1. BESTUURLIJKE MODERNISERING
VAN BELEID EN POLITIEK
Transitiebeleid
veronderstelt ook een
Beleidstransitie
Ir.drs.ing. Jan Dirven, IISN 23-04-09
2. Autonome en gestuurde mechanismen
verticaal
Organisaties Onverwachte
gebeurtenissen
g a
individueel gedrag
Individueel gedrag
-overheden
Massaliteit van
e -bedrijven u
s -instellingen t
-ngo’s o
t
u n
u o
o
r
m
d Netwerken Markten
horizontaal
3. Duurzame ontwikkeling
• Minder afwentelen van nadelen:
van nu naar de toekomst (tijdsdilemma)
van hier naar elders (ruimtelijk dilemma)
van ons naar anderen (sociaal dilemma)
van individu naar gemeenschap (publiek dilemma)
• Gelijkere kansen op de toegang tot en
verdeling van voor- en nadelen
• PPPP: People, Planet, Profit + Politics
4. Agenderen, Instrumenteren, Effectueren
drie sturingsprocessen van agendabouw
SAMENHANGEND VRAAGSTUK
signaleren selecteren kanaliseren
externe oriëntatie politieke wil/keuzen beleidsinstrumentatie
gemeenschappelijke visie minister verantwoordelijkheids-
probleemperceptie(s verdeling
visies stakholders doelen verdeling
bevoegdheden/middelen
Agenderen Instrumenteren Effectueren
(kansen/bedreigingen) (kansen/bedreigingen) (kansen/bedreigingen)
Agenda Instrumenten effecten
5. Betuwespoorlijn systeeminnovatie?
(Europees) goederentransport systeem
Niveau 1:
Transportcap,
Nut-noodzaak? Mil, Fin-econ
Betuwespoorlijn?
Nieuwe infra
Niveau 2: Techn., ruimtel., V&W
Ontwerp + positionering finan-econ., soc.,
milieu + tracé
NS + R’dam
Eisen/randvoorw
Bouwen/aanleggen
Niveau 3: Organiseren
van aanleg
Realisering
Projectorg., bouwconsortium, 5mrd
7. Visie van een actor op een vraagstuk
Motieven Waarden, belangen, strevingen (PPPP)
Huidige probleemperceptie
Gegevens/kennis situatie ideaalbeeld
Lange-termijn
Tussendoelen
eindbeelden/-doelen
Bij toenemende complexiteit en betrokkenheid actoren:
•van veranderende naar nieuwe visies
•van probleem- en doelgericht naar probleem- en doelzoekend werken
•van procedurele naar waarden rationaliteit
•van compromissen gegevens naar consensus (gedrags)motieven
•van technisch leren naar sociaal leren
8. Gangbaar- versus transitiebeleid
Gangbaar beleid; stroomgericht, accumulatie van maatregelen
Transitiebeleid: l.t. visie ontwikkeling, backcasting, transitiepaden
9. Correcties op ideaaltypisch concept
Smalle marges:
Sturen versus autonome ontwikkeling
Vertikaal versus horizontaal
Parlementair versus buitenparlementair
Overheidsinstantie versus andere overheden
Effectief versus ineffectief
Sturingsproblemen als bedreigingen:
Draagvlak en daadkracht nemen af
(toenemende pluriformiteit en verplaatsing politiek)
10. Sturend vermogen
Toenemende beïnvloedbaarheid
Au
ton
om
To eO
en ntw
em ikk
en eli
ds ng
Ins en
titu tu (Ex
Te c
tio re og
So na nd en
h ni
ci lis Ve eF
aa er rm ac
sc h
l le en og tor
re en en
)
lere
n
n
Toenemende hardnekkigheid:
Pluriformiteit, Dynamiek, Complexiteit
12. Horizontale organisatie
Thuisbasis Thuisbasis
Overheden 2 (kennis)instellingen
2
1 3 1
Transitie Arena/
Onafhankelijke Innovatienetwerk Aan de leiding gelinkte
facilitator netwerkachtige beleids-
proces teams
Thuisbasis 2 2 Thuisbasis
Bedrijven maatschappelijke organisaties
1 1
Communicatie tussen transitie arena (3) en veranderingsorganisaties (2) op thuisbases (1)
13. Verschillende vraagstukken
en beïnvloedingsmechanismen
Consensus visies Dissensus visies
• verticale ordening horizontale ordening
• hiërarch. organisaties innovatieve netwerken
• invloed/macht betekenis/toegevoegde waarde
• efficiëntie/controle vertrouwen/respect
• procedures/regels waarden/PPPP
• technisch leren sociaal leren
• anderen veranderen zelf/gezamenlijk veranderen
• van zorgen voor naar zorgen dat
Toenemende hardnekkigheid van vraagstukken +
institutionele ruimte voor horizontale mechanismen
= toenemend handelingsvermogen
14. Zes fasen van politiek-bestuurlijke transitie
Politiek-bestuurlijke
vernieuwing
6 Stabilisatie
5 Versnelling
4
3 Take-off
2
1 Voorontwikkeling
Tijd
1. Paradigmastabiliteit
2. Accumulatie anomalieën
3. Aanpassen oude paradigma (technisch leren)
4. Fragmentatie van gezag, opkomst nieuwe theorie
5. Politiek-bestuurlijk debat over beleidstheorieën en -verandering (sociaal leren)
6. Institutionalisering nieuw beleidsparadigma
15. Condities
1. Beleidsmatig en politiek commitment op hoog niveau
2. Institutionele ruimte voor horizontale sturingsmechanismen
3. Voldoende inzet van kwaliteit, capaciteit, middelen door
bedrijven, overheden, instellingen, NGO’s voor externe en
interne processen
4. Extern: door participatie in innovatie/transitie netwerken met
onafhankelijke facilitator
5. Intern: horizontale proces teams op thuisbases gelinkt aan de top
16. Stellingen
1. Vraagstuk centraal
i.p.v. organisaties of personen;
2. Inhoudelijke afbakening c.f. samenhangen der dingen:
syteembenadering
i.p.v. c.f. bestuurlijke schotten en grenzen;
3. Integrale benadering
i.p.v. ad-hoc aanpak van vele deelprobleempjes;
4. Systeeminnovaties vanuit lange termijn perspectief
i.p.v. stapeling van maatregelen voor vele korte termijn wensen