SlideShare a Scribd company logo
1 of 69
Download to read offline
Daan de Jager
Xander van Berckel Bik
Yoshi Knotter
Michael Neervoort
HAAGSE HOGESCHOOL BIM-I, Intervention Research Project
15 juni 2016, versie 1.0
ADVIESRAPPORT
Intervention Research Project
Design thinking
Voorwoord
De afgelopen zes weken zijn wij als projectgroep bezig geweest om een (technologische)oplossing te
bedenken die de levenssituatie onder ouderen moet verbeteren. Deze opdracht voeren wij uit in
opdracht van het lectoraat van de Haagse Hogeschool en de gemeente Zoetermeer.
Om dit onderzoek mogelijk te maken hebben een aantal partijen zich aangemeld/beschikbaar
gesteld. Allereerst willen wij de gemeente van Zoetermeer bedanken voor het beschikbaar stellen
van deze “real life” opdracht.
Ten tweede willen wij de betrokken ouderen bedanken voor de tijd, moeite en gastvrijheid
gedurende ons onderzoek.
Ten derde willen wij de gesproken experts bedanken, in het bijzonder mevrouw M. Kessels
(beweging), mevrouw E. Doon (wonen), J. Slotman (eenzaamheid) en I-J. Lemstra (thuiszorg).
Ten slotte willen wij de begeleidende docent, R. Loggen, bedanken voor zijn begeleiding gedurende
dit project.
Zoetermeer, Juni 2016
Daan de Jager
Michael Neervoort
Yoshi Knotter
Xander van Berckel Bik
Management samenvatting
De aanleiding van dit onderzoek is om de leefsituatie van ouderen (65+) binnen de gemeente
Zoetermeer te verbeteren. Dit onderzoek is daarom ook in samenwerking met de gemeente
Zoetermeer, De Haagse Hogeschool en Ouderenbond uitgevoerd. Het onderzoek betreft het in kaart
brengen van behoeftes van de doelgroep (ouderen 65+), tot nieuwe inzichten komen en het
vraagstuk vanuit de doelgroep invulling te geven.
De fundering van het onderzoek is opgebouwd vanuit verschillende methodes. Deze methodes zijn
toegepast in de verschillende fases, empathy, define, ideate en prototying/testing van het
onderzoek. Voor de verantwoording van de gekozen methoden en technieken verwijzen wij naar
hoofdstuk 3.
Om de behoeftes vanuit de doelgroep vast te stellen hebben wij in de empathy fase, empatische
interviews afgenomen. Deze interviews zijn afgenomen met de, door de vakdocent toegewezen,
ouderen. De informatie vanuit deze interviews is met alle onderzoekteams gedeeld zodat er een
realistisch beeld ontstaat van de doelgroep. De informatie van deze interviews zijn ook visueel
verwerkt met post-its, zodat deze in de define fase te gebruiken zijn.
De define fase betreft het structureren van de informatie die verkregen is in de empathy fase. De
informatie is middels verschillende thema’s gestructureerd en middels deze structuur werden er
patronen zichtbaar binnen de verkregen informatie. Om een gezicht te vormen achter deze
informatie zijn er persona’s opgesteld. Deze persona’s vertegenwoordigen een belangrijk gedeelte
uit de doelgroep en worden daarom gebruikt als weerspiegeling van de doelgroep.
Aan de hand van structurering van de informatie zijn er op verschillende creatieve manieren
(methodes) oplossingen bedacht voor het vraagstuk vanuit de doelgroep. Middels deze methodes
zijn er een grote hoeveelheid aan oplossingen voorgekomen. Aan de hand van interviews met
experts zijn wij ook tot nieuwe inzichten gekomen op gebied van wonen, beweging, thuiszorg en
eenzaamheid.
Niet al deze oplossingen zijn even goed of even relevant aan de doelgroep. Middels verschillende
methodes hebben wij in de prototyping en testfase de hoeveelheid oplossingen gereduceerd naar
een top vijf. Deze oplossingen zijn middels de ‘engaging’ testmethode getest bij de experts. Aan de
hand van deze informatie en deskresearch hebben wij bepaald dat de motivatieweegschaal onze
oplossing is voor het vraagstuk vanuit de doelgroep.
De motivatieweegschaal is een motiverende tool om ouderen aan het bewegen te krijgen. Uit
onderzoek blijkt namelijk dat 60% van de ouderen de minimale bewegingsnorm van 30 minuten per
dag niet haalt. Dit is zorgwekkend, maar de motivatieweegschaal biedt hier de oplossing voor.
Inhoudsopgave
1. Inleiding ............................................................................................................................... 1
2. Projectgroep......................................................................................................................... 3
3. Gebruikte methoden............................................................................................................. 4
3.1. Empathy fase........................................................................................................................... 4
Empathische interviews .................................................................................................................. 4
Deskresearch en literatuuronderzoek............................................................................................. 4
Day-in-a-life..................................................................................................................................... 4
3.2. Define fase............................................................................................................................... 4
Brainstormen................................................................................................................................... 4
Share & capture............................................................................................................................... 5
Categoriseren .................................................................................................................................. 5
Thema’s & patronen........................................................................................................................ 5
Inzicht statements........................................................................................................................... 5
Persona’s ......................................................................................................................................... 5
How Might We’s.............................................................................................................................. 5
Expertinterviews.............................................................................................................................. 6
3.3. Ideation fase............................................................................................................................ 6
635 Brainstorm................................................................................................................................ 6
Mash-up ideeën............................................................................................................................... 6
Fast Idea Generator......................................................................................................................... 6
COCD Box......................................................................................................................................... 7
3.4. Prototype & test fase............................................................................................................... 7
Engaging testing .............................................................................................................................. 7
Prototyping on paper ...................................................................................................................... 7
3.5. Ecosysteem fase ...................................................................................................................... 7
Logic model ..................................................................................................................................... 7
4. Onderzoeksopzet.................................................................................................................. 8
4.1. Traceability.............................................................................................................................. 8
4.2. Openstaande beperkingen ...................................................................................................... 9
5. Empathy fase...................................................................................................................... 10
6. Define fase ......................................................................................................................... 13
7. Ideate fase.......................................................................................................................... 16
8. Prototype & Test fase.......................................................................................................... 19
8.1. Opbouw prototype ................................................................................................................ 20
9. Ecosysteem fase.................................................................................................................. 22
10. Het idee .......................................................................................................................... 24
11. Advies & aanbevelingen .................................................................................................. 26
11.1. Acties voor in de toekomst ................................................................................................ 27
11.2. Stakeholders ...................................................................................................................... 27
12. Conclusie ........................................................................................................................ 28
Referentie tabel ......................................................................................................................... 29
Lijst met tabellen en figuren ....................................................................................................... 31
Literatuurlijst ............................................................................................................................. 32
Bijlagen...................................................................................................................................... 34
Bijlage A: Interviewboekje................................................................................................................. 34
Bijlage B: Persona’s ........................................................................................................................... 36
Bijlage C: Expertinterview Eenzaamheid........................................................................................... 38
Bijlage D: Expertinterview bewegen.................................................................................................. 40
Bijlage E: Expertinterview Wonen ..................................................................................................... 41
Bijlage F: Expertinterview thuiszorg.................................................................................................. 43
Bijlage G: Foto’s uitgewerkte HMW-vragen...................................................................................... 44
Bijlage H: Interview ouderen Michael ............................................................................................... 48
Bijlage I: Interview ouderen Daan ..................................................................................................... 53
Bijlage J: Interview ouderen Yoshi..................................................................................................... 55
Bijlage K: Interview ouderen Xander ................................................................................................. 56
Bijlage L: Interview 2 ouderen Michael ............................................................................................. 58
Bijlage M: Interview 2 ouderen Xander............................................................................................. 61
Bijlage N: Interview 2 ouderen Daan................................................................................................. 63
Bijlage O: Deskresearch adoptie onder ouderen............................................................................... 64
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 1
1. Inleiding
De afgelopen zes weken hebben wij ons bezig gehouden met wat de behoeften zijn van ouderen
boven de 65. Dit rapport bevat onze weg naar het uiteindelijke resultaat, een prototype en hoe er
verder kan worden onderzocht. De weg ernaar toe is gedaan aan de hand van verschillende
methoden en technieken die wij tijdens deze periode op de Haagse Hogeschool hebben geleerd. Zo
zijn er verschillende personen binnen de doelgroep gesproken en zijn er experts op bepaalde
gebieden geraadpleegd. Uiteindelijk hebben wij een idee uitgewerkt tot een prototype en getest bij
experts.
Dit onderzoek is gestart naar aanleiding van de course ‘Intervention Research Project’ binnen het
blok BIM-I. In dit blok kijken wij hoe de levenssituatie van 65-plussers met behulp van technologie
kan worden verbeterd. Dit gebeurt in samenwerking met de gemeente Zoetermeer en de Haagse
Hogeschool. De opdracht had meerdere aspecten in zich, die luidde als volgt:
 Ontwikkelen van innovatieve ideeën die (op termijn, door partijen kunnen worden
gerealiseerd) de vitaliteit van ouderen kan verbeteren en hiermee kwaliteit van leven kan
versterken.
 Het ontwikkelen van mensgerichte ontwerp-competenties bij studenten.
 Het versterken van de samenwerking van diverse partijen binnen de gemeente Zoetermeer
rond de vitaliteit van haar inwoners.
 Bijdragen aan kenniscirculatie en –creatie door de Haagse Hogeschool in haar regio.
Aan de hand van ons onderzoek, interviews met de doelgroep en experts zijn wij gekomen tot een
advies. Dit advies bevat een nieuw idee wat kan helpen bij het langer zelfstandig thuis wonen van 65-
plussers. Het bedenken van een nieuwe oplossing voor deze doelgroep is van belang omdat deze
doelgroep steeds groter wordt (Ouderenfonds, 2015).
Hieronder vindt u een korte introductie tot de verschillende hoofdstukken die in dit adviesrapport
staan en wat daarin terug te vinden is.
Hoofdstuk 2, Projectgroep: wie zijn er betrokken geweest bij het project, de uitvoerende personen
en wie waren de opdrachtgevers.
Hoofdstuk 3, Gebruikte methoden: welke methoden zijn er gebruikt tijdens deze periode en welke
bronnen zijn daarvoor gebruikt.
Hoofdstuk 4, Onderzoeksopzet: hoe is het onderzoek opgezet, waar is het uitgevoerd en welke
doelgroep was er bij betrokken.
Hoofdstuk 5, Empathy fase: de uitvoerende projectleden zijn zich gaan inleveren in de doelgroep aan
de hand van verschillende methoden.
Hoofdstuk 6, Define fase: structuur aanbrengen in de gevonden thema’s en patronen uit de fase
empathy.
Hoofdstuk 7, Ideate fase: met verschillende methoden ideeën bedenken en voorleggen aan experts.
Hoofdstuk 8, Prototype en test fase: vanuit een top 5 van ideeën naar de beste oplossingen kijken en
een prototype bouwen. Dit vervolgens testen onder de experts.
Hoofdstuk 9, Ecosysteem: hier bedenken wij hoe het concept verder uitgewerkt kan worden en
eventueel op de markt kan komen.
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 2
Hoofdstuk 10, Het idee: uitleg van het concept.
Hoofdstuk 11, Advies & aanbevelingen: het uiteindelijke advies met de daarbij behorende
aanbevelingen.
Hoofdstuk 12, Conclusie: de eindconclusie van ons onderzoek.
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 3
2. Projectgroep
Dit hoofdstuk bevat informatie over de projectgroep, de opdrachtgevers en begeleidend docent.
Tijdens dit project hebben wij in de volgende samenstelling gewerkt.
 Michael Neervoort
 Daan de Jager
 Yoshi Knotter
 Xander van Berckel Bik
Wij zijn studenten aan de Haagse Hogeschool te Zoetermeer en studeren Business IT & Management
(voorheen Bedrijfskundige Informatica). Voor de course Intervention Research Project (IRP) van het
blok BIM-I, zijn wij gevraagd om de levenssituatie van ouderen binnen Zoetermeer te verbeteren.
Deze opdracht wordt uitgevoerd in samenwerking met de gemeente van Zoetermeer.
Mocht u ons willen contacteren, dan kan dat via de volgende contactgegevens:
Naam: Email:
Michael Neervoort 12094366@student.hhs.nl
Daan de Jager 12094994@student.hhs.nl
Yoshi Knotter 13035185@student.hhs.nl
Xander van Berckel Bik 12086436@student.hhs.nl
Tabel 1: Namen studenten projectgroep
Hieronder meer informatie over de opdrachtgevers en begeleidend docent:
Naam: Organisatie Functie
Roeland Loggen HHS Docent
Karien Damen Gemeente Zoetermeer Senior netwerk regisseur
Tinus Jongert Lectoraat Gezonde levensstijl Lector
Koos Graniewski Ouderenbond Voorzitter
Esther Doon Vidomes Gebiedsconsulent
Tabel 2: Namen opdrachtgevers en docent
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 4
3. Gebruikte methoden
Tijdens dit project zijn er verschillende methoden gebruikt om tot het eindresultaat te komen.
Hieronder volgt per fase de gebruikte methoden en technieken met verdere uitleg en hoe wij het
hebben aangepakt. Verderop in het document worden de fases verder uitgewerkt, met meer details
en waar wij onze informatie vandaan hebben.
3.1. Empathy fase
Empathische interviews
Om een beter beeld te krijgen van je doelgroep, wat de behoefte en de problemen of
belemmeringen zijn kan er gebruik gemaakt worden van de interviewtechniek; empathisch interview.
Dit is een open interview dat gehouden wordt in een ruimte waar de geïnterviewde zich thuis en
‘veilig’ voelt. Vaak is dit zelfs bij de geïnterviewde thuis, dit moet ervoor zorgen dat de persoon vrijuit
kan vertellen en niet echt het idee heeft dat hij of zij een vragenlijst op zich af krijgt. De interviewer
neemt niet alleen bepaalde antwoorden mee terug maar ook de emoties en gevoelens die hij of zij
tijdens het interview heeft waargenomen. (Lv̜lie, Reason, & Polaine, 2013)
Deskresearch en literatuuronderzoek
Tijdens dit project hebben wij uiteraard gebruik gemaakt van de methoden deskresearch en
literatuuronderzoek. Dit houdt in dat er door het team op zoek is gegaan naar feitelijke en praktische
informatie maar ook wetenschappelijke en theoretische informatie (Poortinga, 2015). Het uitvoeren
van deskresearch en literatuuronderzoek heeft geholpen bij het uitvoeren en begrijpen van bepaalde
zaken gedurende het gehele project. Het doel van deze methoden is daarnaast ook om onze eigen
onderzoek sterker neer te zetten door te onderbouwen met onderwerpen die al onderzocht zijn.
Day-in-a-life
Hoe komt iemand van 70 jaar of ouder, met slecht zicht en weinig sociale contacten zijn dag door?
Aan de hand van een ‘day-in-a-life’ kan je jezelf proberen in te leven. Het is vooral bedoeld om zelf
een beeld te creëren met de belemmering of juist zaken waar iemand blij van wordt op papier te
zetten in verhaalvorm (story-telling). Er wordt een hele dag geschetst in verhaalvorm met de
activiteiten die het fictieve persoon meemaakt. Daarnaast wordt genoteerd wat er goed of minder
goed gaat, hoe de persoon zich erbij voelt. Dit zijn aannames die gemaakt worden, het gaat er echt
om dat de schrijver van een ‘day-in-a-life’ zich probeert in te leven in een persoon waar je van te
voren geen bedenkingen bij hebt (Loggen, 2016).
3.2. Define fase
Brainstormen
Met de methode brainstormen kunnen ideeën ontwikkeld worden, het is de bedoeling om alleen of
in een groep gezamenlijk na te denken over een onderwerp en zoveel mogelijk erover neer te zetten.
De methode bestaat uit twee fases; ideegeneratie (divergentie) en idee-evaluatie (convergentie).
Eerst worden er dus zoveel mogelijk ideeën bedacht en vervolgens wordt er kritisch naar gekeken en
over de ideeën geoordeeld. Tijdens de eerste fase, ideegeneratie, wordt nog geen oordeel of kritiek
geleverd op ideeën. Het is daarnaast de bedoeling zoveel mogelijk te bedenken, kwantiteit over
kwaliteit. In de tweede fase wordt pas over andere zaken nagedacht, zoals de haalbaarheid of dat het
idee al bestaat. Uiteindelijk probeer je een top tien te krijgen nadat er geconvergeerd is, vanuit hier
ga je de ideeën wat verder uitdenken en misschien zelfs voorleggen bij de doelgroep. (De Vos, 2013)
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 5
Share & capture
De Share & Capture methode is een methode die net de fase van empathy naar define overlapt. Aan
het eind van de empathy fase kom je als team bij elkaar om je kennis te delen die je eerder hebt op
gedaan tijdens de interviews/field research, ook al was het hele team aanwezig bij hetzelfde
interview is het nog van belang om uit te leggen hoe eenieder dit interview heeft ervaren.
Tijdens deze methode komt elk teamlid aan het woord om zijn ervaringen en kennis te delen die hij
heeft opgedaan tijdens de interviews/field research. Hier wordt de opgedane kennis en de
observaties gedeeld met de rest van het team door op te schrijven wat je hebt gehoord en gezien.
Het uiteindelijke doel van deze methode is om te begrijpen wat er bij elk teamlid aan de gang is en
hoe iedereen het ervaart. (Plattner, 2012)
Categoriseren
Wanneer de thema’s en patronen inzichtelijk geworden zijn. Kan de “design wall” hierop worden
ingericht. Ook kan er nog voor gekozen worden om meerdere patronen of thema’s samen te nemen.
De design wall zal hierdoor van een grote groep post-its veranderen naar kleinere groepjes van post-
its. Deze kleinere groepen gaan dan over hetzelfde thema. Door de design wall anders in te richten,
wordt deze overzichtelijker voor het designteam. (d.school, 2015) (Plattner, 2012)
Thema’s & patronen
Na het afnemen van interviews bij de doelgroep, worden alle uitgewerkte interviews naast elkaar
gelegd en nogmaals doorgenomen. Dit met als doel om thema’s binnen de verschillende interviews
te ontdekken. Ook kunnen er bepaalde patronen worden onthuld. Deze methode is een voorzet van
het categoriseren van (eventuele) nieuwe thema’s. (Design Kit, 2015) (Plattner, 2012)
Inzicht statements
Inzicht statements zijn inzichten die je gedurende het onderzoek opdoet door het steeds verkrijgen
van nieuwe informatie. Deze inzichten komen vaak uit het niets en zorgen ervoor dat er weer nieuwe
motivatie en enthousiasme ontstaat voor het vervolg van het onderzoek. Inzichten zorgen er ook
voor dat het onderzoek op een andere manier wordt gezien. Dit kan er vervolgens voor zorgen dat
het onderzoeksteam op nieuwe innovatieve ideeën komt. (Design Kit, 2015) (Plusacumen, 2014)
Persona’s
Een persona wordt meestal opgesteld aan de hand van verschillende observaties en/of interviews. In
de persona komen vervolgende de meest opvallende of interessante kenmerken van de doelgroep
terug. Het maken van een persona helpt daarom bij het begrijpen van/inleven in de doelgroep. Ook
zorgt een persona ervoor dat de situatie vanuit het perspectief van de betreffende doelgroep
bekeken wordt. Doordat er vanuit het perspectief van de doelgroep gekeken wordt, is het
makkelijker om te bedenken wat er in de wereld van de doelgroep omgaat/gebeurd. Tenslotte kan
het maken van een persona bijdragen aan het vinden van belangrijke patronen binnen de
betreffende doelgroep. (Kimbell, Service Innovation Handbook, 2016) (d.school, 2013) (DIY, 2010)
(mediaLABamstedam, sd)
How Might We’s
De How Might We methode is een methode waarbij er een korte vraagstelling wordt gedefinieerd
om later over te kunnen brainstormen en kan worden toegepast in de ideation fase. De How Might
We vragen moeten zo worden opgesteld dat deze breed genoeg zijn voor veel mogelijke oplossingen
maar toch concreet genoeg om toch grenzen te trekken. Brede vragen kunnen gemakkelijk worden
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 6
opgedeeld in meerdere, concretere, vraagstukken om zo tijdens een brainstormsessie concreter na
te denken over de verschillende mogelijkheden en ideeën. (d.school, 2012)
Expertinterviews
Voor onderzoek naar de vereenzaming onder ouderen, zijn expertinterviews van essentieel belang.
Expert kunnen ons meer vertellen op gebied van eenzaamheid, wonen, bewegen en thuiszorg. Deze
experts verzien ons van informatie waar wij zelf niet snel op zouden komen, omdat hier vele uren
van deskresearch en onderzoek in zouden zitten.
De expert op gebied van eenzaamheid voorziet ons van informatie die wij nodig hebben om te
bepalen wat eenzaamheid precies is. De informatie met betrekking tot wonen wordt voorzien door
een expert die werkzaam is bij een woningcorporatie. De expert op gebied van bewegen wordt
voorzien door een docent van De Haagse Hogeschool zelf. Informatie vanuit de thuiszorg wordt
voorzien van een medewerker bij de thuiszorg. (IDEO.org, 2015)
3.3. Ideation fase
635 Brainstorm
De brainstormsessie volgens de 6 (personen) 3 (minuten) 5 (ideeën) methode is op een andere
manier in de praktijk gebruikt dan de theorie voorschrijft. Wij hebben de brainstormsessie met 4
personen uitgevoerd.
De 435 brainstormsessie bevat 4 personen die in 3 minuten allemaal 5 ideeën moeten aanleveren.
Daarnaast kan er binnen de brainstormsessie worden verder gewerkt aan de ideeën die binnen de
sessie zijn ontstaan. Binnen deze brainstormsessie zijn er verschillende regels waar elke persoon zich
aan moet houden. Voorbeeld: “er mag tijdens de brainstormsessie geen kritiek geleverd worden”.
(Curedale, 2013)
Mash-up ideeën
Mash-up Idea bestaat voornamelijk uit het mixen van ideeën om tot nieuwe ideeën te komen. Een
bestaand idee wordt gebruikt, aangepast of omgebogen om met een ander idee samen te voegen.
Het samenvoegen van deze ideeën zorgt ervoor dat er vanuit twee bestaande ideeën, één nieuw
idee ontstaat. (IDEO.org, 2015)
Fast Idea Generator
Er bestaat altijd een moment dat het in de projectgroep vastloopt op gebied van het genereren van
nieuwe ideeën. De Fast Idea generator is hier perfecte methode voor om deze barrière te breken.
Het gebruik van de Fast Idea generator vraagt wel een vrije manier van denken, omdat er vanuit een
ander perspectief naar zaken wordt gekeken. Bij het bedenken van nieuwe ideeën spelen er vaak
regels waar je onbewust rekening mee houdt. Het kijken vanuit een ander perspectief is daarom ook
de kracht van de Fast Idea generator.
Om zaken vanuit een ander perspectief te bekijken moeten zaken eerst uit elkaar worden gehaald,
om er dan vanuit een ander perspectief naar te kijken en om ze vervolgens weer in elkaar te zetten.
De fast Idea generator biedt een framework om vanuit een ander perspectief naar problemen te
kijken. Het framework biedt negen verschillende aanpakken om naar problemen te kijken. Het doel is
om de normale situatie te bewerken, breken of uit elkaar halen om vervolgens het
tegenovergestelde, maar wel passende, situatie neer te zetten. (UK, 2015)
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 7
COCD Box
De COCD-box is een matrix waarbij ideeën in maten van realiseerbaarheid en originaliteit kunnen
worden geplaatst. In deze matrix is op verticale lijn de mate van realiseerbaarheid en op horizontale
lijn de originaliteit van het idee. Wanneer deze methode wordt toegepast worden er per teamlid in
de groep een aantal ideeën (het aantal kan variëren, dit hangt af van het totaalaantal ideeën)
gekozen die hij of zij het beste vindt, deze ideeën moeten worden geplaatst in de vakken van de
matrix, dit moet per vak hetzelfde aantal ideeën bevatten.
Vervolgens wordt er gekeken welke ideeën het vaakste gekozen zijn en hier kan een top 5, top 10 of
een ander aantal worden gekozen van ideeën die het meeste voorkomen in de matrix. Op deze
manier wordt er een top aan ideeën opgesteld waar iedereen het over eens kan zijn.
Het doel van deze methode is om snel de beste ideeën te selecteren waarmee verder gegaan kan
worden met als voordelen dat er weinig discussie of kritiek voor komt en dat het relatief eenvoudig is
uit te voeren. (Middeldorp, 2014)
3.4. Prototype & test fase
Engaging testing
Om een prototype te testen kan er gebruik gemaakt worden van de methode ‘engaging’ om te
testen. Het doel hiervan is om binnen en buiten de doelgroep mensen het prototype te laten testen,
om te concluderen of het idee/prototype bij de doelgroep aansluit. Bijvoorbeeld experts die het
onderzoek hebben bijgestaan, kunnen het prototypen testen en vanuit het vakgebied waarin zij
werkzaam zijn de test doorlopen. Dit zorgt ervoor dat je vanuit meerdere perspectieven input met
betrekking tot je idee/prototype. Feedback vanuit meerdere perspectieven zorgt ervoor dat het
prototype realistisch getest kan worden op meerdere vlakken.
Prototyping on paper
Deze methode is een veel gebruikte methode in het ‘human centered design process’. Aan de hand
van deze methode ontwerp je je prototype op papier om te kijken hoe iets er daadwerkelijk uit komt
te zien, zonder hoge kosten te maken. Op deze manier kan je veel feedback vanuit de doelgroep en
daarbuiten krijgen met betrekking tot je prototype, wat zal leiden tot een beter ontwerp van het
prototype.
3.5. Ecosysteem fase
Logic model
Een logic model is een verhaal of een afbeelding waarin de mate van inspanning op een visuele
manier wordt weergegeven. In dit model wordt er uitgelegd waarom de gekozen strategie een goede
oplossing is voor de probleemstelling aan de hand van de vijf stappen input, activiteiten, output,
resultaat en impact. Aan de hand van deze vijf stappen wordt er uitgelegd hoe en waarom een
bepaald programma of product werkt.
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 8
4. Onderzoeksopzet
Dit hoofdstuk beschrijft hoe wij onderzoek hebben gedaan en hoe het terug te vinden is in dit
adviesrapport. Het is belangrijk om de ‘traceability’ van een onderzoek duidelijk aan te geven zodat
op een ander moment hetzelfde onderzoek herhaald zou kunnen worden.
De tabel hieronder bevat de vier onderwerpen: plaats, tijd, steekproef en onderzoeksontwerp.
Hiervoor zijn vragen opgesteld en is antwoord opgegeven om aan de criteria te voldoen van een
degelijk onderzoek.
Onderwerp Vragen Antwoorden
Plaats Waar wordt het onderzoek
gehouden?
Binnen de gemeente
Zoetermeer.
Tijd Wanneer wordt het onderzoek
gehouden?
Tijdens blok BIM-I, dit beslaat
het 4e
blok. Periode van eind
april tot midden juni.
Steekproef Wie (personen/groepen) of
wat wordt er onderzocht?
Er worden vier personen van
65+ onderzocht, daarnaast
hebben wij toegang tot
interviewverslagen van acht
andere 65+’ers. We
onderzoeken de behoefte van
deze doelgroep.
Onderzoeksontwerp Welke methoden/techniek
voor het verzamelen en
analyseren van gegevens
wordt gebruikt?
Er wordt gebruik gemaakt van
empathische interviews en
observaties. Daarnaast wordt
er deskresearch uitgevoerd om
het onderzoek steviger neer te
zetten. Als laatst worden er
experts ingeschakeld om nog
meer informatie op te doen en
een aantal zaken te toetsen.
Tabel 3: Onderzoeksonderwerpen
4.1. Traceability
Aan de hand van een referentietabel wordt er in het adviesrapport gerefereerd naar interviews die
wij tijdens dit onderzoek hebben gedaan. Daarnaast zijn er ook interviews van andere
projectgroepen tot onze beschikking gesteld, die zijn ook opgenomen in de referentietabel. De tabel
beschikt over een aantal steekwoorden- of zinnen om aan te geven wat de bevindingen uit zo’n
gesprek waren. In de bijlage zijn de uitgewerkte interviews terug te vinden. Om alles makkelijk te
kunnen achterhalen zijn wij te werk gegaan met codes geven aan de verschillende interviews zodat
er makkelijk naar te refereren is, maar ook eenvoudiger is terug te vinden.
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 9
4.2. Openstaande beperkingen
Tijdens dit onderzoek hebben wij vier personen binnen de doelgroep kunnen interviewen en hebben
we de beschikking gekregen over interviewverslagen van acht andere deelnemers. Naar onze mening
is dit niet representatief genoeg voor de gehele doelgroep. Een aanname die wij dan ook gemaakt
hebben is dat er vooral personen mee hebben gedaan, omdat ze dit leuk vinden om te doen.
Hiermee bereik je bijvoorbeeld niet de personen binnen de doelgroep die ook eenzaam zijn. Het zou
dus kunnen zijn dat onze uiteindelijke oplossing niet geheel aansluit op de gehele doelgroep. Nader
onderzoek, met een steekproef die meer personen bevat, wordt dan ook sterk aangeraden.
Daarnaast hebben wij door gebrek aan tijd het product/concept niet geheel kunnen onderzoeken
qua haalbaarheid. Denk hierbij aan; makers van product, marketing, wie gaat het verkopen. Er zou
dus vervolgonderzoek gedaan moeten worden naar welke partijen eventueel dit product op de markt
zou willen brengen en wie het zou kunnen fabriceren. Ook met het oog op de verschillende
technologische aspecten van ons concept.
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 10
5. Empathy fase
Deze fase heeft in het teken gestaan van begrijpen van de doelgroep, maar ook ons inleven in de
doelgroep. Zoals in het hoofdstuk van gekozen methoden te lezen valt, zijn er meerdere activiteiten
uitgevoerd om ons beter voor te bereiden en in te leven. Hieronder is te zien dat deze fase aan het
begin van het ‘design thinking’ proces staat. Daarin worden verschillende fases langs gegaan.
Figuur 1: Design thinking process
Tijdens de empathische fase hebben wij gebruik gemaakt van de volgende methoden:
 Empathisch interview (Lv̜lie, Reason, & Polaine, 2013)
 Deskresearch en literatuuronderzoek (Poortinga, 2015)
 Day-in-a-life (Loggen, 2016)
Vanuit de opdrachtgever(s) zijn meerdere thema’s aangereikt, hier vanuit zijn wij ons onderzoek dan
ook gaan richten. Deze thema’s hebben wij op een rij gezet en verder deskresearch naar gedaan.
Hiervoor hebben wij gekozen om meer inzicht te krijgen binnen de thema’s en hoe die effect hebben
op onze doelgroep; ouderen 65+.
De thema’s waar wij naar gekeken hebben zijn als volgt:
 Sociaal
 Gezonde levensstijl
 Zelfstandigheid
 Gebruiken van diensten
 Informatie toegankelijkheid
 Chronische klachten
 Technologie
 Veiligheid (risico’s binnenshuis)
Binnen deze thema’s hebben wij vervolgens vragen bedacht die we konden stellen tijdens onze
interviews. Deze vragen zijn terug te vinden in de bijlage A (interviewboekje).
Voordat we begonnen aan de interviews hebben wij verschillende ‘day-in-a-life’ opgesteld. Deze
techniek heeft er voor gezorgd dat wij ons als projectteam meer konden en gingen inleven binnen
onze doelgroep. Wat ons hier opviel is dat er heel veel verschillende aspecten een rol kunnen spelen
met hoe iemand zijn dag eruit kan komen te zien. Daarnaast is de doelgroep, ouderen van 65+, heel
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 11
erg breed. Iemand van 80 jaar kan nog heel vitaal zijn en gemakkelijk zelfstandig thuis wonen terwijl
iemand van 70 jaar misschien al met allerlei kwalen rondloopt waardoor er veel hulp nodig is om de
dag door te komen.
Daarnaast hebben wij deskresearch gedaan naar een aantal zaken die in het hedendaagse leven
spelen. Denk hierbij aan; vergrijzing, risico’s zelfstandig thuis wonen, mantelzorg en technologie
adoptie onder ouderen. Het is een feit dat de bevolking steeds ouder (Nationaal Kompas, 2012)
wordt waardoor de doelgroep van ons onderzoek steeds groter wordt. Het is dus van belang om
bepaalde problemen nu aan te pakken voordat het te laat is. In 2040 bestaat de bevolking uit 26%
65-plussers, daarnaast zal het aantal 80-plus ruim verdubbeld zijn in 2040 (1.500.000) ten opzichte
van 2012 (600.000) (Schumacher, 2015).
Figuur 2: Vergrijzing neemt toe
Deze doelgroep woont ook steeds langer zelfstandig thuis, en dit neemt risico’s met zich mee.
Wanneer zij gezond zijn, is het gemakkelijk om zelfstandig thuis te blijven wonen. Maar zodra er
gezondheidsklachten naar boven komen is er extra zorg en soms zelfs aanpassingen aan het huis
nodig (Rijksoverheid, 2015). Er zijn al voorbeelden in Nederland waar ‘smart-houses’ gebouwd zijn,
hier wordt technologie gebruikt om personen gemakkelijker zelfstandig te laten wonen. Ook familie
en vrienden worden steeds vaker geraadpleegd om als mantelzorger aan te treden. Dit vergt veel
energie en tijd van hen. (Rijksoverheid, 2015)
Onder ouderen zit een verschil tussen technologie accepteren en adopteren. Dit verschil dat ouderen
de technologie in huis wel willen accepteren. Wanneer de technologie geadopteerd wordt, wanneer
er voor betaald moet worden, zijn ouderen echter terughoudend. De acceptatie en adoptie is
afhankelijk van de mate van nuttigheid in het gebruik, gericht op veiligheid en gemak, en weinig tot
geen kosten of rompslomp. Dit betekend dat ouderen zich vooral zorgen maken om de bruikbaarheid
en de kosten van de technologie. Naast de bovengenoemde factoren, die niet gezicht zijn op invloed
vanuit de sociale leefomgeving, speelt ook de mening van vrienden of familie een belangrijke rol. De
respondenten geven aan dat de acceptatie en adoptie sterk afhankelijk is van de sociale invloed
vanuit familie of vrienden. (Denissen, Seydel, Ben Allouch, & Dohmen, 2006)
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 12
Nadat het voorwerk is gedaan in de vorm van deskresearch, day-in-a-life en opstellen thema’s en
vragen voor de interviews, zijn wij onze doelgroep gaan interviewen. We hebben ervoor gekozen om
empathische interviews te houden. Dit houdt in dat er zoveel mogelijk wordt in- en meegeleefd met
de geïnterviewde. Zo zijn wij bijvoorbeeld bij de doelgroep thuis geweest om de interviews af te
nemen, hierdoor was het ook mogelijk om de omgeving te zien waarin zij leven. De interviews waren
open met enkel wat thema’s en bijbehorende vragen die van te voren waren opgesteld. Tijdens de
interviews hebben wij ook, waar mogelijk, de emoties van de geïnterviewde bij bepaalde
onderwerpen genoteerd. Hierdoor hebben wij een nog beter beeld gekregen wat bepaalde zaken
met de doelgroep doet.
De resultaten van deze interviews zijn vervolgens binnen de projectgroep maar ook aan de andere
projectgroepen gedeeld. Hiervoor is gekozen om een zo’n breed mogelijke set aan data te vergaren.
De antwoorden uit de interviews zijn vervolgens op post-its geschreven en op een ‘whiteboard’
geplakt onder het thema waar het antwoord thuishoort. Deze input zal vervolgens in de ‘Define fase’
gebruikt worden.
Figuur 3: Design wall, uitkomsten interviews
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 13
6. Define fase
In de define fase gaat om het creëren van overzicht en het opstellen van een onderzoekdoel. Tijdens
deze fase hebben wij de volgende methoden en technieken gebruikt:
 Share and capture (Plattner, 2012)
 Categoriseren (d.school, 2015)
 Thema’s en Patronen (Design Kit, 2015)
 Persona’s (Kimbell, Service Innovation Handbook, 2016) (d.school, 2013) (DIY, 2010)
(mediaLABamstedam, sd)
 Insight Statements (Design Kit, 2015) (Plusacumen, 2014)
 How Might We (HMW) (IDEO.org, 2015)
 Expertinterviews (IDEO.org, 2015)
In dit hoofdstuk zullen wij beschrijven hoe wij de define fase hebben uitgevoerd.
Zoals hierboven beschreven, gaat het in de define fase om het creëren van overzicht in alle verkregen
data vanuit de empathie fase. De data, die wij in de empathie fase hebben opgedaan door middel
van interviews, observaties en deskresearch, zal om worden gezet in bruikbare informatie. Om dit te
doen, hebben wij gebruik gemaakt van een aantal methoden en technieken, namelijk; Share and
Capture, Categoriseren en Thema’s en patronen. Deze technieken liggen qua uitvoeren heel dicht bij
elkaar en worden bijna tegelijkertijd uitgevoerd.
Met de share and capture methode wordt de informatie zoals de naam al zegt; gedeeld en
vastgelegd. Wij hebben als groep voor deze methode gekozen omdat deze makkelijk uit te voeren is
en toch maximaal resultaat oplevert. Zo hebben wij binnen de groep onze interviews met elkaar
besproken en geanalyseerd. Echter hebben wij onze verslagen ook buiten de groep gedeeld, namelijk
met klasgenoten. Ook van hen hebben wij interviewverslagen ontvangen. Door de informatie binnen
de klas te delen, hebben wij uiteindelijk een grote hoeveelheid data ontvangen. Hoe meer data wij
kunnen verzamelen voor ons onderzoek, hoe beter. Alle informatie hebben wij met post-its op een
whiteboard geplakt. Om de informatie goed traceerbaar te houden, hebben wij de post-its voorzien
van codes en kleuren. De kleuren hebben we binnen onze eigen groep gebruikt. De gebruikte codes
refereren naar ons traceerbestand. Door dit traceerbestand bij te houden, weten wij precies welke
informatie en uitspraken uit welk interview komen.
Geïnterviewde: Code: Geïnterviewde: Code:
Interview Ben Schipper BS Interview Xander van Berckel Bik XB
Interview Benjamin Wigleven BW Interview Yoshi Knotter YK
Interview Orrin Hoogervorst OH Interview 2 Daan de Jager DJ2
Interview Yama Yaghobie YY Interview 2 Michael Neervoort MN2
Interview Richard Kouwenberg RK Interview 2 Xander van Berckel Bik XB2
Interview Corstiaan Mulckhuijse CM Expert interview Eenzaamheid Ei1
Interview Ruben Cammeraat RC Expert interview Wonen Ei2
Interview Stefan van ’t Hof SH Expert interview Bewegen Ei3
Interview Daan de Jager DJ Expert interview Thuiszorg Ei4
Interview Michael Neervoort MN
Tabel 4: Referentietabel
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 14
Tijdens het analyseren van de interviewverslagen hebben wij opmerkelijke uitspraken en
gebeurtenissen of andere informatie op het whiteboard geplakt. Na het doornemen van alle
interviewverslagen hing het hele whiteboard vol met post-its.
Om deze informatie gestructureerd op te hangen, hebben wij de post-its gecategoriseerd in groepen.
Dit hebben wij gedaan door de post-its in thema’s te hangen. Deze thema’s zijn voortgekomen vanuit
de opdrachtgevers en waren dus vooraf bepaald. Het gaat om de volgende zeven thema’s: Sociaal,
Gezonde levensstijl, Zelfstandigheid, Gebruik van diensten, Informatietoegankelijkheid, Chronische
klachten en Technologie. De post-its hebben wij vervolgens onder het betreffende thema geplakt.
Door zowel de methoden “categoriseren” als “thema’s en patronen” te gebruiken, kreeg ons
whiteboard snel een overzichtelijke structuur, waarin alle informatie goed was terug te vinden. Dit
gaf structuur aan ons whiteboard. Ook deze methode was makkelijk toe te passen.
Figuur 4: Design Wall, gestructureerd
Na het groeperen van de informatie, hebben wij aan de hand van onze bevindingen twee persona’s
opgesteld. Persona’s zijn fictieve maar representatieve personen van de doelgroep. De persona’s
worden gebruikt om ervoor te zorgen dat de bedachte ideeën vanuit de prototype & test fase goed
aansluiten bij onze doelgroep.
Figuur 5: Persona's
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 15
Zoals hierboven te zien is, hebben wij twee heel verschillende persona’s uitgewerkt. Aan de ene kant
hebben wij Barry, wie om kan gaan met technologie en vol in het leven staat. En aan de andere kant
hebben wij Latifa, die niks met technologie te maken wil hebben en voor wie het allemaal eigenlijk
niet meer hoeft. De volledige persona’s zijn te zien in bijlage B (persona’s).
Met de informatie die wij verkregen hebben en de twee opgestelde persona’s, zijn wij naar punten
gaan kijken welke in onze ogen de levenssituatie van de ouderen kunnen verbeteren. Dit zijn de
zogenoemde “How Might We vragen”, of in het Nederlands, “Hoe Kunnen Wij?”. De How Might We
vragen zijn opgesteld aan de hand van de Insight Statement methode. Met deze methode maak je
makkelijk gezegd, statements van de inzichten die je als groep opgedaan hebt. Deze statements
hebben wij vervolgens omgezet in How Might We vragen. Deze zijn als volgt:
 Hoe kunnen wij helpen bij het adopteren van technologie onder ouderen.
 Hoe kunnen wij ouderen met chronische klachten langer zelfstandig laten thuis wonen.
 Hoe kunnen ouderen elkaar aanzetten tot bewegen?
Na het opstellen van onze HMW vragen zijn wij voor deze onderwerpen verdiepend onderzoek gaan
doen. Dit hield in; deskresearch en experts op het betreffende gebied interviewen. Uiteindelijk
hebben wij vier experts gesproken over de volgende onderwerpen; eenzaamheid, bewegen, wonen
en thuiszorg. De uitwerkingen van de expertinterviews respectievelijk zijn terug te vinden in bijlage C
t/m F (expertinterviews). Met de opgestelde How Might We vragen vanuit de Define fase, hebben wij
nieuwe/extra input voor in de Ideation fase!
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 16
7. Ideate fase
In de ideation fase hebben wij kansrijke ideeën gegenereerd die antwoord geven op de vraagstukken
die zijn opgesteld in de vorige fase. Om hiertoe te komen hebben wij In deze fase gebruik gemaakt
van de volgende methoden en technieken:
 How Might We vragen (IDEO.org, 2015)
 Fast idea generator (UK, 2015)
 Mash-up methode (IDEO.org, 2015)
 COCD box (Middeldorp, 2014)
Het doel dat wij met deze fase wilde bereiken waren zo veel mogelijk ideeën vastleggen die passen
bij de vraagstukken die vooraf waren vastgesteld. Deze vraagstukken zijn opgesteld aan de hand van
de uiteindelijke How Might We vragen die tot stand zijn gekomen. In de define fase hebben wij drie
How Might We vragen opgesteld, te weten:
 Hoe kunnen wij helpen bij het adopteren van technologie onder ouderen?
 Hoe kunnen ouderen elkaar aanzetten tot bewegen?
 Hoe kunnen wij ouderen met chronische klachten langer zelfstandig laten thuis wonen?
Deze drie vraagstukken hebben wij getoetst aan twee experts waar wij een aantal verbeterpunten op
hebben gehad, namelijk:
 De How Might We vragen hebben vrij weinig ideeën, hierdoor staan wij minder sterk in de
ideation fase, er moet dus nogmaals een brainstormsessie worden gehouden.
 De vraagstellingen zijn te breed geformuleerd, probeer deze wat concreter op te stellen.
 Verdeel de vraagstellingen in meerdere How Might We vragen om je zo beter in te leven in
het probleem.
Na het concreter opstellen van de How Might We vragen en het opdelen van de vraagstukken zijn wij
tot de volgende vijf How Might We vragen gekomen:
 Hoe kunnen wij helpen bij het adopteren van tablets & PC’s onder ouderen?
 Hoe kunnen wij ouderen aanzetten tot bewegen?
 Hoe kunnen wij ouderen met behoefte aan sociale contacten bij elkaar brengen?
 Hoe kunnen wij ouderen die slechtziend zijn langer zelfstandig laten thuis wonen?
 Hoe kunnen wij ouderen met nek –en rugklachten langer zelfstandig latent huis wonen?
 Hoe kunnen wij ouderen die slecht ter been zijn langer zelfstandig laten thuis wonen?
Wij hebben gebruik gemaakt van de brainstorm methode omdat elk groepslid dan aan het woord
komt. Tijdens deze methode kon ieder groepslid zijn creativiteit gebruiken om de gekste ideeën te
bedenken welke allemaal werden opgeschreven. Foto’s van de uitwerking hiervan zijn te vinden in
bijlage G (foto’s uitgewerkte HMW’s). Tijdens deze methode hebben wij een paar dingen
afgesproken, zo mocht er geen kritiek worden gegeven op ideeën van elkaar.
De fast idea generator hebben wij toegepast om een aantal ideeën van verschillende invalshoeken te
genereren. Door deze methode te gebruiken hebben wij problemen van een andere kant bekeken.
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 17
Door deze methode toe te passen konden wij als groep volledig out-of-the-box denken en zijn wij tot
compleet nieuwe ideeën gekomen.
Na het genereren van vele ideeën voor de uiteindelijke How Might We vragen, hebben wij gebruik
gemaakt van de mash-up methode om tot nieuwe inzichten te komen. Door verschillende ideeën
met elkaar te combineren of aan te passen zijn er nieuwe ideeën ontstaan voor de uiteindelijke How
Might We vragen.
Om een keuze te maken uit alle verschillende ideeën die bedacht zijn tijdens onze brainstormsessies,
fast idea generator en de mash-up methode, hebben wij gebruik gemaakt van de COCD box. Wij
hebben de COCD-box toegepast om de beste ideeën te selecteren welke wij konden uitwerken in de
prototype & test fase.
Figuur 6: Fast Idea Generator
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 18
Figuur 7: COCD-Box
Bij het gebruik van deze methode heeft elk groepslid een top vijf blauwe, rode en gele ideeën
gekozen die hij/zij het beste vindt. Totaal waren dit per groepslid 15 ideeën. Het selecteren van deze
ideeën is geheel anoniem gebeurd, hierdoor zijn er 20 ideeën per kleur gekozen waar enkele dubbele
ideeën tussen zaten. Wij hebben dezelfde ideeën samengevoegd en de ideeën die het meeste zijn
gekozen hebben wij geselecteerd voor de uiteindelijke ideeën die wij hebben meegenomen naar de
fase prototype & testen, hier is een top 10 aan ideeën uit gekomen.
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 19
8. Prototype & Test fase
De laatste fase van dit onderzoek betreft het maken van een prototype en het testen van het
gemaakte prototype. Om te bepalen welke ideeën vanuit de ideate fase het beste bij de doelgroep
passen of het meest effectief zijn hebben wij deze bij de ouderen en de experts voorgelegd.
Het voorleggen bij de ouderen en de experts is volgens
een van tevoren vastgestelde manier verlopen. Om te
bepalen welke ideeën het beste bij de doelgroep
passen hebben wij bij de doelgroep (ouderen) en de
ideeën gepeild. In de ideate fase is er volgende de
COCD-box methode bepaald welke ideeën het beste
volgens de projectgroep bij de doelgroep paste. De
COCD-box methode liet ons achter met een top tien
ideeën die voorgelegd zijn bij de ouderen en de
experts.
Uit de interviews met de ouderen en de experts is een
top vijf met ideeën gekomen. Vanuit deze top vijf zijn
er twee prototypes ontwikkeld. De nummer één vanuit
de top vijf is de motivatieweegschaal en de nummer
twee van de top vijf is de Google-home.
De drie afgevallen ideeën zijn niet meegenomen in de
prototyping en testing. Deze ideeën zijn afgevallen omdat ze niet binnen de gestelde criteria van de
ouderen en expert vielen.
Uit deskresearch is gebleken dat er nog geen weegschaal bestaat die in staat is om mensen te
motiveren aan de hand van gamification. De Google-home is in mei 2016 gepresenteerd door Google
zelf, dus dit is al een bestaande oplossing. Van beide oplossingen zijn er in de prototype en test fase
een prototype gemaakt.
Om de prototypes te testen hebben
wij de ‘engaging‘ methode gebruikt.
Hierbij hebben wij bij
‘buitenstaanders’ onze prototypes
getest. De ‘buitenstaanders’ die wij
hebben gebruikt om te testen zijn de
experts die eerder in het onderzoek
al geïnterviewd zijn. De keuze voor
de engaging methode is een
noodgedwongen keuze geweest, de
aan ons toegewezen ouderen waren
niet tijdig beschikbaar om aan de
testfase deel te nemen. Dit heeft
ervoor gezorgd dat wij
noodgedwongen de engaging
methode hebben moeten uitvoeren met met de experts binnen dit onderzoek.
Figuur 8: Top 5 ideeën
Figuur 9: Prototype, Google home
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 20
Het testen van de prototypes bij de ‘buitenstaanders’ is volgens een testprotocol gebeurd. Voor
beide prototypes is er een testprotocol ontwikkeld om te kunnen testen welk idee het beste uit de
test komt. Het testprotocol bevat een inleiding waarin de beide prototypes kort worden uitgelegd en
het belang van de test uit is gelegd. Daaropvolgend hebben wij de prototypes laten zien en hebben
wij de experts ermee laten ‘spelen’. Aan de hand van verschillende vragen hebben wij kunnen
concluderen welk idee het beste uit de test is gekomen. Tijdens de test hebben we gekeken naar:
 Haalbaarheid
 Aansluitend op de doelgroep
 Schaalbaarheid
 Gebruiksvriendelijkheid
Vanuit deze testen werd er vanuit verschillende perspectieven gereageerd. Bijvoorbeeld de expert op
gebied van beweging reageerde natuurlijk enthousiast op de weegschaal, omdat dit binnen haar
eigen vakgebied valt. Daarentegen reageerde de expert op gebied van woningbouw ook erg positief
op de motivatie weegschaal, dit was verassend, omdat de Google-home meer gericht is op het
verbeteren van het wooncomfort.
8.1. Opbouw prototype
Hier wordt beschreven hoe het prototype is gebouwd om getest te kunnen worden bij de experts.
Deze prototypes zijn in combinatie met andere technologie gebruikt om getest te kunnen worden.
Voor beide prototypes is de paper-prototyping methode toegepast, omdat het uiterlijk van het
prototype te ontwerpen. (Benyon, 2010)
Motivatieweegschaal
De motivatie weegschaal is
gebouwd van verschillende lagen
papier waarom de weegschaal is
getekend. Bovenin waar normaal
de display van de weegschaal staat
is nu een mobiele telefoon achter
geplaatst om te kunnen laten zien
hoe de motivatie weegschaal
werkt. De motivatie weegschaal
weegt het gewicht en geeft advies
op gebied van bewegen en
voeding. Om ouderen te motiveren
geeft de motivatie weegschaal ook
beloningen. Wanneer een bepaald
gewicht is bereikt krijgt de oudere
een bericht om bijvoorbeeld een
taart te bakken, op deze manier
worden de ouderen gemotiveerd
om te bewegen zodat ze daarna
beloond worden.
Figuur 10: Prototype, motivatieschaal
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 21
Google-home
De Google-home is opgebouwd uit een rechthoek van papier met het logo van Google erop
geschreven. Het model is hol vanbinnen, zodat er een telefoon ingelegd kan worden. De telefoon die
erin gelegd wordt is een Iphone, omdat de spraak gestuurde software van Apple gebruikt wordt bij
het beantwoorden van vragen. Wanneer je het prototype aanspreekt zal hij antwoord geven op
simpele vragen zoals:
 Hoe warm is het?
 Hoe laat is het?
 Wanneer gaat mijn trein?
Dit geeft een realistisch beeld van de Google-home, echter heeft het prototype minder functies dan
de daadwerkelijke Google-home.
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 22
9. Ecosysteem fase
In deze fase hebben wij het concept gekozen om definitief uit te werken en te realiseren. Wij hebben
beiden prototypen uit de voorgaande fase voorgelegd aan verschillende experts en de
feedback/ideeën die wij hier op hebben gekregen hebben wij verwerkt en meegenomen in het
maken van een besluit.
Het prototype dat wij in deze fase hebben uitgewerkt is de motivatieweegschaal. Deze keuze hebben
wij gemaakt omdat dit volgens bijna alle geïnterviewde experts het meest innovatieve idee was (ei2,
ei3, ei4), dit nog niet op de markt is en het makkelijkste te implementeren is onder de doelgroep.
Ook hebben wij hier veel feedback op gehad om het prototype nog beter uit te werken, de feedback
die wij van de experts hebben gekregen op de motivatieweegschaal en hebben verwerkt in de
definitieve oplossing is als volgt:
 Geen getallen gebruiken in de weegschaal. (Bijlage D / Ei3 referentietabel)
 Motivatie leuk maken, bijvoorbeeld aan de hand van gamification. (Bijlage D / Ei3
referentietabel)
 Niet iedere gebruiker heeft hetzelfde doel, de een wil meer bewegen en de ander wil zijn
beweging op pijl houden, voor elke gebruiker moet er een apart programma gekozen kunnen
worden. (Bijlage D / Ei3 referentietabel)
 De gebruiker vaak genoeg belonen, het bakken van een cake is ook een vorm van bewegen
omdat de ingrediënten gehaald moeten worden en de cake zelf moet worden gemaakt.
(Bijlage D / Ei3 referentietabel)
Dit in tegenstelling tot de Google home, het prototype van de Google home was een goed concept
dat helaas minder goed aansloot bij de doelgroep. Ook was de haalbaarheid van de Google home
veel lager dan de motivatieweegschaal. Dit komt door de volgende redenen:
 Kosten Google home. (Aanname expert, Ei4 referentietabel)
 Implementatie Google home, met name de besturing van het concept dat relatief lastig kan
zijn voor de doelgroep.
 Eventuele verbouwing in het huis van de gebruiker, bijvoorbeeld lichtpaden in huis.
Om de motivatieweegschaal te kunnen realiseren moet deze in elk geval de volgende onderdelen
bevatten:
 Plateau om op te staan, dit kan het beste in de oude vertrouwde vorm van een ouderwetse
weegschaal omdat dit beter aansluit bij de doelgroep.
 Een lcd-scherm om de informatie en motivatieberichten over te brengen naar de gebruiker.
 Software zodat de motivatieweegschaal ingesteld kan worden op verschillende
motivatieprogramma’s.
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 23
Om de mate van inspanning voor het prototype op een visuele manier weer te geven, hebben wij
een logic model opgesteld. Het uitgewerkte logic model is te zien in onderstaande afbeelding.
Figuur 11: Logic-Model
Het logic model is ervoor bedoeld om de belanghebbende te laten zien hoe er naar bepaalde
resultaten gekomen kan worden.
Stappen Uitleg per stap
Resources / Inputs Wat er nodig is om te beginnen met het gebruik van het product/ of
dienst.
Activities De activiteiten voordat er begonnen kan worden.
Outputs Wat er wordt bewerkstelligd na de activiteiten.
Outcomes De resultaten die worden behaald met het gebruik van het product.
Impact Wat voor impact het product uiteindelijk heeft op de gebruiker.
Tabel 5: Uitleg LOGIC model
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 24
10. Het idee
De motivatie weegschaal bevat het wegen, adviseren op gebied van voeding en beweging,
rapportages opstellen en motiveren van ouderen. Dit hoofdstuk beschrijft de functionaliteiten van de
Motivatie weegschaal.
Profiel aanmaken
Om de motivatie weegschaal te kunnen gebruiken dient
er eerst een gepersonaliseerd profiel aangemaakt te
worden. Om een profiel aan te maken dient een oudere
via een simpel menu een profiel in te vullen. De
informatie die ingevuld moet worden is:
 Leeftijd
 Gewicht
 Lengte
 Voorkeur voor type beweging (fietsen, wandelen,
fitness, zwemmen of
 Voorkeur voor beloning (taart of cake bakken,
dagje weg of een andere activiteit)
Aan de hand van deze informatie kan de Motivatie
weegschaal berekenen of de oudere wel of geen
progressie maakt met betrekking tot vitaliteit.
Weging
De weging van de ouderen is niet gericht op het tonen van een gewicht in cijfers, maar is gericht op
het tonen van progressie. De expert op gebied van beweging, Manon Kessels, heeft ons geadviseerd
om niet het gewicht te tonen maar de progressie (bijlage D). Dit zorgt ervoor dat ouderen niet met
hun gewicht worden geconfronteerd, maar een positief bericht krijgen of zij progressie boeken of
niet.
Advies op gebied van voeding en beweging
Het advies dat gegeven wordt van aan de ouderen is gebaseerd op het gepersonaliseerde profiel wat
door de ouderen is opgesteld. Bijvoorbeeld ouderen met veel overgewicht worden geadviseerd meer
op het eten te letten en meer/anders te bewegen dan ouderen zonder overgewicht. Daarnaast wordt
er rekening gehouden met het profiel van de ouderen, wanneer een oudere heel veel overgewicht
heeft is het niet verstandig om veel te gaan lopen. Veel lopen is slecht voor gewrichten en bij
ouderen zijn deze al minder dan bij jongere mensen. De Motivatie weegschaal houdt hier rekening
mee en adviseert dan bijvoorbeeld zwemmen, omdat dit een lagere belasting geeft op de
gewrichten.
Rapportages opstellen
Om ouderen nog meer te motiveren worden er elke week rapportages opgesteld. Deze rapportages
bieden de ouderen inzicht in of zij progressie boeken of niet en hoeveel progressie er is geboekt. Aan
deze progressie zitten beloningen gekoppeld waardoor de ouderen worden gemotiveerd, meer
hierover in motivatie.
Figuur 12: Motivatieweegschaal
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 25
Motivatie
De motivatie vanuit de motivatie weegschaal komt vanuit de rapportages en de beloningen. De
rapportages bieden inzicht in hoeveel vooruitgang de ouderen hebben geboekt op gebied van
vitaliteit. De beloningen zijn ervoor bedoeld om het ‘leuk’ te houden voor de ouderen. Wanneer er
bijvoorbeeld is voldaan aan de gestelde norm door de motivatie weegschaal, adviseert de motivatie
weegschaal om bijvoorbeeld een taart te bakken of een cake. Dit zorgt ervoor dat de ouderen het
leuk blijven vinden om bezig te zijn met hun vitaliteit. Daarnaast gaan de ouderen zich zowel mentaal
als fysiek beter voelen, door het sporten.
Het in gebruik nemen
Het in gebruik nemen van de motivatie weegschaal is eenvoudig, omdat de adoptie en acceptatie van
deze oplossing eenvoudig is. De weegschaal wordt al jaren, weliswaar in een andere vorm, gebruikt
door de ouderen. Een eenvoudig menu in de Motivatie weegschaal zorgt ervoor dat het in gebruik
nemen van de Motivatie weegschaal eenvoudig is voor mensen zonder kennis van technologie.
Daarnaast is is het belangrijk dat een duidelijke handleiding bij de Motivatie weegschaal wordt
bijgeleverd. Deze handleiding moet op de doelgroep worden afgestemd, deze handleiding moet
echter nog wel ontwikkeld worden.
Verantwoording naar de doelgroep
Uit het interview met Manon Kessels, is gebleken dat 60% van de ouderen de minimale norm van 30
minuten beweging per dag niet halen (bijlage D). Daarnaast blijkt uit onderzoek van het Ministerie
van VWS dat bij het behalen van de minimale bewegingsnorm er veel negatieve kwalen kunnen
worden voorkomen of worden verminderd. De negatieve kwalen die voorkomen kunnen worden
zijn:
 Verminderde kans op depressie
 Verminderde kans op verschillende soorten kanker
 Lagere kans op hart en vaatziekten
 Gunstig effect op bloeddruk en botdichtheid
 Lagere mate van valrisico
Naast het bovengenoemde zijn er meer kwalen die door genoeg bewegen kunnen worden
voorkomen. Het bovengenoemde kwam echter het sterkste uit ons onderzoek en is daarom
meegenomen in de argumentatie.
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 26
11. Advies & aanbevelingen
Het onderzoek dat wij hebben uitgevoerd voor de gemeente Zoetermeer en de Haagse Hogeschool
vereist een verder onderzoek. Wij raden de gemeente Zoetermeer aan het initiatief te nemen om het
project van de motivatieweegschaal op te pakken en te realiseren.
Voor dit onderzoek hebben wij gekozen om de motivatieweegschaal verder uit te werken boven de
Google home met extra features. Deze keuze hebben wij gemaakt omdat de motivatieweegschaal
het meeste aansluit bij de doelgroep. Echter hebben wij het opgeleverde concept nog niet goed
kunnen testen onder de doelgroep. Wij raden de gemeente Zoetermeer dan ook aan om de volgende
punten verder te onderzoeken bij een volgend onderzoek:
 Breder testen bij de doelgroep.
o Gebruiksvriendelijkheid.
o In hoeverre het aan sluit bij de doelgroep.
 Business requirements in kaart brengen.
 Technische requirements in kaart brengen.
 Implementatie onder ouderen
o Handleiding.
o Uitleg van gebruik.
 Test-pilot opzetten binnen de doelgroep in Zoetermeer.
In het verdere onderzoek raden wij aan om de volgende methoden te gebruiken:
Empathisch interview
Om deze doelgroep goed te begrijpen is het van belang om empathische interviews uit te voeren. Dit
omdat wij in ons onderzoek hebben gemerkt dat veel ouderen niet of nauwelijks gebruikmaken van
hun computer en/of telefoon. Ook hebben wij van verschillende ouderen vernomen dat zij het heel
belangrijk vinden dat zij begrepen worden en dat dit niet goed bij hun over komt wanneer zij
bijvoorbeeld klassikaal met andere zitten, de uitwerking hiervan is te vinden in bijlage H (interview
ouderen Michael). Hierdoor zullen de uitvoerders van het nadere onderzoek een band moeten
creëren met ouderen die in de test-pilot zitten om hier zo veel mogelijk informatie uit te kunnen
halen.
Betrekken van experts
Wij raden aan om zo snel mogelijk early adapters te betrekken bij het project voor de
motivatieweegschaal, deze early adapters kunnen worden opgesteld in samenwerking met de
thuiszorg. Via deze doelgroep is het mogelijk om de motivatieweegschaal te implementeren onder
deze doelgroep. Tevens wordt er aangeraden om de expertgebruikers, die betrokken waren bij dit
onderzoek, te laten bestaan en verder te betrekken bij de verdere uitwerking. Hieronder staat de lijst
van deze experts.
Persoon Gebied Rol
Esther Doon Expert interview Wonen Gebiedsconsulent
Manon Kessels Expert interview Bewegen Docent bewegingstechnologie
Tabel 6: Experts vervolgonderzoek
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 27
Financiering
Er zijn een aantal kosten verbonden aan het voortraject. Het definitieve ontwerp van de weegschaal
zal moeten worden gerealiseerd, dit vereist meer testen en manuren voor de bouw hiervan. Het geld
om deze activiteiten uit te voeren zullen moeten voortkomen uit subsidies en ondersteuning van de
gemeente Zoetermeer. Wanneer het voortraject is doorstaan is het van belang dat bedrijven en de
thuiszorg de motivatieweegschaal ondersteunen en kunnen aanbieden aan geïnteresseerden. Welke
partijen hier aan mee willen werken zal nader onderzoek naar gedaan moeten worden.
11.1. Acties voor in de toekomst
In de toekomst zal er nogmaals onderzoek moeten worden gedaan naar de doelgroep om te
verifiëren of de motivatieweegschaal nog steeds van toegevoegde waarde is voor de ouderen en of
de belangen hierbij nog hetzelfde zijn. Mocht de motivatieweegschaal niet meer aansluiten bij de
doelgroep en/of de doelgroep andere belangen heeft bij de motivatieweegschaal dan adviseren wij
de motivatieweegschaal uit te breiden met extra mogelijkheden. Ook raden wij aan dat de
motivatieweegschaal vooral eenvoudig moet blijven in verband met de gebruiksvriendelijkheid van
ouderen en het oude vertrouwde uiterlijk van een normale weegschaal.
11.2. Stakeholders
Wij raden aan de volgende stakeholders te betrekken bij de verdere ontwikkeling van de
motivatieweegschaal:
 Gemeente Zoetermeer
 Experts
 Doelgroep
 Leveranciers
 Ontwikkelaar
 Thuiszorg
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 28
12. Conclusie
Uit ons onderzoek is gebleken dat 60% van de Nederlandse ouderen (65+) te weinig beweegt (bijlage
D), hier hebben wij met dit onderzoek een oplossing bedacht om de ouderen meer te laten bewegen
door middel van gamification en extrinsieke motivatie. Om ouderen te motiveren om meer te
bewegen en een gezondere leefstijl aan te houden hebben wij een weegschaal bedacht die
gebruikers motiveert om meer te bewegen. Aan de hand van gamification worden de gebruikers
beloond wanneer zij oefeningen hebben uitgevoerd. Door ouderen meer te motiveren om te
bewegen en zij de aangenomen norm van 30 min, 5 dagen in de week halen, zullen zij op fysiek,
mentaal en sociaal gebied vooruitgaan. Dit vermindert de kans op depressie, kanker, hart- en
vaatzieken, het valrisico en heeft een gunstig effect op bloeddruk en botdichtheid (vitaliteit).
(Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, 2014)
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 29
Referentie tabel
Geïnterviewde: Code: Bevindingen:
Interview Ben Schipper BS Doet 2x per week vrijwilligerswerk, is wel mobiel,
heeft op een actieve dag last van COPD en gebruikt
technologie voor sociale contacten.
Interview Benjamin Wigleven BW Sport 1x per week, is sociaal, is zelf mantelzorger,
heeft slechte knieën en is hartpatiënt.
Interview Orrin Hoogervorst OH Maakt gebruik van telefoonpiramide, is slecht ter
been, maakt gebruik van wandelstok en rollator.
Interview Richard Kouwenberg RK Is niet erg sociaal, heeft weinig contact meer met
familie, doet alles zelf in huis.
Interview Corstiaan Mulckhuijse CM Goed contact met broer, vindt dat andere ouderen te
veel klagen, loopt graag met vrienden en helpt andere
ouderen. Fitnest en fietst graag, geen
gezondheidsklachten en gebruikt regelmatig de
telefoon.
Interview Ruben Cammeraat RC Heeft nog matig contact met familie, gaat nog
weekendjes weg, doet vrijwilligerswerk. Sport 1x in de
week en maakt gebruik van laptop & computer.
Interview Stefan van ’t Hof SH Fietst graag, man gezond en vrouw heeft reuma.
Interview Daan de Jager DJ Veel sociaal contact, doet alles zelf, is mobiel,
gemeentewebsite onduidelijk, heeft een hernia en
maakt weinig gebruik van technologie.
Interview Michael Neervoort MN Slecht ter been, is sociaal, doet zelf moeilijk het
huishouden.
Interview Xander van Berckel Bik XB Heeft veel sociaal contact, voelt zich veilig, reist veel,
heeft een pacemaker en kan goed om gaan met
technologie.
Interview Yoshi Knotter YK Weinig sociaal contact, kookt en eet gezond, is
volledig zelfstandig, is blind aan één oog en maakt
bijna geen gebruik van technologie.
Interview 2 Daan de Jager DJ2 Is kritisch over de buurt WhatsApp omdat dit voor
ieder ding wordt gebruikt. Houdt er van om mensen te
adviseren en te raad te geven. Heeft verbeterpunten
voor de website van de gemeente (zoekfunctie,
navigatie en zoeken van personen).
Interview 2 Michael Neervoort MN2 Vindt de How Might We vraag over bewegen het
minst omdat de geïnterviewde zelf haast niet
beweegt. De andere How Might We vragen vindt de
geïnterviewde nuttig en leuk bedacht.
Interview 2 Xander van Berckel Bik XB2 Vindt het jammer dat alle financiële steun naar
initiatieven wordt stopgezet.
Expert interview Eenzaamheid Ei1 - Is moeilijk om de doelgroep te bereiken omdat
mensen zich schamen over hun eenzaamheid.
- Namens de gemeente is er een platform tegen
eenzaamheid (OPES).
- Veel ouderen zijn laaggeletterd en daardoor
moeilijk te bereiken.
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 30
- De gemeente stimuleert verenigingen om de
eenzame ouderen te benaderen en deze te
betrekken bij de activiteiten.
Expert interview Wonen Ei2 - Vidomes mag niks zelf organiseren maar wel
bewoners aanzetten en helpen.
- Domotica is te duur omdat de leverancier een
monopolie positie heeft.
- Woningen kunnen worden aangepast en Vidomes
ondersteunt hier bij.
- Vidomes doet niks met sensoren.
- Het enige dat Vidomes aan complexen doet is het
ophogen van de galerij, ophogen van balkon en
een anti-slip systeem voor bepaalde plekken. Dit
gaat vaak tegelijk met een renovatie.
Expert interview Bewegen Ei3 - 60% van ouderen beweegt te weinig.
- Norm van bewegen is minimaal 5 dagen per week
30 minuten.
- Te weinig bewegen kan reuma veroorzaken en
heeft meer kans op dementia.
- Google home stimuleert geen beweging.
Expert interview Thuiszorg Ei4 - Google home is te duur om te implementeren.
- Motivatieweegschaal is een goed idee in
samenwerking met de thuiszorg als
verkoopproduct voor de thuiszorg.
- Motivatieweegschaal zou kunnen helpen bij
minder thuiszorg omdat dit bepaalde fysieke
klachten vermindert.
- Thuiszorg probeert steeds meer technologie toe
te passen (contact op afstand d.m.v. iPad).
Tabel 7: Volledige Referentietabel
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 31
Lijst met tabellen en figuren
Tabel 1: Namen studenten projectgroep................................................................................................ 3
Tabel 2: Namen opdrachtgevers en docent............................................................................................ 3
Tabel 3: Onderzoeksonderwerpen.......................................................................................................... 8
Tabel 4: Referentietabel........................................................................................................................ 13
Tabel 5: Uitleg LOGIC model.................................................................................................................. 23
Tabel 6: Experts vervolgonderzoek ....................................................................................................... 26
Tabel 7: Volledige Referentietabel........................................................................................................ 30
Figuur 1: Design thinking process.......................................................................................................... 10
Figuur 2: Vergrijzing neemt toe............................................................................................................. 11
Figuur 3: Design wall, uitkomsten interviews ....................................................................................... 12
Figuur 4: Design Wall, gestructureerd................................................................................................... 14
Figuur 5: Persona's ................................................................................................................................ 14
Figuur 6: Fast Idea Generator................................................................................................................ 17
Figuur 7: COCD-Box ............................................................................................................................... 18
Figuur 8: Top 5 ideeën........................................................................................................................... 19
Figuur 9: Prototype, Google home........................................................................................................ 19
Figuur 10: Prototype, motivatieschaal.................................................................................................. 20
Figuur 11: Logic-Model.......................................................................................................................... 23
Figuur 12: Motivatieweegschaal ........................................................................................................... 24
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 32
Literatuurlijst
Benyon, D. (2010, juni 13). Paper prototyping. Opgeroepen op 2016, van Medialaamsterdam:
http://medialabamsterdam.com/toolkit/method-card/paper-prototyping/
Curedale, R. (2013). MediaLab Amsterdam. Opgehaald van MediaLab Amsterdam:
http://medialabamsterdam.com/toolkit/method-card/method-635/
d.school. (2012). How Might We Questions. Opgehaald van d.school:
http://dschool.stanford.edu/wp-content/uploads/2012/05/HMW-METHODCARD.pdf
d.school. (2013). Bootcamp bootleg.
d.school. (2015). Method: Saturate and Group. Opgehaald van d.school:
https://dschool.stanford.edu/wp-content/themes/dschool/method-cards/saturate-and-
group.pdf
De Vos, K. (2013). Brainssstorm. Opgehaald van Brainssstorm:
http://www.brainssstorm.com/brainstormen-handleiding/
Denissen, E., Seydel, E., Ben Allouch, S., & Dohmen, D. (2006). Ouderen en nieuwe technologie in huis,
bondgenoten of vijanden? Enschede: Universiteit Twente. Opgehaald van
http://essay.utwente.nl/57397/1/scriptie_Denissen.pdf
Design Kit. (2015). Create Insight Statements. Opgehaald van Design Kit:
http://www.designkit.org/methods/62
Design Kit. (2015). Find Themes. Opgehaald van Design Kit: http://www.designkit.org/methods/5
DIY. (2010). Personas. Opgehaald van DIY: http://diytoolkit.org/tools/personas-2/
IDEO.org. (2015). Designkit. Opgehaald van Designkit: http://www.designkit.org/methods/3
Kimbell, L. (2015). Service innovation handbook. BIS publishers. Opgehaald van
https://dl.dropboxusercontent.com/u/17200095/Kimbell_book_methods/SIH-method5.pdf
Kimbell, L. (2016). Service Innovation Handbook. In L. Kimbell, Service Innovation Handbook.
Loggen, R. (2016). Haagse Hogeschool . Opgehaald van Haagse Hogeschool: bb.hhs.nl
Lv̜lie, L., Reason, B., & Polaine, A. (2013). Service Design. Rosenfeld media.
mediaLABamstedam. (sd). Persona. Opgehaald van mediaLABamstedam:
http://medialabamsterdam.com/toolkit/method-card/persona/
Middeldorp, A. (2014). AntoinetteFaciliteert. Opgehaald van AntoinetteFaciliteert:
http://www.antoinettefaciliteert.nl/wp-content/uploads/2014/08/Brainstormen-Cocd-
box.pdf
Nationaal Kompas. (2012). Opgehaald van Nationaal Kompas:
http://www.nationaalkompas.nl/bevolking/vergrijzing/huidig/
Ouderenfonds. (2015). Ouderenfonds. Opgehaald van Ouderenfonds:
https://www.ouderenfonds.nl/onze-organisatie/feiten-en-cijfers/
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 33
Plattner, H. (2012). Stanford. Opgehaald van Stanford:
https://dschool.stanford.edu/sandbox/groups/dstudio/wiki/2fced/attachments/43f65/Story-
Share-and-Capture-Method.pdf?sessionID=d0dc640ce98499dac90658f489fb46f0fd394f69
Plusacumen. (2014). Ideate. Opgehaald van Plusacumen: http://plusacumen.org/wp-
content/uploads/2014/04/Class_3_readings.pdf
Poortinga, E. (2015). Studiemeesters. Opgehaald van Studiemeesters:
http://www.studiemeesters.nl/studietips/verschil-tussen-deskresearch-literatuuronderzoek-
theorie/
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. (2014). Wat zijn de mogelijke gezondheidsgevolgen
van lichamelijke (in)activiteit? Opgehaald van Nationaal kompas Volksgezondheid:
http://www.nationaalkompas.nl/gezondheidsdeterminanten/leefstijl/lichamelijke-
activiteit/wat-zijn-de-mogelijke-gezondheidsgevolgen-van-lichamelijke-activiteit/
Rijksoverheid. (2015). Opgehaald van Rijksoverheid:
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/ouderenzorg/inhoud/ouderen-langer-
zelfstandig-wonen
Schumacher, J. (2015, December 3). Zorg voor beter. Opgehaald van Zorg voor beter:
http://www.zorgvoorbeter.nl/ouderenzorg/hervorming-zorg-cijfers-vergrijzing.html
UK, N. (2015). DIY Toolkit: Fast Idea Generator. Opgehaald van Vimeo:
https://vimeo.com/118585298
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 34
Bijlagen
Bijlage A: Interviewboekje
Sociaal
Wat onderneemt u in de buitenwereld?
Bent u ergens lid van?
Waarom?
Gezonde levensstijl
Wat doet u aan sport?
Zo nee, heeft u aan sport gedaan?
Waarom wel/niet meer?
Zelfstandigheid
Zorgt u voor uzelf of bent u afhankelijk van zorg?
Waarom?
Ervaringen?
Emoties?
Gebruik van diensten
Zijn er diensten waar u gebruik van maakt?
Waarom?
Doet u hier ook sociale contacten me op?
Informatietoegankelijkheid
Vindt u dat er genoeg informatie beschikbaar is met betrekking tot zorg?
Waarom wel/niet?
Wat mist u bijvoorbeeld?
Maakt dit de keuze makkelijker of minder makkelijk?
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 35
Chronische klachten
Waar heeft u last van?
Ondervindt u hier hinder door?
Hoe voelt u zich hierbij?
Technologie
Maakt u gebruik van technologie? (Smartphone, iPad, enz)
Kunt u hier goed mee om gaan?
Krijgt u hier hulp bij?
Vertrouwd u de technologie?
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 36
Bijlage B: Persona’s
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 37
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 38
Bijlage C: Expertinterview Eenzaamheid
*Aantekeningen*
Moeilijk om de doelgroep te bereiken,
Thema eenzaamheid
Namens de gemeente in een platform tegen eenzaamheid
OPES
Chat programma is onlangs aangedragen bij OPES.
Overheid wil alles digitaliseren, de bibliotheek speelt ook een rol in de
digitalisering acceptatie en adoptie onder ouderen.
Ria kaptein Gaat over de adoptie en acceptatie van digitalisering binnen
gemeente functies (afspraken maken etc)
Veel ouderen zijn ook laaggeletterd
www.samenschatkaart.nl
Welzijn op recept
GGD gezondheidsonderzoek
Palet welzijn
Beweging onder ouderen wordt vanuit de gemeente gestimuleerd door
ondermeer het aanbieden van sportactiviteiten binnen sportverenigingen.
Gemeente stimuleert verenigingen om de eenzame ouderen te benaderen en
deze te betrekken bij de activiteiten
Langer zelfstandig wonen, zelfredzaamheid, moet nog nader onderzoek naar
gedaan worden.
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 39
september is de week tegen eenzaamheid (de Zoetermeerse schatkaart wordt dan
gelanceerd).
winteractie - voorbijgangers interviewen om eenzaamheid aan te pakken.
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 40
Bijlage D: Expertinterview bewegen
*Aantekeningen*
Interview Mvr. Manon Kessels (lectoraat HHS, onderwerp: beweging) 08-06-2016
1 Hoeveel van de Nederlandse ouderen beweegt (te) weinig?
60% beweegt te weinig.
2 Wat is de norm voor bewegen bij ouderen?
5 dagen in de week een half uur (minimaal)
3 Waarom wordt deze norm wel/niet gehaald?
Angst voor nogmaals vallen
Ouderen kunnen ook minder aan. (belastbaarheid)
Spiercellen nemen af, waardoor de kracht afneemt.
Grotere spiergroepen gebruiken is makkelijker dan de kleinere
Ouderen moeten zichzelf meer stimuleren om hun maxima te behalen/houden
4 Wat zijn de gevolgen van (te) weinig bewegen?
Reuma Artrose (kraakbeen veranderd door minder gebruik)
Kans op dementie
5 Wat zijn de voordelen van (meer) beweging?
Vitaal blijven
Sociaal sterker
6 Welke initiatieven zijn er om ouderen in beweging te krijgen?
Zwementie
Zwemmen voor mensen met dementie
Zwemmen verleer je niet
Zwemmen is niet blessuregevoelig
Bronovo ziekenhuis
Beweegtuin voor ouderen
Eindhoven
Smarthouse helemaal up to date uitgewerkt
De 15 ideeën
Motivatieweegschaal  gamification, juist geen gewicht maar spelletjes 
bijvoorbeeld een cake bakken. (keuze van de expert)
Google home  stimuleer geen beweging
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 41
Bijlage E: Expertinterview Wonen
Vidomes – gebiedsconsulent. Voornamelijk ouderen in en rondom den haag.
Gericht op verkoop van huurwoningen. Leyens, seghwaert en rokkeveen ouderencomplexen.
Gebiedsconsulent = wijk coördinator. Projecten (leefbaarheid, onderhoud, etc.)
Woningen 55+ gelabeld. Steeds ouderen gaan in de woningen, ook 80+.
Steeds meer mensen met fysieke beperkingen.
Aanpassingen in de woning komt op 1 naam maar iedereen moet mee betalen, dit wekt veel
discussie. Dit moet worden aangepast dat het bij iedereen wordt aangepast.
- Mensen laten vaak hun gas aan staan
- Complexen hebben soms 1 lift of een lift waar geen brancard in past.
-
Vidomes kan niet zien of iemand alleenstaand is.
De data die Vidomes over de bewoners heeft;
- Wordt aan de hand van labels gedaan, sommige woningen mogen bijv niet meer dan 2
mensen wonen.
- Vidomes weet wie waar woont, maar er wordt niet vastgelegd of iemand eenzaam is of niet.
- Vidomes kan de bewonerscommissie aanhaken voor mensen die eenzaam zijn en dit
aangeven.
- Stelde wel eens vragen of mensen zich wel een eenzaam voelen om dit in kaart te brengen
en hier een correlatie uit te halen.
- Bij het overlijden van een partner o.i.d. doet Vidomes niks,
- Bij een renovatieproject merkt ze dat mensen zich eenzaam voelen en hulp nodig hebben om
hun spullen opzij te zetten, de gemeente heeft hier een sociaal team voor om via allerlei
soorten hulp er toch uit te komen. De functie die Vidomes hierbij heeft is het ‘signaleren’ van
de eenzaamheid en dit door te geven aan de gemeente.
Complexen
- Vidomes komt er vaak te laat achter, reageren op dingen die al zijn gebeurd. Krijgen
bijvoorbeeld een belletje dat het stinkt. Vidomes doet niks preventief.
- Grotere complexen zijn voor dezelfde groep mensen, ouderen complexen zijn vaak alleen
voor ouderen. Ouderen complexen is vaak 1 groot roddelhuis, die houden alles in de gaten.
- Vaak zit er veel verschil in de complexen,
- Soms zijn er verschillende kampen in de complexen en hebben ruzie over allerlei dingen.
- Het is belangrijk dat er verschillende activiteiten zijn in de buurt van de complexen, Vidomes
verwijst de mensen naar deze activiteiten om de bewoners te motiveren toch iets te doen.
Vidomes mag geen activiteiten meer plannen, vroeger deed Vidomes bbq’s organiseren, bijeenkomst
organiseren of een leesclub organiseren. Dit mag niet meer door de wet.
Een ouderen bond mag bijvoorbeeld wel iets organiseren maar Vidomes zelf niet. Hierdoor moeten
de ouderen een netwerk hebben om dit te kunnen organiseren.
Aanpassingen woning
Scootmobiel wordt steeds groter, kan meer. Ruimtes moeten worden aangepast aan de grote.
Scootmobiel kan zomaar exploderen!
Leuningen in de woning moet worden aangepast als mensen langer thuis willen blijven wonen.
Drempels moeten soms worden aangepast.
Traplift moet zelf worden betaald, Vidomes verleend slechts hulp.
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 42
Sensoren
Vidomes doet niks met sensoren.
Rookmelder en koolmonoxidemelder
Domotica is heel snel verouderd, 1 bedrijf heeft monopoly positie dus de updates kosten heel veel
geld. Domotica is heel lastig te gebruiken ook,
- telefoneren en boodschappendienst worden heel veel gebruikt.
- Alarmering snapten ze helemaal niks van.. is misschien handig om uit te zoeken hoe dit
makkelijker te maken is, want de oudjes vinden het wel handig.
- 1 hoofd verantwoordelijk die uitleg kan geven, dan is de eenzaamheid ook minder misschien.
- Er zijn mensen nodig die willen en kunnen uitleggen hoe het werkt, het moet eenvoudig zijn.
Intern telefoneren is handig. Belrondje houdt de eenzaamheid er een beetje uit.
- Niet zomaar 10 nieuwe technologieën erin gooien maar beter 1 die ze daadwerkelijke
gebruiken.
Eenzaamheid
Complexbeheerder doet kopje koffie bij mensen, als er een complexbeheerder is, die is er niet altijd
overal.
Gaat steeds meer om verbinden met elkaar en dat je elkaar leert kennen.
Veiligheid
- Gas, licht en elektra wordt opgemeten met een auto die rondrijdt maar mensen vinden dat
niet leuk omdat ze dan denken dat iedereen weet dat ze thuis zijn.
- Mensen willen steeds vaker camera’s buiten omdat zij bang zijn dat mensen in hun woning
komen. Camera’s moeten dan wel buiten en niet binnen, ouderen zijn erg gesteld op hun
privacy.
- Er zit een heel protocol achter de opgeslagen data, hier kan niet zomaar naar gekeken
worden en vaak alleen pas achteraf.
- Vidomes mag niet zomaar gegevens aflezen, is 1 complexbeheerder die onder begeleiding
van politie dan de camerabeelden kan bekijken.
Chronische klachten
- Huizen worden via de WMO, gemeente, aangepast.
- Vidomes geeft toestemming voor de maatregelen die worden genomen.
Sociaal
- In ouderen complexen komen ze voor elkaar op, maken zich hard voor de huurders
(rondleiding, mensen die iets nodig hebben, etc.) mensen zijn heel behulpzaam.
- 1 complex is een woongroep, mensen eten met elkaar, doen activiteiten, hebben een aparte
ruimte.. mensen voelen zich hier dan veel veiliger.
- Vooral de jongeren generatie komt heel goed op voor wat mensen willen.
Vidomes helpt wel de ouderen om zelf dingen te organiseren, geven ze tips en advies dat waar zij
moeten zijn of kunnen zoeken, mensen weten wel dat zij zelf actief dingen zelf moeten regelen.
Vidomes staat veel in contact met gemeente op toegankelijkheid bijvoorbeeld. Vidomes signaleert
voornamelijk en geeft advies en waar nodig proberen zij te helpen door de gemeente in te schakelen.
Ophogen van galerij doet Vidomes wel, ophogen van balkon ook, anti-slip systeem voor bepaalde
plekken. Valt vaak samen met een renovatie project.
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 43
Bijlage F: Expertinterview thuiszorg
Naam expert: Ina-Joke de Jager-Lemstra
Werkgebied: heeft ruim 10 jaar (tot maart 2015) gewerkt in de thuiszorg. Daarvoor in een ziekenhuis
als verzorgster.
Functies: eerst als wijkverzorgster, vervolgens (na het behalen van HBO-v) als ouderenadviseur
binnen de thuiszorg en manager binnen bepaalde wijk.
Vragen zijn gesteld aan de hand van het tonen van de prototypes, GoogleHome en
Motivatieweegschaal.
 Expert heeft geen kennis van GoogleHome, lijkt haar erg duur om te implementeren.
 Expert vindt het idee achter GoogleHome wel aanspreken, maar hoe zou dit in
samenwerking met een thuiszorg organisatie kunnen werken? Dit weet zij ook niet.
 Het prototype van GoogleHome slaat aan, hoe het eventueel gebruikt kan worden wordt
haar duidelijk. Geeft als tip om iets met een mantelzorg/thuiszorg functie erin te verwerken.
 Thuiszorg is de laatste jaren veel bezig met het inzetten van nieuwe technologien, denk
hierbij aan hulp op afstand m.b.v. iPad. De expert vindt deze veranderingen niet altijd even
handig, omdat zorg nog steeds menselijk moet blijven. Zorghebbende moeten nog steeds
echte mensen over de vloer krijgen.
 De weegschaal, het prototype, is duidelijk voor de expert. Een oude technologie in een nieuw
jasje.
 Het display scherm mag wel iets groter, het is voor ouderen lastig te lezen wanneer zij op een
weegschaal staan.
 Ziet het nut van een weegschaal die motiverend werkt, volgens haar bewegen veel ouderen
(die thuiszorg krijgen) niet genoeg. Precieze cijfers heeft zij niet. Wanneer wij de cijfers
vanuit een eerder interview (expert beweging) laten zien kan zij dit wel beamen.
 Vertelt wat over thuiszorg winkels, hierin zouden eventueel deze weegschalen verkocht
kunnen worden. Tevens kunnen verzorgsters deze dan ook gezamenlijk instellen met de
nieuwe gebruiker.
 Een beloningsysteem is belangrijk, mensen in beweging brengen d.m.v. ‘gamification’ vindt
zij een goede manier.
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 44
Bijlage G: Foto’s uitgewerkte HMW-vragen
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 45
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 46
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 47
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 48
Bijlage H: Interview ouderen Michael
Geïnterviewde: Echtpaar, man & vrouw
Leeftijd: Beiden 70+ (vrouw ouder dan man en invalide)
Getrouwd
Sociaal
Het echtpaar woont samen in een eengezinswoning (3 verdiepingen). Zij hebben een zoon en een
dochter die beiden ver weg werken en wonen, maar die zich wel gedwongen voelen hen in het
weekeinde regelmatig te bezoeken. Vanwege de slechte mobiliteit van met name mevrouw hebben
zij weinig contacten.
De vrouw is invalide en heeft morbide obesitas. Haar knieën zijn totaal versleten en kan alleen met
heel veel pijn wat stappen verzetten. In huis beweegt zij met behulp van wandelstokken en overal te
leunen op de meubels in het overvolle huis. Haar man moet dan ook haar de nodige hulp verlenen bij
het uitvoeren van de huishoudelijke taken die zij toch zoveel mogelijk zelf doet. Zij wil nog geen
gezinshulp omdat zij zich dan te veel op haar vingers gekeken voelt. Op de bovenste verdieping komt
zij nagenoeg niet meer. Wel moet zij dagelijks tweemaal naar de eerste etage waar zij slaapt. Het op-
en afgaan van de trap kost haar heel veel moeite, tijd en pijn. Maar zich vasthoudend aan de
leuningen en de treden zelf lukt het haar tot nu toe nog. Hoewel mevrouw de laatste jaren ook is
afgevallen is zij nog zeer zwaar. De orthopedische chirurg acht het aanbrengen van nieuwe knieën
zeer risicovol en ook weinig zinvol gezien haar leefwijze.
De man beweegt relatief veel waardoor hij vaak buiten is. Sinds zijn pensioennering en
hartproblemen (ontstaan na afwijzing 5 jaar geleden van invalideparkeerkaart als passagier voor zijn
vrouw) is hij meer gaan bewegen en aanzienlijk afgevallen. Ook nu heeft hij ineens weer problemen
gekregen na de afwijzing van hun recente tweede aanvraag voor een invalideparkeerkaart als
passagier voor de vrouw. Hij heeft veel last van duizeligheid, draaierigheid en misselijkheid en
oorsuizingen de laatste weken.
Voor buitenshuis heeft mevrouw 2 rollators en een duwrolstoel. Eigenlijk gaat zij alleen het huis uit
om boodschappen te doen in een voor haar gemakkelijke supermarket (ongeveer 4 keer per week).
Ondanks haar problemen met lopen houdt zij er van om zelf haar spullen te kiezen en niet door haar
man op haar vingers te worden gekeken. Haar man zet haar wel altijd (illegaal) af bij de ingang van de
supermarket en haalt voor haar een winkelwagen waarop zij zwaar leunend en steunend de winkel in
kan. Hoewel hij haar helpt met bijvoorbeeld de lege flessen terug te brengen en zware producten te
pakken, houdt hij zelf niet van winkelen. Bovendien is hij veel tijd kwijt aan het vinden van een
parkeerplaats dicht bij de uitgang van de supermarket om het voor zijn vrouw makkelijk te maken als
zij klaar is. Als zij uiterst vermoeid en geïrriteerd klaar is met winkelen, probeert zij zo snel mogelijk te
gaan zitten in de auto en zet haar man alles van de winkelwagen in de auto en later natuurlijk weer in
huis. Om zijn vrouw de vrijheid bij het winkelen te gunnen en haar ook de gelegenheid te geven met
de andere klanten te praten, leest hij in de auto nogal een de kranten waar hij normaliter geen tijd
voor kan vrijmaken.
De vrouw vindt het wel leuk om met mensen in de winkel te praten en is heel sociaal, zij probeert
dan ook vaak een gesprek aan te gaan met mensen in de supermarkt en reageert vaak op kinderen
die zij tegen komt om met mensen te kunnen praten, dit vindt de mevrouw dat ook heel leuk.
Gezonde levensstijl
De vrouw heeft niet alleen totaal versleten knieën, maar ook artrose, diabetes, hypertensie, rugpijn,
glaucoom, carpale syndroom etc.. Zijn slikt ook dagelijks ongeveer 12 verschillende soorten
medicijnen. Mevrouw doet haar best (diëten) gezonder te worden, maar leeft toch weinig gezond.
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 49
Hoofdoorzaak is haar immobiliteit. Zij kan volgens haar man bijna niks meer. Haar knieën behoren
volgens haar orthopedisch chirurg tot de slechtste tien knieën die hij ooit heeft gezien. Zij heeft wel
een hometrainer en een soort voettrapper in huis, die zij volgens haar man nagenoeg niet gebruikt
heeft. Te pijnlijk en te vermoeiend blijkbaar. Daarnaast eet mevrouw wel gezond, zij eet ’s ochtends
2 boterhammen, ’s middags een stuk fruit en soms een boterham, en ’s avonds haar maaltijd. Ook let
mevrouw, net als haar man, op wat zij eet.
De man leeft heel gezond, hij let goed op zijn voeding, beweegt ruim voldoende en eet genoeg. In de
ochtend heeft de meneer vaak 4 of 5 bruine boterhammen, in de middag soms nog een boterham ,
maar ‘s avonds eet de man flink (vrouw kook zelf en blijkbaar goed en veel). Daarnaast gaat meneer
nagenoeg elke ochtend 30 km (langer dan 2 uur) buiten fietsen en in de avond, na het eten, gaat
meneer nog eens 5 km (ruim 1 uur) buiten wandelen.
Zelfstandigheid
De mevrouw doet zoveel mogelijk alles nog zelf in huis, schoonmaken, koken, de was, etc. Zij heeft
hier dan ook allemaal trucjes voor bedacht om dit haarzelf zo gemakkelijk mogelijk te maken.
Zo heeft zij om te koken en de vaatwasser te vullen stoelen staan in de keuken om op te zitten, en
ook nog andere stoelen in de keuken om zichzelf aan vast te houden, in onderstaande afbeelding is
de keuken te zien waar mevrouw kookt en de vaatwasser doet, met de stoel waar zij op zit tijdens
het koken en het doen van de vaatwasser.
Zij heeft in de woonkamer naast haar gemakkelijke stoel met hoge leuningen met behulp waarvan ze
zich omhoog kan duwen/hijsen, ook een grijpstok (vergelijkbaar met de knijpstok die de gemeente
gebruik om op straat vuil op te ruimen), waarmee zij spullen die wat verder op de tafel staan, kan
pakken. Ook in het eetkamergedeelte beneden heeft zij weer een andere grijpstok staan naast haar
wandelstok om zaken te kunnen pakken. Ook heeft zij daar en in de keuken stoffer en blik met lange
stelen staan om het grootste vuil meer te kunnen pakken.
Om spullen van de keuken naar de kamer te brengen en andersom gebruikt zij een soort
boodschappenwagentje waarin zij de spullen doet en zij zij ook kan gebruiken om op te steunen
(heeft er 3 staan beneden)
Het bed opmaken kan mevrouw niet meer. Dat doet haar man. Mevrouw is verantwoordelijk voor de
was. Zij vult de wasmachine, zittend op een kruk ervoor, en kiest het juiste wasprogramma uit. De
man pakt de kleren na de was meestal uit de wasmachine en doet die dan in de droogmachine en
haalt die er dan ook weer uit.
Mevrouw kan geen gebruik meer maken van het bad en vind de opstap in de douche ook moeilijk en
gevaarlijk. Maar zij kan zich wel aan een aantal zaken vasthouden. Men wil wel de badkamer laten
aanpassen.
In de keuken om proviand van boven te halen of iets uit de hoogste keukenkasten heeft zij de hulp
van haar man nodig. Wel laat zij zeer regelmatig glas kapotvallen in de keuken. Omdat zij weinig
nauwkeurig is met opruimen van de scherven, moet haar man regelmatig ontsmettingsmiddelen
gebruiken doordat men in het glas loopt.
Doordat men dicht op elkaar leeft, weinig afleiding heeft, de vrouw last heeft van pijnen, en de man
vele kleine zaken voor de vrouw moet doen, raakt men gemakkelijk geïrriteerd en treden er wel de
nodige huiselijke spanningen in het huwelijk op.
Het huishouden in het algemeen en het onderhoud van de tuin is de laatste jaren wel aanzienlijk
achteruitgegaan.
Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer
IRP Adviesrapport Versie 1.0 50
Gebruik van diensten
Het echtpaar maakt geen gebruik van diensten, maar geeft wel aan hier misschien aan toe te zijn
omdat het steeds slechter gaat en het steeds moeilijker wordt om alles in huis maar zelf bij te
houden. Mevrouw geeft ook aan soms dingen over te slaan en zegt dat zij haar huis vies vindt
ondanks dat zij toch probeert alles schoon te houden. De mevrouw heeft alleen geen idee of en hoe
zij diensten kan aanvragen en of zij hier recht op heeft. Haar man heeft hen wel opgegeven hiervoor
via internet, maar door onduidelijke inlogcodes en onbereikbaarheid van de instellingen, hebben zij
het er maar bij laten zitten.
Omdat zij ook zeer slechte ervaringen hebben met de gemeente Zoetermeer (aanvraag
invalideparkeerkaart als passagier), verwacht men van die kant ook niets meer en wil men er ook zo
weinig mogelijk mee te maken hebben.
Informatietoegankelijkheid
Meneer geeft aan dat er weinig bruikbare informatie beschikbaar is over de zorg. Zorg is erg
verbureaucratiseerd en gereglementeerd en nu ook gedigitaliseerd. De hulpverleners willen liever
Adviesrapport dmxy
Adviesrapport dmxy
Adviesrapport dmxy
Adviesrapport dmxy
Adviesrapport dmxy
Adviesrapport dmxy
Adviesrapport dmxy
Adviesrapport dmxy
Adviesrapport dmxy
Adviesrapport dmxy
Adviesrapport dmxy
Adviesrapport dmxy
Adviesrapport dmxy
Adviesrapport dmxy

More Related Content

Similar to Adviesrapport dmxy

Onderzoeksrapport acrs v3.0_definitief
Onderzoeksrapport acrs v3.0_definitiefOnderzoeksrapport acrs v3.0_definitief
Onderzoeksrapport acrs v3.0_definitiefrloggen
 
Scriptie basslutter
Scriptie basslutterScriptie basslutter
Scriptie basslutterFrank Smilda
 
Scriptie basslutter
Scriptie basslutterScriptie basslutter
Scriptie basslutterFrank Smilda
 
Onderzoek naar de zelfredzaamheid bij mensen met een depressieve stoornis
Onderzoek naar de zelfredzaamheid bij mensen met een depressieve stoornisOnderzoek naar de zelfredzaamheid bij mensen met een depressieve stoornis
Onderzoek naar de zelfredzaamheid bij mensen met een depressieve stoornisLilian Coenen
 
Jaarverslag 2012, Project Aanpak Eenzaamheid Hatert 2.0
Jaarverslag 2012, Project Aanpak Eenzaamheid Hatert 2.0Jaarverslag 2012, Project Aanpak Eenzaamheid Hatert 2.0
Jaarverslag 2012, Project Aanpak Eenzaamheid Hatert 2.0Bouwen is communiceren
 
Tias consulting skills lecture 3 leiderschap en sociale netwerken
Tias consulting skills lecture 3 leiderschap en sociale netwerkenTias consulting skills lecture 3 leiderschap en sociale netwerken
Tias consulting skills lecture 3 leiderschap en sociale netwerkenFrank Willems
 
Eindwerkstuk Tevredenheid is een Talent op zichzelf
Eindwerkstuk Tevredenheid is een Talent op zichzelfEindwerkstuk Tevredenheid is een Talent op zichzelf
Eindwerkstuk Tevredenheid is een Talent op zichzelfMerel Claessens
 
Handleiding Qsuite | Wat is meten en hoe doe ik dat?
Handleiding Qsuite | Wat is meten en hoe doe ik dat?Handleiding Qsuite | Wat is meten en hoe doe ik dat?
Handleiding Qsuite | Wat is meten en hoe doe ik dat?Evelien Verkade
 
Een warme plek in de strategie Chris Pettersson
Een warme plek in de strategie Chris PetterssonEen warme plek in de strategie Chris Pettersson
Een warme plek in de strategie Chris PetterssonChris Pettersson
 
Definitieve versie masterscriptie lennardwalterbos_s4385985
Definitieve versie masterscriptie lennardwalterbos_s4385985Definitieve versie masterscriptie lennardwalterbos_s4385985
Definitieve versie masterscriptie lennardwalterbos_s4385985Lennard Walterbos
 
Critical reflective team behaviour: do differences matter?
Critical reflective team behaviour: do differences matter?Critical reflective team behaviour: do differences matter?
Critical reflective team behaviour: do differences matter?Mieke86
 
Voor de toekomst - Onderzoek Jeugdzorg - gemeenten Aalten, Oost Gelre en WInt...
Voor de toekomst - Onderzoek Jeugdzorg - gemeenten Aalten, Oost Gelre en WInt...Voor de toekomst - Onderzoek Jeugdzorg - gemeenten Aalten, Oost Gelre en WInt...
Voor de toekomst - Onderzoek Jeugdzorg - gemeenten Aalten, Oost Gelre en WInt...Bart Litjens
 
Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.
Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.
Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.Martijn Verhagen
 
Meten of begrijpen, that's the question
Meten of begrijpen, that's the questionMeten of begrijpen, that's the question
Meten of begrijpen, that's the questionAgnes Dinkelman
 
Printversie Gerontopsychiatrie binnen Lyvore
Printversie Gerontopsychiatrie binnen LyvorePrintversie Gerontopsychiatrie binnen Lyvore
Printversie Gerontopsychiatrie binnen LyvoreBrenda Nieuwenhuizen
 
De lerende, onderzoekende pedagogisch medewerker (Anke van Keulen)
De lerende, onderzoekende pedagogisch medewerker (Anke van Keulen)De lerende, onderzoekende pedagogisch medewerker (Anke van Keulen)
De lerende, onderzoekende pedagogisch medewerker (Anke van Keulen)Pedagogisch kader Lerenderwijs
 
Ouderenzorg, onze zorg?; impressie van socratische dialoog in publieke ruimte
Ouderenzorg, onze zorg?; impressie van socratische dialoog in publieke ruimteOuderenzorg, onze zorg?; impressie van socratische dialoog in publieke ruimte
Ouderenzorg, onze zorg?; impressie van socratische dialoog in publieke ruimteCreathos bv
 

Similar to Adviesrapport dmxy (20)

Onderzoeksrapport acrs v3.0_definitief
Onderzoeksrapport acrs v3.0_definitiefOnderzoeksrapport acrs v3.0_definitief
Onderzoeksrapport acrs v3.0_definitief
 
Scriptie basslutter
Scriptie basslutterScriptie basslutter
Scriptie basslutter
 
Scriptie basslutter
Scriptie basslutterScriptie basslutter
Scriptie basslutter
 
Safe_Future_Methodiek
Safe_Future_MethodiekSafe_Future_Methodiek
Safe_Future_Methodiek
 
Onderzoek naar de zelfredzaamheid bij mensen met een depressieve stoornis
Onderzoek naar de zelfredzaamheid bij mensen met een depressieve stoornisOnderzoek naar de zelfredzaamheid bij mensen met een depressieve stoornis
Onderzoek naar de zelfredzaamheid bij mensen met een depressieve stoornis
 
Jaarverslag 2012, Project Aanpak Eenzaamheid Hatert 2.0
Jaarverslag 2012, Project Aanpak Eenzaamheid Hatert 2.0Jaarverslag 2012, Project Aanpak Eenzaamheid Hatert 2.0
Jaarverslag 2012, Project Aanpak Eenzaamheid Hatert 2.0
 
Tias consulting skills lecture 3 leiderschap en sociale netwerken
Tias consulting skills lecture 3 leiderschap en sociale netwerkenTias consulting skills lecture 3 leiderschap en sociale netwerken
Tias consulting skills lecture 3 leiderschap en sociale netwerken
 
Thesis Nicole Doornbos
Thesis Nicole DoornbosThesis Nicole Doornbos
Thesis Nicole Doornbos
 
Eindwerkstuk Tevredenheid is een Talent op zichzelf
Eindwerkstuk Tevredenheid is een Talent op zichzelfEindwerkstuk Tevredenheid is een Talent op zichzelf
Eindwerkstuk Tevredenheid is een Talent op zichzelf
 
traplopers_020825
traplopers_020825traplopers_020825
traplopers_020825
 
Handleiding Qsuite | Wat is meten en hoe doe ik dat?
Handleiding Qsuite | Wat is meten en hoe doe ik dat?Handleiding Qsuite | Wat is meten en hoe doe ik dat?
Handleiding Qsuite | Wat is meten en hoe doe ik dat?
 
Een warme plek in de strategie Chris Pettersson
Een warme plek in de strategie Chris PetterssonEen warme plek in de strategie Chris Pettersson
Een warme plek in de strategie Chris Pettersson
 
Definitieve versie masterscriptie lennardwalterbos_s4385985
Definitieve versie masterscriptie lennardwalterbos_s4385985Definitieve versie masterscriptie lennardwalterbos_s4385985
Definitieve versie masterscriptie lennardwalterbos_s4385985
 
Critical reflective team behaviour: do differences matter?
Critical reflective team behaviour: do differences matter?Critical reflective team behaviour: do differences matter?
Critical reflective team behaviour: do differences matter?
 
Voor de toekomst - Onderzoek Jeugdzorg - gemeenten Aalten, Oost Gelre en WInt...
Voor de toekomst - Onderzoek Jeugdzorg - gemeenten Aalten, Oost Gelre en WInt...Voor de toekomst - Onderzoek Jeugdzorg - gemeenten Aalten, Oost Gelre en WInt...
Voor de toekomst - Onderzoek Jeugdzorg - gemeenten Aalten, Oost Gelre en WInt...
 
Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.
Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.
Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.
 
Meten of begrijpen, that's the question
Meten of begrijpen, that's the questionMeten of begrijpen, that's the question
Meten of begrijpen, that's the question
 
Printversie Gerontopsychiatrie binnen Lyvore
Printversie Gerontopsychiatrie binnen LyvorePrintversie Gerontopsychiatrie binnen Lyvore
Printversie Gerontopsychiatrie binnen Lyvore
 
De lerende, onderzoekende pedagogisch medewerker (Anke van Keulen)
De lerende, onderzoekende pedagogisch medewerker (Anke van Keulen)De lerende, onderzoekende pedagogisch medewerker (Anke van Keulen)
De lerende, onderzoekende pedagogisch medewerker (Anke van Keulen)
 
Ouderenzorg, onze zorg?; impressie van socratische dialoog in publieke ruimte
Ouderenzorg, onze zorg?; impressie van socratische dialoog in publieke ruimteOuderenzorg, onze zorg?; impressie van socratische dialoog in publieke ruimte
Ouderenzorg, onze zorg?; impressie van socratische dialoog in publieke ruimte
 

More from rloggen

Ello2 verbinden generaties - adviesrapport 2.0
Ello2   verbinden generaties - adviesrapport 2.0Ello2   verbinden generaties - adviesrapport 2.0
Ello2 verbinden generaties - adviesrapport 2.0rloggen
 
Vr voor kerkbezoek onderzoeksrapport versie-2
Vr voor kerkbezoek   onderzoeksrapport versie-2Vr voor kerkbezoek   onderzoeksrapport versie-2
Vr voor kerkbezoek onderzoeksrapport versie-2rloggen
 
Slides vitalITylab vs1.0 extern
Slides vitalITylab vs1.0 externSlides vitalITylab vs1.0 extern
Slides vitalITylab vs1.0 externrloggen
 
Presentatie schriftelijke werkstukken vs1.0
Presentatie schriftelijke werkstukken vs1.0Presentatie schriftelijke werkstukken vs1.0
Presentatie schriftelijke werkstukken vs1.0rloggen
 
Resultaten bpm in nederland 2011 low resolution
Resultaten bpm in nederland 2011   low resolutionResultaten bpm in nederland 2011   low resolution
Resultaten bpm in nederland 2011 low resolutionrloggen
 
Case management for_public_sector_web
Case management for_public_sector_webCase management for_public_sector_web
Case management for_public_sector_webrloggen
 
9 ciima-2012-12-2-ravesteyn-zoet-capgemini-capgemini-65-80
9 ciima-2012-12-2-ravesteyn-zoet-capgemini-capgemini-65-809 ciima-2012-12-2-ravesteyn-zoet-capgemini-capgemini-65-80
9 ciima-2012-12-2-ravesteyn-zoet-capgemini-capgemini-65-80rloggen
 
Artikel 4+2 procesmodel v1.0
Artikel 4+2 procesmodel v1.0Artikel 4+2 procesmodel v1.0
Artikel 4+2 procesmodel v1.0rloggen
 
Introduction to case management - Roeland Loggen vs1.1
Introduction to case management - Roeland Loggen vs1.1Introduction to case management - Roeland Loggen vs1.1
Introduction to case management - Roeland Loggen vs1.1rloggen
 
Artikel bpm en groepsdynamica vs1.0
Artikel bpm en groepsdynamica vs1.0Artikel bpm en groepsdynamica vs1.0
Artikel bpm en groepsdynamica vs1.0rloggen
 

More from rloggen (10)

Ello2 verbinden generaties - adviesrapport 2.0
Ello2   verbinden generaties - adviesrapport 2.0Ello2   verbinden generaties - adviesrapport 2.0
Ello2 verbinden generaties - adviesrapport 2.0
 
Vr voor kerkbezoek onderzoeksrapport versie-2
Vr voor kerkbezoek   onderzoeksrapport versie-2Vr voor kerkbezoek   onderzoeksrapport versie-2
Vr voor kerkbezoek onderzoeksrapport versie-2
 
Slides vitalITylab vs1.0 extern
Slides vitalITylab vs1.0 externSlides vitalITylab vs1.0 extern
Slides vitalITylab vs1.0 extern
 
Presentatie schriftelijke werkstukken vs1.0
Presentatie schriftelijke werkstukken vs1.0Presentatie schriftelijke werkstukken vs1.0
Presentatie schriftelijke werkstukken vs1.0
 
Resultaten bpm in nederland 2011 low resolution
Resultaten bpm in nederland 2011   low resolutionResultaten bpm in nederland 2011   low resolution
Resultaten bpm in nederland 2011 low resolution
 
Case management for_public_sector_web
Case management for_public_sector_webCase management for_public_sector_web
Case management for_public_sector_web
 
9 ciima-2012-12-2-ravesteyn-zoet-capgemini-capgemini-65-80
9 ciima-2012-12-2-ravesteyn-zoet-capgemini-capgemini-65-809 ciima-2012-12-2-ravesteyn-zoet-capgemini-capgemini-65-80
9 ciima-2012-12-2-ravesteyn-zoet-capgemini-capgemini-65-80
 
Artikel 4+2 procesmodel v1.0
Artikel 4+2 procesmodel v1.0Artikel 4+2 procesmodel v1.0
Artikel 4+2 procesmodel v1.0
 
Introduction to case management - Roeland Loggen vs1.1
Introduction to case management - Roeland Loggen vs1.1Introduction to case management - Roeland Loggen vs1.1
Introduction to case management - Roeland Loggen vs1.1
 
Artikel bpm en groepsdynamica vs1.0
Artikel bpm en groepsdynamica vs1.0Artikel bpm en groepsdynamica vs1.0
Artikel bpm en groepsdynamica vs1.0
 

Adviesrapport dmxy

  • 1. Daan de Jager Xander van Berckel Bik Yoshi Knotter Michael Neervoort HAAGSE HOGESCHOOL BIM-I, Intervention Research Project 15 juni 2016, versie 1.0 ADVIESRAPPORT Intervention Research Project Design thinking
  • 2. Voorwoord De afgelopen zes weken zijn wij als projectgroep bezig geweest om een (technologische)oplossing te bedenken die de levenssituatie onder ouderen moet verbeteren. Deze opdracht voeren wij uit in opdracht van het lectoraat van de Haagse Hogeschool en de gemeente Zoetermeer. Om dit onderzoek mogelijk te maken hebben een aantal partijen zich aangemeld/beschikbaar gesteld. Allereerst willen wij de gemeente van Zoetermeer bedanken voor het beschikbaar stellen van deze “real life” opdracht. Ten tweede willen wij de betrokken ouderen bedanken voor de tijd, moeite en gastvrijheid gedurende ons onderzoek. Ten derde willen wij de gesproken experts bedanken, in het bijzonder mevrouw M. Kessels (beweging), mevrouw E. Doon (wonen), J. Slotman (eenzaamheid) en I-J. Lemstra (thuiszorg). Ten slotte willen wij de begeleidende docent, R. Loggen, bedanken voor zijn begeleiding gedurende dit project. Zoetermeer, Juni 2016 Daan de Jager Michael Neervoort Yoshi Knotter Xander van Berckel Bik
  • 3. Management samenvatting De aanleiding van dit onderzoek is om de leefsituatie van ouderen (65+) binnen de gemeente Zoetermeer te verbeteren. Dit onderzoek is daarom ook in samenwerking met de gemeente Zoetermeer, De Haagse Hogeschool en Ouderenbond uitgevoerd. Het onderzoek betreft het in kaart brengen van behoeftes van de doelgroep (ouderen 65+), tot nieuwe inzichten komen en het vraagstuk vanuit de doelgroep invulling te geven. De fundering van het onderzoek is opgebouwd vanuit verschillende methodes. Deze methodes zijn toegepast in de verschillende fases, empathy, define, ideate en prototying/testing van het onderzoek. Voor de verantwoording van de gekozen methoden en technieken verwijzen wij naar hoofdstuk 3. Om de behoeftes vanuit de doelgroep vast te stellen hebben wij in de empathy fase, empatische interviews afgenomen. Deze interviews zijn afgenomen met de, door de vakdocent toegewezen, ouderen. De informatie vanuit deze interviews is met alle onderzoekteams gedeeld zodat er een realistisch beeld ontstaat van de doelgroep. De informatie van deze interviews zijn ook visueel verwerkt met post-its, zodat deze in de define fase te gebruiken zijn. De define fase betreft het structureren van de informatie die verkregen is in de empathy fase. De informatie is middels verschillende thema’s gestructureerd en middels deze structuur werden er patronen zichtbaar binnen de verkregen informatie. Om een gezicht te vormen achter deze informatie zijn er persona’s opgesteld. Deze persona’s vertegenwoordigen een belangrijk gedeelte uit de doelgroep en worden daarom gebruikt als weerspiegeling van de doelgroep. Aan de hand van structurering van de informatie zijn er op verschillende creatieve manieren (methodes) oplossingen bedacht voor het vraagstuk vanuit de doelgroep. Middels deze methodes zijn er een grote hoeveelheid aan oplossingen voorgekomen. Aan de hand van interviews met experts zijn wij ook tot nieuwe inzichten gekomen op gebied van wonen, beweging, thuiszorg en eenzaamheid. Niet al deze oplossingen zijn even goed of even relevant aan de doelgroep. Middels verschillende methodes hebben wij in de prototyping en testfase de hoeveelheid oplossingen gereduceerd naar een top vijf. Deze oplossingen zijn middels de ‘engaging’ testmethode getest bij de experts. Aan de hand van deze informatie en deskresearch hebben wij bepaald dat de motivatieweegschaal onze oplossing is voor het vraagstuk vanuit de doelgroep. De motivatieweegschaal is een motiverende tool om ouderen aan het bewegen te krijgen. Uit onderzoek blijkt namelijk dat 60% van de ouderen de minimale bewegingsnorm van 30 minuten per dag niet haalt. Dit is zorgwekkend, maar de motivatieweegschaal biedt hier de oplossing voor.
  • 4. Inhoudsopgave 1. Inleiding ............................................................................................................................... 1 2. Projectgroep......................................................................................................................... 3 3. Gebruikte methoden............................................................................................................. 4 3.1. Empathy fase........................................................................................................................... 4 Empathische interviews .................................................................................................................. 4 Deskresearch en literatuuronderzoek............................................................................................. 4 Day-in-a-life..................................................................................................................................... 4 3.2. Define fase............................................................................................................................... 4 Brainstormen................................................................................................................................... 4 Share & capture............................................................................................................................... 5 Categoriseren .................................................................................................................................. 5 Thema’s & patronen........................................................................................................................ 5 Inzicht statements........................................................................................................................... 5 Persona’s ......................................................................................................................................... 5 How Might We’s.............................................................................................................................. 5 Expertinterviews.............................................................................................................................. 6 3.3. Ideation fase............................................................................................................................ 6 635 Brainstorm................................................................................................................................ 6 Mash-up ideeën............................................................................................................................... 6 Fast Idea Generator......................................................................................................................... 6 COCD Box......................................................................................................................................... 7 3.4. Prototype & test fase............................................................................................................... 7 Engaging testing .............................................................................................................................. 7 Prototyping on paper ...................................................................................................................... 7 3.5. Ecosysteem fase ...................................................................................................................... 7 Logic model ..................................................................................................................................... 7 4. Onderzoeksopzet.................................................................................................................. 8 4.1. Traceability.............................................................................................................................. 8 4.2. Openstaande beperkingen ...................................................................................................... 9 5. Empathy fase...................................................................................................................... 10 6. Define fase ......................................................................................................................... 13 7. Ideate fase.......................................................................................................................... 16 8. Prototype & Test fase.......................................................................................................... 19 8.1. Opbouw prototype ................................................................................................................ 20 9. Ecosysteem fase.................................................................................................................. 22 10. Het idee .......................................................................................................................... 24 11. Advies & aanbevelingen .................................................................................................. 26 11.1. Acties voor in de toekomst ................................................................................................ 27 11.2. Stakeholders ...................................................................................................................... 27 12. Conclusie ........................................................................................................................ 28
  • 5. Referentie tabel ......................................................................................................................... 29 Lijst met tabellen en figuren ....................................................................................................... 31 Literatuurlijst ............................................................................................................................. 32 Bijlagen...................................................................................................................................... 34 Bijlage A: Interviewboekje................................................................................................................. 34 Bijlage B: Persona’s ........................................................................................................................... 36 Bijlage C: Expertinterview Eenzaamheid........................................................................................... 38 Bijlage D: Expertinterview bewegen.................................................................................................. 40 Bijlage E: Expertinterview Wonen ..................................................................................................... 41 Bijlage F: Expertinterview thuiszorg.................................................................................................. 43 Bijlage G: Foto’s uitgewerkte HMW-vragen...................................................................................... 44 Bijlage H: Interview ouderen Michael ............................................................................................... 48 Bijlage I: Interview ouderen Daan ..................................................................................................... 53 Bijlage J: Interview ouderen Yoshi..................................................................................................... 55 Bijlage K: Interview ouderen Xander ................................................................................................. 56 Bijlage L: Interview 2 ouderen Michael ............................................................................................. 58 Bijlage M: Interview 2 ouderen Xander............................................................................................. 61 Bijlage N: Interview 2 ouderen Daan................................................................................................. 63 Bijlage O: Deskresearch adoptie onder ouderen............................................................................... 64
  • 6. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 1 1. Inleiding De afgelopen zes weken hebben wij ons bezig gehouden met wat de behoeften zijn van ouderen boven de 65. Dit rapport bevat onze weg naar het uiteindelijke resultaat, een prototype en hoe er verder kan worden onderzocht. De weg ernaar toe is gedaan aan de hand van verschillende methoden en technieken die wij tijdens deze periode op de Haagse Hogeschool hebben geleerd. Zo zijn er verschillende personen binnen de doelgroep gesproken en zijn er experts op bepaalde gebieden geraadpleegd. Uiteindelijk hebben wij een idee uitgewerkt tot een prototype en getest bij experts. Dit onderzoek is gestart naar aanleiding van de course ‘Intervention Research Project’ binnen het blok BIM-I. In dit blok kijken wij hoe de levenssituatie van 65-plussers met behulp van technologie kan worden verbeterd. Dit gebeurt in samenwerking met de gemeente Zoetermeer en de Haagse Hogeschool. De opdracht had meerdere aspecten in zich, die luidde als volgt:  Ontwikkelen van innovatieve ideeën die (op termijn, door partijen kunnen worden gerealiseerd) de vitaliteit van ouderen kan verbeteren en hiermee kwaliteit van leven kan versterken.  Het ontwikkelen van mensgerichte ontwerp-competenties bij studenten.  Het versterken van de samenwerking van diverse partijen binnen de gemeente Zoetermeer rond de vitaliteit van haar inwoners.  Bijdragen aan kenniscirculatie en –creatie door de Haagse Hogeschool in haar regio. Aan de hand van ons onderzoek, interviews met de doelgroep en experts zijn wij gekomen tot een advies. Dit advies bevat een nieuw idee wat kan helpen bij het langer zelfstandig thuis wonen van 65- plussers. Het bedenken van een nieuwe oplossing voor deze doelgroep is van belang omdat deze doelgroep steeds groter wordt (Ouderenfonds, 2015). Hieronder vindt u een korte introductie tot de verschillende hoofdstukken die in dit adviesrapport staan en wat daarin terug te vinden is. Hoofdstuk 2, Projectgroep: wie zijn er betrokken geweest bij het project, de uitvoerende personen en wie waren de opdrachtgevers. Hoofdstuk 3, Gebruikte methoden: welke methoden zijn er gebruikt tijdens deze periode en welke bronnen zijn daarvoor gebruikt. Hoofdstuk 4, Onderzoeksopzet: hoe is het onderzoek opgezet, waar is het uitgevoerd en welke doelgroep was er bij betrokken. Hoofdstuk 5, Empathy fase: de uitvoerende projectleden zijn zich gaan inleveren in de doelgroep aan de hand van verschillende methoden. Hoofdstuk 6, Define fase: structuur aanbrengen in de gevonden thema’s en patronen uit de fase empathy. Hoofdstuk 7, Ideate fase: met verschillende methoden ideeën bedenken en voorleggen aan experts. Hoofdstuk 8, Prototype en test fase: vanuit een top 5 van ideeën naar de beste oplossingen kijken en een prototype bouwen. Dit vervolgens testen onder de experts. Hoofdstuk 9, Ecosysteem: hier bedenken wij hoe het concept verder uitgewerkt kan worden en eventueel op de markt kan komen.
  • 7. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 2 Hoofdstuk 10, Het idee: uitleg van het concept. Hoofdstuk 11, Advies & aanbevelingen: het uiteindelijke advies met de daarbij behorende aanbevelingen. Hoofdstuk 12, Conclusie: de eindconclusie van ons onderzoek.
  • 8. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 3 2. Projectgroep Dit hoofdstuk bevat informatie over de projectgroep, de opdrachtgevers en begeleidend docent. Tijdens dit project hebben wij in de volgende samenstelling gewerkt.  Michael Neervoort  Daan de Jager  Yoshi Knotter  Xander van Berckel Bik Wij zijn studenten aan de Haagse Hogeschool te Zoetermeer en studeren Business IT & Management (voorheen Bedrijfskundige Informatica). Voor de course Intervention Research Project (IRP) van het blok BIM-I, zijn wij gevraagd om de levenssituatie van ouderen binnen Zoetermeer te verbeteren. Deze opdracht wordt uitgevoerd in samenwerking met de gemeente van Zoetermeer. Mocht u ons willen contacteren, dan kan dat via de volgende contactgegevens: Naam: Email: Michael Neervoort 12094366@student.hhs.nl Daan de Jager 12094994@student.hhs.nl Yoshi Knotter 13035185@student.hhs.nl Xander van Berckel Bik 12086436@student.hhs.nl Tabel 1: Namen studenten projectgroep Hieronder meer informatie over de opdrachtgevers en begeleidend docent: Naam: Organisatie Functie Roeland Loggen HHS Docent Karien Damen Gemeente Zoetermeer Senior netwerk regisseur Tinus Jongert Lectoraat Gezonde levensstijl Lector Koos Graniewski Ouderenbond Voorzitter Esther Doon Vidomes Gebiedsconsulent Tabel 2: Namen opdrachtgevers en docent
  • 9. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 4 3. Gebruikte methoden Tijdens dit project zijn er verschillende methoden gebruikt om tot het eindresultaat te komen. Hieronder volgt per fase de gebruikte methoden en technieken met verdere uitleg en hoe wij het hebben aangepakt. Verderop in het document worden de fases verder uitgewerkt, met meer details en waar wij onze informatie vandaan hebben. 3.1. Empathy fase Empathische interviews Om een beter beeld te krijgen van je doelgroep, wat de behoefte en de problemen of belemmeringen zijn kan er gebruik gemaakt worden van de interviewtechniek; empathisch interview. Dit is een open interview dat gehouden wordt in een ruimte waar de geïnterviewde zich thuis en ‘veilig’ voelt. Vaak is dit zelfs bij de geïnterviewde thuis, dit moet ervoor zorgen dat de persoon vrijuit kan vertellen en niet echt het idee heeft dat hij of zij een vragenlijst op zich af krijgt. De interviewer neemt niet alleen bepaalde antwoorden mee terug maar ook de emoties en gevoelens die hij of zij tijdens het interview heeft waargenomen. (Lv̜lie, Reason, & Polaine, 2013) Deskresearch en literatuuronderzoek Tijdens dit project hebben wij uiteraard gebruik gemaakt van de methoden deskresearch en literatuuronderzoek. Dit houdt in dat er door het team op zoek is gegaan naar feitelijke en praktische informatie maar ook wetenschappelijke en theoretische informatie (Poortinga, 2015). Het uitvoeren van deskresearch en literatuuronderzoek heeft geholpen bij het uitvoeren en begrijpen van bepaalde zaken gedurende het gehele project. Het doel van deze methoden is daarnaast ook om onze eigen onderzoek sterker neer te zetten door te onderbouwen met onderwerpen die al onderzocht zijn. Day-in-a-life Hoe komt iemand van 70 jaar of ouder, met slecht zicht en weinig sociale contacten zijn dag door? Aan de hand van een ‘day-in-a-life’ kan je jezelf proberen in te leven. Het is vooral bedoeld om zelf een beeld te creëren met de belemmering of juist zaken waar iemand blij van wordt op papier te zetten in verhaalvorm (story-telling). Er wordt een hele dag geschetst in verhaalvorm met de activiteiten die het fictieve persoon meemaakt. Daarnaast wordt genoteerd wat er goed of minder goed gaat, hoe de persoon zich erbij voelt. Dit zijn aannames die gemaakt worden, het gaat er echt om dat de schrijver van een ‘day-in-a-life’ zich probeert in te leven in een persoon waar je van te voren geen bedenkingen bij hebt (Loggen, 2016). 3.2. Define fase Brainstormen Met de methode brainstormen kunnen ideeën ontwikkeld worden, het is de bedoeling om alleen of in een groep gezamenlijk na te denken over een onderwerp en zoveel mogelijk erover neer te zetten. De methode bestaat uit twee fases; ideegeneratie (divergentie) en idee-evaluatie (convergentie). Eerst worden er dus zoveel mogelijk ideeën bedacht en vervolgens wordt er kritisch naar gekeken en over de ideeën geoordeeld. Tijdens de eerste fase, ideegeneratie, wordt nog geen oordeel of kritiek geleverd op ideeën. Het is daarnaast de bedoeling zoveel mogelijk te bedenken, kwantiteit over kwaliteit. In de tweede fase wordt pas over andere zaken nagedacht, zoals de haalbaarheid of dat het idee al bestaat. Uiteindelijk probeer je een top tien te krijgen nadat er geconvergeerd is, vanuit hier ga je de ideeën wat verder uitdenken en misschien zelfs voorleggen bij de doelgroep. (De Vos, 2013)
  • 10. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 5 Share & capture De Share & Capture methode is een methode die net de fase van empathy naar define overlapt. Aan het eind van de empathy fase kom je als team bij elkaar om je kennis te delen die je eerder hebt op gedaan tijdens de interviews/field research, ook al was het hele team aanwezig bij hetzelfde interview is het nog van belang om uit te leggen hoe eenieder dit interview heeft ervaren. Tijdens deze methode komt elk teamlid aan het woord om zijn ervaringen en kennis te delen die hij heeft opgedaan tijdens de interviews/field research. Hier wordt de opgedane kennis en de observaties gedeeld met de rest van het team door op te schrijven wat je hebt gehoord en gezien. Het uiteindelijke doel van deze methode is om te begrijpen wat er bij elk teamlid aan de gang is en hoe iedereen het ervaart. (Plattner, 2012) Categoriseren Wanneer de thema’s en patronen inzichtelijk geworden zijn. Kan de “design wall” hierop worden ingericht. Ook kan er nog voor gekozen worden om meerdere patronen of thema’s samen te nemen. De design wall zal hierdoor van een grote groep post-its veranderen naar kleinere groepjes van post- its. Deze kleinere groepen gaan dan over hetzelfde thema. Door de design wall anders in te richten, wordt deze overzichtelijker voor het designteam. (d.school, 2015) (Plattner, 2012) Thema’s & patronen Na het afnemen van interviews bij de doelgroep, worden alle uitgewerkte interviews naast elkaar gelegd en nogmaals doorgenomen. Dit met als doel om thema’s binnen de verschillende interviews te ontdekken. Ook kunnen er bepaalde patronen worden onthuld. Deze methode is een voorzet van het categoriseren van (eventuele) nieuwe thema’s. (Design Kit, 2015) (Plattner, 2012) Inzicht statements Inzicht statements zijn inzichten die je gedurende het onderzoek opdoet door het steeds verkrijgen van nieuwe informatie. Deze inzichten komen vaak uit het niets en zorgen ervoor dat er weer nieuwe motivatie en enthousiasme ontstaat voor het vervolg van het onderzoek. Inzichten zorgen er ook voor dat het onderzoek op een andere manier wordt gezien. Dit kan er vervolgens voor zorgen dat het onderzoeksteam op nieuwe innovatieve ideeën komt. (Design Kit, 2015) (Plusacumen, 2014) Persona’s Een persona wordt meestal opgesteld aan de hand van verschillende observaties en/of interviews. In de persona komen vervolgende de meest opvallende of interessante kenmerken van de doelgroep terug. Het maken van een persona helpt daarom bij het begrijpen van/inleven in de doelgroep. Ook zorgt een persona ervoor dat de situatie vanuit het perspectief van de betreffende doelgroep bekeken wordt. Doordat er vanuit het perspectief van de doelgroep gekeken wordt, is het makkelijker om te bedenken wat er in de wereld van de doelgroep omgaat/gebeurd. Tenslotte kan het maken van een persona bijdragen aan het vinden van belangrijke patronen binnen de betreffende doelgroep. (Kimbell, Service Innovation Handbook, 2016) (d.school, 2013) (DIY, 2010) (mediaLABamstedam, sd) How Might We’s De How Might We methode is een methode waarbij er een korte vraagstelling wordt gedefinieerd om later over te kunnen brainstormen en kan worden toegepast in de ideation fase. De How Might We vragen moeten zo worden opgesteld dat deze breed genoeg zijn voor veel mogelijke oplossingen maar toch concreet genoeg om toch grenzen te trekken. Brede vragen kunnen gemakkelijk worden
  • 11. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 6 opgedeeld in meerdere, concretere, vraagstukken om zo tijdens een brainstormsessie concreter na te denken over de verschillende mogelijkheden en ideeën. (d.school, 2012) Expertinterviews Voor onderzoek naar de vereenzaming onder ouderen, zijn expertinterviews van essentieel belang. Expert kunnen ons meer vertellen op gebied van eenzaamheid, wonen, bewegen en thuiszorg. Deze experts verzien ons van informatie waar wij zelf niet snel op zouden komen, omdat hier vele uren van deskresearch en onderzoek in zouden zitten. De expert op gebied van eenzaamheid voorziet ons van informatie die wij nodig hebben om te bepalen wat eenzaamheid precies is. De informatie met betrekking tot wonen wordt voorzien door een expert die werkzaam is bij een woningcorporatie. De expert op gebied van bewegen wordt voorzien door een docent van De Haagse Hogeschool zelf. Informatie vanuit de thuiszorg wordt voorzien van een medewerker bij de thuiszorg. (IDEO.org, 2015) 3.3. Ideation fase 635 Brainstorm De brainstormsessie volgens de 6 (personen) 3 (minuten) 5 (ideeën) methode is op een andere manier in de praktijk gebruikt dan de theorie voorschrijft. Wij hebben de brainstormsessie met 4 personen uitgevoerd. De 435 brainstormsessie bevat 4 personen die in 3 minuten allemaal 5 ideeën moeten aanleveren. Daarnaast kan er binnen de brainstormsessie worden verder gewerkt aan de ideeën die binnen de sessie zijn ontstaan. Binnen deze brainstormsessie zijn er verschillende regels waar elke persoon zich aan moet houden. Voorbeeld: “er mag tijdens de brainstormsessie geen kritiek geleverd worden”. (Curedale, 2013) Mash-up ideeën Mash-up Idea bestaat voornamelijk uit het mixen van ideeën om tot nieuwe ideeën te komen. Een bestaand idee wordt gebruikt, aangepast of omgebogen om met een ander idee samen te voegen. Het samenvoegen van deze ideeën zorgt ervoor dat er vanuit twee bestaande ideeën, één nieuw idee ontstaat. (IDEO.org, 2015) Fast Idea Generator Er bestaat altijd een moment dat het in de projectgroep vastloopt op gebied van het genereren van nieuwe ideeën. De Fast Idea generator is hier perfecte methode voor om deze barrière te breken. Het gebruik van de Fast Idea generator vraagt wel een vrije manier van denken, omdat er vanuit een ander perspectief naar zaken wordt gekeken. Bij het bedenken van nieuwe ideeën spelen er vaak regels waar je onbewust rekening mee houdt. Het kijken vanuit een ander perspectief is daarom ook de kracht van de Fast Idea generator. Om zaken vanuit een ander perspectief te bekijken moeten zaken eerst uit elkaar worden gehaald, om er dan vanuit een ander perspectief naar te kijken en om ze vervolgens weer in elkaar te zetten. De fast Idea generator biedt een framework om vanuit een ander perspectief naar problemen te kijken. Het framework biedt negen verschillende aanpakken om naar problemen te kijken. Het doel is om de normale situatie te bewerken, breken of uit elkaar halen om vervolgens het tegenovergestelde, maar wel passende, situatie neer te zetten. (UK, 2015)
  • 12. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 7 COCD Box De COCD-box is een matrix waarbij ideeën in maten van realiseerbaarheid en originaliteit kunnen worden geplaatst. In deze matrix is op verticale lijn de mate van realiseerbaarheid en op horizontale lijn de originaliteit van het idee. Wanneer deze methode wordt toegepast worden er per teamlid in de groep een aantal ideeën (het aantal kan variëren, dit hangt af van het totaalaantal ideeën) gekozen die hij of zij het beste vindt, deze ideeën moeten worden geplaatst in de vakken van de matrix, dit moet per vak hetzelfde aantal ideeën bevatten. Vervolgens wordt er gekeken welke ideeën het vaakste gekozen zijn en hier kan een top 5, top 10 of een ander aantal worden gekozen van ideeën die het meeste voorkomen in de matrix. Op deze manier wordt er een top aan ideeën opgesteld waar iedereen het over eens kan zijn. Het doel van deze methode is om snel de beste ideeën te selecteren waarmee verder gegaan kan worden met als voordelen dat er weinig discussie of kritiek voor komt en dat het relatief eenvoudig is uit te voeren. (Middeldorp, 2014) 3.4. Prototype & test fase Engaging testing Om een prototype te testen kan er gebruik gemaakt worden van de methode ‘engaging’ om te testen. Het doel hiervan is om binnen en buiten de doelgroep mensen het prototype te laten testen, om te concluderen of het idee/prototype bij de doelgroep aansluit. Bijvoorbeeld experts die het onderzoek hebben bijgestaan, kunnen het prototypen testen en vanuit het vakgebied waarin zij werkzaam zijn de test doorlopen. Dit zorgt ervoor dat je vanuit meerdere perspectieven input met betrekking tot je idee/prototype. Feedback vanuit meerdere perspectieven zorgt ervoor dat het prototype realistisch getest kan worden op meerdere vlakken. Prototyping on paper Deze methode is een veel gebruikte methode in het ‘human centered design process’. Aan de hand van deze methode ontwerp je je prototype op papier om te kijken hoe iets er daadwerkelijk uit komt te zien, zonder hoge kosten te maken. Op deze manier kan je veel feedback vanuit de doelgroep en daarbuiten krijgen met betrekking tot je prototype, wat zal leiden tot een beter ontwerp van het prototype. 3.5. Ecosysteem fase Logic model Een logic model is een verhaal of een afbeelding waarin de mate van inspanning op een visuele manier wordt weergegeven. In dit model wordt er uitgelegd waarom de gekozen strategie een goede oplossing is voor de probleemstelling aan de hand van de vijf stappen input, activiteiten, output, resultaat en impact. Aan de hand van deze vijf stappen wordt er uitgelegd hoe en waarom een bepaald programma of product werkt.
  • 13. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 8 4. Onderzoeksopzet Dit hoofdstuk beschrijft hoe wij onderzoek hebben gedaan en hoe het terug te vinden is in dit adviesrapport. Het is belangrijk om de ‘traceability’ van een onderzoek duidelijk aan te geven zodat op een ander moment hetzelfde onderzoek herhaald zou kunnen worden. De tabel hieronder bevat de vier onderwerpen: plaats, tijd, steekproef en onderzoeksontwerp. Hiervoor zijn vragen opgesteld en is antwoord opgegeven om aan de criteria te voldoen van een degelijk onderzoek. Onderwerp Vragen Antwoorden Plaats Waar wordt het onderzoek gehouden? Binnen de gemeente Zoetermeer. Tijd Wanneer wordt het onderzoek gehouden? Tijdens blok BIM-I, dit beslaat het 4e blok. Periode van eind april tot midden juni. Steekproef Wie (personen/groepen) of wat wordt er onderzocht? Er worden vier personen van 65+ onderzocht, daarnaast hebben wij toegang tot interviewverslagen van acht andere 65+’ers. We onderzoeken de behoefte van deze doelgroep. Onderzoeksontwerp Welke methoden/techniek voor het verzamelen en analyseren van gegevens wordt gebruikt? Er wordt gebruik gemaakt van empathische interviews en observaties. Daarnaast wordt er deskresearch uitgevoerd om het onderzoek steviger neer te zetten. Als laatst worden er experts ingeschakeld om nog meer informatie op te doen en een aantal zaken te toetsen. Tabel 3: Onderzoeksonderwerpen 4.1. Traceability Aan de hand van een referentietabel wordt er in het adviesrapport gerefereerd naar interviews die wij tijdens dit onderzoek hebben gedaan. Daarnaast zijn er ook interviews van andere projectgroepen tot onze beschikking gesteld, die zijn ook opgenomen in de referentietabel. De tabel beschikt over een aantal steekwoorden- of zinnen om aan te geven wat de bevindingen uit zo’n gesprek waren. In de bijlage zijn de uitgewerkte interviews terug te vinden. Om alles makkelijk te kunnen achterhalen zijn wij te werk gegaan met codes geven aan de verschillende interviews zodat er makkelijk naar te refereren is, maar ook eenvoudiger is terug te vinden.
  • 14. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 9 4.2. Openstaande beperkingen Tijdens dit onderzoek hebben wij vier personen binnen de doelgroep kunnen interviewen en hebben we de beschikking gekregen over interviewverslagen van acht andere deelnemers. Naar onze mening is dit niet representatief genoeg voor de gehele doelgroep. Een aanname die wij dan ook gemaakt hebben is dat er vooral personen mee hebben gedaan, omdat ze dit leuk vinden om te doen. Hiermee bereik je bijvoorbeeld niet de personen binnen de doelgroep die ook eenzaam zijn. Het zou dus kunnen zijn dat onze uiteindelijke oplossing niet geheel aansluit op de gehele doelgroep. Nader onderzoek, met een steekproef die meer personen bevat, wordt dan ook sterk aangeraden. Daarnaast hebben wij door gebrek aan tijd het product/concept niet geheel kunnen onderzoeken qua haalbaarheid. Denk hierbij aan; makers van product, marketing, wie gaat het verkopen. Er zou dus vervolgonderzoek gedaan moeten worden naar welke partijen eventueel dit product op de markt zou willen brengen en wie het zou kunnen fabriceren. Ook met het oog op de verschillende technologische aspecten van ons concept.
  • 15. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 10 5. Empathy fase Deze fase heeft in het teken gestaan van begrijpen van de doelgroep, maar ook ons inleven in de doelgroep. Zoals in het hoofdstuk van gekozen methoden te lezen valt, zijn er meerdere activiteiten uitgevoerd om ons beter voor te bereiden en in te leven. Hieronder is te zien dat deze fase aan het begin van het ‘design thinking’ proces staat. Daarin worden verschillende fases langs gegaan. Figuur 1: Design thinking process Tijdens de empathische fase hebben wij gebruik gemaakt van de volgende methoden:  Empathisch interview (Lv̜lie, Reason, & Polaine, 2013)  Deskresearch en literatuuronderzoek (Poortinga, 2015)  Day-in-a-life (Loggen, 2016) Vanuit de opdrachtgever(s) zijn meerdere thema’s aangereikt, hier vanuit zijn wij ons onderzoek dan ook gaan richten. Deze thema’s hebben wij op een rij gezet en verder deskresearch naar gedaan. Hiervoor hebben wij gekozen om meer inzicht te krijgen binnen de thema’s en hoe die effect hebben op onze doelgroep; ouderen 65+. De thema’s waar wij naar gekeken hebben zijn als volgt:  Sociaal  Gezonde levensstijl  Zelfstandigheid  Gebruiken van diensten  Informatie toegankelijkheid  Chronische klachten  Technologie  Veiligheid (risico’s binnenshuis) Binnen deze thema’s hebben wij vervolgens vragen bedacht die we konden stellen tijdens onze interviews. Deze vragen zijn terug te vinden in de bijlage A (interviewboekje). Voordat we begonnen aan de interviews hebben wij verschillende ‘day-in-a-life’ opgesteld. Deze techniek heeft er voor gezorgd dat wij ons als projectteam meer konden en gingen inleven binnen onze doelgroep. Wat ons hier opviel is dat er heel veel verschillende aspecten een rol kunnen spelen met hoe iemand zijn dag eruit kan komen te zien. Daarnaast is de doelgroep, ouderen van 65+, heel
  • 16. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 11 erg breed. Iemand van 80 jaar kan nog heel vitaal zijn en gemakkelijk zelfstandig thuis wonen terwijl iemand van 70 jaar misschien al met allerlei kwalen rondloopt waardoor er veel hulp nodig is om de dag door te komen. Daarnaast hebben wij deskresearch gedaan naar een aantal zaken die in het hedendaagse leven spelen. Denk hierbij aan; vergrijzing, risico’s zelfstandig thuis wonen, mantelzorg en technologie adoptie onder ouderen. Het is een feit dat de bevolking steeds ouder (Nationaal Kompas, 2012) wordt waardoor de doelgroep van ons onderzoek steeds groter wordt. Het is dus van belang om bepaalde problemen nu aan te pakken voordat het te laat is. In 2040 bestaat de bevolking uit 26% 65-plussers, daarnaast zal het aantal 80-plus ruim verdubbeld zijn in 2040 (1.500.000) ten opzichte van 2012 (600.000) (Schumacher, 2015). Figuur 2: Vergrijzing neemt toe Deze doelgroep woont ook steeds langer zelfstandig thuis, en dit neemt risico’s met zich mee. Wanneer zij gezond zijn, is het gemakkelijk om zelfstandig thuis te blijven wonen. Maar zodra er gezondheidsklachten naar boven komen is er extra zorg en soms zelfs aanpassingen aan het huis nodig (Rijksoverheid, 2015). Er zijn al voorbeelden in Nederland waar ‘smart-houses’ gebouwd zijn, hier wordt technologie gebruikt om personen gemakkelijker zelfstandig te laten wonen. Ook familie en vrienden worden steeds vaker geraadpleegd om als mantelzorger aan te treden. Dit vergt veel energie en tijd van hen. (Rijksoverheid, 2015) Onder ouderen zit een verschil tussen technologie accepteren en adopteren. Dit verschil dat ouderen de technologie in huis wel willen accepteren. Wanneer de technologie geadopteerd wordt, wanneer er voor betaald moet worden, zijn ouderen echter terughoudend. De acceptatie en adoptie is afhankelijk van de mate van nuttigheid in het gebruik, gericht op veiligheid en gemak, en weinig tot geen kosten of rompslomp. Dit betekend dat ouderen zich vooral zorgen maken om de bruikbaarheid en de kosten van de technologie. Naast de bovengenoemde factoren, die niet gezicht zijn op invloed vanuit de sociale leefomgeving, speelt ook de mening van vrienden of familie een belangrijke rol. De respondenten geven aan dat de acceptatie en adoptie sterk afhankelijk is van de sociale invloed vanuit familie of vrienden. (Denissen, Seydel, Ben Allouch, & Dohmen, 2006)
  • 17. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 12 Nadat het voorwerk is gedaan in de vorm van deskresearch, day-in-a-life en opstellen thema’s en vragen voor de interviews, zijn wij onze doelgroep gaan interviewen. We hebben ervoor gekozen om empathische interviews te houden. Dit houdt in dat er zoveel mogelijk wordt in- en meegeleefd met de geïnterviewde. Zo zijn wij bijvoorbeeld bij de doelgroep thuis geweest om de interviews af te nemen, hierdoor was het ook mogelijk om de omgeving te zien waarin zij leven. De interviews waren open met enkel wat thema’s en bijbehorende vragen die van te voren waren opgesteld. Tijdens de interviews hebben wij ook, waar mogelijk, de emoties van de geïnterviewde bij bepaalde onderwerpen genoteerd. Hierdoor hebben wij een nog beter beeld gekregen wat bepaalde zaken met de doelgroep doet. De resultaten van deze interviews zijn vervolgens binnen de projectgroep maar ook aan de andere projectgroepen gedeeld. Hiervoor is gekozen om een zo’n breed mogelijke set aan data te vergaren. De antwoorden uit de interviews zijn vervolgens op post-its geschreven en op een ‘whiteboard’ geplakt onder het thema waar het antwoord thuishoort. Deze input zal vervolgens in de ‘Define fase’ gebruikt worden. Figuur 3: Design wall, uitkomsten interviews
  • 18. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 13 6. Define fase In de define fase gaat om het creëren van overzicht en het opstellen van een onderzoekdoel. Tijdens deze fase hebben wij de volgende methoden en technieken gebruikt:  Share and capture (Plattner, 2012)  Categoriseren (d.school, 2015)  Thema’s en Patronen (Design Kit, 2015)  Persona’s (Kimbell, Service Innovation Handbook, 2016) (d.school, 2013) (DIY, 2010) (mediaLABamstedam, sd)  Insight Statements (Design Kit, 2015) (Plusacumen, 2014)  How Might We (HMW) (IDEO.org, 2015)  Expertinterviews (IDEO.org, 2015) In dit hoofdstuk zullen wij beschrijven hoe wij de define fase hebben uitgevoerd. Zoals hierboven beschreven, gaat het in de define fase om het creëren van overzicht in alle verkregen data vanuit de empathie fase. De data, die wij in de empathie fase hebben opgedaan door middel van interviews, observaties en deskresearch, zal om worden gezet in bruikbare informatie. Om dit te doen, hebben wij gebruik gemaakt van een aantal methoden en technieken, namelijk; Share and Capture, Categoriseren en Thema’s en patronen. Deze technieken liggen qua uitvoeren heel dicht bij elkaar en worden bijna tegelijkertijd uitgevoerd. Met de share and capture methode wordt de informatie zoals de naam al zegt; gedeeld en vastgelegd. Wij hebben als groep voor deze methode gekozen omdat deze makkelijk uit te voeren is en toch maximaal resultaat oplevert. Zo hebben wij binnen de groep onze interviews met elkaar besproken en geanalyseerd. Echter hebben wij onze verslagen ook buiten de groep gedeeld, namelijk met klasgenoten. Ook van hen hebben wij interviewverslagen ontvangen. Door de informatie binnen de klas te delen, hebben wij uiteindelijk een grote hoeveelheid data ontvangen. Hoe meer data wij kunnen verzamelen voor ons onderzoek, hoe beter. Alle informatie hebben wij met post-its op een whiteboard geplakt. Om de informatie goed traceerbaar te houden, hebben wij de post-its voorzien van codes en kleuren. De kleuren hebben we binnen onze eigen groep gebruikt. De gebruikte codes refereren naar ons traceerbestand. Door dit traceerbestand bij te houden, weten wij precies welke informatie en uitspraken uit welk interview komen. Geïnterviewde: Code: Geïnterviewde: Code: Interview Ben Schipper BS Interview Xander van Berckel Bik XB Interview Benjamin Wigleven BW Interview Yoshi Knotter YK Interview Orrin Hoogervorst OH Interview 2 Daan de Jager DJ2 Interview Yama Yaghobie YY Interview 2 Michael Neervoort MN2 Interview Richard Kouwenberg RK Interview 2 Xander van Berckel Bik XB2 Interview Corstiaan Mulckhuijse CM Expert interview Eenzaamheid Ei1 Interview Ruben Cammeraat RC Expert interview Wonen Ei2 Interview Stefan van ’t Hof SH Expert interview Bewegen Ei3 Interview Daan de Jager DJ Expert interview Thuiszorg Ei4 Interview Michael Neervoort MN Tabel 4: Referentietabel
  • 19. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 14 Tijdens het analyseren van de interviewverslagen hebben wij opmerkelijke uitspraken en gebeurtenissen of andere informatie op het whiteboard geplakt. Na het doornemen van alle interviewverslagen hing het hele whiteboard vol met post-its. Om deze informatie gestructureerd op te hangen, hebben wij de post-its gecategoriseerd in groepen. Dit hebben wij gedaan door de post-its in thema’s te hangen. Deze thema’s zijn voortgekomen vanuit de opdrachtgevers en waren dus vooraf bepaald. Het gaat om de volgende zeven thema’s: Sociaal, Gezonde levensstijl, Zelfstandigheid, Gebruik van diensten, Informatietoegankelijkheid, Chronische klachten en Technologie. De post-its hebben wij vervolgens onder het betreffende thema geplakt. Door zowel de methoden “categoriseren” als “thema’s en patronen” te gebruiken, kreeg ons whiteboard snel een overzichtelijke structuur, waarin alle informatie goed was terug te vinden. Dit gaf structuur aan ons whiteboard. Ook deze methode was makkelijk toe te passen. Figuur 4: Design Wall, gestructureerd Na het groeperen van de informatie, hebben wij aan de hand van onze bevindingen twee persona’s opgesteld. Persona’s zijn fictieve maar representatieve personen van de doelgroep. De persona’s worden gebruikt om ervoor te zorgen dat de bedachte ideeën vanuit de prototype & test fase goed aansluiten bij onze doelgroep. Figuur 5: Persona's
  • 20. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 15 Zoals hierboven te zien is, hebben wij twee heel verschillende persona’s uitgewerkt. Aan de ene kant hebben wij Barry, wie om kan gaan met technologie en vol in het leven staat. En aan de andere kant hebben wij Latifa, die niks met technologie te maken wil hebben en voor wie het allemaal eigenlijk niet meer hoeft. De volledige persona’s zijn te zien in bijlage B (persona’s). Met de informatie die wij verkregen hebben en de twee opgestelde persona’s, zijn wij naar punten gaan kijken welke in onze ogen de levenssituatie van de ouderen kunnen verbeteren. Dit zijn de zogenoemde “How Might We vragen”, of in het Nederlands, “Hoe Kunnen Wij?”. De How Might We vragen zijn opgesteld aan de hand van de Insight Statement methode. Met deze methode maak je makkelijk gezegd, statements van de inzichten die je als groep opgedaan hebt. Deze statements hebben wij vervolgens omgezet in How Might We vragen. Deze zijn als volgt:  Hoe kunnen wij helpen bij het adopteren van technologie onder ouderen.  Hoe kunnen wij ouderen met chronische klachten langer zelfstandig laten thuis wonen.  Hoe kunnen ouderen elkaar aanzetten tot bewegen? Na het opstellen van onze HMW vragen zijn wij voor deze onderwerpen verdiepend onderzoek gaan doen. Dit hield in; deskresearch en experts op het betreffende gebied interviewen. Uiteindelijk hebben wij vier experts gesproken over de volgende onderwerpen; eenzaamheid, bewegen, wonen en thuiszorg. De uitwerkingen van de expertinterviews respectievelijk zijn terug te vinden in bijlage C t/m F (expertinterviews). Met de opgestelde How Might We vragen vanuit de Define fase, hebben wij nieuwe/extra input voor in de Ideation fase!
  • 21. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 16 7. Ideate fase In de ideation fase hebben wij kansrijke ideeën gegenereerd die antwoord geven op de vraagstukken die zijn opgesteld in de vorige fase. Om hiertoe te komen hebben wij In deze fase gebruik gemaakt van de volgende methoden en technieken:  How Might We vragen (IDEO.org, 2015)  Fast idea generator (UK, 2015)  Mash-up methode (IDEO.org, 2015)  COCD box (Middeldorp, 2014) Het doel dat wij met deze fase wilde bereiken waren zo veel mogelijk ideeën vastleggen die passen bij de vraagstukken die vooraf waren vastgesteld. Deze vraagstukken zijn opgesteld aan de hand van de uiteindelijke How Might We vragen die tot stand zijn gekomen. In de define fase hebben wij drie How Might We vragen opgesteld, te weten:  Hoe kunnen wij helpen bij het adopteren van technologie onder ouderen?  Hoe kunnen ouderen elkaar aanzetten tot bewegen?  Hoe kunnen wij ouderen met chronische klachten langer zelfstandig laten thuis wonen? Deze drie vraagstukken hebben wij getoetst aan twee experts waar wij een aantal verbeterpunten op hebben gehad, namelijk:  De How Might We vragen hebben vrij weinig ideeën, hierdoor staan wij minder sterk in de ideation fase, er moet dus nogmaals een brainstormsessie worden gehouden.  De vraagstellingen zijn te breed geformuleerd, probeer deze wat concreter op te stellen.  Verdeel de vraagstellingen in meerdere How Might We vragen om je zo beter in te leven in het probleem. Na het concreter opstellen van de How Might We vragen en het opdelen van de vraagstukken zijn wij tot de volgende vijf How Might We vragen gekomen:  Hoe kunnen wij helpen bij het adopteren van tablets & PC’s onder ouderen?  Hoe kunnen wij ouderen aanzetten tot bewegen?  Hoe kunnen wij ouderen met behoefte aan sociale contacten bij elkaar brengen?  Hoe kunnen wij ouderen die slechtziend zijn langer zelfstandig laten thuis wonen?  Hoe kunnen wij ouderen met nek –en rugklachten langer zelfstandig latent huis wonen?  Hoe kunnen wij ouderen die slecht ter been zijn langer zelfstandig laten thuis wonen? Wij hebben gebruik gemaakt van de brainstorm methode omdat elk groepslid dan aan het woord komt. Tijdens deze methode kon ieder groepslid zijn creativiteit gebruiken om de gekste ideeën te bedenken welke allemaal werden opgeschreven. Foto’s van de uitwerking hiervan zijn te vinden in bijlage G (foto’s uitgewerkte HMW’s). Tijdens deze methode hebben wij een paar dingen afgesproken, zo mocht er geen kritiek worden gegeven op ideeën van elkaar. De fast idea generator hebben wij toegepast om een aantal ideeën van verschillende invalshoeken te genereren. Door deze methode te gebruiken hebben wij problemen van een andere kant bekeken.
  • 22. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 17 Door deze methode toe te passen konden wij als groep volledig out-of-the-box denken en zijn wij tot compleet nieuwe ideeën gekomen. Na het genereren van vele ideeën voor de uiteindelijke How Might We vragen, hebben wij gebruik gemaakt van de mash-up methode om tot nieuwe inzichten te komen. Door verschillende ideeën met elkaar te combineren of aan te passen zijn er nieuwe ideeën ontstaan voor de uiteindelijke How Might We vragen. Om een keuze te maken uit alle verschillende ideeën die bedacht zijn tijdens onze brainstormsessies, fast idea generator en de mash-up methode, hebben wij gebruik gemaakt van de COCD box. Wij hebben de COCD-box toegepast om de beste ideeën te selecteren welke wij konden uitwerken in de prototype & test fase. Figuur 6: Fast Idea Generator
  • 23. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 18 Figuur 7: COCD-Box Bij het gebruik van deze methode heeft elk groepslid een top vijf blauwe, rode en gele ideeën gekozen die hij/zij het beste vindt. Totaal waren dit per groepslid 15 ideeën. Het selecteren van deze ideeën is geheel anoniem gebeurd, hierdoor zijn er 20 ideeën per kleur gekozen waar enkele dubbele ideeën tussen zaten. Wij hebben dezelfde ideeën samengevoegd en de ideeën die het meeste zijn gekozen hebben wij geselecteerd voor de uiteindelijke ideeën die wij hebben meegenomen naar de fase prototype & testen, hier is een top 10 aan ideeën uit gekomen.
  • 24. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 19 8. Prototype & Test fase De laatste fase van dit onderzoek betreft het maken van een prototype en het testen van het gemaakte prototype. Om te bepalen welke ideeën vanuit de ideate fase het beste bij de doelgroep passen of het meest effectief zijn hebben wij deze bij de ouderen en de experts voorgelegd. Het voorleggen bij de ouderen en de experts is volgens een van tevoren vastgestelde manier verlopen. Om te bepalen welke ideeën het beste bij de doelgroep passen hebben wij bij de doelgroep (ouderen) en de ideeën gepeild. In de ideate fase is er volgende de COCD-box methode bepaald welke ideeën het beste volgens de projectgroep bij de doelgroep paste. De COCD-box methode liet ons achter met een top tien ideeën die voorgelegd zijn bij de ouderen en de experts. Uit de interviews met de ouderen en de experts is een top vijf met ideeën gekomen. Vanuit deze top vijf zijn er twee prototypes ontwikkeld. De nummer één vanuit de top vijf is de motivatieweegschaal en de nummer twee van de top vijf is de Google-home. De drie afgevallen ideeën zijn niet meegenomen in de prototyping en testing. Deze ideeën zijn afgevallen omdat ze niet binnen de gestelde criteria van de ouderen en expert vielen. Uit deskresearch is gebleken dat er nog geen weegschaal bestaat die in staat is om mensen te motiveren aan de hand van gamification. De Google-home is in mei 2016 gepresenteerd door Google zelf, dus dit is al een bestaande oplossing. Van beide oplossingen zijn er in de prototype en test fase een prototype gemaakt. Om de prototypes te testen hebben wij de ‘engaging‘ methode gebruikt. Hierbij hebben wij bij ‘buitenstaanders’ onze prototypes getest. De ‘buitenstaanders’ die wij hebben gebruikt om te testen zijn de experts die eerder in het onderzoek al geïnterviewd zijn. De keuze voor de engaging methode is een noodgedwongen keuze geweest, de aan ons toegewezen ouderen waren niet tijdig beschikbaar om aan de testfase deel te nemen. Dit heeft ervoor gezorgd dat wij noodgedwongen de engaging methode hebben moeten uitvoeren met met de experts binnen dit onderzoek. Figuur 8: Top 5 ideeën Figuur 9: Prototype, Google home
  • 25. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 20 Het testen van de prototypes bij de ‘buitenstaanders’ is volgens een testprotocol gebeurd. Voor beide prototypes is er een testprotocol ontwikkeld om te kunnen testen welk idee het beste uit de test komt. Het testprotocol bevat een inleiding waarin de beide prototypes kort worden uitgelegd en het belang van de test uit is gelegd. Daaropvolgend hebben wij de prototypes laten zien en hebben wij de experts ermee laten ‘spelen’. Aan de hand van verschillende vragen hebben wij kunnen concluderen welk idee het beste uit de test is gekomen. Tijdens de test hebben we gekeken naar:  Haalbaarheid  Aansluitend op de doelgroep  Schaalbaarheid  Gebruiksvriendelijkheid Vanuit deze testen werd er vanuit verschillende perspectieven gereageerd. Bijvoorbeeld de expert op gebied van beweging reageerde natuurlijk enthousiast op de weegschaal, omdat dit binnen haar eigen vakgebied valt. Daarentegen reageerde de expert op gebied van woningbouw ook erg positief op de motivatie weegschaal, dit was verassend, omdat de Google-home meer gericht is op het verbeteren van het wooncomfort. 8.1. Opbouw prototype Hier wordt beschreven hoe het prototype is gebouwd om getest te kunnen worden bij de experts. Deze prototypes zijn in combinatie met andere technologie gebruikt om getest te kunnen worden. Voor beide prototypes is de paper-prototyping methode toegepast, omdat het uiterlijk van het prototype te ontwerpen. (Benyon, 2010) Motivatieweegschaal De motivatie weegschaal is gebouwd van verschillende lagen papier waarom de weegschaal is getekend. Bovenin waar normaal de display van de weegschaal staat is nu een mobiele telefoon achter geplaatst om te kunnen laten zien hoe de motivatie weegschaal werkt. De motivatie weegschaal weegt het gewicht en geeft advies op gebied van bewegen en voeding. Om ouderen te motiveren geeft de motivatie weegschaal ook beloningen. Wanneer een bepaald gewicht is bereikt krijgt de oudere een bericht om bijvoorbeeld een taart te bakken, op deze manier worden de ouderen gemotiveerd om te bewegen zodat ze daarna beloond worden. Figuur 10: Prototype, motivatieschaal
  • 26. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 21 Google-home De Google-home is opgebouwd uit een rechthoek van papier met het logo van Google erop geschreven. Het model is hol vanbinnen, zodat er een telefoon ingelegd kan worden. De telefoon die erin gelegd wordt is een Iphone, omdat de spraak gestuurde software van Apple gebruikt wordt bij het beantwoorden van vragen. Wanneer je het prototype aanspreekt zal hij antwoord geven op simpele vragen zoals:  Hoe warm is het?  Hoe laat is het?  Wanneer gaat mijn trein? Dit geeft een realistisch beeld van de Google-home, echter heeft het prototype minder functies dan de daadwerkelijke Google-home.
  • 27. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 22 9. Ecosysteem fase In deze fase hebben wij het concept gekozen om definitief uit te werken en te realiseren. Wij hebben beiden prototypen uit de voorgaande fase voorgelegd aan verschillende experts en de feedback/ideeën die wij hier op hebben gekregen hebben wij verwerkt en meegenomen in het maken van een besluit. Het prototype dat wij in deze fase hebben uitgewerkt is de motivatieweegschaal. Deze keuze hebben wij gemaakt omdat dit volgens bijna alle geïnterviewde experts het meest innovatieve idee was (ei2, ei3, ei4), dit nog niet op de markt is en het makkelijkste te implementeren is onder de doelgroep. Ook hebben wij hier veel feedback op gehad om het prototype nog beter uit te werken, de feedback die wij van de experts hebben gekregen op de motivatieweegschaal en hebben verwerkt in de definitieve oplossing is als volgt:  Geen getallen gebruiken in de weegschaal. (Bijlage D / Ei3 referentietabel)  Motivatie leuk maken, bijvoorbeeld aan de hand van gamification. (Bijlage D / Ei3 referentietabel)  Niet iedere gebruiker heeft hetzelfde doel, de een wil meer bewegen en de ander wil zijn beweging op pijl houden, voor elke gebruiker moet er een apart programma gekozen kunnen worden. (Bijlage D / Ei3 referentietabel)  De gebruiker vaak genoeg belonen, het bakken van een cake is ook een vorm van bewegen omdat de ingrediënten gehaald moeten worden en de cake zelf moet worden gemaakt. (Bijlage D / Ei3 referentietabel) Dit in tegenstelling tot de Google home, het prototype van de Google home was een goed concept dat helaas minder goed aansloot bij de doelgroep. Ook was de haalbaarheid van de Google home veel lager dan de motivatieweegschaal. Dit komt door de volgende redenen:  Kosten Google home. (Aanname expert, Ei4 referentietabel)  Implementatie Google home, met name de besturing van het concept dat relatief lastig kan zijn voor de doelgroep.  Eventuele verbouwing in het huis van de gebruiker, bijvoorbeeld lichtpaden in huis. Om de motivatieweegschaal te kunnen realiseren moet deze in elk geval de volgende onderdelen bevatten:  Plateau om op te staan, dit kan het beste in de oude vertrouwde vorm van een ouderwetse weegschaal omdat dit beter aansluit bij de doelgroep.  Een lcd-scherm om de informatie en motivatieberichten over te brengen naar de gebruiker.  Software zodat de motivatieweegschaal ingesteld kan worden op verschillende motivatieprogramma’s.
  • 28. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 23 Om de mate van inspanning voor het prototype op een visuele manier weer te geven, hebben wij een logic model opgesteld. Het uitgewerkte logic model is te zien in onderstaande afbeelding. Figuur 11: Logic-Model Het logic model is ervoor bedoeld om de belanghebbende te laten zien hoe er naar bepaalde resultaten gekomen kan worden. Stappen Uitleg per stap Resources / Inputs Wat er nodig is om te beginnen met het gebruik van het product/ of dienst. Activities De activiteiten voordat er begonnen kan worden. Outputs Wat er wordt bewerkstelligd na de activiteiten. Outcomes De resultaten die worden behaald met het gebruik van het product. Impact Wat voor impact het product uiteindelijk heeft op de gebruiker. Tabel 5: Uitleg LOGIC model
  • 29. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 24 10. Het idee De motivatie weegschaal bevat het wegen, adviseren op gebied van voeding en beweging, rapportages opstellen en motiveren van ouderen. Dit hoofdstuk beschrijft de functionaliteiten van de Motivatie weegschaal. Profiel aanmaken Om de motivatie weegschaal te kunnen gebruiken dient er eerst een gepersonaliseerd profiel aangemaakt te worden. Om een profiel aan te maken dient een oudere via een simpel menu een profiel in te vullen. De informatie die ingevuld moet worden is:  Leeftijd  Gewicht  Lengte  Voorkeur voor type beweging (fietsen, wandelen, fitness, zwemmen of  Voorkeur voor beloning (taart of cake bakken, dagje weg of een andere activiteit) Aan de hand van deze informatie kan de Motivatie weegschaal berekenen of de oudere wel of geen progressie maakt met betrekking tot vitaliteit. Weging De weging van de ouderen is niet gericht op het tonen van een gewicht in cijfers, maar is gericht op het tonen van progressie. De expert op gebied van beweging, Manon Kessels, heeft ons geadviseerd om niet het gewicht te tonen maar de progressie (bijlage D). Dit zorgt ervoor dat ouderen niet met hun gewicht worden geconfronteerd, maar een positief bericht krijgen of zij progressie boeken of niet. Advies op gebied van voeding en beweging Het advies dat gegeven wordt van aan de ouderen is gebaseerd op het gepersonaliseerde profiel wat door de ouderen is opgesteld. Bijvoorbeeld ouderen met veel overgewicht worden geadviseerd meer op het eten te letten en meer/anders te bewegen dan ouderen zonder overgewicht. Daarnaast wordt er rekening gehouden met het profiel van de ouderen, wanneer een oudere heel veel overgewicht heeft is het niet verstandig om veel te gaan lopen. Veel lopen is slecht voor gewrichten en bij ouderen zijn deze al minder dan bij jongere mensen. De Motivatie weegschaal houdt hier rekening mee en adviseert dan bijvoorbeeld zwemmen, omdat dit een lagere belasting geeft op de gewrichten. Rapportages opstellen Om ouderen nog meer te motiveren worden er elke week rapportages opgesteld. Deze rapportages bieden de ouderen inzicht in of zij progressie boeken of niet en hoeveel progressie er is geboekt. Aan deze progressie zitten beloningen gekoppeld waardoor de ouderen worden gemotiveerd, meer hierover in motivatie. Figuur 12: Motivatieweegschaal
  • 30. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 25 Motivatie De motivatie vanuit de motivatie weegschaal komt vanuit de rapportages en de beloningen. De rapportages bieden inzicht in hoeveel vooruitgang de ouderen hebben geboekt op gebied van vitaliteit. De beloningen zijn ervoor bedoeld om het ‘leuk’ te houden voor de ouderen. Wanneer er bijvoorbeeld is voldaan aan de gestelde norm door de motivatie weegschaal, adviseert de motivatie weegschaal om bijvoorbeeld een taart te bakken of een cake. Dit zorgt ervoor dat de ouderen het leuk blijven vinden om bezig te zijn met hun vitaliteit. Daarnaast gaan de ouderen zich zowel mentaal als fysiek beter voelen, door het sporten. Het in gebruik nemen Het in gebruik nemen van de motivatie weegschaal is eenvoudig, omdat de adoptie en acceptatie van deze oplossing eenvoudig is. De weegschaal wordt al jaren, weliswaar in een andere vorm, gebruikt door de ouderen. Een eenvoudig menu in de Motivatie weegschaal zorgt ervoor dat het in gebruik nemen van de Motivatie weegschaal eenvoudig is voor mensen zonder kennis van technologie. Daarnaast is is het belangrijk dat een duidelijke handleiding bij de Motivatie weegschaal wordt bijgeleverd. Deze handleiding moet op de doelgroep worden afgestemd, deze handleiding moet echter nog wel ontwikkeld worden. Verantwoording naar de doelgroep Uit het interview met Manon Kessels, is gebleken dat 60% van de ouderen de minimale norm van 30 minuten beweging per dag niet halen (bijlage D). Daarnaast blijkt uit onderzoek van het Ministerie van VWS dat bij het behalen van de minimale bewegingsnorm er veel negatieve kwalen kunnen worden voorkomen of worden verminderd. De negatieve kwalen die voorkomen kunnen worden zijn:  Verminderde kans op depressie  Verminderde kans op verschillende soorten kanker  Lagere kans op hart en vaatziekten  Gunstig effect op bloeddruk en botdichtheid  Lagere mate van valrisico Naast het bovengenoemde zijn er meer kwalen die door genoeg bewegen kunnen worden voorkomen. Het bovengenoemde kwam echter het sterkste uit ons onderzoek en is daarom meegenomen in de argumentatie.
  • 31. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 26 11. Advies & aanbevelingen Het onderzoek dat wij hebben uitgevoerd voor de gemeente Zoetermeer en de Haagse Hogeschool vereist een verder onderzoek. Wij raden de gemeente Zoetermeer aan het initiatief te nemen om het project van de motivatieweegschaal op te pakken en te realiseren. Voor dit onderzoek hebben wij gekozen om de motivatieweegschaal verder uit te werken boven de Google home met extra features. Deze keuze hebben wij gemaakt omdat de motivatieweegschaal het meeste aansluit bij de doelgroep. Echter hebben wij het opgeleverde concept nog niet goed kunnen testen onder de doelgroep. Wij raden de gemeente Zoetermeer dan ook aan om de volgende punten verder te onderzoeken bij een volgend onderzoek:  Breder testen bij de doelgroep. o Gebruiksvriendelijkheid. o In hoeverre het aan sluit bij de doelgroep.  Business requirements in kaart brengen.  Technische requirements in kaart brengen.  Implementatie onder ouderen o Handleiding. o Uitleg van gebruik.  Test-pilot opzetten binnen de doelgroep in Zoetermeer. In het verdere onderzoek raden wij aan om de volgende methoden te gebruiken: Empathisch interview Om deze doelgroep goed te begrijpen is het van belang om empathische interviews uit te voeren. Dit omdat wij in ons onderzoek hebben gemerkt dat veel ouderen niet of nauwelijks gebruikmaken van hun computer en/of telefoon. Ook hebben wij van verschillende ouderen vernomen dat zij het heel belangrijk vinden dat zij begrepen worden en dat dit niet goed bij hun over komt wanneer zij bijvoorbeeld klassikaal met andere zitten, de uitwerking hiervan is te vinden in bijlage H (interview ouderen Michael). Hierdoor zullen de uitvoerders van het nadere onderzoek een band moeten creëren met ouderen die in de test-pilot zitten om hier zo veel mogelijk informatie uit te kunnen halen. Betrekken van experts Wij raden aan om zo snel mogelijk early adapters te betrekken bij het project voor de motivatieweegschaal, deze early adapters kunnen worden opgesteld in samenwerking met de thuiszorg. Via deze doelgroep is het mogelijk om de motivatieweegschaal te implementeren onder deze doelgroep. Tevens wordt er aangeraden om de expertgebruikers, die betrokken waren bij dit onderzoek, te laten bestaan en verder te betrekken bij de verdere uitwerking. Hieronder staat de lijst van deze experts. Persoon Gebied Rol Esther Doon Expert interview Wonen Gebiedsconsulent Manon Kessels Expert interview Bewegen Docent bewegingstechnologie Tabel 6: Experts vervolgonderzoek
  • 32. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 27 Financiering Er zijn een aantal kosten verbonden aan het voortraject. Het definitieve ontwerp van de weegschaal zal moeten worden gerealiseerd, dit vereist meer testen en manuren voor de bouw hiervan. Het geld om deze activiteiten uit te voeren zullen moeten voortkomen uit subsidies en ondersteuning van de gemeente Zoetermeer. Wanneer het voortraject is doorstaan is het van belang dat bedrijven en de thuiszorg de motivatieweegschaal ondersteunen en kunnen aanbieden aan geïnteresseerden. Welke partijen hier aan mee willen werken zal nader onderzoek naar gedaan moeten worden. 11.1. Acties voor in de toekomst In de toekomst zal er nogmaals onderzoek moeten worden gedaan naar de doelgroep om te verifiëren of de motivatieweegschaal nog steeds van toegevoegde waarde is voor de ouderen en of de belangen hierbij nog hetzelfde zijn. Mocht de motivatieweegschaal niet meer aansluiten bij de doelgroep en/of de doelgroep andere belangen heeft bij de motivatieweegschaal dan adviseren wij de motivatieweegschaal uit te breiden met extra mogelijkheden. Ook raden wij aan dat de motivatieweegschaal vooral eenvoudig moet blijven in verband met de gebruiksvriendelijkheid van ouderen en het oude vertrouwde uiterlijk van een normale weegschaal. 11.2. Stakeholders Wij raden aan de volgende stakeholders te betrekken bij de verdere ontwikkeling van de motivatieweegschaal:  Gemeente Zoetermeer  Experts  Doelgroep  Leveranciers  Ontwikkelaar  Thuiszorg
  • 33. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 28 12. Conclusie Uit ons onderzoek is gebleken dat 60% van de Nederlandse ouderen (65+) te weinig beweegt (bijlage D), hier hebben wij met dit onderzoek een oplossing bedacht om de ouderen meer te laten bewegen door middel van gamification en extrinsieke motivatie. Om ouderen te motiveren om meer te bewegen en een gezondere leefstijl aan te houden hebben wij een weegschaal bedacht die gebruikers motiveert om meer te bewegen. Aan de hand van gamification worden de gebruikers beloond wanneer zij oefeningen hebben uitgevoerd. Door ouderen meer te motiveren om te bewegen en zij de aangenomen norm van 30 min, 5 dagen in de week halen, zullen zij op fysiek, mentaal en sociaal gebied vooruitgaan. Dit vermindert de kans op depressie, kanker, hart- en vaatzieken, het valrisico en heeft een gunstig effect op bloeddruk en botdichtheid (vitaliteit). (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, 2014)
  • 34. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 29 Referentie tabel Geïnterviewde: Code: Bevindingen: Interview Ben Schipper BS Doet 2x per week vrijwilligerswerk, is wel mobiel, heeft op een actieve dag last van COPD en gebruikt technologie voor sociale contacten. Interview Benjamin Wigleven BW Sport 1x per week, is sociaal, is zelf mantelzorger, heeft slechte knieën en is hartpatiënt. Interview Orrin Hoogervorst OH Maakt gebruik van telefoonpiramide, is slecht ter been, maakt gebruik van wandelstok en rollator. Interview Richard Kouwenberg RK Is niet erg sociaal, heeft weinig contact meer met familie, doet alles zelf in huis. Interview Corstiaan Mulckhuijse CM Goed contact met broer, vindt dat andere ouderen te veel klagen, loopt graag met vrienden en helpt andere ouderen. Fitnest en fietst graag, geen gezondheidsklachten en gebruikt regelmatig de telefoon. Interview Ruben Cammeraat RC Heeft nog matig contact met familie, gaat nog weekendjes weg, doet vrijwilligerswerk. Sport 1x in de week en maakt gebruik van laptop & computer. Interview Stefan van ’t Hof SH Fietst graag, man gezond en vrouw heeft reuma. Interview Daan de Jager DJ Veel sociaal contact, doet alles zelf, is mobiel, gemeentewebsite onduidelijk, heeft een hernia en maakt weinig gebruik van technologie. Interview Michael Neervoort MN Slecht ter been, is sociaal, doet zelf moeilijk het huishouden. Interview Xander van Berckel Bik XB Heeft veel sociaal contact, voelt zich veilig, reist veel, heeft een pacemaker en kan goed om gaan met technologie. Interview Yoshi Knotter YK Weinig sociaal contact, kookt en eet gezond, is volledig zelfstandig, is blind aan één oog en maakt bijna geen gebruik van technologie. Interview 2 Daan de Jager DJ2 Is kritisch over de buurt WhatsApp omdat dit voor ieder ding wordt gebruikt. Houdt er van om mensen te adviseren en te raad te geven. Heeft verbeterpunten voor de website van de gemeente (zoekfunctie, navigatie en zoeken van personen). Interview 2 Michael Neervoort MN2 Vindt de How Might We vraag over bewegen het minst omdat de geïnterviewde zelf haast niet beweegt. De andere How Might We vragen vindt de geïnterviewde nuttig en leuk bedacht. Interview 2 Xander van Berckel Bik XB2 Vindt het jammer dat alle financiële steun naar initiatieven wordt stopgezet. Expert interview Eenzaamheid Ei1 - Is moeilijk om de doelgroep te bereiken omdat mensen zich schamen over hun eenzaamheid. - Namens de gemeente is er een platform tegen eenzaamheid (OPES). - Veel ouderen zijn laaggeletterd en daardoor moeilijk te bereiken.
  • 35. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 30 - De gemeente stimuleert verenigingen om de eenzame ouderen te benaderen en deze te betrekken bij de activiteiten. Expert interview Wonen Ei2 - Vidomes mag niks zelf organiseren maar wel bewoners aanzetten en helpen. - Domotica is te duur omdat de leverancier een monopolie positie heeft. - Woningen kunnen worden aangepast en Vidomes ondersteunt hier bij. - Vidomes doet niks met sensoren. - Het enige dat Vidomes aan complexen doet is het ophogen van de galerij, ophogen van balkon en een anti-slip systeem voor bepaalde plekken. Dit gaat vaak tegelijk met een renovatie. Expert interview Bewegen Ei3 - 60% van ouderen beweegt te weinig. - Norm van bewegen is minimaal 5 dagen per week 30 minuten. - Te weinig bewegen kan reuma veroorzaken en heeft meer kans op dementia. - Google home stimuleert geen beweging. Expert interview Thuiszorg Ei4 - Google home is te duur om te implementeren. - Motivatieweegschaal is een goed idee in samenwerking met de thuiszorg als verkoopproduct voor de thuiszorg. - Motivatieweegschaal zou kunnen helpen bij minder thuiszorg omdat dit bepaalde fysieke klachten vermindert. - Thuiszorg probeert steeds meer technologie toe te passen (contact op afstand d.m.v. iPad). Tabel 7: Volledige Referentietabel
  • 36. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 31 Lijst met tabellen en figuren Tabel 1: Namen studenten projectgroep................................................................................................ 3 Tabel 2: Namen opdrachtgevers en docent............................................................................................ 3 Tabel 3: Onderzoeksonderwerpen.......................................................................................................... 8 Tabel 4: Referentietabel........................................................................................................................ 13 Tabel 5: Uitleg LOGIC model.................................................................................................................. 23 Tabel 6: Experts vervolgonderzoek ....................................................................................................... 26 Tabel 7: Volledige Referentietabel........................................................................................................ 30 Figuur 1: Design thinking process.......................................................................................................... 10 Figuur 2: Vergrijzing neemt toe............................................................................................................. 11 Figuur 3: Design wall, uitkomsten interviews ....................................................................................... 12 Figuur 4: Design Wall, gestructureerd................................................................................................... 14 Figuur 5: Persona's ................................................................................................................................ 14 Figuur 6: Fast Idea Generator................................................................................................................ 17 Figuur 7: COCD-Box ............................................................................................................................... 18 Figuur 8: Top 5 ideeën........................................................................................................................... 19 Figuur 9: Prototype, Google home........................................................................................................ 19 Figuur 10: Prototype, motivatieschaal.................................................................................................. 20 Figuur 11: Logic-Model.......................................................................................................................... 23 Figuur 12: Motivatieweegschaal ........................................................................................................... 24
  • 37. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 32 Literatuurlijst Benyon, D. (2010, juni 13). Paper prototyping. Opgeroepen op 2016, van Medialaamsterdam: http://medialabamsterdam.com/toolkit/method-card/paper-prototyping/ Curedale, R. (2013). MediaLab Amsterdam. Opgehaald van MediaLab Amsterdam: http://medialabamsterdam.com/toolkit/method-card/method-635/ d.school. (2012). How Might We Questions. Opgehaald van d.school: http://dschool.stanford.edu/wp-content/uploads/2012/05/HMW-METHODCARD.pdf d.school. (2013). Bootcamp bootleg. d.school. (2015). Method: Saturate and Group. Opgehaald van d.school: https://dschool.stanford.edu/wp-content/themes/dschool/method-cards/saturate-and- group.pdf De Vos, K. (2013). Brainssstorm. Opgehaald van Brainssstorm: http://www.brainssstorm.com/brainstormen-handleiding/ Denissen, E., Seydel, E., Ben Allouch, S., & Dohmen, D. (2006). Ouderen en nieuwe technologie in huis, bondgenoten of vijanden? Enschede: Universiteit Twente. Opgehaald van http://essay.utwente.nl/57397/1/scriptie_Denissen.pdf Design Kit. (2015). Create Insight Statements. Opgehaald van Design Kit: http://www.designkit.org/methods/62 Design Kit. (2015). Find Themes. Opgehaald van Design Kit: http://www.designkit.org/methods/5 DIY. (2010). Personas. Opgehaald van DIY: http://diytoolkit.org/tools/personas-2/ IDEO.org. (2015). Designkit. Opgehaald van Designkit: http://www.designkit.org/methods/3 Kimbell, L. (2015). Service innovation handbook. BIS publishers. Opgehaald van https://dl.dropboxusercontent.com/u/17200095/Kimbell_book_methods/SIH-method5.pdf Kimbell, L. (2016). Service Innovation Handbook. In L. Kimbell, Service Innovation Handbook. Loggen, R. (2016). Haagse Hogeschool . Opgehaald van Haagse Hogeschool: bb.hhs.nl Lv̜lie, L., Reason, B., & Polaine, A. (2013). Service Design. Rosenfeld media. mediaLABamstedam. (sd). Persona. Opgehaald van mediaLABamstedam: http://medialabamsterdam.com/toolkit/method-card/persona/ Middeldorp, A. (2014). AntoinetteFaciliteert. Opgehaald van AntoinetteFaciliteert: http://www.antoinettefaciliteert.nl/wp-content/uploads/2014/08/Brainstormen-Cocd- box.pdf Nationaal Kompas. (2012). Opgehaald van Nationaal Kompas: http://www.nationaalkompas.nl/bevolking/vergrijzing/huidig/ Ouderenfonds. (2015). Ouderenfonds. Opgehaald van Ouderenfonds: https://www.ouderenfonds.nl/onze-organisatie/feiten-en-cijfers/
  • 38. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 33 Plattner, H. (2012). Stanford. Opgehaald van Stanford: https://dschool.stanford.edu/sandbox/groups/dstudio/wiki/2fced/attachments/43f65/Story- Share-and-Capture-Method.pdf?sessionID=d0dc640ce98499dac90658f489fb46f0fd394f69 Plusacumen. (2014). Ideate. Opgehaald van Plusacumen: http://plusacumen.org/wp- content/uploads/2014/04/Class_3_readings.pdf Poortinga, E. (2015). Studiemeesters. Opgehaald van Studiemeesters: http://www.studiemeesters.nl/studietips/verschil-tussen-deskresearch-literatuuronderzoek- theorie/ Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. (2014). Wat zijn de mogelijke gezondheidsgevolgen van lichamelijke (in)activiteit? Opgehaald van Nationaal kompas Volksgezondheid: http://www.nationaalkompas.nl/gezondheidsdeterminanten/leefstijl/lichamelijke- activiteit/wat-zijn-de-mogelijke-gezondheidsgevolgen-van-lichamelijke-activiteit/ Rijksoverheid. (2015). Opgehaald van Rijksoverheid: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/ouderenzorg/inhoud/ouderen-langer- zelfstandig-wonen Schumacher, J. (2015, December 3). Zorg voor beter. Opgehaald van Zorg voor beter: http://www.zorgvoorbeter.nl/ouderenzorg/hervorming-zorg-cijfers-vergrijzing.html UK, N. (2015). DIY Toolkit: Fast Idea Generator. Opgehaald van Vimeo: https://vimeo.com/118585298
  • 39. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 34 Bijlagen Bijlage A: Interviewboekje Sociaal Wat onderneemt u in de buitenwereld? Bent u ergens lid van? Waarom? Gezonde levensstijl Wat doet u aan sport? Zo nee, heeft u aan sport gedaan? Waarom wel/niet meer? Zelfstandigheid Zorgt u voor uzelf of bent u afhankelijk van zorg? Waarom? Ervaringen? Emoties? Gebruik van diensten Zijn er diensten waar u gebruik van maakt? Waarom? Doet u hier ook sociale contacten me op? Informatietoegankelijkheid Vindt u dat er genoeg informatie beschikbaar is met betrekking tot zorg? Waarom wel/niet? Wat mist u bijvoorbeeld? Maakt dit de keuze makkelijker of minder makkelijk?
  • 40. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 35 Chronische klachten Waar heeft u last van? Ondervindt u hier hinder door? Hoe voelt u zich hierbij? Technologie Maakt u gebruik van technologie? (Smartphone, iPad, enz) Kunt u hier goed mee om gaan? Krijgt u hier hulp bij? Vertrouwd u de technologie?
  • 41. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 36 Bijlage B: Persona’s
  • 42. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 37
  • 43. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 38 Bijlage C: Expertinterview Eenzaamheid *Aantekeningen* Moeilijk om de doelgroep te bereiken, Thema eenzaamheid Namens de gemeente in een platform tegen eenzaamheid OPES Chat programma is onlangs aangedragen bij OPES. Overheid wil alles digitaliseren, de bibliotheek speelt ook een rol in de digitalisering acceptatie en adoptie onder ouderen. Ria kaptein Gaat over de adoptie en acceptatie van digitalisering binnen gemeente functies (afspraken maken etc) Veel ouderen zijn ook laaggeletterd www.samenschatkaart.nl Welzijn op recept GGD gezondheidsonderzoek Palet welzijn Beweging onder ouderen wordt vanuit de gemeente gestimuleerd door ondermeer het aanbieden van sportactiviteiten binnen sportverenigingen. Gemeente stimuleert verenigingen om de eenzame ouderen te benaderen en deze te betrekken bij de activiteiten Langer zelfstandig wonen, zelfredzaamheid, moet nog nader onderzoek naar gedaan worden.
  • 44. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 39 september is de week tegen eenzaamheid (de Zoetermeerse schatkaart wordt dan gelanceerd). winteractie - voorbijgangers interviewen om eenzaamheid aan te pakken.
  • 45. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 40 Bijlage D: Expertinterview bewegen *Aantekeningen* Interview Mvr. Manon Kessels (lectoraat HHS, onderwerp: beweging) 08-06-2016 1 Hoeveel van de Nederlandse ouderen beweegt (te) weinig? 60% beweegt te weinig. 2 Wat is de norm voor bewegen bij ouderen? 5 dagen in de week een half uur (minimaal) 3 Waarom wordt deze norm wel/niet gehaald? Angst voor nogmaals vallen Ouderen kunnen ook minder aan. (belastbaarheid) Spiercellen nemen af, waardoor de kracht afneemt. Grotere spiergroepen gebruiken is makkelijker dan de kleinere Ouderen moeten zichzelf meer stimuleren om hun maxima te behalen/houden 4 Wat zijn de gevolgen van (te) weinig bewegen? Reuma Artrose (kraakbeen veranderd door minder gebruik) Kans op dementie 5 Wat zijn de voordelen van (meer) beweging? Vitaal blijven Sociaal sterker 6 Welke initiatieven zijn er om ouderen in beweging te krijgen? Zwementie Zwemmen voor mensen met dementie Zwemmen verleer je niet Zwemmen is niet blessuregevoelig Bronovo ziekenhuis Beweegtuin voor ouderen Eindhoven Smarthouse helemaal up to date uitgewerkt De 15 ideeën Motivatieweegschaal  gamification, juist geen gewicht maar spelletjes  bijvoorbeeld een cake bakken. (keuze van de expert) Google home  stimuleer geen beweging
  • 46. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 41 Bijlage E: Expertinterview Wonen Vidomes – gebiedsconsulent. Voornamelijk ouderen in en rondom den haag. Gericht op verkoop van huurwoningen. Leyens, seghwaert en rokkeveen ouderencomplexen. Gebiedsconsulent = wijk coördinator. Projecten (leefbaarheid, onderhoud, etc.) Woningen 55+ gelabeld. Steeds ouderen gaan in de woningen, ook 80+. Steeds meer mensen met fysieke beperkingen. Aanpassingen in de woning komt op 1 naam maar iedereen moet mee betalen, dit wekt veel discussie. Dit moet worden aangepast dat het bij iedereen wordt aangepast. - Mensen laten vaak hun gas aan staan - Complexen hebben soms 1 lift of een lift waar geen brancard in past. - Vidomes kan niet zien of iemand alleenstaand is. De data die Vidomes over de bewoners heeft; - Wordt aan de hand van labels gedaan, sommige woningen mogen bijv niet meer dan 2 mensen wonen. - Vidomes weet wie waar woont, maar er wordt niet vastgelegd of iemand eenzaam is of niet. - Vidomes kan de bewonerscommissie aanhaken voor mensen die eenzaam zijn en dit aangeven. - Stelde wel eens vragen of mensen zich wel een eenzaam voelen om dit in kaart te brengen en hier een correlatie uit te halen. - Bij het overlijden van een partner o.i.d. doet Vidomes niks, - Bij een renovatieproject merkt ze dat mensen zich eenzaam voelen en hulp nodig hebben om hun spullen opzij te zetten, de gemeente heeft hier een sociaal team voor om via allerlei soorten hulp er toch uit te komen. De functie die Vidomes hierbij heeft is het ‘signaleren’ van de eenzaamheid en dit door te geven aan de gemeente. Complexen - Vidomes komt er vaak te laat achter, reageren op dingen die al zijn gebeurd. Krijgen bijvoorbeeld een belletje dat het stinkt. Vidomes doet niks preventief. - Grotere complexen zijn voor dezelfde groep mensen, ouderen complexen zijn vaak alleen voor ouderen. Ouderen complexen is vaak 1 groot roddelhuis, die houden alles in de gaten. - Vaak zit er veel verschil in de complexen, - Soms zijn er verschillende kampen in de complexen en hebben ruzie over allerlei dingen. - Het is belangrijk dat er verschillende activiteiten zijn in de buurt van de complexen, Vidomes verwijst de mensen naar deze activiteiten om de bewoners te motiveren toch iets te doen. Vidomes mag geen activiteiten meer plannen, vroeger deed Vidomes bbq’s organiseren, bijeenkomst organiseren of een leesclub organiseren. Dit mag niet meer door de wet. Een ouderen bond mag bijvoorbeeld wel iets organiseren maar Vidomes zelf niet. Hierdoor moeten de ouderen een netwerk hebben om dit te kunnen organiseren. Aanpassingen woning Scootmobiel wordt steeds groter, kan meer. Ruimtes moeten worden aangepast aan de grote. Scootmobiel kan zomaar exploderen! Leuningen in de woning moet worden aangepast als mensen langer thuis willen blijven wonen. Drempels moeten soms worden aangepast. Traplift moet zelf worden betaald, Vidomes verleend slechts hulp.
  • 47. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 42 Sensoren Vidomes doet niks met sensoren. Rookmelder en koolmonoxidemelder Domotica is heel snel verouderd, 1 bedrijf heeft monopoly positie dus de updates kosten heel veel geld. Domotica is heel lastig te gebruiken ook, - telefoneren en boodschappendienst worden heel veel gebruikt. - Alarmering snapten ze helemaal niks van.. is misschien handig om uit te zoeken hoe dit makkelijker te maken is, want de oudjes vinden het wel handig. - 1 hoofd verantwoordelijk die uitleg kan geven, dan is de eenzaamheid ook minder misschien. - Er zijn mensen nodig die willen en kunnen uitleggen hoe het werkt, het moet eenvoudig zijn. Intern telefoneren is handig. Belrondje houdt de eenzaamheid er een beetje uit. - Niet zomaar 10 nieuwe technologieën erin gooien maar beter 1 die ze daadwerkelijke gebruiken. Eenzaamheid Complexbeheerder doet kopje koffie bij mensen, als er een complexbeheerder is, die is er niet altijd overal. Gaat steeds meer om verbinden met elkaar en dat je elkaar leert kennen. Veiligheid - Gas, licht en elektra wordt opgemeten met een auto die rondrijdt maar mensen vinden dat niet leuk omdat ze dan denken dat iedereen weet dat ze thuis zijn. - Mensen willen steeds vaker camera’s buiten omdat zij bang zijn dat mensen in hun woning komen. Camera’s moeten dan wel buiten en niet binnen, ouderen zijn erg gesteld op hun privacy. - Er zit een heel protocol achter de opgeslagen data, hier kan niet zomaar naar gekeken worden en vaak alleen pas achteraf. - Vidomes mag niet zomaar gegevens aflezen, is 1 complexbeheerder die onder begeleiding van politie dan de camerabeelden kan bekijken. Chronische klachten - Huizen worden via de WMO, gemeente, aangepast. - Vidomes geeft toestemming voor de maatregelen die worden genomen. Sociaal - In ouderen complexen komen ze voor elkaar op, maken zich hard voor de huurders (rondleiding, mensen die iets nodig hebben, etc.) mensen zijn heel behulpzaam. - 1 complex is een woongroep, mensen eten met elkaar, doen activiteiten, hebben een aparte ruimte.. mensen voelen zich hier dan veel veiliger. - Vooral de jongeren generatie komt heel goed op voor wat mensen willen. Vidomes helpt wel de ouderen om zelf dingen te organiseren, geven ze tips en advies dat waar zij moeten zijn of kunnen zoeken, mensen weten wel dat zij zelf actief dingen zelf moeten regelen. Vidomes staat veel in contact met gemeente op toegankelijkheid bijvoorbeeld. Vidomes signaleert voornamelijk en geeft advies en waar nodig proberen zij te helpen door de gemeente in te schakelen. Ophogen van galerij doet Vidomes wel, ophogen van balkon ook, anti-slip systeem voor bepaalde plekken. Valt vaak samen met een renovatie project.
  • 48. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 43 Bijlage F: Expertinterview thuiszorg Naam expert: Ina-Joke de Jager-Lemstra Werkgebied: heeft ruim 10 jaar (tot maart 2015) gewerkt in de thuiszorg. Daarvoor in een ziekenhuis als verzorgster. Functies: eerst als wijkverzorgster, vervolgens (na het behalen van HBO-v) als ouderenadviseur binnen de thuiszorg en manager binnen bepaalde wijk. Vragen zijn gesteld aan de hand van het tonen van de prototypes, GoogleHome en Motivatieweegschaal.  Expert heeft geen kennis van GoogleHome, lijkt haar erg duur om te implementeren.  Expert vindt het idee achter GoogleHome wel aanspreken, maar hoe zou dit in samenwerking met een thuiszorg organisatie kunnen werken? Dit weet zij ook niet.  Het prototype van GoogleHome slaat aan, hoe het eventueel gebruikt kan worden wordt haar duidelijk. Geeft als tip om iets met een mantelzorg/thuiszorg functie erin te verwerken.  Thuiszorg is de laatste jaren veel bezig met het inzetten van nieuwe technologien, denk hierbij aan hulp op afstand m.b.v. iPad. De expert vindt deze veranderingen niet altijd even handig, omdat zorg nog steeds menselijk moet blijven. Zorghebbende moeten nog steeds echte mensen over de vloer krijgen.  De weegschaal, het prototype, is duidelijk voor de expert. Een oude technologie in een nieuw jasje.  Het display scherm mag wel iets groter, het is voor ouderen lastig te lezen wanneer zij op een weegschaal staan.  Ziet het nut van een weegschaal die motiverend werkt, volgens haar bewegen veel ouderen (die thuiszorg krijgen) niet genoeg. Precieze cijfers heeft zij niet. Wanneer wij de cijfers vanuit een eerder interview (expert beweging) laten zien kan zij dit wel beamen.  Vertelt wat over thuiszorg winkels, hierin zouden eventueel deze weegschalen verkocht kunnen worden. Tevens kunnen verzorgsters deze dan ook gezamenlijk instellen met de nieuwe gebruiker.  Een beloningsysteem is belangrijk, mensen in beweging brengen d.m.v. ‘gamification’ vindt zij een goede manier.
  • 49. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 44 Bijlage G: Foto’s uitgewerkte HMW-vragen
  • 50. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 45
  • 51. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 46
  • 52. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 47
  • 53. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 48 Bijlage H: Interview ouderen Michael Geïnterviewde: Echtpaar, man & vrouw Leeftijd: Beiden 70+ (vrouw ouder dan man en invalide) Getrouwd Sociaal Het echtpaar woont samen in een eengezinswoning (3 verdiepingen). Zij hebben een zoon en een dochter die beiden ver weg werken en wonen, maar die zich wel gedwongen voelen hen in het weekeinde regelmatig te bezoeken. Vanwege de slechte mobiliteit van met name mevrouw hebben zij weinig contacten. De vrouw is invalide en heeft morbide obesitas. Haar knieën zijn totaal versleten en kan alleen met heel veel pijn wat stappen verzetten. In huis beweegt zij met behulp van wandelstokken en overal te leunen op de meubels in het overvolle huis. Haar man moet dan ook haar de nodige hulp verlenen bij het uitvoeren van de huishoudelijke taken die zij toch zoveel mogelijk zelf doet. Zij wil nog geen gezinshulp omdat zij zich dan te veel op haar vingers gekeken voelt. Op de bovenste verdieping komt zij nagenoeg niet meer. Wel moet zij dagelijks tweemaal naar de eerste etage waar zij slaapt. Het op- en afgaan van de trap kost haar heel veel moeite, tijd en pijn. Maar zich vasthoudend aan de leuningen en de treden zelf lukt het haar tot nu toe nog. Hoewel mevrouw de laatste jaren ook is afgevallen is zij nog zeer zwaar. De orthopedische chirurg acht het aanbrengen van nieuwe knieën zeer risicovol en ook weinig zinvol gezien haar leefwijze. De man beweegt relatief veel waardoor hij vaak buiten is. Sinds zijn pensioennering en hartproblemen (ontstaan na afwijzing 5 jaar geleden van invalideparkeerkaart als passagier voor zijn vrouw) is hij meer gaan bewegen en aanzienlijk afgevallen. Ook nu heeft hij ineens weer problemen gekregen na de afwijzing van hun recente tweede aanvraag voor een invalideparkeerkaart als passagier voor de vrouw. Hij heeft veel last van duizeligheid, draaierigheid en misselijkheid en oorsuizingen de laatste weken. Voor buitenshuis heeft mevrouw 2 rollators en een duwrolstoel. Eigenlijk gaat zij alleen het huis uit om boodschappen te doen in een voor haar gemakkelijke supermarket (ongeveer 4 keer per week). Ondanks haar problemen met lopen houdt zij er van om zelf haar spullen te kiezen en niet door haar man op haar vingers te worden gekeken. Haar man zet haar wel altijd (illegaal) af bij de ingang van de supermarket en haalt voor haar een winkelwagen waarop zij zwaar leunend en steunend de winkel in kan. Hoewel hij haar helpt met bijvoorbeeld de lege flessen terug te brengen en zware producten te pakken, houdt hij zelf niet van winkelen. Bovendien is hij veel tijd kwijt aan het vinden van een parkeerplaats dicht bij de uitgang van de supermarket om het voor zijn vrouw makkelijk te maken als zij klaar is. Als zij uiterst vermoeid en geïrriteerd klaar is met winkelen, probeert zij zo snel mogelijk te gaan zitten in de auto en zet haar man alles van de winkelwagen in de auto en later natuurlijk weer in huis. Om zijn vrouw de vrijheid bij het winkelen te gunnen en haar ook de gelegenheid te geven met de andere klanten te praten, leest hij in de auto nogal een de kranten waar hij normaliter geen tijd voor kan vrijmaken. De vrouw vindt het wel leuk om met mensen in de winkel te praten en is heel sociaal, zij probeert dan ook vaak een gesprek aan te gaan met mensen in de supermarkt en reageert vaak op kinderen die zij tegen komt om met mensen te kunnen praten, dit vindt de mevrouw dat ook heel leuk. Gezonde levensstijl De vrouw heeft niet alleen totaal versleten knieën, maar ook artrose, diabetes, hypertensie, rugpijn, glaucoom, carpale syndroom etc.. Zijn slikt ook dagelijks ongeveer 12 verschillende soorten medicijnen. Mevrouw doet haar best (diëten) gezonder te worden, maar leeft toch weinig gezond.
  • 54. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 49 Hoofdoorzaak is haar immobiliteit. Zij kan volgens haar man bijna niks meer. Haar knieën behoren volgens haar orthopedisch chirurg tot de slechtste tien knieën die hij ooit heeft gezien. Zij heeft wel een hometrainer en een soort voettrapper in huis, die zij volgens haar man nagenoeg niet gebruikt heeft. Te pijnlijk en te vermoeiend blijkbaar. Daarnaast eet mevrouw wel gezond, zij eet ’s ochtends 2 boterhammen, ’s middags een stuk fruit en soms een boterham, en ’s avonds haar maaltijd. Ook let mevrouw, net als haar man, op wat zij eet. De man leeft heel gezond, hij let goed op zijn voeding, beweegt ruim voldoende en eet genoeg. In de ochtend heeft de meneer vaak 4 of 5 bruine boterhammen, in de middag soms nog een boterham , maar ‘s avonds eet de man flink (vrouw kook zelf en blijkbaar goed en veel). Daarnaast gaat meneer nagenoeg elke ochtend 30 km (langer dan 2 uur) buiten fietsen en in de avond, na het eten, gaat meneer nog eens 5 km (ruim 1 uur) buiten wandelen. Zelfstandigheid De mevrouw doet zoveel mogelijk alles nog zelf in huis, schoonmaken, koken, de was, etc. Zij heeft hier dan ook allemaal trucjes voor bedacht om dit haarzelf zo gemakkelijk mogelijk te maken. Zo heeft zij om te koken en de vaatwasser te vullen stoelen staan in de keuken om op te zitten, en ook nog andere stoelen in de keuken om zichzelf aan vast te houden, in onderstaande afbeelding is de keuken te zien waar mevrouw kookt en de vaatwasser doet, met de stoel waar zij op zit tijdens het koken en het doen van de vaatwasser. Zij heeft in de woonkamer naast haar gemakkelijke stoel met hoge leuningen met behulp waarvan ze zich omhoog kan duwen/hijsen, ook een grijpstok (vergelijkbaar met de knijpstok die de gemeente gebruik om op straat vuil op te ruimen), waarmee zij spullen die wat verder op de tafel staan, kan pakken. Ook in het eetkamergedeelte beneden heeft zij weer een andere grijpstok staan naast haar wandelstok om zaken te kunnen pakken. Ook heeft zij daar en in de keuken stoffer en blik met lange stelen staan om het grootste vuil meer te kunnen pakken. Om spullen van de keuken naar de kamer te brengen en andersom gebruikt zij een soort boodschappenwagentje waarin zij de spullen doet en zij zij ook kan gebruiken om op te steunen (heeft er 3 staan beneden) Het bed opmaken kan mevrouw niet meer. Dat doet haar man. Mevrouw is verantwoordelijk voor de was. Zij vult de wasmachine, zittend op een kruk ervoor, en kiest het juiste wasprogramma uit. De man pakt de kleren na de was meestal uit de wasmachine en doet die dan in de droogmachine en haalt die er dan ook weer uit. Mevrouw kan geen gebruik meer maken van het bad en vind de opstap in de douche ook moeilijk en gevaarlijk. Maar zij kan zich wel aan een aantal zaken vasthouden. Men wil wel de badkamer laten aanpassen. In de keuken om proviand van boven te halen of iets uit de hoogste keukenkasten heeft zij de hulp van haar man nodig. Wel laat zij zeer regelmatig glas kapotvallen in de keuken. Omdat zij weinig nauwkeurig is met opruimen van de scherven, moet haar man regelmatig ontsmettingsmiddelen gebruiken doordat men in het glas loopt. Doordat men dicht op elkaar leeft, weinig afleiding heeft, de vrouw last heeft van pijnen, en de man vele kleine zaken voor de vrouw moet doen, raakt men gemakkelijk geïrriteerd en treden er wel de nodige huiselijke spanningen in het huwelijk op. Het huishouden in het algemeen en het onderhoud van de tuin is de laatste jaren wel aanzienlijk achteruitgegaan.
  • 55. Haagse Hogeschool Gemeente Zoetermeer IRP Adviesrapport Versie 1.0 50 Gebruik van diensten Het echtpaar maakt geen gebruik van diensten, maar geeft wel aan hier misschien aan toe te zijn omdat het steeds slechter gaat en het steeds moeilijker wordt om alles in huis maar zelf bij te houden. Mevrouw geeft ook aan soms dingen over te slaan en zegt dat zij haar huis vies vindt ondanks dat zij toch probeert alles schoon te houden. De mevrouw heeft alleen geen idee of en hoe zij diensten kan aanvragen en of zij hier recht op heeft. Haar man heeft hen wel opgegeven hiervoor via internet, maar door onduidelijke inlogcodes en onbereikbaarheid van de instellingen, hebben zij het er maar bij laten zitten. Omdat zij ook zeer slechte ervaringen hebben met de gemeente Zoetermeer (aanvraag invalideparkeerkaart als passagier), verwacht men van die kant ook niets meer en wil men er ook zo weinig mogelijk mee te maken hebben. Informatietoegankelijkheid Meneer geeft aan dat er weinig bruikbare informatie beschikbaar is over de zorg. Zorg is erg verbureaucratiseerd en gereglementeerd en nu ook gedigitaliseerd. De hulpverleners willen liever