Hoofdstuk1 - Nomenclatuur - 1 BLT

Beginselen van de chemie: oefeningen

Hoofdstuk 1
Nomenclatuur van de anorganische verbindingen
Dmitri Ivanovich Mendeleev
(1834 – 1907)
Bron: De geschiedenis van het periodiek systeem, CD-rom, www.kvcv.be, Onderwijs & Opleidingen (2007)
21 BLT Beginselen van de chemie

1.1 BELANGRIJKSTE KATIONEN
1.1.1 Niet-samengestelde kationen
Hoofdgroepen Nevengroepen
Groep I H+ waterstof-ion of proton Cu+ koper(I)-ion
Li+ lithium-ion Cu2+ koper(II)-ion
Na+ natrium-ion Ag+ zilver-ion
K+ kalium-ion Au+ goud(I)-ion
Au3+ goud(III)-ion
Groep II Be2+ beryllium-ion Zn2+ zink-ion
Mg2+ magnesium-ion Cd2+ cadmium-ion
Ca2+ calcium-ion Hg2
2+ dikwik(I)-ion
Sr2+ strontium-ion Hg2+ kwik(II)-ion
Ba2+ barium-ion Ce3+ cerium(III)-ion
Ce4+ cerium(IV)-ion

Hoofdgroepen Nevengroepen
Groep III B3+ boor-ion Cr3+ chroom(III)-ion
Al3+ aluminium-ion Cr6+ chroom(VI)-ion
Mn2+ mangaan(II)-ion
Groep IV Sn2+ tin(II)-ion Mn3+ mangaan(III)-ion
Sn4+ tin(IV)-ion Mn4+ mangaan(IV)-ion
Pb2+ lood(II)-ion Fe2+ ijzer(II)-ion
Pb4+ lood(IV)-ion Fe3+ ijzer(III)-ion
Co2+ cobalt(II)-ion
Groep V As3+ arseen(III)-ion Co3+ cobalt(III)-ion
As5+ arseen(V)-ion Ni2+ nikkel(II)-ion
Sb3+ antimoon(III)-ion Ni3+ nikkel(III)-ion
Sb5+ antimoon(V)-ion Pt2+ platina(II)-ion
Bi3+ bismut-ion Pt4+ platina(IV)-ion
1.1.1 Niet-samengestelde kationen (vervolg)
1.1.2 Samengestelde kationen
NH4
+ ammonium-ion
H3O+ hydronium-ion of oxonium-ion

1.2 BELANGRIJKSTE ANIONEN
1.2.1 Niet-samengestelde anionen: uitgang ide
Groep VII F– ,Cl–, Br–, I– fluoride, chloride, bromide, jodide
Br3
– of Br2∙Br- tribromide of broom-bromide
I3
– of I2∙I– trijodide of jood-jodide
Groep VI (O2– ),O2
2– ,S2– oxide, peroxide, sulfide
Groep V (N3–),(P3–) nitride, fosfide
Groep IV (C4– ),(C1– ) carbide of methanide,carbide of acetylide
Groep I (H– ) hydride
1.2.2 Oxozuren en oxozuuranionen
Voorbeelden
H2CO3 waterstofcarbonaat CO3
2- carbonaat
H2SO3 waterstofsulfiet SO3
2- sulfiet
H2SO4 waterstofsulfaat SO4
2- sulfaat
HClO waterstofhypochloriet ClO- hypochloriet
HClO2 waterstofchloriet ClO2
- chloriet
HClO3 waterstofchloraat ClO3
- chloraat
HClO4 waterstofperchloraat ClO4
- perchloraat

1.2.3 Samengestelde anionen: uitgang iet of aat
a) Hoofdgroepen
Groep VII
ClO4
–, IO4
– perchloraat, perjodaat
ClO3
–, BrO3
–, IO3
– chloraat, bromaat, jodaat
ClO2
– chloriet
ClO–, BrO–, IO– hypochloriet, hypobromiet, hypojodiet
Groep VI
SO4
2-, HSO4
- sulfaat, H-sulfaat-ion
SO3
2-, HSO3
- sulfiet, H-sulfiet-ion
S2O3
2- thiosulfaat
S4O6
2- tetrathionaat
S2O5
2- di- of pyrosulfiet
S2O7
2- di- of pyrosulfaat
S2O8
2- peroxodisulfaat
SeO4
2- selenaat
SeO3
2- seleniet

a) Hoofdgroepen – vervolg
Groep V
NO3
- nitraat
NO2
- nitriet
PO4
3-, HPO4
2-, fosfaat, H-fosfaat-ion,
H2PO4
- diH-fosfaat-ion
PO3
3-, HPO3
2-, fosfiet, H-fosfiet-ion,
H2PO3
- diH-fosfiet-ion
P2O7
4- di- of pyrofosfaat
P2O5
4- di- of pyrofosfiet
PO3
- metafosfaat
AsO4
3- arsenaat of arsenaat(V)
HAsO4
2- H-arsenaat-ion of H-arsenaat(V)-ion
H2AsO4 diH-arsenaat-ion of diH-arsenaat(V)-ion
AsO3
3- arseniet of arsenaat(III)
HAsO3
2- H-arseniet-ion of H-arsenaat(III)-ion
H2AsO3
- diH-arseniet-ion of diH-arsenaat(III)-ion
SbO4
3- antimonaat of antimonaat(V)
HSbO4
2- H-antimonaat-ion of H-antimonaat(V)-ion
H2SbO4
- diH-antimonaat-ion of diH-antimonaat(V)-ion
SbO3
3- antimoniet of antimonaat(III)
HSbO3
2- H-antimoniet-ion of H-antimonaat(III)-ion
H2SbO3
- diH-antimoniet-ion of diH-antimonaat(III)-ion

Groep IV
CO3
2-, HCO3
- carbonaat, H-carbonaat-ion
SiO3
2- silicaat
SiO4
4- orthosilicaat
SnO3
2- stannaat of stannaat(IV)
HSnO3
- H-stannaat-ion of H-stannaat(IV)-ion
SnO2
2- stanniet of stannaat(II)
HSnO2
- H-stanniet-ion of H-stannaat(II)-ion
a) Hoofdgroepen – vervolg
Groep III
BO3
3- boraat
B4O7
2- tetraboraat
BO2
- metaboraat
AlO3
3- aluminaat
AlO2
- meta-aluminaat

b) Nevengroepen
ZnO2
2- zinkaat
CrO4
2- chromaat
Cr2O7
2- dichromaat
CrO3
2- chromaat(IV)
CrO2
- chromaat(III)
MoO4
2- molybdaat
MnO4
- permanganaat
MnO4
2- manganaat
OH- hydroxide (uitgang →)
CN- cyanide (uitgang →)
OCN- cyanaat
SCN- thiocyanaat
CH3COO- acetaat
C2O4
2- of (COO)2
2- oxalaat
HC2O4
- H-oxalaat-ion
c) Enkele andere anionen

Hulpmiddelen naamgeving
S2O3
2- thiosulfaat SO4
2- sulfaat waarin O ↔ S
S2O7
2- di- of pyrosulfaat 2H2SO4 – H2O = H2S2O7
S2O5
2- di- of pyrosulfiet 2H2SO3 – H2O = H2S2O5
P2O7
4- di- of pyrosfosfaat 2H3PO4 – H2O = H4P2O7
P2O5
4- di- of pyrofosfiet 2H3PO3 – H2O = H4P2O5
PO3
- metafosfaat H3PO4 – H2O = HPO3
SiO4
4- orthosilicaat H3SiO3 + H2O = H4SiO4
P2O5
4- di- of pyrofosfiet 2H3PO3 – H2O = H4P2O5
BO2
- metaboraat H3BO3 – H2O = HBO2
AlO2
- meta-aluminaat H3AlO3 – H2O = HAlO2

Ia IIa IIIa IVa Va VIa VIIa 0
H +1,-1
WATERSTOF
Alkalimetalen
Li +1
LITHIUM
Na +1
NATRIUM
K +1
KALIUM
Aardalkalimetalen
Be +2
BERYLLIUM
Mg +2
MAGNESIUM
Ca +2
CALCIUM
Sr +2
STRONTIUM
Ba +2
BARIUM
Boorgroep
B +3
BOOR
Al +3
ALUMINIUM
Koolstofgroep
C +4,+2,-4
KOOLSTOF
Si +4
SILICIUM
Ge +4,+2
GERMANIUM
Sn +4,+2
TIN
Pb +4,+2
LOOD
Stikstofgroep
(-1,-2),-3
N +5,+4,+3,+2,+1
STIKSTOF
P +5,+3,-3
FOSFOR
As +5,+3,-3
ARSEEN
Sb +5,+3,-3
ANTIMOON
Bi (+5),+3
BISMUT
Chalcogenen of
Zuurstofgroep
O -1,-2
ZUURSTOF
S +6,+4,+2,-2
ZWAVEL
Se +6,+4,-2
SELEEN
Halogenen
F -1
FLUOR
Cl +7,+5,+3,+1,-1
CHLOOR
Br +5,+1,-1
BROOM
I +7,+5,+1,-1
JOOD
He 0
HELIUM
Edelgassen
Ne 0
NEON
Ar 0
ARGON
Kr 0
KRYPTON
Xe 0
XENON
Rn 0
RADON
Ib IIb IIIb IVb Vb VIb VIIb VIIIb
Cu +2,+1
KOPER
Ag +1
ZILVER
Au +3,+1
GOUD
Zn +2
ZINK
Cd +2
CADMIUM
Hg +2,+1
KWIK
Ce +4,+3
CERIUM
Ti +4,+3,+2
TITAAN
V +5,+4,+3,+2
VANADIUM
Cr +6,+4,+3,+2
CHROOM
Mo +6,+4,+3
MOLYBDEEN
Mn +7,+6,+4,+3,+2
MANGAAN
Fe +3,+2
IJZER
Co +3,+2
COBALT
Ni +3,+2
NIKKEL
Pt +4,+2
PLATINA
1.3 TABEL MET DE BELANGRIJKSTE OXIDATIETRAPPEN VAN DE MEEST GEBRUIKTE ELEMENTEN
a) Hoofdgroepen
b) Nevengroepen

1.4 VERBINDINGEN (= neutraal)
1.4.1 Regels voor de naamgeving
a) Binaire verbindingen: uitgang ide
(1) Ionaire of elektrovalente verbindingen
(metaal + niet-metaal)
kationnaam (+ eventueel valentie) + anionnaam
Voorbeelden
natriumchloride
ijzer(II)bromide
ijzer(III)bromide

(2) Covalente verbindingen
(twee niet-metalen)
Gebruik van Griekse voorvoegsels: mono, di, tri, tetra, penta, hexa, hepta.
a) Binaire verbindingen: uitgang ide (vervolg)
Voorbeelden
Opmerking →
Niet binair en toch uitgang ide
natriumhydroxide
kaliumcyanide
ammoniumchloride
CO
CO2
NO
Cl2O7
PCl3
PI5
koolstofmonooxide
koolstofdioxide
dichloorheptaoxide
fosfortrichloride
fosforpentajodideN2O5 distikstofpentaoxide
N2O4 of NO2 distikstoftetraoxide of stikstofdioxide
N2O
stiktofmonooxide
distiktofmonooxide

1.4.1 Regels voor de naamgeving (vervolg)
b) Ternaire verbindingen: uitgang aat of iet
kationnaam (+ eventueel valentie) + anionnaam
Voorbeelden
natriumsulfaat
calciumpermanganaat
calciummanganaat
koper(I)nitraat
koper(II)nitraat

1.4.2 De gebruiksnamen van de zuren
HCl zoutzuur HNO3 salpeterzuur
HCN blauwzuur H2SO4 zwavelzuur
HClO3 chloorzuur H3PO4 fosforzuur
HBrO3 broomzuur H2CO3 koolzuur
HIO3 joodzuur H2SiO3 kiezelzuur
H3BO3 boorzuur H4SiO4 ortho-kiezelzuur

1.4.3 Oefeningen
Opmerking
a) Alle verbindingen worden eerst ionair geschreven uitgenomen :
• hydrides (H-)
• oxides (O2-)
• nitrides (N3-)
• fosfides (P3-)
• carbides (C4-) en (C-)
• de covalente binaire verbindingen zoals bijvoorbeeld PCl3 en PBr5
b) Alle oxidatietrappen van de niet-metalen in de samengestelde anionen, en van de twee
elementen in de binaire verbindingen die niet ionisch worden geschreven, vermelden.

Oefening 1
We werken enkel de oneven oefeningen uit!
De even oefeningen maak je tijdens de begeleidingssessies.
Schrijf de naam van de volgende verbindingen. Schrijf eerst de ionen waar het mag.

1. AlI3
In twee richtingen (formule - naam) kunnen oplossen.
Al3+ + 3I– AlI3 aluminiumjodide

3. Cr2S3
2Cr3+ + 3S2– Cr2S3 chroom(III)sulfide

5. Fe(OH)3
Fe3+ + 3OH– Fe(OH)3 ijzer(III)hydroxide

7. AgCN
Ag+ + CN– AgCN zilvercyanide

Intermezzo
Lewisstructuur van waterstofcyanide (HCN)
2,2 2,5 +II+I
Lewisstructuur van het cyanideanion (CN–)
CH N
3,0
H C N
–III
C N

9. NH4NO3
NH4
+ + NO3
– NH4NO3 ammoniumnitraat

11. Mn(ClO3)2
Mn2+ + 2ClO3
– Mn(ClO3)2 mangaan(II)chloraat
+V

13. KCN
K+ + CN– KCN kaliumcyanide

15. (NH4)2CO3
2NH4
+ + CO3
2– (NH4)2CO3 ammoniumcarbonaat
–III +IV

17. Mg(IO)2
Mg2+ + 2IO– Mg(IO)2 magnesiumhypojodiet
+I

19. Ni(ClO2)2
Ni2+ + 2ClO2
– Ni(ClO2)2 nikkel(II)chloriet
+III

21. FeAsO4
Fe3+ + AsO4
3– FeAsO4 ijzer(III)arsenaat(V) of ijzer(III)arsenaat
+V

23. K2CO3
2K+ + CO3
2– K2CO3 kaliumcarbonaat
+IV

25. AlPO4
Al3+ + PO4
3– AlPO4 aluminiumfosfaat
+V

27. NaIO
Na+ + IO– NaIO natriumhypojodiet
+I

29. BaSO3
Ba2+ + SO3
2– BaSO3 bariumsulfiet
+IV

31. Al2O3
+III
Al2O3
-II
aluminiumoxide

33. Bi(IO3)3
Bi3+ + 3IO3
– Bi(IO3)3 bismut(III)jodaat
+V

35. (NH4)2Cr2O7
2NH4
+ + Cr2O7
2– (NH4)2Cr2O7 ammoniumdichromaat
–III (+6)

37. NaH2AsO4
Na+ + H2AsO4
– NaH2AsO4 natriumdiwaterstofarsenaat(V)
of natriumdiwaterstofarsenaat
+V

39. SnSO4
Sn2+ + SO4
2– SnSO4 tin(II)sulfaat
+VI

41. Ba(BrO3)2
Ba2+ + BrO3
– Ba(BrO3)2 bariumbromaat
+V

43. Ca(HSO3)2
Ca2+ + HSO3
– Ca(HSO3)2 calciumwaterstofsulfiet
+IV

45. CH3COONa
CH3COO– + Na+ CH3COONa natriumacetaat

C
H
H
H
C O
O
H
Lewisstructuur van azijnzuur (CH3COOH)
C
H
H C
H O
O H
2,2
2,2
2,2
2,2
2,5 2,5
3,5
3,5
-III
+I
+I
+I
+I
+III
-II
-II
Lewisstructuur van het acetaatanion (CH3COO–)
C
H
H C
H O
O
Intermezzo

47. Na3SbO4
3Na+ + SbO4
3– Na3SbO4 natriumantimonaat(V) of natriumantimonaat
+V

49. HClO4
H+ + ClO4
– HClO4 waterstofperchloraat
+VII

51. Cu(HCO3)2
Cu2+ + HCO3
– Cu(HCO3)2 koper(II)waterstofcarbonaat
+IV

53. Bi2(MnO4)3
2Bi3+ + 3MnO4
2– Bi2(MnO4)3 bismut(III)manganaat
+VI

55. Na2SiO3
2Na+ + SiO3
2– Na2SiO3 natriumsilicaat
+IV

Oefening 2
We werken enkel de oneven oefeningen uit!
De even oefeningen maak je tijdens de begeleidingssessies.
Schrijf de formule van de volgende verbindingen. Schrijf de ionen waar het mag.

1. natriumjodide
Na+ + I–
+I
NaI
-I

3. magnesiumchloride
Mg2+ + 2Cl–
+II
MgCl2
-I

5. zilveroxide
+I
Ag2O
-II

7. zilverjodide
Ag+ + I–
+I
AgI
-I

9. dichloorheptaoxide
+VII
Cl2O7
-II

11. calciumperchloraat
Ca2+ + 2ClO4
–
+VII
Ca(ClO4)2

13. bariumbromaat
Ba2+ + 2BrO3
–
+V
Ba(BrO3)2

15. magnesiumdiwaterstoffosfaat
Mg2+ + 2H2PO4
–
+V
Mg(H2PO4)2

17. kaliumpermanganaat
K+ + MnO4
–
+VII
KMnO4

19. zwavelzuur
2H+ + SO4
2–
+VI
H2SO4
waterstofsulfaat

21. aluminiumjodide
Al3+ + 3I– AlI3
+III -I

23. zilverfosfide
+I
Ag3P
-III

3H+ + AsO4
3–
+V
H3AsO4
25. waterstofarsenaat(V)

27. magnesiumbromide
Mg2+ + 2Br–
+II
MgBr2
-I

29. aluminiumcarbide
+III
Al4C3
-IV

31. difosfortrioxide
+III
P2O3
-II

33. koper(I)chloride
Cu+ + Cl–
+I
CuCl
-I

35. kwik(II)sulfide
Hg2+ + S2–
+II
HgS
-II

37. siliciumdioxide
+IV
SiO2
-II

39. zinkhydroxide
Zn2+ + 2OH–
+II
Zn(OH)2
-II +I

41. kwik(II)bromide
Hg2+ + 2Br–
+II
HgBr2
-I

43. tin(II)sulfaat
Sn2+ + SO4
2– SnSO4
+II +VI

45. lithiumfosfaat
3Li+ + PO4
3– Li3PO4
+V

47. cadmiumsulfide
Cd2+ + S2–
+II
CdS
-II

49. lood(II)arsenaat(III) of lood(II)arseniet
3Pb2+ + 2AsO3
3–
+III
Pb3(AsO3)2

51. calciumhypojodiet
Ca2+ + 2IO– Ca(IO)2
+I

53. aluminiumchloraat
Al3+ + 3ClO3
–
+V
Al(ClO3)3

55. natriumchloriet
Na+ + ClO2
–
+III
NaClO2

57. ijzer(III)arsenaat(V)
Fe3+ + AsO4
3–
+V
FeAsO4

59. ammoniumthiocyanaat
NH4
+ + SCN–
-III
NH4SCN
-II +IV -III

61. natriumcarbonaat
2Na+ + CO3
2–
+IV
Na2CO3

63. calciummanganaat
Ca2+ + MnO4
2–
+VI
CaMnO4

65. aluminiumnitride
AlN
+III -III

67. natriumwaterstoffosfaat
2Na+ + HPO4
2–
+V
Na2HPO4

69. calciumnitride
Ca3N2
+II -III

71. zilverchloride
Ag+ + Cl–
AgCl

73. natriumdiwaterstofarsenaat(V)
Na+ + H2AsO4
–
+V
NaH2AsO4

75. tin(II)oxide
SnO

77. ijzer(III)bromide
Fe3+ + 3Br–
FeBr3

79. calciumarsenaat(III) of calciumarseniet
3Ca2+ + 2AsO3
3–
+III
Ca3(AsO3)2

81. mangaan(II)hypochloriet
Mn2+ + 2ClO–
+I
Mn(ClO)2

83. dikwik(I)sulfide
Hg2
2+ + S2– Hg2S
+I -II

85. water
+I
H2O
-II

87. natriumperoxide
2Na+ + O2
2– Na2O2
+I -I

89. koolstofdisulfide
+IV
CS2
-II

91. zilvernitraat
Ag+ + NO3
–
+V
AgNO3

93. bariumchloraat
Ba2+ + 2ClO3
–
+V
Ba(ClO3)2

95. bariumchloride
Ba2+ + 2Cl– BaCl2

97. siliciumchloride
Si4+ + 4Cl– SiCl4

99. zinkcarbide
+II
Zn2C
-IV

101. natriummanganaat
2Na+ + MnO4
2–
+VI
Na2MnO4

103. ammoniumdichromaat
2NH4
+ + Cr2O7
2–
+VI
(NH4)2Cr2O7
About the Cover: The series of panels on the cover show an alcohol-soaked fuse placed on a small mound of ammonium dichromate and ignited. The orange ammonium dichromate decomposes
to form nitrogen, water vapor, and greenish-black chromium(III) oxide. The cover images are from one of the many videos available at the JCE Chemical Education Xchange Web site (ChemEd
X, http://www.jce.divched.org/).

105. koper(I)nitraat
Cu+ + NO3
–
+V
CuNO3

107. calciumperchloraat
Ca2+ + 2ClO4
–
+VII
Ca(ClO4)2

109. zinknitriet
Zn2+ + 2NO2
–
+II
Zn(NO2)2
+III

111. zilversulfaat
2Ag+ + SO4
2– Ag2SO4
+VI

113. calciumchloraat
Ca2+ + 2ClO3
–
+V
Ca(ClO3)2

115. tin(IV)sulfaat
Sn4+ + 2SO4
2– Sn(SO4)2
+VI

117. natriumwaterstoffosfaat
2Na+ + HPO4
2–
+V
Na2HPO4

119. kaliumchromaat
2K+ + CrO4
2–
+VI
K2CrO4

121. calciummanganaat
Ca2+ + MnO4
2–
+VI
CaMnO4

123. lithiumchloraat
Li+ + ClO3
–
+V
LiClO3

125. natriumperchloraat
Na+ + ClO4
–
+VII
NaClO4

127. natriumacetaat
Na+ + CH3COO–
-III
CH3COONa
+III

129. ammoniumhydroxide
NH4
+ + OH–
-III
NH4OH

131. calciumbromaat
Ca2+ + 2BrO3
–
+V
Ca(BrO3)2

133. natriumdichromaat
2Na+ + Cr2O7
2–
+VI
Na2Cr2O7

135. lood(II)arsenaat(V)
3Pb2+ + 2AsO4
3–
+V
Pb3(AsO4)2

137. calciumwaterstofcarbonaat
Ca2+ + 2HCO3
–
+IV
Ca(HCO3)2

139. lithiumcarbonaat
2Li+ + CO3
2–
+IV
Li2CO3

141. mangaan(II)hypojodiet
Mn2+ + 2IO–
+I
Mn(IO)2

143. kaliumnitraat
K+ + NO3
–
+V
KNO3

145. zilverchromaat
2Ag+ + CrO4
2–
+VI
Ag2CrO4

147. koper(II)antimonaat(III)
3Cu2+ + 2SbO3
3–
+III
Cu3(SbO3)2
koper(II)antimoniet

149. natriumantimonaat(V)
3Na+ + SbO4
3–
+V
Na3SbO4

151. koper(II)hypobromiet
Cu2+ + 2BrO–
+I
Cu (BrO)2

153. bismut(III)chloriet
Bi3+ + 3ClO2
–
+III
Bi(ClO2)3

155. bariumhydroxide
Ba2+ + 2OH– Ba(OH)2

157. calciumwaterstofarsenaat(V)
Ca2+ + HAsO4
2–
+V
CaHAsO4

159. lood(II)waterstofantimonaat(V)
Pb2+ + HSbO4
2–
+V
PbHSbO4

161. koper(I)diwaterstofantimonaat(III)
Cu+ + H2SbO3
–
+III
CuH2SbO3

163. bariumdiwaterstoffosfaat
Ba2+ + 2H2PO4
–
+V
Ba(H2PO4)2

165. bismut(III)manganaat
2Bi3+ + 3MnO4
2–
+VI
Bi2(MnO4)3

167. natriumthiosulfaat
2Na+ + S2O3
2–
(+2)
Na2S2O3

169. ammoniumchromaat
2NH4
+ + CrO4
2–
+VI
(NH4)2CrO4

171. magnesiumpyrofosfaat
2Mg2+ + P2O7
4–
(+5)
Mg2P2O7
P2O7
4- di- of pyrosfosfaat 2H3PO4 – H2O ≡ H4P2O7
Hulpmiddel bij naamgeving!

173. natriumtetrathionaat
2Na+ + S4O6
2–
(+2,5)
Na2S4O6

175. oxaalzuur/waterstofoxalaat
2H+ + –OOCCOO–
+III
HOOCCOOH
+III
2H+ + C2O4
2–
(+3)
H2C2O4
of

177. chroom(III)sulfide
2Cr3+ + 3S2– Cr2S3

179. ijzer(II)hydroxide
Fe2+ + 2OH– Fe(OH)2

181. kaliumzinkaat
2K+ + ZnO2
2– K2ZnO2
+II

183. ammoniumthiocyanaat
NH4
+ + SCN– NH4SCN
-III -II+IV-III

185. diantimoonpentaoxide/antimoon(V)oxide
Sb2O5
+V

187. bismut(III)metafosfaat
PO3
- metafosfaat H3PO4 – H2O ≡ HPO3
Bi3+ + 3PO3
–
+V
Bi(PO3)3

189. natriumsilicaat
2Na+ + SiO3
2– Na2SiO3
+IV

191. fosforpentachloride
PCl5
+V

193. zilverthiosulfaat
2Ag+ + S2O3
2– Ag2S2O3
(+2)

195. cerium(III)perjodaat
Ce3+ + 3IO4
–
Ce(IO4)3
+VII

197. chroom(III)carbonaat
2Cr3+ + 3CO3
2–
+IV
Cr2(CO3)3

199. dikwik(I)sulfiet
Hg2
2+ + SO3
2–
+IV
Hg2SO3

201. koper(II)sulfaat∙5aqua / koper(II)sulfaat∙pentahydraat
Cu2+ + SO4
2–
+VI
CuSO4∙5H2O+ 5H2O

203. zwaveltetrachloride
SCl4
+IV

205. natriumstanniet / natriumstannaat(II)
2Na+ + SnO2
2– Na2SnO2
+II

207. kaliumstannaat
2K+ + SnO3
2– K2SnO3
+IV

209. ammoniak
NH3
-III +I
http://www.rsc.org/Education/EiC/issues/2007May/WhoReallyDiscoveredHaberProcess.asp

210. fosfine
PH3
-III +I
https://www.youtube.com/watch?v=P3PpupxmhFs

211. arsine
AsH3
-III +I

212. stibine
SbH3
-III +I

213. natriumhydride
NaH
+I -I
https://www.youtube.com/watch?v=zxaWgu2qxZw

215. aluminiumhydride
AlH3
+III -I

217. magnesiumammoniumfosfaat
Mg2+ + NH4
+ MgNH4PO4
+V
PO4
3–+
dubbelzout

219. aluminiumthiosulfaat
2Al3+ + 3S2O3
2– Al2(S2O3)3
(+2)

221. strontiumchloride
Sr2+ + 2Cl– SrCl2

223. ijzer(III)thiocyanaat
Fe3+ + 3SCN– Fe(SCN)3
-II+IV-III

225. waterstofhypobromiet / hypobromigzuur
H+ + BrO– HBrO
+I

227. dichloortrioxide
Cl2O3
+III -II

229. waterstofarsenaat(III) / arsenigzuur
3H+ + AsO3
3– H3AsO3
+III

231. waterstofchloriet / chlorigzuur
H+ + ClO2
– HClO2
+III

233. calciumpyrosulfiet
Ca2+ + S2O5
2–
(+4)
CaS2O5
S2O5
2- di- of pyrosulfiet 2H2SO3 – H2O ≡ H2S2O5

235. salpeterzuur / waterstofnitraat
H+ + NO3
–
+V
HNO3

237. kaliumcyanaat
K+ + OCN– KOCN
-II+IV-III

239. koper(II)pyrosulfaat
Cu2+ + S2O7
2–
(+6)
CaS2O7
S2O7
2- di- of pyrosulfaat 2H2SO4 – H2O ≡ H2S2O7

241. waterstofantimoniet of antimonigzuur
3H+ + SbO3
3– H3SbO3
+III

243. ammoniumbromide
NH4
+ + Br– NH4Br
-III

Mg2+ + NH4
+ MgNH4SbO4
+V
SbO4
3–+
dubbelzout
245. magnesiumammoniumantimonaat(V)

247. nikkel(II)carbonaat
Ni2+ + CO3
2–
+IV
NiCO3

249. nikkel(III)chloride
Ni3+ + 3Cl– NiCl3

251. koper(II)stannaat
Cu2+ + SnO3
2– CuSnO3
+IV

253. koper(II)waterstofcarbonaat
Cu2+ + 2HCO3
– Cu(HCO3)2
+IV

255. waterstofhypochloriet
H+ + ClO– HClO
+I

257. pyrofosforzuur of waterstofpyrofosfaat
4H+ + P2O7
4–
(+5)
H4P2O7
2H3PO4 – H2O ≡ H4P2O7

259. fosforpentajodide
PI5
+V-I

261. tin(II)fluoride
Sn2+ + 2F– SnF2

263. ammoniumperoxodisulfaat
2NH4
+ + S2O8
2– (NH4)2S2O8

Intermezzo
De structuur van het peroxodisulfaat-ion is gelijkaardig aan dit van het sulfaat-ion, maar er is wel een peroxo-groep aanwezig
tussen de twee zwavelatomen.
Elk zwavelatoom heeft drie zuurstofatomen met een formele lading gelijk aan -2 en de peroxozuurstoffen hebben een lading die
gelijk is aan -1. Bijgevolg heeft elk zwavelatoom een totale formele lading die gelijk is aan -7 komende van de zuurstofatomen.
De lading van het peroxodisulfaat-ion is gelijk aan -2. Dit betekent dat elk van de zwavelatomen een formele lading heeft die
gelijk is aan +6. Als de invididuele ladingen van de atomen worden opgeteld, krijg je de lading van het peroxodisulfaat-ion,
namelijk [(O)3–––S––––O––––O––––S–––(O)3]2–
(-6) + (+6) + (-1) + (-1) + (+6) + (-6) = -2

265. natriumtetraboraat
2Na+ + B4O7
2– Na2B4O7
+III

267. triloodtetraoxide
Pb3O4 ≡ PbO2∙2PbO
Pb3O4
+IV +II
Mengoxide!
loodmenie

268. triijzertetraoxide
Fe3O4 ≡ Fe2O3∙FeO
Fe3O4
+III +II
Mengoxide!

269. zinkdikaliumwaterstofarsenaat(V)
Zn2+ + 2K+ ZnK2(HAsO4)2
+V
2HAsO4
2–+
dubbelzout

271. ammoniumwaterstofarsenaat(V)
2NH4
+ + HAsO4
2– (NH4)2HAsO4

273. ijzer(III)tetrathionaat
2Fe3+ + 3S4O6
2– Fe2(S4O6)3
(+2,5)

274. ammoniummagnesiumfosfaat∙hexahydraat
NH4
+ + Mg2+ NH4MgPO4∙6H2OPO4
3–+ + 6H2O
struviet
Bron: https://www.nrc.nl

275. kaliumtrijodide
K+ + I3
– KI3
(-1/3)
I3
– ≡ I2 ∙ I–
0 -I

276. kaliumtribromide
K+ + Br3
– KBr3
(-1/3)
Br3
– ≡ Br2 ∙ Br–
0 -I

277. calciumhydride
CaH2
+II -I
Bron: R. H. Petrucci, W. S. Harwood, F. G. Herring, General Chemistry, 8th Ed., Prentice Hall, 2002
CaH2 en water
Fenolftaleïne kleurt
paars in basisch midden

Hoofdstuk1 - Nomenclatuur - 1 BLT

Recommended

Recommended

More Related Content

What's hot

What's hot (20)

Viewers also liked

Viewers also liked (13)

More from Tom Mortier

More from Tom Mortier (18)

Hoofdstuk1 - Nomenclatuur - 1 BLT