1. leren omgaan met
Diversiteit In
je gemeente
praktijkcentrum voor onderzoek en
dienstverlening in de kerken
website www.praktijkcentrum.org
Bijbelstudie
1 Korintiërs
Diversiteit in de kerk is van alle tijden. En nu onze cultuur en de
kerk minder goed op elkaar aansluiten dan wel eens gedacht, worden
we vaker bepaald bij de verschillen tussen kerk en cultuur. En net
zo goed worden we bepaald bij de mate waarin we binnen de kerk
ook zelf op die cultuur zijn gaan lijken. Met andere woorden: binnen
en buiten de kerk merken we diversiteit in opvattingen op. Tegelijk
willen we als kerk een sterk voorbeeld van Gods koninkrijk zijn. Hoe
doen we dat? Hoe eensgezind zijn we dan en hoeveel ruimte is er om
anders te geloven, te denken, te doen?
Als voorganger en zendeling van de eerste christelijke kerken
heeft Paulus veel nagedacht over deze vragen. Ga maar na: een
pas gestarte gemeente met mensen die ofwel een joodse, ofwel
een heidense herkomst hadden. Allemaal waren ze geraakt door
het evangelie dat ze gehoord hadden. Allemaal voegen ze zich
bij de gemeente. Dan blijkt in onderlinge gesprekken dat in hun
overtuigingen en levensstijl toch ook verschillen zitten! Verschillen
die worden veroorzaakt door hun herkomst, hun (vroegere) geloof,
hun maatschappelijke status of de kracht van hun geloof. Daarbij:
niet iedereen is bekeerd met behulp van Paulus. Er zijn er velen
die het evangelie van andere apostelen hebben gehoord en zij
benadrukken andere kernpunten in het geloof.
Toch willen al deze mensen samen gemeente zijn en daarom
bespreken zij hun vragen met elkaar en met o.a. Paulus. Een
voorbeeld van de vragen waarmee Paulus te maken kreeg, vinden we
in de eerste brief aan de Korintiërs. Deze bijbelstudie gaat over delen
uit deze brief die Paulus schreef.
2. leren omgaan met
Diversiteit In
je gemeente
p.2
praktijkcentrum voor onderzoek en
dienstverlening in de kerken
website www.praktijkcentrum.org
Start: alles begint bij Christus Jezus
1 Korintiërs 1,1-9
1 Van Paulus, apostel van Christus Jezus, geroepen door de wil van
God, en van onze broeder Sostenes. 2 Aan de gemeente van God in
Korinte, geheiligd door Christus Jezus, aan hen die zijn geroepen om
zijn heiligen te zijn, en aan allen die de naam van onze Heer Jezus
Christus aanroepen, waar dan ook, bij hen en bij ons. 3 Genade zij u
en vrede van God, onze Vader, en van de Heer Jezus Christus.
4 Ik dank mijn God altijd voor u, omdat hij u in Christus Jezus
zijn genade heeft geschonken. 5 Door hem bent u in elk opzicht
rijk geworden. Alles wat u zegt en al uw kennis 6 bewijst dat het
getuigenis over Christus bij u verankerd is, 7 en hierdoor ontbreekt
het u terwijl u op de komst van onze Heer Jezus Christus wacht, aan
geen enkele gave van de Geest. 8 Hij is het ook die u tot het einde
toe de zekerheid geeft dat u geen blaam zal treffen op de dag van
onze Heer Jezus Christus. 9 God, door wie u geroepen bent om één te
zijn met zijn Zoon Jezus Christus, onze Heer, is trouw.
! Let op waar Paulus mee begint: de overtuiging dat deze
gemeente geheiligd is door Jezus Christus.
! Paulus moet pittige dingen schrijven aan de gemeente,
maar begint met een dankgebed.
Motto: wees eensgezind!
1 Korintiërs 1,10
10 Broeders en zusters, in de naam van onze Heer Jezus Christus
roep ik u op om allen eensgezind te zijn, om scheuringen te
vermijden, om in uw denken en uw overtuiging volkomen één te zijn.
! De wetenschap dat de gemeente haar bestaan aan de
genade van Christus te danken heeft, leidt volgens
Paulus tot een groot doel: wees eensgezind!
? Is dit een haalbaar doel of een ideaal voor de gemeente
in Korinte? En voor ons?
? Formuleer met elkaar in vijf minuten vijf kernwoorden bij
de term zoeken naar eenheid.
3. leren omgaan met
Diversiteit In
je gemeente
p.3
praktijkcentrum voor onderzoek en
dienstverlening in de kerken
website www.praktijkcentrum.org
Zoeken
naar
eenheid
1. 5.
2. 4.
3.
De vraag: wel of geen vlees voor ons?
1 Korintiërs 8,1-13
1 Dan nu over heidens offervlees. Zeker, het is waar dat wij allen
kennis bezitten. Maar kennis maakt verwaand; alleen de liefde bouwt
op. 2 Wanneer iemand zich inbeeldt dat hij kennis bezit, is het toch
nog niet de ware kennis. 3 Maar wanneer iemand God liefheeft, is hij
door God gekend. 4 Wat nu het eten van offervlees betreft: wij weten
dat er in de hele wereld niet één afgod echt bestaat en dat er maar
één God is. 5 Ook al zijn er zogenaamde goden in de hemel of op
aarde – en zo zijn er immers heel wat goden en heren –, 6 wij weten:
er is één God, de Vader, uit wie alles is ontstaan en voor wie wij zijn
bestemd, en één Heer, Jezus Christus, door wie alles bestaat en door
wie wij leven.
7 Maar niet iedereen bezit deze kennis. Sommigen van u zijn zo aan
hun afgod gewend dat ze het offervlees nog altijd als een offer aan
die afgod zien. Hierdoor wordt hun geweten, dat zwak is, bezwaard.
8 Nu zal ons voedsel ons niet bij God brengen: eten wij niet, dan zal
ons dat niet tot nadeel strekken; eten wij wel, dan zal ons dat niet
tot voordeel strekken. 9 Maar let erop dat de vrijheid die u hebt geen
struikelblok wordt voor de zwakken onder u. 10 Wanneer namelijk
iemand met een zwak geweten ziet dat u, met uw kennis, in een
afgodentempel deelneemt aan een maaltijd, wordt hij er dan niet toe
verleid dat offervlees te eten? 11 Zo gaat de zwakke door uw kennis
verloren, een broeder of zuster voor wie Christus gestorven is. 12
Op die manier zondigt u tegen hen, en door hun zwakke geweten
te ondermijnen zondigt u tegen Christus. 13 Als ik dus door vlees
te eten mijn broeder of zuster ten val breng, wil ik het nooit ofte
nimmer meer eten; dan breng ik hen niet ten val.
4. leren omgaan met
Diversiteit In
je gemeente
p.4
praktijkcentrum voor onderzoek en
dienstverlening in de kerken
website www.praktijkcentrum.org
! Het wel of niet eten van offervlees was in die tijd een
belangrijke vraag. Offervlees, dat na de religieuze offers
aan afgoden overbleef, werd verkocht op de markt. Ook
kon je bij een maaltijd met anderen geregeld offervlees
aangeboden krijgen. De vraag was dus: mogen wij dat
kopen en mogen we het eten, ook als we weten dat het
offervlees is (geweest)? Wat vindt God daarvan en welk
voorbeeld geven wij dan als gemeente?
? Stel, deze groep mag meedenken over de kwestie.
Bedenk met elkaar drie argumenten voor en drie
argumenten tegen het eten van offervlees.
VOOR
1.
2.
3.
TEGEN
1.
2.
3.
! Let op: Paulus beantwoordt de vraag van de gemeente
niet zomaar met JA of NEE. Hij begint bij het gedeelde
uitgangspunt: er is maar één God. En in alle argumenten
om wel of geen offervlees te eten moet het dan ook
gaan om de relatie met God onze Vader en de Heer Jezus
Christus.
? Bekijk bovenstaande argumenten nog eens. Ging het
jullie daarin ook steeds om die relatie? Zo nee, waarom
dan wel?
5. leren omgaan met
Diversiteit In
je gemeente
p.5
praktijkcentrum voor onderzoek en
dienstverlening in de kerken
website www.praktijkcentrum.org
Hoe ga je om met je vrijheid?
1 Korintiërs 10,23-31
23 U zegt: ‘Alles is toegestaan.’ Zeker, maar niet alles is goed. Alles
is toegestaan, maar niet alles is opbouwend. 24 Wees niet op uzelf
gericht, maar op de ander. 25 U mag alles eten wat er in de vleeshal
wordt verkocht; u hoeft niet omwille van uw geweten na te gaan
waar het vandaan komt. 26 Immers: ‘Van de Heer is de aarde en
haar rijkdom.’ 27 Wanneer een ongelovige u uitnodigt om bij hem
te komen eten en u neemt zijn uitnodiging aan, kunt u rustig alles
eten wat u aangeboden wordt. Het is niet nodig dat u omwille van uw
geweten vraagt waar het vandaan komt.
28 Maar wanneer iemand u erop wijst dat u vlees van offerdieren eet,
laat het dan omwille van hem staan. Houd rekening met het geweten.
29 Ik bedoel nu niet uw eigen geweten, maar dat van die ander. Mijn
vrijheid wordt door zijn geweten toch niet aangetast? 30 Er is toch
niemand die kwaad van mij kan spreken om wat ik eet, als ik God
maar voor mijn eten dank? 31 Dus of u nu eet of drinkt of iets anders
doet, doe alles ter ere van God.
! Hoe ga je om met je vrijheid? Paulus zegt: wees vrij
en bouw op. Wees vrij dankzij de genade van Christus
Jezus, omwille van een ander. Hier lees je de twee grote
geboden terug!
? Wat betekent dit in de vlees-kwestie?
! Paulus wijst erop dat je soms dingen kunt nalaten
omwille van het geweten (of het geloof) van een ander.
Als jouw keuzes het geloof van een ander verzwakken,
wil je ze dan nog maken?
? Wat mag vrij zijn met het oog op anderen je kosten? Geef
een concreet voorbeeld uit je eigen leven.
Eten, geloof delen en liefhebben
Paulus schrijft aan de Korintiërs nog veel meer: over de viering van
het avondmaal, over het inzetten van de verschillende gaven, over
het lichaam van Christus en over de liefde. De gemeente als lichaam
van Christus mag iets laten zien van de genadige liefde van Christus:
• aan elkaar, want je hebt elkaar hard nodig om in je geloof en in
de wereld om je heen overeind te blijven. Jong en oud, man en
vrouw, pas bekeerd of levenslang bij de kerk. Met elkaar kun je
6. leren omgaan met
Diversiteit In
je gemeente
p.6
praktijkcentrum voor onderzoek en
dienstverlening in de kerken
website www.praktijkcentrum.org
leren over wie God is en wat hij voor jou en anderen betekent.
Je redt het niet alleen!
• aan de wereld om voorbeeld te zijn van Gods koninkrijk.
Een groep mensen die vrij is maar zich aan elkaar verbindt. Een
voorbeeld van open gesprekken, dienend handelen en elkaar in liefde
terechtwijzen. Mensen die kunnen en willen veranderen, niet omwille
van zichzelf maar omwille van de ander.
Samen leven en samen zoeken met als doel: groeien in relatie met
Christus Jezus. Leven in de vrijheid die je gegeven is om in alle
vrijheid één te zijn.
? Het wel of niet eten van offervlees is niet echt meer van
deze tijd. Kun je een voorbeeld noemen van zo’n vraag
uit je eigen gemeente? Hoe ga je daar in het licht van
deze bijbelstudie mee om?
? Wat zijn nu eigenlijk sterke, en wat zwakke gelovigen?
Kijk ook op onze Bronnenlijst voor onder andere bijbelteksten,
liederen en overige literatuur!