicht projecten................................................................................... 52
Pagina 8
5.4.3 Verwerking van de gegevens.................................................................... 53
5.5 Beoogd resultaat van het projectonderzoek...................................................... 53
5.5.1 Onderzoeksdocumenten............................................................................ 53
5.5.2 Lading onderzoeksresultaten .................................................................... 54
6 Resultaten projectonderzoek..................................................................................... 55
6.1 Faalkosten binnen de projecten A en B ............................................................ 55
6.2 Verdeling van de afwijking............................................................................... 57
6.3 Verkregen inzichten.......................................................................................... 57
6.3.1 Negatieve afwijkingen .............................................................................. 58
6.3.2 Positieve afwijkingen................................................................................ 59
6.3.3 Faalkostendragers bij project A ................................................................ 60
6.3.4 Faalkostendragers bij project B ................................................................ 61
6.3.5 Slotwoord verkregen inzichten ................................................................. 62
7 Conclusies en discussie............................................................................................. 63
7.1 Theoretisch niveau............................................................................................ 63
7.1.1 Faalkosten ................................................................................................. 63
7.1.2 Uitgangspositie ......................................................................................... 64
7.1.3 Tussenconclusies theoretisch niveau ........................................................ 64
7.2 Projectniveau..................................................................................................... 64
7.2.1 Beoordeling onderzoeksmethode.............................................................. 64
7.2.2 Beoordeling verkregen inzichten.............................................................. 65
7.2.3 Tussenconclusies projectniveau................................................................ 65
7.3 Eindconclusies .................................................................................................. 65
7.4 Subdoelstellingen.............................................................................................. 66
8 Evaluatie, aanbevelingen en suggesties.................................................................... 67
8.1 Evaluatie ........................................................................................................... 67
8.2 Aanbevelingen en suggesties............................................................................ 67
Literatuur........................................................................................................................... 68
Bijlagen............................................................................................................................. 69
Pagina 9
1 Inleiding
In de bouw wordt de laatste jaren veel gesproken over faalkosten. Deze faalkosten
worden geschat op 10% van de totale bouwomzet [SBR5
] [USP6
]. Bij een jaarlijkse
bouwomzet van circa €60 miljard bedragen de faalkosten dus circa €6 miljard. Volgens
de rubriek Trends & Cijfers [EIB & CBS7
] was de winstmarge over 2008 bij de
hoofdaannemersbedrijven (bouw & uitvoering) gemiddeld 3,7% van de omzet.
Tegenover die gemiddelde winstmarge van 3,7% staat dus een, geschatte, ‘faalkosten’
marge van 10% (bijna een factor 3 verschil). Bovendien staat door de crisis, waardoor
onder andere de nieuwbouwproductie terugloopt, de gemiddelde winstmarge bij de
hoofdaannemersbedrijven onder druk.
Op dit moment wordt er onder andere ingezet op samenwerking in de keten en
levensduurdenkend bouwen als zijnde maatregelen om faalkosten te reduceren. Hierbij
wordt getracht oplossingen te bieden aan de vermeende oorzaken van faalkosten. De lijst
met oorzaken van faalkosten wordt aangevoerd door gebrekkige communicatie (21%) en
een onuitvoerbaar ontwerp (20%) [USP8
]. Door het bouwproces anders in te delen,
waarbij communicatie en uitvoerbaarheid centraal staan, lijkt het aannemelijk dat
faalkosten kunnen worden gereduceerd.
De suggestie wordt gewekt dat er een groot voordeel is te behalen wanneer de geschatte
post van 10% aan faalkosten wordt gereduceerd. Echter wat die geschatte 10% aan
faalkosten omvat en hoeveel er daadwerkelijk van die 10% valt te reduceren is
onduidelijk. Er heerst dus grote onduidelijkheid betreffende de aard en omvang van
faalkosten. Het economische effect van maatregelen die faalkosten zouden reduceren
kunnen hierbij niet in beeld worden gebracht. Er wordt namelijk uiteenlopend tegen
faalkosten aangekeken waarbij huidige definities niet hetzelfde omvatten. Hierdoor is er
onduidelijkheid over wat er nu wel en niet onder faalkosten valt. Door deze
onduidelijkheden kunnen besluiten niet tegen elkaar worden afgewogen om te komen tot
een effectieve maatregel die faalkosten reduceert. In plaats hiervan worden er op gevoel
besluiten genomen om faalkosten te reduceren.
Zolang er niet kan worden aangegeven wat faalkosten zijn zal de omvang ervan een
geschatte waarde blijven. Het is dus gewenst om de aard van faalkosten nader te
onderzoeken om daarna de omvang in beeld te kunnen brengen.
De volgende twee aspecten komen hierdoor centraal te staan:
• De aard van faalkosten beschrijven
• De omvang van faalkosten bepalen
5
(Brokelman, L (2005). Faalkosten de (bouw)wereld uit! Delft, Van Marken Delft drukkers)
6
Faalkosten aanhoudend probleem in de bouw- en installatiesector, (januari 2010), USP Marketing
Consultancy
7
Rubriek trends en cijfers, (juni 2009), onder redactie van EIB en CBS
8
Gebrekkige communicatie grootste veroorzaker faalkosten, (oktober 2007), USP Marketing Consultancy
Pagina 10
Om meer duidelijkheid te krijgen rondom het item faalkosten is vanuit Avans
hogeschool door het lectoraat IB&T9
samen met TNO10
een meerjarig
onderzoeksprogramma opgezet. Waarbij het onderzoeksprogramma faalkosten als doel
heeft het bedrijfsleven te voorzien van instrumentarium dat;
• Faalkosten in kaart brengt naar aard en omvang
• Adviseren mogelijk maakt ten aanzien van faalkostenreductie11
Het voorgaande is aanleiding geweest om in het kader van een afstudeerproject voor de
studie Bouwtechnische bedrijfskunde aan de Avans hogeschool te Tilburg een onderzoek
rondom faalkosten in te richten. Vanuit TNO-Bouw & Ondergrond, afdeling
bouwinnovatie, is het mogelijk geworden om dit onderzoek naar faalkosten te verrichten.
Logischer wijs omvat dit afstudeeronderzoek, vanwege het tijdsbestek, een deel van het
opgezette programma. Hierbij is dit afstudeeronderzoek gericht om een bijdrage te
leveren aan het in kaart brengen van faalkosten naar aard en omvang. Zo is er onderzoek
op theoretisch- en projectniveau verricht.
Doormiddel van een onderzoek op theoretisch niveau, waarbij de aard rondom faalkosten
in beeld zijn gebracht, is een herziene definitie voor de term faalkosten en daarmee een
uitgangspositie rondom faalkosten gevormd.
Vanuit de uitgangspositie rondom faalkosten is er een onderzoek op projectniveau
ingericht om faalkosten te kwantificeren en kwalificeren. Zo is onder meer bij twee
woningbouwprojecten de begroting en nacalculatie vergeleken wat heeft geleid tot een
document waarmee inzicht is gegeven in de omvang van faalkosten, en waar de
faalkosten binnen de projecten aan zijn toe te kennen.
Dit alles heeft geleid tot enerzijds een inzicht in de omvang van faalkosten op
projectniveau, en anderzijds een in te nemen uitgangspositie rondom de aard van
faalkosten.
9
Het lectoraat “Innovatie in Bouwprocessen & -Techniek”
10
Zie bijlage 1; intern Programma Faalkosten in de Bouw. TNO
11
Zie bijlage 2; Onderzoeksprogramma faalkosten IB&T
Pagina 11
2 Opdrachtomschrijving en rapportopbouw
2.1 Probleemstelling
In de algemene inleiding is al geschetst dat het afstudeeronderzoek tweeledig is waarbij
het erop is gericht een bijdrage te leveren aan het in kaart brengen van de aard én omvang
van faalkosten. Om uitspraken te doen over de omvang van faalkosten, is het
noodzakelijk te weten wat faalkosten zijn; oftewel te weten wat de aard van faalkosten is.
Er wordt echter uiteenlopend tegen faalkosten aangekeken waarbij huidige definities niet
hetzelfde omvatten. Naast dat de huidige definities niet hetzelfde omvatten, wordt er veel
gesproken, geschreven en aangenomen omtrent oorzaken, hoogte en vermijdbaarheid van
faalkosten; zie figuur 4.
Econoom Adri Buur is fel: Waarom laten zo velen zich voor de gek houden? Soms beweren mensen
zelfs dat het aandeel van de faalkosten een kwart van de bouwsom uitmaakt. "Al die getallen zijn niet
meer dan een klap op het water. Er is geen enkel onderzoek dat zulke hoge kosten aantoont",
stelt de professor, oud-directeur van het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid.
“Er valt bovendien winst te maken met SPIN, niet in de laatste plaats omdat het bijdraagt aan een
verlaging van de faalkosten.”
Ketenintegratie: reduceer faalkosten door respect en vertrouwen
Ook is de term 'faalkosten' vanwege de negatieve klank vervangen door 'vermijdbare kosten'.
Johan Vijverberg (voormalig hoofd van het College Bouw Ziekenhuisvoorzieningen): “Zelfs
faalkosten worden in de zorgbouw vergoed”
FNV Bouw heeft de werkgevers in de sector opgeroepen een werkgroep in te stellen die de
”faalkosten” met 20 procent moet terugdringen. Het vermijden van fouten zou 1,5 miljard euro
aan besparingen opleveren, aldus de bond.
Faalkosten kosten de bouwsector jaarlijks circa 2,5 miljard euro en dat is bijna 8 procent van de
omzet van de totale bouwnijverheid. Dit terwijl het rendement gemiddeld 3 procent is. Een
halvering van de faalkosten zou dus een verdubbeling van de winst betekenen.
1
3
2
4
5
6
7
8
Figuur 4: Acht uitspraken omtrent faalkosten12
Hetgeen hierboven beschreven heeft geleidt tot de volgende probleemstelling:
“De omvang van faalkosten kan niet worden bepaald doordat de aard van faalkosten niet
helder is.“
12
Zie bijlage 3; Publicaties. Het nummer achter de frase duidt op de publicatie in de bijlage.
Pagina 12
2.2 Beschrijving naar opdracht
Om uitspraken te doen over de omvang van faalkosten is het noodzakelijk om eerst de
aard van faalkosten vast te stellen.13
Zo zal er een inhoudelijke oriëntatie moeten
plaatsvinden om een uitgangspositie rondom de aard van faalkosten in te nemen.
In deze inhoudelijke oriëntatie is de huidige theorie rondom faalkosten beschreven en
beschouwd. Het vaststellen van de aard van faalkosten is op theoretisch niveau gebeurd,
waarbij huidige literatuur is bestudeerd en beschouwd.
Wanneer de uitgangspositie rondom de aard van faalkosten is opgesteld kan de omvang
van faalkosten worden bepaald. Het bepalen van faalkosten zal hierbij op projectniveau
gebeuren, waarbij een meetmethode moet worden beschreven.
Wanneer de opgestelde meetmethode ook wordt toegepast kan enerzijds de bruikbaarheid
van de meetmethode worden ervaren en bepaald. Anderzijds kan de ingenomen
uitgangspositie rondom de aard van faalkosten worden beschouwd waarna de
uitgangspositie rondom faalkosten kan worden vastgesteld.
De volgende figuur 5 verbeeldt het gedachtegoed wat heeft geleid tot de opdracht die in
de hier opvolgende paragraaf is weergegeven.
Aard van faalkosten
Omvang van
faalkosten
Uitgangspositie voor
faalkosten opstellen
Inhoudelijke oriëntatie
Uitgangspositie voor
faalkosten vaststellen
In hoeverre brengt de methode de faalkosten binnen de projecten in beeld?
Voldoet de opgestelde uitgangspositie rondom de aard van faalkosten?
Onderzoeknaardeomvangvanfaalkosten
Uitkomsten onderzoek
beschouwen
Toepassing
onderzoeksmethode op
twee gerealiseerde
woningbouwprojecten
methode om faalkosten te
meten opstellen
THEORETISCH NIVEAU PROJECT NIVEAU
Figuur 5: Verbeelding van het afstudeeronderzoek
13
Zie probleemstelling in hoofdstuk 2.1
Pagina 13
2.3 Onderzoeksdoelstelling
In de vorige paragraaf is er invulling gegeven hoe de bijdrage aan het in kaart brengen
van faalkosten naar aard en omvang, kan worden geleverd. Hierbij wordt van twee
niveaus gesproken waarop, in dit afstudeerwerk, onderzoek gewenst is. Hieronder is te
zien op welke niveaus het onderzoek plaatsvindt en wat daarbij moet gebeuren.
1. Theoretisch niveau; om de aard van faalkosten vast te stellen.
• Een inhoudelijke oriëntatie waarbij verschenen literatuur rondom
faalkosten wordt behandeld en beschouwd.
• Uitgangspositie rondom de aard van faalkosten opstellen.
• Uitgangspositie rondom de aard van faalkosten vaststellen.
De uitgangspositie moet een heldere definitie voor faalkosten bevatten.
Waarbij de huidige theorieën uit de literatuur moeten worden herzien
wanneer nodig.
2. Projectniveau; om de omvang van faalkosten en inzicht in faalkosten te geven.
• Een meetmethode opstellen en beschrijven.
• De beschreven meetmethode toepassen op twee woningbouwprojecten.
• De omvang van faalkosten bij beide projecten weergeven.
• Het inzicht geven waar de faalkosten binnen de projecten aan zijn toe te
kennen.
• Uitkomsten van de toegepaste meetmethode beschrijven en beschouwen.
Het theoretische- en het projectniveau ontmoeten elkaar in de onderzoeksdoelstelling. De
onderzoeksdoelstelling is in de vorm van een tweeledige onderzoeksvraag en luidt als
volgt:
“In hoeverre brengt de opgestelde meetmethode de faalkosten binnen de twee
geanalyseerde projecten in beeld? Voldoet hierbij de opgestelde uitgangspositie rondom
de aard van faalkosten?”
Om antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag zijn de volgende subdoelstellingen
geformuleerd:
• Vaststellen van een werkdefinitie om faalkosten inzichtelijk te maken.
• Uitgangspositie rondom de aard van faalkosten opstellen.
• Methode beschrijven om faalkosten inzichtelijk te maken.
• Faalkosten meten door middel van de beschreven methode.
• Inzicht geven waar de faalkosten binnen de onderzochte projecten aan zijn toe te
kennen.
• Vaststellen wat de omschreven meetmethode van de faalkosten, zoals geschetst in de
uitgangspositie in beeld brengt.
• Uitgangspositie rondom de aard van faalkosten beschouwen en vaststellen.
• Aangeven wat er met deze meetmethode niet in beeld wordt gebracht wat leidt tot
aanbevelingen voor verder onderzoek.
Pagina 14
2.4 Opbouw van het rapport
In dit rapport komen de twee onderwerpen, aard en omvang van faalkosten aan bod. Voor
de helderheid en leesbaarheid is hierom gekozen om eerst de aard van faalkosten te
behandelen. Zo wordt de verdieping die heeft plaatsgevonden op het onderwerp
faalkosten, om een uitgangspositie rondom faalkosten in te nemen, in hoofdstuk 3
behandeld. De duidelijkheid hoe er, tijdens het onderzoek op projectniveau, tegen
faalkosten wordt aangekeken is hierna in hoofdstuk 4 behandeld. Waardoor de omvang
van, en het inzicht in, faalkosten kan gaan worden bepaald vanuit de ingenomen
uitgangspositie.
In hoofdstuk 5 wordt het onderzoek vanuit deze uitgangspositie op projectniveau
doorgezet. Zo is een meetmethode om de omvang van faalkosten vast te stellen en het
inzicht te geven waar de faalkosten, binnen een project, aan zijn toe te kennen opgesteld.
De opgestelde meetmethode is hierna toegepast op twee gerealiseerde
woningbouwprojecten. De resultaten van de onderzochte projecten zijn als bijlage, het
einddocument wat voor de aannemer is opgesteld14
, te bestuderen. Waarna in hoofdstuk 6
de uitkomsten van het projectonderzoek worden beschouwd.
De conclusies die, naar aanleiding van de inhoudelijke oriëntatie en de resultaten uit het
praktijkonderzoek, zijn getrokken zijn in hoofdstuk 7 weergegeven.
In hoofdstuk 8 wordt het onderzoek geëvalueerd met de bevindingen rondom faalkosten
waarna de aanbevelingen voor verder onderzoek aan de orde komen.
In figuur 6 is deze opbouw gevisualiseerd.
Input: inhoudelijke oriëntatie Input: data 2 projecten
Opstellen onderzoeksmethode
Projecten volgens methode
verwerken
Toetsing
Resultaten per project weergeven
Vergelijk tussen resultaten
projecten
Opmerkelijkheden opstellen
Onderzoek opstellen
Aanbevelingen verder onderzoek
Einddocument m.b.t. het
gedane onderzoek voor
de aannemer
In hoeverre brengt de methode de faalkosten, zoals
als uitgangspositie is opgesteld, in beeld?
Figuur 6: Schematische weergave opbouw rapport.
14
Zie bijlage 4; Einddocumenten, met betrekking tot het gedane onderzoek, voor de aannemer
Pagina 15
3 Inhoudelijke oriëntatie: “De aard van faalkosten”
(theoretisch niveau)
Aard van faalkosten
Omvang van
faalkosten
Uitgangspositie voor
faalkosten opstellen
Inhoudelijke oriëntatie
Uitgangspositie voor
faalkosten vaststellen
In hoeverre brengt de methode de faalkosten binnen de projecten in beeld?
Voldoet de opgestelde uitgangspositie rondom de aard van faalkosten?
Onderzoeknaardeomvangvanfaalkosten
Uitkomsten onderzoek
beschouwen
Toepassing
onderzoeksmethode op
twee gerealiseerde
woningbouwprojecten
methode om faalkosten te
meten opstellen
THEORETISCH NIVEAU PROJECT NIVEAU
Hoofdstuk 3
Het debat rondom faalkosten wordt gevoed door de onduidelijkheid met betrekking tot de
aard en omvang van de faalkosten.15
Deze onduidelijkheid wordt onder andere
veroorzaakt doordat er uiteenlopende definities voor faalkosten worden gehanteerd. In
deze inhoudelijke oriëntatie zullen een viertal paragraven passeren die het inzicht hebben
gegeven om tot een uitgangspositie rondom de aard van faalkosten te komen.
In paragraaf 3.1 wordt hiervoor eerst de term faalkosten uit elkaar gehaald door de
woorden falen en kosten te bespreken. Waarna in paragraaf 3.2 verscheidene definities
aan bod komen. Nadat er is aangegeven wat er aan de definities is op te merken en wat de
definities sterk maken wordt de achterliggende theorie besproken.
In de huidige theorie worden faalkosten als onderdeel van kwaliteitskosten gezien. In
paragraaf 3.3 wordt hierom ingegaan op de kwaliteitsleer en hoe er vanuit daar naar
faalkosten wordt gekeken. Paragraaf 3.4 is geweid aan de weergave van faalkosten
volgens de literatuur. Zo zijn de denkwijzen van enkele goeroes behandeld waarbij ook
de kijk op faalkosten wordt beschreven.
3.1 Falen en kosten
Om tot een werkdefinitie voor faalkosten te komen moet er worden begrepen wat
faalkosten zijn en wat deze omvatten. De beginstap die hier wordt genomen is de term
faalkosten uit elkaar te trekken waardoor de woorden falen en kosten overblijven. Door
deze twee woorden apart te behandelen wordt er een beeld geschetst wat de term
15
Zie bijlage 2; Onderzoeksprogramma faalkosten IB&T
Pagina 16
faalkosten uit de oorsprong van de woorden ‘falen’ en ‘kosten’ inhoudt. De woorden
‘falen’ en ‘kosten’ worden volgens Van Dale als volgt weergegeven:
“falen 1 tekortschieten 2 mislukken 3 fouten begaan; zijn doel niet bereiken”
“kost / kosten 1 dat wat voor iets betaald wordt of moet worden 2 voor een
bepaalde prijs verkocht worden”
Aan de omschrijving uit Van Dale is te zien dat falen vooral een negatieve lading heeft.
Wanneer er iets te kort schiet, mislukt of er een fout wordt begaan zal dit zich in de
kosten negatief uitten. Echter ‘het doel niet bereiken’ geeft een kleine nuance omdat dit
zich in de kosten ook positief zou kunnen uitten.
Het niet behalen van het gestelde doel wordt als falen omschreven. Hierbij moet worden
opgemerkt dat het doel dan duidelijk moet zijn omschreven. Wanneer er verder
bijvoorbeeld een hogere kwaliteit voor een product wordt behaald dan als doel was
gesteld zou dit als ‘falen’ kunnen worden beschouwd. Immers, er wordt dan ook
afgeweken van het gestelde doel. Het afwijken van het gestelde doel, zij het in positieve-
dan wel negatieve zin, kan als falen worden bestempeld. Dit komt hieronder nog verder
aan de orde.
De omschrijving van kosten geeft aan dat het gaat om dat wat voor iets betaald moet
worden. Bedrijfseconomisch worden kosten omschreven als de middelen die
noodzakelijk worden opgeofferd voor het te bereiken doel.
Wanneer er wordt gesproken over faalkosten worden deze beschouwd als onnodige
opofferingen om het doel te bereiken. Doordat kosten bedrijfseconomisch als een
noodzakelijke opoffering worden gezien, staan de woorden falen en kosten op gespannen
voet.
In figuur 7 is te zien dat een afwijking kan voorkomen in negatieve- en positieve zin.
Om het onderwerp faalkosten zo breed mogelijk te benaderen worden afwijkingen ten
opzichte van het gestelde doel hieronder als falen beschouwd.
Er kunnen op verschillende vlakken afwijkingen worden geconstateerd. Zo kunnen er
afwijkingen voorkomen in geld, tijd en kwaliteit. Kwaliteit wordt hierbij breed
beschouwd waar het kan gaan om de kwaliteit van een product dan wel de kwaliteit van
een dienst of proces. Het effect van de afwijking kan ook in negatieve- en positieve zin
voorkomen evenals de verschillende vormen waar deze in voor kunnen komen.
Pagina 17
Afwijking
+
+-
-
Effect
(kosten)(opbrengsten)
(falen)
(meer dan
gesteld)
A
C
B
D
Afwijkingen en effecten kunnen
voorkomen in de vorm van:
Geld / Tijd / Kwaliteit
Kwaliteit wordt hierbij breed
neergezet waardoor er verscheidene
vormen van kwaliteit zijn.
Enkele voorbeelden van hoe er naar
kwaliteit kan worden gekeken zijn:
-de kwaliteit van het product
-de kwaliteit van het proces
Voorbeeld:
Waarbij de afwijking in geld, en het
effect t.o.v. de kwaliteit van het
product plaatsvindt.
A: meer geld uitgegeven met een
minder behaalde kwaliteit.
B: minder geld uitgegeven met
een minder behaalde kwaliteit.
C: meer geld uitgegeven met een
hogere kwaliteit.
D: minder geld uitgegeven met
een hogere kwaliteit.
Figuur 7: Afwijking met het effect daarvan.
Of iets nu een afwijking is of een effect van een afwijking, is te bediscussiëren. Een
afwijking doet zich namelijk voor wanneer het niet volgens het gestelde doel wordt
gerealiseerd. Hieraan kan een effect worden gekoppeld. Zo kan het zijn dat er een
negatieve afwijking is bij een nacalculatie omdat er meer geld is uitgegeven waarbij
eveneens een hogere kwaliteit is geleverd dan was gesteld. (voorbeeld c in de figuur 7)
Wanneer de afwijking en het effect worden omgedraaid zou er kunnen worden gesteld
dat er een positieve afwijking door een hogere gerealiseerde kwaliteit is met daarbij een
negatief effect in de vorm van geld. (voorbeeld b in de figuur 7) Het zal dus belangrijk
zijn om een uitgangspositie in te nemen vanuit welke vorm er naar faalkosten wordt
gekeken.
In vlak A vallen de afwijkingen die een negatief effect ten gevolge hebben. De kosten die
naar aanleiding van deze afwijkingen ontstaan worden bestempeld als faalkosten.
Echter kan er in vlak D niet worden gesproken van kosten. De positieve afwijking, die
het falen vertegenwoordigd, heeft namelijk een positief effect. In vlak D zou er dus
kunnen worden gesproken van faalopbrengsten. De term faalkosten die in deze
benadering het gehele vlak van A tot en met D omvatten vanwege de term ‘kosten’ niet
de lading.
Wanneer we kosten voor nu zouden beschouwen als zijnde het economische effect kan er
enerzijds worden gesproken over faalkosten in vlak A en anderzijds worden gesproken
over faalopbrengsten in vlak D. Op deze manier is de lading voor faalkosten gedekt.
Tussennotitie 3.1
Het afwijken van het gestelde doel, zij het in positieve- dan wel negatieve zin, kan
worden bestempeld als falen. De nadruk in het woord faalkosten ligt hierbij op het eerste
gedeelte namelijk het ‘falen’. De toevoeging ‘kosten’ geeft hierbij aan dat het gaat om het
economische effect van de afwijking.
Pagina 18
3.2 Uiteenlopende kijk op faalkosten
Wanneer er over faalkosten wordt gesproken, binnen de bouwnijverheid, zijn er
verschillende perspectieven. De bouwnijverheid bestaat namelijk uit verschillende
partijen die binnen de bouwkolom andere activiteiten en belangen nastreven. Zo zal een
opdrachtgever die veel ‘meerwerk’ moet uitschrijven wellicht spreken van faalkosten,
terwijl de aannemer dit ontvangt als extra omzet en hier niet van falen hoeft te spreken.
Ook omgedraaid kan het zijn dat een aannemer met flinke tegenslagen en extra kosten het
werk conform afspraak aflevert aan de opdrachtgever. De opdrachtgever zal hier niet
spreken van faalkosten voor hem terwijl de aannemer de extra kosten wellicht als
faalkosten definieert.
Zo zijn er legio aan voorbeelden die aantonen dat er niet eenduidig naar faalkosten wordt
gekeken. Hierbij komt dat er in de literatuur verscheidene definities voor faalkosten
worden gehanteerd. Naast dat deze definities uiteenlopen van betekenis bakenen deze niet
af vanuit waar er naar faalkosten wordt gekeken. Wat de verscheidene definities
overeenkomen en wat daarbij kan worden opgemerkt wordt hieronder behandeld.
3.2.1 Gehanteerde definities
Er zijn verscheidene definities van faalkosten16
. De sterke en zwakke kenmerken van deze
definities worden hieronder behandeld. Zo wordt de uiteenlopendheid rondom faalkosten
neergezet waar met de sterke kenmerken de basis wordt gelegd voor een werkdefinitie
voor faalkosten. De zwakke kenmerken zullen als toets op de gevormde werkdefinitie
dienen. Hieronder zijn twee populaire definities voor faalkosten weergegeven:
1. “Faalkosten zijn alle kosten die zijn ontstaan doordat het bouwproces onnodig
inefficiënt is verlopen, of het eindproduct niet aan de afgesproken kwaliteitseisen
voldeed of omdat zaken die gebrekkig waren of tekortschoten moesten worden
hersteld of vervangen.”17
2. “Faalkosten zijn de kosten en de gederfde opbrengsten, die ontstaan door
kwaliteitsafwijkingen die nog vóór de levering aan de afnemer in het eigen bedrijf
worden geconstateerd of die ná de levering door de afnemer worden bemerkt.”18
Deze definities hebben hierbij gemeenschappelijk dat het gaat om:
• afwijkingen
• kwaliteit
• negatief effect van de afwijking
De definities omvatten hierbij het volgende: de gederfde opbrengsten met de extra
ongemakken en kosten voortkomend uit het niet voldoen aan de gestelde eis. Met andere
woorden; er is een afwijking op het gestelde doel wat een negatief economisch effect tot
gevolg heeft. De gestelde eis wil zeggen “hetgeen wat er wordt beoogd”. Het niet
voldoen hieraan geeft aan dat er wordt afgeweken van het beoogde oftewel; van de
16
Zie bijlage 5; Verscheidene definities faalkosten
17
(Brokelman, L (2005). Faalkosten de (bouw)wereld uit! Delft, Van Marken Delft drukkers)
18
(Smit, G & Hamberg, J (1995). Faalkosten bij middelgrote aannemersbedrijven. Hoofddorp, IMK
Nederland; bladzijde 21)
Pagina 19
gestelde eis. De als tweede aangehaalde definitie geeft aan dat het ook gaat om de
misgelopen opbrengsten. Een relatie tussen falen en opbrengsten, vlak D, lijkt hierdoor te
bestaan. Onderstaande figuur 8 geeft aan waar de definities zijn te plaatsen. Definitie 1 is
hierbij links geplaatst waarbij deze zich richt op ‘falen’. Definitie 2 is meer centraal
geplaatst omdat hier een link met opbrengsten lijkt te bestaan.
Afwijking
+
+-
-Effect
(kosten)(opbrengsten)
(falen)
(meer dan
gesteld)
A
C
B
D
1
2
Figuur 8: Uiteenlopende plaats van de definities in de figuur.
3.2.2 De oorzaken en manifestatie van faalkosten
Een bouwproces is onderverdeeld in verschillende fasen, startend met de initiatieffase en
sluitend met de opleverings- en nazorgfase. De meeste faalkosten manifesteren zich in de
ontwerp- (16%), werkvoorbereidings- (23%) en uitvoeringsfase (43%), samen goed voor
viervijfde van de totale faalkosten. [USP]19
Van Holten verbeeldt deze manifestatie van
faalkosten in een figuur waarbij is aangegeven in welke fasen voornamelijk de oorzaken
voor faalkosten liggen. Deze verbeelding is gemaakt voor de volgende
bouworganisatiemodellen: turnkey, bouwteam en traditioneel. Zo is in figuur 9 deze
theorie van Van Holten weergegeven.
Oorzaken van faalkosten
Manifestatie van faalkosten
Figuur 9: Relatie bouworganisatiemodellen en faalkosten volgens Van Holten, 200120
19
Zie bijlage 6; Persbericht USP Slechte informatie-uitwisseling
20
(Brokelman, L (2005). Faalkosten de (bouw)wereld uit! Delft, Van Marken Delft drukkers)
Pagina 20
Te zien is dat de oorzaken voor de waargenomen faalkosten vaak in een eerdere fase hun
grondslag vinden. Faalkosten kunnen dus in de uitvoeringsfase worden bemerkt terwijl de
oorzaak zich bevindt in de ontwerpfase. Verder lijkt de figuur van Van Holten te
bevestigen dat; door het bouwproces anders in te delen, waarbij communicatie en
uitvoerbaarheid centraal staan, het aannemelijk is dat faalkosten kunnen worden
gereduceerd.
In de algemene inleiding van dit rapport was al te lezen dat; de lijst met oorzaken van
faalkosten wordt aangevoerd door gebrekkige communicatie (21%) en een onuitvoerbaar
ontwerp (20%) [USP21
]. Vooral de benodigde communicatie is te verklaren omdat de
steeds complexer wordende bouwprojecten worden gekenmerkt door ‘arbeidsdeling’.
Deze arbeidsdeling leidt tot verregaande specialisatie en fragmentatie van
verantwoordelijkheden en zorgt ervoor dat verscheidene partijen in verschillende fasen
een bijdrage leveren aan het project. Faalkosten kunnen dus op verschillende manieren
worden ervaren en zich manifesteren. Zo kunnen faalkosten vanuit verschillende partijen
worden ervaren waarbij het kan gaan om een bepaalde handeling of om (een deel van) het
proces.
Hieronder zijn er twee voorbeelden in een ander perspectief waar uit blijkt dat er op
verscheidene manieren naar faalkosten wordt gekeken.
Voorbeeld 1
Er is een bepaalde activiteit die groep A en groep B uitvoeren. In figuur 10 staan de
bijbehorende gegevens. De gevraagde en uitgevoerde kwaliteit is hetzelfde, beide
groepen krijgen voor het werk 20. Groep B werkt efficiënter en kàn daarom meer winst
halen (2) t.o.v. groep A. Uit de nacalculatie blijkt dat Groep A heeft gewerkt hoe ze heeft
begroot en groep B niet.
Activiteit Begroot nacalculatie
Kosten Winst totaal kosten winst
Groep A 18 2 20 18 2
Groep B 16 4 20 17 3
Figuur 10: Gegevens groep A & B ten behoeve van voorbeeld 1
Wanneer we spreken over falen bij dit voorbeeld kan het volgende worden gezegd:
• Wanneer je groep A bekijkt is er niets aan op te merken; het is begroot zoals het is.
• Wanneer je groep B bekijkt kan je spreken van falen; winst pakt lager uit dan begroot.
• Wanneer je A t.o.v. B bekijkt faalt A op de kosten en de behaalde winst.
• Groep A faalt extern en Groep B faalt intern.
21
Gebrekkige communicatie grootste veroorzaker faalkosten, (oktober 2007), USP Marketing Consultancy
Pagina 21
Voorbeeld 2
Vanuit de gemeente is opdracht gegeven om een tunnel voor wegverkeer te realiseren
onder een kanaal door waar scheepsvaart plaatsvindt. Een uitvoerende partij heeft de
tunnel voor het begrootte bedrag gerealiseerd waarbij het voldoet aan de gestelde eisen
vanuit de gemeente. De gemeente was hierbij opdrachtgever en heeft als spin in het web
gefungeerd en ook het contact met alle belanghebbenden onderhouden.
Vertegenwoordigers van de scheepvaart hebben tijdens de initiatieffase aangekondigd dat
het kanaal over 4 jaar moet worden verdiept om ook grotere schepen te kunnen
behandelen. Het nog dieper aanleggen van de tunnel bracht voor de gemeente te hoge
kosten mee die niet konden worden verantwoord.
Na 4 jaar blijkt dat het kanaal niet kan worden verdiept vanwege het niveau waarop de
tunnel is gerealiseerd. Dit alles heeft als gevolg dat de grotere schepen uitblijven en er
kan worden gesproken van misgelopen opbrengsten waarbij de extra investering om de
tunnel toentertijd dieper aan te leggen een nihil bedrag lijkt.
Wanneer we spreken over falen bij dit voorbeeld kan het volgende worden gezegd:
• De uitvoerende partij heeft niet gefaald.
• De gemeente heeft ten opzichte van het project, dus initiatieffase tot en met de
gebruiksduur, niet gefaald.
• De gemeente heeft gefaald met betrekking op de misgelopen opbrengsten.
• De vertegenwoordigers van de scheepsvaart hebben gefaald omdat ze niet hebben
aangetoond dat de te investeren kosten nihil zijn ten opzichte van de mis te lopen
opbrengsten wanneer er geen grotere schepen doorvaart kunnen vinden.
• Op projectniveau zijn geen faalkosten op te merken terwijl op maatschappelijk
vlak van faalkosten kan worden gesproken omdat economische groei door middel
van grotere schepen er niet meer inzit.
3.2.3 Afwijkingen
Wanneer we uitgaan van de tussennotitie van 2.1 zijn er naast de negatieve afwijkingen
die willen zeggen dat er sprake is van falen ook positieve afwijkingen. Ook de positieve
afwijkingen kunnen worden bestempeld als falen wanneer deze in de toekomst voor een
negatief economisch effect zorgen.
Voorbeelden als onnodig ingebouwd risico en het standaard te duur begroten van een
bepaalde kostenpost kan worden gezien als falen, omdat in de toekomst een werk hierop
wellicht niet wordt gegund omdat het te duur is begroot. Op korte termijn zal het
waarschijnlijk ten goede komen aan een projectresultaat waardoor het als faalopbrengsten
(vak D) kan worden gezien.22
Echter op langere termijn kan het voor faalkosten zorgen.
Door op deze brede manier naar afwijkingen te kijken ontstaat er een breder inzicht
waarmee kan worden verbeterd.
22
Zie figuur 7; Afwijking met het effect daarvan
Pagina 22
Tussennotitie 3.2
Afwijkingen, die het falen aangeven, komen volgens de besproken definities alleen in
negatieve zin voor. Dit komt niet overeen met de tussennotitie van 2.1 waarin is gesteld
dat er negatieve- en positieve afwijkingen kunnen voorkomen. Wel wordt er gesteld dat
misgelopen opbrengsten als faalkosten kunnen worden gezien. Ook is het gewenst om
ervan bewust te zijn dat positieve faalkosten23
die op korte termijn voorkomen, over de
langere termijn voor faalkosten kunnen zorgen.
Het kijken naar, en oordelen over faalkosten gebeurt vanuit verschillende perspectieven.
Al deze verschillende blikken komen voort uit andere en van elkaar verschillende
belangen. Wat verder opvalt, is dat de definities niet afbakenen wat faalkosten zijn
tegenover bewuste- en onbewuste beslissingen. Een vraag die hierdoor blijft hangen is:
“Zijn onvoorziene kosten die als post worden opgenomen in een begroting, waardoor ze
worden voorzien, faalkosten?”.
3.3 Kwaliteitsleer
Uit paragraaf 3.2 blijkt dat, wanneer het gaat over faalkosten de term kwaliteit vaak
wordt aangehaald. Faalkosten en kwaliteit hebben dan ook iets met elkaar te maken. In de
kwaliteitsleer24
worden faalkosten namelijk als onderdeel van de kwaliteitskosten
beschouwd. Hieronder is weergegeven wat kwaliteitskosten zijn en waaruit deze zijn
opgebouwd. Hierna wordt er ingegaan op wat de plaats is van de kwaliteitskosten binnen
de totale kosten.
Voordat er wordt ingegaan op wat kwaliteitskosten zijn en waar deze uit bestaan is het
van belang de definitie voor het begrip kwaliteit neer te zetten. Tijdens deze
literatuurverkenning hanteren we hierbij de volgende definitie voor het begrip kwaliteit:
“Kwaliteit is de mate waarin een geheel van eigenschappen
en kenmerken voldoet aan eisen.”25
3.3.1 Kwaliteitskosten onderverdeeld
Zoals in figuur 11 is te zien worden de kwaliteitskosten gevormd door de som van
preventie-, beoordelings- en faalkosten. De toelichting op deze kosten komt na
onderstaande figuur 11, waarin de onderverdeling van de kwaliteitskosten is te zien,
verder aan bod.
23
Faalopbrengsten
24
(Campanella, J. (1999, 3e druk). Principles of quality costs: principles, implementation and use.
American Society for Quality Control)
25
Zie bijlage7; (volgens NEN-ISO 9000; blz 14); Hierbij is een eis een behoefte of verwachting die
kenbaar gemaakt, vanzelfsprekend of dwingend voorgeschreven is.
Pagina 23
Beoordelings-
kosten (b)
Kwaliteitskosten(Q)
Faalkosten (f)
Preventie kosten
(p)
Formule: Q = p + b + f
Q = Kwaliteitskosten
p = Preventiekosten
b = Beoordelingskosten
f = Faalkosten
Figuur 11: Kwaliteitskosten onderverdeelt.26
Preventie kosten
De kosten van alle activiteiten specifiek erop gericht om ondermaatse kwaliteit te
voorkomen in producten of diensten. Voorbeelden zijn de kosten voor een
kwaliteitsplanning, evaluaties, team ontmoetingen voor kwaliteitsverbetering en training.
Beoordelingkosten
De kosten geassocieerd met het meten, evalueren en testen om te kunnen bevestigen of
producten of diensten aan de kwaliteitsstandaard en de prestatie eisen voldoen. Deze
kosten worden ook wel keuringskosten genoemd.
Faalkosten
De kosten resulterend vanuit producten of diensten die niet conform de behoefte van de
klant/gebruiker is. Waarbij de faalkosten kunnen worden verdeeld in interne- en externe
faalkosten.
• Interne faalkosten
Deze kosten, die worden gemaakt doordat producten of diensten niet conform de
behoefte van de klant/gebruiker is, zijn gemaakt vóór de levering van het product
aan de afnemer. (zonder klantbesef). Enkele voorbeelden zijn kosten die worden
veroorzaakt door: slopen, herstellen en her-inspectie.
• Externe faalkosten
Deze kosten, die worden gemaakt doordat producten of diensten niet conform de
behoefte van de klant/gebruiker is, zijn gemaakt ná de levering van het product
aan de afnemer. (met klantbesef). Een voorbeeld hiervan zijn klachten vanuit de
klant die extra kosten met zich meebrengen t.o.v. het probleem vooraf te hebben
verholpen.
26
(Campanella, J. (1999, 3e druk). Principles of quality costs: principles, implementation and use.
American Society for Quality Control)
Pagina 24
3.3.2 Kwaliteitskosten binnen de werkelijke kosten
Kosten kunnen op verschillende manieren worden onderverdeeld. Zo kunnen de totale
kosten voor een project worden beschouwd als werkelijke kosten. Hierbij zijn de
werkelijke kosten opgebouwd uit ‘reduced costs’27
en kwaliteitskosten. Onderstaande
figuur 12 laat zien hoe de werkelijke kosten zijn onderverdeeld.
Kwaliteitskosten
(Q) Formule: Q = W-G
Q = Kwaliteitskosten
W = Werkelijke kosten
G = Reduced costsReduced costs
(G)
Werkelijkekosten(W)
Figuur 12: Werkelijke kosten onderverdeeld
Kwaliteitskosten vertegenwoordigen het verschil tussen de werkelijke kosten van een
product of services en wat de reduced costs voor een product of service zouden zijn
wanneer er geen sprake zou zijn van preventiekosten, beoordelingskosten en faalkosten.
De reduced costs zijn de werkelijke kosten minus de kwaliteitskosten. Hierbij zijn de
reduced costs alle kosten behalve de kwaliteitskosten. Wanneer kosten geen kenmerken
hebben van preventie-, beoordelings- of faalkosten zijn het hier dus reduced costs. 28
3.3.3 Faalkosten binnen de kwaliteitsleer
Binnen de kwaliteitsleer zijn faalkosten een groep binnen de kwaliteitskosten. De
kwaliteitskosten behoren samen met de reduced costs tot de werkelijke kosten. Er is
echter een grijs gebied in hoe deze werkelijke kosten zijn onderverdeeld. De grens, waar
een bepaalde post toebehoort, is vaag.
Duidelijk lijkt dat de uitvoering op de bouw tot de kwaliteitskosten kunnen worden
gerekend omdat deze tot de preventie- en beoordelingskosten kunnen worden beschouwd.
Echter zullen lang niet alle activiteiten van bijvoorbeeld een uitvoerder binnen preventie
en beoordelingskosten kunnen worden benoemd. Het volgende doet zich voor:
“Een uitvoerder zit op een werk in uitvoering. Regelmatig komen omwonende en
toekomstige bewoners van het bouwwerk, de uitvoerder storen vanwege vragen of
klachten. Hierdoor worden de activiteiten van de uitvoerder verstoord.” Aan deze
verstoringen is een prijsplaatje te hangen, door de uren die de uitvoerder er mee kwijt is
te kwantificeren. Het prijsplaatje zou een weergave van de faalkosten zijn. Echter
wanneer de uitvoerder het te woord staan van mensen in de taakomschrijving heeft
zouden het weer preventiekosten kunnen worden genoemd.
27
De vertaling naar het Nederlands zou uitkomen op: gereduceerde kosten. Echter wekt de Nederlandse
vertaling de in indruk dat het om verminderde kosten gaat, waardoor de kern van het woord verdwijnt.
28
(Campanella, J. (1999, 3e druk). Principles of quality costs: principles, implementation and use.
American Society for Quality Control)
Pagina 25
Zo kan de discussie worden doorgevoerd; waarbij kan worden afgevraagd of het plaatsen
van een bekisting, om een betonwand te realiseren, preventie is. De werkzaamheden en
de benodigde materialen zouden dan kwaliteitskosten zijn om een betonwand te
realiseren. Ook moet er worden beseft dat binnen de normen en vuistregels er in bepaalde
mate rekening wordt gehouden met het risico op falen. Deze vorm van faalkosten is
doorgevoerd in normen en vuistregels.
Een kraan kan bijvoorbeeld 6,8uur effectief draaien terwijl er 8 uur voor wordt uitbetaald.
Die 1,2 uur die niet effectief zijn, zouden als faalkosten kunnen worden bemerkt. Door
het hanteren van normen en vuistregels zitten deze vorm van faalkosten al versleuteld in
de begroting. Hier komt bij; of een post als nazorg, die steeds vaker in een begroting
wordt opgenomen, tot faalkosten moet worden bestempeld. Een post als nazorg
vertegenwoordigt namelijk vaak herstelwerkzaamheden.
Om uitspraken te doen over faalkosten en de hoogte ervan is het van belang dat er
eenduidig tegen faalkosten wordt aangekeken. De bewustwording dat de discussie
rondom “wat faalkosten zijn” moet worden gevoerd kan bijdragen aan een eenduidige
kijk op wat faalkosten zijn.
Tussennotitie 3.3
Falen op zich kan binnen de hele werkelijke kosten voorkomen. Zo kan een
materiaalpost, toebehorend aan reduced costs, die niet is begroot als falen kunnen worden
beschouwd. Dit zou hierop volgend faalkosten kunnen worden genoemd, terwijl deze
groep faalkosten een andere lading heeft dan de groep faalkosten die onder de
kwaliteitskosten vallen. Het aanwijzen of zaken faalkosten zijn, en dus ook tot de groep
faalkosten behoren, is niet duidelijk. Dit omdat falen bij elke activiteit kan voorkomen en
er maar één groep faalkosten is. Om hier duidelijkheid in te verkrijgen is het van belang
een andere term voor de groep faalkosten, welke onderdeel is van de kwaliteitskosten, te
hanteren.
Verder liggen volgens Van Holten de oorzaken van faalkosten in de beginfasen van het
bouwproces en manifesteren zich vooral in de uitvoeringsfase. Ook het te hanteren
bouwproces schijnt hierbij invloed te hebben op de oorzaken en manifestatie van
faalkosten.
Of bepaalde zaken faalkosten zijn, kan wellicht worden bepaald door aan te geven of
zaken bewust of onbewust zijn verlopen. Ook of zaken voorzien dan wel onvoorzien zijn
lijkt een duidelijkere manier om faalkosten aan te wijzen.
De manifestatie van faalkosten kan op verschillende manieren worden ervaren. Er zijn
immers verschillende partijen met uiteenlopende belangen. Aan de hand van voorbeeld 2
in hoofdstuk 3.2.2 is duidelijk gemaakt dat faalkosten niet alleen hun betrekking hoeven
te hebben op het bouwproject maar dat faalkosten zich ook op maatschappelijk niveau
kunnen manifesteren. Het vaststellen en omschrijven van het kader waarbinnen de
faalkosten inzichtelijk worden gemaakt is van groot belang om de faalkosten in het
bedoelde perspectief neer te zetten.
Pagina 26
3.4 Kwaliteitskosten-modellen
In deze paragraaf zullen een aantal theorieën van enkele ‘goeroes’ uit de kwaliteitsleer
worden behandeld. Zo zullen twee kwaliteitskosten-modellen, die van Juran en
Schneiderman, passeren die op verschillende manieren het optimum van de
kwaliteitskosten neerzetten en benaderen. Het verschil tussen de twee kwaliteitskosten-
modellen komt aan de orde waarna de combinatie van de twee modellen wordt toegelicht.
Tijdens de toelichting van de kwaliteitskosten-modellen zijn de faalkosten beschouwd als
onderdeel van de kwaliteitskosten.29
3.4.1 Juran’s kwaliteitskosten-model
In figuur 13 is de verbeelde theorie van Juran weergegeven. Juran veronderstelt dat 100%
kwaliteit, economisch gezien niet verantwoord is. Perfecte kwaliteit brengt zeer hoge
preventie- en beoordelingskosten met zich mee, waardoor het streven naar ‘nul fouten’
niet in het economisch belang van de onderneming is. Deze benadering wordt veelal in de
westerse wereld gehanteerd.
0 100%kwaliteitsgraad
%vandeomzet
Preventie- en beoordelingskosten
Faalkosten Totale kwaliteitskosten
Figuur 13: Theorie Juran verbeeld. 30
De faalkosten zijn links in de figuur hoog waarbij de preventie- en beoordelingskosten
minimaal zijn. Door de preventie- en beoordelingskosten op te voeren dalen de faalkosten
naar nul, terwijl er wordt aangenomen dat daarvoor preventie- en beoordelingskosten
29
Zie hoofdstuk 3.3.1 waar de faalkosten als onderdeel van de kwaliteitskosten worden beschouwd.
30
(Schneiderman, A.M.(1986). Optimum Quality Costs and Zero Defects: Are They Contradictory
Concepts? American Society for Quality Control)
Pagina 27
gemaakt moeten worden die steeds sterker stijgen. Wanneer de preventie-, beoordelings-
en faalkosten worden opgeteld, komt er voor de totale kwaliteitskosten een kromme te
voorschijn met een minimum. Wanneer dit punt voorbij wordt gestreefd zijn de
investeringen, in de vorm van preventie en beoordeling, hoger dan de potentiële
faalkosten.31
3.4.2 Schneiderman’s kwaliteitskosten-model
Een ander bekend kwaliteitskosten-model, dat van Schneiderman, geeft de benadering
voor het streven naar nul fouten weer. Deze Japanse denkwijze, Kaizen, staat ook wel
bekend als Zero Defects en is te linken aan het Lean-thinking van onder andere Toyota.
Deze denkwijze veronderstelt dat door continue verbetering in kleine stappen, dit op
economisch verantwoorde wijze zal resulteren in nul fouten. Zeker bij ver
gemechaniseerde fabricage is deze manier om te streven naar extreem lage foutenniveaus
bekend. De volgende figuur 14 verbeeldt dit verhaal.
0 100%kwaliteitsgraad
%vandeomzet
Preventie- en beoordelingskosten
Faalkosten
Totale kwaliteitskosten
Figuur 14: Theorie Schneiderman verbeeld; Kaizen.32
In bovenstaande figuur 14 is te zien dat het optimum van de totale kwaliteitskosten bij
een kwaliteitsniveau van 100% ligt. Dit in tegenstelling tot de theorie van Juran waar het
optimum bij een kwaliteitsniveau kleiner dan 100% ligt. De som van de preventie-,
beoordelings- en faalkosten laat hierbij een daling zien, tot het kwaliteitsniveau van
100% is bereikt.
31
(Van Holten, P.(2001). Verbetermogelijkheden voor een kwaliteitssysteem van een bouwbedrijf. Delft,
Faculty of Civil Engineering and Geosciences)
32
(Schneiderman, A.M.(1986). Optimum Quality Costs and Zero Defects: Are They Contradictory
Concepts? American Society for Quality Control)
Pagina 28
3.4.3 Verschil tussen kwaliteitskosten-modellen
Het verschil tussen de theorie van Juran en Schneiderman is hoofdzakelijk gelegen in het
verloop van de preventie- en beoordelingskosten. Zo gaat Schneiderman ervan uit dat de
preventiekosten wel zullen stijgen bij een verbetering van een reeds hoog
kwaliteitsniveau, alleen wordt er verwacht dat deze veel minder snel toenemen.
Bovendien gaat Schneiderman ervan uit, dat door toenemende kwaliteit, steeds minder
controles in de vorm van beoordelingskosten noodzakelijk zijn. Naarmate de kwaliteit
toeneemt, kunnen de beoordelingskosten dus afnemen.
Een ander verschil is gelegen in de aanname van Juran, die in de figuur bij de faalkosten
alleen herstel- en afvalkosten meeneemt, terwijl hij de marktimpact buiten beschouwing
laat. Het model van Schneiderman heeft deze invloed van marktimpact wel ingepland.33
Verder zijn de kwaliteitskosten modellen die hiervoor zijn besproken onderhevig aan tijd,
waarin innovatie kan plaatsvinden, en aan marktwerking. Zo kan marktwerking invloed
uitoefenen op waar het optimum zich heen verplaatst.34
3.4.4 Combinatie kwaliteitskosten-modellen
Met betrekking tot de kwaliteitszorg liggen de twee opvattingen, die van Juran en van
Schneiderman, in feite in elkaars verlengde. Voor de westerse organisatie gaat in het
beginsel Juran’s benadering op. Wil men echter na het bereikte optimum de kwaliteit nog
verder opdrijven zal men genoodzaakt zijn een overstap te maken naar de Japanse
denkwijze; zie figuur 15.
Deze overstap houdt in dat er gebroken zal moeten worden met de traditionele westerse
benadering van kwaliteitsverbetering en dat de strategische keuze gemaakt moet worden
voor Total Quality Management. Voor het personeel houdt deze overstap in dat veel meer
mensen betrokken dienen te worden bij de kwaliteitszorg, waardoor de
verantwoordelijkheden aanzienlijk anders zullen komen te liggen. Daarbij moet de
aandacht liggen bij het opleiden en het trainen van de medewerkers in
probleemoplossende technieken en zullen zij de tijd en mogelijkheden ter beschikking
gesteld moeten krijgen om deze technieken in de praktijk te brengen. Daarbij zal ook de
stijl van leidinggeven sterk veranderen en de interne communicatie zal hierbij moeten
verbeteren.
Bij het doorvoeren van zulke ingrijpende organisatiewijzigingen moet er rekening
gehouden worden met het feit dat dit veel geld en al snel enkele jaren in beslag kan
nemen.
33
(Engels, M.G.C.(1995). Kosten van falen; een onderzoek naar interne faalkosten bij een uitvoerend
bouwbedrijf. Delft, faculteit Civiele Techniek)
34
Zie bijlage 8; Tijd en marktwerking als invloedsfactoren op de kwaliteitsmodellen.
Pagina 29
0 100%kwaliteitsgraad
%vandeomzet
Preventie- en beoordelingskosten
Faalkosten
Totale kwaliteitskosten
Investeringinkwaliteitssysteem
Figuur 15: Combinatie model van Juran en Schneiderman.35
In de eerste fase bevindt het bedrijf zich nog links van het, volgens de benadering van
Juran, optimale punt. In deze situatie zijn de investeringen in kwaliteitszorg nog vrijwel
altijd rendabel. De kwaliteitszorg is nu hoofdzakelijk gericht op efficiëntieverbetering en
de procesbeheersing, waarbij de nadruk wordt gelegd op de ondernemingsplanning,
plannings- en controle systematiek en op managementopleidingen.
Indien nu het optimale punt (volgens Juran) benaderd wordt, komt het bedrijf in de
tweede fase. Hierbij komt het bedrijf voor een dilemma te staan: zonder een ingrijpende
structuurwijziging kunnen verdere kwaliteitsverbeteringen slechts bereikt worden door
nog meer te investeren in preventies en controles, terwijl de marginale daling van de
faalkosten deze investeringen niet meer zullen compenseren en daarmee een sterke
stijging van de totale kwaliteitskosten zullen bewerkstelligen.
Op dit punt aangekomen zal het bedrijf een duidelijke beslissing moeten nemen of het
doorgaat met de verbetering van de kwaliteit, aangezien het, om economisch verantwoord
te kunnen investeren in de kwaliteitszorg, de eerder genoemde organisatieomwentelingen
zal moeten doorvoeren. Deze organisatieomwenteling is in figuur 15 als kosteninjectie
aangeduid. Onder die kosteninjectie vallen dan bijvoorbeeld de opleidingskosten van alle
medewerkers en het aanschaffen van nieuwe tools.
Wanneer de nieuwe structuur volledig in de organisatie geïmplementeerd is, kan weer
verder in preventie en controle geïnvesteerd worden. Bij deze theorie zullen de totale
kwaliteitskosten (op termijn) verder afnemen.
35
(Engels, M.G.C.(1995). Kosten van falen; een onderzoek naar interne faalkosten bij een uitvoerend
bouwbedrijf. Delft, faculteit Civiele Techniek)
Pagina 30
De samenvoeging van de twee visies vertegenwoordigt andere manieren van werken. Zo
verbeeld deze figuur het verloop van de kwaliteitskosten-lijn bij het implementeren van
het Lean-bouwen of de aanschaf van, en het werken met, een BIM-tool36
. Zo kan er ook
worden gesuggereerd dat het verloop van de kwaliteitskosten, zoals in figuur 15 is
aangegeven, een innovatie verbeeld. Verder is het interessant dat de faalkosten niet naar
nul gaan.
3.4.5 Verdiepingsslag op Juran’s kwaliteitskosten-model
In deelparagraaf 3.4.1 wordt al aangegeven dat de verbeelde theorie van Juran de
westerse benadering op kwaliteitskosten is. In deze paragraaf wordt dieper ingegaan op
deze verbeelde theorie rondom kwaliteitskosten waarbinnen de faalkosten zijn toe te
kennen.
Naast dat de benadering van Juran in de bouw wordt aangehaald om faalkosten te
verbeelden37
, is er een andere verklaring waarom er niet op het figuur van Schneiderman
wordt ingegaan. Zo kan de bouw niet worden vergeleken met andere industrieën.38
Dit
komt al voort uit de benaming van de bouw; “de bouwnijverheid”. Bouwnijverheid wil
zeggen dat er veel partijen in actief zijn en ook veel partijen benodigd zijn om een
gebouw te realiseren.
De bouw is geen bouwindustrie, terwijl de term ‘Construction industrie’ echter wel wordt
gehanteerd in het BIM Handbook39
. Het streven naar nul fouten, theorie Schneiderman, is
bij de benadering voor nu niet reëel vanwege de arbeidsdeling tijdens een project binnen
de bouwnijverheid.
Plaats op de kwaliteitskosten-lijn
Hieronder worden verschillende plaatsen op de totale kwaliteitskosten-lijn behandeld. Ter
verduidelijking zijn deze punten grafisch weergegeven in figuur 16.
0 100%kwaliteitsgraad
%vandeomzet
Preventie- en beoordelingskosten
Faalkosten
Totale kwaliteitskosten
2
31
4
Figuur 16: Toelichting vier punten op de totale kwaliteitskosten-lijn.
36
BIM staat voor Building Information Model oftewel een Bouw Informatie Model
37
(Brokelman, L (2005). Faalkosten de (bouw)wereld uit! Delft, Van Marken Delft drukkers)
38
Zie bijlage 9; Gesprek Henk van Wageningen
39
(Eastman, C e.a. (2008). BIM Handbook Hoboken, New Jersey, John Wiley & Sons Inc.)
Pagina 31
Het minimum in de kromme lijn, dat de totale kwaliteitskosten vertegenwoordigt, is
bedrijfseconomisch het optimum (nummer 2) waar organisaties naartoe streven. Zolang
de geplande preventie- en beoordelingskosten lager zijn dan de faalkosten is het rendabel
en dus economisch gezien verantwoord om geld te investeren in preventie- en
beoordelingskosten (nummer 1). Zodra de organisatie voorbij het minimum gaat, stijgen
de preventie- en beoordelingskosten harder dan dat de faalkosten dalen waardoor de
totale kwaliteitskosten fors toenemen (nummer 4).
Volgens Juran is het bedrijfseconomisch niet rendabel om het optimum voorbij te streven
omdat de kwaliteitskosten hierna fors toenemen. Het optimum lijkt hierbij onder invloed
van marktwerking te staan.40
Echter rechts van het optimum opereren zou de
voorspelbaarheid van de kosten vergroten omdat de preventie- en beoordelingskosten
vooraf bekent zijn (nummer 3 en nummer 4). Een kwaliteitsgraad van 100% waarbij de
faalkosten nul zijn, is volgens Juran niet economisch verantwoord. Dat de faalkosten tot
nul kunnen worden gereduceerd lijkt dus niet interessant.
Faalkosten in een project
Veel bedrijven streven ernaar om voor de eigen bedrijfsvoering op het optimale punt te
zitten waarbij de totale kwaliteitskosten het laagst zijn. Wanneer er een figuur wordt
opgesteld voor een project waarin meerdere bedrijfsvoeringen worden verantwoord is het
niet verrassend dat het optimum voor het project niet wordt behaald. De volgende figuur
17 verbeeldt dit door twee bedrijfsvoeringen, Partij A & Partij B, neer te zetten tegenover
de zwarte lijn die totale kwaliteitskosten voor het project aangeeft. Doordat de blauwe- en
oranje lijn een ander optimum hebben dan die van het project wordt het optimum, het
groene punt, voor het project niet behaald. Het gele punt geeft aan wat er zal worden
gerealiseerd binnen het project.
0 100%kwaliteitsgraad
%vandeomzet
Partij A
Project
Partij B
Individuele optimale punt partij A
Individuele optimale punt partij B
Optimale punt project beoogd door
opdrachtgever project
Werkelijk gerealiseerde punt als som van
de individuele na te streven punten
Figuur 17: Verscheidene kwaliteitskosten-lijnen met een ander optimum.
40
Zie bijlage 8; Tijd en marktwerking als invloedsfactoren op de kwaliteitsmodellen.
Pagina 32
De hier opvolgende figuur 18 geeft aan hoe de insteek zou moeten zijn om een project te
realiseren waarbij het optimale punt voor de opdrachtgever, het groene punt, wordt
nagestreefd. De klant / opdrachtgever mag zich in deze situatie met alle recht klant
noemen omdat de partijen hier streven naar het optimale punt voor de opdrachtgever. Zo
wordt er ook al jaren aangegeven dat er winst is te behalen wanneer dubbele agenda’s
opzij worden geschoven, en de gezamenlijke belangen na te streven41
. Om het
gezamenlijk punt na te streven wordt het Lean-bouwen als middel genoemd. Het niet
nastreven van het eigen optimale punt maar het gemeenschappelijk streven naar de wens
van de opdrachtgever zal er binnen de huidige bouwnijverheid volgens figuur 18 uitzien.
De opdrachtgever hoeft in deze situatie niet te spreken van faalkosten terwijl de totale
kwaliteitskosten zich voor partij A en B recht van het optimale punt bevinden.
0 100%kwaliteitsgraad
%vandeomzet
Partij A
Project
Partij B
In acht te nemen punt partij A
In acht te nemen punt partij B
Optimale punt project beoogd
door opdrachtgever project
Werkelijk gerealiseerde punt als som van
de individuele na te streven punten
Figuur 18: Verscheidene kwaliteitskosten-lijnen naar gemeenschappelijk optimum.
Tussennotitie 3.4
Faalkosten zoals deze tot nu toe zijn gepasseerd in de kwaliteitskosten modellen kunnen
worden vervangen door de term vermijdbare kosten. Dit omdat er volgens de theorie een
keuze kan worden gemaakt in de hoeveelheid preventie- en beoordelingskosten, die in het
proces kunnen worden gestopt, om oneffenheden eruit te filteren. Dit maakt dat door
preventie en beoordeling veel kosten te vermijden zijn. Dit wordt gesterkt doordat er een
optimum wordt beschreven wat bedrijfseconomisch de beste keuze is. Echter zodra er
zich nog faalkosten bevinden bij de ‘beste keuze’ is de noodzaak om reductiemaatregelen
41
(Boudewijn, E.C. e.a.(2008). Bouwen is teamwork! Praktijkgids voor succesvol samenwerken in de
bouw. Gouda, PSI Bouw)
Pagina 33
te treffen er niet. Door de faalkosten, zoals ze worden beschreven in de hiervoor
gepasseerde theorie, te vervangen door vermijdbare kosten42
, behoudt het de lading van
de eerder genoemde faalkosten. Op deze manier staat de onduidelijkheid dat er op een
optimaal punt van de totale kwaliteitskosten zich nog faalkosten bevinden buiten spel.
Bij het wijzigen van de term faalkosten in vermijdbare kosten moet er een nieuwe
invulling aan faalkosten worden beschreven.
42
Zie bijlage 3; Publicaties. nummer 8
Pagina 34
4 Resultaat theoretisch onderzoek: Uitgangspositie
faalkosten
Aard van faalkosten
Omvang van
faalkosten
Uitgangspositie voor
faalkosten opstellen
Inhoudelijke oriëntatie
Uitgangspositie voor
faalkosten vaststellen
In hoeverre brengt de methode de faalkosten binnen de projecten in beeld?
Voldoet de opgestelde uitgangspositie rondom de aard van faalkosten?
Onderzoeknaardeomvangvanfaalkosten
Uitkomsten onderzoek
beschouwen
Toepassing
onderzoeksmethode op
twee gerealiseerde
woningbouwprojecten
methode om faalkosten te
meten opstellen
THEORETISCH NIVEAU PROJECT NIVEAU
Hoofdstuk 4
4.1 Beschouwing gepasseerde onderwerpen inhoudelijke oriëntatie
De term ‘falen’, die voor een groot gedeelte de lading in de term faalkosten bepaalt,
veronderstelt dat iets niet is gegaan zoals was bedoeld. Echter de beschreven theorie uit
de literatuur benadert de ‘faalkosten’ anders, waardoor de lading die de term ‘falen’ zou
moeten uitdragen binnen deze benadering niet kan worden uitgedragen. Aan de hand van
figuur 19 wordt hieronder het hekelpunt toegelicht.
0 100%kwaliteitsgraad
%vandeomzet
Preventie- en beoordelingskosten
?
Totale kwaliteitskosten
2
31
Van faalkosten naar
vermijdbare kosten
Figuur 19: Geen sprake van faalkosten op het optimum
Pagina 35
Een kwaliteitsgraad van 100% waarbij de faalkosten nul zijn, is volgens Juran niet
economisch verantwoord. Dat de faalkosten tot nul kunnen worden gereduceerd lijkt dus
niet interessant.
Wanneer een bedrijf bijvoorbeeld, het binnen de theorie van Juran geschetste optimum
(situatie 2) nastreeft en behaald dan kan er niet worden gesproken van falen.
Toch ontstaat het optimum (situatie 2) wanneer de ‘faalkosten-lijn’ en de preventie- en
beoordelingskosten-lijn 1:1 zijn.43
Dit wil zeggen dat wanneer het optimum wordt
nagestreefd en bereikt, er volgens de literatuur wel ‘faalkosten’ zijn.
Om nog iets explicieter te zijn; een bedrijf streeft het optimum (situatie 2) na. Echter zijn
er meer dan nodig, preventie- en beoordelingskosten gemaakt waardoor het bedrijf zich
rechts van het optimum (situatie 3) gaat bevinden. De volgens de literatuur geschetste
‘faalkosten’ vallen bij situatie 3 lager uit als bij situatie 2. Dit terwijl er, volgens de term
‘falen’, juist sprake is van falen, omdat situatie 3 wordt bereikt terwijl situatie 2 werd
beoogd.
Om te zorgen dat er niet over faalkosten wordt gesproken wanneer het
bedrijfseconomische optimum wordt nagestreefd en bereikt, zal er een vervanging voor
de term faalkosten gewenst zijn. Hierbij komt verder dat faalkosten suggereren dat er
kosten ontstaan omdat iemand zijn of haar werk niet goed doet, terwijl de theorie erop is
gericht om aan te geven dat bepaalde kosten kunnen worden vermeden. Dit heeft tot
gevolg dat binnen de huidige theorie rondom ‘faalkosten’, die in de literatuur is
beschreven, een andere term voor faalkosten is geformuleerd:
“Vermijdbare kosten”
De term vermijdbare kosten wordt vaker als vervanging voor faalkosten aangedragen44
Zowel in de bouw als in de zorg komt het regelmatig voor dat deze benaming voor
faalkosten wordt gebruikt. De term faalkosten heeft een negatievere klank dan de term
vermijdbare kosten.
De vermijdbare en niet vermijdbare faalkosten zoals deze zijn beschreven in de SBR
geven aan dat er een onderverdeling is te maken of faalkosten wel of niet kunnen worden
aangepakt.45
Door aan te geven of de vermijdbare kosten rendabel zijn zou het ook op dit
onderdeel kunnen worden geïmplementeerd.
De volgende te ondernemen stappen om te komen een heldere uitgangspositie rondom
faalkosten zijn als volgt:
• Nieuwe definitie faalkosten opstellen.
• Implementeren van de term ‘vermijdbare kosten’ in de huidige theorie.
• Aanzet geven om faalkosten te verbeelden.
43
(Holten, P. van (2001). Verbetermogelijkheden voor een kwaliteitssysteem van een bouwbedrijf. Delft,
Faculty of Civil Engineering and Geosciences)
44
Zie bijlage 3; Publicaties nummer 8
45
(Brokelman, L. (2005). Faalkosten de (bouw)wereld uit! Delft, Van Marken Delft drukkers)
Pagina 36
4.2 Uitgangspositie faalkosten
4.2.1 Vaststellen werkdefinitie faalkosten
Uit de inhoudelijke oriëntatie is gebleken dat faalkosten voortkomen uit een afwijking op
de gestelde eis. Hierbij drukken faalkosten het economische effect van een afwijking uit.
Er kunnen positieve- en negatieve afwijkingen voorkomen waarbij ook een positief- en
negatief economisch effect voorkomen.
In beginsel gaat het bij faalkosten er niet om of deze een positief- of negatief economisch
effect hebben, maar dat er een afwijking is ten opzichte van hoe iets was beoogd.
Verder zijn er binnen de bouwnijverheid tal van partijen, welke binnen een bouwproject,
in andere fasen een bijdrage leveren aan het product. Door deze arbeidsdeling zijn er
verschillende belangen waardoor partijen, binnen een bouwproject, niet per se hetzelfde
hoeven te beogen. De werkdefinitie moet dus duidelijkheid geven betreffende het
volgende:
• Ten opzichte van wat de afwijking wordt bepaald.
• Vanuit welke belanghebbende er naar de faalkosten wordt gekeken.
De volgende werkdefinitie voor de term faalkosten is opgesteld:
“Faalkosten zijn het economische effect van alle afwijkingen ten opzichte van het
beoogde”46
De volgende termen, die binnen de definitie voorkomen, zijn als volgt gedefinieerd47
:
• Afwijkingen: het niet voldoen aan de eis
• Beoogde: eisen gesteld aan het project
• Eis: behoefte of verwachting die kenbaar gemaakt, vanzelfsprekend of dwingend
voorgeschreven is.
De werkdefinitie zorgt ervoor dat, wanneer men de hoogte van faalkosten wil bepalen,
het duidelijk is ten opzichte van wat de afwijking wordt bepaald en dat duidelijk is vanuit
welke belanghebbende dit is gebeurd. Zo voorziet de werkdefinitie erin dat, wanneer deze
wordt toegepast om inzicht te geven in faalkosten, de volgende vraag moet worden
beantwoord:
“Wat wordt er beoogd door wie?”
De werkdefinitie richt zich op de drie parameters; budget, tijd en kwaliteit. De
werkdefinitie is hierdoor geschikt om op projectniveau toe te passen. Echter wanneer er
op bedrijfsniveau zou worden gekeken zouden ook de faalkosten vanuit deze definitie
kunnen worden aangewezen. Dit maakt dat de werkdefinitie ruim te gebruiken is.
46
Opgesteld door Arnoud Hanenburg
47
Zie bijlage 7; volgens NEN-ISO 9000
Pagina 37
4.2.2 Vermijdbare kosten
In paragraaf 4.1 wordt aangegeven dat de term ‘vermijdbare kosten’ in de huidige theorie
rondom de ‘oude faalkosten’48
, die in de literatuur is beschreven, moet worden ingepast.
De term vermijdbare kosten heeft het voordeel dat het een omschrijving is van de ‘oude
faalkosten’ waar onder andere kosten voor slopen, herstellen en her-inspectie onder
vallen.49
Een ander voordeel is dat de negatieve lading van deze kosten is afgehaald;
waarbij meer kans op stimulans is om de kosten die kunnen worden vermeden, zolang het
bedrijfseconomisch is te verantwoorden, te vermijden. De vermijdbare kosten zijn de
positieve benadering voor de ‘oude faalkosten’.
Binnen de kwaliteitskosten zijn de ‘oude faalkosten’ vervangen door de groep
vermijdbare kosten die de lading dekt van de voorheen benoemde groep faalkosten; zie
figuur 20.
Beoordelings-
kosten (b)
Kwaliteitskosten(Q)
Vermijdbare
kosten (v)
Preventie kosten
(p)
Formule: Q = p + b + v
Q = Kwaliteitskosten
p = Preventiekosten
b = Beoordelingskosten
v = Vermijdbare kosten
Figuur 20: Kwaliteitskosten onderverdeelt. (aangepast)
De werkelijke kosten blijven zoals ze zijn. Echter kunnen faalkosten, volgens de
werkdefinitie, binnen de gehele werkelijke kosten worden toegekend. Faalkosten
beperken zich dus niet meer tot een groep binnen de kwaliteitskosten; zie figuur 21.
Kwaliteitskosten
(Q) Formule: Q = W-G
Q = Kwaliteitskosten
W = Werkelijke kosten
G = Reduced costsReduced costs
(G)
Werkelijkekosten(W)
Figuur 21: Werkelijke kosten onderverdeelt.
48
Dit geeft aan dat het gaat om de eerder geschetste kijk op faalkosten dus voordat voor faalkosten was
opgesteld.
49
Zie hoofdstuk 3.3.1
Pagina 38
Door de vervanging van de term voor de ‘oude faalkosten’ ontstaat de volgende
omschrijving voor vermijdbare kosten:
Vermijdbare kosten zijn de kosten resulterend vanuit producten of diensten die niet
conform de behoefte van de klant/gebruiker is. Waarbij de vermijdbare kosten kunnen
worden verdeeld in interne- en externe vermijdbare kosten
• Interne vermijdbare kosten
Deze kosten, die worden gemaakt doordat producten of diensten niet conform de
behoefte van de klant/gebruiker is, zijn gemaakt vóór de levering van het product
aan de afnemer. (zonder klantbesef). Enkele voorbeelden van deze kosten worden
veroorzaakt door: slopen, herstellen en her-inspectie.
• Externe vermijdbare kosten
Deze kosten, die worden gemaakt doordat producten of diensten niet conform de
behoefte van de klant/gebruiker is, zijn gemaakt ná de levering van het product
aan de afnemer. (met klantbesef). Enkele voorbeelden die hieruit voort kunnen
komen zijn: klachten vanuit de klant die extra kosten met zich meebrengen t.o.v.
het probleem vooraf te hebben verholpen.
Hierboven zijn de vermijdbare kosten beschreven waaruit blijkt dat er richting de
klant/gebruiker wordt gekeken. Echter binnen het eigen proces van een bedrijf is er ook
sprake van vermijdbare kosten die direct door het bedrijf worden ervaren.
De onderstaande figuur 22 geeft de inpassing van de term ‘vermijdbare kosten’, in het
kwaliteitskosten-model van Juran, weer. Hierbij is de ‘oude faalkosten-lijn’ vervangen
door de vermijdbare kosten-lijn.
0 100%kwaliteitsgraad
%vandeomzet
Preventie- en beoordelingskosten
Vermijdbare kosten Totale kwaliteitskosten
Figuur 22: Aangepaste verbeelde theorie Juran.
Pagina 39
4.2.3 Faalkosten binnen de kwaliteitskosten
In deelparagraaf 4.2.2 is al aangegeven dat faalkosten, volgens de werkdefinitie, binnen
de gehele werkelijke kosten kunnen worden toegekend. Ook binnen de kwaliteitskosten
kunnen faalkosten worden toegewezen aan de groepen preventie-, beoordelings- en
vermijdbare kosten. Hieronder zijn bij drie situaties de positieve en negatieve afwijkingen
weergegeven. Hierbij gaat het er niet om waar men zich op de lijn bevindt maar wat de
afwijking is ten opzichte van de positie die was beoogd. Zowel de positieve als negatieve
resultaten tellen hierbij mee in de afwijkingen. Faalkosten worden vanaf hier beschouwd
zoals deze in de werkdefinitie zijn gegeven.
.
0 100%kwaliteitsgraad
%vandeomzet
Preventie- en beoordelingskosten
Vermijdbare kosten
Totale kwaliteitskosten
2
31
A
C
D
B
E
Figuur 23: Positieve- en negatieve afwijkingen binnen het aangepaste model van Juran.
Wanneer een bedrijf zich links van het optimum (situatie 1) bevindt zal het de preventie-
en beoordelingskosten (B) opvoeren om de vermijdbare kosten (A) te verlagen. In de
hierboven weergegeven figuur 23 is te zien dat het optimum (situatie 2) tot stand komt
wanneer de preventie- en beoordelingskosten 1:1 zijn met de vermijdbare kosten (C).
Wanneer er meer preventie- en beoordelingskosten (E) zijn dan vermijdbare kosten (D)
bevindt een bedrijf zich rechts van het optimum (situatie 3). Bij situatie 3 kan er worden
gesteld dat een bedrijf wanneer het zich daar bevindt rendementszekerder kan opereren.
Echter wanneer er bij situatie 3 meer preventie- en beoordelingskosten moeten worden
toegepast dan was beoogd dan stijgen de totale kwaliteitskosten drastisch. Bij situatie 1 is
er minder impact wanneer er wordt afgeweken ten opzichte van het beoogde. Situatie 2 is
het optimum waarbij elke afwijking als negatieve afwijking zal voorkomen. Echter is er
een bepaalde range waarbij de afwijkingen geen drastische maten aannemen. Let wel de
afwijkingen, binnen de figuur, zijn faalkosten binnen de kwaliteitskosten. Faalkosten
binnen de werkelijke kosten zijn niet te bespreken aan de hand van deze figuur.
Pagina 40
4.2.4 Weergave van faalkosten in een 3D-model
In paragraaf 3.1 is te lezen dat positieve en negatieve afwijkingen kunnen voorkomen in
de vorm van:
• Budget
• Tijd
• Kwaliteit.
De faalkosten worden bepaald aan de hand van deze drie parameters. Het uitgangspunt is
hierbij dat een afwijking op één van de parameters, effect heeft op een andere parameter.
Een project zou kunnen worden verbeeld in een 3D-model. Door binnen een model het
beoogde voor de drie parameters aan te geven kunnen ten opzichte van het beoogde de
afwijkingen worden bepaald. Wanneer voor elke parameter de afwijking kan worden
weergegeven is het mogelijk om afwijkingen met elkaar in verband te brengen. Op deze
manier zouden afwijkingen en effecten kunnen worden benoemd.
Hieronder is in figuur 24 het opgestelde 3D model te aanschouwen waarin de drie
ingevulde eisen van de parameters het beoogde vormen.
kwaliteit
Tijd
Budget
eisen /
beoogde
afwijking
budget
afwijking
kwaliteit
afwijking
tijd
Figuur 24: Weergave van het 3D-model
Faalkosten kunnen in het 3D-model worden verbeeld. Wanneer een lijn van het budget,
de tijd of kwaliteit buiten het beoogde valt is er een afwijking geconstateerd. Er is een
volledige totstandkoming met de gedachtegangen over het 3D-model als zijnde bijlage
toegevoegd.50
Hierbij doet de beschreven bijlage51
suggereren dat de afwijkingen van de
drie facetten zich tot elkaar verhouden. Ter verduidelijking wordt er een voorbeeld
behandeld waarmee aannemelijk wordt gemaakt dat de drie parameters zich tot elkaar
verhouden.
50
Zie bijlage 10; Toelichting 3D-model
51
Zie bijlage 10; Toelichting 3D-model
Pagina 41
Voorbeeld:
Binnen een project is een post voor tegelwerk begroot. Om de tegels aan te schaffen is
het begrootte budget de eis. Verder hebben de beoogde tegels bepaalde specificaties
waarmee de kwaliteitseis is bepaald. De tijdseis bestaat bij deze handeling uit de beoogde
tijd om de tegels te verwerken. Alle eisen van de behandelde parameters vormen tezamen
het beoogde.
kwaliteit
Tijd
Budget
Positieve afwijking budget
Positieve afwijking tijd
Negatieve afwijking kwalitiet
Figuur 25: Weergave afwijkingen op de drie parameters
Terwijl het project vordert worden echter goedkopere tegels ingekocht. Dit zorgt ervoor
dat er een positieve afwijking op het budget ontstaat. De ingekochte tegels komen optisch
overeen met de beoogde tegels. Echter de kwaliteitsspecificaties zijn anders; de tegels
hebben namelijk een lagere productkwaliteit dan de beoogde tegels. Hierdoor ontstaat er
een negatieve kwaliteitsafwijking. Doordat deze tegels lichter zijn en minder volume
hebben wordt de tijd om de tegels te verwerken verkort. Door de opgetreden tijdwinst is
er hier sprake van een positieve afwijking op de tijd. In bovenstaande figuur 25 is het
eerder vermelde verbeeld.
Door de afwijkingen die er in het voorbeeld zijn ontstaan ten opzichte van het beoogde is
in het model aan te geven wat er is gerealiseerd. Op de volgende pagina is in figuur 26 te
zien dat de bij het voorbeeld genoemde afwijkingen zorgen voor een gerealiseerd punt
waarbij:
• een negatieve afwijking op de kwaliteit is.
• positieve afwijkingen op het budget en op de tijd zijn.
Pagina 42
kwaliteit
Tijd
Budget
eisen /
beoogde
gerealiseerd
negatieve
afwijkingen
positieve
afwijkingen
Figuur 26: Weergave van het gerealiseerde punt ten opzichte van het beoogde
In figuur 26 is een handeling verbeeld waaraan 3 facetten zijn verbonden. Vanuit de
werkdefinitie is inzichtelijk gemaakt hoe de afwijkingen binnen het 3D-model zijn weer
te geven. In de werkdefinitie staat dat het gaat om ‘alle afwijkingen’. Dit wil zeggen dat
er naast het inzicht in de negatieve afwijkingen, er ook inzicht in positieve afwijkingen
moet worden gemaakt. In het voorbeeld is het dan ook voorgevallen dat zowel een
negatieve als positieve afwijking is geconstateerd.
Het aanpakken van de negatieve afwijking heeft op korte termijn de meeste impact. Zo
drukken de negatieve afwijkingen, wanneer het om geld gaat, het resultaat. Het
inzichtelijk hebben van de positieve afwijkingen kan vooral op langere termijn impact
geven. Wanneer er bewustzijn is van de positieve afwijkingen kan budget gezien
nauwkeuriger worden begroot waardoor de kans om in de toekomst te duur te zijn bij een
aanbesteding, wordt verkleind. Op langere termijn kunnen de positieve afwijkingen er
dus voor zorgen dat je je negatief onderscheidt t.o.v. andere partijen. Uiteraard zullen er
wel maatregelen moeten worden genomen om afwijkingen met negatieve effecten in de
toekomst te vermijden.
Pagina 43
5 Onderzoek naar de omvang van faalkosten
(projectniveau)
Aard van faalkosten
Omvang van
faalkosten
Uitgangspositie voor
faalkosten opstellen
Inhoudelijke oriëntatie
Uitgangspositie voor
faalkosten vaststellen
In hoeverre brengt de methode de faalkosten binnen de projecten in beeld?
Voldoet de opgestelde uitgangspositie rondom de aard van faalkosten?
Onderzoeknaardeomvangvanfaalkosten
Uitkomsten onderzoek
beschouwen
Toepassing
onderzoeksmethode op
twee gerealiseerde
woningbouwprojecten
methode om faalkosten te
meten opstellen
THEORETISCH NIVEAU PROJECT NIVEAU
Hoofdstuk 5
Nu de inhoudelijke oriëntatie heeft plaatsgevonden, waarin de verder te hanteren
werkdefinitie voor faalkosten is toegelicht kan het onderzoek op projectniveau starten.
Om het onderzoek verder te kunnen verrichten is een belangrijk accent in dit verslag de
verdieping die in hoofdstuk 3 heeft plaatsgevonden op het onderwerp faalkosten. Zo heeft
er een literatuurstudie plaatsgevonden waardoor er in hoofdstuk 4 een uitgangspositie
rondom faalkosten kon worden gevormd. Tijdens het projectonderzoek zal de in
hoofdstuk 4 gevormde uitgangspositie rondom faalkosten worden ingenomen.
5.1 Tot stand koming onderzoek
De eerder aangehaalde figuur van Van Holten suggereert en verbeeldt dat, door het
bouwproces anders in te delen faalkosten kunnen worden gereduceerd.52
In eerste
instantie was het uitgangspunt voor dit onderzoek om op projectniveau te onderzoeken
of, en in welke mate het bouwproces invloed heeft op de faalkosten binnen een
woningbouwproject.53
Om de faalkosten bij een project te kunnen bepalen zouden de begroting en nacalculatie
worden vergeleken. De afwijkingen die uit dit vergelijk optreden, positief dan wel
negatief, zouden hierna als faalkosten kunnen worden aangeduid. Door dit bij
vergelijkbare bouwprojecten, die verschillen van bouwproces, te doen zou het inzicht
komen in de faalkosten per project en daarbij per bouwproces. Met vergelijkbare
52
Zie hoofdstuk 3.2.2 waar figuur 6 van Van Holten is toegelicht.
53
Zie bijlage 11; Brief richting aannemers
Pagina 44
bouwprojecten wordt hier bedoeld dat behalve het bouwproces de projecten
overeenkomsten hebben op; uitvoeringsmethoden, aantal m2, investeringskosten tot en
met eenzelfde uitvoeringsteam.
Om het onderzoek, zoals boven beschreven, uit te kunnen voeren is in het beginstadium
van dit onderzoek een brief opgesteld waarin dit eerst gestelde onderzoek staat
beschreven.54
Via verschillende kanalen55
is deze brief bij zeker zeventien middelgrote-
en grote aannemers in Nederland terecht gekomen.
Echter geen enkel van de respondenten heeft kunnen voldoen aan het benodigde om het
onderzoek op de wijze, zoals gesteld in de brief, uit te kunnen voeren. Zo waren er
weinig aannemers die naast traditioneel en met bouwteam uitgevoerde projecten, ook een
vergelijkbaar project met BIM56
hadden gerealiseerd. Daarnaast was ook vaak de te
investeren tijd een hekelpunt. Zo zou het te veel kostbare tijd in beslag nemen om de
juiste documenten boven tafel te krijgen.
Contactgegevens
Linked in TNO
Bouwend
Nederland
Telefonische
introductie van het
onderzoek
Niet geïnteresseerd
Wel geïnteresseerd
Brief met
onderzoeksomschrijving
richting aannemers
versturen
Kan niet aan worden
voldaan
Kan aan worden
voldaan
Resultaat 0
Resultaat 17
Onderzoek bijstellen
in samenwerking met
een geïnteresseerde
aannemer
Aangepast onderzoek dat
bij de geïnteresseerde
aannemer uitgevoerd kan
worden
Figuur 27: Ondernomen stappen richting aangepaste opdracht
Vanwege het tijdsbestek is het besluit genomen om het onderzoek bij te stellen. Om tot
een aangepast onderzoek te komen heeft er, twee maanden na het versturen van de brief,
een gesprek plaatsgevonden bij een aannemer. Ten tijde van dit gesprek was de
inhoudelijke oriëntatie ver gevorderd, waarbij de uitgangspositie rondom faalkosten al
54
Zie bijlage 11; Brief richting aannemers
55
Onder andere via contacten van TNO, oproep via Bouwend Nederland en een oproep via Linked-in.
56
BIM staat voor Bouw Informatie Model
Onderzoek_faalkosten_compleet
Onderzoek_faalkosten_compleet
Onderzoek_faalkosten_compleet
Onderzoek_faalkosten_compleet
Onderzoek_faalkosten_compleet
Onderzoek_faalkosten_compleet
Onderzoek_faalkosten_compleet
Onderzoek_faalkosten_compleet
Onderzoek_faalkosten_compleet
Onderzoek_faalkosten_compleet
Onderzoek_faalkosten_compleet
Onderzoek_faalkosten_compleet
Onderzoek_faalkosten_compleet
Onderzoek_faalkosten_compleet
Onderzoek_faalkosten_compleet
Onderzoek_faalkosten_compleet
Onderzoek_faalkosten_compleet
Onderzoek_faalkosten_compleet
Onderzoek_faalkosten_compleet
Onderzoek_faalkosten_compleet
Onderzoek_faalkosten_compleet
Onderzoek_faalkosten_compleet
Onderzoek_faalkosten_compleet
Onderzoek_faalkosten_compleet
Onderzoek_faalkosten_compleet

More Related Content

What's hot

7 bab 5 analis pembangunan pelabuhan
7 bab 5 analis pembangunan pelabuhan7 bab 5 analis pembangunan pelabuhan
7 bab 5 analis pembangunan pelabuhandrestajumena1
 
Bahan Tayang Permen 22-2018 11SEPT LENGKAP.pdf
Bahan Tayang Permen 22-2018 11SEPT LENGKAP.pdfBahan Tayang Permen 22-2018 11SEPT LENGKAP.pdf
Bahan Tayang Permen 22-2018 11SEPT LENGKAP.pdffisika putra
 
Construction Law Assignment BQS Taylor's University
Construction Law Assignment BQS Taylor's UniversityConstruction Law Assignment BQS Taylor's University
Construction Law Assignment BQS Taylor's UniversityPang Khai Shuen
 
Tata Cara Konstruksi Sistem Drainase Perkotaan - Bagian 1
Tata Cara Konstruksi Sistem Drainase Perkotaan - Bagian 1Tata Cara Konstruksi Sistem Drainase Perkotaan - Bagian 1
Tata Cara Konstruksi Sistem Drainase Perkotaan - Bagian 1Joy Irman
 
Perencanaan Penjadwalan dan Pengendalian Proyek
Perencanaan Penjadwalan dan Pengendalian ProyekPerencanaan Penjadwalan dan Pengendalian Proyek
Perencanaan Penjadwalan dan Pengendalian Proyekafifsalim12
 
Measurement 4 Tender Document
Measurement 4 Tender Document Measurement 4 Tender Document
Measurement 4 Tender Document xingxin_GOh
 
PLANT AND MACHINARIY
PLANT AND MACHINARIYPLANT AND MACHINARIY
PLANT AND MACHINARIYSagnik Datta
 
Payments in the construction industry
Payments in the construction industryPayments in the construction industry
Payments in the construction industryKheng Hoe Advocates
 
RKS infrastruktur perbaikan jalan lingkungan
RKS infrastruktur perbaikan jalan lingkunganRKS infrastruktur perbaikan jalan lingkungan
RKS infrastruktur perbaikan jalan lingkungangmtspotify
 
Construction Project Process Flow
Construction Project Process FlowConstruction Project Process Flow
Construction Project Process FlowRajasekar M
 
Project Management Games and Recreation Documentation Report
Project Management Games and Recreation Documentation ReportProject Management Games and Recreation Documentation Report
Project Management Games and Recreation Documentation ReportKohSungJie
 
232365141 1-qs-techinical-data
232365141 1-qs-techinical-data232365141 1-qs-techinical-data
232365141 1-qs-techinical-datahlksd
 
Estimating calculation
Estimating calculationEstimating calculation
Estimating calculationZIyeeTan
 
Guide for Construction Contract Administrators
Guide for Construction Contract AdministratorsGuide for Construction Contract Administrators
Guide for Construction Contract AdministratorsSarah Fox
 
The Critical Path Method
The Critical Path MethodThe Critical Path Method
The Critical Path MethodNicola2903
 
Pp1 assignment group 8
Pp1 assignment group 8Pp1 assignment group 8
Pp1 assignment group 8lohwenjun
 
PP2 final report
PP2 final reportPP2 final report
PP2 final reportArissa Loh
 

What's hot (20)

7 bab 5 analis pembangunan pelabuhan
7 bab 5 analis pembangunan pelabuhan7 bab 5 analis pembangunan pelabuhan
7 bab 5 analis pembangunan pelabuhan
 
Bahan Tayang Permen 22-2018 11SEPT LENGKAP.pdf
Bahan Tayang Permen 22-2018 11SEPT LENGKAP.pdfBahan Tayang Permen 22-2018 11SEPT LENGKAP.pdf
Bahan Tayang Permen 22-2018 11SEPT LENGKAP.pdf
 
Construction Law Assignment BQS Taylor's University
Construction Law Assignment BQS Taylor's UniversityConstruction Law Assignment BQS Taylor's University
Construction Law Assignment BQS Taylor's University
 
Tata Cara Konstruksi Sistem Drainase Perkotaan - Bagian 1
Tata Cara Konstruksi Sistem Drainase Perkotaan - Bagian 1Tata Cara Konstruksi Sistem Drainase Perkotaan - Bagian 1
Tata Cara Konstruksi Sistem Drainase Perkotaan - Bagian 1
 
Perencanaan Penjadwalan dan Pengendalian Proyek
Perencanaan Penjadwalan dan Pengendalian ProyekPerencanaan Penjadwalan dan Pengendalian Proyek
Perencanaan Penjadwalan dan Pengendalian Proyek
 
ECA presentation
ECA presentationECA presentation
ECA presentation
 
Measurement 4 Tender Document
Measurement 4 Tender Document Measurement 4 Tender Document
Measurement 4 Tender Document
 
PLANT AND MACHINARIY
PLANT AND MACHINARIYPLANT AND MACHINARIY
PLANT AND MACHINARIY
 
Payments in the construction industry
Payments in the construction industryPayments in the construction industry
Payments in the construction industry
 
RKS infrastruktur perbaikan jalan lingkungan
RKS infrastruktur perbaikan jalan lingkunganRKS infrastruktur perbaikan jalan lingkungan
RKS infrastruktur perbaikan jalan lingkungan
 
Network_Analysis.pdf
Network_Analysis.pdfNetwork_Analysis.pdf
Network_Analysis.pdf
 
Kalbar
KalbarKalbar
Kalbar
 
Construction Project Process Flow
Construction Project Process FlowConstruction Project Process Flow
Construction Project Process Flow
 
Project Management Games and Recreation Documentation Report
Project Management Games and Recreation Documentation ReportProject Management Games and Recreation Documentation Report
Project Management Games and Recreation Documentation Report
 
232365141 1-qs-techinical-data
232365141 1-qs-techinical-data232365141 1-qs-techinical-data
232365141 1-qs-techinical-data
 
Estimating calculation
Estimating calculationEstimating calculation
Estimating calculation
 
Guide for Construction Contract Administrators
Guide for Construction Contract AdministratorsGuide for Construction Contract Administrators
Guide for Construction Contract Administrators
 
The Critical Path Method
The Critical Path MethodThe Critical Path Method
The Critical Path Method
 
Pp1 assignment group 8
Pp1 assignment group 8Pp1 assignment group 8
Pp1 assignment group 8
 
PP2 final report
PP2 final reportPP2 final report
PP2 final report
 

Viewers also liked

Viewers also liked (18)

Meer grip op faalkosten
Meer grip op faalkostenMeer grip op faalkosten
Meer grip op faalkosten
 
trust-and-confidence
trust-and-confidencetrust-and-confidence
trust-and-confidence
 
Guelph Food Safety Core Program (Table of Contents)
Guelph Food Safety Core Program (Table of Contents)Guelph Food Safety Core Program (Table of Contents)
Guelph Food Safety Core Program (Table of Contents)
 
Riskassesment
RiskassesmentRiskassesment
Riskassesment
 
Microsoft dynamics gp
Microsoft dynamics gpMicrosoft dynamics gp
Microsoft dynamics gp
 
Usama_Amer
Usama_AmerUsama_Amer
Usama_Amer
 
La reproduccio
La reproduccioLa reproduccio
La reproduccio
 
Fathy khaled azmy sales analyst
Fathy khaled azmy sales analystFathy khaled azmy sales analyst
Fathy khaled azmy sales analyst
 
Pitch proposal
Pitch proposalPitch proposal
Pitch proposal
 
Economy-Environment-DiscussionPaper-v2-4
Economy-Environment-DiscussionPaper-v2-4Economy-Environment-DiscussionPaper-v2-4
Economy-Environment-DiscussionPaper-v2-4
 
Reading comprehensión power tools
Reading comprehensión power toolsReading comprehensión power tools
Reading comprehensión power tools
 
UA Football 2016
UA Football 2016UA Football 2016
UA Football 2016
 
Smartling – Case Study – Hootsuite
Smartling – Case Study – HootsuiteSmartling – Case Study – Hootsuite
Smartling – Case Study – Hootsuite
 
Wireless Audio 360 Samsung
Wireless Audio 360 SamsungWireless Audio 360 Samsung
Wireless Audio 360 Samsung
 
El tequila en el mundo
El tequila en el mundoEl tequila en el mundo
El tequila en el mundo
 
IoT_Ethics
IoT_EthicsIoT_Ethics
IoT_Ethics
 
OBrienR_Resume_2016
OBrienR_Resume_2016OBrienR_Resume_2016
OBrienR_Resume_2016
 
modelos de camionetas 2016
modelos de camionetas 2016modelos de camionetas 2016
modelos de camionetas 2016
 

Similar to Onderzoek_faalkosten_compleet

KopStaart-Praktijkboek
KopStaart-PraktijkboekKopStaart-Praktijkboek
KopStaart-PraktijkboekAnne Elsen
 
Scriptie M.S.Alewijnse
Scriptie M.S.AlewijnseScriptie M.S.Alewijnse
Scriptie M.S.AlewijnseMarnixA
 
Vastgoedjournaal artikel wanneer treft de bouw een totale disruptie interview...
Vastgoedjournaal artikel wanneer treft de bouw een totale disruptie interview...Vastgoedjournaal artikel wanneer treft de bouw een totale disruptie interview...
Vastgoedjournaal artikel wanneer treft de bouw een totale disruptie interview...Willem Adriaanssen
 
WBSO Syntens Amsterdam 11 mei 2010
WBSO Syntens Amsterdam 11 mei 2010WBSO Syntens Amsterdam 11 mei 2010
WBSO Syntens Amsterdam 11 mei 2010G.W. Woelders
 
Systems engineering - de weg naar samenhang - uitbesteden
Systems engineering - de weg naar samenhang - uitbestedenSystems engineering - de weg naar samenhang - uitbesteden
Systems engineering - de weg naar samenhang - uitbestedenhwlt
 
Interreg Informatiesessie Cofinanciering
Interreg Informatiesessie CofinancieringInterreg Informatiesessie Cofinanciering
Interreg Informatiesessie CofinancieringBoris de Jong
 
WBSO Workshop Syntens Arnhem 20 april 2010
WBSO Workshop Syntens Arnhem 20 april 2010WBSO Workshop Syntens Arnhem 20 april 2010
WBSO Workshop Syntens Arnhem 20 april 2010G.W. Woelders
 
Weg met de molenstenen. Kostenoverschrijdingen bij grote projecten
Weg met de molenstenen. Kostenoverschrijdingen bij grote projectenWeg met de molenstenen. Kostenoverschrijdingen bij grote projecten
Weg met de molenstenen. Kostenoverschrijdingen bij grote projectenPartners+Pröpper
 
Informatiesessie cofinanciering v2
Informatiesessie cofinanciering v2Informatiesessie cofinanciering v2
Informatiesessie cofinanciering v2Boris de Jong
 
Afstudeerverslag Stijn Bekkers - Toekomst scenario's en Business Modellen
Afstudeerverslag Stijn Bekkers - Toekomst scenario's en Business ModellenAfstudeerverslag Stijn Bekkers - Toekomst scenario's en Business Modellen
Afstudeerverslag Stijn Bekkers - Toekomst scenario's en Business ModellenTheFutureNow
 
SMARTCirculair Projectwijzer fase 1
SMARTCirculair Projectwijzer fase 1SMARTCirculair Projectwijzer fase 1
SMARTCirculair Projectwijzer fase 1Tanja Nolten
 
Klassiek of geïntegreerd bouwcontract
Klassiek of geïntegreerd bouwcontract Klassiek of geïntegreerd bouwcontract
Klassiek of geïntegreerd bouwcontract AKD
 
2024 Projectwijzer Fase 1
2024 Projectwijzer Fase 12024 Projectwijzer Fase 1
2024 Projectwijzer Fase 1TanjaNolten
 
1 Nieuwsbrief November Ne En
1 Nieuwsbrief November Ne   En1 Nieuwsbrief November Ne   En
1 Nieuwsbrief November Ne Enpaulknijn
 
Kwaliteit Op De Bouwplaats
Kwaliteit Op De BouwplaatsKwaliteit Op De Bouwplaats
Kwaliteit Op De Bouwplaatslbrokelman
 
2. Olivier Ongkiehong - Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
2. Olivier Ongkiehong - Rijksdienst voor Ondernemend Nederland2. Olivier Ongkiehong - Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
2. Olivier Ongkiehong - Rijksdienst voor Ondernemend NederlandDutch Power
 
Verduurzaming van bestaande kantoren
Verduurzaming van bestaande kantorenVerduurzaming van bestaande kantoren
Verduurzaming van bestaande kantorenMarcel Mulckhuijse
 

Similar to Onderzoek_faalkosten_compleet (20)

KopStaart-Praktijkboek
KopStaart-PraktijkboekKopStaart-Praktijkboek
KopStaart-Praktijkboek
 
Scriptie M.S.Alewijnse
Scriptie M.S.AlewijnseScriptie M.S.Alewijnse
Scriptie M.S.Alewijnse
 
Vastgoedjournaal artikel wanneer treft de bouw een totale disruptie interview...
Vastgoedjournaal artikel wanneer treft de bouw een totale disruptie interview...Vastgoedjournaal artikel wanneer treft de bouw een totale disruptie interview...
Vastgoedjournaal artikel wanneer treft de bouw een totale disruptie interview...
 
WBSO Syntens Amsterdam 11 mei 2010
WBSO Syntens Amsterdam 11 mei 2010WBSO Syntens Amsterdam 11 mei 2010
WBSO Syntens Amsterdam 11 mei 2010
 
Booosting 2017 - Column 17 van Joost Heijnis - VMRG Bright Inspirations: Poen
Booosting 2017 - Column 17 van Joost Heijnis - VMRG Bright Inspirations: PoenBooosting 2017 - Column 17 van Joost Heijnis - VMRG Bright Inspirations: Poen
Booosting 2017 - Column 17 van Joost Heijnis - VMRG Bright Inspirations: Poen
 
Systems engineering - de weg naar samenhang - uitbesteden
Systems engineering - de weg naar samenhang - uitbestedenSystems engineering - de weg naar samenhang - uitbesteden
Systems engineering - de weg naar samenhang - uitbesteden
 
Interreg Informatiesessie Cofinanciering
Interreg Informatiesessie CofinancieringInterreg Informatiesessie Cofinanciering
Interreg Informatiesessie Cofinanciering
 
WBSO Workshop Syntens Arnhem 20 april 2010
WBSO Workshop Syntens Arnhem 20 april 2010WBSO Workshop Syntens Arnhem 20 april 2010
WBSO Workshop Syntens Arnhem 20 april 2010
 
Weg met de molenstenen. Kostenoverschrijdingen bij grote projecten
Weg met de molenstenen. Kostenoverschrijdingen bij grote projectenWeg met de molenstenen. Kostenoverschrijdingen bij grote projecten
Weg met de molenstenen. Kostenoverschrijdingen bij grote projecten
 
Informatiesessie cofinanciering v2
Informatiesessie cofinanciering v2Informatiesessie cofinanciering v2
Informatiesessie cofinanciering v2
 
Uiteen En In Elkaar
Uiteen En In ElkaarUiteen En In Elkaar
Uiteen En In Elkaar
 
Afstudeerverslag Stijn Bekkers - Toekomst scenario's en Business Modellen
Afstudeerverslag Stijn Bekkers - Toekomst scenario's en Business ModellenAfstudeerverslag Stijn Bekkers - Toekomst scenario's en Business Modellen
Afstudeerverslag Stijn Bekkers - Toekomst scenario's en Business Modellen
 
SMARTCirculair Projectwijzer fase 1
SMARTCirculair Projectwijzer fase 1SMARTCirculair Projectwijzer fase 1
SMARTCirculair Projectwijzer fase 1
 
Klassiek of geïntegreerd bouwcontract
Klassiek of geïntegreerd bouwcontract Klassiek of geïntegreerd bouwcontract
Klassiek of geïntegreerd bouwcontract
 
2024 Projectwijzer Fase 1
2024 Projectwijzer Fase 12024 Projectwijzer Fase 1
2024 Projectwijzer Fase 1
 
1 Nieuwsbrief November Ne En
1 Nieuwsbrief November Ne   En1 Nieuwsbrief November Ne   En
1 Nieuwsbrief November Ne En
 
Criteriadocument Kantoorgebouwen nieuwbouw
Criteriadocument Kantoorgebouwen nieuwbouw Criteriadocument Kantoorgebouwen nieuwbouw
Criteriadocument Kantoorgebouwen nieuwbouw
 
Kwaliteit Op De Bouwplaats
Kwaliteit Op De BouwplaatsKwaliteit Op De Bouwplaats
Kwaliteit Op De Bouwplaats
 
2. Olivier Ongkiehong - Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
2. Olivier Ongkiehong - Rijksdienst voor Ondernemend Nederland2. Olivier Ongkiehong - Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
2. Olivier Ongkiehong - Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
 
Verduurzaming van bestaande kantoren
Verduurzaming van bestaande kantorenVerduurzaming van bestaande kantoren
Verduurzaming van bestaande kantoren
 

Onderzoek_faalkosten_compleet

  • 1. Een onderzoek naar de aard en omvang van “faalkosten” Auteur: A.C. Hanenburg Onderwijsinstelling: Avans hogeschool te Tilburg Studierichting: Bouwtechnische bedrijfskunde Afstudeerbedrijf: TNO Bouw en Ondergrond te Delft Afstudeerbegeleiders: Ir. Rogier Donkervoort (TNO) Jaap Korteweg (Avans) Joop de Zwart (Avans) Inleverdatum: 13-01-2011 Gegevens Avans hogeschool Professor Cobbenhagenlaan 13 5037 DA Tilburg (013) 595 81 00 Gegevens TNO Bouw en Ondergrond Van Mourik Broekmanweg 6 2628 XE Delft (015) 276 30 00
  • 2. Pagina 1 Voorwoord Dit afstudeerwerk is tot stand gekomen naar aanleiding van een onderzoeksprogramma wat binnen het lectoraat IB&T samen met TNO Bouw en Ondergrond is opgesteld. Oorspronkelijk was de opzet om drie gerealiseerde woningbouw, gekenmerkt door een ander bouwproces, te analyseren. Om zo een relatie te leggen tussen faalkosten en het toe te passen bouwproces. Hiervoor heeft er ook een theoretische verdieping rondom BIM plaatsgevonden die helaas niets heeft kunnen betekenen binnen het huidige onderzoek. Zo heeft er namelijk een aanpassing van het afstudeeronderzoek plaatsgevonden waarbij de focus op het in kaart brengen van de aard van faalkosten is komen te liggen. Na het in kaart hebben gebracht van de aard van faalkosten is een meetmethode beschreven en getoetst op twee projecten om de omvang van faalkosten te bepalen. Het onderzoek heb ik als omvangrijk ervaren warbij de mogelijkheid is geboden om op verschillende niveaus bezig te zijn met het onderwerp faalkosten. Verder is er voor het afstuderen, binnen Avans hogeschool, een ‘faalkosten-atelier’ opgericht voor mensen die op welke wijze dan ook een onderzoek hadden met betrekking tot faalkosten. In dit atelier werden algemene zaken met betrekking tot faalkosten en het afstuderen besproken. Hierbij is binnen het afstudeeratelier een groot gedeelte van de discussie rondom de definitie van faalkosten gevoerd. Verder heeft het atelier voor mij, omdat ik dit afstudeeronderzoek alleen heb uitgevoerd, veelal als klankbord gefungeerd. Hierbij spreek ik mijn dank uit voor de afstudeerbegeleiding, zo ook binnen het atelier, vanuit Avans Hogeschool die door de heren Joop de Zwart en Jaap Korteweg is gegeven. Langs deze weg wil ik verder mijn dank uitspreken richting TNO-Bouw & Ondergrond voor de geboden afstudeerplaats en faciliteiten. Zo wil ik ook alle mensen van de afdeling bedanken voor de geboden ondersteuning, goede raad en adviezen. Een speciaal woord van dank gaat hierbij uit naar Ir. Rogier Donkervoort die in de rol van afstudeerbegeleider veel ruimte heeft geboden om het onderzoek zelf in te richten en daarbij op de juiste momenten bijsturing heeft gegeven. Verder wil ik alle personen die mij willen hebben ontvangen om te praten over faalkosten en daarmee ook input hebben gegeven aan de discussie bedanken. Zo ook de aannemer, die ervoor heeft gekozen anoniem te blijven, waardoor het mogelijk is geworden om faalkosten in beeld te brengen. Tot slot wil ik mijn naasten bedanken en in het bijzonder mijn ouders voor de ontvangen steun tijdens de gehele studie. A.C. Hanenburg Tilburg, oktober 2010
  • 3. Pagina 2 Samenvatting Het imago van de bouw wordt de laatste jaren geteisterd door uitspraken en onderzoeken omtrent faalkosten. Deze onderzoeken suggereren dat de faalkosten onnodig hoog zijn. De omvang van faalkosten wordt geschat op zo een 10% van de totale bouwomzet [SBR1 ] [USP2 ]. Bij een jaarlijkse bouwomzet van circa €60 miljard zouden de faalkosten dus circa €6 miljard bedragen. Schattingen van dit kaliber suggereren dat, mochten de faalkosten worden geëlimineerd, er 10% goedkoper kan worden gebouwd. Maatregelen om deze vermeende faalkosten te reduceren worden aangeboden. Echter, het economische effect van de maatregelen kan niet in beeld worden gebracht zolang de omvang van faalkosten een schatting blijft. Het is gewenst om een heldere en werkbare definitie van faalkosten te bepalen, zodat de omvang van faalkosten beter in kaart is te brengen. Het doel van dit afstudeerwerk bestaat uit twee delen. Ten eerste is door middel van onderzoek op theoretisch niveau de aard van de faalkosten in kaart gebracht. Vervolgens is de omvang van de faalkosten op projectniveau bepaald en inzichtelijk gemaakt. Voordat er uitspraken over de omvang van de faalkosten gemaakt kunnen worden, is het noodzakelijk om te weten wat deze faalkosten zijn. Ofwel: wat is de aard van de faalkosten? De term faalkosten bestaat uit de twee woorden falen en kosten. De nadruk ligt bij de term faalkosten op het eerste gedeelte; falen. Falen wil zeggen dat er niet is voldaan aan de eis. Binnen een project is deze eis in de volgende drie facetten uit te drukken; • Budget • Tijd • Kwaliteit Op deze drie facetten worden eisen gesteld waaraan moet worden voldaan. Wanneer er niet aan een eis wordt voldaan is er sprake van een afwijking op deze eis. De eisen die worden gesteld aan een project vormen het beoogde. Een afwijking op het beoogde kan binnen de drie eerder genoemde facetten voorkomen; zie figuur 1. kwaliteit Tijd Budget eisen / beoogde afwijking budget afwijking kwaliteit afwijking tijd Figuur 1 : Weergave van mogelijke afwijkingen ten opzichte van het beoogde in het 3D-model 1 (Brokelman, L (2005). Faalkosten de (bouw)wereld uit! Delft, Van Marken Delft drukkers) 2 Faalkosten aanhoudend probleem in de bouw- en installatiesector, (januari 2010), USP Marketing Consultancy
  • 4. Pagina 3 Binnen de bouwnijverheid dragen veel verschillende partijen bij aan een project. Deze partijen hebben verschillende belangen die ervoor zorgen dat het beoogde niet voor elke partij hetzelfde inhoudt. Wanneer faalkosten worden bepaald is het belangrijk aan te geven vanuit welke partij dit gebeurd. De afwijkingen, en daarmee de faalkosten, worden namelijk ten opzichte van het beoogde bepaald. Het onderzoek op theoretisch niveau heeft een uitgangspositie gegeven omtrent de faalkosten. Vanuit deze uitgangspositie wordt het projectonderzoek ingezet waarbij de volgende werkdefinitie voor faalkosten is gedefinieerd: “Faalkosten zijn het economische effect van alle afwijkingen ten opzichte van het beoogde”. De werkdefinitie dwingt hierbij af dat er inzichtelijk moet worden gemaakt wie wat beoogd. Het economische effect slaat op het tweede gedeelte van de term faalkosten; kosten. Faalkosten kunnen met deze werkdefinitie inzichtelijk worden gemaakt op de drie eerder genoemde parameters; budget, tijd en kwaliteit. De opgestelde werkdefinitie voor faalkosten heeft een andere lading dan de in de kwaliteitsleer benoemde en verbeelde faalkosten. In de kwaliteitsleer zijn de faalkosten namelijk een groep binnen de kwaliteitskosten. Volgens de theorie van Juran bestaat er verder een optimaal punt voor de totale kwaliteitskosten. Binnen deze theorie is het optimale punt van de totale kwaliteitskosten opgebouwd uit preventie-, beoordelings-, en faalkosten. Vanuit de werkdefinitie wordt uitgegaan dat wanneer er geen afwijkingen zijn ten opzichte van het beoogde dat er dan geen sprake is van faalkosten. Wanneer een bedrijf voor een project op het optimum van de kwaliteitskosten zit, zoals het bedrijf heeft beoogd, zijn er geen afwijkingen te constateren. Volgens de werkdefinitie is dan ook geen sprake van faalkosten. Dit terwijl het optimum van de totale kwaliteitskosten volgens de kwaliteitsleer wel uit faalkosten bestaat. De geformuleerde werkdefinitie past niet binnen de groep faalkosten als onderdeel van de kwaliteitskosten. De werkdefinitie past hierdoor ook niet binnen de huidig beschreven theorie rondom faalkosten. Om de geformuleerde werkdefinitie te kunnen toepassen is er voor gekozen om faalkosten zoals deze zijn beschreven in de kwaliteitsleer te vervangen. Gedurende het onderzoek zijn de in de theorie aangehaalde faalkosten vervangen door een andere veel gebruikte term voor faalkosten; vermijdbare kosten. Met de uitgangspositie rondom de aard van faalkosten is er, binnen het onderzoek op projectniveau, een meetmethode opgesteld. De opgestelde meetmethode zorgt voor een nieuw inzicht in de omvang van faalkosten, waarbij het mogelijk is om de waargenomen faalkosten toe te kennen aan drie onderwerpen: kostensoort, bouwdelen en werkelijke
  • 5. Pagina 4 kosten. Hierbij zijn echter de parameters tijd en kwaliteit niet gemeten omdat de meetmethode beperkt is tot het meten van de afwijkingen op de parameter budget. Om het onderzoek op projectniveau te kunnen uitvoeren was er input nodig. Deze input bestond uit onder meer een begroting en nacalculatie van twee gerealiseerde woningbouwprojecten. Verder was er ook gesprekstijd nodig om met de projectleider over de uitkomsten van het onderzoek te kunnen praten. Hierop heeft een aannemer, die ervoor heeft gekozen anoniem te blijven, alle benodigde documenten en tijd om het onderzoek te kunnen verrichten geboden. Vanuit de verkregen documenten van de aannemer is per project een verzamelstaat opgesteld. De verzamelstaat is een Excel- document waaraan alle benodigde informatie voor het project per postnummer is toegevoegd. Voor het onderzoek op projectniveau is bij twee gerealiseerde woningbouwprojecten, in de orde grootte van 110 tot 140 woningen, door een vergelijk tussen de nacalculatie en begroting, de afwijking per post in beeld gebracht. Door middel van de geconstateerde afwijking op budget is per post het inzicht in de omvang van faalkosten ontstaan. Hierbij bleek dat de faalkosten zijn verdeeld in twee soorten afwijkingen; • Positieve afwijkingen: afwijkingen gekenmerkt door een positief financieel effect. • Negatieve afwijkingen: afwijkingen gekenmerkt door een negatief financieel effect. Vanuit de verzamelstaat is de omvang van de faalkosten per project bepaald. Dit door de opgetreden totale afwijking te delen door ‘het beoogde’; hetgeen wat totaal is begroot. De totale afwijking komt tot stand door de afwijkingen bij elkaar op te tellen zonder onderscheid te maken of het een positieve of negatieve afwijking betreft. De resultaten komende uit de verzamelstaat staan in onderstaande figuur 2 weergegeven. Project A Project B Totaal begroot 11.600.000€ 17.400.000€ Positieve afwijkingen 732.600€ 2.376.000€ Negatieve afwijkingen 1.247.400€ 924.000€ Resultaat 514.800-€ 1.452.000€ Totale afwijking 1.980.000€ 3.300.000€ Percentage faalkosten 17% 19% Figuur 2: Resultaten vanuit de verzamelstaat De faalkosten bij project A zijn (€ 1.980.000 / € 11.600.000) = 17%. Hierbij is het percentage van de positieve afwijkingen 37% binnen de totale afwijking. Het percentage van de negatieve afwijkingen is 63% binnen de totale afwijking. Dit correspondeert met het negatieve resultaat van project A. De faalkosten bij project B zijn (€ 3.300.000 / € 17.400.000) = 19%. Hierbij is het percentage van de positieve afwijkingen 72% binnen de totale afwijking. De negatieve afwijkingen hebben een percentage van 28% binnen de totale afwijking. Dit komt overeen met het positieve resultaat van project B.
  • 6. Pagina 5 Het weergeven van de positieve en negatieve afwijkingen is gebeurd in een 3D-model.3 Het drie dimensionale model bestaat uit de eerder genoemde parameters budget, tijd en kwaliteit. Afwijkingen binnen een project kunnen hierbij op drietal gebieden voorkomen. De afwijkingen op de parameter budget is met de meetmethode onderzocht en in het model weergegeven. De afwijkingen op de twee andere parameters zijn niet onderzocht en dus niet weergegeven. Voor de parameters tijd en kwaliteit is tijdens dit onderzoek dus geen afwijking van het beoogde weergegeven. Door inzicht in de verdeling van faalkosten te krijgen kunnen uitspraken worden gedaan over waar er binnen de projecten het meest wordt gefaald. Om per project inzicht te krijgen waar de faalkosten aan zijn toe te kennen, is aan de verzamelstaat de informatie van drie onderwerpen toegevoegd. De posten zijn in de verzamelstaat voorzien van de informatie tot welk kenmerk ze behoren binnen elk onderwerp. Door de verzamelstaat te rangschikken op de drie onderwerpen is er inzicht gekomen in de verdeling van de faalkosten per onderwerp. In onderstaande figuur 3 is weergegeven welke kenmerken tot welk onderwerp behoren. materiaal arbeid materieel onderaanneming bouwplaatskosten indirectekosten onderbouw skelet Gevel dak inbouw installaties algemeen postnummer KostensoortBouwdeel Werkelijke Kosten Reduced costs kwaliteit P&B kosten Vkosten Onderwerp Kenmerk Figuur 3: Verbeelding van keuze kenmerk per onderwerp Bij elk onderwerp is per kenmerk het inzicht ontstaan in de positieve en negatieve faalkosten binnen de totale afwijking. Op deze manier is per project binnen drie onderwerpen inzichtelijk geworden wat de faalkostendragers zijn. Met dit inzicht kan door de aannemer richting worden bepaald om faalkosten aan te pakken en te reduceren. 3 Zie paragraaf 6.1; Faalkosten binnen de projecten A en B
  • 7. Pagina 6 De manier waarop de faalkosten kunnen worden gereduceerd vallen niet in het kader van dit onderzoek. Er is voor de aannemer een document opgesteld met alle bevindingen en inzichten.4 Uit het projectonderzoek blijkt dat het percentage van faalkosten binnen een project wordt veroorzaakt door de mate van afwijken binnen het project. Bij project A is het percentage faalkosten namelijk lager dan bij project B het geval is. Waarbij project A een negatief resultaat heeft terwijl project B een positief resultaat laat zien. Door de informatie uit de verzamelstaat is het inzicht bij de projecten gekomen wat de grootste faalkostendragers zijn binnen de projecten. Echter de verkregen inzichten zijn afhankelijk van de documenten waarmee deze tot stand zijn gekomen. Binnen de projecten is niet consequent, op de daartoe behorende posten, geschreven. Dit heeft als gevolg dat de inzichten niet het werkelijke beeld geven van de afwijkingen. Een opmerking die hier nog geplaatst moet worden is dat het onderzoek zich binnen de projecten alleen heeft gericht op afwijkingen gerelateerd aan de parameter budget. En de werkdefinitie is toegepast op een ingekaderd gebied waarbij niets is gezegd over faalkosten vanuit een andere discipline en over de andere parameters. Het project onderzoek was te kleinschalig om uitspraken te doen over faalkosten binnen het bedrijf. Het projectonderzoek was dan ook bedoeld om de uitgangspositie en meetmethode te testen. Om het projectonderzoek te kunnen uitvoeren was de opgestelde uitgangspositie met de daarbij opgestelde definitie van belang. Er kan worden geconcludeerd dat de opgestelde uitgangspositie de methode dekt. Door het theoretische onderzoek waarbij een uitgangspositie rondom falen is beschreven is er input geleverd voor de discussie rondom faalkosten. Het zou de geformuleerde werkdefinitie ten goede komen wanneer deze ook binnen de discussie wordt besproken. Dit om enerzijds de werkdefinitie te testen en anderzijds voor het creëren van draagvlak. Ter afsluiting is het advies een onderzoek in te richten om naast de afwijking op de parameter budget, ook de afwijking (positief & negatief) op de parameters tijd en kwaliteit te kunnen vaststellen. 4 Zie bijlage 4; Einddocumenten, met betrekking tot het gedane onderzoek, voor de aannemer
  • 8. Pagina 7 Inhoudsopgave Voorwoord.......................................................................................................................... 1 Samenvatting....................................................................................................................... 2 1 Inleiding...................................................................................................................... 9 2 Opdrachtomschrijving en rapportopbouw ................................................................ 11 2.1 Probleemstelling ............................................................................................... 11 2.2 Beschrijving naar opdracht ............................................................................... 12 2.3 Onderzoeksdoelstelling..................................................................................... 13 2.4 Opbouw van het rapport.................................................................................... 14 3 Inhoudelijke oriëntatie: “De aard van faalkosten” (theoretisch niveau)................. 15 3.1 Falen en kosten ................................................................................................. 15 3.2 Uiteenlopende kijk op faalkosten...................................................................... 18 3.2.1 Gehanteerde definities .............................................................................. 18 3.2.2 De oorzaken en manifestatie van faalkosten............................................. 19 3.2.3 Afwijkingen .............................................................................................. 21 3.3 Kwaliteitsleer.................................................................................................... 22 3.3.1 Kwaliteitskosten onderverdeeld................................................................ 22 3.3.2 Kwaliteitskosten binnen de werkelijke kosten.......................................... 24 3.3.3 Faalkosten binnen de kwaliteitsleer.......................................................... 24 3.4 Kwaliteitskosten-modellen ............................................................................... 26 3.4.1 Juran’s kwaliteitskosten-model................................................................. 26 3.4.2 Schneiderman’s kwaliteitskosten-model .................................................. 27 3.4.3 Verschil tussen kwaliteitskosten-modellen............................................... 28 3.4.4 Combinatie kwaliteitskosten-modellen..................................................... 28 3.4.5 Verdiepingsslag op Juran’s kwaliteitskosten-model................................. 30 4 Resultaat theoretisch onderzoek: Uitgangspositie faalkosten................................... 34 4.1 Beschouwing gepasseerde onderwerpen inhoudelijke oriëntatie ..................... 34 4.2 Uitgangspositie faalkosten................................................................................ 36 4.2.1 Vaststellen werkdefinitie faalkosten......................................................... 36 4.2.2 Vermijdbare kosten................................................................................... 37 4.2.3 Faalkosten binnen de kwaliteitskosten...................................................... 39 4.2.4 Weergave van faalkosten in een 3D-model .............................................. 40 5 Onderzoek naar de omvang van faalkosten (projectniveau).................................. 43 5.1 Tot stand koming onderzoek............................................................................. 43 5.2 Onderzoeksontwerp: “Meten van faalkosten” .................................................. 45 5.2.1 Meerdere belangen.................................................................................... 45 5.2.2 Onderzoeksgebied..................................................................................... 46 5.2.3 Invloedsgebied.......................................................................................... 48 5.3 Beschrijving en verantwoording van de onderzoeksmethode .......................... 48 5.3.1 Benodigd materiaal................................................................................... 49 5.3.2 Preparatie gegevens .................................................................................. 50 5.4 Toepassing van de onderzoeksmethode............................................................ 51 5.4.1 Ontvangen materiaal................................................................................. 52 5.4.2 Overzicht projecten................................................................................... 52
  • 9. Pagina 8 5.4.3 Verwerking van de gegevens.................................................................... 53 5.5 Beoogd resultaat van het projectonderzoek...................................................... 53 5.5.1 Onderzoeksdocumenten............................................................................ 53 5.5.2 Lading onderzoeksresultaten .................................................................... 54 6 Resultaten projectonderzoek..................................................................................... 55 6.1 Faalkosten binnen de projecten A en B ............................................................ 55 6.2 Verdeling van de afwijking............................................................................... 57 6.3 Verkregen inzichten.......................................................................................... 57 6.3.1 Negatieve afwijkingen .............................................................................. 58 6.3.2 Positieve afwijkingen................................................................................ 59 6.3.3 Faalkostendragers bij project A ................................................................ 60 6.3.4 Faalkostendragers bij project B ................................................................ 61 6.3.5 Slotwoord verkregen inzichten ................................................................. 62 7 Conclusies en discussie............................................................................................. 63 7.1 Theoretisch niveau............................................................................................ 63 7.1.1 Faalkosten ................................................................................................. 63 7.1.2 Uitgangspositie ......................................................................................... 64 7.1.3 Tussenconclusies theoretisch niveau ........................................................ 64 7.2 Projectniveau..................................................................................................... 64 7.2.1 Beoordeling onderzoeksmethode.............................................................. 64 7.2.2 Beoordeling verkregen inzichten.............................................................. 65 7.2.3 Tussenconclusies projectniveau................................................................ 65 7.3 Eindconclusies .................................................................................................. 65 7.4 Subdoelstellingen.............................................................................................. 66 8 Evaluatie, aanbevelingen en suggesties.................................................................... 67 8.1 Evaluatie ........................................................................................................... 67 8.2 Aanbevelingen en suggesties............................................................................ 67 Literatuur........................................................................................................................... 68 Bijlagen............................................................................................................................. 69
  • 10. Pagina 9 1 Inleiding In de bouw wordt de laatste jaren veel gesproken over faalkosten. Deze faalkosten worden geschat op 10% van de totale bouwomzet [SBR5 ] [USP6 ]. Bij een jaarlijkse bouwomzet van circa €60 miljard bedragen de faalkosten dus circa €6 miljard. Volgens de rubriek Trends & Cijfers [EIB & CBS7 ] was de winstmarge over 2008 bij de hoofdaannemersbedrijven (bouw & uitvoering) gemiddeld 3,7% van de omzet. Tegenover die gemiddelde winstmarge van 3,7% staat dus een, geschatte, ‘faalkosten’ marge van 10% (bijna een factor 3 verschil). Bovendien staat door de crisis, waardoor onder andere de nieuwbouwproductie terugloopt, de gemiddelde winstmarge bij de hoofdaannemersbedrijven onder druk. Op dit moment wordt er onder andere ingezet op samenwerking in de keten en levensduurdenkend bouwen als zijnde maatregelen om faalkosten te reduceren. Hierbij wordt getracht oplossingen te bieden aan de vermeende oorzaken van faalkosten. De lijst met oorzaken van faalkosten wordt aangevoerd door gebrekkige communicatie (21%) en een onuitvoerbaar ontwerp (20%) [USP8 ]. Door het bouwproces anders in te delen, waarbij communicatie en uitvoerbaarheid centraal staan, lijkt het aannemelijk dat faalkosten kunnen worden gereduceerd. De suggestie wordt gewekt dat er een groot voordeel is te behalen wanneer de geschatte post van 10% aan faalkosten wordt gereduceerd. Echter wat die geschatte 10% aan faalkosten omvat en hoeveel er daadwerkelijk van die 10% valt te reduceren is onduidelijk. Er heerst dus grote onduidelijkheid betreffende de aard en omvang van faalkosten. Het economische effect van maatregelen die faalkosten zouden reduceren kunnen hierbij niet in beeld worden gebracht. Er wordt namelijk uiteenlopend tegen faalkosten aangekeken waarbij huidige definities niet hetzelfde omvatten. Hierdoor is er onduidelijkheid over wat er nu wel en niet onder faalkosten valt. Door deze onduidelijkheden kunnen besluiten niet tegen elkaar worden afgewogen om te komen tot een effectieve maatregel die faalkosten reduceert. In plaats hiervan worden er op gevoel besluiten genomen om faalkosten te reduceren. Zolang er niet kan worden aangegeven wat faalkosten zijn zal de omvang ervan een geschatte waarde blijven. Het is dus gewenst om de aard van faalkosten nader te onderzoeken om daarna de omvang in beeld te kunnen brengen. De volgende twee aspecten komen hierdoor centraal te staan: • De aard van faalkosten beschrijven • De omvang van faalkosten bepalen 5 (Brokelman, L (2005). Faalkosten de (bouw)wereld uit! Delft, Van Marken Delft drukkers) 6 Faalkosten aanhoudend probleem in de bouw- en installatiesector, (januari 2010), USP Marketing Consultancy 7 Rubriek trends en cijfers, (juni 2009), onder redactie van EIB en CBS 8 Gebrekkige communicatie grootste veroorzaker faalkosten, (oktober 2007), USP Marketing Consultancy
  • 11. Pagina 10 Om meer duidelijkheid te krijgen rondom het item faalkosten is vanuit Avans hogeschool door het lectoraat IB&T9 samen met TNO10 een meerjarig onderzoeksprogramma opgezet. Waarbij het onderzoeksprogramma faalkosten als doel heeft het bedrijfsleven te voorzien van instrumentarium dat; • Faalkosten in kaart brengt naar aard en omvang • Adviseren mogelijk maakt ten aanzien van faalkostenreductie11 Het voorgaande is aanleiding geweest om in het kader van een afstudeerproject voor de studie Bouwtechnische bedrijfskunde aan de Avans hogeschool te Tilburg een onderzoek rondom faalkosten in te richten. Vanuit TNO-Bouw & Ondergrond, afdeling bouwinnovatie, is het mogelijk geworden om dit onderzoek naar faalkosten te verrichten. Logischer wijs omvat dit afstudeeronderzoek, vanwege het tijdsbestek, een deel van het opgezette programma. Hierbij is dit afstudeeronderzoek gericht om een bijdrage te leveren aan het in kaart brengen van faalkosten naar aard en omvang. Zo is er onderzoek op theoretisch- en projectniveau verricht. Doormiddel van een onderzoek op theoretisch niveau, waarbij de aard rondom faalkosten in beeld zijn gebracht, is een herziene definitie voor de term faalkosten en daarmee een uitgangspositie rondom faalkosten gevormd. Vanuit de uitgangspositie rondom faalkosten is er een onderzoek op projectniveau ingericht om faalkosten te kwantificeren en kwalificeren. Zo is onder meer bij twee woningbouwprojecten de begroting en nacalculatie vergeleken wat heeft geleid tot een document waarmee inzicht is gegeven in de omvang van faalkosten, en waar de faalkosten binnen de projecten aan zijn toe te kennen. Dit alles heeft geleid tot enerzijds een inzicht in de omvang van faalkosten op projectniveau, en anderzijds een in te nemen uitgangspositie rondom de aard van faalkosten. 9 Het lectoraat “Innovatie in Bouwprocessen & -Techniek” 10 Zie bijlage 1; intern Programma Faalkosten in de Bouw. TNO 11 Zie bijlage 2; Onderzoeksprogramma faalkosten IB&T
  • 12. Pagina 11 2 Opdrachtomschrijving en rapportopbouw 2.1 Probleemstelling In de algemene inleiding is al geschetst dat het afstudeeronderzoek tweeledig is waarbij het erop is gericht een bijdrage te leveren aan het in kaart brengen van de aard én omvang van faalkosten. Om uitspraken te doen over de omvang van faalkosten, is het noodzakelijk te weten wat faalkosten zijn; oftewel te weten wat de aard van faalkosten is. Er wordt echter uiteenlopend tegen faalkosten aangekeken waarbij huidige definities niet hetzelfde omvatten. Naast dat de huidige definities niet hetzelfde omvatten, wordt er veel gesproken, geschreven en aangenomen omtrent oorzaken, hoogte en vermijdbaarheid van faalkosten; zie figuur 4. Econoom Adri Buur is fel: Waarom laten zo velen zich voor de gek houden? Soms beweren mensen zelfs dat het aandeel van de faalkosten een kwart van de bouwsom uitmaakt. "Al die getallen zijn niet meer dan een klap op het water. Er is geen enkel onderzoek dat zulke hoge kosten aantoont", stelt de professor, oud-directeur van het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid. “Er valt bovendien winst te maken met SPIN, niet in de laatste plaats omdat het bijdraagt aan een verlaging van de faalkosten.” Ketenintegratie: reduceer faalkosten door respect en vertrouwen Ook is de term 'faalkosten' vanwege de negatieve klank vervangen door 'vermijdbare kosten'. Johan Vijverberg (voormalig hoofd van het College Bouw Ziekenhuisvoorzieningen): “Zelfs faalkosten worden in de zorgbouw vergoed” FNV Bouw heeft de werkgevers in de sector opgeroepen een werkgroep in te stellen die de ”faalkosten” met 20 procent moet terugdringen. Het vermijden van fouten zou 1,5 miljard euro aan besparingen opleveren, aldus de bond. Faalkosten kosten de bouwsector jaarlijks circa 2,5 miljard euro en dat is bijna 8 procent van de omzet van de totale bouwnijverheid. Dit terwijl het rendement gemiddeld 3 procent is. Een halvering van de faalkosten zou dus een verdubbeling van de winst betekenen. 1 3 2 4 5 6 7 8 Figuur 4: Acht uitspraken omtrent faalkosten12 Hetgeen hierboven beschreven heeft geleidt tot de volgende probleemstelling: “De omvang van faalkosten kan niet worden bepaald doordat de aard van faalkosten niet helder is.“ 12 Zie bijlage 3; Publicaties. Het nummer achter de frase duidt op de publicatie in de bijlage.
  • 13. Pagina 12 2.2 Beschrijving naar opdracht Om uitspraken te doen over de omvang van faalkosten is het noodzakelijk om eerst de aard van faalkosten vast te stellen.13 Zo zal er een inhoudelijke oriëntatie moeten plaatsvinden om een uitgangspositie rondom de aard van faalkosten in te nemen. In deze inhoudelijke oriëntatie is de huidige theorie rondom faalkosten beschreven en beschouwd. Het vaststellen van de aard van faalkosten is op theoretisch niveau gebeurd, waarbij huidige literatuur is bestudeerd en beschouwd. Wanneer de uitgangspositie rondom de aard van faalkosten is opgesteld kan de omvang van faalkosten worden bepaald. Het bepalen van faalkosten zal hierbij op projectniveau gebeuren, waarbij een meetmethode moet worden beschreven. Wanneer de opgestelde meetmethode ook wordt toegepast kan enerzijds de bruikbaarheid van de meetmethode worden ervaren en bepaald. Anderzijds kan de ingenomen uitgangspositie rondom de aard van faalkosten worden beschouwd waarna de uitgangspositie rondom faalkosten kan worden vastgesteld. De volgende figuur 5 verbeeldt het gedachtegoed wat heeft geleid tot de opdracht die in de hier opvolgende paragraaf is weergegeven. Aard van faalkosten Omvang van faalkosten Uitgangspositie voor faalkosten opstellen Inhoudelijke oriëntatie Uitgangspositie voor faalkosten vaststellen In hoeverre brengt de methode de faalkosten binnen de projecten in beeld? Voldoet de opgestelde uitgangspositie rondom de aard van faalkosten? Onderzoeknaardeomvangvanfaalkosten Uitkomsten onderzoek beschouwen Toepassing onderzoeksmethode op twee gerealiseerde woningbouwprojecten methode om faalkosten te meten opstellen THEORETISCH NIVEAU PROJECT NIVEAU Figuur 5: Verbeelding van het afstudeeronderzoek 13 Zie probleemstelling in hoofdstuk 2.1
  • 14. Pagina 13 2.3 Onderzoeksdoelstelling In de vorige paragraaf is er invulling gegeven hoe de bijdrage aan het in kaart brengen van faalkosten naar aard en omvang, kan worden geleverd. Hierbij wordt van twee niveaus gesproken waarop, in dit afstudeerwerk, onderzoek gewenst is. Hieronder is te zien op welke niveaus het onderzoek plaatsvindt en wat daarbij moet gebeuren. 1. Theoretisch niveau; om de aard van faalkosten vast te stellen. • Een inhoudelijke oriëntatie waarbij verschenen literatuur rondom faalkosten wordt behandeld en beschouwd. • Uitgangspositie rondom de aard van faalkosten opstellen. • Uitgangspositie rondom de aard van faalkosten vaststellen. De uitgangspositie moet een heldere definitie voor faalkosten bevatten. Waarbij de huidige theorieën uit de literatuur moeten worden herzien wanneer nodig. 2. Projectniveau; om de omvang van faalkosten en inzicht in faalkosten te geven. • Een meetmethode opstellen en beschrijven. • De beschreven meetmethode toepassen op twee woningbouwprojecten. • De omvang van faalkosten bij beide projecten weergeven. • Het inzicht geven waar de faalkosten binnen de projecten aan zijn toe te kennen. • Uitkomsten van de toegepaste meetmethode beschrijven en beschouwen. Het theoretische- en het projectniveau ontmoeten elkaar in de onderzoeksdoelstelling. De onderzoeksdoelstelling is in de vorm van een tweeledige onderzoeksvraag en luidt als volgt: “In hoeverre brengt de opgestelde meetmethode de faalkosten binnen de twee geanalyseerde projecten in beeld? Voldoet hierbij de opgestelde uitgangspositie rondom de aard van faalkosten?” Om antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag zijn de volgende subdoelstellingen geformuleerd: • Vaststellen van een werkdefinitie om faalkosten inzichtelijk te maken. • Uitgangspositie rondom de aard van faalkosten opstellen. • Methode beschrijven om faalkosten inzichtelijk te maken. • Faalkosten meten door middel van de beschreven methode. • Inzicht geven waar de faalkosten binnen de onderzochte projecten aan zijn toe te kennen. • Vaststellen wat de omschreven meetmethode van de faalkosten, zoals geschetst in de uitgangspositie in beeld brengt. • Uitgangspositie rondom de aard van faalkosten beschouwen en vaststellen. • Aangeven wat er met deze meetmethode niet in beeld wordt gebracht wat leidt tot aanbevelingen voor verder onderzoek.
  • 15. Pagina 14 2.4 Opbouw van het rapport In dit rapport komen de twee onderwerpen, aard en omvang van faalkosten aan bod. Voor de helderheid en leesbaarheid is hierom gekozen om eerst de aard van faalkosten te behandelen. Zo wordt de verdieping die heeft plaatsgevonden op het onderwerp faalkosten, om een uitgangspositie rondom faalkosten in te nemen, in hoofdstuk 3 behandeld. De duidelijkheid hoe er, tijdens het onderzoek op projectniveau, tegen faalkosten wordt aangekeken is hierna in hoofdstuk 4 behandeld. Waardoor de omvang van, en het inzicht in, faalkosten kan gaan worden bepaald vanuit de ingenomen uitgangspositie. In hoofdstuk 5 wordt het onderzoek vanuit deze uitgangspositie op projectniveau doorgezet. Zo is een meetmethode om de omvang van faalkosten vast te stellen en het inzicht te geven waar de faalkosten, binnen een project, aan zijn toe te kennen opgesteld. De opgestelde meetmethode is hierna toegepast op twee gerealiseerde woningbouwprojecten. De resultaten van de onderzochte projecten zijn als bijlage, het einddocument wat voor de aannemer is opgesteld14 , te bestuderen. Waarna in hoofdstuk 6 de uitkomsten van het projectonderzoek worden beschouwd. De conclusies die, naar aanleiding van de inhoudelijke oriëntatie en de resultaten uit het praktijkonderzoek, zijn getrokken zijn in hoofdstuk 7 weergegeven. In hoofdstuk 8 wordt het onderzoek geëvalueerd met de bevindingen rondom faalkosten waarna de aanbevelingen voor verder onderzoek aan de orde komen. In figuur 6 is deze opbouw gevisualiseerd. Input: inhoudelijke oriëntatie Input: data 2 projecten Opstellen onderzoeksmethode Projecten volgens methode verwerken Toetsing Resultaten per project weergeven Vergelijk tussen resultaten projecten Opmerkelijkheden opstellen Onderzoek opstellen Aanbevelingen verder onderzoek Einddocument m.b.t. het gedane onderzoek voor de aannemer In hoeverre brengt de methode de faalkosten, zoals als uitgangspositie is opgesteld, in beeld? Figuur 6: Schematische weergave opbouw rapport. 14 Zie bijlage 4; Einddocumenten, met betrekking tot het gedane onderzoek, voor de aannemer
  • 16. Pagina 15 3 Inhoudelijke oriëntatie: “De aard van faalkosten” (theoretisch niveau) Aard van faalkosten Omvang van faalkosten Uitgangspositie voor faalkosten opstellen Inhoudelijke oriëntatie Uitgangspositie voor faalkosten vaststellen In hoeverre brengt de methode de faalkosten binnen de projecten in beeld? Voldoet de opgestelde uitgangspositie rondom de aard van faalkosten? Onderzoeknaardeomvangvanfaalkosten Uitkomsten onderzoek beschouwen Toepassing onderzoeksmethode op twee gerealiseerde woningbouwprojecten methode om faalkosten te meten opstellen THEORETISCH NIVEAU PROJECT NIVEAU Hoofdstuk 3 Het debat rondom faalkosten wordt gevoed door de onduidelijkheid met betrekking tot de aard en omvang van de faalkosten.15 Deze onduidelijkheid wordt onder andere veroorzaakt doordat er uiteenlopende definities voor faalkosten worden gehanteerd. In deze inhoudelijke oriëntatie zullen een viertal paragraven passeren die het inzicht hebben gegeven om tot een uitgangspositie rondom de aard van faalkosten te komen. In paragraaf 3.1 wordt hiervoor eerst de term faalkosten uit elkaar gehaald door de woorden falen en kosten te bespreken. Waarna in paragraaf 3.2 verscheidene definities aan bod komen. Nadat er is aangegeven wat er aan de definities is op te merken en wat de definities sterk maken wordt de achterliggende theorie besproken. In de huidige theorie worden faalkosten als onderdeel van kwaliteitskosten gezien. In paragraaf 3.3 wordt hierom ingegaan op de kwaliteitsleer en hoe er vanuit daar naar faalkosten wordt gekeken. Paragraaf 3.4 is geweid aan de weergave van faalkosten volgens de literatuur. Zo zijn de denkwijzen van enkele goeroes behandeld waarbij ook de kijk op faalkosten wordt beschreven. 3.1 Falen en kosten Om tot een werkdefinitie voor faalkosten te komen moet er worden begrepen wat faalkosten zijn en wat deze omvatten. De beginstap die hier wordt genomen is de term faalkosten uit elkaar te trekken waardoor de woorden falen en kosten overblijven. Door deze twee woorden apart te behandelen wordt er een beeld geschetst wat de term 15 Zie bijlage 2; Onderzoeksprogramma faalkosten IB&T
  • 17. Pagina 16 faalkosten uit de oorsprong van de woorden ‘falen’ en ‘kosten’ inhoudt. De woorden ‘falen’ en ‘kosten’ worden volgens Van Dale als volgt weergegeven: “falen 1 tekortschieten 2 mislukken 3 fouten begaan; zijn doel niet bereiken” “kost / kosten 1 dat wat voor iets betaald wordt of moet worden 2 voor een bepaalde prijs verkocht worden” Aan de omschrijving uit Van Dale is te zien dat falen vooral een negatieve lading heeft. Wanneer er iets te kort schiet, mislukt of er een fout wordt begaan zal dit zich in de kosten negatief uitten. Echter ‘het doel niet bereiken’ geeft een kleine nuance omdat dit zich in de kosten ook positief zou kunnen uitten. Het niet behalen van het gestelde doel wordt als falen omschreven. Hierbij moet worden opgemerkt dat het doel dan duidelijk moet zijn omschreven. Wanneer er verder bijvoorbeeld een hogere kwaliteit voor een product wordt behaald dan als doel was gesteld zou dit als ‘falen’ kunnen worden beschouwd. Immers, er wordt dan ook afgeweken van het gestelde doel. Het afwijken van het gestelde doel, zij het in positieve- dan wel negatieve zin, kan als falen worden bestempeld. Dit komt hieronder nog verder aan de orde. De omschrijving van kosten geeft aan dat het gaat om dat wat voor iets betaald moet worden. Bedrijfseconomisch worden kosten omschreven als de middelen die noodzakelijk worden opgeofferd voor het te bereiken doel. Wanneer er wordt gesproken over faalkosten worden deze beschouwd als onnodige opofferingen om het doel te bereiken. Doordat kosten bedrijfseconomisch als een noodzakelijke opoffering worden gezien, staan de woorden falen en kosten op gespannen voet. In figuur 7 is te zien dat een afwijking kan voorkomen in negatieve- en positieve zin. Om het onderwerp faalkosten zo breed mogelijk te benaderen worden afwijkingen ten opzichte van het gestelde doel hieronder als falen beschouwd. Er kunnen op verschillende vlakken afwijkingen worden geconstateerd. Zo kunnen er afwijkingen voorkomen in geld, tijd en kwaliteit. Kwaliteit wordt hierbij breed beschouwd waar het kan gaan om de kwaliteit van een product dan wel de kwaliteit van een dienst of proces. Het effect van de afwijking kan ook in negatieve- en positieve zin voorkomen evenals de verschillende vormen waar deze in voor kunnen komen.
  • 18. Pagina 17 Afwijking + +- - Effect (kosten)(opbrengsten) (falen) (meer dan gesteld) A C B D Afwijkingen en effecten kunnen voorkomen in de vorm van: Geld / Tijd / Kwaliteit Kwaliteit wordt hierbij breed neergezet waardoor er verscheidene vormen van kwaliteit zijn. Enkele voorbeelden van hoe er naar kwaliteit kan worden gekeken zijn: -de kwaliteit van het product -de kwaliteit van het proces Voorbeeld: Waarbij de afwijking in geld, en het effect t.o.v. de kwaliteit van het product plaatsvindt. A: meer geld uitgegeven met een minder behaalde kwaliteit. B: minder geld uitgegeven met een minder behaalde kwaliteit. C: meer geld uitgegeven met een hogere kwaliteit. D: minder geld uitgegeven met een hogere kwaliteit. Figuur 7: Afwijking met het effect daarvan. Of iets nu een afwijking is of een effect van een afwijking, is te bediscussiëren. Een afwijking doet zich namelijk voor wanneer het niet volgens het gestelde doel wordt gerealiseerd. Hieraan kan een effect worden gekoppeld. Zo kan het zijn dat er een negatieve afwijking is bij een nacalculatie omdat er meer geld is uitgegeven waarbij eveneens een hogere kwaliteit is geleverd dan was gesteld. (voorbeeld c in de figuur 7) Wanneer de afwijking en het effect worden omgedraaid zou er kunnen worden gesteld dat er een positieve afwijking door een hogere gerealiseerde kwaliteit is met daarbij een negatief effect in de vorm van geld. (voorbeeld b in de figuur 7) Het zal dus belangrijk zijn om een uitgangspositie in te nemen vanuit welke vorm er naar faalkosten wordt gekeken. In vlak A vallen de afwijkingen die een negatief effect ten gevolge hebben. De kosten die naar aanleiding van deze afwijkingen ontstaan worden bestempeld als faalkosten. Echter kan er in vlak D niet worden gesproken van kosten. De positieve afwijking, die het falen vertegenwoordigd, heeft namelijk een positief effect. In vlak D zou er dus kunnen worden gesproken van faalopbrengsten. De term faalkosten die in deze benadering het gehele vlak van A tot en met D omvatten vanwege de term ‘kosten’ niet de lading. Wanneer we kosten voor nu zouden beschouwen als zijnde het economische effect kan er enerzijds worden gesproken over faalkosten in vlak A en anderzijds worden gesproken over faalopbrengsten in vlak D. Op deze manier is de lading voor faalkosten gedekt. Tussennotitie 3.1 Het afwijken van het gestelde doel, zij het in positieve- dan wel negatieve zin, kan worden bestempeld als falen. De nadruk in het woord faalkosten ligt hierbij op het eerste gedeelte namelijk het ‘falen’. De toevoeging ‘kosten’ geeft hierbij aan dat het gaat om het economische effect van de afwijking.
  • 19. Pagina 18 3.2 Uiteenlopende kijk op faalkosten Wanneer er over faalkosten wordt gesproken, binnen de bouwnijverheid, zijn er verschillende perspectieven. De bouwnijverheid bestaat namelijk uit verschillende partijen die binnen de bouwkolom andere activiteiten en belangen nastreven. Zo zal een opdrachtgever die veel ‘meerwerk’ moet uitschrijven wellicht spreken van faalkosten, terwijl de aannemer dit ontvangt als extra omzet en hier niet van falen hoeft te spreken. Ook omgedraaid kan het zijn dat een aannemer met flinke tegenslagen en extra kosten het werk conform afspraak aflevert aan de opdrachtgever. De opdrachtgever zal hier niet spreken van faalkosten voor hem terwijl de aannemer de extra kosten wellicht als faalkosten definieert. Zo zijn er legio aan voorbeelden die aantonen dat er niet eenduidig naar faalkosten wordt gekeken. Hierbij komt dat er in de literatuur verscheidene definities voor faalkosten worden gehanteerd. Naast dat deze definities uiteenlopen van betekenis bakenen deze niet af vanuit waar er naar faalkosten wordt gekeken. Wat de verscheidene definities overeenkomen en wat daarbij kan worden opgemerkt wordt hieronder behandeld. 3.2.1 Gehanteerde definities Er zijn verscheidene definities van faalkosten16 . De sterke en zwakke kenmerken van deze definities worden hieronder behandeld. Zo wordt de uiteenlopendheid rondom faalkosten neergezet waar met de sterke kenmerken de basis wordt gelegd voor een werkdefinitie voor faalkosten. De zwakke kenmerken zullen als toets op de gevormde werkdefinitie dienen. Hieronder zijn twee populaire definities voor faalkosten weergegeven: 1. “Faalkosten zijn alle kosten die zijn ontstaan doordat het bouwproces onnodig inefficiënt is verlopen, of het eindproduct niet aan de afgesproken kwaliteitseisen voldeed of omdat zaken die gebrekkig waren of tekortschoten moesten worden hersteld of vervangen.”17 2. “Faalkosten zijn de kosten en de gederfde opbrengsten, die ontstaan door kwaliteitsafwijkingen die nog vóór de levering aan de afnemer in het eigen bedrijf worden geconstateerd of die ná de levering door de afnemer worden bemerkt.”18 Deze definities hebben hierbij gemeenschappelijk dat het gaat om: • afwijkingen • kwaliteit • negatief effect van de afwijking De definities omvatten hierbij het volgende: de gederfde opbrengsten met de extra ongemakken en kosten voortkomend uit het niet voldoen aan de gestelde eis. Met andere woorden; er is een afwijking op het gestelde doel wat een negatief economisch effect tot gevolg heeft. De gestelde eis wil zeggen “hetgeen wat er wordt beoogd”. Het niet voldoen hieraan geeft aan dat er wordt afgeweken van het beoogde oftewel; van de 16 Zie bijlage 5; Verscheidene definities faalkosten 17 (Brokelman, L (2005). Faalkosten de (bouw)wereld uit! Delft, Van Marken Delft drukkers) 18 (Smit, G & Hamberg, J (1995). Faalkosten bij middelgrote aannemersbedrijven. Hoofddorp, IMK Nederland; bladzijde 21)
  • 20. Pagina 19 gestelde eis. De als tweede aangehaalde definitie geeft aan dat het ook gaat om de misgelopen opbrengsten. Een relatie tussen falen en opbrengsten, vlak D, lijkt hierdoor te bestaan. Onderstaande figuur 8 geeft aan waar de definities zijn te plaatsen. Definitie 1 is hierbij links geplaatst waarbij deze zich richt op ‘falen’. Definitie 2 is meer centraal geplaatst omdat hier een link met opbrengsten lijkt te bestaan. Afwijking + +- -Effect (kosten)(opbrengsten) (falen) (meer dan gesteld) A C B D 1 2 Figuur 8: Uiteenlopende plaats van de definities in de figuur. 3.2.2 De oorzaken en manifestatie van faalkosten Een bouwproces is onderverdeeld in verschillende fasen, startend met de initiatieffase en sluitend met de opleverings- en nazorgfase. De meeste faalkosten manifesteren zich in de ontwerp- (16%), werkvoorbereidings- (23%) en uitvoeringsfase (43%), samen goed voor viervijfde van de totale faalkosten. [USP]19 Van Holten verbeeldt deze manifestatie van faalkosten in een figuur waarbij is aangegeven in welke fasen voornamelijk de oorzaken voor faalkosten liggen. Deze verbeelding is gemaakt voor de volgende bouworganisatiemodellen: turnkey, bouwteam en traditioneel. Zo is in figuur 9 deze theorie van Van Holten weergegeven. Oorzaken van faalkosten Manifestatie van faalkosten Figuur 9: Relatie bouworganisatiemodellen en faalkosten volgens Van Holten, 200120 19 Zie bijlage 6; Persbericht USP Slechte informatie-uitwisseling 20 (Brokelman, L (2005). Faalkosten de (bouw)wereld uit! Delft, Van Marken Delft drukkers)
  • 21. Pagina 20 Te zien is dat de oorzaken voor de waargenomen faalkosten vaak in een eerdere fase hun grondslag vinden. Faalkosten kunnen dus in de uitvoeringsfase worden bemerkt terwijl de oorzaak zich bevindt in de ontwerpfase. Verder lijkt de figuur van Van Holten te bevestigen dat; door het bouwproces anders in te delen, waarbij communicatie en uitvoerbaarheid centraal staan, het aannemelijk is dat faalkosten kunnen worden gereduceerd. In de algemene inleiding van dit rapport was al te lezen dat; de lijst met oorzaken van faalkosten wordt aangevoerd door gebrekkige communicatie (21%) en een onuitvoerbaar ontwerp (20%) [USP21 ]. Vooral de benodigde communicatie is te verklaren omdat de steeds complexer wordende bouwprojecten worden gekenmerkt door ‘arbeidsdeling’. Deze arbeidsdeling leidt tot verregaande specialisatie en fragmentatie van verantwoordelijkheden en zorgt ervoor dat verscheidene partijen in verschillende fasen een bijdrage leveren aan het project. Faalkosten kunnen dus op verschillende manieren worden ervaren en zich manifesteren. Zo kunnen faalkosten vanuit verschillende partijen worden ervaren waarbij het kan gaan om een bepaalde handeling of om (een deel van) het proces. Hieronder zijn er twee voorbeelden in een ander perspectief waar uit blijkt dat er op verscheidene manieren naar faalkosten wordt gekeken. Voorbeeld 1 Er is een bepaalde activiteit die groep A en groep B uitvoeren. In figuur 10 staan de bijbehorende gegevens. De gevraagde en uitgevoerde kwaliteit is hetzelfde, beide groepen krijgen voor het werk 20. Groep B werkt efficiënter en kàn daarom meer winst halen (2) t.o.v. groep A. Uit de nacalculatie blijkt dat Groep A heeft gewerkt hoe ze heeft begroot en groep B niet. Activiteit Begroot nacalculatie Kosten Winst totaal kosten winst Groep A 18 2 20 18 2 Groep B 16 4 20 17 3 Figuur 10: Gegevens groep A & B ten behoeve van voorbeeld 1 Wanneer we spreken over falen bij dit voorbeeld kan het volgende worden gezegd: • Wanneer je groep A bekijkt is er niets aan op te merken; het is begroot zoals het is. • Wanneer je groep B bekijkt kan je spreken van falen; winst pakt lager uit dan begroot. • Wanneer je A t.o.v. B bekijkt faalt A op de kosten en de behaalde winst. • Groep A faalt extern en Groep B faalt intern. 21 Gebrekkige communicatie grootste veroorzaker faalkosten, (oktober 2007), USP Marketing Consultancy
  • 22. Pagina 21 Voorbeeld 2 Vanuit de gemeente is opdracht gegeven om een tunnel voor wegverkeer te realiseren onder een kanaal door waar scheepsvaart plaatsvindt. Een uitvoerende partij heeft de tunnel voor het begrootte bedrag gerealiseerd waarbij het voldoet aan de gestelde eisen vanuit de gemeente. De gemeente was hierbij opdrachtgever en heeft als spin in het web gefungeerd en ook het contact met alle belanghebbenden onderhouden. Vertegenwoordigers van de scheepvaart hebben tijdens de initiatieffase aangekondigd dat het kanaal over 4 jaar moet worden verdiept om ook grotere schepen te kunnen behandelen. Het nog dieper aanleggen van de tunnel bracht voor de gemeente te hoge kosten mee die niet konden worden verantwoord. Na 4 jaar blijkt dat het kanaal niet kan worden verdiept vanwege het niveau waarop de tunnel is gerealiseerd. Dit alles heeft als gevolg dat de grotere schepen uitblijven en er kan worden gesproken van misgelopen opbrengsten waarbij de extra investering om de tunnel toentertijd dieper aan te leggen een nihil bedrag lijkt. Wanneer we spreken over falen bij dit voorbeeld kan het volgende worden gezegd: • De uitvoerende partij heeft niet gefaald. • De gemeente heeft ten opzichte van het project, dus initiatieffase tot en met de gebruiksduur, niet gefaald. • De gemeente heeft gefaald met betrekking op de misgelopen opbrengsten. • De vertegenwoordigers van de scheepsvaart hebben gefaald omdat ze niet hebben aangetoond dat de te investeren kosten nihil zijn ten opzichte van de mis te lopen opbrengsten wanneer er geen grotere schepen doorvaart kunnen vinden. • Op projectniveau zijn geen faalkosten op te merken terwijl op maatschappelijk vlak van faalkosten kan worden gesproken omdat economische groei door middel van grotere schepen er niet meer inzit. 3.2.3 Afwijkingen Wanneer we uitgaan van de tussennotitie van 2.1 zijn er naast de negatieve afwijkingen die willen zeggen dat er sprake is van falen ook positieve afwijkingen. Ook de positieve afwijkingen kunnen worden bestempeld als falen wanneer deze in de toekomst voor een negatief economisch effect zorgen. Voorbeelden als onnodig ingebouwd risico en het standaard te duur begroten van een bepaalde kostenpost kan worden gezien als falen, omdat in de toekomst een werk hierop wellicht niet wordt gegund omdat het te duur is begroot. Op korte termijn zal het waarschijnlijk ten goede komen aan een projectresultaat waardoor het als faalopbrengsten (vak D) kan worden gezien.22 Echter op langere termijn kan het voor faalkosten zorgen. Door op deze brede manier naar afwijkingen te kijken ontstaat er een breder inzicht waarmee kan worden verbeterd. 22 Zie figuur 7; Afwijking met het effect daarvan
  • 23. Pagina 22 Tussennotitie 3.2 Afwijkingen, die het falen aangeven, komen volgens de besproken definities alleen in negatieve zin voor. Dit komt niet overeen met de tussennotitie van 2.1 waarin is gesteld dat er negatieve- en positieve afwijkingen kunnen voorkomen. Wel wordt er gesteld dat misgelopen opbrengsten als faalkosten kunnen worden gezien. Ook is het gewenst om ervan bewust te zijn dat positieve faalkosten23 die op korte termijn voorkomen, over de langere termijn voor faalkosten kunnen zorgen. Het kijken naar, en oordelen over faalkosten gebeurt vanuit verschillende perspectieven. Al deze verschillende blikken komen voort uit andere en van elkaar verschillende belangen. Wat verder opvalt, is dat de definities niet afbakenen wat faalkosten zijn tegenover bewuste- en onbewuste beslissingen. Een vraag die hierdoor blijft hangen is: “Zijn onvoorziene kosten die als post worden opgenomen in een begroting, waardoor ze worden voorzien, faalkosten?”. 3.3 Kwaliteitsleer Uit paragraaf 3.2 blijkt dat, wanneer het gaat over faalkosten de term kwaliteit vaak wordt aangehaald. Faalkosten en kwaliteit hebben dan ook iets met elkaar te maken. In de kwaliteitsleer24 worden faalkosten namelijk als onderdeel van de kwaliteitskosten beschouwd. Hieronder is weergegeven wat kwaliteitskosten zijn en waaruit deze zijn opgebouwd. Hierna wordt er ingegaan op wat de plaats is van de kwaliteitskosten binnen de totale kosten. Voordat er wordt ingegaan op wat kwaliteitskosten zijn en waar deze uit bestaan is het van belang de definitie voor het begrip kwaliteit neer te zetten. Tijdens deze literatuurverkenning hanteren we hierbij de volgende definitie voor het begrip kwaliteit: “Kwaliteit is de mate waarin een geheel van eigenschappen en kenmerken voldoet aan eisen.”25 3.3.1 Kwaliteitskosten onderverdeeld Zoals in figuur 11 is te zien worden de kwaliteitskosten gevormd door de som van preventie-, beoordelings- en faalkosten. De toelichting op deze kosten komt na onderstaande figuur 11, waarin de onderverdeling van de kwaliteitskosten is te zien, verder aan bod. 23 Faalopbrengsten 24 (Campanella, J. (1999, 3e druk). Principles of quality costs: principles, implementation and use. American Society for Quality Control) 25 Zie bijlage7; (volgens NEN-ISO 9000; blz 14); Hierbij is een eis een behoefte of verwachting die kenbaar gemaakt, vanzelfsprekend of dwingend voorgeschreven is.
  • 24. Pagina 23 Beoordelings- kosten (b) Kwaliteitskosten(Q) Faalkosten (f) Preventie kosten (p) Formule: Q = p + b + f Q = Kwaliteitskosten p = Preventiekosten b = Beoordelingskosten f = Faalkosten Figuur 11: Kwaliteitskosten onderverdeelt.26 Preventie kosten De kosten van alle activiteiten specifiek erop gericht om ondermaatse kwaliteit te voorkomen in producten of diensten. Voorbeelden zijn de kosten voor een kwaliteitsplanning, evaluaties, team ontmoetingen voor kwaliteitsverbetering en training. Beoordelingkosten De kosten geassocieerd met het meten, evalueren en testen om te kunnen bevestigen of producten of diensten aan de kwaliteitsstandaard en de prestatie eisen voldoen. Deze kosten worden ook wel keuringskosten genoemd. Faalkosten De kosten resulterend vanuit producten of diensten die niet conform de behoefte van de klant/gebruiker is. Waarbij de faalkosten kunnen worden verdeeld in interne- en externe faalkosten. • Interne faalkosten Deze kosten, die worden gemaakt doordat producten of diensten niet conform de behoefte van de klant/gebruiker is, zijn gemaakt vóór de levering van het product aan de afnemer. (zonder klantbesef). Enkele voorbeelden zijn kosten die worden veroorzaakt door: slopen, herstellen en her-inspectie. • Externe faalkosten Deze kosten, die worden gemaakt doordat producten of diensten niet conform de behoefte van de klant/gebruiker is, zijn gemaakt ná de levering van het product aan de afnemer. (met klantbesef). Een voorbeeld hiervan zijn klachten vanuit de klant die extra kosten met zich meebrengen t.o.v. het probleem vooraf te hebben verholpen. 26 (Campanella, J. (1999, 3e druk). Principles of quality costs: principles, implementation and use. American Society for Quality Control)
  • 25. Pagina 24 3.3.2 Kwaliteitskosten binnen de werkelijke kosten Kosten kunnen op verschillende manieren worden onderverdeeld. Zo kunnen de totale kosten voor een project worden beschouwd als werkelijke kosten. Hierbij zijn de werkelijke kosten opgebouwd uit ‘reduced costs’27 en kwaliteitskosten. Onderstaande figuur 12 laat zien hoe de werkelijke kosten zijn onderverdeeld. Kwaliteitskosten (Q) Formule: Q = W-G Q = Kwaliteitskosten W = Werkelijke kosten G = Reduced costsReduced costs (G) Werkelijkekosten(W) Figuur 12: Werkelijke kosten onderverdeeld Kwaliteitskosten vertegenwoordigen het verschil tussen de werkelijke kosten van een product of services en wat de reduced costs voor een product of service zouden zijn wanneer er geen sprake zou zijn van preventiekosten, beoordelingskosten en faalkosten. De reduced costs zijn de werkelijke kosten minus de kwaliteitskosten. Hierbij zijn de reduced costs alle kosten behalve de kwaliteitskosten. Wanneer kosten geen kenmerken hebben van preventie-, beoordelings- of faalkosten zijn het hier dus reduced costs. 28 3.3.3 Faalkosten binnen de kwaliteitsleer Binnen de kwaliteitsleer zijn faalkosten een groep binnen de kwaliteitskosten. De kwaliteitskosten behoren samen met de reduced costs tot de werkelijke kosten. Er is echter een grijs gebied in hoe deze werkelijke kosten zijn onderverdeeld. De grens, waar een bepaalde post toebehoort, is vaag. Duidelijk lijkt dat de uitvoering op de bouw tot de kwaliteitskosten kunnen worden gerekend omdat deze tot de preventie- en beoordelingskosten kunnen worden beschouwd. Echter zullen lang niet alle activiteiten van bijvoorbeeld een uitvoerder binnen preventie en beoordelingskosten kunnen worden benoemd. Het volgende doet zich voor: “Een uitvoerder zit op een werk in uitvoering. Regelmatig komen omwonende en toekomstige bewoners van het bouwwerk, de uitvoerder storen vanwege vragen of klachten. Hierdoor worden de activiteiten van de uitvoerder verstoord.” Aan deze verstoringen is een prijsplaatje te hangen, door de uren die de uitvoerder er mee kwijt is te kwantificeren. Het prijsplaatje zou een weergave van de faalkosten zijn. Echter wanneer de uitvoerder het te woord staan van mensen in de taakomschrijving heeft zouden het weer preventiekosten kunnen worden genoemd. 27 De vertaling naar het Nederlands zou uitkomen op: gereduceerde kosten. Echter wekt de Nederlandse vertaling de in indruk dat het om verminderde kosten gaat, waardoor de kern van het woord verdwijnt. 28 (Campanella, J. (1999, 3e druk). Principles of quality costs: principles, implementation and use. American Society for Quality Control)
  • 26. Pagina 25 Zo kan de discussie worden doorgevoerd; waarbij kan worden afgevraagd of het plaatsen van een bekisting, om een betonwand te realiseren, preventie is. De werkzaamheden en de benodigde materialen zouden dan kwaliteitskosten zijn om een betonwand te realiseren. Ook moet er worden beseft dat binnen de normen en vuistregels er in bepaalde mate rekening wordt gehouden met het risico op falen. Deze vorm van faalkosten is doorgevoerd in normen en vuistregels. Een kraan kan bijvoorbeeld 6,8uur effectief draaien terwijl er 8 uur voor wordt uitbetaald. Die 1,2 uur die niet effectief zijn, zouden als faalkosten kunnen worden bemerkt. Door het hanteren van normen en vuistregels zitten deze vorm van faalkosten al versleuteld in de begroting. Hier komt bij; of een post als nazorg, die steeds vaker in een begroting wordt opgenomen, tot faalkosten moet worden bestempeld. Een post als nazorg vertegenwoordigt namelijk vaak herstelwerkzaamheden. Om uitspraken te doen over faalkosten en de hoogte ervan is het van belang dat er eenduidig tegen faalkosten wordt aangekeken. De bewustwording dat de discussie rondom “wat faalkosten zijn” moet worden gevoerd kan bijdragen aan een eenduidige kijk op wat faalkosten zijn. Tussennotitie 3.3 Falen op zich kan binnen de hele werkelijke kosten voorkomen. Zo kan een materiaalpost, toebehorend aan reduced costs, die niet is begroot als falen kunnen worden beschouwd. Dit zou hierop volgend faalkosten kunnen worden genoemd, terwijl deze groep faalkosten een andere lading heeft dan de groep faalkosten die onder de kwaliteitskosten vallen. Het aanwijzen of zaken faalkosten zijn, en dus ook tot de groep faalkosten behoren, is niet duidelijk. Dit omdat falen bij elke activiteit kan voorkomen en er maar één groep faalkosten is. Om hier duidelijkheid in te verkrijgen is het van belang een andere term voor de groep faalkosten, welke onderdeel is van de kwaliteitskosten, te hanteren. Verder liggen volgens Van Holten de oorzaken van faalkosten in de beginfasen van het bouwproces en manifesteren zich vooral in de uitvoeringsfase. Ook het te hanteren bouwproces schijnt hierbij invloed te hebben op de oorzaken en manifestatie van faalkosten. Of bepaalde zaken faalkosten zijn, kan wellicht worden bepaald door aan te geven of zaken bewust of onbewust zijn verlopen. Ook of zaken voorzien dan wel onvoorzien zijn lijkt een duidelijkere manier om faalkosten aan te wijzen. De manifestatie van faalkosten kan op verschillende manieren worden ervaren. Er zijn immers verschillende partijen met uiteenlopende belangen. Aan de hand van voorbeeld 2 in hoofdstuk 3.2.2 is duidelijk gemaakt dat faalkosten niet alleen hun betrekking hoeven te hebben op het bouwproject maar dat faalkosten zich ook op maatschappelijk niveau kunnen manifesteren. Het vaststellen en omschrijven van het kader waarbinnen de faalkosten inzichtelijk worden gemaakt is van groot belang om de faalkosten in het bedoelde perspectief neer te zetten.
  • 27. Pagina 26 3.4 Kwaliteitskosten-modellen In deze paragraaf zullen een aantal theorieën van enkele ‘goeroes’ uit de kwaliteitsleer worden behandeld. Zo zullen twee kwaliteitskosten-modellen, die van Juran en Schneiderman, passeren die op verschillende manieren het optimum van de kwaliteitskosten neerzetten en benaderen. Het verschil tussen de twee kwaliteitskosten- modellen komt aan de orde waarna de combinatie van de twee modellen wordt toegelicht. Tijdens de toelichting van de kwaliteitskosten-modellen zijn de faalkosten beschouwd als onderdeel van de kwaliteitskosten.29 3.4.1 Juran’s kwaliteitskosten-model In figuur 13 is de verbeelde theorie van Juran weergegeven. Juran veronderstelt dat 100% kwaliteit, economisch gezien niet verantwoord is. Perfecte kwaliteit brengt zeer hoge preventie- en beoordelingskosten met zich mee, waardoor het streven naar ‘nul fouten’ niet in het economisch belang van de onderneming is. Deze benadering wordt veelal in de westerse wereld gehanteerd. 0 100%kwaliteitsgraad %vandeomzet Preventie- en beoordelingskosten Faalkosten Totale kwaliteitskosten Figuur 13: Theorie Juran verbeeld. 30 De faalkosten zijn links in de figuur hoog waarbij de preventie- en beoordelingskosten minimaal zijn. Door de preventie- en beoordelingskosten op te voeren dalen de faalkosten naar nul, terwijl er wordt aangenomen dat daarvoor preventie- en beoordelingskosten 29 Zie hoofdstuk 3.3.1 waar de faalkosten als onderdeel van de kwaliteitskosten worden beschouwd. 30 (Schneiderman, A.M.(1986). Optimum Quality Costs and Zero Defects: Are They Contradictory Concepts? American Society for Quality Control)
  • 28. Pagina 27 gemaakt moeten worden die steeds sterker stijgen. Wanneer de preventie-, beoordelings- en faalkosten worden opgeteld, komt er voor de totale kwaliteitskosten een kromme te voorschijn met een minimum. Wanneer dit punt voorbij wordt gestreefd zijn de investeringen, in de vorm van preventie en beoordeling, hoger dan de potentiële faalkosten.31 3.4.2 Schneiderman’s kwaliteitskosten-model Een ander bekend kwaliteitskosten-model, dat van Schneiderman, geeft de benadering voor het streven naar nul fouten weer. Deze Japanse denkwijze, Kaizen, staat ook wel bekend als Zero Defects en is te linken aan het Lean-thinking van onder andere Toyota. Deze denkwijze veronderstelt dat door continue verbetering in kleine stappen, dit op economisch verantwoorde wijze zal resulteren in nul fouten. Zeker bij ver gemechaniseerde fabricage is deze manier om te streven naar extreem lage foutenniveaus bekend. De volgende figuur 14 verbeeldt dit verhaal. 0 100%kwaliteitsgraad %vandeomzet Preventie- en beoordelingskosten Faalkosten Totale kwaliteitskosten Figuur 14: Theorie Schneiderman verbeeld; Kaizen.32 In bovenstaande figuur 14 is te zien dat het optimum van de totale kwaliteitskosten bij een kwaliteitsniveau van 100% ligt. Dit in tegenstelling tot de theorie van Juran waar het optimum bij een kwaliteitsniveau kleiner dan 100% ligt. De som van de preventie-, beoordelings- en faalkosten laat hierbij een daling zien, tot het kwaliteitsniveau van 100% is bereikt. 31 (Van Holten, P.(2001). Verbetermogelijkheden voor een kwaliteitssysteem van een bouwbedrijf. Delft, Faculty of Civil Engineering and Geosciences) 32 (Schneiderman, A.M.(1986). Optimum Quality Costs and Zero Defects: Are They Contradictory Concepts? American Society for Quality Control)
  • 29. Pagina 28 3.4.3 Verschil tussen kwaliteitskosten-modellen Het verschil tussen de theorie van Juran en Schneiderman is hoofdzakelijk gelegen in het verloop van de preventie- en beoordelingskosten. Zo gaat Schneiderman ervan uit dat de preventiekosten wel zullen stijgen bij een verbetering van een reeds hoog kwaliteitsniveau, alleen wordt er verwacht dat deze veel minder snel toenemen. Bovendien gaat Schneiderman ervan uit, dat door toenemende kwaliteit, steeds minder controles in de vorm van beoordelingskosten noodzakelijk zijn. Naarmate de kwaliteit toeneemt, kunnen de beoordelingskosten dus afnemen. Een ander verschil is gelegen in de aanname van Juran, die in de figuur bij de faalkosten alleen herstel- en afvalkosten meeneemt, terwijl hij de marktimpact buiten beschouwing laat. Het model van Schneiderman heeft deze invloed van marktimpact wel ingepland.33 Verder zijn de kwaliteitskosten modellen die hiervoor zijn besproken onderhevig aan tijd, waarin innovatie kan plaatsvinden, en aan marktwerking. Zo kan marktwerking invloed uitoefenen op waar het optimum zich heen verplaatst.34 3.4.4 Combinatie kwaliteitskosten-modellen Met betrekking tot de kwaliteitszorg liggen de twee opvattingen, die van Juran en van Schneiderman, in feite in elkaars verlengde. Voor de westerse organisatie gaat in het beginsel Juran’s benadering op. Wil men echter na het bereikte optimum de kwaliteit nog verder opdrijven zal men genoodzaakt zijn een overstap te maken naar de Japanse denkwijze; zie figuur 15. Deze overstap houdt in dat er gebroken zal moeten worden met de traditionele westerse benadering van kwaliteitsverbetering en dat de strategische keuze gemaakt moet worden voor Total Quality Management. Voor het personeel houdt deze overstap in dat veel meer mensen betrokken dienen te worden bij de kwaliteitszorg, waardoor de verantwoordelijkheden aanzienlijk anders zullen komen te liggen. Daarbij moet de aandacht liggen bij het opleiden en het trainen van de medewerkers in probleemoplossende technieken en zullen zij de tijd en mogelijkheden ter beschikking gesteld moeten krijgen om deze technieken in de praktijk te brengen. Daarbij zal ook de stijl van leidinggeven sterk veranderen en de interne communicatie zal hierbij moeten verbeteren. Bij het doorvoeren van zulke ingrijpende organisatiewijzigingen moet er rekening gehouden worden met het feit dat dit veel geld en al snel enkele jaren in beslag kan nemen. 33 (Engels, M.G.C.(1995). Kosten van falen; een onderzoek naar interne faalkosten bij een uitvoerend bouwbedrijf. Delft, faculteit Civiele Techniek) 34 Zie bijlage 8; Tijd en marktwerking als invloedsfactoren op de kwaliteitsmodellen.
  • 30. Pagina 29 0 100%kwaliteitsgraad %vandeomzet Preventie- en beoordelingskosten Faalkosten Totale kwaliteitskosten Investeringinkwaliteitssysteem Figuur 15: Combinatie model van Juran en Schneiderman.35 In de eerste fase bevindt het bedrijf zich nog links van het, volgens de benadering van Juran, optimale punt. In deze situatie zijn de investeringen in kwaliteitszorg nog vrijwel altijd rendabel. De kwaliteitszorg is nu hoofdzakelijk gericht op efficiëntieverbetering en de procesbeheersing, waarbij de nadruk wordt gelegd op de ondernemingsplanning, plannings- en controle systematiek en op managementopleidingen. Indien nu het optimale punt (volgens Juran) benaderd wordt, komt het bedrijf in de tweede fase. Hierbij komt het bedrijf voor een dilemma te staan: zonder een ingrijpende structuurwijziging kunnen verdere kwaliteitsverbeteringen slechts bereikt worden door nog meer te investeren in preventies en controles, terwijl de marginale daling van de faalkosten deze investeringen niet meer zullen compenseren en daarmee een sterke stijging van de totale kwaliteitskosten zullen bewerkstelligen. Op dit punt aangekomen zal het bedrijf een duidelijke beslissing moeten nemen of het doorgaat met de verbetering van de kwaliteit, aangezien het, om economisch verantwoord te kunnen investeren in de kwaliteitszorg, de eerder genoemde organisatieomwentelingen zal moeten doorvoeren. Deze organisatieomwenteling is in figuur 15 als kosteninjectie aangeduid. Onder die kosteninjectie vallen dan bijvoorbeeld de opleidingskosten van alle medewerkers en het aanschaffen van nieuwe tools. Wanneer de nieuwe structuur volledig in de organisatie geïmplementeerd is, kan weer verder in preventie en controle geïnvesteerd worden. Bij deze theorie zullen de totale kwaliteitskosten (op termijn) verder afnemen. 35 (Engels, M.G.C.(1995). Kosten van falen; een onderzoek naar interne faalkosten bij een uitvoerend bouwbedrijf. Delft, faculteit Civiele Techniek)
  • 31. Pagina 30 De samenvoeging van de twee visies vertegenwoordigt andere manieren van werken. Zo verbeeld deze figuur het verloop van de kwaliteitskosten-lijn bij het implementeren van het Lean-bouwen of de aanschaf van, en het werken met, een BIM-tool36 . Zo kan er ook worden gesuggereerd dat het verloop van de kwaliteitskosten, zoals in figuur 15 is aangegeven, een innovatie verbeeld. Verder is het interessant dat de faalkosten niet naar nul gaan. 3.4.5 Verdiepingsslag op Juran’s kwaliteitskosten-model In deelparagraaf 3.4.1 wordt al aangegeven dat de verbeelde theorie van Juran de westerse benadering op kwaliteitskosten is. In deze paragraaf wordt dieper ingegaan op deze verbeelde theorie rondom kwaliteitskosten waarbinnen de faalkosten zijn toe te kennen. Naast dat de benadering van Juran in de bouw wordt aangehaald om faalkosten te verbeelden37 , is er een andere verklaring waarom er niet op het figuur van Schneiderman wordt ingegaan. Zo kan de bouw niet worden vergeleken met andere industrieën.38 Dit komt al voort uit de benaming van de bouw; “de bouwnijverheid”. Bouwnijverheid wil zeggen dat er veel partijen in actief zijn en ook veel partijen benodigd zijn om een gebouw te realiseren. De bouw is geen bouwindustrie, terwijl de term ‘Construction industrie’ echter wel wordt gehanteerd in het BIM Handbook39 . Het streven naar nul fouten, theorie Schneiderman, is bij de benadering voor nu niet reëel vanwege de arbeidsdeling tijdens een project binnen de bouwnijverheid. Plaats op de kwaliteitskosten-lijn Hieronder worden verschillende plaatsen op de totale kwaliteitskosten-lijn behandeld. Ter verduidelijking zijn deze punten grafisch weergegeven in figuur 16. 0 100%kwaliteitsgraad %vandeomzet Preventie- en beoordelingskosten Faalkosten Totale kwaliteitskosten 2 31 4 Figuur 16: Toelichting vier punten op de totale kwaliteitskosten-lijn. 36 BIM staat voor Building Information Model oftewel een Bouw Informatie Model 37 (Brokelman, L (2005). Faalkosten de (bouw)wereld uit! Delft, Van Marken Delft drukkers) 38 Zie bijlage 9; Gesprek Henk van Wageningen 39 (Eastman, C e.a. (2008). BIM Handbook Hoboken, New Jersey, John Wiley & Sons Inc.)
  • 32. Pagina 31 Het minimum in de kromme lijn, dat de totale kwaliteitskosten vertegenwoordigt, is bedrijfseconomisch het optimum (nummer 2) waar organisaties naartoe streven. Zolang de geplande preventie- en beoordelingskosten lager zijn dan de faalkosten is het rendabel en dus economisch gezien verantwoord om geld te investeren in preventie- en beoordelingskosten (nummer 1). Zodra de organisatie voorbij het minimum gaat, stijgen de preventie- en beoordelingskosten harder dan dat de faalkosten dalen waardoor de totale kwaliteitskosten fors toenemen (nummer 4). Volgens Juran is het bedrijfseconomisch niet rendabel om het optimum voorbij te streven omdat de kwaliteitskosten hierna fors toenemen. Het optimum lijkt hierbij onder invloed van marktwerking te staan.40 Echter rechts van het optimum opereren zou de voorspelbaarheid van de kosten vergroten omdat de preventie- en beoordelingskosten vooraf bekent zijn (nummer 3 en nummer 4). Een kwaliteitsgraad van 100% waarbij de faalkosten nul zijn, is volgens Juran niet economisch verantwoord. Dat de faalkosten tot nul kunnen worden gereduceerd lijkt dus niet interessant. Faalkosten in een project Veel bedrijven streven ernaar om voor de eigen bedrijfsvoering op het optimale punt te zitten waarbij de totale kwaliteitskosten het laagst zijn. Wanneer er een figuur wordt opgesteld voor een project waarin meerdere bedrijfsvoeringen worden verantwoord is het niet verrassend dat het optimum voor het project niet wordt behaald. De volgende figuur 17 verbeeldt dit door twee bedrijfsvoeringen, Partij A & Partij B, neer te zetten tegenover de zwarte lijn die totale kwaliteitskosten voor het project aangeeft. Doordat de blauwe- en oranje lijn een ander optimum hebben dan die van het project wordt het optimum, het groene punt, voor het project niet behaald. Het gele punt geeft aan wat er zal worden gerealiseerd binnen het project. 0 100%kwaliteitsgraad %vandeomzet Partij A Project Partij B Individuele optimale punt partij A Individuele optimale punt partij B Optimale punt project beoogd door opdrachtgever project Werkelijk gerealiseerde punt als som van de individuele na te streven punten Figuur 17: Verscheidene kwaliteitskosten-lijnen met een ander optimum. 40 Zie bijlage 8; Tijd en marktwerking als invloedsfactoren op de kwaliteitsmodellen.
  • 33. Pagina 32 De hier opvolgende figuur 18 geeft aan hoe de insteek zou moeten zijn om een project te realiseren waarbij het optimale punt voor de opdrachtgever, het groene punt, wordt nagestreefd. De klant / opdrachtgever mag zich in deze situatie met alle recht klant noemen omdat de partijen hier streven naar het optimale punt voor de opdrachtgever. Zo wordt er ook al jaren aangegeven dat er winst is te behalen wanneer dubbele agenda’s opzij worden geschoven, en de gezamenlijke belangen na te streven41 . Om het gezamenlijk punt na te streven wordt het Lean-bouwen als middel genoemd. Het niet nastreven van het eigen optimale punt maar het gemeenschappelijk streven naar de wens van de opdrachtgever zal er binnen de huidige bouwnijverheid volgens figuur 18 uitzien. De opdrachtgever hoeft in deze situatie niet te spreken van faalkosten terwijl de totale kwaliteitskosten zich voor partij A en B recht van het optimale punt bevinden. 0 100%kwaliteitsgraad %vandeomzet Partij A Project Partij B In acht te nemen punt partij A In acht te nemen punt partij B Optimale punt project beoogd door opdrachtgever project Werkelijk gerealiseerde punt als som van de individuele na te streven punten Figuur 18: Verscheidene kwaliteitskosten-lijnen naar gemeenschappelijk optimum. Tussennotitie 3.4 Faalkosten zoals deze tot nu toe zijn gepasseerd in de kwaliteitskosten modellen kunnen worden vervangen door de term vermijdbare kosten. Dit omdat er volgens de theorie een keuze kan worden gemaakt in de hoeveelheid preventie- en beoordelingskosten, die in het proces kunnen worden gestopt, om oneffenheden eruit te filteren. Dit maakt dat door preventie en beoordeling veel kosten te vermijden zijn. Dit wordt gesterkt doordat er een optimum wordt beschreven wat bedrijfseconomisch de beste keuze is. Echter zodra er zich nog faalkosten bevinden bij de ‘beste keuze’ is de noodzaak om reductiemaatregelen 41 (Boudewijn, E.C. e.a.(2008). Bouwen is teamwork! Praktijkgids voor succesvol samenwerken in de bouw. Gouda, PSI Bouw)
  • 34. Pagina 33 te treffen er niet. Door de faalkosten, zoals ze worden beschreven in de hiervoor gepasseerde theorie, te vervangen door vermijdbare kosten42 , behoudt het de lading van de eerder genoemde faalkosten. Op deze manier staat de onduidelijkheid dat er op een optimaal punt van de totale kwaliteitskosten zich nog faalkosten bevinden buiten spel. Bij het wijzigen van de term faalkosten in vermijdbare kosten moet er een nieuwe invulling aan faalkosten worden beschreven. 42 Zie bijlage 3; Publicaties. nummer 8
  • 35. Pagina 34 4 Resultaat theoretisch onderzoek: Uitgangspositie faalkosten Aard van faalkosten Omvang van faalkosten Uitgangspositie voor faalkosten opstellen Inhoudelijke oriëntatie Uitgangspositie voor faalkosten vaststellen In hoeverre brengt de methode de faalkosten binnen de projecten in beeld? Voldoet de opgestelde uitgangspositie rondom de aard van faalkosten? Onderzoeknaardeomvangvanfaalkosten Uitkomsten onderzoek beschouwen Toepassing onderzoeksmethode op twee gerealiseerde woningbouwprojecten methode om faalkosten te meten opstellen THEORETISCH NIVEAU PROJECT NIVEAU Hoofdstuk 4 4.1 Beschouwing gepasseerde onderwerpen inhoudelijke oriëntatie De term ‘falen’, die voor een groot gedeelte de lading in de term faalkosten bepaalt, veronderstelt dat iets niet is gegaan zoals was bedoeld. Echter de beschreven theorie uit de literatuur benadert de ‘faalkosten’ anders, waardoor de lading die de term ‘falen’ zou moeten uitdragen binnen deze benadering niet kan worden uitgedragen. Aan de hand van figuur 19 wordt hieronder het hekelpunt toegelicht. 0 100%kwaliteitsgraad %vandeomzet Preventie- en beoordelingskosten ? Totale kwaliteitskosten 2 31 Van faalkosten naar vermijdbare kosten Figuur 19: Geen sprake van faalkosten op het optimum
  • 36. Pagina 35 Een kwaliteitsgraad van 100% waarbij de faalkosten nul zijn, is volgens Juran niet economisch verantwoord. Dat de faalkosten tot nul kunnen worden gereduceerd lijkt dus niet interessant. Wanneer een bedrijf bijvoorbeeld, het binnen de theorie van Juran geschetste optimum (situatie 2) nastreeft en behaald dan kan er niet worden gesproken van falen. Toch ontstaat het optimum (situatie 2) wanneer de ‘faalkosten-lijn’ en de preventie- en beoordelingskosten-lijn 1:1 zijn.43 Dit wil zeggen dat wanneer het optimum wordt nagestreefd en bereikt, er volgens de literatuur wel ‘faalkosten’ zijn. Om nog iets explicieter te zijn; een bedrijf streeft het optimum (situatie 2) na. Echter zijn er meer dan nodig, preventie- en beoordelingskosten gemaakt waardoor het bedrijf zich rechts van het optimum (situatie 3) gaat bevinden. De volgens de literatuur geschetste ‘faalkosten’ vallen bij situatie 3 lager uit als bij situatie 2. Dit terwijl er, volgens de term ‘falen’, juist sprake is van falen, omdat situatie 3 wordt bereikt terwijl situatie 2 werd beoogd. Om te zorgen dat er niet over faalkosten wordt gesproken wanneer het bedrijfseconomische optimum wordt nagestreefd en bereikt, zal er een vervanging voor de term faalkosten gewenst zijn. Hierbij komt verder dat faalkosten suggereren dat er kosten ontstaan omdat iemand zijn of haar werk niet goed doet, terwijl de theorie erop is gericht om aan te geven dat bepaalde kosten kunnen worden vermeden. Dit heeft tot gevolg dat binnen de huidige theorie rondom ‘faalkosten’, die in de literatuur is beschreven, een andere term voor faalkosten is geformuleerd: “Vermijdbare kosten” De term vermijdbare kosten wordt vaker als vervanging voor faalkosten aangedragen44 Zowel in de bouw als in de zorg komt het regelmatig voor dat deze benaming voor faalkosten wordt gebruikt. De term faalkosten heeft een negatievere klank dan de term vermijdbare kosten. De vermijdbare en niet vermijdbare faalkosten zoals deze zijn beschreven in de SBR geven aan dat er een onderverdeling is te maken of faalkosten wel of niet kunnen worden aangepakt.45 Door aan te geven of de vermijdbare kosten rendabel zijn zou het ook op dit onderdeel kunnen worden geïmplementeerd. De volgende te ondernemen stappen om te komen een heldere uitgangspositie rondom faalkosten zijn als volgt: • Nieuwe definitie faalkosten opstellen. • Implementeren van de term ‘vermijdbare kosten’ in de huidige theorie. • Aanzet geven om faalkosten te verbeelden. 43 (Holten, P. van (2001). Verbetermogelijkheden voor een kwaliteitssysteem van een bouwbedrijf. Delft, Faculty of Civil Engineering and Geosciences) 44 Zie bijlage 3; Publicaties nummer 8 45 (Brokelman, L. (2005). Faalkosten de (bouw)wereld uit! Delft, Van Marken Delft drukkers)
  • 37. Pagina 36 4.2 Uitgangspositie faalkosten 4.2.1 Vaststellen werkdefinitie faalkosten Uit de inhoudelijke oriëntatie is gebleken dat faalkosten voortkomen uit een afwijking op de gestelde eis. Hierbij drukken faalkosten het economische effect van een afwijking uit. Er kunnen positieve- en negatieve afwijkingen voorkomen waarbij ook een positief- en negatief economisch effect voorkomen. In beginsel gaat het bij faalkosten er niet om of deze een positief- of negatief economisch effect hebben, maar dat er een afwijking is ten opzichte van hoe iets was beoogd. Verder zijn er binnen de bouwnijverheid tal van partijen, welke binnen een bouwproject, in andere fasen een bijdrage leveren aan het product. Door deze arbeidsdeling zijn er verschillende belangen waardoor partijen, binnen een bouwproject, niet per se hetzelfde hoeven te beogen. De werkdefinitie moet dus duidelijkheid geven betreffende het volgende: • Ten opzichte van wat de afwijking wordt bepaald. • Vanuit welke belanghebbende er naar de faalkosten wordt gekeken. De volgende werkdefinitie voor de term faalkosten is opgesteld: “Faalkosten zijn het economische effect van alle afwijkingen ten opzichte van het beoogde”46 De volgende termen, die binnen de definitie voorkomen, zijn als volgt gedefinieerd47 : • Afwijkingen: het niet voldoen aan de eis • Beoogde: eisen gesteld aan het project • Eis: behoefte of verwachting die kenbaar gemaakt, vanzelfsprekend of dwingend voorgeschreven is. De werkdefinitie zorgt ervoor dat, wanneer men de hoogte van faalkosten wil bepalen, het duidelijk is ten opzichte van wat de afwijking wordt bepaald en dat duidelijk is vanuit welke belanghebbende dit is gebeurd. Zo voorziet de werkdefinitie erin dat, wanneer deze wordt toegepast om inzicht te geven in faalkosten, de volgende vraag moet worden beantwoord: “Wat wordt er beoogd door wie?” De werkdefinitie richt zich op de drie parameters; budget, tijd en kwaliteit. De werkdefinitie is hierdoor geschikt om op projectniveau toe te passen. Echter wanneer er op bedrijfsniveau zou worden gekeken zouden ook de faalkosten vanuit deze definitie kunnen worden aangewezen. Dit maakt dat de werkdefinitie ruim te gebruiken is. 46 Opgesteld door Arnoud Hanenburg 47 Zie bijlage 7; volgens NEN-ISO 9000
  • 38. Pagina 37 4.2.2 Vermijdbare kosten In paragraaf 4.1 wordt aangegeven dat de term ‘vermijdbare kosten’ in de huidige theorie rondom de ‘oude faalkosten’48 , die in de literatuur is beschreven, moet worden ingepast. De term vermijdbare kosten heeft het voordeel dat het een omschrijving is van de ‘oude faalkosten’ waar onder andere kosten voor slopen, herstellen en her-inspectie onder vallen.49 Een ander voordeel is dat de negatieve lading van deze kosten is afgehaald; waarbij meer kans op stimulans is om de kosten die kunnen worden vermeden, zolang het bedrijfseconomisch is te verantwoorden, te vermijden. De vermijdbare kosten zijn de positieve benadering voor de ‘oude faalkosten’. Binnen de kwaliteitskosten zijn de ‘oude faalkosten’ vervangen door de groep vermijdbare kosten die de lading dekt van de voorheen benoemde groep faalkosten; zie figuur 20. Beoordelings- kosten (b) Kwaliteitskosten(Q) Vermijdbare kosten (v) Preventie kosten (p) Formule: Q = p + b + v Q = Kwaliteitskosten p = Preventiekosten b = Beoordelingskosten v = Vermijdbare kosten Figuur 20: Kwaliteitskosten onderverdeelt. (aangepast) De werkelijke kosten blijven zoals ze zijn. Echter kunnen faalkosten, volgens de werkdefinitie, binnen de gehele werkelijke kosten worden toegekend. Faalkosten beperken zich dus niet meer tot een groep binnen de kwaliteitskosten; zie figuur 21. Kwaliteitskosten (Q) Formule: Q = W-G Q = Kwaliteitskosten W = Werkelijke kosten G = Reduced costsReduced costs (G) Werkelijkekosten(W) Figuur 21: Werkelijke kosten onderverdeelt. 48 Dit geeft aan dat het gaat om de eerder geschetste kijk op faalkosten dus voordat voor faalkosten was opgesteld. 49 Zie hoofdstuk 3.3.1
  • 39. Pagina 38 Door de vervanging van de term voor de ‘oude faalkosten’ ontstaat de volgende omschrijving voor vermijdbare kosten: Vermijdbare kosten zijn de kosten resulterend vanuit producten of diensten die niet conform de behoefte van de klant/gebruiker is. Waarbij de vermijdbare kosten kunnen worden verdeeld in interne- en externe vermijdbare kosten • Interne vermijdbare kosten Deze kosten, die worden gemaakt doordat producten of diensten niet conform de behoefte van de klant/gebruiker is, zijn gemaakt vóór de levering van het product aan de afnemer. (zonder klantbesef). Enkele voorbeelden van deze kosten worden veroorzaakt door: slopen, herstellen en her-inspectie. • Externe vermijdbare kosten Deze kosten, die worden gemaakt doordat producten of diensten niet conform de behoefte van de klant/gebruiker is, zijn gemaakt ná de levering van het product aan de afnemer. (met klantbesef). Enkele voorbeelden die hieruit voort kunnen komen zijn: klachten vanuit de klant die extra kosten met zich meebrengen t.o.v. het probleem vooraf te hebben verholpen. Hierboven zijn de vermijdbare kosten beschreven waaruit blijkt dat er richting de klant/gebruiker wordt gekeken. Echter binnen het eigen proces van een bedrijf is er ook sprake van vermijdbare kosten die direct door het bedrijf worden ervaren. De onderstaande figuur 22 geeft de inpassing van de term ‘vermijdbare kosten’, in het kwaliteitskosten-model van Juran, weer. Hierbij is de ‘oude faalkosten-lijn’ vervangen door de vermijdbare kosten-lijn. 0 100%kwaliteitsgraad %vandeomzet Preventie- en beoordelingskosten Vermijdbare kosten Totale kwaliteitskosten Figuur 22: Aangepaste verbeelde theorie Juran.
  • 40. Pagina 39 4.2.3 Faalkosten binnen de kwaliteitskosten In deelparagraaf 4.2.2 is al aangegeven dat faalkosten, volgens de werkdefinitie, binnen de gehele werkelijke kosten kunnen worden toegekend. Ook binnen de kwaliteitskosten kunnen faalkosten worden toegewezen aan de groepen preventie-, beoordelings- en vermijdbare kosten. Hieronder zijn bij drie situaties de positieve en negatieve afwijkingen weergegeven. Hierbij gaat het er niet om waar men zich op de lijn bevindt maar wat de afwijking is ten opzichte van de positie die was beoogd. Zowel de positieve als negatieve resultaten tellen hierbij mee in de afwijkingen. Faalkosten worden vanaf hier beschouwd zoals deze in de werkdefinitie zijn gegeven. . 0 100%kwaliteitsgraad %vandeomzet Preventie- en beoordelingskosten Vermijdbare kosten Totale kwaliteitskosten 2 31 A C D B E Figuur 23: Positieve- en negatieve afwijkingen binnen het aangepaste model van Juran. Wanneer een bedrijf zich links van het optimum (situatie 1) bevindt zal het de preventie- en beoordelingskosten (B) opvoeren om de vermijdbare kosten (A) te verlagen. In de hierboven weergegeven figuur 23 is te zien dat het optimum (situatie 2) tot stand komt wanneer de preventie- en beoordelingskosten 1:1 zijn met de vermijdbare kosten (C). Wanneer er meer preventie- en beoordelingskosten (E) zijn dan vermijdbare kosten (D) bevindt een bedrijf zich rechts van het optimum (situatie 3). Bij situatie 3 kan er worden gesteld dat een bedrijf wanneer het zich daar bevindt rendementszekerder kan opereren. Echter wanneer er bij situatie 3 meer preventie- en beoordelingskosten moeten worden toegepast dan was beoogd dan stijgen de totale kwaliteitskosten drastisch. Bij situatie 1 is er minder impact wanneer er wordt afgeweken ten opzichte van het beoogde. Situatie 2 is het optimum waarbij elke afwijking als negatieve afwijking zal voorkomen. Echter is er een bepaalde range waarbij de afwijkingen geen drastische maten aannemen. Let wel de afwijkingen, binnen de figuur, zijn faalkosten binnen de kwaliteitskosten. Faalkosten binnen de werkelijke kosten zijn niet te bespreken aan de hand van deze figuur.
  • 41. Pagina 40 4.2.4 Weergave van faalkosten in een 3D-model In paragraaf 3.1 is te lezen dat positieve en negatieve afwijkingen kunnen voorkomen in de vorm van: • Budget • Tijd • Kwaliteit. De faalkosten worden bepaald aan de hand van deze drie parameters. Het uitgangspunt is hierbij dat een afwijking op één van de parameters, effect heeft op een andere parameter. Een project zou kunnen worden verbeeld in een 3D-model. Door binnen een model het beoogde voor de drie parameters aan te geven kunnen ten opzichte van het beoogde de afwijkingen worden bepaald. Wanneer voor elke parameter de afwijking kan worden weergegeven is het mogelijk om afwijkingen met elkaar in verband te brengen. Op deze manier zouden afwijkingen en effecten kunnen worden benoemd. Hieronder is in figuur 24 het opgestelde 3D model te aanschouwen waarin de drie ingevulde eisen van de parameters het beoogde vormen. kwaliteit Tijd Budget eisen / beoogde afwijking budget afwijking kwaliteit afwijking tijd Figuur 24: Weergave van het 3D-model Faalkosten kunnen in het 3D-model worden verbeeld. Wanneer een lijn van het budget, de tijd of kwaliteit buiten het beoogde valt is er een afwijking geconstateerd. Er is een volledige totstandkoming met de gedachtegangen over het 3D-model als zijnde bijlage toegevoegd.50 Hierbij doet de beschreven bijlage51 suggereren dat de afwijkingen van de drie facetten zich tot elkaar verhouden. Ter verduidelijking wordt er een voorbeeld behandeld waarmee aannemelijk wordt gemaakt dat de drie parameters zich tot elkaar verhouden. 50 Zie bijlage 10; Toelichting 3D-model 51 Zie bijlage 10; Toelichting 3D-model
  • 42. Pagina 41 Voorbeeld: Binnen een project is een post voor tegelwerk begroot. Om de tegels aan te schaffen is het begrootte budget de eis. Verder hebben de beoogde tegels bepaalde specificaties waarmee de kwaliteitseis is bepaald. De tijdseis bestaat bij deze handeling uit de beoogde tijd om de tegels te verwerken. Alle eisen van de behandelde parameters vormen tezamen het beoogde. kwaliteit Tijd Budget Positieve afwijking budget Positieve afwijking tijd Negatieve afwijking kwalitiet Figuur 25: Weergave afwijkingen op de drie parameters Terwijl het project vordert worden echter goedkopere tegels ingekocht. Dit zorgt ervoor dat er een positieve afwijking op het budget ontstaat. De ingekochte tegels komen optisch overeen met de beoogde tegels. Echter de kwaliteitsspecificaties zijn anders; de tegels hebben namelijk een lagere productkwaliteit dan de beoogde tegels. Hierdoor ontstaat er een negatieve kwaliteitsafwijking. Doordat deze tegels lichter zijn en minder volume hebben wordt de tijd om de tegels te verwerken verkort. Door de opgetreden tijdwinst is er hier sprake van een positieve afwijking op de tijd. In bovenstaande figuur 25 is het eerder vermelde verbeeld. Door de afwijkingen die er in het voorbeeld zijn ontstaan ten opzichte van het beoogde is in het model aan te geven wat er is gerealiseerd. Op de volgende pagina is in figuur 26 te zien dat de bij het voorbeeld genoemde afwijkingen zorgen voor een gerealiseerd punt waarbij: • een negatieve afwijking op de kwaliteit is. • positieve afwijkingen op het budget en op de tijd zijn.
  • 43. Pagina 42 kwaliteit Tijd Budget eisen / beoogde gerealiseerd negatieve afwijkingen positieve afwijkingen Figuur 26: Weergave van het gerealiseerde punt ten opzichte van het beoogde In figuur 26 is een handeling verbeeld waaraan 3 facetten zijn verbonden. Vanuit de werkdefinitie is inzichtelijk gemaakt hoe de afwijkingen binnen het 3D-model zijn weer te geven. In de werkdefinitie staat dat het gaat om ‘alle afwijkingen’. Dit wil zeggen dat er naast het inzicht in de negatieve afwijkingen, er ook inzicht in positieve afwijkingen moet worden gemaakt. In het voorbeeld is het dan ook voorgevallen dat zowel een negatieve als positieve afwijking is geconstateerd. Het aanpakken van de negatieve afwijking heeft op korte termijn de meeste impact. Zo drukken de negatieve afwijkingen, wanneer het om geld gaat, het resultaat. Het inzichtelijk hebben van de positieve afwijkingen kan vooral op langere termijn impact geven. Wanneer er bewustzijn is van de positieve afwijkingen kan budget gezien nauwkeuriger worden begroot waardoor de kans om in de toekomst te duur te zijn bij een aanbesteding, wordt verkleind. Op langere termijn kunnen de positieve afwijkingen er dus voor zorgen dat je je negatief onderscheidt t.o.v. andere partijen. Uiteraard zullen er wel maatregelen moeten worden genomen om afwijkingen met negatieve effecten in de toekomst te vermijden.
  • 44. Pagina 43 5 Onderzoek naar de omvang van faalkosten (projectniveau) Aard van faalkosten Omvang van faalkosten Uitgangspositie voor faalkosten opstellen Inhoudelijke oriëntatie Uitgangspositie voor faalkosten vaststellen In hoeverre brengt de methode de faalkosten binnen de projecten in beeld? Voldoet de opgestelde uitgangspositie rondom de aard van faalkosten? Onderzoeknaardeomvangvanfaalkosten Uitkomsten onderzoek beschouwen Toepassing onderzoeksmethode op twee gerealiseerde woningbouwprojecten methode om faalkosten te meten opstellen THEORETISCH NIVEAU PROJECT NIVEAU Hoofdstuk 5 Nu de inhoudelijke oriëntatie heeft plaatsgevonden, waarin de verder te hanteren werkdefinitie voor faalkosten is toegelicht kan het onderzoek op projectniveau starten. Om het onderzoek verder te kunnen verrichten is een belangrijk accent in dit verslag de verdieping die in hoofdstuk 3 heeft plaatsgevonden op het onderwerp faalkosten. Zo heeft er een literatuurstudie plaatsgevonden waardoor er in hoofdstuk 4 een uitgangspositie rondom faalkosten kon worden gevormd. Tijdens het projectonderzoek zal de in hoofdstuk 4 gevormde uitgangspositie rondom faalkosten worden ingenomen. 5.1 Tot stand koming onderzoek De eerder aangehaalde figuur van Van Holten suggereert en verbeeldt dat, door het bouwproces anders in te delen faalkosten kunnen worden gereduceerd.52 In eerste instantie was het uitgangspunt voor dit onderzoek om op projectniveau te onderzoeken of, en in welke mate het bouwproces invloed heeft op de faalkosten binnen een woningbouwproject.53 Om de faalkosten bij een project te kunnen bepalen zouden de begroting en nacalculatie worden vergeleken. De afwijkingen die uit dit vergelijk optreden, positief dan wel negatief, zouden hierna als faalkosten kunnen worden aangeduid. Door dit bij vergelijkbare bouwprojecten, die verschillen van bouwproces, te doen zou het inzicht komen in de faalkosten per project en daarbij per bouwproces. Met vergelijkbare 52 Zie hoofdstuk 3.2.2 waar figuur 6 van Van Holten is toegelicht. 53 Zie bijlage 11; Brief richting aannemers
  • 45. Pagina 44 bouwprojecten wordt hier bedoeld dat behalve het bouwproces de projecten overeenkomsten hebben op; uitvoeringsmethoden, aantal m2, investeringskosten tot en met eenzelfde uitvoeringsteam. Om het onderzoek, zoals boven beschreven, uit te kunnen voeren is in het beginstadium van dit onderzoek een brief opgesteld waarin dit eerst gestelde onderzoek staat beschreven.54 Via verschillende kanalen55 is deze brief bij zeker zeventien middelgrote- en grote aannemers in Nederland terecht gekomen. Echter geen enkel van de respondenten heeft kunnen voldoen aan het benodigde om het onderzoek op de wijze, zoals gesteld in de brief, uit te kunnen voeren. Zo waren er weinig aannemers die naast traditioneel en met bouwteam uitgevoerde projecten, ook een vergelijkbaar project met BIM56 hadden gerealiseerd. Daarnaast was ook vaak de te investeren tijd een hekelpunt. Zo zou het te veel kostbare tijd in beslag nemen om de juiste documenten boven tafel te krijgen. Contactgegevens Linked in TNO Bouwend Nederland Telefonische introductie van het onderzoek Niet geïnteresseerd Wel geïnteresseerd Brief met onderzoeksomschrijving richting aannemers versturen Kan niet aan worden voldaan Kan aan worden voldaan Resultaat 0 Resultaat 17 Onderzoek bijstellen in samenwerking met een geïnteresseerde aannemer Aangepast onderzoek dat bij de geïnteresseerde aannemer uitgevoerd kan worden Figuur 27: Ondernomen stappen richting aangepaste opdracht Vanwege het tijdsbestek is het besluit genomen om het onderzoek bij te stellen. Om tot een aangepast onderzoek te komen heeft er, twee maanden na het versturen van de brief, een gesprek plaatsgevonden bij een aannemer. Ten tijde van dit gesprek was de inhoudelijke oriëntatie ver gevorderd, waarbij de uitgangspositie rondom faalkosten al 54 Zie bijlage 11; Brief richting aannemers 55 Onder andere via contacten van TNO, oproep via Bouwend Nederland en een oproep via Linked-in. 56 BIM staat voor Bouw Informatie Model