SlideShare a Scribd company logo
1 of 41
Tom Mortier
11
Moleculaire Architectuur 2 Chemie
Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak
Deze uitwerking is gebaseerd op:
Arnout Jozef Ceulemans. Group Theory Applied to Chemistry. Springer 2013.
(http://www.springer.com/us/book/9789400768628)
Bron - http://www.huntresearchgroup.org.uk/teaching/year2_spectroscopy.html
Puntgroep C3v
Tom Mortier
22
Moleculaire Architectuur 2 Chemie
De Dirac notatie
Opmerking!
We gebruiken de Dirac notatie in deze uitwerking zoals weergegeven in Group Theory Applied to Chemistry,
Springer 2013 door Arnout Jozef Ceulemans
Een n-dimensionale lineaire vectorruimte bestaat uit een reeks van n vectoren die lineair onafhankelijk zijn.
De componenten van de basisvectoren kunnen genoteerd worden als fl met l = 1, … n.
bra-ket
Dergelijke functies kunnen worden geschreven als ket-functies
Als we over een dergelijke reeks vectoren beschikken, kunnen we een complementaire reeks van bra-functies
opstellen genoteerd als bra-functies
Het scalair product van een bra en een ket levert een getal op en wordt genoteerd als de bra-ket.
Voor lineair onafhankelijke functies geldt
De basis is orthonormaal als alle vectoren bovendien genormaliseerd zijn tot +1.
Dit kan worden samengevat door gebruik te maken van de Kronecker delta (δij)
Tom Mortier
33
Moleculaire Architectuur 2 Chemie
Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak
𝑠A𝑠B
𝑠C
𝐶3
We beschouwen de s-orbitalen als wiskundige functies en schrijven dit met de ket-notatie.
Wanneer we het |1𝑠A orbitaal 120° tegenwijzerzin roteren bekomen we het |1𝑠B -orbitaal.
De drie componenten van de functieruimte kunnen worden geschreven in
een rijvector
De operator ( 𝐶3) kan dan worden gelezen als
Belangrijk om hier goed de notatie te begrijpen!
Tom Mortier
44
Moleculaire Architectuur 2 Chemie
Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak
We gaan eerst een eigenwaarde probleem puur algebraïsch oplossen. Stel dat | 𝜓 𝑚 een SALC is.
We zullen deze vergelijking schrijven als het product van een rijvector met een kolomvector.
We beschouwen nu de transformatie van deze functie als
Tom Mortier
55
Moleculaire Architectuur 2 Chemie
Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak
We stellen nu voor deze functie de eigenwaardevergelijking op voor de drievoudige rotatie-operator.
of
Tom Mortier
66
Moleculaire Architectuur 2 Chemie
Intermezzo – Complexe getallen
Argand diagram
Tom Mortier
77
Moleculaire Architectuur 2 Chemie
Intermezzo – De formule van Euler
Argand diagram
Tom Mortier
88
Moleculaire Architectuur 2 Chemie
Zie https://www.khanacademy.org/math/precalculus/imaginary-and-complex-numbers/multiplying-and-dividing-complex-
numbers-in-polar-form/v/exponential-form-to-find-complex-roots
Intermezzo – Hoe lossen we nu –λ3 + 1 = 0 op?
1
1
–1
–1
Drie wortels!
120° = 2π/3
–120° = –2π/3
Samenvatting
Tom Mortier
99
Moleculaire Architectuur 2 Chemie
Intermezzo – Hoe lossen we nu –λ3 + 1 = 0 op?
Zie https://www.khanacademy.org/math/precalculus/imaginary-and-complex-numbers/multiplying-and-dividing-complex-
numbers-in-polar-form/v/exponential-form-to-find-complex-roots
1
1
–1
–1
120° = 2π/3
–120° = –2π/3
Tom Mortier
1010
Moleculaire Architectuur 2 Chemie
Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak
Om de eigenwaarden te vinden dienen we de volgende seculiere determinant op te lossen.
We bekomen bijgevolg
Na ontbinden van deze determinant bekomen we
Deze vergelijking is de Euler vergelijking. De oplossing van deze vergelijking heeft drie wortels (zie
intermezzo!).
Samenvattend met m = –1, 0, +1
Wiskundig gezien hebben we nu een matrixdiagonalisatie uitgevoerd van de representerende matrix. We
bekomen drie eigenwaarden. De eigenfuncties die corresponderen met een gegeven wortel kunnen nu worden
gevonden door de waarde van λ in het systeem van de vergelijkingen in te vullen.
Tom Mortier
1111
Moleculaire Architectuur 2 Chemie
Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak
We lossen dit nu op in termen van cA (willekeurig gekozen)
De eigenvector is dan of eenvoudig
m = 0
We zoeken eerst de eigenvectoren behorende bij de eigenwaarden.
Tom Mortier
1212
Moleculaire Architectuur 2 Chemie
Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak
We lossen dit nu op in termen van cA (willekeurig gekozen)
Stel
De eigenvector is dan of eenvoudig
m = +1
We zoeken eerst de eigenvectoren behorende bij de eigenwaarden.
Tom Mortier
1313
Moleculaire Architectuur 2 Chemie
Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak
We lossen dit nu op in termen van cA (willekeurig gekozen)
Stel
De eigenvector is dan of eenvoudig
m = –1
We zoeken eerst de eigenvectoren behorende bij de eigenwaarden.
Tom Mortier
1414
Moleculaire Architectuur 2 Chemie
Merk op!
Murray R. Spiegel. Schaum's Outline of Advanced Mathematics for Engineers and Scientists. 1971. Pagina
364.
Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak
De eenheidsvectoren hebben de eigenschap dat ze de lengte 1 bezitten. Dit betekent dat de
som van de kwadraten van hun componenten gelijk moet zijn aan 1. Om dergelijke
eenheidsvectoren te bekomen, moeten we elke vector delen door de vierkantswortel van de
som van de kwadraten van de componenten.
wordt
wordt
wordt
Tom Mortier
1515
Moleculaire Architectuur 2 Chemie
De eigenfuncties | 𝜓 𝑚 kunnen dus analoog worden gevonden door de waarde van λ in te vullen in het
systeem van de vergelijkingen. Daar het systeem ‘homogeen’ is, kunnen de drie onbekende coëfficiënten
enkel worden bepaald tot aan een constante factor. De absolute waarden van deze vectorcoëfficiënten kunnen
worden gevonden door een normalisatievoorwaarde die verwacht dat de vectoren de eenheidslengte bezitten.
De vereenvoudigde normalisatievoorwaarde die de overlappingsintegralen verwaarloost, kan worden
geschreven als
Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak
De vereenvoudigde normalisatieconstante wordt vervolgens
Nu kunnen we de drie SALC’s verkrijgen die elk worden gekarakteriseerd door een eigenwaarde voor de
symmetrie operator.
We starten telkens van
Tom Mortier
1616
Moleculaire Architectuur 2 Chemie
m = 0
Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak
Genormaliseerd!
Belangrijk om hier goed de normalisatie te begrijpen! Het systeem is ‘homogeen’en de drie onbekende
coëfficiënten kunnen enkel worden bepaald tot aan een constante factor.
Tom Mortier
1717
Moleculaire Architectuur 2 Chemie
Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak
Belangrijk om hier goed de normalisatie te begrijpen! Het systeem is ‘homogeen’en de drie onbekende
coëfficiënten kunnen enkel worden bepaald tot aan een constante factor.
Genormaliseerd!
m = +1
Tom Mortier
1818
Moleculaire Architectuur 2 Chemie
Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak
Belangrijk om hier goed de normalisatie te begrijpen! Het systeem is ‘homogeen’en de drie onbekende
coëfficiënten kunnen enkel worden bepaald tot aan een constante factor.
Genormaliseerd!
m = –1
Tom Mortier
1919
Moleculaire Architectuur 2 Chemie
Door het eigenwaardeprobleem te hebben opgelost, hebben we drie SALC’s verkregen die elke worden
gekarakteriseerd met een verschillende eigenwaarde voor de symmetrie-operator.
Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak
De reeks van de overeenkomstige eigenwaarden wordt het spectrum van de operator genoemd. Dit spectrum
bestaat uit de derdemachtswortels van 1 omdat driemaal de operator 𝐶3uitvoeren na elkaar is equivalent met
het toepassen van de identiteitsoperator 𝐸.
Voor eender welke operator kan men op deze manier de eigenfuncties vinden door het diagonaliseren van de
corresponderende representatiematrix.
Het objectief is echter meer ambitieus omdat we functies willen verkrijgen die niet enkel aangepast zijn aan
een enkel symmetrie element, maar aan de groep als een geheel. Dit betekent dat we SALC’s moeten vinden
voor een reeks van groepsgeneratoren omdat de aanpassing aan de generatoren impliceert dat de functie is
aangepast aan elke combinatie van de generatoren en bijgevolg aan de totale groep. In het geval van de
Puntgroep C3v dienen we dan ook het gedrag van de | 𝜓 𝑚 functies onder een verticaal symmetrievlak te
onderzoeken. We nemen bijvoorbeeld 𝜎1.
Tom Mortier
2020
Moleculaire Architectuur 2 Chemie
𝑠A𝑠B
𝑠C
Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak
𝜎𝑣
De operator 𝜎1 behorende bij het spiegelvlak 𝜎𝑣 kan dan worden gelezen als
We beschouwen de operator 𝜎1 behorende bij het spiegelvlak 𝜎𝑣 op het |1𝑠A -orbitaal |1𝑠B -orbitaal en
het |1𝑠C -orbitaal.
De drie componenten van de functieruimte kunnen worden geschreven in
een rijvector
Belangrijk om hier goed de notatie te begrijpen!
Tom Mortier
2121
Moleculaire Architectuur 2 Chemie
In tegenstelling tot Arnout Ceulemans in Group Theory Applied to Chemistry op pagina 55 gaan we eerst
opnieuw het eigenwaarde probleem puur algebraïsch oplossen. Stel dus opnieuw dat | 𝜓 𝑚 een SALC is.
We zullen deze vergelijking opnieuw schrijven als het product van een rijvector met een kolomvector.
We beschouwen nu de transformatie van deze functie als
Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak
Tom Mortier
2222
Moleculaire Architectuur 2 Chemie
Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak
We stellen nu voor deze functie de eigenwaardevergelijking op voor de operator 𝜎1.
of
Tom Mortier
2323
Moleculaire Architectuur 2 Chemie
Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak
Om de eigenwaarden te vinden dienen we de volgende seculiere determinant op te lossen.
We bekomen bijgevolg
Deze determinant kan worden ontbonden.
We vinden opnieuw drie eigenwaarden!
Tom Mortier
2424
Moleculaire Architectuur 2 Chemie
Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak
We zoeken eerst de eigenvector voor λ1 = +1
De eigenvector is dan
We zoeken vervolgens de eigenvector voor λ2 = +1
Daar cA in principe elke waarde kan aannemen, stellen we cA nu gelijk aan 0.
De eigenvector wordt dan
We zoeken tenslotte de eigenvector voor λ3 = –1
De derde eigenvector is tenslotte
Tom Mortier
2525
Moleculaire Architectuur 2 Chemie
Intermezzo – Eigenwaarden en eigenvectoren
Voor dit intermezzo werd een oude cursustekst van Leopold Verstraelen Deel 2 - “Lineaire Algebra” & “Analytische
Meetkunde”, Uitgeverij L. Wouters, gebruikt die werd gedoceerd aan de eerste kandidatuur scheikunde van de faculteit
wetenschappen aan de KU Leuven in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw. We gebruiken de methodiek uit deze
cursus en passen deze toe op de matrixrepresentatie behorende bij de operator 𝜎1. We verlaten echter even het gebruik van de
s-orbitalen als wiskundige functies.
Stelling 1.
Als A en B twee n×n matrices zijn, dan is B gelijksoortig met A indien er een inverteerbare (n×n) matrix bestaat zodanig dat
B = P– 1AP
Stelling 2.
Een n×n matrix A heeft n lineair onafhankelijke eigenvectoren dan en slechts dan als A gelijksoortig is met een
diagonaalmatrix.
Deze stellingen zullen we nu toepassen op de matrixrepresentatie behorende bij de operator 𝜎1 voor de puntgroep C3v .
We hebben reeds het eigenwaardenprobleem opgelost, maar we herhalen dit eens zuiver wiskundig.
We vinden dus drie eigenwaarden.
of
Tom Mortier
2626
Moleculaire Architectuur 2 Chemie
Intermezzo – Eigenwaarden en eigenvectoren
De eigenvector V1 behorende bij de eigenwaarde λ1 = +1
We bekomen dus x kan dus eender welke waarde aannemen!
Wanneer we stellen dat x = r , dan is y = z =0
De eigenvector V1 behorende bij de eigenwaarde λ1 = +1 wordt dan
of
De eigenvector V2 behorende bij de eigenwaarde λ2 = +1 heeft dezelfde uitwerking, maar we eisen dat de
vectoren lineair onafhankelijk moeten zijn (zie stelling 2!).
Dit kunnen we enkel bereiken als we stellen dat x = 0 , dan is y = z = r .
De eigenvector V2 behorende bij de eigenwaarde λ2 = +1 wordt dan
of
De eigenvectoren V1 en V2 zijn duidelijk lineair onafhankelijk.
We zullen dit ook nog expliciet bewijzen door stelling 1 en stelling
2 uit te werken.
Tom Mortier
2727
Moleculaire Architectuur 2 Chemie
Intermezzo – Eigenwaarden en eigenvectoren
De eigenvector V3 behorende bij de eigenwaarde λ3 = –1
We bekomen dus
Daar x expliciet gelijk is aan 0, stellen we y = r en wordt z = –r
De eigenvector V3 behorende bij de eigenwaarde λ3 = –1 wordt dan
of
We hebben drie lineair onafhankelijke eigenvectoren V1 , V2 en V3 gevonden behorende bij de respectievelijke
eigenwaarden λ1 = +1, λ2 = +1 en λ3 = –1.
Volgens stelling 2 heeft een 3×3 matrix A 3 lineair onafhankelijke eigenvectoren dan en slechts dan als A
gelijksoortig is met een diagonaalmatrix. We zullen dus stelling 1 uitwerken waarvoor geldt dat als A en B
twee 3×3 matrices zijn, dan is B gelijksoortig met A indien er een inverteerbare (3×3) matrix bestaat zodanig
dat B = P– 1AP.
Tom Mortier
2828
Moleculaire Architectuur 2 Chemie
Intermezzo – Eigenwaarden en eigenvectoren
We zoeken nu eerst de inverse matrix van P
Voor elke vierkante matrix A geldt
Het element in de ide rij en de jde kolom van de inverse matrix
De cofactor voor Aij. Dit is gelijk aan (–1)i+j vermenigvuldigd met de lagere orde matrix die kan worden
bekomen uit A door de jde rij en de ide kolom te schrappen.
Hoe zoeken we de inverse matrix?
Tom Mortier
2929
Moleculaire Architectuur 2 Chemie
Intermezzo – Eigenwaarden en eigenvectoren
Hoe zoeken we de inverse matrix 𝑷−𝟏 voor de matrix 𝑷?
Eerste methode
Berekening van de cofactoren of de minoren
Tom Mortier
3030
Moleculaire Architectuur 2 Chemie
Intermezzo – Eigenwaarden en eigenvectoren
Hoe zoeken we de inverse matrix 𝑷−𝟏 voor de matrix 𝑷?
Tweede methode door gebruik te maken van het matrixinversiealgoritme
elementaire rijbewerkingen uitvoeren
R2/ R2 + R3 R3/ R3 – ½×R2
R2/ ½×R2 R3/ –1×R3
Tom Mortier
3131
Moleculaire Architectuur 2 Chemie
Intermezzo – Eigenwaarden en eigenvectoren
Volgens stelling 2 heeft een 3×3 matrix A 3 lineair onafhankelijke eigenvectoren dan en slechts dan als A
gelijksoortig is met een diagonaalmatrix. We zullen dus stelling 1 uitwerken waarvoor geldt dat als A en B
twee 3×3 matrices zijn, dan is B gelijksoortig met A indien er een inverteerbare (3×3) matrix bestaat zodanig
dat B = P– 1AP.
We hebben bewezen dat de matrix A drie lineair onafhankelijke eigenvectoren heeft omdat A gelijksoortig is
met een diagonaalmatrix waarbij we de eigenwaarden (λ1 = +1, λ2 = +1 en λ3 = –1) terugvinden op de
diagonaal van de matrix B die gelijksoortig is met A (of beter ‘geconjugeerd’)! Zoals Arnout Ceulemans
schrijft op pagina 54 in “Group Theory Appliled to Chemistry” hebben we nu een matrixdiagonalisatie
uitgevoerd van de representatiematrix voor de operator 𝜎1.
Tom Mortier
3232
Moleculaire Architectuur 2 Chemie
Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak
Het effect van de operator 𝜎1 op de trigonale eigenfuncties wordt gegeven door
We hebben effectief bewezen dat we voor eender welke operator de eigenfuncties kunnen vinden door het
diagonaliseren van de corresponderende representatiematrix.
Desalniettemin blijft het objectief dat we functies willen verkrijgen die niet enkel aangepast zijn aan een
enkel symmetrie element, maar aan de groep als een geheel.
We moeten dus nog steeds de SALC’s vinden voor een reeks van groepsgeneratoren omdat de aanpassing aan
de generatoren impliceert dat de functie is aangepast aan elke combinatie van de generatoren en bijgevolg
aan de totale groep. In het geval van de Puntgroep C3v dienen we dan ook het gedrag van de | 𝜓 𝑚 functies
onder een verticaal symmetrievlak te onderzoeken.
De SALC | 𝜓0 is tegelijkertijd een eigenfunctie van de operator 𝐶3 en van de operator 𝜎1. Het vormt
bijgevolg een één-dimensionale functieruimte dat helemaal is aangepast aan de volledige groep. Deze
symmetrie-eigenschap zal worden genoteerd met de volledig symmetrische representatie A1.
De andere twee SALC’s worden getransformeerd in elkaar. We kunnen ze omvormen tot eigenfuncties
behorende bij de operator 𝜎1 om op deze manier alternatieve eigenfuncties te bekomen.
Tom Mortier
3333
Moleculaire Architectuur 2 Chemie
We definiëren de functieruimte.
De operator ( 𝜎1) kan nu worden gelezen als
Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak
We vormen | 𝜓±1 om tot eigenfuncties behorende bij de operator 𝜎1 om op deze manier alternatieve
eigenfuncties te bekomen.
We gaan het eigenwaarde probleem puur algebraïsch oplossen. Stel dat | 𝜓±1 een SALC is.
Deze vergelijking kan geschreven worden als het product van een rijvector met een kolomvector.
We beschouwen de transformatie van deze functie.
Tom Mortier
3434
Moleculaire Architectuur 2 Chemie
We stellen voor deze functie de eigenwaardevergelijking op voor de operator 𝜎1.
Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak
of
Tom Mortier
3535
Moleculaire Architectuur 2 Chemie
Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak
Om de eigenwaarden te vinden dienen we de volgende seculiere determinant op te lossen.
We bekomen bijgevolg
Deze determinant kan eenvoudig worden ontbonden.
We vinden twee eigenwaarden, namelijk λ1 = +1 en λ2= –1 .
Het systeem is ‘homogeen’. De twee onbekende coëfficiënten kunnen enkel worden bepaald tot aan een constante factor.
genormaliseerd
Stel x = i (zie verder!)
genormaliseerd
Tom Mortier
3636
Moleculaire Architectuur 2 Chemie
We hebben de functieruimte | 𝜓±1 gedefinieerd en het eigenwaardeprobleem opgelost. Door dit te doen,
bekwamen we alternatieve eigenfuncties voor de operator 𝜎1 waarbij er één alternatieve eigenfunctie bestaat
die symmetrisch is na uitvoering van de spiegeling en er één alternatieve eigenfunctie bestaat die
antisymmetrisch is. Deze twee alternatieve eigenfuncties worden gelabeld met respectievelijk een x en een y
omdat hun symmetrie na het uitvoeren van de spiegeling de symmetrie nabootst van respectievelijk px en py.
Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak
Zie intermezzo Zie intermezzo
Tom Mortier
3737
Moleculaire Architectuur 2 Chemie
Intermezzo
?
Hulpmiddelen
bijgevolg
?
Tom Mortier
3838
Moleculaire Architectuur 2 Chemie
Intermezzo
?
Tom Mortier
3939
Moleculaire Architectuur 2 Chemie
Intermezzo
?
Tom Mortier
4040
Moleculaire Architectuur 2 Chemie
Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak
Schematische weergave van de eigenfuncties die de SALC’s representeren voor de H 1s-orbitalen in NH3!
𝑠A𝑠B
𝑠C
Tom Mortier
4141
Moleculaire Architectuur 2 Chemie
Heb je opmerkingen of heb je foutjes gezien?
Graag een mailtje naar tom.mortier@ucll.be.

More Related Content

Viewers also liked

De oplosbaarheid van calciumfluoride en calciumoxalaat in functie van de pH
De oplosbaarheid van calciumfluoride en calciumoxalaat in functie van de pHDe oplosbaarheid van calciumfluoride en calciumoxalaat in functie van de pH
De oplosbaarheid van calciumfluoride en calciumoxalaat in functie van de pHTom Mortier
 
Hoofdstuk1 - Nomenclatuur - 1 BLT
Hoofdstuk1 - Nomenclatuur - 1 BLTHoofdstuk1 - Nomenclatuur - 1 BLT
Hoofdstuk1 - Nomenclatuur - 1 BLTTom Mortier
 
Hoofdstuk 3. Stoichiometrie - chemie
Hoofdstuk 3. Stoichiometrie - chemieHoofdstuk 3. Stoichiometrie - chemie
Hoofdstuk 3. Stoichiometrie - chemieTom Mortier
 
Hoofdstuk 3. Stoichiometrie - gassen & gaswetten - chemie
Hoofdstuk 3. Stoichiometrie - gassen & gaswetten - chemieHoofdstuk 3. Stoichiometrie - gassen & gaswetten - chemie
Hoofdstuk 3. Stoichiometrie - gassen & gaswetten - chemieTom Mortier
 
Hoofdstuk 2 Chemische reacties - niet-redox - BLT
Hoofdstuk 2 Chemische reacties - niet-redox - BLTHoofdstuk 2 Chemische reacties - niet-redox - BLT
Hoofdstuk 2 Chemische reacties - niet-redox - BLTTom Mortier
 
Hoofdstuk 2 Chemische reacties - niet-redox - chemie
Hoofdstuk 2 Chemische reacties - niet-redox - chemieHoofdstuk 2 Chemische reacties - niet-redox - chemie
Hoofdstuk 2 Chemische reacties - niet-redox - chemieTom Mortier
 
Hoofdstuk1 - Nomenclatuur - 1 Chemie
Hoofdstuk1 - Nomenclatuur - 1 ChemieHoofdstuk1 - Nomenclatuur - 1 Chemie
Hoofdstuk1 - Nomenclatuur - 1 ChemieTom Mortier
 
Hoofdstuk 4. Chemisch evenwicht - BLT
Hoofdstuk 4. Chemisch evenwicht  - BLTHoofdstuk 4. Chemisch evenwicht  - BLT
Hoofdstuk 4. Chemisch evenwicht - BLTTom Mortier
 
Hoofdstuk 3. Stoichiometrie - gassen & gaswetten - BLT
Hoofdstuk 3. Stoichiometrie - gassen & gaswetten - BLTHoofdstuk 3. Stoichiometrie - gassen & gaswetten - BLT
Hoofdstuk 3. Stoichiometrie - gassen & gaswetten - BLTTom Mortier
 
Hoofdstuk 4. Chemisch evenwicht - chemie
Hoofdstuk 4. Chemisch evenwicht  - chemieHoofdstuk 4. Chemisch evenwicht  - chemie
Hoofdstuk 4. Chemisch evenwicht - chemieTom Mortier
 
Hoofdstuk 2. Chemische reacties - redox - chemie
Hoofdstuk 2. Chemische reacties - redox - chemieHoofdstuk 2. Chemische reacties - redox - chemie
Hoofdstuk 2. Chemische reacties - redox - chemieTom Mortier
 
Hoofdstuk 3. Stoichiometrie - BLT
Hoofdstuk 3. Stoichiometrie - BLTHoofdstuk 3. Stoichiometrie - BLT
Hoofdstuk 3. Stoichiometrie - BLTTom Mortier
 
Hoofdstuk 2. chemische reacties - redox - BLT
Hoofdstuk 2. chemische reacties - redox - BLTHoofdstuk 2. chemische reacties - redox - BLT
Hoofdstuk 2. chemische reacties - redox - BLTTom Mortier
 
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen - chemie
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen - chemieHoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen - chemie
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen - chemieTom Mortier
 
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen met toepassing op reacties - BLT
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen met toepassing op reacties - BLTHoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen met toepassing op reacties - BLT
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen met toepassing op reacties - BLTTom Mortier
 
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen met toepassing op reacties - Chemie
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen met toepassing op reacties - ChemieHoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen met toepassing op reacties - Chemie
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen met toepassing op reacties - ChemieTom Mortier
 
Hoofdstuk 4 - Factoren die de oplosbaarheid beïnvloeden
Hoofdstuk 4 - Factoren die de oplosbaarheid beïnvloeden Hoofdstuk 4 - Factoren die de oplosbaarheid beïnvloeden
Hoofdstuk 4 - Factoren die de oplosbaarheid beïnvloeden Tom Mortier
 
Wetenschappelijk Bronnenonderzoek Versie 2008-2009
Wetenschappelijk Bronnenonderzoek Versie 2008-2009Wetenschappelijk Bronnenonderzoek Versie 2008-2009
Wetenschappelijk Bronnenonderzoek Versie 2008-2009Tom Mortier
 
Zuur-base titraties - Deel II
Zuur-base titraties - Deel IIZuur-base titraties - Deel II
Zuur-base titraties - Deel IITom Mortier
 

Viewers also liked (20)

De oplosbaarheid van calciumfluoride en calciumoxalaat in functie van de pH
De oplosbaarheid van calciumfluoride en calciumoxalaat in functie van de pHDe oplosbaarheid van calciumfluoride en calciumoxalaat in functie van de pH
De oplosbaarheid van calciumfluoride en calciumoxalaat in functie van de pH
 
Hoofdstuk1 - Nomenclatuur - 1 BLT
Hoofdstuk1 - Nomenclatuur - 1 BLTHoofdstuk1 - Nomenclatuur - 1 BLT
Hoofdstuk1 - Nomenclatuur - 1 BLT
 
Hoofdstuk 3. Stoichiometrie - chemie
Hoofdstuk 3. Stoichiometrie - chemieHoofdstuk 3. Stoichiometrie - chemie
Hoofdstuk 3. Stoichiometrie - chemie
 
Hoofdstuk 3. Stoichiometrie - gassen & gaswetten - chemie
Hoofdstuk 3. Stoichiometrie - gassen & gaswetten - chemieHoofdstuk 3. Stoichiometrie - gassen & gaswetten - chemie
Hoofdstuk 3. Stoichiometrie - gassen & gaswetten - chemie
 
Hoofdstuk 2 Chemische reacties - niet-redox - BLT
Hoofdstuk 2 Chemische reacties - niet-redox - BLTHoofdstuk 2 Chemische reacties - niet-redox - BLT
Hoofdstuk 2 Chemische reacties - niet-redox - BLT
 
Hoofdstuk 2 Chemische reacties - niet-redox - chemie
Hoofdstuk 2 Chemische reacties - niet-redox - chemieHoofdstuk 2 Chemische reacties - niet-redox - chemie
Hoofdstuk 2 Chemische reacties - niet-redox - chemie
 
Hoofdstuk1 - Nomenclatuur - 1 Chemie
Hoofdstuk1 - Nomenclatuur - 1 ChemieHoofdstuk1 - Nomenclatuur - 1 Chemie
Hoofdstuk1 - Nomenclatuur - 1 Chemie
 
Hoofdstuk 4. Chemisch evenwicht - BLT
Hoofdstuk 4. Chemisch evenwicht  - BLTHoofdstuk 4. Chemisch evenwicht  - BLT
Hoofdstuk 4. Chemisch evenwicht - BLT
 
Hoofdstuk 3. Stoichiometrie - gassen & gaswetten - BLT
Hoofdstuk 3. Stoichiometrie - gassen & gaswetten - BLTHoofdstuk 3. Stoichiometrie - gassen & gaswetten - BLT
Hoofdstuk 3. Stoichiometrie - gassen & gaswetten - BLT
 
Hoofdstuk 4. Chemisch evenwicht - chemie
Hoofdstuk 4. Chemisch evenwicht  - chemieHoofdstuk 4. Chemisch evenwicht  - chemie
Hoofdstuk 4. Chemisch evenwicht - chemie
 
Hoofdstuk 2. Chemische reacties - redox - chemie
Hoofdstuk 2. Chemische reacties - redox - chemieHoofdstuk 2. Chemische reacties - redox - chemie
Hoofdstuk 2. Chemische reacties - redox - chemie
 
Hoofdstuk 3. Stoichiometrie - BLT
Hoofdstuk 3. Stoichiometrie - BLTHoofdstuk 3. Stoichiometrie - BLT
Hoofdstuk 3. Stoichiometrie - BLT
 
Hoofdstuk 2. chemische reacties - redox - BLT
Hoofdstuk 2. chemische reacties - redox - BLTHoofdstuk 2. chemische reacties - redox - BLT
Hoofdstuk 2. chemische reacties - redox - BLT
 
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen - chemie
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen - chemieHoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen - chemie
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen - chemie
 
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen met toepassing op reacties - BLT
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen met toepassing op reacties - BLTHoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen met toepassing op reacties - BLT
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen met toepassing op reacties - BLT
 
Micropipetten
MicropipettenMicropipetten
Micropipetten
 
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen met toepassing op reacties - Chemie
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen met toepassing op reacties - ChemieHoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen met toepassing op reacties - Chemie
Hoofdstuk 5. Concentraties van oplossingen met toepassing op reacties - Chemie
 
Hoofdstuk 4 - Factoren die de oplosbaarheid beïnvloeden
Hoofdstuk 4 - Factoren die de oplosbaarheid beïnvloeden Hoofdstuk 4 - Factoren die de oplosbaarheid beïnvloeden
Hoofdstuk 4 - Factoren die de oplosbaarheid beïnvloeden
 
Wetenschappelijk Bronnenonderzoek Versie 2008-2009
Wetenschappelijk Bronnenonderzoek Versie 2008-2009Wetenschappelijk Bronnenonderzoek Versie 2008-2009
Wetenschappelijk Bronnenonderzoek Versie 2008-2009
 
Zuur-base titraties - Deel II
Zuur-base titraties - Deel IIZuur-base titraties - Deel II
Zuur-base titraties - Deel II
 

More from Tom Mortier

Chemische niet-redox reacties
Chemische niet-redox reactiesChemische niet-redox reacties
Chemische niet-redox reactiesTom Mortier
 
Nomenclatuur van de anorganische verbindingen
Nomenclatuur van de anorganische verbindingenNomenclatuur van de anorganische verbindingen
Nomenclatuur van de anorganische verbindingenTom Mortier
 
Oplosbaarheidsevenwichten
OplosbaarheidsevenwichtenOplosbaarheidsevenwichten
OplosbaarheidsevenwichtenTom Mortier
 
Hoofdstuk 5 - Spectrofotometrie
Hoofdstuk 5 - SpectrofotometrieHoofdstuk 5 - Spectrofotometrie
Hoofdstuk 5 - SpectrofotometrieTom Mortier
 
Hoofdstuk 4 - Complexometrische titraties
Hoofdstuk 4 - Complexometrische titratiesHoofdstuk 4 - Complexometrische titraties
Hoofdstuk 4 - Complexometrische titratiesTom Mortier
 
Hoofdstuk 3 - Conductometrie
Hoofdstuk 3 - ConductometrieHoofdstuk 3 - Conductometrie
Hoofdstuk 3 - ConductometrieTom Mortier
 
Hoofdstuk 2 - Neerslagtitraties
Hoofdstuk 2 - Neerslagtitraties Hoofdstuk 2 - Neerslagtitraties
Hoofdstuk 2 - Neerslagtitraties Tom Mortier
 
Hoofdstuk1 - Oplosbaarheid en neerslagvorming
Hoofdstuk1 - Oplosbaarheid en neerslagvormingHoofdstuk1 - Oplosbaarheid en neerslagvorming
Hoofdstuk1 - Oplosbaarheid en neerslagvormingTom Mortier
 
Hoofdstuk 6 - Spectrofotometrie
Hoofdstuk 6 - SpectrofotometrieHoofdstuk 6 - Spectrofotometrie
Hoofdstuk 6 - SpectrofotometrieTom Mortier
 
Hoofdstuk 5 - Potentiometrie
Hoofdstuk 5 - PotentiometrieHoofdstuk 5 - Potentiometrie
Hoofdstuk 5 - PotentiometrieTom Mortier
 
Hoofdstuk 2. Zuur base-evenwichten - Buffers
Hoofdstuk 2. Zuur base-evenwichten - BuffersHoofdstuk 2. Zuur base-evenwichten - Buffers
Hoofdstuk 2. Zuur base-evenwichten - BuffersTom Mortier
 
Hoofdstuk 4 - Elektrochemie
Hoofdstuk 4 - ElektrochemieHoofdstuk 4 - Elektrochemie
Hoofdstuk 4 - ElektrochemieTom Mortier
 
Hoofdstuk 2 - Zuur-base evenwichten - deel 1
Hoofdstuk 2  - Zuur-base evenwichten - deel 1Hoofdstuk 2  - Zuur-base evenwichten - deel 1
Hoofdstuk 2 - Zuur-base evenwichten - deel 1Tom Mortier
 
Hoofdstuk3 - De zuur-base titraties
Hoofdstuk3 - De zuur-base titratiesHoofdstuk3 - De zuur-base titraties
Hoofdstuk3 - De zuur-base titratiesTom Mortier
 
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 2
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 2Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 2
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 2Tom Mortier
 
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 1
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 1Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 1
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 1Tom Mortier
 
Hoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichten
Hoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichtenHoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichten
Hoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichtenTom Mortier
 
Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding
Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding
Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding Tom Mortier
 
Hoofdstuk 6 - Redoxtitraties
Hoofdstuk 6 - RedoxtitratiesHoofdstuk 6 - Redoxtitraties
Hoofdstuk 6 - RedoxtitratiesTom Mortier
 
Hoofdstuk 5 - Potentiometrie
Hoofdstuk 5 - PotentiometrieHoofdstuk 5 - Potentiometrie
Hoofdstuk 5 - PotentiometrieTom Mortier
 

More from Tom Mortier (20)

Chemische niet-redox reacties
Chemische niet-redox reactiesChemische niet-redox reacties
Chemische niet-redox reacties
 
Nomenclatuur van de anorganische verbindingen
Nomenclatuur van de anorganische verbindingenNomenclatuur van de anorganische verbindingen
Nomenclatuur van de anorganische verbindingen
 
Oplosbaarheidsevenwichten
OplosbaarheidsevenwichtenOplosbaarheidsevenwichten
Oplosbaarheidsevenwichten
 
Hoofdstuk 5 - Spectrofotometrie
Hoofdstuk 5 - SpectrofotometrieHoofdstuk 5 - Spectrofotometrie
Hoofdstuk 5 - Spectrofotometrie
 
Hoofdstuk 4 - Complexometrische titraties
Hoofdstuk 4 - Complexometrische titratiesHoofdstuk 4 - Complexometrische titraties
Hoofdstuk 4 - Complexometrische titraties
 
Hoofdstuk 3 - Conductometrie
Hoofdstuk 3 - ConductometrieHoofdstuk 3 - Conductometrie
Hoofdstuk 3 - Conductometrie
 
Hoofdstuk 2 - Neerslagtitraties
Hoofdstuk 2 - Neerslagtitraties Hoofdstuk 2 - Neerslagtitraties
Hoofdstuk 2 - Neerslagtitraties
 
Hoofdstuk1 - Oplosbaarheid en neerslagvorming
Hoofdstuk1 - Oplosbaarheid en neerslagvormingHoofdstuk1 - Oplosbaarheid en neerslagvorming
Hoofdstuk1 - Oplosbaarheid en neerslagvorming
 
Hoofdstuk 6 - Spectrofotometrie
Hoofdstuk 6 - SpectrofotometrieHoofdstuk 6 - Spectrofotometrie
Hoofdstuk 6 - Spectrofotometrie
 
Hoofdstuk 5 - Potentiometrie
Hoofdstuk 5 - PotentiometrieHoofdstuk 5 - Potentiometrie
Hoofdstuk 5 - Potentiometrie
 
Hoofdstuk 2. Zuur base-evenwichten - Buffers
Hoofdstuk 2. Zuur base-evenwichten - BuffersHoofdstuk 2. Zuur base-evenwichten - Buffers
Hoofdstuk 2. Zuur base-evenwichten - Buffers
 
Hoofdstuk 4 - Elektrochemie
Hoofdstuk 4 - ElektrochemieHoofdstuk 4 - Elektrochemie
Hoofdstuk 4 - Elektrochemie
 
Hoofdstuk 2 - Zuur-base evenwichten - deel 1
Hoofdstuk 2  - Zuur-base evenwichten - deel 1Hoofdstuk 2  - Zuur-base evenwichten - deel 1
Hoofdstuk 2 - Zuur-base evenwichten - deel 1
 
Hoofdstuk3 - De zuur-base titraties
Hoofdstuk3 - De zuur-base titratiesHoofdstuk3 - De zuur-base titraties
Hoofdstuk3 - De zuur-base titraties
 
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 2
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 2Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 2
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 2
 
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 1
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 1Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 1
Hoofdstuk 1 - Concentraties van Oplossingen - Deel 1
 
Hoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichten
Hoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichtenHoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichten
Hoofdstuk 2 - De zuur-base evenwichten
 
Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding
Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding
Hoofdstuk1 - Algemene Inleiding
 
Hoofdstuk 6 - Redoxtitraties
Hoofdstuk 6 - RedoxtitratiesHoofdstuk 6 - Redoxtitraties
Hoofdstuk 6 - Redoxtitraties
 
Hoofdstuk 5 - Potentiometrie
Hoofdstuk 5 - PotentiometrieHoofdstuk 5 - Potentiometrie
Hoofdstuk 5 - Potentiometrie
 

De symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor de waterstoforbitalen in ammoniak

  • 1. Tom Mortier 11 Moleculaire Architectuur 2 Chemie Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak Deze uitwerking is gebaseerd op: Arnout Jozef Ceulemans. Group Theory Applied to Chemistry. Springer 2013. (http://www.springer.com/us/book/9789400768628) Bron - http://www.huntresearchgroup.org.uk/teaching/year2_spectroscopy.html Puntgroep C3v
  • 2. Tom Mortier 22 Moleculaire Architectuur 2 Chemie De Dirac notatie Opmerking! We gebruiken de Dirac notatie in deze uitwerking zoals weergegeven in Group Theory Applied to Chemistry, Springer 2013 door Arnout Jozef Ceulemans Een n-dimensionale lineaire vectorruimte bestaat uit een reeks van n vectoren die lineair onafhankelijk zijn. De componenten van de basisvectoren kunnen genoteerd worden als fl met l = 1, … n. bra-ket Dergelijke functies kunnen worden geschreven als ket-functies Als we over een dergelijke reeks vectoren beschikken, kunnen we een complementaire reeks van bra-functies opstellen genoteerd als bra-functies Het scalair product van een bra en een ket levert een getal op en wordt genoteerd als de bra-ket. Voor lineair onafhankelijke functies geldt De basis is orthonormaal als alle vectoren bovendien genormaliseerd zijn tot +1. Dit kan worden samengevat door gebruik te maken van de Kronecker delta (δij)
  • 3. Tom Mortier 33 Moleculaire Architectuur 2 Chemie Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak 𝑠A𝑠B 𝑠C 𝐶3 We beschouwen de s-orbitalen als wiskundige functies en schrijven dit met de ket-notatie. Wanneer we het |1𝑠A orbitaal 120° tegenwijzerzin roteren bekomen we het |1𝑠B -orbitaal. De drie componenten van de functieruimte kunnen worden geschreven in een rijvector De operator ( 𝐶3) kan dan worden gelezen als Belangrijk om hier goed de notatie te begrijpen!
  • 4. Tom Mortier 44 Moleculaire Architectuur 2 Chemie Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak We gaan eerst een eigenwaarde probleem puur algebraïsch oplossen. Stel dat | 𝜓 𝑚 een SALC is. We zullen deze vergelijking schrijven als het product van een rijvector met een kolomvector. We beschouwen nu de transformatie van deze functie als
  • 5. Tom Mortier 55 Moleculaire Architectuur 2 Chemie Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak We stellen nu voor deze functie de eigenwaardevergelijking op voor de drievoudige rotatie-operator. of
  • 6. Tom Mortier 66 Moleculaire Architectuur 2 Chemie Intermezzo – Complexe getallen Argand diagram
  • 7. Tom Mortier 77 Moleculaire Architectuur 2 Chemie Intermezzo – De formule van Euler Argand diagram
  • 8. Tom Mortier 88 Moleculaire Architectuur 2 Chemie Zie https://www.khanacademy.org/math/precalculus/imaginary-and-complex-numbers/multiplying-and-dividing-complex- numbers-in-polar-form/v/exponential-form-to-find-complex-roots Intermezzo – Hoe lossen we nu –λ3 + 1 = 0 op? 1 1 –1 –1 Drie wortels! 120° = 2π/3 –120° = –2π/3 Samenvatting
  • 9. Tom Mortier 99 Moleculaire Architectuur 2 Chemie Intermezzo – Hoe lossen we nu –λ3 + 1 = 0 op? Zie https://www.khanacademy.org/math/precalculus/imaginary-and-complex-numbers/multiplying-and-dividing-complex- numbers-in-polar-form/v/exponential-form-to-find-complex-roots 1 1 –1 –1 120° = 2π/3 –120° = –2π/3
  • 10. Tom Mortier 1010 Moleculaire Architectuur 2 Chemie Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak Om de eigenwaarden te vinden dienen we de volgende seculiere determinant op te lossen. We bekomen bijgevolg Na ontbinden van deze determinant bekomen we Deze vergelijking is de Euler vergelijking. De oplossing van deze vergelijking heeft drie wortels (zie intermezzo!). Samenvattend met m = –1, 0, +1 Wiskundig gezien hebben we nu een matrixdiagonalisatie uitgevoerd van de representerende matrix. We bekomen drie eigenwaarden. De eigenfuncties die corresponderen met een gegeven wortel kunnen nu worden gevonden door de waarde van λ in het systeem van de vergelijkingen in te vullen.
  • 11. Tom Mortier 1111 Moleculaire Architectuur 2 Chemie Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak We lossen dit nu op in termen van cA (willekeurig gekozen) De eigenvector is dan of eenvoudig m = 0 We zoeken eerst de eigenvectoren behorende bij de eigenwaarden.
  • 12. Tom Mortier 1212 Moleculaire Architectuur 2 Chemie Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak We lossen dit nu op in termen van cA (willekeurig gekozen) Stel De eigenvector is dan of eenvoudig m = +1 We zoeken eerst de eigenvectoren behorende bij de eigenwaarden.
  • 13. Tom Mortier 1313 Moleculaire Architectuur 2 Chemie Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak We lossen dit nu op in termen van cA (willekeurig gekozen) Stel De eigenvector is dan of eenvoudig m = –1 We zoeken eerst de eigenvectoren behorende bij de eigenwaarden.
  • 14. Tom Mortier 1414 Moleculaire Architectuur 2 Chemie Merk op! Murray R. Spiegel. Schaum's Outline of Advanced Mathematics for Engineers and Scientists. 1971. Pagina 364. Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak De eenheidsvectoren hebben de eigenschap dat ze de lengte 1 bezitten. Dit betekent dat de som van de kwadraten van hun componenten gelijk moet zijn aan 1. Om dergelijke eenheidsvectoren te bekomen, moeten we elke vector delen door de vierkantswortel van de som van de kwadraten van de componenten. wordt wordt wordt
  • 15. Tom Mortier 1515 Moleculaire Architectuur 2 Chemie De eigenfuncties | 𝜓 𝑚 kunnen dus analoog worden gevonden door de waarde van λ in te vullen in het systeem van de vergelijkingen. Daar het systeem ‘homogeen’ is, kunnen de drie onbekende coëfficiënten enkel worden bepaald tot aan een constante factor. De absolute waarden van deze vectorcoëfficiënten kunnen worden gevonden door een normalisatievoorwaarde die verwacht dat de vectoren de eenheidslengte bezitten. De vereenvoudigde normalisatievoorwaarde die de overlappingsintegralen verwaarloost, kan worden geschreven als Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak De vereenvoudigde normalisatieconstante wordt vervolgens Nu kunnen we de drie SALC’s verkrijgen die elk worden gekarakteriseerd door een eigenwaarde voor de symmetrie operator. We starten telkens van
  • 16. Tom Mortier 1616 Moleculaire Architectuur 2 Chemie m = 0 Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak Genormaliseerd! Belangrijk om hier goed de normalisatie te begrijpen! Het systeem is ‘homogeen’en de drie onbekende coëfficiënten kunnen enkel worden bepaald tot aan een constante factor.
  • 17. Tom Mortier 1717 Moleculaire Architectuur 2 Chemie Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak Belangrijk om hier goed de normalisatie te begrijpen! Het systeem is ‘homogeen’en de drie onbekende coëfficiënten kunnen enkel worden bepaald tot aan een constante factor. Genormaliseerd! m = +1
  • 18. Tom Mortier 1818 Moleculaire Architectuur 2 Chemie Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak Belangrijk om hier goed de normalisatie te begrijpen! Het systeem is ‘homogeen’en de drie onbekende coëfficiënten kunnen enkel worden bepaald tot aan een constante factor. Genormaliseerd! m = –1
  • 19. Tom Mortier 1919 Moleculaire Architectuur 2 Chemie Door het eigenwaardeprobleem te hebben opgelost, hebben we drie SALC’s verkregen die elke worden gekarakteriseerd met een verschillende eigenwaarde voor de symmetrie-operator. Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak De reeks van de overeenkomstige eigenwaarden wordt het spectrum van de operator genoemd. Dit spectrum bestaat uit de derdemachtswortels van 1 omdat driemaal de operator 𝐶3uitvoeren na elkaar is equivalent met het toepassen van de identiteitsoperator 𝐸. Voor eender welke operator kan men op deze manier de eigenfuncties vinden door het diagonaliseren van de corresponderende representatiematrix. Het objectief is echter meer ambitieus omdat we functies willen verkrijgen die niet enkel aangepast zijn aan een enkel symmetrie element, maar aan de groep als een geheel. Dit betekent dat we SALC’s moeten vinden voor een reeks van groepsgeneratoren omdat de aanpassing aan de generatoren impliceert dat de functie is aangepast aan elke combinatie van de generatoren en bijgevolg aan de totale groep. In het geval van de Puntgroep C3v dienen we dan ook het gedrag van de | 𝜓 𝑚 functies onder een verticaal symmetrievlak te onderzoeken. We nemen bijvoorbeeld 𝜎1.
  • 20. Tom Mortier 2020 Moleculaire Architectuur 2 Chemie 𝑠A𝑠B 𝑠C Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak 𝜎𝑣 De operator 𝜎1 behorende bij het spiegelvlak 𝜎𝑣 kan dan worden gelezen als We beschouwen de operator 𝜎1 behorende bij het spiegelvlak 𝜎𝑣 op het |1𝑠A -orbitaal |1𝑠B -orbitaal en het |1𝑠C -orbitaal. De drie componenten van de functieruimte kunnen worden geschreven in een rijvector Belangrijk om hier goed de notatie te begrijpen!
  • 21. Tom Mortier 2121 Moleculaire Architectuur 2 Chemie In tegenstelling tot Arnout Ceulemans in Group Theory Applied to Chemistry op pagina 55 gaan we eerst opnieuw het eigenwaarde probleem puur algebraïsch oplossen. Stel dus opnieuw dat | 𝜓 𝑚 een SALC is. We zullen deze vergelijking opnieuw schrijven als het product van een rijvector met een kolomvector. We beschouwen nu de transformatie van deze functie als Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak
  • 22. Tom Mortier 2222 Moleculaire Architectuur 2 Chemie Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak We stellen nu voor deze functie de eigenwaardevergelijking op voor de operator 𝜎1. of
  • 23. Tom Mortier 2323 Moleculaire Architectuur 2 Chemie Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak Om de eigenwaarden te vinden dienen we de volgende seculiere determinant op te lossen. We bekomen bijgevolg Deze determinant kan worden ontbonden. We vinden opnieuw drie eigenwaarden!
  • 24. Tom Mortier 2424 Moleculaire Architectuur 2 Chemie Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak We zoeken eerst de eigenvector voor λ1 = +1 De eigenvector is dan We zoeken vervolgens de eigenvector voor λ2 = +1 Daar cA in principe elke waarde kan aannemen, stellen we cA nu gelijk aan 0. De eigenvector wordt dan We zoeken tenslotte de eigenvector voor λ3 = –1 De derde eigenvector is tenslotte
  • 25. Tom Mortier 2525 Moleculaire Architectuur 2 Chemie Intermezzo – Eigenwaarden en eigenvectoren Voor dit intermezzo werd een oude cursustekst van Leopold Verstraelen Deel 2 - “Lineaire Algebra” & “Analytische Meetkunde”, Uitgeverij L. Wouters, gebruikt die werd gedoceerd aan de eerste kandidatuur scheikunde van de faculteit wetenschappen aan de KU Leuven in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw. We gebruiken de methodiek uit deze cursus en passen deze toe op de matrixrepresentatie behorende bij de operator 𝜎1. We verlaten echter even het gebruik van de s-orbitalen als wiskundige functies. Stelling 1. Als A en B twee n×n matrices zijn, dan is B gelijksoortig met A indien er een inverteerbare (n×n) matrix bestaat zodanig dat B = P– 1AP Stelling 2. Een n×n matrix A heeft n lineair onafhankelijke eigenvectoren dan en slechts dan als A gelijksoortig is met een diagonaalmatrix. Deze stellingen zullen we nu toepassen op de matrixrepresentatie behorende bij de operator 𝜎1 voor de puntgroep C3v . We hebben reeds het eigenwaardenprobleem opgelost, maar we herhalen dit eens zuiver wiskundig. We vinden dus drie eigenwaarden. of
  • 26. Tom Mortier 2626 Moleculaire Architectuur 2 Chemie Intermezzo – Eigenwaarden en eigenvectoren De eigenvector V1 behorende bij de eigenwaarde λ1 = +1 We bekomen dus x kan dus eender welke waarde aannemen! Wanneer we stellen dat x = r , dan is y = z =0 De eigenvector V1 behorende bij de eigenwaarde λ1 = +1 wordt dan of De eigenvector V2 behorende bij de eigenwaarde λ2 = +1 heeft dezelfde uitwerking, maar we eisen dat de vectoren lineair onafhankelijk moeten zijn (zie stelling 2!). Dit kunnen we enkel bereiken als we stellen dat x = 0 , dan is y = z = r . De eigenvector V2 behorende bij de eigenwaarde λ2 = +1 wordt dan of De eigenvectoren V1 en V2 zijn duidelijk lineair onafhankelijk. We zullen dit ook nog expliciet bewijzen door stelling 1 en stelling 2 uit te werken.
  • 27. Tom Mortier 2727 Moleculaire Architectuur 2 Chemie Intermezzo – Eigenwaarden en eigenvectoren De eigenvector V3 behorende bij de eigenwaarde λ3 = –1 We bekomen dus Daar x expliciet gelijk is aan 0, stellen we y = r en wordt z = –r De eigenvector V3 behorende bij de eigenwaarde λ3 = –1 wordt dan of We hebben drie lineair onafhankelijke eigenvectoren V1 , V2 en V3 gevonden behorende bij de respectievelijke eigenwaarden λ1 = +1, λ2 = +1 en λ3 = –1. Volgens stelling 2 heeft een 3×3 matrix A 3 lineair onafhankelijke eigenvectoren dan en slechts dan als A gelijksoortig is met een diagonaalmatrix. We zullen dus stelling 1 uitwerken waarvoor geldt dat als A en B twee 3×3 matrices zijn, dan is B gelijksoortig met A indien er een inverteerbare (3×3) matrix bestaat zodanig dat B = P– 1AP.
  • 28. Tom Mortier 2828 Moleculaire Architectuur 2 Chemie Intermezzo – Eigenwaarden en eigenvectoren We zoeken nu eerst de inverse matrix van P Voor elke vierkante matrix A geldt Het element in de ide rij en de jde kolom van de inverse matrix De cofactor voor Aij. Dit is gelijk aan (–1)i+j vermenigvuldigd met de lagere orde matrix die kan worden bekomen uit A door de jde rij en de ide kolom te schrappen. Hoe zoeken we de inverse matrix?
  • 29. Tom Mortier 2929 Moleculaire Architectuur 2 Chemie Intermezzo – Eigenwaarden en eigenvectoren Hoe zoeken we de inverse matrix 𝑷−𝟏 voor de matrix 𝑷? Eerste methode Berekening van de cofactoren of de minoren
  • 30. Tom Mortier 3030 Moleculaire Architectuur 2 Chemie Intermezzo – Eigenwaarden en eigenvectoren Hoe zoeken we de inverse matrix 𝑷−𝟏 voor de matrix 𝑷? Tweede methode door gebruik te maken van het matrixinversiealgoritme elementaire rijbewerkingen uitvoeren R2/ R2 + R3 R3/ R3 – ½×R2 R2/ ½×R2 R3/ –1×R3
  • 31. Tom Mortier 3131 Moleculaire Architectuur 2 Chemie Intermezzo – Eigenwaarden en eigenvectoren Volgens stelling 2 heeft een 3×3 matrix A 3 lineair onafhankelijke eigenvectoren dan en slechts dan als A gelijksoortig is met een diagonaalmatrix. We zullen dus stelling 1 uitwerken waarvoor geldt dat als A en B twee 3×3 matrices zijn, dan is B gelijksoortig met A indien er een inverteerbare (3×3) matrix bestaat zodanig dat B = P– 1AP. We hebben bewezen dat de matrix A drie lineair onafhankelijke eigenvectoren heeft omdat A gelijksoortig is met een diagonaalmatrix waarbij we de eigenwaarden (λ1 = +1, λ2 = +1 en λ3 = –1) terugvinden op de diagonaal van de matrix B die gelijksoortig is met A (of beter ‘geconjugeerd’)! Zoals Arnout Ceulemans schrijft op pagina 54 in “Group Theory Appliled to Chemistry” hebben we nu een matrixdiagonalisatie uitgevoerd van de representatiematrix voor de operator 𝜎1.
  • 32. Tom Mortier 3232 Moleculaire Architectuur 2 Chemie Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak Het effect van de operator 𝜎1 op de trigonale eigenfuncties wordt gegeven door We hebben effectief bewezen dat we voor eender welke operator de eigenfuncties kunnen vinden door het diagonaliseren van de corresponderende representatiematrix. Desalniettemin blijft het objectief dat we functies willen verkrijgen die niet enkel aangepast zijn aan een enkel symmetrie element, maar aan de groep als een geheel. We moeten dus nog steeds de SALC’s vinden voor een reeks van groepsgeneratoren omdat de aanpassing aan de generatoren impliceert dat de functie is aangepast aan elke combinatie van de generatoren en bijgevolg aan de totale groep. In het geval van de Puntgroep C3v dienen we dan ook het gedrag van de | 𝜓 𝑚 functies onder een verticaal symmetrievlak te onderzoeken. De SALC | 𝜓0 is tegelijkertijd een eigenfunctie van de operator 𝐶3 en van de operator 𝜎1. Het vormt bijgevolg een één-dimensionale functieruimte dat helemaal is aangepast aan de volledige groep. Deze symmetrie-eigenschap zal worden genoteerd met de volledig symmetrische representatie A1. De andere twee SALC’s worden getransformeerd in elkaar. We kunnen ze omvormen tot eigenfuncties behorende bij de operator 𝜎1 om op deze manier alternatieve eigenfuncties te bekomen.
  • 33. Tom Mortier 3333 Moleculaire Architectuur 2 Chemie We definiëren de functieruimte. De operator ( 𝜎1) kan nu worden gelezen als Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak We vormen | 𝜓±1 om tot eigenfuncties behorende bij de operator 𝜎1 om op deze manier alternatieve eigenfuncties te bekomen. We gaan het eigenwaarde probleem puur algebraïsch oplossen. Stel dat | 𝜓±1 een SALC is. Deze vergelijking kan geschreven worden als het product van een rijvector met een kolomvector. We beschouwen de transformatie van deze functie.
  • 34. Tom Mortier 3434 Moleculaire Architectuur 2 Chemie We stellen voor deze functie de eigenwaardevergelijking op voor de operator 𝜎1. Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak of
  • 35. Tom Mortier 3535 Moleculaire Architectuur 2 Chemie Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak Om de eigenwaarden te vinden dienen we de volgende seculiere determinant op te lossen. We bekomen bijgevolg Deze determinant kan eenvoudig worden ontbonden. We vinden twee eigenwaarden, namelijk λ1 = +1 en λ2= –1 . Het systeem is ‘homogeen’. De twee onbekende coëfficiënten kunnen enkel worden bepaald tot aan een constante factor. genormaliseerd Stel x = i (zie verder!) genormaliseerd
  • 36. Tom Mortier 3636 Moleculaire Architectuur 2 Chemie We hebben de functieruimte | 𝜓±1 gedefinieerd en het eigenwaardeprobleem opgelost. Door dit te doen, bekwamen we alternatieve eigenfuncties voor de operator 𝜎1 waarbij er één alternatieve eigenfunctie bestaat die symmetrisch is na uitvoering van de spiegeling en er één alternatieve eigenfunctie bestaat die antisymmetrisch is. Deze twee alternatieve eigenfuncties worden gelabeld met respectievelijk een x en een y omdat hun symmetrie na het uitvoeren van de spiegeling de symmetrie nabootst van respectievelijk px en py. Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak Zie intermezzo Zie intermezzo
  • 37. Tom Mortier 3737 Moleculaire Architectuur 2 Chemie Intermezzo ? Hulpmiddelen bijgevolg ?
  • 40. Tom Mortier 4040 Moleculaire Architectuur 2 Chemie Symmetrie aangepaste lineaire combinaties voor waterstof orbitalen in ammoniak Schematische weergave van de eigenfuncties die de SALC’s representeren voor de H 1s-orbitalen in NH3! 𝑠A𝑠B 𝑠C
  • 41. Tom Mortier 4141 Moleculaire Architectuur 2 Chemie Heb je opmerkingen of heb je foutjes gezien? Graag een mailtje naar tom.mortier@ucll.be.